2014 JAAROVERZICHT KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Subsidie van Provincie voor transitieproject voor jongeren met epilepsie PAGINA 14 Slaapdeskundigen behalen Europese titel van somnoloog PAGINA 8 Professor Aldenkamp hoogleraar aan TU/e PAGINA 28
VERHUIZEN EN ‘NIEUWE BUREN’ PAGINA 4
Internationale publicaties over neurologische leerstoornissen PAGINA 36
Berkenschutse beter in beeld PAGINA 35
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Inhoud
PAGINA 2
Nieuwe zorgwoningen opgeleverd en marktwoningen in aanbouw
04
Nieuwe team-indeling en scholing voor medewerkers Centrum voor Epilepsiewoonzorg
06
AVG-poli in St. Anna Ziekenhuis voorbereid
07
Centrum voor Slaapgeneeskunde behoort tot absolute top
08
Medewerking aan documentaire ‘Vallend’
09
Pilot realtime patiënttevredenheidsonderzoek gestart
09
Meldcode huiselijk geweld toegespitst
17
NIAZ tevreden over aanpak verbeterpunten
18
Voorlichtingsfilm stereo-EEG
18
Zijn hersennetwerken van patiënten met psychogene niet-epileptische aanvallen anders?
19
Signaleringskaart wijst logopedisten de weg
20
Kan versnelde cognitieve veroudering optreden bij chronische epilepsie?
30
Slimmer leven 2020
31
10e wetenschappelijk jaarverslag presenteert werk van jonge onderzoekers
32
Bezoek International Scientific Advisory Board
33
Centrum voor Slaapgeneeskunde participeert in samenwerking Philips en TU/e
34
Berkenschutse beter in beeld
35
Centrum voor Neurologische Leer- en ontwikkelingsstoornissen publiceert in internationale wetenschappelijke tijdschriften
36
Task force SUDEP: “We passen het hoogst haalbare toe”
10
Nightwatch vergroot veiligheid bij nachtelijke epilepsieaanvallen
11
Medewerkers van Kempenhaeghe zijn betrokken en bevlogen
12
Landelijke dag EMB-gedragsdeskundigen en -onderzoekers
21
“Goud in handen met combinatie van zorg, onderwijs en wetenschap”
38
Dr. Anton de Louw voorzitter van de Liga
12
22
Directie Academisch Centrum voor Epileptologie benoemd
39
Erwin Koeman opent Speciaal Cruyff Court
13
Beperkt bezuinigen onontkoombaar “Het kan verkeren” Hoge scores kwaliteitskader Centrum voor Epilepsiewoonzorg
23
Alle personeelsgegevens onder één paraplu
24
Bestuursvoorzitter Ike Bomer met pensioen
24
Locatie Oosterhout ‘up-to-date’ voor epilepsie-én slaaponderzoek
26
Professor Aldenkamp deeltijdhoogleraar aan TU/e ‘... En weer ligt het net eruit...’
28
Nieuwe Richtlijn Epilepsie geeft richting aan verwijzing naar derdelijns epilepsiezorg
29
Subsidie van Provincie voor transitieproject voor jongeren met epilepsie
14
Eerste cyclus ‘Individueel Functioneren Medisch Specialist’ afgerond
15
“Nooit meer ergens anders”
16
Primeur: E-learning ‘Omgaan met epileptische aanvallen’
17
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
2014 was een bijzonder jaar voor Kempenhaeghe. Belangrijke ambities kregen daadwerkelijk hun beslag zoals de start van het Academisch Centrum voor Epileptologie en de start van de bouw van de nieuwe wijk op ons instellingsterrein in Sterksel. Met het bereiken van deze mijlpalen koos ir. Ike Bomer, die Kempenhaeghe bijna drie decennia bestuurde, een passend moment voor zijn pensionering. Hij heeft een sterke organisatie achtergelaten die als knooppunt binnen haar vakgebieden geldt en waarmee partijen graag samenwerken. Daar zijn we trots op. In dit magazine leest u over de grote en kleinere projecten die we in 2014 hebben bestendigd en over stappen die we vooruit hebben gezet. Sterke organisaties verbeteren en vernieuwen doorlopend. Wij blijven nieuwe projecten en partnerships initiëren. Dat vraagt om goed zicht op doelstellingen en ankerpunten. Onze ‘strategienota’ loopt tot 2016. We hebben dus een nieuw kompas nodig. Daaraan werken we dit jaar en dat doen we ‘anders dan anders’. ‘Anders’ omdat de omstandigheden anders zijn: budgetten krimpen. Dat vraagt om meetbare en nog beter aantoonbare allerhoogste kwaliteit en effectiviteit van onze dienstverlening. En om procesoptimalisering en nog efficiënter werken terwijl we blijven doen waar we goed in zijn.
‘Anders dan anders’ gaat ook over de ruimte die we nadrukkelijk aan alle medewerkers bieden om invloed uit te oefenen op het proces van strategieontwikkeling. Bottom-up werken en ‘samen doen’ is echt menens. Tot slot doet de samenleving een ander beroep op zorginstellingen. Onze taak verschuift van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Kempenhaeghe heeft nu een half jaar een nieuwe raad van bestuur. Dat gaat gepaard met nieuwe inbreng en een andere aanpak. Maar met behoud van het geloof in de bestaansgrond van Kempenhaeghe. Vanuit een innerlijke drijfveer staan we met z’n allen als toonaangevend, innovatief expertisecentrum náást mensen die kampen met complexe (neurologische) aandoeningen. Als onze patiënten en bewoners zich welkom en goed geholpen voelen en wij van toegevoegde waarde in hun leven zijn, dan hebben we ons doel bereikt. Daar zetten we ons met volle overtuiging voor in. 1 juni 2015, raad van bestuur Kempenhaeghe
dr. Marlène Chatrou, voorzitter drs. Nico Geurts MHA
PAGINA 3
Borgen en verder bouwen
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PAGINA 4
Nieuwe zorgwoningen opgeleverd en marktwoningen in aanbouw Verhuizen en ‘nieuwe buren’
Voor ons ‘Plan Providentia’ in Sterksel was 2014 een jaar van mijlpalen. In mei hebben we onder grote belangstelling van bouwers, bewoners en medewerkers de vlaggen gehesen bij het bereiken van het hoogste punt van de eerste zorggebouwen. In november vierden we samen met onze ‘nieuwe buren’ en in aanwezigheid van wethouder Jos van Bree van de gemeente Heeze-Leende de start van de bouw van de eerste marktwoningen. Enkele kopers van vrije kavels waren al eerder begonnen met de bouw van hun droomhuis. Eind 2014 waren de zorggebouwen zo goed als klaar voor de oplevering. In februari 2015 verhuisden 75 bewoners naar de nieuwe kleinschalige groepswoningen en individuele studio’s aan de Berkenlaan, de Sparrenlaan, de Koolmeesstraat en de
Pimpelmeesstraat. Terwijl de bouw hiervan gaande was, is ook volop gewerkt aan het ontwerp van de volgende vier zorggebouwen voor circa 100 bewoners. De eerste zorg gebouwen zijn dit voorjaar officieel geopend in het bijzijn van oud-bestuurder ir. Ike Bomer die zo’n vijftien jaar geleden het ‘Plan Providentia’ initieerde vanuit zijn grote innerlijke overtuiging dat de bewoners van Kempenhaeghe een nieuwe leefomgeving nodig hebben met daarin meer levendigheid en mogelijkheden voor ontmoetingen. “Een ‘gewoon dorp’ moet het worden. Waar iemand zijn tuin schoffelt, een ander zijn auto wast en iemand op de fiets voorbijkomt met een tas vol boodschappen. Die ‘gewone dingen’, maar die onze bewoners nu niet zien, zijn al een verrijking voor hen”, zo illustreerde hij altijd. Die ‘gewone wijk’ die recent de naam ‘Kloostervelden’ heeft gekregen, wordt nu een bijzondere werkelijkheid.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Nieuwe infrastructuur Behalve aan de zorgwoningen is in 2014 hard gewerkt aan de totale vernieuwing van de infrastructuur. Omdat we het terrein in de nabije toekomst overdragen aan de gemeente zijn eerst wegen en nieuwe nutsvoorzieningen aangelegd: riolering, waterleiding, elektriciteit, glasvezel, straatverlichting, et cetera. Ook het stratenpatroon verandert. Er komen nieuwe straten en bestaande wegen worden verlegd. Verkeerstechnisch wordt de wijk een ‘erf’ waar een maximale snelheid van vijftien kilometer per uur geldt. Bij alle werkzaamheden gelden in verband met onze bewoners strenge en extra veiligheidsmaatregelen. Het operationeel houden van de bestaande (zorg)voorzieningen maakt de aanleg van de infrastructuur bovendien ‘andere koek’ dan die in een nog onbewoonde nieuwe woonwijk!
Van meet af aan ‘omgekeerde integratie’ in de groene omgeving, maar ook naar de ruimte voor kopers om zelf hun woonwensen in te vullen. De eerste ‘nieuwe buren’ nemen in het voorjaar van 2015 hun intrek in hun droomhuizen. Zo ontwikkelt zich vanaf het begin de met het ‘Plan Providentia’ beoogde ‘omgekeerde integratie’.
“ We zijn vanaf het begin enthousiast. De wijk is
groen en de woningen zijn aantrekkelijk geprijsd. We vinden het belangrijk om onze kinderen mee te geven dat mensen met een beperking ook deel uit maken van de maatschappij. TOM LEMMENS
”
Wijkcoach als ‘bruggenbouwer’ Met de bouw van de nieuwe wijk krijgen medewerkers van de woonzorgafdelingen meer nadrukkelijk een taak in de contacten tussen onze bewoners en de ‘nieuwe buren’. In 2014 is een wijkcoach aangesteld die hierbij een ondersteunende en verbindende rol speelt. De wijkcoach is voor de ‘nieuwe buren’ en voor belangstellenden voor de marktwoningen het eerste aanspreekpunt voor vragen over bijvoorbeeld epilepsie en/of over onze bewoners.
De openbare ruimte in de nieuwe wijk zal ontmoetingen tussen de huidige bewoners, de ‘nieuwe buren’ en passanten faciliteren en de landschappelijke kwaliteiten van het gebied versterken. In 2014 is het ‘Masterplan Groen’ ontwikkeld, een structuur van klassieke formele lanen vanaf de Albertlaan en rond het ‘groene hart’. Aan beide zijden hiervan komen rijen bomen. De brinken - de groene open ruimtes tussen de woningen en straten - krijgen een informele inrichting met groepjes bomen en gras. Bestaande bomen blijven zoveel mogelijk behouden, eventueel door het verplaatsen ervan. Nieuwe bomen - eik, beuk, berk en linde - passen in het landschappelijke en Brabantse karakter. Door het gebied slingert onafhankelijk van de wegen een roodgekleurd ‘struinpad’ waarop ook de huidige bewoners zich zelfstandig en veilig kunnen blijven bewegen. Bij de officiële opening van de zorgwoningen is dit ‘Bomerpad’ vernoemd naar oud-bestuurder ir. Ike Bomer.
KLOOSTER BLIJFT EIGENDOM Het meest beeldbepalende gebouw op Providentia is het klooster dat uit 1927 stamt en als verpleeghuis voor mannen met epilepsie is gebouwd door de broeders van de Heilige Joseph uit Heerlen. Bij de herontwikkeling van Providentia is behoud van het klooster altijd het uitgangspunt geweest. In 2014 hebben we besloten dat het monumentale complex, dat Providentia blijft heten, eigendom blijft van Kempenhaeghe. We gaan de verbouwing en renovatie ervan in eigen beheer oppakken. Naast een eigentijdse horecavoorziening komen op de begane grond lokalen voor dagbesteding, een klein gezondheidscentrum en enkele winkeltjes waar producten worden verkocht die onze bewoners op hun dagbesteding maken. De kapel blijft gehandhaafd. Op de verdieping komen kantoren en vergaderruimtes. Het kloosterplan gaat een waardevolle bijdrage leveren aan de levendigheid en de voorzieningen in de nieuwe wijk. In het voorjaar van 2015 start de renovatie en verbouwing.
PAGINA 5
Dat de verkoop van de marktwoningen en de vrije kavels volgens planning verloopt, is zeer verheugend. Op het (bijna voormalige) instellingsterrein komen in totaal zo’n 180 marktwoningen. De projectnaam ‘De Vrije Ruimte’ verwijst niet alleen naar ‘ruimtelijk wonen’
Samen genieten van het buitenleven
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
NIEUWE TEAM-INDELING EN SCHOLING VOOR MEDEWERKERS CENTRUM VOOR EPILEPSIEWOONZORG De nieuwe zorgwoningen op het in ombouw zijnde Providentia maken dat bijna alle 450 woonzorg- en dagbestedingsmedewerkers een nieuwe werkplek krijgen. Alleen de teams van de voormalige woonzorgafdeling Jonckheit en bijbehorende dagbestedingsafdeling zijn samen met de bewoners als één geheel naar de nieuwe zorgwoningen aan de Sparrenlaan en Berkenlaan verhuisd.
PAGINA 6
Ook blijft het team van de nachtdienst in stand.
In 2014 heeft een projectgroep een objectieve aanpak ontwikkeld op basis waarvan alle andere medewerkers een nieuwe werkplek krijgen. Er zijn zes stappen vastgesteld: 1. 2.
Het bepalen van de financiële ruimte per nieuw zorgcluster Het bepalen van een profiel per zorg-/dagbestedingscluster voor wat betreft de aard en intensiteit van de zorgvragen en de organisatie van het beantwoorden hiervan 3. Het organiseren van een belangstellingsregistratie 4. Het indelen van medewerkers op basis van percentage dienstverband, man-/vrouwverdeling, leeftijd- en ervaringsopbouw, opleiding en persoonlijke competenties 5. Het met medewerkers bespreken van de resultaten 6. Finetuning De intentie is bovendien dat zoveel mogelijk bewoners in hun nieuwe woning een ‘bekend gezicht’ aantreffen.
SCHOLING In de nieuwe zorgwoningen zijn de woongroepen kleiner en heeft een deel van onze bewoners een ‘eigen studio’. Dit vraagt om aanpassing van de ondersteuning en begeleiding. Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling dat de verkregen ‘privacy’ aan de andere kant tot nadelen leidt. Verder biedt de nieuwe woonwijk onze bewoners kansen, maar ook prikkels waarmee ze moeten leren omgaan.
In onze ‘buitenhuizen’ in omliggende dorpen hebben medewerkers al veel ervaring opgedaan met het begeleiden en ondersteunen van mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie in een ‘gewone wijk’. Om de voordelen van het ‘wonen in een gewone wijk’ te kunnen plukken, is het nemen van de regie over het eigen leven belangrijk. Om dat stapje-voor-stapje in te passen, gebruiken we de methode ‘Active Support’. Startpunt is een activiteitenplan dat inzicht geeft in het dagprogramma van een bewoner en in de ‘lege momenten’ daarin. Op een talentenposter staat wat een bewoner goed kan, wat hij leuk vindt en wat hij nog zou willen doen of leren. Deze basis leidt tot een gelegenheidsplan en een instructieplan. Stel een bewoner wil leren om zelfstandig naar ‘Profit’ (het fitnesscentrum) te gaan, dan vertelt het gelegenheidsplan via welke stappen een bewoner kan ervaren wat deze nieuwe activiteit inhoudt en of deze hem/haar bevalt. Het instructieplan geeft aan hoe de nieuwe activiteit stap-voor-stap wordt aangeleerd. Door doelen helder en stapsgewijs vast te leggen is voor bewoners én begeleiders duidelijk waar aan wordt gewerkt. Kern van Active Support is dat de begeleiding als het ware een stapje terug doet om de bewoner ‘ruimte’ te geven. Dat vraagt een aanpassing in denken en handelen én vaak ook wat meer geduld. Maar het leidt tot mooie resultaten! Sinds eind 2014 worden alle medewerkers van Providentia via hun collega’s uit de ‘buitenhuizen’ geschoold.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Kwaliteitsimpuls ziekenhuizen In het landelijk zorgakkoord van 2014 is afgesproken om gelden beschikbaar te stellen voor de verdere ontwikkeling van het personeel in ziekenhuizen. Kempenhaeghe heeft in 2014 een aanvraag gedaan voor deze ‘Kwaliteitsimpuls’ en kan tot 2018 deelnemen aan deze regeling. STRATEGISCH OPLEIDINGSPLAN Om de gelden op een goede manier te besteden hebben we een strategisch opleidingsbeleid opgesteld voor de komende vier jaar. Middelen voor extra leren en ontwikkelen zetten we in op expertiseontwikkeling en expertise uitdragen, integratie met De Berkenschutse, patiëntgerichtheid, ingebruikname EPD en duurzame inzetbaarheid van medewerkers.
