BEROEPSCOMPETENTIES ERGOTHERAPIE 2013
Joan Verhoef, Hogeschool Rotterdam (voorzitter) Annerie Zalmstra, Hogeschool Zuyd Marie-Antoinette Minis, Hogeschool Arnhem en Nijmegen Ruth Zinkstok, Hogeschool van Amsterdam Eric Entken (externe procesbegeleider)
In opdracht van het Studierichtingenoverleg Ergotherapie (SROE) April 2013
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Voorlopige Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding De beroepscompetenties ergotherapie Werkwijze bij het actualiseren van de beroepscompetenties Verantwoording van keuzes bij het ontwerpproces De samenhang tussen beroepsprofiel, beroepscompetenties en Tuning competenties Belangrijke ontwikkelingen voor de ergotherapie Leeswijzer De beroepscompetenties Screenen Inventariseren en analyseren Behandelen en begeleiden Adviseren aan derden Ondersteunen en versterken Samenwerken Organiseren Ondernemen Zorg dragen voor kwaliteit Onderzoeken Innoveren Leren en ontwikkelen Samenvatting van de beroepscompetenties ergotherapie Literatuur Bijlagen 1. Lijst van geïnterviewden 2. Generieke kernkwalificaties HBO-bachelor 3. Dublindescriptoren 4. Tuning-competenties (indien overname is toegestaan)
1
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
INLEIDING De beroepscompetenties ergotherapie De beroepscompetenties ergotherapie beschrijven het kwalificatieniveau van de beginnend ergotherapeut in de actuele beroepspraktijk. Ze bepalen het eindniveau van de bachelor opleiding en zijn leidend voor de toetsing en inhoud van het onderwijsprogramma. Samen met het beroepsprofiel maken de beroepscompetenties zichtbaar wat het kerndomein van de ergotherapie is en wat ergotherapeuten te bieden hebben aan personen, organisaties of populaties met vragen op het gebied van handelen en participatie. Deze geactualiseerde uitgave vervangt de beroepscompetenties ergotherapie uit 2005. Werkwijze bij het actualiseren van de beroepscompetenties De Nederlandse beroepscompetenties ergotherapie dateren uit 2005 en waren het resultaat van een project van de gezamenlijke opleidingen ergotherapie. Deze set bestond uit tien specifieke beroepscompetenties voor ergotherapeuten die aansloten bij de generieke HBOkernkwalificaties en Dublin-descriptoren. In 2007 zijn de beroepscompetenties ergotherapie in boekvorm gepubliceerd (Verhoef en Zalmstra, 2007). De beroepscompetenties dienen regelmatig geactualiseerd te worden om te waarborgen dat zij (blijven) aansluiten bij veranderingen in het beroep, de gezondheidszorg en het hoger beroepsonderwijs. In 2010 is een projectgroep van vier docenten van de vier ergotherapieopleidingen in opdracht van het Studierichtingenoverleg gestart met het actualiseren van de beroepscompetenties; deel van de opdracht was om in de herziening de visie op het beroep te verwerken die is beschreven in het vernieuwde beroepsprofiel (Van Hartingsveldt et al., 2010) en de Europese Tuning-competencies (ENOTHE, 2008). Belangrijk uitgangspunt bij de beroepscompetenties is dat het een opleidingsdocument is dat de eisen beschrijft die aan beginnend (bachelor) ergotherapeuten worden gesteld in de actuele beroepspraktijk. De beroepscompetenties dienen beroepshandelingen, en de eisen die worden gesteld aan de uitvoering van deze handelingen, zodanig te beschrijven dat ze bruikbaar zijn voor studenten, docenten en ergotherapeuten in de beroepspraktijk. Het handelen van de ergotherapeut (in opleiding) binnen een beroepscompetentie leidt tot een product of dienst; deze producten of diensten kunnen studenten gebruiken als bewijs in competentiegerichte toetsing. Een competentie is gedefinieerd als een bepaalde combinatie van kennis, inzicht vaardigheden en attitude van beroepskrachten om in voorkomende beroepssituaties op adequate, doelbewuste en verantwoorde wijze proces- en resultaatgericht te handelen, dat wil zeggen passende procedures te kiezen en toe te passen om vooraf bepaalde doelen of resultaten te bereiken (EN 2010, Verhoef en Zalmstra 2007, NVLF 2003). Het gaat hierbij om effectief, efficiënt en veilig handelen in werksituaties. Beroepscompetenties voor hbo-opleidingen dienen wat betreft niveau aan te sluiten bij de generieke hbo kernkwalificaties en Dublin-descriptoren. Daarnaast dienen beroepscompetenties inhoudelijk aan te sluiten op het beroepsprofiel van het betreffende beroep, en bij wettelijke kaders die gelden voor de beroepsuitoefening (www.hbo-raad.nl; www.nvao.net) .
2
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
De projectgroep is gestart met de bestudering van relevante documenten vanuit een beroepsmatig en onderwijskundig perspectief, zoals het beroepsprofiel ergotherapeut, de Tuning competencies, beroepsprofielen en –competenties van andere opleidingen in zorg en welzijn (logopedie, fysiotherapie, verpleegkunde, verloskunde, maatschappelijk werk, sociaal pedagogische hulpverlening, activiteitenbegeleiding), de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wet BIG, de WFOT-minimum standards for the education of occupational therapists en het Europees Kwalificatie Kader (EKK). Vervolgens heeft zij samen met een externe procesbegeleider met onderwijskundige expertise deze informatie uitgebreid met opvattingen van expert-ergotherapeuten en stakeholders (zoals arts/verwijzer, zorgverzekeraar, beleidsmedewerker) over de huidige en toekomstige taken en benodigde competenties. Het betrekken van het werkveld is immers belangrijk voor goede aansluiting van de opleidingen op de beroepspraktijk; daarmee is ook voldaan aan de eis van de Vereniging Hogescholen (voorheen HBO-raad) dat het werkveld betrokken is geweest bij het formuleren van een opleidingsprofiel (www.vereniginghogescholen.nl). De mening van het werkveld en stakeholders is geïnventariseerd met behulp van interviews. In totaal zijn 26 interviews afgenomen; een overzicht van de geïnterviewden is opgenomen in bijlage 1. Doelstelling van de interviews was om te inventariseren: welke diensten/taken van ergotherapeuten gevraagd worden in de huidige praktijk welke belangrijke ontwikkelingen gesignaleerd worden in zorg en welzijn, en welke gevolgen deze kunnen hebben voor de diensten/taken van ergotherapeuten in de nabije toekomst (komende 5 jaar) welke beroepscompetenties ergotherapeuten dienen te beheersen om deze taken goed uit te kunnen voeren. Voor het afnemen van de interviews is een topiclijst opgesteld. De topiclijsten voor de interviews met ergotherapeuten en stakeholders, kwamen op veel punten overeen, maar zijn aangepast aan de doelgroep. Na afloop is van elk interview een verslag gemaakt door de interviewer. Alle verslagen zijn vervolgens verwerkt door een ander projectgroeplid dan de interviewer. De resultaten van alle interviews zijn in twee tabellen weergegeven, waarbij de resultaten van expert ergotherapeuten zijn onderscheiden van de resultaten van stakeholders. In een volgende stap zijn op basis van de documenten en de interviews de verschillende beroepscompetenties vastgesteld, met een titel en een aantal kernpunten. De resultaten van de interviews zijn daarna ondergebracht bij de verschillende beroepscompetenties, om de inhoudelijke beschrijving te actualiseren en actuele terminologie te gebruiken. Er wordt onderscheid gemaakt in cliëntgerichte, organisatiegerichte en beroepsgerichte competenties. Vervolgens zijn alle beroepscompetenties opnieuw geformuleerd, met als uitgangspunt dat de beschrijvingen concreet, helder en goed leesbaar zijn voor studenten ergotherapie.
