sc i e n c i a
een competentieprofiel voor hbo verpleegkundigen in de ggz, geformuleerd vanuit onderwijs en praktijk
Beroepscompetenties van de HBO GGZ-verpleegkundige
Ontwikkeld en opgesteld door Sciencia GGZ Kennistransfer (Deventer) in opdracht van GGZ Nederland en de HBO-raad. © GGZ Nederland. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming worden overgenomen.
1
Inhoud
Woord vooraf
3
context van de beroepscompetenties van de hbo ggz-verpleegkundige Zorgvragers in de GGZ
4
Zorgaanbod
5
GGZ Verpleegkunde
6
Toelichting op de beroepscompetenties
6
Geraadpleegde literatuur
7
uitwerking van de beroepscompetenties
zorgverlener Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
10
Individuele en collectieve preventie
16
GVO
18
Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
20
Individuele en collectieve preventie en GVO
22
Zorgprogrammering
24
Verpleegbeleid
26
Kwaliteitszorg
28
regisseur
ontwerper
coach Zelfprogrammering en verpleegbeleid
30
Werkbegeleiding
32
Beroepsinnovatie
34
Deskundigheidsbevordering
36
beroepsbeoefenaar
bijlage 1 Projectstructuur & ontwikkeling
2
38
Woord vooraf
In dit document zijn de twaalf beroepscompetenties beschreven van de Bachelor’s opgeleide verpleegkundige, de HBO-Verpleegkundige, die werkzaam is in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Dit competentieprofiel is één van de deelresultaten van het project ‘Ontwikkeling van een differentiatie GGZ voor de hogere beroepsopleiding tot verpleegkundige’ van GGZ Nederland en de HBO-raad. De beroepscompetenties zijn afkomstig uit Met het Oog op de Toekomst (Pool, e.a, 2001) en concreet gemaakt voor toepassing binnen de GGZ. De inhoudelijke uitwerking van de beroepscompetenties is ontstaan na raadpleging van diverse groepen experts (zie bijlage 1) en met gebruikmaking van het Beroepsdeelprofiel GGZ-Verpleegkundigen (NVPV/STIP, in press). De beschrijving van de context van de beroepscompetenties van de HBO GGZ-verpleegkundige is eveneens gebaseerd op het genoemde beroepsdeelprofiel. Hierdoor is gestreefd naar een afstemming tussen verschillende bewegingen die momenteel gaande zijn binnen de praktijk van de GGZ, het beroep van de GGZ-verpleegkundige en de ontwikkelingen in het hoger onderwijs voor verpleegkundigen. Dit competentieprofiel is niet af. In verschillende projecten zal dit profiel verder getest en verfijnd worden. Daarna wordt een definitieve versie opgesteld. Naar verwachting vindt dat in 2005 plaats.
3
van de beroepscompetenties
Context
van de hbo ggz-verpleegkundige ext
zorgvragers in de ggz
*
sociaal netwerk
Dit competentieprofiel beschrijft de twaalf beroepscompetenties van de HBO GGZ-verpleegkundige die
Is een netwerk van relaties waarmee iemand min
werkzaam is in het brede veld van de ambulante en
of meer duurzame banden onderhoudt voor de
klinische Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). De
vervulling van noodzakelijke levensbehoeften
GGZ omvat de psychiatrie, een deel van de verstan-
en dat soms ondersteunend kan zijn, maar soms
delijk gehandicaptenzorg en de psycho-geriatrie.
ook zeer belastend. Het sociaal netwerk omvat
De HBO GGZ-verpleegkundige is werkzaam in een
mensen uit de groep verwanten, vriendschap-
breed palet van organisaties en doelgroepen.
pelijke betrekkingen (vrienden, collega’s, buren), maatschappelijke diensten (arbeid en
* -
school, gezondheidszorg, welzijnswerk, culturele context).
doelgroepen binnen ggz Kinderen & jeugd
-
Volwassenen
Dit vraagt van de verpleegkundige een systeemge-
-
Ouderen
oriënteerde wijze van handelen en samenwerken.
-
Verslaafden
De oorsprong van de zorgvragen van mensen met
-
Forensische zorgvragers
één of meerdere GGP’s zijn veelal meervoudig en te
-
Verstandelijk gehandicapten
herleiden naar vier niveaus van het menselijk func-
(met gedragstoornissen)
tioneren, namelijk het lichamelijke, individuele, sociale en maatschappelijke functioneren. De effecten van zorgvragen voor de gezondheid en het
HBO GGZ-verpleegkundigen begeleiden, verplegen
dagelijks bestaan zijn ook naar deze vier niveaus
en verzorgen individuen en groepen die lijden aan
van functioneren te beschrijven.
één of meer geestelijke gezondheidsproblemen (GGP’s). Een GGP staat voor symptomen, problemen, klachten en verschijnselen die het lichame-
*
oorzaken van een ggp
lijk, psychisch en sociaal functioneren van een zorgvrager beïnvloeden. Het functioneren van zorg-
1 Lichamelijke oorzaak - zoals een aangeboren
vragers binnen de GGZ begeeft zich ergens op het
hersenbeschadiging of een beschadiging na
continuüm ziekte-gezondheid. Het handelen van
een trauma, het ontbreken van bepaalde
de verpleegkundige is daarop afgestemd. Een zorg-
neurotransmitters in de hersenen.
vrager wordt binnen de GGZ altijd gezien als een onderdeel van een groter sociaal netwerk in een specifieke context.
4
2 Individuele oorzaak - zoals een matig ontwikkelde gewetensfunctie of sociaal inzicht, een
onvoldoende of adequate individuele stress-
dakloosheid, dementie of probleemgedrag. De
hantering met betrekking tot stressvolle situa-
zorgvragers formuleren geen hulpvraag, op de
ties, ‘life events’.
juiste plaats en/of op het juiste moment.
3 Sociale oorzaak - zoals een familiaire be-
Er zijn ruwweg drie typen van zorgvragers in de GGZ
lasting, gebrek aan steun, problemen in sociaal
te onderscheiden: de zorgvrager met ernstige acute
netwerk, ontoereikende sociale vaardigheden.
problematiek, zorgvragers met een chronisch psychiatrische aandoening en zorgvragers met proble-
4 Maatschappelijke oorzaak - zoals maatschap-
matiek van voorbijgaande aard.
pelijke uitstoting, een gefrustreerde zelfstandi-
Een cruciale ontwikkeling binnen de GGZ is de toe-
ge en waardige deelname aan het maatschap-
name van verslavingsproblematiek en de co-morbi-
pelijk verkeer: slechte huisvesting, ontbreken
diteit van psychiatrische- en verslavingsproblema-
van opleidings-, en arbeidsmogelijkheden, le-
tiek.
ven van een bestaansminimum, een specifieke
Daarnaast zijn er andere belangrijke trends te zien,
culturele achtergrond.
zoals >
De toename van het aantal zorgvragers van
niet-Nederlandse herkomst (met name in de grote De zorgvrager wordt vaak bedreigd in zijn bestaan
steden)
en is kwetsbaar door de verstoring van het even-
>
wicht tussen draagkracht en draaglast. Zorgvragen
multi-dimensionele en/of complexe zorgvraagstel-
De groeiende groep oudere zorgvragers die een
kunnen acuut en levensbedreigend zijn, maar ook
ling kunnen hebben. De combinatie van geriatri-
chronisch en langdurig. Gezien de verwevenheid
sche en/of psychiatrische stoornissen en/of ziek-
van problemen zijn de zorgvragen in de regel com-
tes kan een complex beeld geven dat bij
plex van aard. Beperkingen en problemen in de da-
onvoldoende expertise tot misverstanden over de
gelijkse levensfuncties die optreden als gevolg van
juiste zorgvraag kan leiden
een psychiatrische stoornis leiden tot specifieke
>
zorgbehoeftes, zoals de ondersteuning bij het
die ook onder ouderen is te zien
De toename van het aantal polydruggebruikers,
vormgeven van het dagelijkse leven en het leren
>
omgaan met de gevolgen van de ziekte/stoornis.
sche karakter van de psychische problematiek on-
De forse toename van de ernst en het chroni-
der gedetineerden, TBS-gestelden en dak- en thuisSoms is er sprake van een bepaalde noodzaak van
lozen
toezicht en bescherming, een bepaalde wenselijk-
>
heid van begeleiding, de behoefte aan sociale
verstandelijke beperking te kampen heeft met psy-
vaardigheidstrainingen, de ordening van dagacti-
chische problemen of gedragsproblemen
viteiten en materiële omstandigheden. Daarnaast
>
dienen zich zorgvragen aan met betrekking tot zin-
met ernstige en langdurige psychiatrische proble-
geving en de behoefte aan het zoeken naar ant-
matiek maatschappelijk geïsoleerd leven, soms in
woorden op zingevingsvragen. Ook is er een duide-
armoede, en vaak niet binnen een GGZ-instelling in
lijke groei in de GGZ-problematiek waarneembaar
zorg willen zijn.