Verder leiden veranderingen in de zorg tot veranderingen in functies en gevraagde competenties. Leeractiviteiten op dit vlak passen ook in het strategisch opleidingsplan. STIMULEREND LEERKLIMAAT Bij het maken van keuzes voor leeractiviteiten is onze visie op Leren & Ontwikkelen richtinggevend. Activiteiten die gericht zijn op innovatie en verbetering krijgen voorrang en dat geldt ook voor afdelingsoverstijgende leeractiviteiten. Een deel van de gelden benutten we uitbouw van een ‘stimulerend leerklimaat’ zoals een opleidingsplanningssysteem en ontwikkeling van kennismanagement. BESTEDING IN 2014 In 2014 hebben we nog maar een klein deel van de gelden besteed, onder meer aan De Denkthaenk (een ontwikkelingstraject voor jonge stafmedewerkers en leidinggevenden) en aan trainingen IFMS (een nieuw kwaliteitssysteem voor het evalueren en verbeteren van het individueel functioneren van medisch specialisten). In 2015 en 2016 zal de ‘Kwaliteitsimpuls’ op het gebied leren, ontwikkelen, innoveren en verbeteren merkbaar zijn voor veel medewerkers. PAGINA 7
AVG-poli in St. Anna Ziekenhuis voorbereid In 2014 hebben we samen met het St. Anna Ziekenhuis een gezamenlijke AVG-poli voorbereid. AVG
LAAGDREMPELIGE SPECIALISTISCHE ZORG
staat voor Arts Verstandelijk Gehandicapten. Onze
Franscesca Snoeijen-Schouwenaars: “Met de AVG-
AVG-arts Francesca Snoeijen-Schouwenaars houdt
poli geven we deze groep en hun familie de moge-
sinds januari 2015 eens per twee weken poli in het
lijkheid om gebruik te maken van laagdrempelige
ziekenhuis in Geldrop. Samen willen we op deze
specialistische zorg. De huisarts blijft uiteraard
manier specialistische zorg voor mensen met een
hoofdbehandelaar maar kan bij complexe zorgvra-
verstandelijke beperking toegankelijker maken.
gen een beroep op onze expertise doen.” Edwin de Rijck, hoofd van de PAAZ-afdeling in het St. Anna
Door de huidige hervorming van de langdurige zorg
Ziekenhuis is blij met de intensivering van de samen-
blijven mensen met een verstandelijke beperking va-
werking: “We creëren lokaal een duidelijk aanspreek-
ker en langer zelfstandig, bij familie of in kleinscha-
punt voor deze toch complexere doelgroep.”
lige woonvoorzieningen wonen. Naar verwachting zullen zij hierdoor meer en vaker aanspraak maken op huisartsenzorg.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Prestigieuze Europese titels voor slaapdeskundigen
PAGINA 8
Centrum voor Slaapgeneeskunde behoort tot absolute top Negen slaapdeskundigen van Kempenhaeghe behaalden in september 2014 de prestigieuze Europese titels van ‘somnoloog’ en ‘somnotechnoloog’. Daarmee kwam het aantal somnologen in ons Centrum voor Slaapgeneeskunde op zeven en hebben we vier somnotechnologen*. We behoren daarmee nationaal en internationaal tot de absolute top. Belangrijk omdat somnologie, ofwel slaapgeneeskunde, zich ontwikkelt als medisch aandachtsgebied. Medisch hoofd van het Centrum voor Slaapgeneeskunde prof. dr. Dirk Pevernagie: “Momenteel kampt 1 op de 10 Nederlanders met slaapproblemen en dat lijkt alleen maar toe te nemen. Slechte slaap wordt weliswaar gevoed door social media en de toenemende noodzaak van continue bereikbaarheid, maar niet alles kan aan deze invloeden worden opgehangen. Er zijn veel slaapstoornissen die een primair organische oorzaak hebben en waarvan we nog onvoldoende kennis hebben.
Slaapgeneeskunde vraagt om een brede kijk op medische en psychosociale mechanismen die de slaap nadelig beïnvloeden. Een samenspel van ziekteverwekkende factoren is vaak de oorzaak. Een multidisciplinaire en geïntegreerde aanpak is van belang om ernstigere problemen met de gezondheid en verminderde levenskwaliteit te voorkomen. De Europese kwalificaties tonen aan dat het slaapteam van Kempenhaeghe het volledige domein van slaapgeneeskunde goed beheerst en kan toepassen in de dagelijkse zorg aan onze patiënten.”
* Begin 2015 hebben nog drie artsen en een psycholoog de titel van somnoloog behaald.
GESLAAGDEN De European Sleep Research Society (ESRS) reikte de Europese certificaten van ‘Somnologist, expert in sleep medicine’ uit aan de geslaagde deelnemers aan examens die alle aspecten van de slaapgeneeskunde omvatten ademhalingsafhankelijke slaapstoornissen, neurologische slaapstoornissen, insomnie en circadiane ritmestoornissen, zowel bij volwassenen als kinderen.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Medewerking aan documentaire ‘Vallend’ In 2013 en 2014 werkte Kempenhaeghe mee aan de documentaire ‘Vallend’ over ‘leven met epilepsie’. Filmmaker Jef Monté kreeg zelf op
ing Uw men
telt!
dat u n graag Wij wille blijft bent en tevreden . ze zorg over on rte k de ko Vult u oo t in bij de vragenlijs kszuil of onderzoe blet? op de ta
29-jarige leeftijd epilepsie. In Kempenhaeghe ontmoette hij Joyce, de hoofdpersoon in de film. Met haar toestemming bracht hij haar leven met epilepsie in beeld.
PILOT REALTIME PATIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK GESTART Vanzelfsprekend zien we graag dat patiënten tevreden zijn over onze zorg. We vinden het fijn om van hen te vernemen hoe zij hun bezoek aan Kempenhaeghe hebben ervaren. Om ervaringen ‘vers van de pers’ te kunnen vernemen, zijn we in het Academisch Centrum voor Epileptologie en in het Centrum voor Slaapgeneeskunde gestart met real time patiënttevredenheidsonderzoek. Patiënten worden direct na hun bezoek aan de arts uitgenodigd om een digitale vragenlijst in te vullen op één van de drie ‘onderzoekszuilen’ in de wachtruimten. Daarnaast circuleren er drie tablets: in de buitenpoliklinieken, bij de Gedragswetenschappelijke Dienst en bij de dienst Maatschappelijk Werk.
Realtime onderzoek biedt de mogelijkheid om doorlopend te monitoren wat patiënten vinden of opmerken en direct in te springen op verbeterpunten of klachten. In de pilotperiode meten we verschillende aspecten van zorg. Het is de bedoeling dat deze nieuwe aanpak ons periodieke Consumer Quality onderzoek van Prismant gaat vervangen.
PAGINA 9
De documentaire is in september 2014 gepresenteerd op het Nederlands Filmfestival in Utrecht en maakte daar veel indruk op de filmfestivalbezoekers. De documentaire is in mei 2015 bij de EO uitgezonden op NPO3 als onderdeel van een reeks van Teledoc Campus.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Task force SUDEP:
“WE PASSEN HET HOOGST HAALBARE TOE” Over plotseling overlijden bij epilepsie (SUDEP) zijn in Nederland geen precieze cijfers geregistreerd. Op basis van de literatuur zou het gaan om 30 à 40 mensen per jaar. Een deel van de populatie die in ons Centrum voor Epilepsiewoonzorg woont of onze logeeropvang bezoekt, behoort tot de risicogroep. Naar aanleiding van een calamiteit bij een collega-instelling riep de Inspectie voor Volksgezondheid op tot extra voorzorgsmaatregelen en aanscherping van de protocollen om het risico op overlijden ten gevolge van SUDEP zo klein mogelijk mogen te ma-
PAGINA 10
ken. In 2013 en 2014 boog onze Task force SUDEP zich hierover. NIET UITSLUITEN Neuroloog prof. dr. Johan Arends: “We realiseren ons heel goed dat overlijden ten gevolge van SUDEP heel tragisch is. We willen alles doen wat er in onze macht ligt om het risico op SUDEP te voorkomen. Helaas kunnen we overlijden door SUDEP niet helemaal uitsluiten, omdat de omstandigheden en/of oorzaken waardoor SUDEP optreedt nog steeds onvoldoende bekend zijn. Wel weten we dat SUDEP meestal optreedt tijdens de nacht en dat er sprake kan zijn van een ademhalingsstilstand of van een hartstilstand na een tonisch-clonisch insult. Uit onderzoek blijkt dat mensen binnen twee tot vijftien minuten na een aanval overlijden. Goede bewaking en monitoring én adequaat handelen zijn dus een vereiste.” KOSTBARE MINUTEN WINNEN Arends: “Het liefst zouden we continu toezicht tijdens de nacht of vroege ochtend inzetten maar dat is niet haalbaar in een woon- of logeersituatie. Dat kan alleen in een intensive care setting. En dan nog kan een patiënt aan SUDEP overlijden, ondanks uitgebreide bewaking en monitoring en pogingen tot reanimatie. We passen het
hoogst haalbare toe in de vorm van extra nachtelijke bewaking middels een bedmatje dat aanvallen detecteert en video- en geluidsmonitoring. Met een vroege detectie winnen we hopelijk een paar kostbare minuten om zo snel mogelijk ter plekke te zijn. Deze voorzorgsmaatregelen worden al langere tijd ingezet bij bewoners voor wie dat noodzakelijk is.” EXTRA BEWAKING We hebben geïnventariseerd welke bewoners mogelijk tot de risicogroep behoren. Op basis van de verzamelde gegevens hebben de neurologen in samenspraak met de multidisciplinaire teams per bewoner beoordeeld of extra bewaking zinvol kan zijn en met welke apparatuur diegene dan wordt bewaakt. Een actieplan op maat dus, een aanpak die is doorgetrokken naar kinderen die de logeeropvang bezoeken. SNEL TER PLAATSE Naast de technische maatregelen zijn snel ingrijpen en nabijheid van een verpleegkundige essentieel. Arends: “Als er een melding komt van een aanval, dan moet er verificatie
plaatsvinden. Dat gebeurt eerst op basis van camerabeelden en geluidsopnamen, waarna een verpleegkundige van de nachtdienst snel ter plekke moet kunnen zijn. Ook is extra scholing voor verpleegkundigen gestart zodat zij meer kunnen oefenen in het adequaat handelen bij een bewoner die mogelijk in levensgevaar is.” INFORMATIEPLICHT Arends: “Verder denken we na over hoe we poliklinische patiënten en hun directe omgeving op gepaste wijze kunnen inlichten over SUDEP. Het onderwerp moet bespreekbaar zijn voor wie dat wenst, maar we willen voorkomen dat mensen extra bang of onzeker worden.”
WAT IS SUDEP? De term Sudden Unexpected Death in Epilepsy (SUDEP) wordt gebruikt wanneer iemand met epilepsie plotseling overlijdt en geen andere doodsoorzaak wordt vastgesteld. De patiënt overlijdt vaak in zijn slaap.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Nightwatch vergroot veiligheid bij nachtelijke epilepsieaanvallen
PAGINA 11
Er bestaan nog geen optimale signaleringsmiddelen voor nachtelijke aanvallen. Met het systeem ‘Nightwatch’ komt er voor het eerst een handzaam systeem aan dat betrouwbare waarschuwingen geeft bij (nachtelijke) tonischclonische epilepsieaanvallen. De betrouwbaarheid van ‘Nightwatch’ is een belangrijke stap voorwaarts. Er zijn wel waarschuwingssystemen voor nachtelijke epilepsieaanvallen, maar die geven te veel ‘valse alarmen’. ‘Nightwatch’ minimaliseert ‘valse alarmen’ en waarschuwt ouders of verzorgers die dan de benodigde zorg kunnen verlenen aan de patiënt. ‘Nightwatch’ meet zowel de hartslag als versnellingen van de arm. Het nieuwe waarschuwingssysteem was eind 2014 zo ver ontwikkeld dat het testen in een klinische setting (in Kempenhaeghe, in SEIN en in het UMC Utrecht Hersencentrum) kon starten.
De ontwikkeling van ‘Nightwatch’ is een resultante van een consortium van samenwerkende partijen die respectievelijk hebben bijgedragen aan de inzet van professionals, technologische ontwikkeling, financiering en betrokkenheid van de patiënten: Kempenhaeghe/Technische Universiteit Eindhoven, SEIN, UMC Utrecht Hersencentrum, Hobo Heeze BV, Pontes Medical, Epilepsiefonds, LivAssured en enkele patiëntenbelangenorga-
nisaties. De ontwikkelaars hopen ‘Nightwatch’ na de testfase in de klinieken over een jaar op de markt te kunnen brengen en verwachten dat het systeem een doorbraak kan betekenen in de zorg voor vooral (jonge) kinderen en mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Medewerkers van Kempenhaeghe zijn betrokken en bevlogen
PAGINA 12
In 2014 haalden we een negentiende plaats op de lijst van de beste (grote) werkgevers van Nederland. Dit werd in oktober bekend gemaakt tijdens een bijeenkomst van Effectory en Intermediair. Met dit resultaat zijn we de beste werkgever van de deelnemende ziekenhuizen en staan we in de top drie van de deelnemende instellingen in de gehandicaptenzorg. In het zogenoemde ‘Beste werkgeversonderzoek’ zijn 220.000 ingevulde vragenlijsten verwerkt van medewerkers van 332 werkgevers. De werkgevers zijn met elkaar vergeleken op zes door medewerkers gescoorde aspecten.
• • • • • •
tevredenheid over de organisatie tevredenheid over het werk trots op de organisatie achter de doelen van de organisatie staan ruimte en kansen voor medewerkers om optimaal te presteren waardering voor medewerkers
Het onderzoek gaat niet alleen over tevredenheid van medewerkers, maar ook over hun betrokkenheid bij de organisatie en hun bevlogenheid ten aanzien van het vak en de werkzaamheden die ze verrichten. Op vrijwel alle onderwerpen scoorden we hoger dan bij de
Dr. Anton de Louw voorzitter van de Liga Neuroloog en medisch directeur van het Academisch Centrum voor Epileptologie dr. Anton de Louw is in 2014 voor een periode van vier jaar gekozen tot nieuwe voorzitter van de Nederlandse Liga tegen Epilepsie, de vereniging van professionals in de epilepsiezorg met de status van werkgroep binnen de Nederlandse Vereniging voor Neurologie. De Liga is onderdeel van de International League Against Epilepsy. De Liga streeft ernaar dat professionals beschikken over essentiële kennis en wetenschappelijke onderzoeksgegevens voor een optimale diagnostiek en behandeling van men-
sen met epilepsie. De Louw: “De Liga is al een perfect platform voor professionals binnen de epilepsiezorg. We streven de komende jaren, samen met Epilepsievereniging Nederland, het Epilepsiefonds en andere stakeholders binnen de epilepsiezorg, naar verbreding van dit platform. Voor patiënten, maar ook voor Kempenhaeghe als gespecialiseerd centrum, is een goed netwerk voor epilepsiezorg van groot belang.” De Liga heeft een coördinerende rol in de ontwikkeling van een landelijke zorgstandaard voor epilepsie: dé norm voor goede epilepsiezorg in de praktijk.
meting van drie jaar geleden en hoger of gelijk aan de uitkomsten van andere ziekenhuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg. Medewerkers geven Kempenhaeghe maar liefst een 8 voor algemene tevredenheid.