3
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Alle omschrijvingen zijn gecontroleerd op consistentie, en op de afstemming van terminologie op het huidige beroepsprofiel ergotherapeut, de Tuning competencies en de nieuwe editie van Grondslagen in de ergotherapie (le Granse et al. 2012). Conceptversies zijn besproken in een gezamenlijk overleg met docenten van de vier opleidingen, in de docententeams van de afzonderlijke opleidingen en met groepen studenten uit alle opleidingsjaren. In april 2013 zijn de geactualiseerde beroepscompetenties geaccordeerd door het Studierichtingenoverleg Ergotherapie, waarna Ergotherapie Nederland ze in juni 2013 heeft gevalideerd op hun relevantie voor de beroepspraktijk en de Vereniging Hogescholen ze in augustus 2013 heeft gevalideerd op het niveau van de bachelorafgestudeerde. De belangrijkste veranderingen ten aanzien van de eerdere beroepscompetenties (Verhoef en Zalmstra, 2007) zijn: - de toevoeging van de cliëntgerichte beroepscompetenties ‘screenen’, op basis van de directe toegankelijkheid ergotherapie, en ‘ondersteunen en versterken’, op basis van meer aandacht voor het handelen van kwetsbare personen en groepen in de samenleving. - de toevoeging van de beroepsgerichte competentie ‘onderzoeken’, op basis van de toegenomen aandacht voor wetenschappelijk onderzoek om het handelen te onderbouwen en de wettelijke verplichting aan hogescholen praktijkgericht onderzoek te verrichten. - het vervallen van de beroepscompetentie ‘begeleiden’; deze competentie is onderdeel geworden van de competentie ‘organiseren’. - naamsverandering van de beroepscompetenties ‘inventariseren en analyseren’ (voorheen diagnosticeren), ‘organiseren’ (voorheen beheren en beleid maken), ‘zorg dragen voor kwaliteit’ (voorheen kwaliteit borgen), en ‘leren en ontwikkelen’ (voorheen deskundigheid bevorderen). Daarnaast zijn kenmerkende (methodische) stappen toegevoegd die kunnen dienen als houvast bij het uitvoeren van de competentie. Naast de titel wordt elke competentie kort omschreven in een kernzin. Vervolgens worden de kenmerkende (methodische) stappen omschreven, en daarnaast beroepshandelingen waarin de beroepscompetentie van toepassing is. Door deze structuur in de beschrijvingen onderscheiden de verschillende beroepscompetenties zich, duidelijker dan voorheen, door een andere methodische aanpak. Verantwoording van de keuzes in het ontwerpproces Bij het ontwerpen van de competentieset en het formuleren van de beroepscompetenties heeft de projectgroep de volgende criteria geformuleerd als leidraad bij alle keuzes: - De beroepscompetenties beschrijven specifieke competenties die een ergotherapeut moet beheersen, en niet de generieke kernkwalificaties voor een hbo-bachelor.
4
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
-
-
-
2013
De competenties zijn actueel en duurzaam en sluiten aan bij de huidige beroepspraktijk en de verwachte ontwikkelingen daarin in de komende vijf jaar. De competenties sluiten enerzijds aan bij het Beroepsprofiel Ergotherapeut en de Tuningcompetencies, en anderzijds bij relevante onderwijskundige en beleidsmatige documenten. De competentieset is compact en kent circa 10 competenties. De competenties zijn geformuleerd op het niveau van de beginnend ergotherapeut (bachelor) De competenties zijn onderscheidend van elkaar in de kenmerkende (methodische) stappen. De competenties zijn onderscheiden in cliëntgerichte, organisatiegerichte en beroepsgerichte competenties. De competentieset kent geen onderliggende structuur zoals CanMEDS en biedt elke opleiding de mogelijkheid ze in een structuur in te passen. Ontwikkelingen in de beroepspraktijk, zoals het ondersteunen en versterken van kwetsbare burgers/groepen, zijn herkenbaar in de competentieset.
Bij de formulering van de beroepscompetenties zijn de volgende criteria gehanteerd: - De competentie beschrijft zichtbaar handelen van de ergotherapeut. - De competentie beschrijft het handelen (activiteiten, taken, resultaten) van de ergotherapeut maar is altijd gericht op het beantwoorden van een vraag van een cliënt (om zorg/dienstverlening), een organisatie (om in zorg te kunnen voorzien) of de beroepsgroep of maatschappij (om professionele ontwikkeling). - In de beschrijving van de competenties is zichtbaar dat de ergotherapeut cliëntgericht, handelingsgericht, context-based en evidence based werkt. - Het handelen van de ergotherapeut binnen een competentie leidt steeds tot een product of een dienst. Dit is wat studenten als bewijs leveren van hun competentie. - Elke competentiebeschrijving start met een kernzin, ofwel definitie van de competentie. Deze kernzin moet concreet, duidelijk en goed leesbaar zijn voor studenten. - De kenmerkende stappen beschrijven per competentie (kernachtig) de opeenvolgende stappen bij het toepassen of ontwikkelen van de competentie. Bij de cliëntgerichte competenties zijn deze gecombineerd met het ergotherapeutisch methodisch handelen (beroepsmethodiek). - De bijbehorende beroepshandelingen schetsen in circa 8 punten handelingen (acties) of situaties die de essentie van de betreffende competentie weergeven; hierbij is niet gestreefd naar volledigheid. Doel hiervan is dat de beschreven handelingen studenten stimuleren vanuit de (essentie van de) competentie een eigen, meer gedetailleerde invulling te geven, die past bij het specifieke beroepsproduct dat ze willen realiseren. - Terminologie in kernzinnen en bijbehorende beroepshandelingen is zoveel mogelijk consistent en afgestemd op terminologie van het beroepsprofiel, Tuning competenties en de derde druk van Grondslagen. In de beschrijving is gebruik gemaakt van de Taxonomic Code of Occupational Performance. 5
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
De samenhang tussen beroepsprofiel, beroepscompetenties en Tuning competenties De beroepscompetenties zijn een verdere uitwerking van de competentiegebieden die in het beroepsprofiel ergotherapeut beschreven worden. Een aantal competentiegebieden is uitgewerkt in meerdere competenties, om onderliggende kennis en vaardigheidsdomeinen in het onderwijs gefaseerd en gedoseerd aan te bieden aan studenten. Daarnaast zijn de Europese Tuning-ergotherapie competenties (2008) verwerkt in de competentiebeschrijvingen. Schematisch ziet de relatie tussen de competentiegebieden van het beroepsprofiel, de beroepscompetenties en de Europese Tuning competences er als volgt uit: Beroepscompetenties
Tuning competences
Expert in het mogelijk maken van het handelen
Screenen Inventariseren en analyseren Behandelen en begeleiden Adviseren aan derden
Knowlegde of occupational therapy Occupational therapy process and professional reasoning
Pleiten voor participatie
Ondersteunen en versterken
Samenwerken
Samenwerken
Ondernemen Professioneel werken
Ondernemen Organiseren
Organisatiegericht
Professional relationships and partnerships
Zorg dragen voor kwaliteit Onderzoeken Innoveren Leren en ontwikkelen Communiceren
Beroepsgericht
Leven lang leren
Clientgerichte competenties
Competentiegebieden Beroepsprofiel
(Dublin descriptoren) Tevens verwerkt in een groot aantal beroepscompetenties.
6
Management and promotion of occupational therapy
Research and development of occupational therapy/ science
Professional autonomy and accountability
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Belangrijke ontwikkelingen voor de ergotherapie Het beroep ergotherapie ontwikkelt zich voortdurend. Toename van wetenschappelijk onderzoek maakt dat de theoretische onderbouwing van ergotherapie steeds sterker wordt en veranderingen in zorg en welzijn leiden ook tot verschuivingen binnen het beroep. Vanwege sterke kostenstijgingen, demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt verandert het zorgstelsel ingrijpend. De focus verschuift van de institutionele zorg in ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en revalidatiecentra naar zorg en ondersteuning thuis en in de wijk (eerste lijn). Het overheidsbeleid richt zich op de actieve rol die burgers hebben om regie over hun eigen gezondheid te voeren, om zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te blijven wonen en om maatschappelijk actief te zijn. Steeds meer moeten zij hun hulp zelf regelen, ondersteund door lotgenoten, mantelzorgers en professionals. Deze professionals, waaronder ook ergotherapeuten, coachen cliënten in hun eigen leefomgeving in het toepassen, vergroten en versterken van zelfredzaamheid en zelfmanagement. Het gebruik van technologie – domotica, zorg op afstand, e-health – wordt daarbij steeds belangrijker. Ook richten ergotherapeuten zich steeds meer op gedragsverandering en preventie (RVZ 2010). Net als andere professionals in de zorg werken ergotherapeuten met cliënten met een grote diversiteit in achtergronden en opvattingen over gezondheid en zorg. Naast de individuele cliënt en zijn systeem richt de ergotherapeut zich ook op (kwetsbare) groepen en populaties in de samenleving om participatie en inclusie te bevorderen. De vraag naar ergotherapie neemt toe en verandert door de vergrijzing en de toename van mensen met complexe chronische aandoeningen. De cliënt wordt ook steeds meer een kritische consument: hij informeert zich op internet over zijn aandoening en over mogelijke interventies, wil meer eigen regie over zijn gezondheid en als een volwaardige partner meedoen in het proces van dialooggestuurde zorg en besluitvorming, waarin de ergotherapeut zijn ervaringsdeskundigheid respecteert en de interventies verantwoordt, ook vanuit wetenschappelijk perspectief. Daarbij adviseert de ergotherapeut vaak anderen over begeleiding van de cliënt, over noodzakelijke voorzieningen etc. De ergotherapeut werkt samen met professionals binnen en buiten de zorg, vrijwilligers, patiëntenorganisaties, beleidsmakers en wetenschappers. Waar mogelijk maakt hij deel uit van ketenzorg en werkt hij volgens richtlijnen en zorgstandaarden. Ergotherapie wordt gefinancierd vanuit verschillende middelen: de zorgverzekering, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, maar ook vanuit de Arbo-regelgeving en vergoeding op basis van zakelijke overeenkomsten voor projecten bij bijvoorbeeld scholen en bedrijven. Wet- en regelgeving veranderen door de jaren heen; de ergotherapeut dient zich steeds op de hoogte te stellen van de consequenties hiervan voor zijn taken en vergoeding. Tenslotte vragen de voortdurende veranderingen in de maatschappij en in de gezondheidszorg ook van de ergotherapeut dat hij in staat is om een up-to-date professional te blijven en een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen van het beroep.