Het feit dat bijna 40% van alle mensen met een
Het gegeven dat zo’n 50.000-75.000 mensen
in combinatie met problemen van de openbare orde (OGGZ). Dit betreft zorgvragers die in feite geen
zorgaanbod
hulpvraag of ‘boodschap’ hebben aan de reguliere
Steeds duidelijker wordt dat zorgvragers, vanwege
GGZ. De gemeenschappelijke noemer die deze
problematiek op meerdere levensterreinen, een di-
groep zorgvragers kenmerkt bestaat uit de com-
vers samengesteld pakket van zorgactiviteiten uit
plexiteit en combinatie van psychische en andere
verschillende sectoren nodig hebben. Dit vraagt om
problemen, zoals somatische gebreken, verslaving,
zorgprogramma’s, om ketenzorg en om een samen-
5
hangend verpleegbeleid. De GGZ biedt haar zorg-
De specifieke bijdrage van de HBO GGZ-verpleeg-
verlening aan in onderscheiden settingen: intramu-
kundige is het verplegen, daar waar het gevolgen
raal, transmuraal, en extramuraal. Het proces van
van psychiatrische aandoeningen en therapie be-
ambulantisering en vermaatschappelijking is mo-
treft, het ondersteunen bij psychiatrische behande-
menteel een zeer belangrijke ontwikkeling in de
lingen en het begeleiden bij het leren leven met een
GGZ en speelt in op de ontwikkeling om de zorg zo
psychische beperking of handicap.
dicht mogelijk in de eigen omgeving van de zorgvrager te bieden. Dit resulteert in een aantal belangrijke processen: >
Klinisch psychiatrische zorg wordt deels ver-
vangen door een grote variëteit aan transmurale en
*
ontwikkelingen binnen de ggz-verpleegkunde
ambulante zorgarrangementen (ketenzorg) >
Behoefte aan opnamevoorkomende en opna-
- Evidence based nursing/practice
meverkortende interventievormen bijvoorbeeld vor-
- Best practises
men van dagbehandeling
- Belevingsgerichte verpleging
>
Groepsgerichte zorg wordt deels vervangen
door individueel gerichte zorg
- Educatie en begeleiding - Rehabiliterende hulp - (Inter-)culturele verpleging en verzorging
ggz verpleegkunde
- Geïntegreerde GGZ-verpleegkunde
Kerntaak van de GGZ is het behandelen van psychi-
- Bijdragen aan ontwikkeling en uitvoering
sche stoornissen en het beperken van de gevolgen van deze stoornissen binnen de context van de zorgvrager. De leidraad die hierbij veelal gevolgd
van zorgprogramma’s - Bijdragen aan ontwikkeling en uitvoering van diagnose behandelcombinaties
wordt is: kortdurende en generalistische behandeling waar dat past en een langer durende en meer
Bron : BDP GGZ-V (NVPV/STIP, in press)
gespecialiseerde behandeling, al dan niet in combinatie met begeleiding en/of een beschermende woonomgeving , als dat nodig is.
Door de veranderende aard van het verpleegkundige werk is de verwachting dat naast medisch-biolo-
*
gische en gedragstherapeutische accenten ook socikernopgaven
aal-maatschappelijke accenten steeds duidelijker in de HBO GGZ-verpleegkundige beroepsuitoefening
- Het bieden van ondersteuning, educatie en be-
geïntegreerd worden. De specifieke deskundigheid
scherming bij de verwerking van het psychia-
van HBO GGZ-verpleegkundigen op het gebied van
trisch ziek-zijn en de gevolgen daarvan, ook
gezondheidsbeleid en gezondheidsbevordering ver-
voor de mantelzorgers.
taalt zich in een verpleegkundige zorg die geken-
- Het begeleiden van de ‘strijd’ voor het dagelijkse leven. - Het bewaken van draagkracht en draaglast van
merkt wordt door aandacht voor aanpassingen in de gezonde leefstijl en optimalisering van de woon-, en leefomgeving van de zorgvrager.
de zorgvrager bij de uitvoering van een psychiatrische behandeling en het therapeutisch re-
toelichting op de beroepscompetenties
gime.
Met het Oog op de Toekomst onderscheidt vijf be-
- Coördinatie van de GGZ-zorgverlening.
roepsrollen voor de HBO-verpleegkundige: zorgverlener, regisseur, coach, ontwerper en beroepsbeoefenaar. Voor deze rollen zijn in totaal twaalf
Bron : BDP GGZ-V (NVPV/STIP, in press)
6
kerncompetenties beschreven. De twaalf kerncom-
petenties zijn voor de context van de GGZ gespecifi-
*
specifieke kennis
ceerd. Iedere beroepscompetentie voor de GGZ is als volgt beschreven. Eerst wordt de context ge-
Om de beroepscompetenties die horen bij de
noemd (rol, domein, domeinspecificatie) waarin de
rol van zorgverlener te kunnen tonen, dient de
beroepscompetentie wordt uitgevoerd. Vervolgens
verpleegkundige over specifieke kennis te be-
wordt de beroepscompetentie genoemd en een toe-
schikken. Dit is kennis ten aanzien van onder
lichting daarop voor de GGZ-context. Vervolgens
meer:
wordt de beroepscompetentie nader geoperationali-
- Het psychisch functioneren van mensen
seerd in de vorm van: Bij .... gaat het om .... zodat....
- Het somatisch functioneren van mensen - Psychopathologie
De eerste beroepscompetentie is gedetailleerder
- Psychofarmaca
uitgewerkt dan de resterende elf. Dit is de eerste
- Omgaan met agressie
competentie die hoort bij de rol van zorgverlener.
- Bijzondere wet- en regelgeving
Hiervoor is gekozen omdat veel van de geraad-
- Elektronisch Patiënten Dossier (EPD)
pleegde experts hebben benadrukt dat het typische
- Systemische benaderingen
karakter van de GGZ juist in deze beroepscompetentie tot uitdrukking komt. geraadpleegde literatuur
*
- Beroepsdeelprofiel GGZ-Verpleegkundigen (in press). Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Psy-
kernkwaliteit
chiatrische Verpleegkunde en StafverpleegkundiHet respect tonen voor en aansluiten bij de
gen in de Psychiatrie. In opdracht van de AVVV.
zorgvrager en zijn omgeving, ongeacht diens so-
(versie 3/PK).
ciale of economische status, levensbeschou-
- Pool, A., C. Pool-Tromp, F. Veltman-van Vugt,
wing, opleiding, ras, geslacht of leeftijd, seksu-
S. Vogel (2001). Met het oog op de toekomst.
ele geaardheid of culturele achtergrond.
Beroepscompetenties van HBO-verpleegkundigen. Utrecht/ Rotterdam: NIZW/Hogeschool Rotterdam.
In afwijking met de geformuleerde kerncompetenties in Met het Oog op de Toekomst, is een aantal verbijzonderingen in de beroepscompetenties aangebracht. Zo wordt er gesproken van de HBO GGZverpleegkundige, zorgvrager en sociaal netwerk, worden vrijwilligers gezien als onderdeel van de zorg en worden ook andere settingen dan de afdeling genoemd. Waarschijnlijk zullen specifieke contexten van zorgverlening of bijzondere regionale vraagstukken een nadere verbijzondering van de inhoud van de beroepscompetenties vragen. De beroepscompetenties
veronderstellen
bijzondere
kennis van zaken van de HBO GGZ-verpleegkundige. De ontwikkeling van deze beroepscompetenties vereist een passend onderwijsprogramma en een werkomgeving waarin het mogelijk is de competenties te blijven ontwikkelen.
7
>>
8
Uitwerking
van de beroepscompetenties van de hbo ggz-verpleegkundige ext
zorgverlener Zorg voor zieken, gehandicapten en stervende
10
Individuele en collectieve preventie
16
GVO
18
Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
20
Individuele en collectieve preventie en GVO
22
Zorgprogrammering
24
regisseur
ontwerper Verpleegbeleid
26
Kwaliteitszorg
28
coach Zelfprogrammering en verpleegbeleid
30
Werkbegeleiding
32
beroepsbeoefenaar
9
Beroepsinnovatie
34
Deskundigheidsbevordering
36
*
rol Zorgverlener
domein Zorg domeinspecificatie Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
beroepscompetentie Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de HBO GGZ-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat, aan zowel de zorgvrager als zijn sociale netwerk.
toelichting De kern van de GGZ-verpleegkunde ligt in het verplegen, begeleiden en verzorgen van mensen met een geestelijk gezondheidsprobleem (GGP). De HBO GGZ-verpleegkundige heeft een eigen deskundigheidsgebied - psychiatrische verpleegkunde -, op basis waarvan zij mensen met een GGP ondersteunt, (ook bij de gevolgen van de ziekte en de therapie) en begeleidt bij het leren leven met een psychische beperking. Het doel van het handelen is het zoeken naar een (hernieuwd) evenwicht in het persoonlijk functioneren, rekening houdend met gezondheidsbevorderende en - belemmerende factoren. Dit handelen is erop gericht de kwaliteit van het leven te verhogen door het evenwicht van draaglast en draagkracht te handhaven of te herstellen. Het GGZ-verpleegkundig aanbod kenmerkt zich door een integratie van medischbiologische, psychiatrische, therapeutische en sociaal-maatschappelijke accenten. Dit uit zich in het toepassen van een mix van wetenschappelijke, persoonlijke, ethische, juridische, psychiatrische en verpleegkundige kennisbronnen. Met het aanbod wordt tegemoet gekomen aan de vermaatschappelijking van zorg, de toenemende mondigheid van zorgvragers, de transmuralisering in de zorg en de ontwikkeling van ketenzorg. Als zorgverlener biedt de HBO GGZ-verpleegkundige aan de zorgvrager en zijn sociaal netwerk zorg op een belevingsgerichte en vraaggestuurde wijze, met inachtneming van professionele standaarden. GGZ-verpleegkundige zorg wordt gekenmerkt door het aangaan van een begeleidingsrelatie, zowel individueel als in groepstherapeutisch verband. Middels educatieve, rehabiliterende en belevingsgerichte activiteiten en interventies wordt de zorgvrager geholpen aanpassingen in zijn leven en omgeving te realiseren, die het leven, de leefstijl en de woon- en leefomgeving optimaliseren. De HBO GGZ-verpleegkundige onderkent daarbij de verschillende factoren die geestelijke gezondheid beïnvloeden, te weten: life events in persoonlijk en maatschappelijk leven, persoonlijkheidskenmerken en socialisatie, de levensloop, somatische/lichamelijke, psychische deregulaties, stoornissen of psychosociale problemen, adaptie, coping en attributie m.b.t. stressfactoren, de mate van steun, aanwezigheid en omvang van een sociaal netwerk en culturele en spirituele waarden en normen.