VERBETERPUNTEN Van de 1260 in Kempenhaeghe uitgezette vragenlijsten zijn er 855 beantwoord. Dat is bijna 68%, een heel hoge respons in vergelijking met de ziekenhuizen (58%). Dankzij deze input kunnen we op een goede manier aan de slag met de uitkomsten uit het onderzoek. Voor Kempenhaeghe als geheel zien we dat duide-
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
BEVLOGENHEID
BETROKKENHEID
TEVREDENHEID
Hoe het komt dat we zo goed scoren? Hoofd Personeel & Organisatie Martin Hofman: “Ik denk dat de duidelijke strategie en de stijl van Kempenhaeghe hieraan bijdragen. Iedere medewerker weet dat twee punten centraal staan: de expertfunctie en de beste zorg voor
Bovendien zien we medewerkers als professionele, gemotiveerde mensen met kennis, vaardigheden en talent die iets willen betekenen voor patiënten en bewoners en die hun vak op een goede manier willen uitvoeren. Het gaat
Erwin Koeman opent Speciaal Cruyff Court Met een voetbalpartijtje verklaarde oud-voetbalinternational Erwin Koeman en ambassadeur van het Epilepsiefonds in oktober 2014 het ‘Speciaal Cruyff Court’ bij De Berkenschutse officieel voor geopend. Het Cruyff Court is aangepast aan de behoeften en wensen van kinderen met een beperking. Er zijn in Nederland tweehonderd Cruyff Courts en dertig Speciaal Cruyff Courts. Caroline Thate, directeur van de Johan Cruyff Foundation: “Ook voor kinderen met een beperking is sport en bewegen belangrijk voor hun ontwikkeling. Bijzonder aan dit veld is dat leerlingen en leraren hebben meegedacht. Zo is het veld wat kleiner en het kan worden opgesplitst in kleinere veldjes. Dankzij het hek blijft de bal in het spel. En de verhoogde tribune is rolstoeltoegankelijk.”
dus niet over de ‘Beste werkgever’ maar over de ‘Beste werknemers’! Een goed resultaat in deze ranglijst is een gezamenlijk product.”
PAGINA 13
BESTE WERKNEMERS!
patiënten en bewoners. Deze combinatie betekent dat medewerkers zich blijven ontwikkelen én steeds op een hoog niveau werken en er tijd en aandacht is voor patiënten en bewoners. We hebben in vergelijking met andere zorginstellingen meer mensen in de uitvoering van de zorg en minder mensen in management en ondersteuning.
lijkheid over taken, te verwachte resultaten en prioriteiten nog verbeterpunten zijn. Naast de algemene uitkomsten is er voor iedere afdeling een eigen rapportage omdat de sterke punten en de aandachtspunten per afdeling verschillen.
ONZE WERKGEVERS
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PAGINA 14
Subsidie van Provincie voor transitieproject voor jongeren met epilepsie In het kader van de regeling ‘Leefbaarheid@Brabant’ kende Provincie Noord-Brabant ons in 2014 een subsidie toe voor het project ‘Transitie naar zelfstandigheid’. Hierin worden jongeren met epilepsie niet alleen medisch, maar ook psychosociaal en maatschappelijk begeleid naar zelfstandigheid. De transitiepolikliniek helpt hen om, tegen het bereiken van de volwassenheid, zo zelfstandig mogelijk verder te kunnen: met het omgaan met hun epilepsie en met zaken zoals zelfstandig wonen, relaties en een passende opleiding en beroepskeuze. De verwachting is dat ze daardoor minder een beroep zullen hoeven te doen op faciliteiten van de verzorgingsstaat. De subsidie is uit oogpunt van dit maatschappelijk belang verleend. Mogelijk is de aanpak in de toekomst uit te rollen voor andere chronische aandoeningen.
Neuroloog dr. Anton de Louw: “Epilepsie ontstaat bij een groot deel van de patiënten in de kindertijd. Rond de achttiende verjaardag gaat de zorgverlening, zeker buiten de gespecialiseerde epilepsiezorg, over van multidisciplinaire kindzorg naar een meer solistisch werkende medisch specialist. Die overgang verloopt vaak te abrupt. Tijdige voorbereiding hierop verbetert het toekomstperspectief voor de jongeren. In 2012 zijn we daarom gestart met de ‘transitiepolikliniek’. Een team van een neuroloog, een gedragswetenschapper, een maatschappelijk werker en een onderwijskundige brengt samen met de jongere zijn situatie en mogelijkheden en kansen in kaart.”
“JE LEERT JEZELF GOED KENNEN” Neuropsycholoog prof. dr. Bert Aldenkamp: “Jongeren met epilepsie kunnen kampen met bijkomende problemen op cognitief, emotioneel, onderwijskundig en/of maatschappelijk vlak. Dan kan hun zelfredzaamheid, zelfverzorging en/of zelfstandigheid in het gedrang komen.” De bereikte resultaten van de transitiepolikliniek zijn positief: 85% van de jongeren en hun ouders die
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Eerste cyclus ‘Individueel Functioneren Medisch Specialist’ afgerond De kwaliteit van onze diagnostiek en behandeling wordt (groten)deels bepaald door de kwaliteit van het (medisch) handelen van onze medisch specialisten. Als dat onverhoopt niet goed is, zijn de gevolgen groot. Allereerst voor de patiënt natuurlijk, maar ook voor de arts én voor ons als zorginstelling. Via de wet BIG is geregeld dat artsen in beginsel zelf verantwoordelijk en aansprakelijk zijn voor hun medisch handelen maar de kwaliteitswet Zorginstellingen stelt ook dat instellingen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de zorg. Daarom is toenemende aandacht voor ‘functioneringsevaluatie’ van medisch specialisten logisch. In 2014 hebben we daarin belangrijke stappen gezet. Al eerder hebben we algemeen kwaliteitsbeleid ontwikkeld op het gebied van ‘medisch handelen van medisch specialisten en overige artsen’. Hieruit zijn instrumenten voortgekomen die door en voor alle behandelaars in huis worden benut, bijvoorbeeld jaargesprekken (tussen de behandelaar en zijn leidinggevende), intercollegiale consultatie (casusbesprekingen en intervisie door de behandelaars zelf opgezet en uitgevoerd) en het reglement ‘mogelijk disfunctioneren medisch specialist’.
IFMS - Individueel Functioneren Medisch Specialist, een op initiatief van de Orde van Medisch Specialisten ontwikkelde systematiek - is een ‘loot die past aan deze stam’. Het doel ervan is het individueel functioneren van professionals te borgen en te verbeteren. Bij ons omvat de evaluatiesystematiek een cyclus van twee jaar. In de eerste stap vullen directe collega’s van de arts - niet alleen andere artsen maar ook andere behandelaars, managers en bijvoorbeeld de poli-secretaresses - standaardvragenlijsten over de arts in waarin zeven competenties worden gescoord. Die gaan niet alleen over medisch handelen en kennis en wetenschap maar ook over communicatie, samenwerking, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit.
Veilig Dr. Laura Gottmer, manager Onderzoek & Ontwikkeling vult aan: “Het aan de transitiepolikliniek gekoppeld wetenschappelijk onderzoek is gericht op de effecten ervan zoals op de kwaliteit van leven, arbeidsparticipatie en coping. Ook gaan we op zoek naar maatschappelijke actoren in Brabant met wie we kunnen samenwerken om de jongeren met epilepsie optimaal te begeleiden. Bij dit project zijn ook onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven en van Epilepsievereniging Nederland betrokken.”
Vervolgens bespreken de artsen in groepen met elkaar ieders evaluatie, zowel de sterke en de te versterken punten. De ontvangen feedback is input voor een persoonlijk ontwikkelplan dat na een jaar wordt geëvalueerd. Vervolgens komt de eerste stap weer in beeld. Binnen het Academisch Centrum voor Epileptologie, het Centrum voor Slaapgeneeskunde en het Centrum voor Epilepsiewoonzorg is in 2014 zo’n eerste cyclus afgerond. De aanpak is geëvalueerd en de reacties zijn positief.
PAGINA 15
Competenties in brede zin de polikliniek hebben bezocht, is tevreden. “Je krijgt een goed beeld van hoe je er op een bepaald moment voor staat” en “Je leert jezelf goed kennen” zijn uitspraken van deelnemers. Veel jongeren en ouders voelen de aanpak bovendien als een nieuwe ervaring. De ouders zijn namelijk gewend om het woord te voeren. En de jongere is gewoon dat er in zijn bijzijn over hem wordt gesproken. Het direct aanspreken van de jongere zelf, is een eerste stap op weg naar een andere rolverdeling.
PAGINA 16
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
“Nooit meer ergens anders” Fotografe Astrid Huis volgde voor haar afstuderen aan de Fotoacademie in Amsterdam deelnemers van onze dagbesteding De Plaetse. Activiteitenbegeleidster Ellie van der Loo: “Astrid heeft hen gefotografeerd als mens, zonder handicap.”
De voorjaarszon tekent schaduwen met de bomen op het veldje tussen de vier gebouwen. De wind laat gele bloemen in de groentetuin wiegen en er klinkt geblaat. Welkom op De Plaetse aan de rand van de Strabrechtse Heide. “Mooie plek”, glimlacht Astrid Huis. “Hier komen mensen tot bloei.” Huis is fotografe en volgde in 2014 zes van de deelnemers aan de dagbesteding die hier wordt aangeboden. Ze helpen bij het verzorgen van de schapen en het paard en werken in de groentetuin. Ze maken vilt en doen het onderhoud op en rondom De Plaetse en de schaapskooi. Ellie van de Loo:
“Hier werken ze in hun kracht. Ze dragen naar vermogen verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden.” Ellie vervolgt: “Astrid en de deelnemers gaan met heel veel respect met elkaar om. Zij accepteren haar als de fotografe, zij accepteert hen zoals ze zijn. Dat voel je in de foto’s.” De fotografe is beïnvloed door de rustieke omgeving. “Ik ben met een analoge camera gaan werken waarbij je alles zelf instelt. Daardoor werk ik veel rustiger.” De foto’s vormden Astrids afstudeerwerk voor de Fotoacademie
in Amsterdam. Er kwam een fotoboek en een expositie die zich verheugde in veel belangstelling van de media zoals van de kunstredactie van Trouw. De titel van het project verwijst naar een uitspraak van deelnemer Frans. “Hij zei dat hij nooit meer ergens anders wilde werken”, vertelt Astrid. “Dat zegt toch genoeg?”
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Primeur: E-learning ‘Omgaan met epileptische aanvallen’
Al sinds 2012 zetten we e-learning in als scholingsinstrument voor reanimatie en medicatietoediening. Een e-learning cursus ontwikkelen voor extern gebruik was nieuw totdat ’s Heeren Loo ons uitdaagde. In de e-learning ‘Omgaan met epileptische aanvallen’ maakt de deelnemer kennis met verschillende typen aanvallen, leert deze observeren en leert hij hoe met deze aanvallen
om te gaan op een manier die past bij de soort epilepsie en bij de bewoner. Kenmerkend van de e-learning is dat de deelnemer zich de theorie eigen maakt via toetsvragen. Meteen na het beantwoorden van een vraag krijgt de deelnemer feedback. Bij een onjuist antwoord wordt hij geprikkeld om de theorie erbij te pakken, wat met enkele muisklikken kan.
Wat doe je als je tijdens je werk wordt geconfronteerd met een patiënt met terugkerende blauwe plekken of met een kind dat zich ‘anders’ gedraagt? Aandachtsfunctionarissen Lieke de Caluwé en Gonda Paulen hebben in 2014 de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling meer toegespitst op onze organisatie. Er is een ‘stap nul’ toegevoegd. Deze bestaat uit het inlichten van de hoofdbehandelaar bij signalen van mishandeling. Orthopedagoog Gonda Paulen: “Deze stap is verplicht voor medewerkers, vandaar ‘stap nul’.” Een veelgehoord misverstand onder zorgverleners is dat bij het opstarten van de meldcode onmiddellijk een melding bij het Steunpunt Huiselijk Geweld of Advies- en Meldpunt Kindermishandeling volgt. Maatschappelijk werker Lieke de Caluwé: “Dat is niet zo. Het gaat erom dat de zorgen die je als medewerker hebt gesignaleerd niet blijven bestaan. Dat is een plicht voor zorgverleners. Het organiseren van hulp in het directe netwerk van het slachtoffer kan al veel doen.”
PAGINA 17
Sinds 2014 bieden we onze expertise op het gebied van ‘Omgaan met epileptische aanvallen’ aan in de vorm van een e-learning voor medewerkers die werkzaam zijn in de gehandicaptenzorg. We ontwikkelden deze cursus allereerst voor en in samenwerking met zorginstelling ‘s Heeren Loo en met Niveo, een organisatie die gespecialiseerd is in e-learning toepassingen. Na de eerste ervaringen bij ’s Heeren Loo is de e-learning nu ook beschikbaar voor andere instellingen via de landelijke e-learnshop van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland.
Meldcode huiselijk geweld toegespitst
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Voorlichtingsfilm stereo-EEG
NIAZ tevreden over aanpak verbeterpunten In november 2013 ontvingen we voor de tweede keer het NIAZ-certificaat
PAGINA 18
waarmee we weer voor vier jaar zijn geaccrediteerd. Maar bij elke accreditatie horen verbeterpunten. Bij ons ging het om medicatieveiligheid, omgang met voeding, het borgen van het inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers, patiëntenidentificatie en implementatie van prospectieve risicoanalyses. Hiermee gingen we in 2014 voortvarend aan de slag. In december 2014 bezocht een NIAZ-delegatie ons om de aanpak van de verbeterpunten te bezien. De delegatie toonde zich tevreden. Sommige zaken konden we relatief gemakkelijk verbeteren, zoals het sneller afvoeren van niet-gebruikte medicatie en het probleem van de koelkasten op woonafdelingen waarin zowel medicijnen als voedsel werden bewaard. Ook kon de afdeling Personeel & Organisatie het inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers snel verbeteren. Omdat het NIAZ de gang van zaken in algemene ziekenhuizen als ‘maat’ neemt, is het lastiger om aan de normen voor patiëntenidentificatie te voldoen. In de polikliniek is dat geen probleem maar voor onze bewoners van het Centrum voor Epilepsiewoonzorg willen wij helemaal geen zichtbare identificatie! Over hoe dit dan passend aan te pakken, denken we nog na. Dat doen we samen met de cliëntenraad. Het spannendst was de controle op onze omgang met de voedingsrichtlijnen: hygiëne op orde, temperatuur van de koelingen goed, de juiste kleding in de juiste ruimtes gedragen, producten gestickerd in de koelkast? Alles bleek in orde en de voorzitter van de delegatie liet weten weer opnieuw onder de indruk te zijn van Kempenhaeghe. Dat we maar vijf verbeterpunten uit de heraccreditatie hadden gekregen was al weinig. Nu we alles op orde hebben, horen we tot de beste ziekenhuizen van Nederland!