7
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Leeswijzer Domein waar de competentie zich op richt: o de cliënt, o de organisatie of o het beroep.
Kernachtige omschrijving van de competentie: wat doet de ergotherapeut met welk doel.
NAAM VAN DE COMPETENTIE Kenmerkende stappen
Bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan: Hier zijn de basisstappen van de competentie beschreven. Deze stappen zijn afgeleid van procesmodellen of methodieken die bij deze competentie passen. Soms hebben de stappen dan een andere naam.
Hierbij gaat het om: Hier zijn de beroepshandelingen beschreven die de ergotherapeut zichtbaar uitvoert en waardoor hij toont competent te zijn; dat wil zeggen dat hij de benodigde kennis, vaardigheden en attitude beheerst. Deze beroepshandelingen leiden tot beroepsproducten waarvoor de student bewijzen kan verzamelen.
Fase ergotherapeutisch methodisch handelen Hier is bij de cliëntgerichte competenties toegevoegd op welke fase(n) van het ergotherapeutische proces de competentie betrekking heeft, zoals beschreven in Grondslagen van de Ergotherapie (2012; hoofdstuk 20 Methodisch handelen). Toelichting en actuele ontwikkelingen
Hier wordt aanvullende praktische informatie beschreven en actuele ontwikkelingen met betrekking tot de competentie.
Opmerkingen vooraf De cliënt kan een individu zijn, maar ook een organisatie(onderdeel) of een groep in de samenleving. Als de cliënt een individu is, wordt de cliënt en zijn systeem bedoeld. Dit is een verzamelbegrip voor cliënt, klant, patiënt, zorgvrager, consument, kind en/of ouders, bewoner, het sociale netwerk van de cliënt, de wettelijk vertegenwoordiger. In de beschrijving wordt de mannelijke vorm gebruikt; hier kan uiteraard ook de vrouwelijke vorm worden gelezen.
8
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
BEROEPSCOMPETENTIES ERGOTHERAPIE Cliëntgerichte competentie De ergotherapeut inventariseert methodisch bij een individuele cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt, de ervaren SCREENEN handelingsproblemen. Hij onderzoekt of er sprake is van medische rode vlaggen en evalueert of ergotherapie geïndiceerd is, zodat hij een onderbouwd advies kan geven aan de cliënt en de huisarts over het al dan niet vervolgen van ergotherapie. Kenmerkende stappen
Bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Vraag en handelingsprobleem inventariseren 2. Herkennen van pluis-/ niet-pluissituaties, rode vlaggen en afwijkende communicatie 3. Bepalen of medisch onderzoek gewenst of noodzakelijk is 4. Concluderen of ergotherapie geïndiceerd is 5. Rapporteren
Fase ergotherapeutisch methodisch handelen
Vraagstelling - aanvraag
Toelichting en actuele ontwikkelingen
Uitleggen van de noodzaak van de screening aan de cliënt die de ergotherapeut rechtstreeks, zonder verwijzing van een arts, consulteert. Inventariseren van de vragen en handelingsbehoefte van de cliënt Beoordelen of er sprake is van (dreigende) handelingsproblemen met een beeld dat voor de ergotherapeut al dan niet bekend is (pluis-/niet-pluissituaties). Herkennen en interpreteren van medische waarschuwingssignalen voor onderliggende pathologie (‘rode vlaggen’). Concluderen of verder medisch onderzoek gewenst of noodzakelijk is. Concluderen of er sprake is van een binnen het competentiegebied van de ergotherapeut vallend handelingsprobleem zodat ergotherapeutische interventie geïndiceerd is. Concluderen of de ergotherapeut als persoon de juiste deskundigheid heeft om de (dreigende) handelingsproblemen te voorkomen of te verminderen, en indien nodig verwijzen naar een andere ergotherapeut. Op een voor de cliënt begrijpelijke wijze met hem communiceren over de bevindingen van de screening. Melden van de bevindingen van de screening aan de huisarts door middel van een korte rapportage.
Sinds 1 augustus 2011 is de ergotherapie direct toegankelijk. Volgens de wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG) is de ergotherapeut niet meer verplicht cliënten op verwijzing van een arts te behandelen. Bij cliënten die zonder verwijzing van een arts een ergotherapeut raadplegen dient een screening uitgevoerd te worden. Een screening gaat vooraf aan de feitelijke behandeling en duurt ongeveer 15 minuten. Enkele ziektekostenverzekeraars vergoeden deze screening naast de 10 uur ergotherapie in de basisverzekering.
9
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Cliëntgerichte competentie De ergotherapeut inventariseert, prioriteert en analyseert methodisch INVENTARISEREN EN in dialoog met de cliënt (en zijn systeem) de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/zorgen, leren/werken ANALYSEREN en/of spelen/vrije tijd als ook zijn wensen en mogelijkheden tot verandering. Kenmerkende stappen
Bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Vraag verhelderen 2. Prioriteren 3. Gegevens verzamelen, analyseren en interpreteren 4. Handelingsproblemen definiëren 5. Rapporteren
Met de cliënt (en zijn systeem) op therapeutische wijze samenwerken en daarbij zijn autonomie, cultuur, overtuigingen, ervaringsdeskundigheid en kennis, mogelijkheden, verwachtingen en bereidheid tot veranderen centraal stellen. De cliënt aanmoedigen tot gezamenlijk overleg en besluitvorming over de inventarisatie en analyse. Verduidelijken van de vraag achter de handelingsvraag. Samen met de cliënt bepalen van prioriteiten in de te inventariseren handelingsproblemen. Methodisch verzamelen van gegevens over de geprioriteerde handelingsproblemen met valide en betrouwbare instrumenten, indien nodig op informele wijze, en indien nodig bij andere betrokkenen. Identificeren van de sterke kanten van de cliënt en zijn hulpbronnen. Analyseren en interpreteren van de verzamelde gegevens door professioneel redeneren en gebruik maken van een ergotherapeutisch (praktijk)model, waarbij de wisselwerking tussen de cliënt met zijn aandoening, zijn activiteiten en rollen, en de omgeving waarin hij handelt, centraal staan. Met de cliënt formuleren van een definitie van zijn handelingsprobleem en –behoefte en daarbij zijn sterke kanten en hulpbronnen betrekken en zijn wensen en eisen voor toekomstig handelen, en beoordelen of die bereikt kunnen worden met ergotherapie. Rapporteren over zijn bevindingen aan de cliënt, verwijzer, of andere betrokkenen en ten behoeve van eigen dossiervorming op heldere, objectieve, tijdige en professionele wijze en volgens de richtlijnen van de organisatie.
Fasen ergotherapeutisch methodisch handelen Vraagstelling: Kennismaking. Probleemdefiniëring: probleeminventarisatie, probleemanalyse, probleemdefiniëring.
Toelichting en actuele ontwikkelingen
Bij het verzamelen van gegevens over het handelen en de participatie van de cliënt(en) kiest de ergotherapeut voor meetinstrumenten die passen bij de doelen en de voorkeuren van de cliënt. Daarnaast selecteert hij meetinstrumenten op basis van hun klinimetrische eigenschappen (betrouwbaarheid, validiteit) en de bruikbaarheid. Ook weegt hij af wat de belasting is voor de cliënt en welke kosten ermee gemoeid zijn. Afhankelijk van de setting waar de ergotherapeut werkt, kan in plaats van ergotherapeutische probleemdefinitie ook van ergotherapeutische diagnose gesproken worden. 10
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Cliëntgerichte competentie
2013
BEHANDELEN EN BEGELEIDEN
De ergotherapeut behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt op methodische wijze om het betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen, zodat de cliënt naar vermogen activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren.