10
bij Het verlenen van zorg door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om 1
vaststellen van benodigde zorg
de vraag naar verpleegkundige zorg introduceren en verkennen -
Het aangaan van een functionele samenwerkingsrelatie, waarbij de GGZverpleegkundige zich ervan bewust is dat de gelijkwaardigheid en de zelfbepaling onder druk kunnen staan
-
Het - samen met de zorgvrager en zijn sociaal netwerk - verkennen en beoor delen van de zorgvraag, de gemoedstoestand, ervaringen en reacties uit het sociaal netwerk
-
Het beoordelen van de complexiteit en urgentie van de situatie
-
Het herkennen van veranderingen die zich voordoen in de zorgvraag, in de omgevingsfactoren en in de complexiteit van de interventies
-
Het inschatten en een prognose maken van een complexe zorgsituatie, daarbij rekening houdend met de mogelijkheden en veranderingsbereidheid van de zorgvrager en het sociaal netwerk, de draaglast-draagkracht verhouding van de zorgvrager en zijn omgeving, de aanwezigheid van risicofactoren en de mogelijkheden van behandeling en begeleiding
-
Het toepassen van verschillende communicatiestrategieën en gesprekstechnieken, herkenbaar in het accuraat en effectief aansluiten bij de belevingswereld en cultuur van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk
-
Het - in zeer uiteenlopende zorgsituaties - toepassen van systeem-communicatieve vaardigheden, groepstherapeutische en motiverende gesprekstechnieken gegevens verzamelen
-
Het afnemen van een anamnese waarbij de gegevensverzameling zich richt op lichamelijke, psychische, psychiatrische, sociaal-maatschappelijke, ontwikkelingsgerichte en spirituele aspecten in het dagelijks functioneren
-
Het methodisch en gestandaardiseerd observaties uitvoeren bij een individuele zorgvrager, een groep zorgvragers of een groep mensen direct betrokken bij een zorgvrager.
11
-
Het aanpassen van het verzamelen van gegevens als de omstandigheden van de zorgvrager, de soms snel wisselende gedrags- of gemoedstoestanden, het doel van de zorgverlening en de aard van de problematiek, dat wenselijk maken
-
Het interpreteren van de gegevens tegen de achtergrond van de eigenheid van de zorgvrager, zijn individuele levensloop, zijn eigen perspectief op en beleving van problemen en de persoonlijke betekenisgeving en zingeving daarbij
-
Het analyseren van de samenhang en wisselwerking van de GGP met de omgeving
-
Het transparant, toegankelijk en binnen wettelijke kaders vastleggen van gegevens verpleegkundige diagnoses vaststellen
-
Het vaststellen van de verpleegkundige diagnoses of potentiële verpleegproblemen
-
Het bereiken van consensus met de zorgvrager en het sociaal netwerk over de diagnostische beschrijving van de problematiek en het geven van aanwijzingen voor een behandeling of verwijzing
-
Het samen met de zorgvrager en eventueel het sociaal netwerk bespreken van het spanningsveld tussen feitelijke en wenselijke verpleegkundige zorg en het beargumenteren als wordt afgeweken van de door zorgvrager geformuleerde zorgvragen
2
plannen van zorg
het beoogde resultaat van de verpleegkundige zorg formuleren -
Het opstellen van een verpleegplan volgens geldende criteria en, indien gewenst, het vertalen van behandeldoelen naar verpleegdoelen
-
Het formuleren van de beoogde resultaten
-
Het registreren en beoordelen van de effecten van verpleegkundige en psychiatrische interventies op draagkracht, draaglast en de mate van kwetsbaarheid van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk verpleegkundige interventies kiezen en plannen
-
Het beargumenteren van het type interventies, zowel standaard en/of gangbare interventies, als interventies gericht op het oplossen van acute problemen in niet-protocollaire situaties
-
Het - indien mogelijk - aan de zorgvrager en zijn sociaal netwerk, uitleggen van en informeren over het belang van de interventie en het beargumenteren van gemaakte afwegingen, met respect voor de soms strijdige belangen van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk
-
Het taxeren van crisissituaties en het adequaat uitvoeren van crisisinterventies, dan wel assisteren bij het toepassen van Middelen en Maatregelen volgens voorschrift
-
Het kiezen en uitvoeren van alternatieve interventies bij crisissituaties en calamiteiten, daarbij rekening houden met de te verwachten effecten en contra-indicaties
12
3
uitvoer van zorg
observeren en signaleren -
Het observeren, vroegtijdig signaleren, interpreteren en registreren van veranderingen in het gedrags- gemoeds-, of gezondheidsfunctioneren van de zorgvrager (zowel individueel als groepsgericht) en de effecten van verpleegkundige en therapeutische interventies van andere disciplines
-
Het tussentijds evalueren en zo nodig bijstellen van het diagnostisch proces of zorgproces of het, in overleg met de zorgvrager, formuleren van voorstellen daartoe verplegen en verzorgen
-
Het toepassen van begeleidende, verpleegkundige en verzorgende activiteiten bij het erkennen, herkennen en actief beïnvloeden van menselijke vermogens
-
Het toepassen van groepsdynamische, milieutherapeutische en therapeutische principes en technieken in het werken met de individuele zorgvrager, een groep zorgvragers of het sociaal netwerk
-
Het hanteren van relationele, emotionele, communicatieve en beïnvloedingsprocessen in de begeleiding van de zorgvrager, groepen zorgvragers of mensen in het sociaal netwerk
-
Het onderkennen, signaleren en taxeren van crisissituaties, acute en potentiële problemen, suïcidaliteit en gevaar/dreiging voor derden en het daarbij handelend en richtinggevend optreden
-
Het uitvoeren van het verpleegbeleid, gericht op het vergroten van de handelingscompetenties, het inzicht en de zelfbepaling van een zorgvrager of een groep zorgvragers
-
Het documenteren, rapporteren en overdragen van relevante gegevens, volgens de wettelijke bepalingen
-
Het zorg uit handen nemen van de zorgvrager en - binnen wettelijke kaders toepassen van dwang/drang, met in achtneming van morele overwegingen en argumentatie
-
Het onderkennen, signaleren en hanteren van knelpunten in de fysieke omgeving, in het sociaal netwerk en op het gebied van levensbeschouwing en zingeving van de zorgvrager
-
Het - in samenspraak met een zorgvrager en sociaal netwerk -systematisch evalueren van de zorgsituatie begeleiden
-
Het activeren en begeleiden van het aangaan en onderhouden van contacten van de zorgvrager en belangrijke personen uit zijn leef,- verpleeg,- of behandelomgeving en het sociaal netwerk
-
Het begeleiden van de zorgvrager bij diverse gemoedstoestanden en bij praktische, sociale, ethische en levensbeschouwelijke vragen
-
Het ondersteunen en methodisch begeleiden bij gedragsverandering, het aanleren van vaardigheden gericht op het omgaan met de gevolgen en beperkingen van een psychiatrische ziekte, sociale activering in de vorm van een betekenisvolle dagstructuur en dagbesteding
13
-
Het therapeutisch hanteren van het leefklimaat en de natuurlijke omgeving bij het inzichtelijk maken van gedragspatronen en het ontwikkelen en toepassen van gedragsalternatieven van de zorgvrager
-
Het beoordelen van de uitwerking en gevolgen van therapeutische interventies en het formuleren van aanpassingen zodanig dat deze passend zijn bij de perceptie, de cognitieve en emotionele mogelijkheden van de zorgvrager
-
Het toepassen van verpleegkundige zorg bij ingrijpende verlieservaringen, life events, dagelijkse ongemakken, gedragsproblemen, het omgaan met emoties van de zorgvrager en zijn familie of omgeving behorende bij de verwerking van het ontstaan en de gevolgen van een psychische stoornis
-
Het samen met de zorgvrager zorgen voor passende hulpmiddelen, die de dag- en weekstructuur overzichtelijk maken, die aansluiten bij de levensfase waarin de zorgvrager zich bevindt, mede gebaseerd op zijn interesse, ambities en vroegere ervaringen
-
Het hanteren van alledaagse contacten en activiteiten als een therapeutisch,
-
Het toepassen van deëscalatietechnieken bij verbale en fysieke agressie
relatiebevorderend en lerend instrument door een zorgvrager -
Het onderkennen en hanteren van de tegenstrijdige verplichtingen, emoties en gevoelens van zorgvrager, sociaal netwerk bij de toepassing van dwang en drang interventies
-
Het evalueren van iedere toepassing van dwang en drang met collega’s, zorgvrager en sociaal netwerk verpleegtechnisch handelen
-
Het plannen en uitvoeren van (verpleeg) technische handelingen volgens voorschrift, protocollen of richtlijnen
-
Het zorgdragen voor de toediening en het medicijngebruik van de zorgvrager en het scheppen van condities die medicatietrouw bevorderen
-
Het uitvoeren van onderzoek en behandeling, zelfstandig of in opdracht van andere disciplines, daarbij rekening houdend met de richtlijnen van isolatie, preventie van infectie, steriel werken en risicovolle stoffen
-
Het toepassen van controle en fysieke beheersingstechnieken informeren en adviseren
-
Het verstrekken van informatie die is afgestemd op en aangepast aan de gemoedstoestand, cognitieve en sociaal-emotionele toestand van de zorgvrager en het sociaal netwerk
-
Het “vertalen en verduidelijken” van informatie van andere disciplines naar inzicht en behoefte van de zorgvrager en het sociaal netwerk
-
Het geven van advies en instructie over praktische zaken zoals hulpverleningsmogelijkheden en hulpmiddelen en medicatie
14
4
evalueren van zorg
-
Het evalueren van zowel het verpleegkundige als het totale zorgproces, tijdens en bij vertrek of beëindiging van de zorgverlening
-
Het regelmatig en systematisch beoordelen van reacties van de zorgvrager op de uitgevoerde interventies, zowel individueel, groepstherapeutisch als in de eigen woon- en leefwereld
zodat de zorgvrager en het sociaal netwerk binnen aanvaardbare kaders, waarden en normen, keuzes kan maken die de autonomie, de persoonlijke geschiedenis en het proces van zingeving ondersteunen, waardoor de kwaliteit van het leven op een aanvaardbare en menselijk niveau tot uitdrukking komt.