We werkten in 2014 met onze Maastrichtse collega’s van het Academisch Centrum voor Epileptologie’ mee aan een voorlichtingsfilm over stereo-EEG. Een stereo-EEG is een zeer geavanceerde onderzoeksmethode die bij een beperkte groep epilepsiepatiënten wordt toegepast om te kunnen bepalen of epilepsiechirurgie een behandeloptie is. In het Maastricht UMC+ worden de electroden ín de hersenen van de patiënt ingebracht. Daarna volgt een langdurige (soms wekenlange) aanvalsregistratie in Kempenhaeghe. Omdat het een ingrijpend onderzoek is, is op initiatief van de neurochirurgen van het Maastricht UMC+ een uitgebreide voorlichtingsfilm gemaakt. Bijzondere dank gaat uit naar patiënt Peter die een stereo-EEG onderging en bereid was daarbij een filmploeg toe te laten.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Zijn hersennetwerken van patiënten met psychogene niet-epileptische aanvallen anders? Een deel van de patiënten die worden gezien in een gespecialiseerd epilepsiecentrum blijkt geen epilepsie te hebben maar wel aanvallen. De aanvallen van deze patiënten lijken op epilepsie maar laten niet de typerende epileptische ontladingen in de hersenen zien. De aanvallen hebben een emotionele oorzaak. Om meer te weten te komen over de onderliggende psychopathologie van patiënten met deze psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA) heeft neurowetenschapper Sylvie Kolfschoten - van der Kruijs (Universiteit Maastricht) tijdens haar promotieonder-
DE BERKENSCHUTSE ORGANISEERDE GESLAAGDE OPEN DAG
Ouders die op zoek zijn naar een nieuwe school voor hun kind, leerkrachten van reguliere scholen uit de omgeving, betrokkenen bij de verschillende regionale samenwerkingsverbanden in het kader van Passend Onderwijs; ze kregen allemaal een goede indruk. Ook ouders, broers en zusjes en opa’s en oma’s van de leerlingen konden een kijkje nemen in de klassen. Kinderboerderij De Hoeve was eveneens van de partij. In de kassen proefden de bezoekers eetbare bloemen en verkochten de leerlingen zelfgekweekte plantjes. In de havo/vwo-nieuwbouw maakten leerlingen muziek en voerden zij proefjes uit voor de belangstellenden. Met de open dag liet onze school zien waarom die leerling met zijn of haar hulpvraag op De Berkenschutse op zijn of haar plek zit!
patiënten geanalyseerd. Ondanks het psychogene karakter van de aandoening, blijken de hersennetwerken van deze patiënten met PNEA toch anders te zijn dan die van gezonde personen. Onderzoek met MRI toont bijvoorbeeld sterkere functionele connecties aan tussen hersengebieden die betrokken zijn bij emotie, executief functioneren (= het doelgericht uitvoeren van taken) en beweging. Mogelijk is er bij patiënten met PNEA sprake van een dissociatieproces waarbij emoties een grote invloed hebben op de cognitieve vermogens, resulterend in een motorische reactie: een aanval. Emoties dus, die de patiënt ‘overvallen’ of die hij of zij niet herkent, en in een poging die weg te drukken, omslaan in een fysieke reactie. Echter deze verhoogde connectiviteit kan in plaats van de oorzaak ook een gevolg zijn van PNEA.
video-EEG-registratie een electrocardiogram van het hart te maken. Uit het promotieonderzoek blijkt dat er bij PNEA sprake is van een toegenomen sympathisch functioneren vlak vóór en tijdens de aanval, en een toename van het parasympathisch functioneren na de aanval. Dat duidt mogelijk op verhoogde spanning vóór en ontspanning ná de aanval.
Verder is er gekeken naar veranderingen van het autonome zenuwstelsel. Een aanval kan zorgen voor een activatie van het autonome zenuwstelsel wat kan leiden tot een veranderde vagale tonus die zich weer uit in veranderde hartslag en hartslagvariabliteits parameters. Dit is te meten door tijdens een
Sylvie Kolfschoten - van der Kruijs verdedigde in juni
Verdere bestudering van de resultaten moet nog uitwijzen of de gevonden parameters specifiek genoeg zijn om in de toekomst van dienst te kunnen zijn bij de behandeling van patiënten met PNEA.
2014 haar proefschrift ‘Psychogenic non-epileptic seizures; the identification of neurophysiological correlates’, aan de Universiteit Maastricht.
PAGINA 19
Zo’n 500 belangstellenden bezochten in april 2014 de open dag van De Berkenschutse. Leerkrachten en andere deskundigen vertelden hoe zij het speciaal onderwijs vormgeven. En de leerlingen presenteerden zich als enthousiaste ambassadeurs!
zoek in Kempenhaeghe verschillende neurofysiologische kenmerken van deze
PAGINA 20
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Logopedisten publiceren in vakblad
SIGNALERINGSKAART wijst logopedisten de weg Zijn taalproblemen een mogelijk signaal voor epilepsie? Die vraag hebben onze logopedisten beantwoord in een artikel in het vakblad Logopedie van maart 2014. “In het artikel presenteren we een door ons ontwikkelde signaleringskaart, een ‘praktische wegwijzer’ voor collega’s om alert te zijn op mogelijke epilepsie”, leggen Mieke Bessems en Kim Brok uit. Aan de hand van acht vragen kunnen logopedisten in kaart brengen of een kind signalen geeft die op epilepsie kunnen wijzen.
Taalproblemen Uit wetenschappelijk onderzoek is al bekend dat er een relatie bestaat tussen taalproblemen en sommige epilepsiesyndromen. De taalontwik-
keling bij kinderen met epilepsie verloopt soms afwijkend. Dat is ook bevestigd in promotieonderzoek van biomedisch ingenieur dr. René Besseling (zie kader). Bessems: “De logopedist heeft een belangrijke taak bij de behandeling van taalproblemen. Daarom zijn we steeds vaker bij het multidisciplinaire overleg betrokken. Het is belangrijk dat logopedisten rekening houden met de invloed van epilepsie en antiepileptica op het taalvermogen en de algehele ontwikkeling. Als een kind epilepsie heeft, moet je verwachtingen over de duur en het effect van een logopedische behandeling bijstellen.”
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Landelijke dag EMB-gedragsdeskundigen en -onderzoekers In november 2014 faciliteerden we via orthopedagoog en hoofdbehandelaar Saskia Alemans de ‘landelijke dag’ van EMB-gedragsdeskundigen en -onderzoekers. EMB staat voor ‘ernstig meervoudig beperkt’. Circa 80 deelnemers kwamen naar Heeze voor workshops. Ook namen de deelnemers een kijkje bij onze opnameafdeling voor kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking en bij kinderwoonzorgafdeling ’t Sandt. Professionals van Kempenhaeghe verzorgden workshops over ‘slaap’, over ‘medicatie’ en ‘de rol van de gedragsdeskundige’ en over ‘epilepsie en dagbesteding’. Alemans: “De workshops leverden interessante discussies op, zoals over de prevalentie van gedragsproblemen bij mensen met een ernstige meervoudige beperking. Uit onderzoek blijkt dat het aantal jaren werkervaring met de doelgroep een
onafhankelijke voorspeller is voor het kunnen signaleren van gedragsproblemen. Wat is vervolgens een effectieve interventie? Ook kwamen concrete vragen aan bod zoals ‘Wat doet een verstoorde nachtrust met een bewoner?’ of ‘Hoe ga je om met sterk wisselende mogelijkheden – onder invloed van de epilepsie – binnen een dagprogramma?’”
PAGINA 21
Netwerkverstoringen bij kinderen met rolandische epilepsie Rolandische epilepsie is de meest voorkomende kinderepilepsie waarbij aanvallen ontstaan vanuit de sensomotorische hersenschors die de beweging aanstuurt. Uit verschillende studies blijkt dat deze veelal als onschuldig beschouwde vorm van epilepsie bij kinderen samen kan gaan met taalproblemen. Met behulp van geavanceerde MRI-technieken ontdekte dr. ir. René Besseling in zijn promotieonderzoek in Kempenhaeghe dat de sensomotorische hersenschors verbonden is met bepaalde taalcentra. Bij rolandische epilepsie zouden de aanvallen via deze verbinding kunnen uitstralen naar de taalcentra, zo leerde eerder promotieonderzoek van neuroloog dr. Geke Overvliet in 2012. Het onderzoek van Besseling bevestigde dat deze verbinding bij rolandische epilepsie inderdaad is
verstoord. Hoe groter de verstoring, hoe lager het taalniveau. Met dit nieuwe inzicht is een belangrijke stap gezet in het begrijpen van de samenhang tussen rolandische epilepsie en taalproblemen. Er is nader onderzoek nodig om dit inzicht om te zetten in therapie.
Biomedisch ingenieur ir. René M.H. Besseling promoveerde op 4 april 2014 aan de Faculteit of Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht met het proefschrift ‘Brain wiring and neuronal dynamics; advances in MR imaging of focal epilepsy’.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Beperkt bezuinigen onontkoombaar
PAGINA 22
“Het kan verkeren” Net als algemene ziekenhuizen hebben we te maken met een dalende bezetting van onze klinieken. Het aantal patiënten blijft hetzelfde maar er wordt meer poliklinisch en korter klinisch behandeld. Zodoende bleek in de loop van 2014 dat we voor een, weliswaar te overziene, bezuinigingsopdracht komen te staan. Niettemin kost elke bezuiniging kruim. Voor het Centrum voor Epilepsiewoonzorg (CEW) was er nog een tegenvaller. Sectormanager Beheer Jos Witte: “Binnen het CEW speelden in 2014 twee zaken. Ten eerste de voorbereiding op de bezuinigingsopdracht voor 2015. Daar waar we in de afgelopen vijf jaar extra middelen kregen als gevolg van de zorgzwaartebekostiging en de tegemoetkoming in de werkdruk in de langdurige zorg, is er tegenwoordig minder te besteden. Voor het CEW komt de omvang van die bezuiniging in grote lijnen overeen met die van het ‘ziekenhuisdeel’ van Kempenhaeghe. Een tweede punt wordt meer gevoeld. We hebben binnen delen van het CEW niet tijdig de tering naar de nering gezet. Zo is gaandeweg 2014 een budgetoverschrijding ontstaan. Die heeft deels te maken met complexe maatregelen in de financiering van de langdurige zorg, maar ook hebben we we niet strak genoeg gestuurd op veranderende omstandigheden. Gelukkig hebben we de overschrijding van 2014 deels kunnen opvangen door reserves in te zetten.
BEWUSTZIJN VAN ZORGAFSPRAKEN EN MEEDENKEN Niettemin we hebben strikte maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat er meer geld uitgaat dan dat er binnenkomt. Dat betekent dat we de financiële consequenties van afspraken met bewoners en hun vertegenwoordigers goed in het oog houden en met z’n allen creatief moeten denken. Het eerste kwartaal van 2015 hebben we zodoende op het gemiddeld toegestane kostenniveau kunnen afsluiten. Maar de exploitatie kent een seizoenspatroon dat vraagt om een spaarpotje dat we nog niet voldoende hebben kunnen vullen. EFFECT VAN MAATREGELEN MOET NOG KOMEN Verder moet het effect van sommige maatregelen nog komen, zoals van het in 2014 genomen besluit om enkele woongroepen eerder dan oorspronkelijk voorzien in het ‘Plan Providentia’, te sluiten. Het was niet verantwoord om woongroepen met een te klein aantal bewoners te handhaven terwijl elders plekken ‘leeg’ zouden blijven. Als gevolg van de ingebruikname van de nieuwe zorgwoningen en de hergroepering van bewoners biedt de ‘oude’ budgetverdeling geen houvast meer en is een nieuwe verdeelsleutel voor de afdelingsbudgetten in ontwikkeling. Maar ook als de budgetverdeling beter past bij de dagelijkse praktijk, staan we voor een uitdaging vanwege de kleinere groepen in de nieuwe zorgwoningen. Flexibiliteit is het credo. TERUG NAAR NIVEAU VAN VIJF JAAR GELEDEN Al met al moet het niveau van uitgaven van het CEW terug naar het niveau van zo’n vijf jaar geleden. De genomen maatregelen zijn voelbaar. Maar ook vijf jaar geleden, presteerden we goed in zowel het cliëntenervarings- als in het medewerkersonderzoek. We lijken erin te slagen om ‘kleiner te groeien’ en tegelijkertijd de kwaliteit van zorg te behouden.”
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Hoge scores kwaliteitskader Centrum voor Epilepsiewoonzorg In het in 2014 uitgevoerd onderzoek naar kwaliteitservaringen van bewoners en hun vertegenwoordigers geven bewoners uiting aan hun algemene tevredenheid met een cijfer 9 en waarderen vertegenwoordigers ons met een 8,2. Nieuw ten opzichte van vergelijkbaar onderzoek in 2011 is dat ook medewerkers zijn bevraagd. Zij geven een 7,9 voor de gegeven zorg. Onderzoeksbureau BTC interviewde in 2014 circa vijftig wilsbekwame bewoners (voornamelijk uit de buitenhuizen) met behulp van ‘smileys’. Ruim 300 vertegenwoordigers en zo’n 350 medewerkers ontvingen een vragenlijst met open en gesloten vragen.
9
•
7,9
Wat vinden vertegenwoordigers? •
•
•
bovengemiddeld tevreden over: betrokkenheid bij en op de hoogte zijn van het zorgplan, begeleiding bij verdriet, angst of boosheid van een bewoner, de algemene gezondheidszorg, bejegening van bewoners, veiligheid en veilig voelen binnen de woonomgeving, opvang bij epilepsieaanvallen op school/dagbesteding/werk veel waardering voor: zorgzaamheid en de competenties van begeleiders, informatie over het functioneren van bewoner verbeterpunten: het betrekken van bewoner bij het zorgplan, aanbod van vrijetijdsactiviteiten zowel in als buiten de woonomgeving, zorg rondom epilepsieaanvallen gedurende de nacht
Wat vinden medewerkers? •
•
•
•
bovengemiddeld tevreden over: zorg voor het emotioneel welzijn, betrokkenheid vertegenwoordiger bij het zorgplan, opkomen voor rechten en belangen van bewoners, hulp bij het leren van nieuwe vaardigheden en hulp op het gebied van gezondheid tevreden over: luisteren naar behoeften en wensen, bejegening, inrichting woning, voeding, privacy, zorg rondom epilepsieaanvallen in de woning en beschermingsmaatregelen veel waardering voor: samenwerking binnen de teams, competenties en zorgzaamheid begeleiders verbeterpunten: inrichting en gemak woning, ondersteuning bij activiteiten buiten woonomgeving, samenwerking tussen wonen en dagbesteding, passende vrijetijdsbesteding, betrokkenheid bewoner bij het zorgplan, zorg rondom epilepsieaanvallen gedurende de nacht
PAGINA 23
•
bovengemiddeld tevreden over: dagactiviteiten, de zorg rondom epilepsie aanvallen op school/werk/ dagbesteding tevreden over: sociale inclusie, huisvesting en wooncomfort, gezondheidszorg en zorgzaamheid’ van begeleiders verbeterpunten: meer eigen regie/zelf mogen bepalen, zorg rondom epilepsie aanvallen gedurende de nacht
7,9
De resultaten zijn op clusterniveau geanalyseerd en vertaald in zogenoemde Kwaliteits Verbeter Kaarten die de teams een handvat bieden voor het benoemen van concrete actiepunten.