Kenmerkende stappen
Bijbehorende beroepshandelingen
Vraag verhelderen gaat als methodische stap hieraan vooraf (zie inventariseren en analyseren).
Hierbij gaat het om:
Werkt planmatig aan:
1. Doelen bepalen 2. Wederzijds informeren over mogelijke aanpak en besluiten 3. Plan van aanpak opstellen 4. Uitvoeren, monitoren en zo nodig bijstellen van plan van aanpak 5. Evalueren 6. Rapporteren
Fasen ergotherapeutisch methodisch handelen Opstellen plan van aanpak Uitvoeren plan van aanpak Evaluatie en nazorg
Toelichting en actuele ontwikkelingen
Met de cliënt op basis van de probleemdefinitie vaststellen van doelen, die passen bij zijn wensen en eisen voor wonen/zorgen, leren/werken, spel/vrije tijd. Uitwisselen van informatie met de cliënt over zijn ervaringsdeskundigheid en kennis, de inzichten van de ergotherapeut over mogelijke aanpak, te verwachten resultaten en evidence, en nemen van een gezamenlijk besluit over de aanpak. Opstellen van een plan van aanpak waarbij de ergotherapeut een keuze maakt uit interventies zoals consultatie en advisering, educatie, coaching, instructie, informatieverschaffing, gezondheidsbevordering, specifieke trainingsmethoden, aanpassing van de omgeving en gebruik van (zorg)technologie, en deze verantwoordt wat betreft doelmatigheid, doeltreffendheid en beste bewijs. Doelgericht begeleiden van het veranderproces bij de cliënt met aandacht voor het maken van keuzes in handelen, en daarmee van het (her)nemen van de regie over het vervullen van betekenisvolle, dagelijkse en maatschappelijke activiteiten en rollen. Doelgericht jezelf gebruiken als therapeutisch middel (use of self). Toepassen van professioneel redeneren gedurende het gehele proces om keuzes af te wegen en te verantwoorden. Met de cliënt gedurende het proces en aan het eind daarvan de aanpak en het resultaat evalueren en zo nodig bijstellen. Rapporteren over zijn bevindingen aan de cliënt, verwijzer, of andere betrokkenen en ten behoeve van eigen dossiervorming op heldere, objectieve, tijdige en professionele wijze en volgens de richtlijnen van de organisatie. Zo nodig aanbevelingen doen voor het vervolg.
Om veranderingen in het handelen te realiseren kan de ergotherapeut interventies toepassen die gericht zijn op de persoon, de taak en de omgeving. Het proces van veranderen kan gericht zijn op het ontwikkelen van handelen, opnieuw handelen, effectiever handelen, veiliger handelen, het behouden van handelen of het omgaan met verlies van handelen. De ergotherapeut kan ten behoeve van dit veranderproces tijdens de behandeling wisselen in interventies. Therapie op afstand, social media en softwareprogramma’s voor training en instructie zullen steeds belangrijker worden. 11
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Cliëntgerichte competentie
ADVISEREN AAN DERDEN
2013
De ergotherapeut adviseert op methodische wijze aan derden1 over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie en inclusie van de belanghebbende(n)2 toenemen. 1
mantelzorgers, ouders, professionele dienstverleners, organisaties (uitvoeringsorgaan van een wet of verzekering, organisatie in gezondheidszorg, welzijn, onderwijs of in bedrijfsleven). Hier kan ook de term ‘klant’, ‘adviesvrager’ of ‘opdrachtgever’ gebruikt worden. 2 Hier kan ook de term ‘cliënt’ gebruikt worden. De cliënt kan een persoon of een groep zijn.
Kenmerkende stappen
Bijbehorende beroepshandelingen
Vraag verhelderen gaat als methodische stap hieraan vooraf: zie inventariseren en analyseren.
Hierbij gaat het om:
Werkt planmatig aan:
1. Vraag definiëren 2. Vaststellen samenwerking 3. Informeren over beleid en wettelijke kaders 4. Verkennen van en onderhandelen over oplossingsrichtingen 5. Selecteren van de oplossing 6. Advies uitbrengen 7. Evalueren Fasen ergotherapeutisch methodisch handelen
Definiëren van de adviesvraag, mogelijkheden en belemmeringen van de adviesvrager (‘derde’) en/of belanghebbende en eventuele andere betrokkenen. Vaststellen van ieders verantwoordelijkheid in de samenwerking. Informeren van de adviesvrager en/of belanghebbende over relevant beleid van organisatie en overheid; afstemmen op beleid en actuele wet- en regelgeving en zo nodig op jurisprudentie. Vanuit een integrale benadering samenwerken met professionals binnen en buiten de gezondheidszorg, in de keten, met vrijwilligersorganisaties, met lokale overheden. Verkennen van en onderhandelen over de eisen die aan oplossing(en) gesteld worden. Selecteren van de meest effectieve oplossing(en) (inhoudelijk adequaat, acceptabel en hanteerbaar) met de adviesvrager en/of belanghebbende en hiervoor draagvlak creëren. Rapporteren van het advies aan de adviesvrager en eventueel de belanghebbende op heldere, objectieve, tijdige en professionele wijze en volgens de richtlijnen van de adviesvrager. Evalueren van de oplossing en het adviesproces met de adviesvrager en/of belanghebbende en zo nodig bijstellen.
Opstellen plan van aanpak Uitvoeren plan van aanpak Evaluatie en nazorg Toelichting en actuele ontwikkelingen
Het overheidsbeleid wil de verantwoordelijkheden voor participatie van burgers decentraal organiseren bij de gemeenten en dichter bij de burger thuis. De ergotherapeut kan adviseren aan gemeente, wijkgezondheidsteam, FACTteam (Functie Assertive Community Treatment) etc. om taken uit te voeren die als doel hebben dat burgers hun (vermogen tot) zelfmanagement en eigen regie ontwikkelen en dat hun participatie verbetert. Scholen hebben een zorgplicht voor passend onderwijs en een passende onderwijsplek: ergotherapeuten kunnen daarin adviseren. Het beroep op mantelzorg neemt toe: mantelzorgers hebben behoefte aan adviezen, voorlichting en instructie. Om zorgbehoeften in de eigen omgeving te realiseren is de inzet van technologie noodzakelijk. 12
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Clientgerichte competentie
2013
ONDERSTEUNEN EN VERSTERKEN
De ergotherapeut ondersteunt (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren, zodat participatie en sociale inclusie toenemen.
Kenmerkende stappen
Bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Signaleren van wensen en behoeften m.b.t participatie 2. In kaart brengen van relevante hulpbronnen, stakeholders en mogelijke samenwerkingspartners 3. Eigen kracht en regie versterken door uit te gaan van mogelijkheden en sterke punten 4. Bottom-up werken vanuit de wensen, mogelijkheden en omstandigheden van de cliënt(en) 5. Situaties (helpen) creëren die leiden tot vergroting van kennis en vaardigheden 6. Cliënt(en) ondersteunen actief aan de maatschappij deel te nemen 7. Reflecteren op ondernomen acties
Signaleren en erkennen van handelingsvragen van kwetsbare personen en herkennen hoe politieke, maatschappelijke en economische factoren hun gezondheid, welzijn en participatie beïnvloeden. Ondersteunen van de betrokkene(n), onder andere door middel van coaching, in het ontdekken en ontwikkelen van mogelijkheden om ervaren problemen en belemmeringen tot een oplossing te brengen en het vertrouwen in eigen kracht benutten. Samen met de betrokkene(n) ontwikkelen van zelfmanagementstrategieën. Ondersteunen van de betrokkene(n) in het opbouwen van een sociaal netwerk. Ondersteunen van de betrokkene(n) in het krijgen van toegang tot voorzieningen, financieringsbronnen etc. Betrekken van relevante stakeholders en samenwerkingspartners zoals professionals en vrijwilligers binnen en buiten de gezondheidszorg, met relevante organisaties, lokale overheid, in het proces en daarbij aansluiten bij de leef- en betekeniswereld en de mogelijkheden van de betrokkene(n). Optreden als belangenbehartiger van de betrokkene(n).