15
*
rol Zorgverlener
domein Zorg domeinspecificatie Individuele en collectieve preventie
beroepscompetentie Om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen en/of te stabiliseren, past de HBO GGZ-verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe.
toelichting Bij preventie gaat het om het signaleren en voorkomen, of het in een zo vroeg mogelijk stadium aanpakken van gezondheids- en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen en de gevolgen hiervan. De HBO GGZ-verpleegkundige beoogt met haar preventieve activiteiten de (geestelijke) gezondheid te bevorderen en de bedreigingen voor het dagelijks functioneren en eventuele complicaties te verminderen. Kenmerkend daarvan is de zorgvrager en zijn sociaal netwerk te motiveren en gezondheidsbevorderende activiteiten te ondernemen. De HBO GGZ-verpleegkundige wordt in de dagelijkse omgang met zorgvragers toenemend geconfronteerd met vraagstukken op het primaire preventie-niveau. Door in thuissituaties en de omgeving van de zorgvrager te werken wordt duidelijker welke omgevingsfactoren schadelijk dan wel belemmerend werken op de (geestelijke) gezondheid van mensen. Het vaststellen van die schadelijke invloeden, gerelateerd aan de levens- en ontwikkelingsfase, wordt gebruikt om preventieve interventies, activiteiten te formuleren. De gezondheidsbevorderende interventies kunnen bestaan uit het voorkomen van stressoren of het vergroten van de eigen mogelijkheden en de motivatie van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk om met deze stressoren om te gaan. Secundaire en tertiaire preventieve activiteiten zijn veel voorkomend in de dagelijkse praktijk. De secundaire preventie richt zich op het herstellen van de gezondheid en wordt uitgevoerd als er al sprake is van de aanwezigheid van een GGP. Dit kan op twee manieren bereikt worden: enerzijds door het vroegtijdig opsporen van nieuwe ziektegevallen, anderzijds door de duur van de gevolgen zo kort mogelijk te houden door het effectief behandelen van het GGP. In dit kader worden vroegsignalering, terugvalpreventie, psycho-educatieve programma’s, voorlichting, motivering en collegiale consultatie gehanteerd. Tertiair preventief werken beoogt het beperken van het disfunctioneren als gevolg van een doorgemaakt GGP. Alle vormen van rehabilitatie zijn bedoeld om mensen een eigen plaats in de samenleving te laten innemen. Het behouden van gezondheid staat centraal en vindt plaats tijdens de herstelfase. Het samen met de zorgvrager en het sociaal netwerk organiseren van sociale steun is een belangrijke interventie. In toenemende mate wordt de HBO GGZ-verpleegkundige gevraagd om consultatief op te treden en haar specifieke kennis en vaardigheden binnen de psychiatrie en het omgaan met gedragsproblemen ter beschikking te stellen aan beroepsbeoefenaren in andere sectoren van de gezondheidszorg.
16
bij Het verlenen van primaire, secundaire en tertiaire preventie door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om -
Het tijdig herkennen van mogelijke ontregelingen van het psychisch evenwicht, symptomen van overbelasting en high-expressed emotions in een sociaal netwerk en haar gezondheidsrisico’s
-
Het signaleren en interpreteren van specifieke kenmerken van groepen
-
Het maken van keuzes uit verschillende beïnvloedingsmethoden die de
zorgvragers, symptomen van en reacties op ziekte of stoornis zorgvrager en zijn sociale netwerk stimuleren en motiveren tot gewenst gedrag -
Het nemen van preventieve maatregelen ter voorkoming van situaties die een goed leefklimaat bedreigen of een negatieve invloed hebben, gericht op bescherming van zorgvragers, groepen zorgvragers, collega’s, derden en materialen
-
Het toepassen van de methodieken van voegsignalering en terugvalpreventie in de vorm van signaleringsplannen of crisisplannen bij zorgvragers waarbij sprake is van ernstige gedragsontregeling
-
Het voor het sociaal netwerk, andere disciplines en direct betrokkenen inzichtelijk maken en vertalen van uitingsvormen van onbeantwoorde vragen, wensen en behoeften van zorgvragers
-
Het geven van doelgroep specifieke psycho-educatie, zowel individueel op het sociaal netwerk als groepsgericht
-
Het verwijzen naar, inschakelen en consulteren van hulpverlenende en dienstverlenende disciplines
-
Het onderscheiden van een collegiale consultatievraag van een zorgvraag en het op methodische wijze hanteren van de collegiale consultatievraag
-
Het geven van collegiale consultatie, passend bij de ervaringskennis, aan beroepsbeoefenaren
-
Het evalueren van de genomen preventieve maatregelen en interventies met de zorgvrager, het sociaal netwerk en een zorgnetwerk
zodat de zorgvrager en het sociaal netwerk minder risico’s lopen op verstoring van hun gezondheid, de leefomgeving veilig is en de gevolgen van het geestelijk gezondheidsproblemen zo draaglijk mogelijk blijven.
17
*
rol Zorgverlener
domein Zorg domeinspecificatie GVO
beroepscompetentie Om een gezonde leefstijl bij zorgvragers en het sociaal netwerk te bevorderen, geeft de HBO GGZ-verpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie, voorlichting en advies aan individuen en groepen.
toelichting GVO activiteiten zijn te definiëren als de planmatige activiteiten van verpleegkundigen om het gedrag van mensen doelgericht te veranderen door hen te motiveren tot ander, gezonder gedrag. De GVO kan ook gericht zijn op het beïnvloeden van omgevingscondities. De HBO GGZ-verpleegkundige past GVO toe op verschillende niveaus, zoals bij personen die risico’s lopen (bemoeizorg) of (groepen) zorgvragers, familieleden, buren, hulpverleners, dienstverlenende instellingen. GVO in de vorm van voorlichting, informatie en advisering is een essentieel en integraal onderdeel van de GGZ-verpleegkundige zorgverlening. GVO wordt toegepast in de begeleidingscontacten met zorgvragers en middels groepsgewijze programma’s, waarbij zorgvragers en soms hun familie voorlichting en advies krijgen over het omgaan met een psychiatrische ziekte of de gevolgen ervan. Daarbij gaat het om informatie gericht op het beperken en/of voorkomen van fysieke, emotionele of psychische problemen en de bevordering van goede leefgewoontes. GVO heeft de beste kans van slagen als het een interdisciplinaire activiteit is, omdat de zorgvrager met hulpverleners van verschillende disciplines te maken heeft. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende voorlichtingsmethoden. GVO veronderstelt een goede analyse van de gezondheidsproblemen, risicofactoren, omgevingsfactoren en gedragsdeterminanten. In de GGZ-verpleegkunde is GVO veelal gericht op motivering, gedragsverandering, (de mate van) sociale steun, de verbetering van de eigen effectiviteit en de wijze waarop een zorgvrager omgaat met het inschatten van risico’s. Daarbij wordt rekening gehouden met barrières als kennisniveau, cognitieve mogelijkheden, mentale gemoedstoestand, ontbreken van geëigende vaardigheden, attributies van de culturele context en de invloed van psychiatrische problemen. De HBO GGZ-verpleegkundige maakt onder meer gebruik van onderzoeksresultaten en van theorie over GVO, kan werken vanuit multidisciplinaire kaders en kan samenwerken met groepen zorgvragers en met cliënten- en consumentenorganisaties. Het werk van de HBO GGZ-verpleegkundige is vooral gericht op een toename van therapietrouw en gezondheidsbevorderend gedrag bij zorgvragers en hun sociaal netwerk. De HBO GGZ-verpleegkundige hanteert feedback en bekrachtiging, motivering en overtuigend argumenteren als effectieve methodieken voor het bewerkstelligen van gedragsveranderingen.
18
bij het geven van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding en voorlichting en advisering door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om -
Het signaleren en interpreteren van specifieke kenmerken van risicopopulaties, symptomen van en reacties op ziekte of stoornis
-
Het verzamelen van gegevens, middels een situatie- en gedragsdetermi-
-
Het bespreekbaar maken van risico’s, zodanig dat de zorgvrager keuzes
nantenanalyse kan maken uit verschillende - op gezondheidsbevordering gerichte mogelijkheden -
Het toepassen van feedback, bekrachtiging, motivering, overtuigend
-
Het toepassen van een individuele en/of een programmatische aanpak
argumenteren als effectieve methodieken bij gedragsverandering bij het geven van informatie, voorlichting, advies -
Het geven van voorlichting, rekening houdend met kennisniveau, cognitieve mogelijkheden, mentale gemoedstoestand, het ontbreken van geëigende vaardigheden, attributies en de invloed van psychiatrische problemen
-
Het organiseren en uitvoeren van een voorlichtingsbijeenkomst, waarbij het inhoudelijke programma wordt opgesteld en voorlichtingsmateriaal wordt aangepast aan de doelgroep
-
Het gebruik maken van de kennis en ervaringsdeskundigheid van zorgvragers en het sociaal netwerk, cliënten- en consumentenorganisaties bij het formuleren en geven van voorlichting en advies
zodat de zorgvrager en zijn sociaal netwerk beter in staat zijn een gezonde leefstijl te onderhouden, en bovendien een veilige en gezondheidsbevorderende leefen woonomgeving wordt bevorderd.