8,2
Wat vinden bewoners? •
Het onderzoek komt voort uit het ‘Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2.0’ van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). Hiermee meten zorginstellingen de kwaliteit van zorg aan de hand van drie ‘pijlers’: op organisatieniveau, op bewonersniveau (ervaringen) en op het niveau van de relatie met de professional. Zorgkantoren beoordelen zorginstellingen op hun scores en op de uit het onderzoek voortkomende verbeteraanpak. Ook in 2014 zijn we ‘positief beoordeeld’ en scoorden we hoog in vergelijking met andere zorginstellingen.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Alle personeels gegevens onder één paraplu
PAGINA 24
Een systeem voor de personeelsen salarisadministratie, een tweede systeem om het ziekteverzuim te registreren, en weer andere systemen voor werving en selectie, reiskostendeclaraties et cetera. Hoe handig zou het zijn als dit alles in één systeem zou passen of in elk geval via één inlog toegankelijk zou zijn? In het voorjaar van 2014 besloten we om per 1 januari 2015 over te stappen op een nieuw e-hrm systeem. In een dik half jaar slaagden we erin om in één systeem zo veel mogelijk medewerkergerelateerde informatie en processen vast te leggen en te verwerken. Een enorme klus met als eerste mijlpaal een correcte verwerking van de payroll begin 2015. Stap voor stap wordt nu het nieuwe ‘medewerkersplein’ uitgerold. Medewerkers kunnen voortaan zelf hun gegevens inzien, aanpassen, wijzigingen doorgeven en de verwerking ervan volgen.
Bestuursvoorzitter Ike Bomer met pensioen Begin 2014 kondigde bestuursvoorzitter ir. Ike Bomer in huis aan dat hij aan het einde van dat jaar met pensioen zou gaan. Deze aankondiging maakte 2014 tot een bijzonder jaar: voor Bomer zelf én voor onze organisatie. Koersvast en altijd oprecht betrokken bij patiënten en bij bewoners is Bomer van grote waarde geweest voor ons. Gedurende 28 jaar bestuurde hij Kempenhaeghe. Onder zijn leiding groeiden we uit tot het expertisecentrum van vandaag de dag.
Zelf benadrukt Bomer met klem dat alles wat Kempenhaeghe heeft bereikt het resultaat is van gezamenlijke inspanningen. Kijkend naar die resultaten springen er drie hoogtepunten uit voor hem: “Allereerst noem ik dan de oprichting van het Centrum voor Slaapgeneeskunde in 1997. Deze start is van groot belang geweest voor het verbreden van het draagvlak van Kempenhaeghe als gespecialiseerd instituut. Ten tweede zie ik in dit rijtje de oprichting van het Academisch Centrum voor Epileptologie waarin we de structurele samenwerking met het Maastricht UMC+ etaleren en zo aanhaken bij de ‘academische wereld’. Deze academisering biedt perspectieven die Kempenhaeghe nodig heeft als expertisecentrum. En als derde beschouw ik het ‘nieuwe Providentia’ als één van de belangrijkste mijlpalen. Dat de nieuwe wijk nu in aan bouw is, is fantastisch voor de bewoners
van het Centrum voor Epilepsiewoonzorg en biedt hen toekomst.
“
Alles wat we in Kempenhaeghe hebben bereikt, is resultaat van de inzet van velen.
”
Dit zijn resultaten van inzet van velen en een op samenwerking gerichte atmosfeer. Ik heb altijd gevoeld dat we met z’n allen werken aan één doel: mensen helpen die in algemene ziekenhuizen en instellingen onvoldoende geholpen kunnen worden. De kracht van Kempenhaeghe is dat alle medewerkers, van facilitair medewerker tot dokter, dat écht zien. Ik hoop dat medewerkers die gezamenlijke opdracht blijven voelen.”
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Nieuwe raad van bestuur in zomer 2014 benoemd
Om Bomer te bedanken voor zijn verdiensten organiseerden we speciale ‘uitzwaaidagen’: op 18 november zeiden bewoners hem gedag, op 19 november was er een speciale middag met en voor zakelijke relaties en op 20 november een personeelsfeest. Tijdens het speciale middagprogramma op 19 november ontving Bomer uit handen van burgemeester Paul Verhoeven van de gemeente Heeze-Leende de onderscheiding Officier in de Orde van Oranje Nassau. Zijn
bijzondere verdiensten als bestuurder van Kempenhaeghe zijn de grond voor deze hoge onderscheiding. Daarnaast ontving Bomer voor zijn bijdrage aan de epilepsiesector de zogeheten ‘Gouden Piekgolf’. Die reikte Joep Kooij, als enige andere niet-medicus ook drager van deze speld, uit namens de Nederlandse Liga tegen Epilepsie.
PAGINA 25
HOGE KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING EN ‘GOUDEN PIEKGOLF’
Na een wervingstraject benoemde de raad van toezicht van Stichting Kempenhaeghe in juni 2014 de nieuwe raad van bestuur. Besloten werd dat dr. Marlène Chatrou, die al sinds maart 2012 als bestuurder aan Kempenhaeghe is verbonden, de voorzittershamer van ir. Ike Bomer zou overnemen. Drs. Nico Geurts werd benoemd tot lid van de raad van bestuur en trad per 1 oktober in dienst. Zo was er voldoende gelegenheid om een groot deel van de portefeuilles van ir. Ike Bomer over te dragen. De benoeming van de nieuwe raad van bestuur werd per 1 december 2014 geëffectueerd.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PAGINA 26
LOCATIE OOSTERHOUT ‘UP-TO-DATE’ VOOR EPILEPSIEÉN SLAAPONDERZOEK
In het afgelopen jaar is er in onze locatie Hans Berger Kliniek in Oosterhout flink verbouwd, zowel op de epilepsie- als op de slaapafdeling. HOOGWAARDIGER EN PATIËNTVRIENDELIJKER EPILEPSIEDIAGNOSTIEK Eind 2014 opende een geheel nieuwe Epilepsie Monitoring Unit (EMU) haar deuren. Met de nieuwste apparatuur voldoen we aan de toegenomen vraag naar hoogwaardige differentiaaldiagnostiek in de vorm van EEGvideoregistratie. Patiëntvriendelijker en nieuw is dat patiënten tijdens het onderzoek niet meer continu hoeven ‘vast te zitten’ aan de bekabeling. Op momenten waarop dat nodig is, kunnen ze zich hiervan loskoppelen. De registratie loopt dan door via het draadloze netwerk. Bovendien zijn er meer camera’s in de slaapkamers en in de huiskamer die vanuit de monitoringsruimte op afstand bedienbaar zijn. Dat geeft meer bewegingsruimte aan de patiënten,
net als de mobiele camera die het mogelijk maakt om kinderen beter in beeld te brengen en te houden. Ook aan het comfort is gedacht: er zijn suites voor éénpersoonsgebruik bij een- en tweedaagse opnames en ruime kamers met een gezamenlijke woonruimte voor patiënten die langer worden opgenomen.
OPNAMECAPACITEIT VOOR SLAAPONDERZOEK IN OOSTERHOUT Eerder in 2014, in mei, was ‘Oosterhout’ er klaar voor om niet alleen poliklinische dienstverlening op het gebied van slaapgeneeskunde aan te bieden maar ook opnamefaciliteiten voor slaapdiagnostiek. In de ‘slaapgang’ op de eerste verdieping zijn nu vier slaapkamers die, net als in de in 2013 vernieuwde slaapafdeling in Heeze, zijn voorzien van de nieuwste slaapregistratieapparatuur en software. Deze uitbrei-
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Bijdrage aan wereldwijde ‘slaapbijbel’ In 2014 verscheen onder auspiciën van de American Academy of Sleep Medicine de derde editie van de ‘International Classification of Sleep Disorders’. Somnoloog dr. Sebastiaan Overeem van ons Centrum voor Slaapgeneeskunde is mede-auteur van het deel over hypersomnieën, inclusief narcolepsie. In deze wereldwijde ‘bijbel’ staan alle slaapstoornissen beschreven met een overzicht van de kenmerken en symptomen plus de criteria om een diagnose te stellen. Deze nieuwe edi-
tie bevat een gewijzigde indeling op basis van nieuwe klinische en wetenschappelijke inzichten. Ook is voor het eerst per aandoening beschreven hoe het beeld van een slaapstoornis er op kinderleeftijd uitziet. Overeem: “Het is heel belangrijk dat artsen en onderzoekers wereldwijd dezelfde ‘taal’ spreken als het gaat over het stellen van slaapdiagnoses met de daarbij horende criteria. Een belangrijk werk dus.”
ding completeert ons zorgaanbod op het gebied van slaapstoornissen waarmee we een grote regio in het zuidwesten van Nederland kunnen bedienen. De vernieuwingen zorgen ervoor dat we kwaliteit volgens de hoogste normen kunnen bieden. Tegelijkertijd kunnen we efficiënter werken zodat vergroting van de capaciteit niet hoeft te leiden tot personele uitbreiding. We spelen zo in op de laatste ontwikkelingen in onze vakgebieden en ook op besparingen in de zorg. Als de in 2015 geplande verbouwing van de Epilepsie Monitoring Unit in Heeze is afgerond zijn we volledig ‘toekomstproof’.
We hoopten in de loop van 2014 klaar te zijn voor de implementatie van ons nieuwe MIS/EPD. Jammer genoeg is dat niet gelukt. We werken hier al enkele jaren aan, samen met diverse partijen, maar het blijkt een enorm complexe operatie te zijn om het nieuwe EPD geschikt te maken voor onze bijzondere combinatie van cure (ziekenhuiszorg) en care (WLZ-zorg). Veel ingewikkelder dan dat we met z’n allen hebben kunnen bedenken. Er is dus nog steeds ‘veel werk aan de winkel’. In de afgelopen maanden is de architectuur van het nieuwe EPD nauwgezet onder de loep genomen om te toetsen of het ontwerp ‘toekomstproof’ is. Steeds wordt daarbij het programma van eisen betrokken om te controleren of alle onderdelen daarvan ‘gedekt’ zijn in het nieuwe systeem. Een groep collega’s werkt gestaag aan het testen en bijstellen, samen met de leverancier en projectbegeleiders. Er worden achter de schermen belangrijke stappen vooruit gezet.
Als de resultaten van de testen goed zijn, start het opleiden van zo’n 1.000 eindgebruikers. En als dat loopt, kan de daadwerkelijke ‘live-gang’ worden gepland. Voorop staat dat Kempenhaeghe na implementatie een goed werkend systeem heeft dat patiëntveilig is, betrouwbaar is en werkbaar is voor de gebruikers.
PAGINA 27
Nieuw MIS/EPD vordert met kleine stapjes
PAGINA 28
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Professor Aldenkamp deeltijdhoogleraar aan TU/e
‘... EN WEER LIGT HET NET ERUIT...’ In 2013 is prof. dr. Bert Aldenkamp benoemd tot deeltijdhoogleraar ‘Imaging and Cognition in Epilepsy’ aan de faculteit Electrical Engineering van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Eind januari 2014 sprak hij zijn entreerede uit met de titel: ‘… En weer ligt het net eruit…’. Aldenkamp vervult deze leerstoel naast zijn functies in Kempenhaeghe en zijn posities als hoogleraar in Maastricht Universitair Medisch Centrum en het Universitair Ziekenhuis Gent. Aldenkamp vormt zo een schakel tussen de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van deze vier organisaties op het gebied MRI-hersenonderzoek.
In zijn entreerede lichtte Aldenkamp toe dat aantasting van de cognitie een ernstig gevolg is van - moeilijk behandelbare - epilepsie. Met behulp van verschillende MRI-technieken is het mogelijk te onderzoeken welke processen in de hersenen verantwoordelijk zijn voor deze achteruitgang en met welke biomarkers dit vroeg-
tijdig is te onderkennen. Het vergaren van meer kennis en inzicht op dit vlak is van belang voor behandeling van complexe vormen van epilepsie maar ook voor behandeling van andere neurologische aandoeningen en het begrijpen van ‘the ageing brain’. Kerngedachte hierbij is de vaststelling dat de hersenen zijn georganiseerd
middels netwerken en dat veel neurologische aandoeningen (waaronder epilepsie) kunnen worden gezien als netwerkaandoeningen. GESLAAGD ‘HUWELIJK’ De aanwezigen bij de inauguratiebijeenkomst waren onder de indruk van de hechte band
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Nieuwe Richtlijn Epilepsie geeft richting aan verwijzing naar derdelijns epilepsiezorg Neuroloog dr. Marian Majoie van het Academisch Centrum voor Epileptologie is voorzitter van de Werkgroep Richtlijn Epilepsie van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Deze werkgroep heeft zich gebogen over een update van de ‘Richtlijn Epilepsie’ die medisch specialisten en andere professionals handvatten geeft voor de diagnostiek en behandeling van epilepsie.
die in afgelopen jaren is ontstaan tussen Kempenhaeghe en de TU/e. Prof. dr. ir. Ton Backx, decaan van de afdeling Electrical Engineering, ging in zijn openingswoord in op de positieve samenwerking en uitdagende onderzoeksprojecten. ‘Een geslaagd huwelijk’ zo werd de samenwerking begin 2014 omschreven in het universiteitsblad ‘Cursor’. Een artikel met de titel ‘Pioniers van het brein’ schetst hoe de beide organisaties elkaar inspireren en vooruithelpen met als gezamenlijke doel ‘het ontwikkelen van technieken die de zorg voor patiënten met epilepsie, slaap- en neurocognitieve stoornissen
De geactualiseerde richtlijn is een website. Daardoor zijn snellere updates mogelijk, is de toegankelijkheid verbeterd en zijn er meer mogelijkheden voor inbreng van professionals en patiënten(verenigingen). Majoie: “We zoeken nadrukkelijk contact met alle neurologen die hun vragen kunnen voorleggen aan de werkgroep. Zo wordt de richtlijn ‘eigendom’ van de hele beroepsgroep. In de richtlijn is ook opgenomen wanneer verwijzing naar een gespecialiseerd epilepsiecentrum zoals het Academisch Centrum voor Epileptologie aan de orde is.”
verbetert’. Een passage uit het artikel: “Binnen een paar jaar is een netwerk van kruisbenoemingen tussen onderzoekers en professionals ontstaan. Zo zijn neurologen en psychologen van Kempenhaeghe als deeltijdhoogleraar werkzaam op de TU/e. Zij sturen op de campus bij verschillende faculteiten groepen jonge onderzoekers en stagiaires aan. Diezelfde onderzoekers voeren voor en in Kempenhaeghe nuttige afstudeer- en stageopdrachten uit.” BRUGFUNCTIONARIS Als hoogleraar ‘Imaging and Cognition in Epi-
Vakcursus Epilepsie Om de belangrijkste veranderingen in de richtlijn aan professionals te kunnen presenteren, organiseerden de Nederlandse Liga tegen Epilepsie en het Epilepsiefonds in juni 2014 de zogeheten Vakcursus Epilepsie. Meer professionals van Kempenhaeghe werkten mee aan deze vakcursus: behalve neuroloog dr. Marian Majoie ook neuroloog dr. Richard Lazeron, klinisch psycholoog/psychotherapeut dr. Nynke Bodde en kinderneuroloog dr. Joost Nicolai.
lepsy’ ziet Aldenkamp zichzelf als een ‘brugfunctionaris’ die de verbindingen legt tussen de medische en technische kant van het onderzoek en tussen de verschillende faculteiten en instituten die er aan meewerken: “Medici en techneuten kijken met geheel eigen ogen naar de materie”, ervaart hij dagelijks. “De eerste groep houdt de focus vooral op de patiënt, daar waar technici vooral het proces bewaken. Maar samen moeten ze zich iedere keer de vraag stellen of dat wat ze van plan zijn, technisch mogelijk is én klinisch relevant is. Beide vragen moeten met ‘ja’ beantwoord worden.”