8. Fasen ergotherapeutisch methodisch handelen Probleemdefiniëring: probleeminventarisatie, probleemanalyse, probleemdefiniëring Opstellen plan van aanpak Uitvoeren plan van aanpak Evaluatie en nazorg Toelichting en actuele ontwikkelingen
De ergotherapeut begeleidt individuen, vrijwilligers en groepen bij het vinden van eigen oplossingen voor hun vragen om participatie te verbeteren. Hij informeert, ondersteunt, motiveert, adviseert en helpt hen om vaardigheden te ontwikkelen, keuzes te maken, het eigen netwerk aan te spreken en hun eigen kracht en die van hun omgeving te versterken (empowerment) om tot gewenste resultaten te komen. De ergotherapeut heeft de rol van coach of facilitator van processen of initiatieven, en neemt niet de rol op zich van deskundige. Het plan van aanpak ontwikkelt zich gaandeweg en wordt gezamenlijk bepaald. 13
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Organisatiegerichte competentie
SAMENWERKEN
2013
De ergotherapeut werkt samen met professionals1 binnen en buiten de eigen werkorganisatie en levert zo een beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en het gezamenlijke resultaat van het interprofessionele team, zodat de totale dienstverlening aan de cliënt effectief en efficiënt verloopt. 1
zorgprofessionals, leerkrachten, werkgevers, gemeenten, zorgverzekeraars e.d.
Kenmerkende stappen
Type situatie/bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Informatie uitwisselen 2. Gezamenlijk doelen en resultaten bepalen 3. Actieve bijdrage leveren aan de samenwerking en deze bevorderen 4. Initiëren van (nieuwe) samenwerkingsverbanden
Inzicht tonen in de eigen rol en verantwoordelijkheden en die van de andere professionals waarmee hij samenwerkt; inzicht tonen in de consequenties van eigen handelen. Doelbewust communiceren met en informeren van andere professionals om onderlinge afstemming mogelijk te maken. Voorstellen doen en bijdragen aan gezamenlijke besluitvorming voor optimale zorg aan de cliënt, en eigen activiteiten en belangen afstemmen op het gezamenlijke plan en beoogde doel; handelen naar gemaakte afspraken Bijdragen aan effectieve dienstverlening aan de cliënt door adequaat doorverwijzen. Tonen van verantwoordingsbereidheid door het toelichten van het beroepsmatig handelen, de eigen rol in de samenwerking en in de (gezamenlijke) resultaten. Actief profileren van het beroep ergotherapie in samenwerkingsverbanden door de resultaten van de ergotherapie zichtbaar te maken, deze te communiceren en te rapporteren. Bijdragen aan de bevordering van de interprofessionele samenwerking en de samenwerking in de keten. Samenwerken met anderen in een interprofessionele, multiculturele en/of internationale omgeving en voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidssituatie stelt. Participeren in functionele netwerken en initiëren of opzetten van nieuwe samenwerkingsverbanden.
Toelichting en actuele ontwikkelingen
De ergotherapeut maakt deel uit van verschillende samenwerkingsverbanden ten behoeve van zorgprogramma’s, ketenzorg, wijkgerichte zorg. Met de verschuiving van intramurale naar extramurale zorg zal de ergotherapeut vaker zelf initiatief moeten nemen om samen te werken met andere zorgprofessionals.
14
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Organisatiegerichte competentie
2013
Kenmerkende stappen
De ergotherapeut draagt bij aan de continuïteit en de effectiviteit van de bedrijfsvoering van de organisatie. Hij organiseert de eigen dienstverlening met effectieve en efficiënte inzet van medewerkers, middelen en materialen, zodat hij de cliënt kwalitatief goede zorg biedt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid). Bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Organiseren van eigen werk 2. Vertalen van beleid organisatie naar doelen en prioriteiten 3. Afstemmen van de inzet van benodigde mensen, middelen en materialen 4. Plannen en coördineren 5. Bewaken van doelen en resultaten 6. Vastleggen en verantwoorden van werkzaamheden, resultaten en beleid
ORGANISEREN
Toelichting en actuele ontwikkelingen
Organiseren van eigen werk: prioriteiten stellen, volgens adequate planning werken, benodigde ruimte en middelen organiseren. Vertalen van de visie en/of het beleid van de organisatie in doelen en prioriteiten voor ergotherapeutische dienstverlening. Op verantwoorde wijze en met een zakelijke houding afstemmen van de inzet van medewerkers, middelen en materialen, zodat de zorg- en bedrijfsprocessen (kosten)effectief en efficiënt verlopen. Inwerken, begeleiden of coachen van collega’s, stagiaires, vrijwilligers e.a. zodat werkzaamheden goed verlopen. Plannen en coördineren van werkzaamheden. Handelen volgens relevante wettelijke regelgeving voor beroepsuitoefening en praktijkvoering. Flexibel reageren op veranderende omstandigheden en veranderend beleid en regelgeving, zowel binnen als buiten de werkorganisatie. Bijdragen aan beleids-, jaar- en/of ondernemingsplannen en –verslagen om de zorg te verantwoorden, te continueren of te verbeteren. Bewaken of gestelde doelen en resultaten van het beleid zijn behaald. Voeren van een cliënten- en praktijkadministratie volgens de richtlijnen van de organisatie en de beroepsgroep en met gebruikmaking van informatietechnologie.
De ergotherapeut overziet en organiseert het totaal aan werkzaamheden, en neemt beslissingen over taken, planning, beleid (prioritering) en middelen voor de individuele patiëntenzorg. Hij gaat op verantwoorde wijze met materialen en middelen om en regelt vervanging bij ziekte van collega’s. Daarnaast draagt hij zorg voor ondersteunende taken, zoals administratieve taken en beheer en onderhoud van middelen en materialen. De ergotherapeut begrijpt de bedrijfsmatige belangen en voelt zich medeverantwoordelijk voor het betaalbaar houden van de gezondheidszorg. Bij de organisatie en coördinatie van de zorg maakt hij gebruik van de mogelijkheden van ICT.
15
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Organisatiegerichte competentie
2013
Kenmerkende stappen
De ergotherapeut speelt in op veranderende vragen en behoeften en neemt initiatieven om nieuwe klanten en markten te vinden om diensten en producten te positioneren en te realiseren, zodat continuering of uitbreiding van ergotherapeutische zorg en dienstverlening binnen de organisatie in de toekomst gewaarborgd is. Bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Nemen van initiatieven t.a.v. nieuwe klanten of markten 2. Signaleren van vragen of behoeften 3. Analyseren van de markt in relatie tot eigen sterktes en zwaktes 4. Besluiten over (nieuwe) doelgroepen en diensten 5. Uitvoeren van activiteiten om afname van diensten en producten te bevorderen 6. Verantwoorden van resultaten, kosten en omzet 7. Onderhouden van netwerken.
Nemen van initiatieven om nieuwe klanten (doelgroepen) te benaderen en kansen in de markt te benutten. Signaleren en onderzoeken van veranderende of nieuwe vragen en behoeften. Analyseren van de sterktes en zwaktes van diensten en producten in de huidige markt met behulp van marktverkenning, marktanalyse, SWOT-analyse e.d.. Ondernemen van activiteiten om afname van diensten en producten door bestaande en nieuwe doelgroepen te bevorderen (marketing), tegen aanvaardbare kosten en op de toekomst gericht. Resultaatgericht werken en profileren van (unieke) eigenschappen van ergotherapeutische diensten en producten in de organisatie. Tonen van een zakelijke benadering door de kosten van diensten af te wegen tegen de resultaten, en rekening te houden met investeringen en financiële risico’s. Maken van strategische keuzes ten aanzien van (nieuwe) doelgroepen en diensten om ergotherapeutische zorg en dienstverlening binnen de organisatie te continueren of uit te breiden. Opbouwen en onderhouden van netwerken en samenwerkingsrelaties.
Toelichting en actuele ontwikkelingen
De ergotherapeut als ondernemer werft klanten en opdrachten (acquisitie), onderhandelt over prijzen en tarieven en werkt volgens offerte. Ook in zorginstellingen wordt steeds meer een zakelijke benadering gehanteerd, waarbij de kosten worden afgewogen tegen de baten en resultaatgericht wordt gewerkt volgens productieafspraken. De zorgsector moet zich ontwikkelen van aanbodsturing naar vraagsturing. Dat vraagt dat de zorg en dienstverlening beter op de klant en zijn behoeften afgestemd worden. Ontwikkelingen zoals de kanteling van de AWBZ naar de Wmo en verschuiving van taken naar gemeenten, veranderingen in persoonsgebonden budget (PGB), versterking van de eerste lijn en zorg dichtbij huis, wijkgerichte projecten die zijn afgestemd op lokale populaties bieden veel kansen voor ergotherapeuten om nieuwe klanten en markten te vinden. Ondernemen kan daarbij samengaan met innoveren.