19
*
rol Regisseur
domein Zorg domeinspecificatie Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
beroepscompetentie Om de zorg te laten verlopen als een continue en integraal proces dat gericht is op het welzijn van de zorgvrager en het sociaal netwerk, coördineert de HBO GGZ-verpleegkundige de zorg.
toelichting In Nederland wordt het coördineren van zorg betiteld met verschillende benamingen: casemanagement, mentorschap, zorgcoördinatie, EVV (eerst verantwoordelijke verpleegkundige). Telkens gaat het om een combinatie van het begeleiden van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk en de afstemming en aansluiting van alle op de behandeling en omgeving gerichte activiteiten, binnen en buiten de instelling of behandelsetting. Door de aanwezigheid van verschillende personen en instanties in een zorgsituatie is de kans op fragmentatie van zorg, hulp en ondersteuning groot, evenals een verkeerde timing en gebruik van activiteiten. Een cruciale factor in de rol van regisseur is het optreden als belangenbehartiger van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk. Het gaat hierbij onder andere om het herkennen en pro-actief benaderen van obstakels in de zorg, de toegankelijkheid van instanties en personen, het eigene van het levensverhaal van de zorgvrager, het doorschuiven van professionele verantwoordelijkheden. Daarbij wordt als doel nagestreefd dat de zorgvrager zelf een maximale handelingsruimte heeft en de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven vorm en inhoud kan geven. De HBO GGZ-verpleegkundige neemt de regie om - vanuit het verpleegbeleid - er voor te zorgen dat in alle fasen van de behandeling de activiteiten afgestemd en in samenhang worden aangeboden aan de zorgvrager en zijn sociaal netwerk. Het gaat daarbij om het verhelderen van doelstellingen, het organiseren van overleg waarin communicatie en informatie-uitwisseling tussen behandelaars, hulpen dienstverlenende instanties en mantelzorg mogelijk is. In de regisseursrol zijn rapporteren, overdragen en het informeren en adviseren essentiële vereisten om de zorg optimaal te kunnen uitvoeren, op kwaliteit te kunnen bewaken. Het werken in een multidisciplinair team betekent voor de HBO GGZ-verpleegkundige het continue realiseren van afstemming en aansluiting van het verpleegkundige begeleidingsproces op de verschillende onderdelen van een behandeling. Dit doet zij op een zodanige wijze dat de zorgvrager en zijn sociaal netwerk niet worden geconfronteerd met zorginhoudelijke barrières of met een zorgaanbod dat niet aansluit bij hun behoeften en wensen.
20
bij Het coördineren van zorg door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om -
Het zelfstandig signaleren van de noodzaak van zorgcoördinatie - in samenspraak met de zorgvrager en het sociaal netwerk - en het nemen van initiatieven om de continuïteit in de verpleegkundige zorgverlening te realiseren
-
Het fungeren als contactpersoon ten aanzien van relevante disciplines en instellingen
-
Het maken van een werkplanning, het met de zorgvrager en zijn sociaal
-
Het voorzitten van besprekingen met andere disciplines, regisseren van
netwerk aangeven van prioriteiten en de timing van activiteiten activiteiten van collega’s en samenwerken in multidisciplinair verband -
Het rekening houden met de wisselwerking van zorgactiviteiten op de vier niveaus van functioneren en de uitwerking ervan op de te behalen zorgresultaten
-
Het deelnemen aan relevante interne en externe samenwerkingsverbanden,
-
Het rekening houden met het perspectief en de participatie van de zorgvrager
-
Het behartigen van de belangen van zorgvrager en sociaal netwerk, zodanig
zowel met beroepsgenoten en andere betrokken hulpverleners en met de rechten en plichten van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk dat de aangeboden zorg in overeenstemming is met de verwoorde eigen wensen en behoeften van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk -
Het in staat zijn adequaat om te gaan met feedback, waardering, kritiek en tegenstrijdige belangen daarbij de persoonlijke en professionele mening te geven en op te komen voor de eigen positie of rol als HBO GGZ-verpleegkundige
zodat de zorgvrager en zijn sociaal netwerk zorg en ondersteuning ontvangen die passend, samenhangend, aansluitend en afgestemd is op de leef- en belevingswereld, die tot de gestelde doelen leidt en geen onnodige stress of belasting geeft.
21
rol Regisseur
*
domein Zorg domeinspecificatie Individuele en collectieve preventie en GVO
beroepscompetentie Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de HBO GGZ-verpleegkundige de afgesproken activiteiten.
toelichting Landelijk en lokaal worden preventie- en voorlichtingsprogramma’s ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van dergelijke programma’s kunnen meerdere instellingen en wetenschappers, hulpverleners, voorlichters en vrijwilligers betrokken zijn. De vertaling ervan naar de dagelijkse praktijk en de toepassing ervan op gerichte activiteiten voor zorgvragers en het sociaal netwerk is een onderdeel van HBO GGZverpleegkundig werk. De HBO GGZ-Verpleegkundige gebruikt daarbij haar kennis over gezondheid en psychopathologie, communicatieve vaardigheden en organisatietalent. De HBO GGZ-verpleegkundige levert een bijdrage aan preventie door zich op de hoogte te stellen van landelijk en lokaal ontwikkelde programma’s/ instrumenten. Zij beoordeelt de reikwijdte voor de verpleegkundige praktijkvoering op het niveau van een instelling, afdeling of setting. Het beoordelen richt zich onder andere op de afstemming en aansluiting met reeds aanwezige preventie- en voorlichtingsactiviteiten, op verpleegkundig niveau. De regisserende bijdrage van de HBO GGZ-verpleegkundige komt tot uitdrukking in de aandacht voor een juiste timing van preventieve activiteiten en afstemming op de doelgroep, het signaleren van behoeften aan voorlichting en deze zonodig omzetten in het actief organiseren van voorlichting of voorlichtingsactiviteiten. De HBO GGZ-verpleegkundige waarborgt de kwaliteit van de voorlichtingsactiviteiten en draai- of werkboeken door deze te toetsen op actualiteit en effectiviteit. Speciale aandacht is er voor de beoogde gedragsverandering van de zorgvrager of groepen zorgvragers en het sociaal netwerk en voor de doelmatigheid van aangeboden programma’s of activiteiten.
22
bij Het bijdragen aan het organiseren van een preventie- en voorlichtingsprogramma gaat het om -
Het beoordelen van de reikwijdte van (landelijk of lokale) preventie- of voorlichtingsprogramma’s op toepasbaarheid in verpleegkundige programma-onderdelen en de praktische waarde voor de zorgvrager en zijn sociaal netwerk
-
Het beoordelen van de toepasbaarheid van preventie- of voorlichtings programma’s op aansluiting op doelgroepgerichte of individuele preventieof voorlichtingsactiviteiten in de afdeling, setting of instelling
-
Het verzamelen van evaluatiegegevens van eerder aangeboden psycho-
-
Het verwerken van de evaluatiegegevens in een nieuw psycho-educatie
educatie programma’s en/of van zorgprogramma’s die elders zijn uitgevoerd programma -
Het creëren van optimale voorwaarden om het programma uit te voeren en zo mogelijk uitvoerenden te ondersteunen en aan te sturen
-
Het opstellen, organiseren en uitvoeren van een cursus of een bijeenkomst
-
Het gericht evalueren van geplande en uitgevoerde preventie- of voorlichtingsactiviteiten
-
het leveren van een bijdrage op team-, afdelings- en instellingsniveau ten aanzien van het verbeteren van psycho-educatie programma’s
zodat de doelen van een preventieprogramma zo efficiënt mogelijk worden gerealiseerd en het programma een bijdrage levert aan gezondheidsbevordering van de zorgvrager, zijn sociaal netwerk of groepen zorgvragers/ groepen familieleden.
23
*
rol Ontwerper
domein Organisatie van zorg domeinspecificatie Zorgprogrammering
beroepscompetentie Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de HBO GGZ-verpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s.
toelichting De rationalisering van de GGZ-zorg is één van de sleutelwoorden in het huidige landelijke GGZ-beleid. Het werken met zorgprogramma’s maakt het mogelijk dat GGZ-disciplines aangeven hoe ze hun specifieke deskundigheden in een multidisciplinair verband tot een zorgaanbod bij elkaar brengen. In dit verband hebben HBO GGZ-verpleegkundigen een eigen aandeel in het formuleren van verpleegkundige modules en zorgaanbod. Het gaat daarbij ook om het kunnen denken in conceptuele kaders en om het toepassen van verpleegkundige innovaties. Kenmerkend hierbij is het multidisciplinaire karakter van het werk. De HBO GGZ-verpleegkundige levert haar bijdrage door deel te nemen aan relevante werkgroepen, vakgroepen of projectgroepen. Haar bijdrage bestaat uit - het samen met anderen - ontwikkelen van verpleegkundige modules als onderdeel van het totale zorgaanbod. Daarbij maakt ze gebruik van reeds bekende methodieken, verpleegkundige praktijkervaring en de meest recente wetenschappelijke inzichten met betrekking tot de inhoud van een verpleegkundige module. Door uitwisseling van kennis, ervaringen en ideeën met andere disciplines en beroepsbeoefenaren kunnen in het kader van een zorgprogramma nieuwe werkvormen en betere zorgtrajecten ontwikkeld worden.