PAGINA 29
Majoie: ”De richtlijn is een belangrijke vakinhoudelijke aanbeveling voor artsen en andere zorgverleners. Het doel ervan is een optimale epilepsiezorg.” Bij het opstellen van de richtlijn waren de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, de Nederlandse Liga tegen Epilepsie en
patiëntenvereniging Epilepsie Vereniging Nederland betrokken.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PAGINA 30
Kan versnelde cognitieve veroudering optreden bij chronische epilepsie? Patiënten met chronische epilepsie kunnen te maken krijgen met cognitieve stoornissen. Het gaat bijvoorbeeld om problemen met het geheugen, met taal of met de denksnelheid. Deze cognitieve stoornissen kunnen voor patiënten zelfs een groter probleem vormen dan de epileptische aanvallen zelf, vooral door de gevolgen ervan voor school, werk of sociale contacten. Klinisch neuropsycholoog en hoofd van de Gedragswetenschappelijk Dienst van Kempenhaeghe prof. dr. Bert Aldenkamp is gespecialiseerd in cognitieve problematiek bij epilepsie. Begin 2014 startte hij een nieuw wetenschappelijk project op dit gebied.
Professor Aldenkamp licht het belang van dit project toe: “Bij een deel van de patiënten met chronische epilepsie zien we dat meer aspecten van de cognitie – onder meer geheugen, concentratievermogen, taal – worden aangetast en lijkt het alsof de patiënt cognitief achteruit gaat. Dit kan zelfs tot gevolg hebben dat het algehele functioneringsniveau van iemand niet meer past bij zijn/haar leeftijd, opleidingsniveau of werkachtergrond. Hierover is nog maar weinig bekend. Wel weten we dat deze achteruitgang niet hetzelfde is als dementie.
ZOEKEN NAAR VERKLARING Het nieuwe onderzoeksproject richt zich onder andere op het vinden van een verklaring voor die cognitieve achteruitgang. We vermoeden dat er sprake is van een vorm van versnelde veroudering van de hersenen. Uit geavanceerd MRI-onderzoek weten we dat veel hersenfuncties zijn gebaseerd op razendsnelle met elkaar samenwerkende netwerkverbindingen. Als we ouder worden, raken de netwerken minder efficiënt georganiseerd en gaan we trager denken en vergeten we vaker iets. Dat hoort bij de leeftijd en is vooralsnog onvermijdelijk. Mogelijk is
het zo dat de epilepsie de hersennetwerken bij sommige patiënten dermate verstoort, dat dit verouderingsproces wordt versneld.” EFFECT VAN NEUROSTIMULATIE Het uiteindelijke doel van het onderzoek is het vinden van een behandeling om die achteruitgang tegen te gaan en liefst ongedaan te maken. Hiervoor is het noodzakelijk dat we begrijpen waarom dit probleem bij de meeste patiënten met chronische epilepsie niet ontstaat en bij enkelen wel. Aldenkamp: “We onderzoeken daarom met MRI patiënten die kenmerken van deze ver-
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
snelde veroudering vertonen. Het onderzoek speelt gelijk in op de hulpvraag van patiënten om achteruitgang te voorkomen. Patiënten worden direct na de MRI-scan behandeld met transcraniële magnetische stimulatie (TMS). Met deze techniek worden hersencellen in de hersenschors met kleine elektromagnetische pulsen gestimuleerd middels een spoel die boven de schedel wordt gehouden. We zetten deze methode in omdat we al weten dat veel vormen van neurostimulatie - zoals ook diepe hersenstimulatie (DBS) en nervus vagus stimulatie (NVS) - als neveneffect laten zien dat patiënten cognitief of qua stemming vooruitgang boeken. De patiënten die betrokken zijn bij het wetenschappelijk onderzoek worden tijdens de neurostimulatie gescand. Hiermee kunnen we tegelijkertijd verklaren wat er dan in de hersenen gebeurt. We herhalen de MRI-scans na enige tijd om te zien of de netwerkverstoringen een begin van herstel vertonen. NEUROFEEDBACK Een tweede methode die we toepassen samen met Philips is een vorm van neurofeedback. Patiënten voeren cognitieve taken uit als ze in de MRI-scanner liggen en krijgen dan ‘realtime’ informatie over de kenmerken van hun netwerken. Zo proberen we met technieken van ‘deep learning’ patiënten te leren om informatie effectiever te verwerken.”
In dit onderzoek werken het Academisch Centrum voor Epileptologie Kempenhaeghe/Maastricht UMC+ (ACE), de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en het Universitair Ziekenhuis Gent (UZGent) samen. De multidisciplinaire onderzoeksgroep wordt geleid door prof. dr. Paul Boon (UZ Gent/Kempenhaeghe), prof. dr. Jan Bergmans (TU/e), prof. dr. Werner Mess (Maastricht UMC+) en prof. dr. Bert Aldenkamp. Vooralsnog zijn er middelen beschikbaar voor twee promovendi en twee ingenieurs maar moet er nog extra steun gevonden worden om de ambities van het project te verwezenlijken. Verder zijn er twee ‘programme directors’: dr. ir. René Besseling vanuit de TU/e en dr. Evelien Carrette vanuit het Universitair Ziekenhuis Gent. Het onderzoek heeft niet alleen betekenis voor het vakgebied epilepsie. Dat is ook de reden dat het onderzoek goed past binnen de voorwaarden van ‘Horizon 2020 The Healthy Brain’, het subsidieprogramma van de Europese Commissie om Europees onderzoek en innovatie te stimuleren.
In 2014 sloot Kempenhaeghe zich aan bij ‘Slimmer Leven 2020’, een coöperatie in de Brainport regio (Zuidoost-Nederland) waarin zo’n zeventig technische bedrijven, zorgorganisaties en onderwijsinstellingen in een netwerk zijn verenigd. Doel is om op het gebied van zorg, wonen en welzijn doorbraken te realiseren die voor de maatschappij een economische meerwaarde opleveren, voor de mens een hogere kwaliteit van leven brengen en op termijn kosten besparen. MEET THE TALENTS Onder meer via dit netwerk hebben we in 2014 een uitbreiding op ons jaarlijkse internationaal symposium kunnen ontwikkelen. Dat resulteerde in een nieuwe innovatiesessie die we samen met de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) hebben voorbereid voor het congresprogramma ‘
[email protected]’ van
maart 2015. Doel hiervan was partijen in de regio die betrokken zijn bij hoogwaardige technologische innovaties kennis te laten maken met de mogelijkheden van het samenwerkingsverband tussen Kempenhaeghe en de TU/e. En daarin zijn we goed geslaagd met zo’n 60 deelnemers! Nadat vier ‘Kempenhaeghe-TU/e wetenschappers’ in de ‘Meet the talents-sessie’ hun projecten hadden gepresenteerd, was er ruimte voor bedrijven om in korte pitches hun innovatieve ideeën te presenteren of al ontwikkelde producten voor patiënten met een chronische aandoening te tonen. Al met al een inspirerende sessie die voor herhaling vatbaar is en mogelijk leidt tot nieuwe samenwerkingsverbanden.
PAGINA 31
EUROPESE SUBSIDIE
Slimmer leven 2020
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
10
e
e d it i e
Wetenschappelijk jaarverslag presenteert werk van jonge onderzoekers
PAGINA 32
IJFF IQUE OMIN DRS. D
In 2014 gaven we de tiende editie uit van het ‘Periodiek Bericht’, het tweejaarlijkse verslag waarmee onze sector Onderzoek & Ontwikkeling inzicht geeft in onze wetenschappelijke activiteiten. Het totaal aan Periodieke Berichten bestrijkt hiermee een periode van twintig jaar wetenschappelijk onderzoek in Kempenhaeghe. In totaal telt Kempenhaeghe nu zo’n 30 promovendi. In het nieuwste ‘Periodiek Bericht’ hebben we bijzondere projecten van vooral onze jonge onderzoekers toegelicht. DR S. BE N
MIDDEL NIET ERGER DAN KWAAL Belangrijk is het onderzoek van psycholoog drs. Dominique IJff naar de invloed van medicatie tegen epilepsie op bijvoorbeeld taal, geheugen en concentratie. Medicatie kan weliswaar helpen tegen de epilepsie maar ook bijwerkingen met zich mee brengen. Het middel moet nooit erger worden dan de kwaal.
W IJN EN
LOES LEENEN
MET EEN ‘ZMILE’ DOOR HET LEVEN Ook het onderzoek ‘ZMILE’ van drs. Ben Wijnen en verpleegkundig specialist Loes Leenen is interessant. ZMILE staat voor Zelf Management Interventie Leven met Epilepsie’. Via een cursus leren patiënten hun epilepsie in hun dagelijks leven in te passen zodat die hen minder beperkt. De hoop en de verwachting is dat de levenskwaliteit van deze patiënten zo wordt vergroot. De eerste ervaringen van deelnemers lijken positief, zij gaan meer met een ‘zmile’ door het leven.
DRS . ME REL VAN GILS T
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
HOE SLAAP VERKWIKT BIJ PARKINSON Drs. Merel van Gilst doet onderzoek bij Parkinsonpatiënten. Het lijkt erop dat slaap bij hen een verkwikkend effect kan hebben. Onderzocht wordt wanneer en hoe deze ‘sleepbenefit’ optreedt. Het doel is dat artsen gerichtere slaapadviezen kunnen gaan geven aan Parkinsonpatiënten.
Bezoek International Scientific Advisory Board
ENBORGH EKE PEIJN DRS. JANN
De frisse en deskundige blik van de ISAB-leden gaf ons het vertrouwen ‘op de goede weg’ zitten. Ook kregen we input waarmee we ons wetenschappelijk onderzoek zowel inhoudelijk als strategisch verder op de (inter)nationale kaart hopen te zetten.
Promovendidag LEREN VAN EEN GAME Met het onderzoek van drs. Janneke Peijnenborgh naar tijdsbesef bij kinderen via de inzet van een game die in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven is ontwikkeld, hopen we te leren hoe kinderen met een ernstige leerstoornis beter te ondersteunen in hun schoolse en sociale functioneren.
’s Middags fungeerde de ISAB-leden als ‘review board’ tijdens onze tweejaarlijkse promovendidag waarin alle promovendi hun onderzoeksproject in huis presenteren aan senior-onderzoekers en andere betrokkenen, waaronder onze samenwerkingspartners, bij het wetenschappelijk onderzoek van Kempenhaeghe. Transitie: Arts Rianne Geerlings doet onderzoek rondom de ‘transitiepoli’ waar jongeren met epilepsie worden begeleid in de overstap naar volwassenenzorg.
Neurostimulatie: Medical engineer ir. Debby Klooster onderzoekt of en hoe neurostimulatie kan worden gebruikt om de cognitieve achteruitgang, die gepaard gaat met ‘versnelde veroudering van de hersenen’ te behandelen.
Gedrag en stemming bij mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie: AVG-arts Francesca SnoeijenSchouwenaars en orthopedagoog drs. Jans van Ool doen onderzoek naar of en hoe gedrags- of stemmingsproblemen bij mensen met verstandelijke beperking samenhangen met epilepsie.
PAGINA 33
Onze sector Onderzoek & Ontwikkeling werkt samen met partners in binnenen buitenland. Enkele jaren geleden hebben we het initiatief genomen om een ‘International Scientific Advisory Board’ (ISAB) samen te stellen om ons onderzoek periodiek kritisch te laten toetsen door ervaren toponderzoekers uit Europa. De ISAB heeft ook een adviserende functie ten aanzien van de focus, betekenis en prioriteit van onze toekomstige onderzoeksprogramma’s binnen de context van de internationale ontwikkelingen. In 2014 kwam deze delegatie van ‘Europese professoren’ naar Heeze.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Centrum voor Slaapgeneeskunde participeert in samenwerking Philips en TU/e
PAGINA 34
In 2014 sloot ons Centrum voor Slaapgeneeskunde aan bij een grootschalig strategisch samenwerkingsverband tussen de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Philips dat is gericht op versnelde ontwikkeling van digitale innovaties op het gebied van gezondheidszorg, verlichting en datawetenschap. Het zogenoemde Impulse-2 programma betreft innovaties met het doel onderliggende ziekteprocessen van slaapstoornissen directer te meten en langdurig monitoren van de slaap in de thuissituatie mogelijk te maken. De samenwerking verbindt de technische knowhow van TU/e en Philips en de patiëntgebonden data en kennis van Kempenhaeghe. Binnen het programma Impulse-2 gaan medio 2015 in totaal zeven promovendi van de drie partijen aan de slag met onderzoeken op het gebied van insomnie, ademhalingsgerelateerde slaapstoornissen en narcolepsie.
nissen. Meting in de thuissituatie optimaliseert de diagnostiek waardoor de behandeling verder te personaliseren is. Kennis rondom slaapstoornissen kan ook beter in kaart worden gebracht.” En dat is belangrijk want ongeveer tien procent van de bevolking kampt met slaapproblemen die tot ernstige neveneffecten zoals diabetes of cardiovasculaire aandoeningen kunnen leiden.
Doorbraak in diagnostiek Dr. Sebastiaan Overeem, somnoloog en research coördinator van het Centrum voor Slaapgeneeskunde stelt dat de mogelijkheid om slaap in de thuissituatie te registreren een belangrijke doorbraak zou zijn in de slaapdiagnostiek: “Meting van de slaap wordt beïnvloed door de omgeving en slaapproblemen variëren over de tijd. Bij een slaapmeting in een kliniek worden soms belangrijke aspecten of symptomen net niet waargenomen. Tot nu toe worden slaapregistraties gedurende één of twee nachten uitgevoerd. Bovendien kunnen we daarmee enkel een deel van het onderliggende ziekteproces analyseren. Nieuwe geavanceerde technieken waarmee we langduriger zouden kunnen meten, leiden tot een wezenlijk andere bestudering van slaapstoor-
Ook somnoloog en medisch hoofd van het Centrum voor Slaapgeneeskunde prof. dr. Dirk Pevernagie verheugt zich op de bijzondere samenwerking met de TU/e en Philips: “Slaapdiagnose is ingewikkeld en kostbaar. We hopen tot innovaties te komen waarmee het in de toekomst mogelijk zal zijn om patiënten via een thuis-instrumentarium te monitoren waarbij de arts zelfs op afstand de diagnose kan bepalen. Het is bovendien een enorme uitdaging om apparatuur te ontwikkelen waarmee verschillende signalen - zoals oogbewegingen, hartritme, ademhaling - tegelijkertijd gelezen kunnen worden.”
Academische ontwikkeling De participatie van het Centrum voor Slaapgeneeskunde in het Impulse-2 programma vloeit voort uit een bredere samenwerking met de TU/e. In deze samenwerking loopt ook vervolgonderzoek op het promotieonderzoek van dr. Maartje Louter (‘Sleep in Parkinson’s disease, a focus on nocturnal movements’, 2015) en zullen er kruisaanstellingen plaatsvinden, waar de deeltijdaanstelling van dr. Sebastiaan Overeem bij de faculteit Industrial Engineering in 2015 er één van is. De academische samenwerking is een belangrijke stap op weg naar de academische ontwikkeling van het Centrum voor Slaapgeneeskunde. Hierin worden eveneens partnerships onderhouden en samenwerkingsverbanden opgezet met andere academische centra zoals Radboudumc, UZ Gent en Maastricht UMC+.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Berkenschutse beter in beeld
Samenwerking Kempenhaeghe en De Berkenschutse De Berkenschutse deelt als onderwijsexpert van bijzondere doelgroepen haar kennis graag met het reguliere onderwijs. In 2014 vormden de school en het Centrum voor Neurologische Leeren ontwikkelstoornissen van Kempenhaeghe een werkgroep die de organisatie van het seminar ‘Berkenbrein 2015, een middagje kennisdelen’ op zich nam. Het Academisch Centrum voor Epileptogie Kempenhaeghe/Maastricht UMC+ kijkt met De Berkenschutse hoe kennis en expertise door onderzoek verder vergroot kunnen worden.