ONDERNEMEN
16
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Organisatiegerichte competentie
2013
ZORG DRAGEN VOOR KWALITEIT
De ergotherapeut analyseert en evalueert op systematische wijze de effectiviteit en efficiëntie van de ergotherapeutische zorg en dienstverlening, zodat hij bijdraagt aan het planmatig verbeteren en borgen van verantwoorde zorg die aansluit bij de vraag van de cliënt en de doelstellingen van de organisatie.
Kenmerkende stappen
Bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Specificeren van kwaliteitsnormen en -criteria 2. Handelen volgens afgesproken normen 3. Evalueren en meten of voldaan wordt aan de gestelde norm 4. Plannen en uitvoeren van verbeteracties 5. Borgen van verbeteringen 6. Evalueren en herhalen kwaliteitscyclus.
Toelichting en actuele ontwikkelingen
Signaleren van mogelijke verbeteringen in de kwaliteit van ergotherapeutische zorg en dienstverlening. Bepalen en specificeren van kwaliteitsnormen en –criteria voor de ergotherapeutische zorg en dienstverlening die aansluiten bij landelijke wet- en regelgeving (wet BIG) en (inter)nationale professionele richtlijnen, standaarden en protocollen. Leveren van effectieve en efficiënte zorg en dienstverlening die voldoet aan de afgesproken normen en die in overeenstemming is met de beroepscode. Analyseren, evalueren en meten van de effectiviteit en efficiëntie van de geleverde zorgen dienstverlening en toetsen of deze voldoet aan de gestelde norm. Plannen en uitvoeren - en indien nodig bijsturen - van verbeteracties om de gestelde norm te bereiken. Het borgen van de verbeteringen in doelmatigheid en doeltreffendheid van zorg en dienstverlening. Evalueren en herhalen van de kwaliteitscyclus. Werken volgens vastgelegde procedures om het professioneel handelen te standaardiseren en op elkaar af te stemmen en het indien nodig bijstellen van deze procedures. Verantwoorden van de kwaliteit van de zorg en dienstverlening door verslaglegging of door deelname aan intervisie, werkoverleg e.d.. De ergotherapeut evalueert en verbetert voortdurend de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg en dienstverlening. Binnen ketenzorg wordt gewerkt volgens duidelijke afspraken om het handelen van zorgverleners op elkaar af te stemmen en de kwaliteit te bewaken. Ook specialisatie (expertise-centra) kan bijdragen aan kwaliteitsverbetering. Het verbeteren van kwaliteit van geleverde zorg is een van de drie prioriteiten van de overheid, naast kostenverlaging en het bevorderen van samenwerking. Gegevens over de kwaliteit van zorg en dienstverlening worden steeds vaker openbaar en vergelijkbaar, onder andere via internet en publicaties in dagbladen. Het evalueren van de kwaliteit van zorg gebeurt in toenemende mate met de cliënt (´patiëntenparticipatie´); hierbij kan de CEE (Client Ervaring Ergotherapie) vragenlijst kan gebruikt worden. 17
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Beroepsgerichte competentie
2013
ONDERZOEKEN
De ergotherapeut verricht praktijkgericht onderzoek door het verzamelen en verwerken van gegevens uit literatuur en praktijk, zodat hij bijdraagt aan effectieve en efficiënte ergotherapeutische zorg en dienstverlening en de onderbouwing daarvan.
Kenmerkende stappen:
Type situatie/bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Beschrijven en analyseren van (praktijk)probleem 2. Bestuderen van literatuur 3. Formuleren vraag-/ doelstelling 4. Bepalen onderzoeksmethode 5. Verzamelen van gegevens 6. Analyseren en interpreteren van gegevens 7. Conclusies trekken en aanbevelingen doen 8. Toepassen van onderzoeksresultaten in de praktijk 9. Rapporteren en presenteren van resultaten.
Signaleren, beschrijven en analyseren van vragen of problemen in de praktijk, het beroep of de maatschappij. Zoeken en kritisch beoordelen van relevante, actuele, professionele en wetenschappelijke literatuur om aanwezige kennis of bestaande oplossingen voor het praktijkprobleem te beschrijven. Verzamelen, ordenen, analyseren en interpreteren van gegevens om het praktijkprobleem op te lossen; Toepassen van onderzoeksresultaten om het praktijkprobleem op te lossen en de ergotherapeutische zorg en dienstverlening te verbeteren. (bijdragen aan het) Uitvoeren van praktijkgericht onderzoek om de doeltreffendheid en doelmatigheid van ergotherapeutische interventies te onderbouwen en het beroep te ontwikkelen. Bijdragen aan het actualiseren van bestaande richtlijnen om de zorg te verbeteren en de beroepsuitoefening aan te laten sluiten bij nationale en internationale ontwikkelingen. Bijdragen aan het rapporteren, presenteren of publiceren van onderzoeksresultaten in (inter)nationale vakbladen en congressen om nieuwe kennis te verspreiden en het beroep te ontwikkelen.
Toelichting en actuele ontwikkelingen
De ergotherapeut biedt zoveel mogelijk evidence-based zorg door zijn handelen te baseren op de resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek. Daarnaast kan hij (bijdragen aan) praktijkgericht onderzoek uitvoeren. Praktijkgericht onderzoek is onmisbaar bij het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en levert innovatieve impulsen voor de praktijk. Dit vraagt van de ergotherapeut een nieuwsgierige en onderzoekende houding, waarbij hij zichzelf (en anderen) vragen stelt (Waarom doen we dit zo? Is dit de beste manier? Is de cliënt hier bij gebaat?). Onderzoeken gaat zodoende vaak samen met innoveren. Er worden steeds meer (evidence-based) richtlijnen ontwikkeld, met behulp van literatuuronderzoek en vaak in samenwerking met Ergotherapie Nederland (EN). Kenniscentra en lectoraten bij hogescholen bieden veel mogelijkheden voor praktijkgericht (en themagericht) onderzoek.
18
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Beroepsgerichte competentie
INNOVEREN
2013
De ergotherapeut implementeert of ontwikkelt nieuwe werkwijzen (methoden, procedures, interventies, evidence), producten of diensten, zodat hij bijdraagt aan vernieuwing en verbetering van ergotherapeutische zorg en dienstverlening en aan de ontwikkeling van het beroep.
Kenmerkende stappen
Type situatie/bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
1. Bepalen van de gewenste verandering of innovatie 2. Analyseren huidige en gewenste situatie 3. Formuleren van (innovatie) voorstel 4. Oriënteren op oplossingsrichtingen 5. Ontwikkelen van andere of nieuwe werkwijzen, diensten of producten (innovatie) 6. Toepassen en bijstellen van verandering/innovatie 7. Evalueren of onderzoeken van verandering/innovatie 8. Implementeren en borgen van de verandering.
Vertalen van nieuwe inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen naar het eigen beroepsmatig handelen en professioneel redeneren. Initiatief nemen om nieuwe werkwijzen toe te passen of werken denkwijzen te veranderen. Analyseren van de huidige en gewenste situatie met betrekking tot betrokkenen, context en kenmerken van de verandering. Oriënteren op oplossingsrichtingen en zich daarbij losmaken van bestaande denkkaders en handelwijzen door het ontwikkelen van ideeën, het combineren van bestaande oplossingen, het toepassen van kennis in nieuwe situaties e.d. (‘ontdekken’). Ontwikkelen en testen van nieuwe werkwijzen (methoden, procedures, interventies, evidence), producten of diensten en daarbij verband leggen tussen theorie en praktijk. Invoeren van de verandering in werkwijze (methode, procedure, interventie, evidence) in de praktijk en indien nodig bijstellen. Evalueren of onderzoeken of de verandering of vernieuwing bijdraagt aan verbetering van ergotherapeutische zorg. Implementeren en borgen van de verandering in de beroepspraktijk om de ergotherapeutische zorg en dienstverlening structureel te verbeteren en het beroep te versterken.