24
bij Het leveren van een bijdrage aan het ontwerpen en deelnemen aan zorgprogrammatische projecten gaat het om -
Het analyseren van het lokaal en regionaal zorgaanbod en daarbij de hiaten in de verpleegkundige zorg vaststellen
-
Het inventariseren en analyseren van specifieke en gevalideerde verpleeg-
-
Het gebruik maken van expertise over een doelgroep (zowel gebaseerd op
kundige interventies en activiteiten aangaande een doelgroep wetenschappelijke kennis als op de kennis van ervaringsdeskundigen en professionals) -
Het maken van een plan van aanpak voor het ontwerpen van het verpleeg-
-
Het beschrijven en documenteren van een verpleegkundig onderdeel binnen
kundige onderdeel van een zorgprogramma het zorgprogramma -
Het verpleegkundige onderdeel toetsen aan wetgevende kaders, het oordeel van zorgvragers, cliënten- en familieorganisaties en een budgettair kader
-
Het deelnemen aan een multidisciplinair samengestelde projectgroep en daarin beargumenteerd de verpleegkundige invalshoek verwoorden
zodat de te verlenen zorg doelmatiger, efficiënter en effectiever wordt uitgevoerd en afgestemd is op de behoeften van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk.
25
*
rol Ontwerper
domein Organisatie van zorg domeinspecificatie Verpleegbeleid
beroepscompetentie Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt, effectief en goed mogelijk te laten verlopen, levert de HBO GGZ-verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid.
toelichting De HBO GGZ-verpleegkundige heeft een zelfstandige taak bij het tot stand komen van verpleegbeleid. Het verpleegbeleid is een afspiegeling van de verpleegkundige, professionele en organisatorische standaarden, waarden en normen en de maatschappelijke opdracht die een GGZ-instelling heeft. Dit beleid kan gestoeld zijn op specifieke doelgroepgerichte methoden en technieken, landelijke of lokale protocollen en richtlijnen, verpleegmodellen of organisatiemodellen. De HBO GGZ-verpleegkundige neemt initiatieven, geeft adviezen en werkt mee aan de ontwikkeling van het verpleegbeleid. Daarbij houdt zij rekening met financiële kaders, de specifieke eisen met betrekking tot de doelgroep, het erbij betrekken van het sociaal netwerk, veilige arbeidsomstandigheden en de toepassing van concepten, zoals rehabilitatie en belevingsgerichte zorg. Ingeslepen routines, normen, gewoontes en allerlei regels van de afdeling, team of setting worden kritisch beschouwd en beoordeeld op de waarde van efficiënt en effectief verpleegbeleid. De HBO GGZ-verpleegkundige komt in aanraking met ethische, morele, juridische en cultuurafhankelijke kwesties die betrekking hebben op vragen en keuzes die om een beoordeling en eigen visie vragen. Hierbij kan het gaan om kwesties rondom autonomie van de zorgvrager, cultuurbepaalde leefwijze, normen, waarden en zienswijzen, onzekerheid, ontreddering en lijden, verwaarlozing, belasting van naasten, processen van marginalisering en uitstoting. De HBO GGZ-verpleegkundige is zich er daarbij van bewust dat de professionele verpleegkundige beroepshouding zich weerspiegelt in het verpleegbeleid. De beroepshouding van de HBO GGZ-verpleegkundige is van belang in elke zorgsituatie en komt tot uiting in de wijze waarop de kerntaken worden uitgevoerd. Afhankelijk van de situatie en de behandelsetting worden wisselende combinaties van eisen gesteld: culturele, wettelijke, budgettaire of levensbeschouwelijke oriëntatie. Deze verschillende eisen beïnvloeden op een eigen wijze de beroepshouding.
26
bij Het meewerken aan de inhoud en vormgeving van het verpleegbeleid op een zorgeenheid of afdeling door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om -
Het ontwerpen en toepassen van zowel individueel als groepsgericht verpleegbeleid
-
Het bijdragen - middels het toepassen van GGZ-verpleegkundige expertise, verpleegkundige modellen en methodieken - aan het realiseren van (behandel) doelstellingen en de maatschappelijke opdracht van een GGZ-instelling
-
Het creëren van voorwaarden voor een veilige werkomgeving en een peda-
-
Het organiseren en waarborgen van de veiligheid en bescherming van de
gogisch en therapeutisch zorgklimaat zorgvrager en zijn sociaal netwerk tijdens een verblijf binnen een afdeling/ setting -
Het onderkennen van de eigen risico’s van het verpleegkundig handelen en het in acht nemen van de organisatieregels
-
Het formuleren van voorstellen ter verbetering van werkwijze en werkprincipes van afdeling, team of setting en voorstellen doen ter verbetering
-
Het onderkennen van een veranderende werk- en zorgomgeving en anticiperen op de invloed van de veranderende context voor de zorgvrager en zijn ook cultuurbepaalde sociaal netwerk, de verpleegkundige inbreng en de organisatie van het verpleegbeleid
-
Het zichzelf actief inzetten voor de zorgvrager en zijn sociaal netwerk in situaties waarin het welzijn in gevaar komt of wordt bedreigd en slechte levensomstandigheden tot verkommering en verloedering kunnen leiden
-
Het hanteren van professioneel ethische en morele kwesties, daarbij gebruikmakend van de verpleegkundige beroepscode, de regels vanuit de organisatie, en juridische, persoonlijke en ethische kaders
-
Het bespreekbaar maken en ondersteunen van suggesties of klachten aangaande de aangeboden zorg van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk
zodat de verantwoordelijkheid, opvattingen en professionele houding van de HBO GGZ-verpleegkundige toetsbaar is in het verpleegbeleid en de zorgverlening aan de zorgvrager en zijn sociaal netwerk zo synchroon mogelijk verloopt binnen een afdeling, behandelteam of zorgeenheid.
27
*
rol Ontwerper
domein Organisatie van zorg domeinspecificatie Kwaliteitszorg
beroepscompetentie Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de HBO GGZ-verpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau of op het niveau van een team of zorgeenheid.
toelichting De HBO GGZ-verpleegkundige zorg vindt plaats in of vanuit een instelling of in de eigen woon- en leefomgeving van de zorgvrager. Kwaliteitszorg richt zich op het bieden van doelmatige, doeltreffende zorg. De HBO GGZ-verpleegkundige levert op kritische wijze een bijdrage aan de kwaliteitszorg. Hiertoe signaleert zij knelpunten vanuit haar dagelijkse ervaring en de ervaring van de gebruikers en onderneemt ze vervolgens stappen om deze op te lossen. Zij toetst het kwaliteitsbeleid van de geboden zorg, de afdeling en setting op de geuite behoeften, culturele context en wensen van zorgvragers en het sociaal netwerk. Ten aanzien van kwaliteitsbewaking en -borging draagt zij bij aan het ontwikkelen van een samenhangend zorgbeleid. Om dit tot stand te brengen levert zij een bijdrage aan het plannen van projecten en processen gericht op kwaliteitsverbetering. Zij bewaakt mede de voortgang van de opgezette projecten en rapporteert daarover. Tevens levert zij een bijdrage aan de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid van de instelling en afdeling of setting door deelname aan kwaliteitsgroepen, werkgroepen en bijvoorbeeld een ethische commissie.
28
bij De ontwikkeling van kwaliteitszorg door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om -
Het signaleren van knelpunten in het doelmatig en doeltreffend uitvoeren
-
Het initiatief nemen om kwaliteitsverbetering op het niveau van de afdeling,
van verpleegkundige zorg setting of instelling bespreekbaar te maken -
Het formuleren van voorstellen ter verbetering of aanpassing van kwaliteitsbeleid, kwaliteitsbewaking en kwaliteitsborging op het niveau van afdeling, setting of instelling
-
Het formuleren van voorstellen ter verbetering of aanpassing van kwaliteitsbeleid, kwaliteitsbewaking en kwaliteitsborging op onderdelen van het verpleegkundige zorgaanbod
-
Het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling, vaststelling en evaluatie
-
Het meewerken aan de invoering van werkwijzen en (standaard) procedures
-
Het samenwerken met kwaliteitsfunctionarissen
-
Het deelnemen aan kwaliteitsgroepen met cliënten-, patiënten- en consu-
van kwaliteitscriteria, meetinstrumenten, richtlijnen en protocollen
mentenorganisaties zodat de zorg past bij de voorkeuren van de zorgvrager en zijn sociaal netwerk en transparant wordt omdat er kwaliteitscriteria en standaarden voor kwaliteit beschikbaar komen, waaraan de dagelijkse zorgverlening en de interventies getoetst kunnen worden.
29
*
rol Coach
domein Organisatie van zorg domeinspecificatie Zorgprogrammering en verpleegbeleid
beroepscompetentie Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren kan de HBO GGZ- verpleegkundige andere verpleegkundigen, verzorgenden, helpenden, zorghulpen en vrijwilligers coachen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken, functies en activiteiten.
toelichting Gezien het brede domein van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen, is op basis van verpleegbeleid en zorgprogramma’s een scala aan taken en functies beschreven. Deze taken worden gekenmerkt door een groot verschil in moeilijkheidsgraad. De uitvoering vindt plaats in teamverband, waarbij tussen teamleden onderlinge verschillen in opleiding, kennis en ervaring bestaan. Dit heeft consequenties voor alle teamleden, omdat taken en rollen niet los gezien kunnen worden van de arbeidstevredenheid en de stress die ze kunnen opleveren. Vaak zal het uitvoeren van verpleegbeleid en van zorgprogramma’s vernieuwing van werkwijzen inhouden, waarop de verpleegkundigen en -verzorgenden verschillend reageren. Sommige mensen houden van vernieuwen, anderen daarentegen willen de zaken liever houden zoals ze zijn. De HBO GGZ-verpleegkundige kan (nieuwe) collega’s emotioneel en inhoudelijk coachen bij de uitvoering van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s. Het meest kenmerkende van de rol van coach is het stimuleren, motiveren, feedback geven en ontvangen. De rol van coach kent vele elementen: raadgeven, mentor zijn, counselen, instrueren, ondersteunen. Bij deze rol hoort ook het begeleiden van vrijwilligers die betrokken zijn bij onderdelen van aangeboden zorg.