“De kenteringen in het beleid hebben gevolgen voor onze inzet, maar dat mag niet ten koste gaan van het onderwijs aan de leerling. We participeren in negen bestuurlijke samenwerkingsverbanden. Hoe kunnen wij onze contacten zo efficiënt en effectief mogelijk bereiken, vroegen wij ons af”, vertelt directeur onderwijs Bram Krol. Het antwoord werd gevonden in een afgestemd PR-beleid, ontwikkeld na onderzoek onder de doelgroepen, waarin de informatieoverdracht een belangrijke speerpunt is. Het gaat om wie wil, of moet, wat wanneer weten, rekening houdend met het feit dat ouders en
leraren de belangrijkste partners blijven. Bram Krol: “Voortvarend is er doorgepakt. Er is samen met testpanels een nieuwe website ontwikkeld. Het intranet is in een nieuw jasje gestoken. Er werd een open dag nieuwe stijl opgezet voor 2015. En we zijn gestart met Berkenbrein, een seminar waarin we onze expertise delen met leraren en scholen. We verwachten dat we hiermee meer bereik vinden in de roerige omgeving waarin iedere leerling recht heeft op het voor hem of haar beste onderwijs.”
We geven samen les Wat kan deze leerling bereiken en wat is daarvoor nodig? Met de komst van de nieuwe ‘Kwaliteitswet speciaal onderwijs’ in 2013 verving deze opbrengstgerichte vraagstelling die van het traditionele handelingsgericht werken. Een uitdaging, want hoe zet je binnen speciaal onderwijs de doelen en hoe breng je de opbrengsten per leerling in kaart? “Dat vroeg om een cultuuromslag”, vertelt directeur onderwijs Bram Krol. “We hebben de organisatie anders ingedeeld en werken op een andere manier samen om opbreng-
sten helder inzichtelijk te maken en data te duiden. Binnen vier afdelingen zijn kleinere teams verantwoordelijk gemaakt voor de resultaatgerichte aanpak. Leraren hebben vakoverstijgend oog voor de doelen van de individuele leerling. We zien zo bij iedereen meer en meer het gevoel ontstaan van ‘we verzorgen samen les voor hetzelfde kind’.”
PAGINA 35
Anticiperend op de landelijke ontwikkelingen in Passend onderwijs en Jeugdzorg deed De Berkenschutse in 2014 verhoogde inspanningen waar het gaat om het bereiken van zichtbaarheid en het vergroten van kennis bij ‘nieuwe’ stakeholders. De overgang van de Jeugdzorg naar gemeenten betrekt nieuwe partners bij de belangrijke beslissingen rond het onderwijsaanbod en de individuele aanspraken op zorg en onderwijs. De zevenhonderd doelgroepleerlingen met verschillende aandachtsgebieden in primair en voortgezet onderwijs komen van scholen uit twintig regionale samenwerkingsverbanden.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PAGINA 36
Centrum voor Neurologische Leer- en ontwikkelingsstoornissen publiceert in internationale wetenschappelijke tijdschriften
In 2014 timmerde ons Centrum voor Neurologische Leer- en ontwikkelingsstoornissen (CNL) aan de weg op het gebied van onderzoek. De bijdrage aan een publicatie in ‘Annals of Neurology’ - één van de meest prestigieuze en impactvolle wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van neurologie en neurowetenschappen ter wereld - én een publicatie in het eveneens internationaal erkende ‘Neuropsychological Rehabilation’, mogen worden gezien als een prachtige kroon op de wetenschappelijke inspanningen.
AFWIJKINGEN IN WITTE EN GRIJZE STOF IN HERSENEN VAN JONGENS MET DUCHENNE Het artikel in ‘Annals of Neurology’ is verschenen naar aanleiding van MRI-onderzoek bij jongens met de progressieve spierziekte Duchenne. Dit onderzoek liet zien dat de hersenen van deze jongens minder grijze en minder witte stof bevatten. Daarmee is als het ware het ‘bewijs’ geleverd dat het brein is betrokken
Dat bij kinderen met een spierziekte ook zorgvragen op het gebied van leren, ontwikkeling en gedrag kunnen spelen, is nog vrij onbekend. Het multidisciplinaire expertteam van het CNL beschikt over specifieke klinische en wetenschappelijke kennis en ervaring om de sterke en zwakke kanten in (de ontwikkeling van) het cognitief functioneren van een kind met een spierziekte in kaart te brengen en daarop een behandelplan af te stemmen.
bij progressieve spierziekten zoals Duchenne. Dit verklaart waarom kinderen met zo’n spierziekte niet alleen in toenemende mate te maken krijgen met motorische beperkingen, maar ook cognitieve stoornissen ontwikkelen die kunnen leiden tot problemen met leren of op het vlak van gedrag en/of sociaal-emotioneel functioneren.
COGNITIEVE FUNCTIES ZIJN TE TRAINEN Kinderen met neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen hebben vaak moeite met het onthouden en uitvoeren van opdrachten en in het verlengde daarvan met het plannen en organiseren van taken. De publicatie in ‘Neuropsychological Rehabilation’ gaat over een review studie naar de vraag of cognitieve trainingen voor kinderen effect hebben. Een vraag waarop een positief antwoord gegeven kon worden. Dit biedt perspectief voor de verdere toepassing van een diagnostische computergame die we samen met de afdeling Designed Intelligence van de faculteit Industrial Design van de Technische Universiteit Eindhoven heb-
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
ACADEMISCHE CENTRA OMARMEN SPECIFIEKE EXPERTISE CNL De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra heeft in opdracht van het Ministerie van VWS een aanwijzingsprocedure ontwikkeld voor nationaal erkende expertisecentra voor zogenoemde ‘weesziekten’. Voor zeldzame neurologische ziekten gelden het Erasmus MC, het Maastricht UMC+ en het Radboudumc als landelijke expertisecentra. Al deze academische ziekenhuizen weten het CNL goed te vinden voor aanvullende diagnostiek bij vragen op het gebied van neurocognitie, leren, ontwikkeling en
KINDEREN MET EEN NEUROLOGISCHE AANDOENING KAMPEN VAKER DAN AANGENOMEN MET EEN AANDACHTDEFICIËNTIE-STOORNIS Een derde belangrijke studie is een ‘diagnostische overschaduwing’ van 685 kinderen met een neurologische
gedrag bij kinderen met een neurologische aandoening. Het aantal verwijzingen blijft gestaag groeien.
ZORGVERZEKERAARS GELOVEN IN MEERWAARDE CNL Ook de zorgverzekeraars zijn overtuigd aandoening die in de afgelopen vijf jaren zijn verwezen naar het CNL. 75 van deze kinderen hadden bij verwijzing al de diagnose ADHD. Na onderzoek in het CNL bleken 266 van deze kinderen met een aandachtdeficiëntie-stoornis te kampen. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat bij kinderen met een neurologische aandoening aandachtdeficiëntie-stoornissen onvoldoende worden opgemerkt, mogelijk doordat andere beperkingen die gepaard gaan met de neurologische aandoening meer zichtbaar en herkenbaar zijn. Deze bevindingen werden onlangs gepubliceerd in het European Journal of pediatric neurology.
van de meerwaarde van de specifieke derdelijns expertise van het CNL. In een tijd waarin de nadruk ligt op besparing van de kosten van de zorg, zijn we erin geslaagd de dienstverlening van het CNL opnieuw via zorgvernieuwingsgelden bekostigd te krijgen voor drie jaar. De zorgverzekeraars hebben ingestemd met dit project. In die periode zullen we de behoefte aan deze vorm van zorg en het effect van onze interventies verder onderbouwen.
PAGINA 37
ben ontwikkeld. Programmaleider CNL en klinisch neuropsycholoog Jos Hendriksen: “Met de game verzamelen we data over hoe lang een kind over een taak doet, waar het naar kijkt, hoe lang het focust en hoe gestructureerd het kind het spel speelt. Die informatie helpt ons om meer te weten te komen over aandacht en tijdsbesef bij kinderen. Uiteindelijk vormen de bevindingen de basis om een training te ontwikkelen waarmee kinderen hun aandacht en tijdsbesef kunnen oefenen. Tijdsperceptie is fundamenteel voor het cognitief en sociaal-emotioneel functioneren. Het helpt een kind om taken te kunnen overzien, betere leerprestaties te halen en om ‘synchroon’ met zijn omgeving te functioneren.”
PAGINA 38
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
“GOUD IN HANDEN MET COMBINATIE VAN ZORG, ONDERWIJS EN WETENSCHAP” Een jaar geleden trad drs. Jack Mikkers toe tot onze raad van toezicht. Joep Kooij beëindigde in 2014 zijn taak in deze raad. Hoe zien deze heren Kempenhaeghe? De een als ‘nieuweling’ en de ander die, zoals hij het zelf uitdrukt, “bijna vergroeid is met Kempenhaeghe”.
Beide heren voelden zich al voordat ze hun positie als toezichthouder invulden betrokken bij Kempenhaeghe. Mikkers is geboren Heezenaar en kwam in zijn jeugd heel regelmatig bewoners van Providentia tegen in het dorp. Mikkers: “Dat in Kempenhaeghe zorg, onderwijs en wetenschap wordt gecombineerd, heb ik altijd al heel bijzonder gevonden. Die unieke combinatie maakt dat je daadwerkelijk betekenisvol kan zijn. Ik hoop vanuit mijn rol binnen de overheid (red: Mikkers is burgemeester van Veldho-
ven) de verbinding tussen Kempenhaeghe als zorgorganisatie en de maatschappij verder te bevorderen. En vanuit mijn bestuursfunctie binnen Stichting Brainport draag ik graag bij aan de bekendheid van Kempenhaeghe in het netwerk van innovatieve organisaties.” Joep Kooij leerde Kempenhaeghe ruim twee decennia geleden kennen als gevolg van persoonlijke omstandigheden. Zijn zoon was lange tijd vanwege epilepsie onder behandeling. Hierdoor kwam Kooij ook in aanraking
met EpilepsieVereniging Nederland. Jarenlang voorzitterschap van deze patiëntenvereniging leidde tot een positie als lid van de raad van toezicht van de Hans Berger Kliniek en vervolgens - na de fusie van Kempenhaeghe en de Hans Berger Kliniek in 2006 - tot lid van de raad van toezicht van Kempenhaeghe. Kooij: “Dat Kempenhaeghe over zichtbaar en voelbaar betrokken medewerkers beschikte, dat wist ik al uit eigen ervaring als ouder. Dat de organisatie ook zeer uitgesproken ambities had, die door sommigen zelfs als onhaalbaar
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
werden beschouwd, inspireerde mij enorm. Ik ben er trots op dat onder leiding van ir. Ike Bomer al die ambities zijn waargemaakt: de opstart van het wetenschappelijk onderzoek, de groei van het slaapcentrum en van het centrum voor leerstoornissen en van de school, de structurele samenwerking met Maastricht UMC+ en met de TU/e, de nieuwe wijk op Providentia. Er is gestaag naar toegewerkt. Nu is het zaak dit alles te bestendigen.”
Ook in de combinatie van zorg, onderwijs en onderzoek zien beide heren kansen. Kooij: “Binnen de taakgebieden van Kempenhaeghe kunnen unieke verbindingen en zorg-/onderwijsproducten worden ontwikkeld.” Mikkers: “De combinatie van zorg, onderwijs en wetenschap is goud waard omdat deze het voeling houden met de samenleving en wat daarin leeft en nodig is, garandeert en nabij houdt. Als één van de drie elementen zou wegvallen, leidt dat gelijk tot groot verlies. Behoud de unieke combinatie dus, ook al stelt die de organisatie soms voor vragen waarop niet altijd een gemakkelijk antwoord is te vinden.”
Per januari 2014 startte het Academisch Centrum voor Epileptologie (ACE), het samenwerkingsverband tussen Kempenhaeghe en het Maastricht UMC+. Het doel van de samenwerking is diagnostiek en behandeling van epilepsie naar een hoger plan te tillen om zodoende de nog steeds grote groep van kinderen en volwassenen met een moeilijk te behandelen vorm van epilepsie verder te kunnen helpen. Het ACE is uniek in zijn soort en wil leidend zijn in die gespecialiseerde zorg.
PAGINA 39
Net als Mikkers benadrukt Kooij het grote belang van het versterken van Kempenhaeghe’s positie in netwerken. Kooij: “Hoe meer ‘tentakels je spreidt en vast zet’, des te minder afhankelijk zul je zijn van grillige politiek en machtige zorgverzekeraars.” Mikkers vindt dat Kempenhaeghe daarin met meer durf en bluf mag opereren: “Ik zie een organisatie die trots is maar die trots vooral intern richt. Kempenhaeghe en de medewerkers zouden met meer zelfbewustzijn de meerwaarde van de organisatie en de dienstverlening mogen, zelfs moeten, uitdragen. De buitenwereld ziet en begrijpt die meerwaarde niet vanzelf. Een helder besef van het bijzondere dat wordt geboden, wat dat oplevert en dat vervolgens vertellen, is noodzakelijk. Bedenk bovendien dat Kempenhaeghe voor een samenwerkingspartner of verwijzer net zo belangrijk is als omgekeerd. Afhankelijk opstellen is niet nodig.”
Directie Academisch Centrum voor Epileptologie benoemd
In maart 2014 is de VOF-overeenkomst getekend en is de meerhoofdige directie benoemd. Deze bestaat uit de medici prof. dr. Robert van Oostenbrugge (hoogleraar neurologie Maastricht UMC+) en dr. Anton de Louw (neuroloog Kempenhaeghe) en de managers Lia de Ruijter MBA (Kempenhaeghe) en Brigitte Gabriëls (adjunct-directeur RVE neurologie e.a. Maastricht UMC+). De directie rapporteert aan het bestuur van de VOF ACE dat bestaat uit afgevaardigden van beide raden van bestuur. Tot het moment dat een beoogde hoogleraar Epileptologie is geworven, verzorgt een Wetenschappelijke Adviesraad (WAR)
onder voorzitterschap van prof. dr. Paul Boon namens de directie de coördinatie van onderzoek en ontwikkeling. In de WAR hebben naast alle huidige hoogleraren die bij het ACE-onderzoek zijn betrokken ook de beide medische directeuren zitting. Voor de WAR is in maart 2014 een reglement vastgesteld. Behalve naar de inhoudelijk ontwikkeling van het ACE ging in 2014 de aandacht uit naar de verdere concretisering en praktische uitwerking van het ACE-concept. Het ‘lean’ maken van het epilepsiechirurgietraject en het kinderneurologietraject stond daarin voorop.
Colofon Tekst/Eindredactie: Afdeling Communicatie Kempenhaeghe drs. Mirjam Brennand Concept/Realisatie: De Wit Media Consultancy BV Rob de Wit, Eindhoven Ontwerp: Aart & van Breensma, Eindhoven Fotografie: Serge Hagemeier, Henk Pluijm, Rob de Wit
Adres Kempenhaeghe Sterkselseweg 65, 5591 VE Heeze Postbus 61, 5590 AB Heeze T (040) 227 90 22 E
[email protected] W www.kempenhaeghe.nl Kempenhaeghe, Locatie Hans Berger Kliniek Muldersteeg 6, 4901 ZG Oosterhout Postbus 250, 4900 AG Oosterhout T (0162) 481 800 E
[email protected]
De Berkenschutse Sterkselseweg 65, 5591 VE Heeze Postbus 61, 5590 AB Heeze T (040) 227 93 00 E
[email protected] W www.berkenschutse.nl
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
2014 BIJLAGEN JAAROVERZICHT KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
MISSIE & VISIE
PAGINA 41
Kempenhaeghe
Kempenhaeghe is het leidend expertisecentrum in Nederland binnen de vakgebieden epileptologie, slaapgeneeskunde en neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen. Onze expertise is multidisciplinair, met het zwaartepunt in de neurologie.