Toelichting en actuele ontwikkelingen
Dankzij innovaties in het aanbod, de werkwijzen, de organisatie en de producten van de zorg nemen de mogelijkheden toe, stijgt de kwaliteit en komt de zorg tegemoet aan meer en soms ook meer complexe zorgvragen. Daarbij kan sprake zijn van nieuwe toepassingen, maar ook van het op grotere schaal toepassen van reeds bestaande en effectief gebleken innovaties (implementatie). Innoveren gaat vaak samen met ondernemen, onderzoeken en zorg dragen voor kwaliteit. Technologie is een belangrijke bron van innovatie en kan bij-dragen aan meer efficiënte en effectieve zorg, betere commu-nicatie (internet, social media) en aan de zelfredzaamheid en participatie van cliënten (bv. Domotica, robotica, Ambient Assisted Living (AAL)). De inzet van e-health (het verlenen van zorg op afstand) kan bijdragen aan het anders aanbieden of zelfs (deels) vervangen van zorg en ondersteuning.
19
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
Beroepsgerichte competentie
2013
Kenmerkende stappen
De ergotherapeut ontwikkelt en onderhoudt voortdurend en planmatig zijn eigen deskundigheid en draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van collega’s, zodat hij handelt volgens actuele maatschappelijke en professionele richtlijnen en bijdraagt aan de verdere profilering en professionalisering van het beroep. Type situatie/bijbehorende beroepshandelingen
Werkt planmatig aan:
Hierbij gaat het om:
Eigen deskundigheid: 1. Reflecteren op eigen deskundigheid 2. Ontwikkelplan maken 3. Plan uitvoeren (leren, toepassen en integreren) 4. Actief gebruik maken van feedback 5. Vastleggen van resultaten 6. Evalueren van ontwikkeling.
Deskundigheid van anderen: 1. Signaleren van behoefte of tekort aan kennis, vaardigheden of competenties 2. Verzamelen van relevante kennis/informatie 3. Afstemmen informatie op doelgroep 4. Overbrengen (delen, verspreiden, trainen) van kennis/vaardigheden 5. Evalueren.
Toelichting en actuele ontwikkelingen
De ergotherapeut is een ‘reflectieve professional’ die permanent werkt aan de ontwikkeling van zijn deskundigheid door het lezen en beoordelen van vakliteratuur, het volgen van scholing, het bezoeken van cursussen, congressen of symposia; maar ook op de werkplek, bijvoorbeeld door casusbesprekingen, intervisie, of intercollegiale toetsing. De ergotherapeut houdt deze ontwikkeling bij in het Kwaliteitsregister, Keurmerk ergotherapie, portfolio e.d. De ergotherapeut bespreekt actuele kennis en ontwikkelingen met collega’s, deelt kennis en informatie in presentaties, workshops, trainingen e.d. en levert daarmee een actieve bijdrage aan de verdere professionalisering van zichzelf, zijn collega’s en het beroep.
LEREN EN ONTWIKKELEN
Reflecteren (reflectieve professional) op het eigen handelen en resultaten daarvan door zorgvuldig professioneel redeneren over keuzes: inhoudelijk, procesmatig en ethisch. Doelgericht nieuwe informatie verzamelen, verwerken en toepassen in het eigen professioneel redeneren en handelen. Kritisch beschouwen van nieuwe informatie om de validiteit, betrouwbaarheid en toepasbaarheid te bepalen, ethische afwegingen te maken en grenzen van de beroepsuitoefening te erkennen. Planmatig werken aan de eigen persoonlijke professionele ontwikkeling en deze bijhouden (in portfolio en kwaliteitsregister). Leren en ontwikkelen door deelname aan workshops, congressen, symposia, scholing, cursussen, presentaties, supervisie, intercollegiale toetsing, intervisie, community of practice (formele en informele trajecten). Verspreiden van kennis, vaardigheden, informatie aan collega’s en andere belanghebbenden door het geven van workshops, scholing, cursussen, presentaties, trainingen e.d.. Verspreiden van kennis en inzicht over handelen, en de invloed van handelen op gezondheid en welzijn. Professionele autonomie en verantwoording: oefent het beroep uit volgens ethische en praktische normen van de beroepscode, professionele standaards, (inter)nationale regels en procedures.
20
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
SAMENVATTING VAN ALLE BEROEPSCOMPETENTIES ERGOTHERAPIE. CLIENTGERICHTE COMPETENTIES Screenen De ergotherapeut inventariseert bij een cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt, methodisch de ervaren handelingsproblemen. Hij onderzoekt of er sprake is van medische rode vlaggen en evalueert of ergotherapie geïndiceerd is, zodat hij een onderbouwd advies kan geven aan de cliënt en de huisarts over het al dan niet vervolgen van ergotherapie.
Inventariseren en analyseren De ergotherapeut inventariseert, prioriteert en analyseert methodisch in dialoog met de cliënt (en zijn systeem) de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/zorgen, leren/werken en/of spelen/vrije tijd als ook zijn wensen en mogelijkheden tot verandering.
Behandelen en begeleiden De ergotherapeut behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt op methodische wijze om het betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen, zodat de cliënt naar vermogen activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren.
Adviseren aan derden De ergotherapeut adviseert op methodische wijze aan derden1 over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie en inclusie van de belanghebbende(n)2 toenemen.
Ondersteunen en versterken De ergotherapeut ondersteunt (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren, zodat participatie en sociale inclusie toenemen.
ORGANISATIEGERICHTE COMPETENTIES Samenwerken De ergotherapeut werkt samen met professionals1 binnen en buiten de eigen werkorganisatie en levert zo een beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en het gezamenlijke resultaat van het interprofessionele team, zodat de totale dienstverlening aan de cliënt effectief en efficiënt verloopt.
Organiseren De ergotherapeut draagt bij aan de continuïteit en de effectiviteit van de bedrijfsvoering van de organisatie. Hij organiseert de eigen dienstverlening met effectieve en efficiënte inzet van medewerkers, middelen en materialen, zodat hij de cliënt kwalitatief goede zorg biedt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid)
Ondernemen De ergotherapeut speelt in op veranderende vragen en behoeften en neemt initiatieven om nieuwe klanten en markten te vinden om diensten en producten te positioneren en te realiseren, zodat continuering of uitbreiding van ergotherapeutische zorg en dienstverlening binnen de organisatie in de toekomst gewaarborgd is.
Zorg dragen voor kwaliteit De ergotherapeut analyseert en evalueert op systematische wijze de effectiviteit en efficiëntie van de ergotherapeutische zorg en dienstverlening, zodat hij bijdraagt aan het planmatig verbeteren en borgen van verantwoorde zorg die aansluit bij de vraag van de cliënt en de doelstellingen van de organisatie.
21
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
BEROEPSGERICHTE COMPETENTIES Onderzoeken De ergotherapeut verricht praktijkgericht onderzoek door het verzamelen en verwerken van gegevens uit literatuur en praktijk, zodat hij bijdraagt aan effectieve en efficiënte ergotherapeutische zorg en dienstverlening en de onderbouwing daarvan.
Innoveren De ergotherapeut implementeert of ontwikkelt nieuwe werkwijzen (methoden, procedures, interventies, evidence), producten of diensten, zodat hij bijdraagt aan vernieuwing en verbetering van ergotherapeutische zorg en dienstverlening en aan de ontwikkeling van het beroep.
Leren en ontwikkelen De ergotherapeut ontwikkelt en onderhoudt voortdurend en planmatig zijn eigen deskundigheid en draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van collega’s, zodat hij handelt volgens actuele maatschappelijke en professionele richtlijnen en bijdraagt aan de verdere profilering en professionalisering van het beroep.
AANBEVELINGEN -
Volgende versie: beroepsprofiel en beroepscompenties gezamenlijk actualiseren en integreren in één document Beroepscompetenties per opleiding aanbieden aan werkveldcommissie en implementeren in onderwijs Vanuit de geactualiseerde beroepscompetenties, die het eindniveau van de opleidingen vastleggen, met de vier opleidingen gezamenlijk niveaus vaststellen voor propedeuse en stage die als uitgangspunt dienen bij toetsing en onderwijsontwikkeling.