30
bij Het geven van coaching bij de uitvoering van zorgprogramma’s en verpleegbeleid gaat het om -
Het leren reflecteren op eigen ervaringen en handelen, persoonlijke waarden en normen en, daarop gebaseerd, het formuleren van eigen leervragen
-
Het leren onderkenen en benoemen van terugkerende problemen ten aanzien van verleende zorg of verpleegbeleid, die voortkomen uit persoons-, team- en/of afdelingsgebonden stressoren
-
Het ondersteunen en vergroten van inzicht aangaande specifieke kenmerken en eisen van een doelgroep in een zorgprogramma
-
Het coachen met betrekking tot vereiste aanpassingen in werkwijzen, zodanig dat acceptatie en motivatie voor het uitvoeren van verpleegbeleid wordt vergroot
-
Het vergroten van inzicht in eigen gevoelens en gedrag, dilemma’s tussen professionele versus persoonlijke waarden en normen, het hanteren van professionele attitude en omgaan met verstoringen in zorg-, en collegiale relaties
-
Het geven van instructie over de methoden en technieken die toegepast worden bij het vormgeven van de zorgprogramma’s en het verpleegbeleid
-
Het tonen van voorbeeldgedrag bij het introduceren en toepassen van methoden en technieken
-
Het begeleiden van verpleegkundigen en verzorgenden bij vraagstukken en
-
Het ondersteunen en informeren van vrijwilligers zodanig dat hun bijdrage
werkproblemen in de zorgverlening aanvullend en op maat is voor het realiseren van verpleegbeleid zodat verpleegkundigen en anderen bij de zorg betrokken mensen doelmatig en doelgericht hun taken, functies en activiteiten uitvoeren, die leiden tot het realiseren van de doelstelling van het verpleegbeleid en het zorgprogramma, rekening houdend met het perspectief, de culturele context en de hulpvraag van de zorgvrager en het sociaal netwerk.
31
*
rol Coach
domein Organisatie van zorg domeinspecificatie Werkbegeleiding
beroepscompetentie Om stagiaires en collega-verpleegkundigen en -verzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de HBO GGZ-verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde.
toelichting Verpleegkundigen werken meestal in een team en werken samen met tijdelijke medewerkers, lager opgeleide beroepsbeoefenaren, stagiaires van opleidingen van verschillende niveaus, en nieuwe collega-verpleegkundigen. De HBO GGZverpleegkundige is in staat om op een coachende manier (nieuwe) collega’s, beginnende beroepsbeoefenaren of lager opgeleide beroepsbeoefenaren in te werken en te steunen daar waar dat nodig is. Het gaat hierbij om het hanteren van processen die horen bij het ingroeien in de zorg en het omgaan met werkproblemen in de uitvoering van zorg. Verschillende begeleidingsactiviteiten worden gehanteerd: instructie geven over werkmethoden of technieken die voor haar onbekend zijn, het verwerven van inzicht in de cultuur en structuur van de afdeling of de organisatorische eenheid en het verhelderen van de verwachtingen van haar rol als collega en verpleegkundige. Zij hanteert daarbij een leersituatie, weet een praktijkvraag te vertalen in een leervraag en een leerproces te formuleren waarmee de ander zijn eigen oplossingen gaat vinden en toepassen. Het geven van feedback, stimuleren en motiveren en voorbeeldgedrag maken deel uit van het coachende repertoire van de HBO GGZ-verpleegkundige. Het gaat daarbij niet alleen om het toegankelijk maken van eigen expertise, maar ook om het coachen bij het methodisch oplossen van beroeps- en/of praktijkvraagstukken.
32
bij Het geven van werkbegeleiding door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om -
Het leren reflecteren op persoonlijke en professionele stijl van het begeleiden van werkprocessen
-
Het leren reflecteren op persoonlijke en professionele processen bij een nieuwe of toekomstige collega
-
Het vaststellen van een begeleidingsbehoefte en het formuleren van een
-
Het inzicht geven in rolopvattingen en rolverwachtingen van een nieuwe of
-
Het inzicht geven in en beargumenteren van procedures, richtlijnen, proto-
leertraject ten behoeve van een nieuwe of toekomstige collega toekomstige collega collaire wijzen van werken en omgangsvormen op afdeling, setting of organisatorische eenheid -
Het toepassen van begeleidingstechnieken: feedback ontvangen en geven
-
Het toepassen van gespreksvaardigheden, zoals actief luisteren, samen-
op gedrag en gevoelens, confronteren en steunen, stimuleren en motiveren vatten, oplossingsgericht exploreren, formuleren van oplossingen, afsluiten van een gesprekscontact -
Het tonen van voorbeeldgedrag
zodat de nieuwe of toekomstige collega vanuit een eigen leerproces haar beroep of functie leert kennen en beroepsgerichte of doelgroepgerichte competenties verwerft, waarmee het ingroeien en werken in teamverband en het GGZ-werkveld wordt ondersteund.
33
*
rol Beroepsbeoefenaar
domein Beroep domeinspecificatie Beroepsinnovatie
beroepscompetentie Om het beroep van de verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de eenentwintigste eeuw, vervult de HBO GGZ-verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn.
toelichting De HBO GGZ-verpleegkundige oefent haar beroep meestal uit binnen de context van een organisatie. Zij doet dit vanuit haar professionele referentiekader, dat wordt gevormd door opleiding en deskundigheidsbevordering, deelname aan beroepsorganisaties en inschrijving in het register. Dit geeft haar speciale verplichtingen en verantwoordelijkheden. Het veronderstelt het gebruik maken van haar capaciteiten en het zoeken naar mogelijkheden om actief mee te werken aan de professionalisering van het beroep. Zij identificeert zich met de waarden van het beroep, en incorporeert haar professionaliteit in de dagelijkse zorgverlening. Dat houdt in dat zij vanuit haar beroepsperspectief standpunten kan innemen aangaande ethische, economische en cultureel maatschappelijke vraagstukken. De HBO GGZ-verpleegkundige legitimeert haar aandeel in de zorg door het afleggen van verantwoordelijkheid, door het tonen van resultaten en door zich rekenschap te geven van het eigen handelen, ten opzichte van haarzelf, de zorgvrager, collega’s, beroepsgroep, werkgever of organisatie. Dit komt tot uitdrukking in, bijvoorbeeld, het toepassen van dwang en drang, het opkomen voor de noden van zorgvragers, het ondersteunen van een netwerk of het stelling nemen in een maatschappelijk of zorgvraagstuk. Gezien de combinatie van de kwaliteiten die zijn verbonden aan een hogere beroepsopleiding en aan het beroep, vervult de HBO GGZ-verpleegkundige een actieve rol bij de beroepsontwikkeling en bij de ontwikkeling van het beroepsbewustzijn bij vakgenoten. De activiteiten die voortkomen uit de rol van beroepsbeoefenaar liggen in verenigingsverband (NVPV of AVVV), of bij landelijke of regionale werkgroepen en in activiteiten op het snijvlak van het beroep en de arbeidsorganisatie. Een belangrijke activiteit is het deelnemen aan of opzetten van een verpleegkundige adviesraad binnen de eigen organisatie, waardoor het mogelijk wordt professionele waarden en standaarden op organisatieniveau te implementeren en te verankeren.
34
bij Beroepsinnovatie door de HBO GGZ-verpleegkundige in de GGZ gaat het om -
Het aanwenden van individuele en collectieve invloed op landelijk - en lokaal GGZ-beleid
-
Het uitdragen van GGZ-verpleegkundige beroepswaarden in interdisciplinaire samenwerkingsverbanden en netwerken van belangen en beroepsorganisaties
-
Het deelnemen aan professionele verenigingen zoals de NVPV of gelijk-
-
Het leveren van een actieve bijdrage bij het opzetten van en deelnemen
soortige verenigingen en hiervan afgeleide werkgroepen en vakgroepen aan verpleegkundige adviesraden -
Het toepassen in het verpleegkundig handelen van de wet- en regelgeving betreffende de gezondheidszorg en specifieke wetgeving aangaande de verpleegkundige praktijk in de GGZ
-
Het vertalen van wet- en regelgeving naar het ontwikkelen van verpleegkundige methodieken, de alledaagse omgang met een individuele zorgvrager en zijn omgeving en groepen zorgvragers
-
Het deelnemen aan de ontwikkeling van classificatiesystemen, standaarden en modellen en deze toepassen in de praktijk
-
Het genereren van praktijkvragen voor (wetenschappelijk) onderzoek en deelnemen aan verplegingswetenschappelijk onderzoek
-
Het participeren in ethische commissies
zodat de HBO GGZ-verpleegkundige beroepsgroep zich kan ontwikkelen tot een professioneel niveau en dat ze op een professionele, zorgvragrgerichte en vraaggestuurde wijze uitdrukking geeft aan eigen opvattingen en argumenten over maatschappelijke en gezondheidszorggerichte vraagstukken.
35
*
rol Beroepsbeoefenaar
domein Beroep domeinspecificatie Deskundigheidsbevordering
beroepscompetentie Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep in de GGZ op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de beroepsstandaard en maatschappelijke criteria, werkt de HBO GGZ-verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep.
toelichting De ontwikkelingen in de GGZ volgen elkaar in snel tempo op: de grote variëteit aan typen zorg, het werken in zorgketens, zorgprogramma’s en zorgcircuits, het toenemen van ethische en culturele vraagstukken, de toenemende nadruk op biologische psychiatrie, nieuwe financieringswijzen, de ontwikkeling van resultaatgericht zorg zoals de diagnose-behandel-combinaties. De professionaliteit van de HBO GGZ-verpleegkundige veronderstelt een grote mate van deskundigheid en actuele vakkennis en vraagt een permanente scholing van verpleegkundigen. De maatschappelijke ontwikkelingen en vermaatschappelijking van zorg vragen om zaken als “evidence-based” en “best-practice based” handelen, zorgvragergerichte vormgeving van zorg, vraaggestuurde verpleging ingebed in een steunsysteem en transparantie in beroepsontwikkelingen. De HBO GGZ-verpleegkundige zal zich via praktijkervaring, reflectie op de praktijk, cursussen, symposia en vakliteratuur, blijven bekwamen en ontwikkelen in haar beroepsuitoefening. Van de HBO GGZ-verpleegkundige wordt een houding verwacht die gericht is op levenslang leren. Daarbij is het nodig dat zij de vaardigheden hanteert om zelf snel te leren en leermogelijkheden te zien en te gebruiken. Zij is ook in staat anderen te instrueren, advies en voorlichting te geven. Individueel en groepsgewijs reflecteren op de praktijk is één van de vele mogelijkheden om te leren, evenals het geven en bijwonen van klinische lessen, actieve deelname aan discussies in vakgroepen en het verwoorden van eigen visie en opvattingen.
36
bij Deskundigheidsbevordering door de HBO GGZ-verpleegkundige gaat het om -
Het ontwikkelen en uitdragen van een levenslange leerhouding
-
Het zien van eigen leermogelijkheden door reflectie op eigen handelen,
-
Het instrueren, adviseren en voorlichten over methoden, technieken,
persoonlijke waarden en normen en professionele werkwijze classificatiesystemen, modellen en verpleegkundige theorieën -
Het bijwonen en verzorgen van klinische lessen, intercollegiale bijeen-
-
Het bijwonen van en een bijdrage leveren aan symposia en congressen
-
Het bijhouden van vakliteratuur en relevante informatie bespreken op
komsten
toepassing in de praktijk -
Het volgen en geven van bij- en nascholingen
-
Het op de hoogte blijven van en de consequenties overzien van ontwikkelingen in de maatschappij en gezondheidszorg
zodat de samenleving en de gebruikers van GGZ-zorg kan blijven vertrouwen op vakkundige HBO GGZ-verpleegkundigen en de verpleegkundige een gerespecteerd lid is van de beroepsgroep.
37
projectstructuur & ontwikkeling
Bijlage
projectstructuur Stuurgroep Ontwikkeling van een differentiatie GGZ voor de hogere heroepsopleiding tot verpleegkundige namens ggz nederland Drs. J.C.A. Bastiaansen, voorzitter, Raad van Bestuur van de Rijngeestgroep Mw. drs. M.G.C. de Leeuw, Altrecht, locatie W.A. Verhoeven Drs. M.D. Mahakena, GGZ Nederland Mw. drs. M.E. Nieuwsma, GGZ Nederland Mw. Y. Slee, Federatie Verpleegkundigen GGZ Mw. drs. E.J. Zeldenrust, GGZ Nederland namens de hbo-raad Mw. drs. C. Pool-Tromp, namens het sectoraal adviescollege HGZO, Hogeschool Rotterdam Mw. drs. E.K. Leistra, HBO-raad Mw. drs. M. Adriaansen, namens het landelijk overleg opleidingen HBO-V, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Begeleidingsgroep vanuit Sciencia Drs. G.B.J. van de Grift (voorzitter), ScienciaKennistransfer GGZ, Deventer Mw. H.A.M. Groenendaal, Saxion Hogeschool IJselland, Deventer Dhr. M. Wijnen, Saxion Hogeschool Enschede Mw. drs. S.D. Van Helden-van Deel, Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Projectgroep Drs. J.S. Jukema (projectleider), Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Dhr. B.J.M. Venneman MSc.N (extern deskundige), bureau Ben Venneman Mw. M.G.S. Poot (secretariaat), ScienciaKennistransfer GGZ, Deventer ontwikkeling van competentieprofiel De ontwikkeling van deze versie van dit competentieprofiel kent twee delen. In het eerste deel, uitgevoerd door de Hogeschool Rotterdam en de Chr. Hogeschool Windesheim, is een halffabrikaat (versie 0.1) ontwikkeld. In het tweede deel, in opdracht van GGZ Nederland en de HBO-raad en uitgevoerd door Sciencia Kennistransfer GGZ, een regionaal samenwerkingsverband tussen het GGZ werkveld en hogescholen in Overijssel, is het uiteindelijke profiel tot stand gekomen. deel 1 In 2003 is door een aantal HBO-V docenten eerst een bewerking gemaakt van Met het Oog op de Toekomst. Deze bewerking is voorgelegd aan een panel van experts, bestaande uit vertegenwoordigers van de GGZ en de opleiding HBO-V. Op basis van de resultaten van deze meeting is een nieuwe versie geschreven en deze is vervolgend door dezelfde groep experts schriftelijk becommentarieerd. Dit commentaar is verwerkt en resulteerde uiteindelijk in een halffabrikaat (versie 0.1).
38
Experts ggz experts Dhr. F. van der Bij, Zwolse Poort Dhr. H. Bijker, Veldzicht Forensisch Psychiatrisch Centrum, Balkbrug Dhr. S. van der Flier, RIAGG Zwolle Dhr. G. Heersmink, RIAGG Zwolle Dhr. E.J.P. Heutinck, Mediant Geestelijke Gezondheidszorg Enschede Mw. drs. M.W. van het Hout, RIAGG Zwolle Mw. B. Hulsegge, Adhesie GGZ Midden-Overijssel Dhr. G.P. Huis in’t Veld, Tactus Instelling voor Verslavingszorg Dhr. H. Fikkert, Adhesie GGZ Midden-Overijssel Mw. drs. C.A. Loth, Loth Verpleegkunde Dhr. P.J.M. Koopman, Adhesie GGZ Midden-Overijssel Mw. D. Reitsma, RIBW Zwolle Mw. A. van Tilborgh MA, RIBW Twente Dhr. P.H.M. Vervloet, Zwolse Poort hbo-v docenten Mw. drs. E. van Engelen, Christelijke Hogeschool Windesheim Mw. drs. M. Koning, Christelijke Hogeschool Windesheim Dhr. P.G.M. Mineur, Christelijke Hogeschool Windesheim Dhr. M.H. Morsman, Saxion Hogeschool Enschede Drs. G.T.M. Burger, Saxion Hogeschool IJselland, Deventer Mw. S. Vogel, Hogeschool Rotterdam Dhr. C.S.M. van der Voort, Christelijke Hogeschool Windesheim deel 2 In het kader van een landelijk project gericht op de ontwikkeling van een differentiatie GGZ voor de hogere beroepsopleiding tot verpleegkundige van GGZ Nederland en de HBO-raad, is versie 0.1 verder ontwikkeld. Allereerst is deze versie bewerkt door een inhoudsdeskundige, dhr. B.J.M. Venneman. Deze bewerking is vervolgens voorgelegd aan drie groepen experts: vertegenwoordigers van de GGZ, HBO-V docenten en het SRO MGZ-GGZ. Door omstandigheden is een geplande meeting met het SRO MGZ-GGZ niet doorgegaan. Een aantal mensen heeft schriftelijk gereageerd. Op basis van de reacties van de experts is een nieuwe versie ontwikkeld die vervolgens naar alle experts gestuurd is. Het definitieve competentieprofiel is opgesteld naar aanleiding van de laatste schriftelijke reacties van de experts. Experts GGZ Experts Dhr. G. Heersmink, RIAGG Zwolle Dhr. E.J.P. Heutinck, Mediant Geestelijke Gezondheidszorg Enschede Dhr. G.P. Huis in’t Veld, Tactus Instelling voor Verslavingszorg Mevr. B. Hulsegge, Adhesie GGZ Midden-Overijssel Mevr. drs. C.A. Loth, Loth Verpleegkunde
39
Dhr. F. Lubbers, Adhesie GGZ Midden-Overijssel Dhr. F. Schasfoort, Zwolse Poort hbo-v docenten Mw. drs. A.B.M. Bomers, Saxion Hogeschool Enschede Drs. A. Bos, Christelijke Hogeschool Ede Dhr. O. Brunklaus, Avans Hogeschool Breda Mw. drs. E. van Engelen, Christelijke Hogeschool Windesheim Dhr. B.R. van Galen, Haagse Hogeschool Dhr. S. Hiehle, Hanzehogeschool Groningen Dhr. H. Kox, Hanzehogeschool Groningen Mw. A.R. Langenberg MScN, Gereformeerde Hogeschool Zwolle Mw. drs. M.J.G. Smedts, Hogeschool Rotterdam Mw. M. Schouten, Hogeschool Leiden Mw. drs. M.H.A. Smit, Hogeschool van Utrecht Dhr. O.A.A.M.J. Timmermans MScN, Hogeschool Zeeland Dhr. G.J. Westrik MSc, Gereformeerde Hogeschool Zwolle Mw. drs. H. te Winkel, Saxion Hogeschool Enschede sro mgz-ggz Mw. drs. M.J. Buwalda, Hogeschool van Utrecht Mw. drs. I. van der Padt, Hogeschool van Amsterdam Dhr. M.H. Morsman, Saxion Hogeschool Enschede Drs J. van Drongelen, Hogeschool Zuyd, Heerlen De beschrijving van deze context is ontleend aan het Beroepsdeelprofiel GGZ-Verpleegkundigen (NVPV/STIP, in press).
colofon publicatienummer: 2004-272 prijs: 7 euro ISBN: 90-72513-37-1 oplage: 750 ontwerp: www.taluut.nl druk: drukkerij Atlas, Soest
40