22
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Bronnen: Andriessen D., Onstenk J., Delnooz P., Smeijsters H., Peij S. (2010). Gedragscode voor het voorbereiden en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek binnen het Hoger Beroepsonderwijs in Nederland. Den Haag: hbo-raad. Bouwmans J. (2012). Naar het hart van empowerment. Movisie (http://www.movisie.nl/139746/ def/home/publicaties/publicaties/naar_het_hart_van_empowerment). CG-Raad. Basisrichtlijn Hulpmiddelenzorg 2010, verslag van het Project Opstellen Richtlijnen voor Functiegerichte Aanspraak hulpmiddelen. RiFA. Fase 1 opstellen van een basisrichtlijn.Heerkens Y, e.a. Utrecht: Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad; 2010 Canadian Association of Occupational Therapists. (2012) Profile of Practice of Occupational Therapists in Canada. Eikenaar, D. (2007). Kennisdeling tussen paramedici in een professionele organisatie Universiteit Twente, Educational Design, Management & Media Ergotherapie Nederland (2001). Beroepscode ergotherapeut. Utrecht: EN. Grol R., Wensing, M. (2006). Implementatie: Effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Kanis A., Ammeraal M. (2012). De dynamiek van samenwerken. In: Le Granse M., van Hartingsveldt M., Kinebanian A. (2012). Grondslagen van de ergotherapie. Amsterdam: Reed Business. Korsten W. (2010). Ik werk voor mezelf. Arnhem: Uitgave van De eigen zaak. Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (2006). Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Amersfoort: KNGF. Kwaliteitsregister Paramedici. Paramedische competenties (versie 07-01-2013). Logister-Proost I., Steensels M. (2012). Methodisch Handelen. In: Le Granse M., van Hartingsveldt M., Kinebanian A. (2012). Grondslagen van de ergotherapie. Amsterdam: Reed Business. Logister-Proost I. & Ammeraal M. (2012) Herstelondersteuning, op weg naar zelfmanagement, empowerment en inclusie. In: Le Granse M., van Hartingsveldt M., Kinebanian A. (2012). Grondslagen van de ergotherapie. Amsterdam: Reed Business. Migchelbrink F. (2007). Praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn. Uitgeverij SWP, Amsterdam. Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) (2003). Beroepsprofiel logopedist. Gouda: NVLF. NIVEL (2010). Monitor multidisciplinaire samenwerking binnen de eerste lijn. Pijnappels C., de Vries K. (2009). Ondernemen en innoveren. Den Haag: Lemma. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ). (2010). Gezondheid 2.0. U bent aan zet. Den Haag: RVZ (www.rvz.net.nl ) Schuurmans M., Lambregts J., Grotendorst A., van Merwijk C. & Projectgroep V&V 2020 (red.) (2012). Beroepsprofiel verpleegkundige (http://www.venvn.nl/Vakdossiers/ Beroepsprofielen.aspx). Sloots J. (2009). Er op af. Outreachend werken bij sociale uitsluiting. Leeuwarden: Noordelijke Hogeschool (Maatschappelijk werk en dienstverlening). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2011, besluit van 6 juli 2011; Townsend E., Polatajko H.J. (2007). Enabling occupation II: Advancing an Occupational Therapy Vision for Health, Well-being & Justice through Occupation (CAOT). Townsend E., Wilcock A.A. (2004). Occupational justice and client-centred practice: a dialogue in progress. Canadian Journal of Occupational Therapy, 71(2):75-87. Tuning Projects (2008). Reference Points for the design and delivery of degree programmes in occupational therapy. Bilbao: Publicaciones de la Universidad de Deusto. 23
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Van den Regenmortel, T. (2009). Empowerment als uitdagend kader voor sociale inclusie en moderne zorg. Journal of Social Intervention: Theory and Practice, 2009:18 (4),22–42. Van Hartingsveldt M, Logister-Proost I., Kinébanian A. (2010). Beroepsprofiel Ergotherapeut. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Van Lienden H., van der Poel M. (2010). Ondernemen in de zorg. Elsevier gezondheidszorg, Amsterdam. Verhoef J., Zalmstra A. (2007). Beroepscompetenties ergotherapie. Den Haag: Lemma. Verloskunde Academie Rotterdam (VAR) (2011). Competentieprofiel BA-Verloskunde Rotterdam (http://extranet.verloskundige.nl/download.php/competentieprofielversie201207-2011.pdf). Wouters E. en Van Zaalen Y. (2012). Praktijkgericht onderzoek in de paramedische zorg. Bussum: Uitgeverij Coutinho. www.sharedvalues.nl/.../value_paper_kennismanagement_v1.0.pdf (opgehaald 090712) www.ergotherapie.nl (juli 2012) http://www.reynaarde.nl/talentontwikkeling/communicatie-competentie-samenwerkingteamgerichtheid.html (juli 2012).
24
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
BIJLAGEN. BIJLAGE 1: Lijst van geïnterviewden. Expert-ergotherapeuten Naam Dr. Pauline Aarts Marion Ammeraal, MScOT
Functie Ergotherapeut/onderzoeker/hoofd peuterrevalidatie Stafmedewerker Actenz GGZ inGeest/ Ergotherapeut Actenz en in 1e lijn
Karin van Asten
Ergotherapeut
Dr. Edith Cup
Senior onderzoeker
Bart van den Eijnde, ir Esther Haver Droeze, MScOT Patricia Kannegieter
Directeur, adviseur
Annelies Kruisselbrink Jacqueline Leenders
Barry Nugteren Sander Taam Marlies Verkade Drs. Ellen Weustink Arjan Zevenbergen (en Marjan de Knoop)
Adviseur Arbeid en Gezondheid/letselschadespecialist Kinderergotherapeut / praktijkhouder/ Voorzitter Kinderergotherapiepraktijken Nederland (Ketp) Directeur/adviseur indicatiestelling/adviseur letselschade/trainer Ergotherapeut/trainer eigen regie/lid landelijk coördinatorenoverleg ETrevalidatie/lid Raad van Advies Ergotherapie Nederland Ergotherapeut/praktijkhouder Ergotherapeut/praktijkhouder Hoofd afdeling ergotherapie en logopedie Re-integratiespecialist, loopbaanprofessional Paramedisch hoofd revalidatie/ ergotherapeut
25
Werkplek en -setting St. Maartenskliniek Nijmegen Actenz GGZ inGeest Amsterdam, Zuid-KennemerlandHaarlem/Bennebroek Ipse de Bruggen, zorg voor verstandelijk en meervoudig gehandicapten Zwammerdam. UMC St Radboud, afdeling IQ Healthcare & afdeling Revalidatie SCIO Consult, zakelijke dienstverlener Wmo, Deventer Adviespraktijk Ergotherapie Reeuwijk Ergokids, ergotherapiepraktijk voor kinderen Huizen
Trivium Plus en Trivium Advies
Revalidatiecentrum De Hoogstraat Utrecht
Ergotherapiepraktijk Zuid-Limburg Ergotherapie Noordholland Slotervaartziekenhuis Amsterdam Bureau Happel&Weustink Rotterdam Verpleeghuis Protestantse Zorgroep Crabbehoff Dordrecht
Eindversie Geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie
2013
Stakeholders: Naam Geranda Afman, MSc Dr. Martha van Biene
Dr. Maud Graff Dr. Imelda de Groot Drs. Inge HuerninkZentgraaff Drs. Emmy JanssenSengers en John Branten
Dr. Ir Rick Kwekkeboom Clark Nowak, ing Prof. Dr. Marcel Olde Rikkert Drs. Annette Pietersen Dr. Richard Starmans
Functie Beleidsmedewerker Lector Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief; Programmaleider WMO werkplaats Nijmegen Senior onderzoeker/wetenschappelijk hoofddocent (is ook ergotherapeut) kinderrevalidatiearts Zorginkoper Paramedisch (is ook ergotherapeut) Directeur Hoofd paramedische dienst
Lector community care Docentondernemer zorgtechnologie Hoogleraar ontwikkeling en onderzoek geriatrie Programmasecretaris programma ‘Op één lijn’ ZonMw; Lid Raad van Toezicht WIJdezorg. (Is ook ergotherapeut). Huisarts;
Werkplek en -setting Zorggroep Meander (geriatrische revalidatie) Groningen Hogeschool Arnhem Nijmegen
UMC St Radboud, afdeling IQ Healthcare & afdeling Revalidatie UMCN St Radboud Nijmegen Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid Leiden De Waalboog, verpleeg- en verzorgingshuizen Nijmegen (intramurale zorg voor complexe geriatrie, complexe psychogeriatrie, gerontopsychiatrie, palliatieve terminale zorg) Hogeschool van Amsterdam en Sociaal Cultureel Planbureau Hogeschool Arnhem Nijmegen UMCN St Radboud Nijmegen ZonMw
Den Haag
Medisch adviseur Stichting Haagse Gezondheidscentra;
Merel van Uden
Docent kaderopleiding ouderengeneeskunde LUMC Senior adviseur, trainer, ergotherapeut
1
Van Uden Advies en Training
Expert-ergotherapeuten zijn ergotherapeuten met aanzienlijke expertise binnen hun werkveld, hebben een goed overzicht over het betreffende werkveld en tonen betrokkenheid bij de ontwikkeling van ergotherapie in Nederland.
26