Onze activiteiten richten we op:
Voor ons handelen betekent dit:
-
-
diagnostiek, behandeling en begeleiding van kinderen en volwassenen met een complexe vorm van epilepsie, slaapproblematiek of neurologische
van hun individuele zorgvragen, vanuit een multi
leer- en ontwikkelingsstoornissen en bij wie de -
dat we patiënten en bewoners benaderen op basis disciplinaire benadering en professionaliteit, met respect, zorgvuldigheid, tijd en aandacht
aandoening leidt tot ingewikkelde zorgvragen
-
dat we nauwe samenwerking met andere expertise-
het bieden van een optimale leefomgeving voor
centra als essentieel beschouwen voor de
mensen met epilepsie en een (verstandelijke en/of
kwaliteit van onze activiteiten.
lichamelijke) beperking -
verdieping en vernieuwing van de vakgebieden epileptologie, slaapgeneeskunde en neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen
-
het geven van voorlichting, advies en informatie aan patiënten/cliënten, professionals en algemeen publiek over onze expertise.
Berkenschutse
De Berkenschutse is een expertisecentrum voor hoogwaardig speciaal onderwijs, begeleiding en diagnostiek ten behoeve van leerlingen (4 tot 20 jaar) met epilepsie en/of andere neurologische stoornissen, somatische aandoeningen en/of autismespectrumstoornissen.
Onze leerlingen hebben meervoudige beperkingen
zowel om zelf zorg aan leerlingen met epilepsie en/
die zich (kunnen) manifesteren in specifieke infor-
of autisme te kunnen bieden wanneer hun zorgvraag
matieverwerkingsproblemen en/of complexe gedrags-
complex is, als om de deskundigheid te vergroten van
problemen. Wij verzorgen onderwijs, begeleiding en
andere scholen die zich met minder complexe vragen
diagnostiek van ZML- (zeer moeilijk lerend) tot havo/
op het gebied van epilepsie, chronisch somatische
vwo-niveau.
aandoeningen en/of autisme geconfronteerd zien. Het vergroten van de eigen expertise zullen we in nauwe
Voor de toekomst zien we ons voor de volgende opdracht gesteld: Het vergroten van de eigen expertise,
samenwerking met Kempenhaeghe vorm geven.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
FINANCIËLE RESULTATEN Financieel gezond
Circa 80% van de inkomsten van Stichting Kempenhaeghe wordt gegenereerd door
Hoewel de vooruitzichten voor 2014 wat minder rooskleurig waren, hebben we het jaar afgesloten met een gering positief resultaat van 0,3 miljoen euro. Enkele (incidentele) meevallers, een solide financieel beleid en focus op kostenbeheersing lagen aan dit resultaat ten grondslag. Het volledige bedrag is aan het eigen vermogen van Stichting Kempenhaeghe toegevoegd.
de zorgactiviteiten. Hierbinnen is een onderscheid te maken naar ziekenhuiszorg (zorgverzekeringswet) en gehandicaptenzorg (AWBZ, met ingang 2015 WLZ). De financiering van de ziekenhuisactiviteiten vindt plaats door middel van het DBC/ DOT-systeem. Voor de epilepsieactiviteiten was 2014 het tweede en laatste jaar van de transitieregeling die gold als risicomaatregel voor de overgang van budgetfinanciering naar DOT-financiering. De relatieve onbekendheid van de DOT –producten, de tarifering en de onvoorspelbaarheid van de zorg maakten dat dit vangnet niet
In 2014 is een vermogensgroei van een kleine 2% gerealiseerd. Het vermogen is
overbodig was. In 2015 zal een dergelijke regeling niet meer van toepassing zijn en
uitgekomen op 24,7 miljoen euro, uitgedrukt in een solvabiliteit van 25%. Hiermee
dienen risico’s door Kempenhaeghe zelf opgevangen te worden. De specialisatie
voldoet Stichting Kempenhaeghe ruimschoots aan de door externe financiers
van de instelling en de daarbij horende specifieke problematieken met betrekking
gestelde eisen. Op 15 april 2015 is de jaarrekening 2014 van Stichting Kempenhaeghe
tot de DOT-producten geven wel aan dat het landelijk DBC-DOT systeem voor een
voorzien van een goedkeurende controleverklaring en vastgesteld door de raad
instelling als Kempenhaeghe eigenlijk niet geschikt is. Voor de AWBZ-zorg verliep
van toezicht.
de ZZP-financiering in 2014 niet geheel zonder complicaties maar konden werkbare afspraken worden gemaakt. De opbrengsten onderwijs betreft voornamelijk de rijks-
In het verslagjaar was de onzekerheid over veranderingen in de inkomsten groot.
bijdrage van OC&W.
PAGINA 42
Vanwege de onzekerheden besloten we in de eerste maanden van 2014 met een voorlopige begroting te werken en die om te zetten in een definitieve begroting als er meer
Kempenhaeghe beschikt over een gezonde financiële basis en voert een financieel
zicht op de onzekerheden zou zijn. De definitieve begroting 2014 vertoonde opnieuw
beleid dat gericht is op het continueren van deze positie. De druk op de exploitatie
een tekort, dat echter kon worden opgevangen door het inzetten van overschotten uit
neemt, mede als gevolg van landelijke bezuinigingen en onzekerheden, echter toe.
2013. De begroting 2015 is sluitend, maar daarvoor moeten wel structurele maatregelen worden genomen, waarmee reeds in 2014 is begonnen.
Geconsolideerde balans per 31 december 2014 na resultaatbestemming (x € 1.000) Activa
2014
2013
66.254
56.553
594
838
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
66.848
57.391
Vlottende activa Voorraden
179
202
Onderhanden werk
5.958
5.500
Vorderingen en overlopende activa
9.521
26.981
Effecten Liquide middelen
Totaal activa
0
0
17.179
5.673 32.837
38.356
99.685
95.747
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Passiva
2014
2013
Algemene reserve
5.382
4.569
Bestemmingsfondsen
7.630
7.775
Bestemmingsreserves
11.693
Eigen vermogen
12.003 24.705
24.347
9.143
8.592
Langlopende schulden
45.579
35.591
Kortlopende schulden en overlopende passiva
20.259
27.217
Totaal passiva
99.685
95.747
Voorzieningen
PAGINA 43
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2014 (x € 1.000) 2014
2013
Bedrijfsopbrengsten Omzet zorg
66.919
67.020
Omzet onderwijs
15.790
15.564
2.167
2.429
Overige opbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
85.013
84.876
Bedrijfslasten Lonen en salarissen
53.165
51.307
Sociale lasten
11.365
10.888
Afschrijvingslasten Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten
5.574
5.941
13.055
12.700 83.159
80.836
Bedrijfsresultaat
1.718
4.178
Financiële baten en lasten
1.360
1.116
358
3.062
0
0
358
3.062
Resultaat voor belastingen Belastingen Resultaat na belastingen
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PRODUCTIE Kempenhaeghe Aantal DBC’s (subtrajecten) geopend in verslagjaar 2014
Aantal DBC’s (subtrajecten) gesloten in verslagjaar 2014
epilepsie
8.871
8.075
7.544
8.283
slaapgeneeskunde
5.573
5.218
4.997
5.204
531
501
783
419
Productiegegevens CURE (ZVW)
neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen
CARE (AWBZ)
Aantal DBC’s geopend in verslagjaar 2013
Aantal DBC’s gesloten in verslagjaar 2013
In verslagjaar 2014
In verslagjaar 2013
111.813
109.020
aantal verpleegdagen gehandicaptenzorg
PAGINA 44
Capaciteit Per einde verslagjaar 2014
Per einde verslagjaar 2013
CURE (ZVW)
aantal beschikbare bedden/ plaatsen voor klinische en dagbehandeling
150
150
CARE (AWBZ)
aantal beschikbare plaatsen met AWBZ-verblijf
310
310
De Berkenschutse in aantal leerlingen (peildatum 1 oktober) 2014
2013
SO cluster 3 (basisonderwijs)
157
144
VSO cluster 3 (diverse vormen van voortgezet onderwijs)
164
186
totaal cluster 3
321
330
VSO (havo/vwo) cluster 4
356
328
instroom cluster 3
76
105
instroom cluster 4
101
91
doorstroom (van SO naar VSO)
13
14
uitstroom cluster 3
85
86
uitstroom cluster 4
73
59
* De cijfers van het aantal leerlingen in ambulante begeleiding zijn niet meer weergegeven vanwege een veranderde organisatie en invulling hiervan.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PERSONEEL Kempenhaeghe
Aantal 2014
Aantal 2013
Fulltime
Parttime
Totaal aantal
Totaal fte
Fulltime
Parttime
Totaal aantal
Totaal fte
epilepsiewoonzorg
69
601
670
403,20
79
597
676
413,37
diagnostiek en behandeling
66
241
307
217,03
62
248
310
215,11
(medisch) ondersteunend*
17
68
85
60,51
17
66
83
58,28
bedrijfsvoering/overig
22
52
74
56,59
19
55
74
54,91
facilitaire dienst
34
134
168
111,84
32
136
168
110,94
208
1.096
1.304
849,17
209
1.102
1.311
852,61
Fulltime
Parttime
Totaal aantal
Totaal fte
Fulltime
Parttime
Totaal aantal
Totaal fte
onderwijzend personeel
62
89
151
123,40
63
81
144
119,90
onderwijs-ondersteunend personeel
33
77
110
82,40
37
75
112
84,68
totaal
95
166
261
205,80
100
156
256
204,58
303
1.262
1.565
1.054,97
309
1.258
1.567
1.057,19
totaal
De Berkenschutse
Aantal 2013
* (medisch) ondersteunend betreft Klinisch-chemisch laboratorium, Gedragswetenschappelijke dienst, Maatschappelijk werk, Apotheek, Onderzoek & Ontwikkeling.
PAGINA 45
totaal Kempenhaeghe en De Berkenschutse
Aantal 2014
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
COMMISSIES EN RADEN Kempenhaeghe Multidisciplinaire Staf (MDS) Doelstelling
Activiteiten 2014
De MDS is primair een platform voor dialoog en advisering over zorginhoudelijke on-
Aangezien de MDS in 2013 een nieuwe vorm heeft gekregen, is in 2014 fors ingezet
derwerpen. De staf heeft tot taak de raad van bestuur adviezen te geven en voorstellen
om de zichtbaarheid en daardoor de betrokkenheid van de MDS te vergroten. De werk-
te doen over inhoudelijke aspecten van de zorgverlening en bedrijfsvoering en over
groepen ‘Academisering’, ‘Communicatie’ en ‘Rechten en Plichten’ hebben elk op hun
het strategisch beleid van Kempenhaeghe. De staf vervult die taak als een soort denk-
eigen terrein knelpunten geïnventariseerd en nader uitgewerkt. Dit heeft na bespre-
tank van behandelaars, breed geworteld in de organisatie, die met het management
king in de MDS geleid tot adviezen aan de raad van bestuur. Het vertalen van beleids-
meedenkt over bovengenoemde zaken en die het mogelijk maakt om ideeën van de
beslissingen naar alle MDS-leden, de leden betrekken bij bezuinigingen en nieuwe
stafleden ook buiten de lijn om te laten doorklinken.
financieringsvormen van Kempenhaeghe en de herziening van het Multidisciplinair Statuut hebben ruim aandacht gekregen. Een begin is gemaakt met een inventarisatie
De MDS bestaat uit circa 160 leden. De MDS laat zich vertegenwoordigen in de Multi-
van de bijscholingsmogelijkheden en formele opleidingen voor eigen personeel en
disciplinaire Raad, bestaande uit vier vertegenwoordigers vanuit de lijn voor respec-
externen, over de verschillende beroepsgroepen heen, met de vraag tot integratie en
tievelijk het Academisch Centrum voor Epileptologie (ACE), het Centrum voor Slaapge-
harmonisatie met als doel de academiseringsgedachte in heel de organisatie te laten
neeskunde (CSG), het Centrum voor Neurologische Leer- en ontwikkelingsstoornissen
doordringen. Voorts zijn op vraag van de raad van bestuur adviezen verstrekt betref-
(CNL) en het Centrum voor Epilepsiewoonzorg (CEW) en negen vertegenwoordigers
fende de Eisende Patiënt, Praktijkvariatie en Intercollegiale Consultatie.
PAGINA 46
vanuit de disciplines artsen, psychologen CSG en CEW, psychologen GWD, verpleging en verzorging, maatschappelijk werk, paramedici, activiteitenbegeleiding, klinische neurofysiologie/klinisch chemisch laboratorium en technisch-natuurwetenschappelijke onderzoekers. Vakgroep Verpleging Doelstelling
Activiteiten 2014
De Vakgroep Verpleging is een formeel adviesorgaan aan de sectorleiding en aan de
2014 heeft voor de Vakgroep Verpleging in het teken gestaan van het zoeken naar een
MDS. De vakgroep behartigt de ontwikkelingen en belangen van de achterban op be-
nieuwe koers om verdere invulling en verdieping te geven aan bovenstaande doelstel-
roepsinhoudelijk terrein. De vakgroep levert bouwstenen voor het instellingsbeleid aan
ling. Door de bezuinigingsoperatie waarmee CEW en daarmee een grote groep verple-
over zaken die het primaire proces van de organisatie betreffen, door het korte en lange
genden, verzorgenden en agogisch medewerkers geconfronteerd werd, is de noodzaak
termijnbeleid te toetsen en als spreekbuis en aanspreekpunt te fungeren voor zowel ma-
tot deze ontwikkeling in een stroomversnelling geraakt. De Vakgroep Verpleging
nagement als achterban. De vakgroep hanteert hierbij de normen van Kempenhaeghe
heeft het model Nursing Governance gekozen om in de toekomst als leidraad te laten
en de normen die gelden in verpleegkundige en verzorgende beroepen.
dienen voor de verdere ontwikkeling.
De Vakgroep Verpleging stelt zich ten doel beroepsinhoudelijke ontwikkelingen te
In 2014 heeft de Vakgroep een brainstormsessie voor activiteitenbegeleiding en
stimuleren en vanuit beroepsinhoudelijke optiek advies uit te brengen, rechtstreeks
verpleging/verzorging, een congres Kennisdelen 1+1=3, een symposium en een scho-
aan de sectorleiding en indirect via de MDS aan de raad van bestuur, teneinde de
lingsdag voor vakgroepleden georganiseerd. De vakgroep heeft een advies uitgebracht
kwaliteit van zorg verleend door medewerkers in functies binnen het verpleegkundig
betreffende de omgang met giften en cadeaus.
en verzorgend beroepsdomein te waarborgen, te bevorderen en te verbeteren, met als oogmerk de professionalisering en kwaliteitsbevordering van de beroepsgroep binnen Kempenhaeghe.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Vakgroep Activiteitenbegeleiding Doelstelling
Activiteiten 2014
De Vakgroep Activiteitenbegeleiding is een adviesorgaan dat zich inzet om:
- In samenwerking met de vakgroep V&V is een bijeenkomst georganiseerd om
- de kwaliteit van de activiteitenbegeleiding te bevorderen en zo goed mogelijk
te brainstormen over de verbetering /optimalisatie van de onderlinge samenwerking
tegemoet te komen aan de diversiteit van zorgvragen van de deelnemers aan
- Symposium met als thema ‘Veranderingen’
de dagbesteding
- Themabijeenkomst van het belevingstheater ‘Kijk hier!’ betreffende de
- de professionalisering en profilering van de activiteitenbegeleiding verder te ontwikkelen - de positionering van de activiteitenbegeleiding te verbeteren
zintuiglijke stimulatie - Themabijeenkomst met als thema ‘Sherborne’ - Implementatie kenniskaart
- de professionele attitude van activiteitenbegeleiders uit te breiden en te vergroten middels themabijeenkomsten en symposia om kennis en vaardigheden te vergroten Commissie Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) Doelstelling
Activiteiten 2014
De commissie O&O richt zich op ontwikkeling en vernieuwing van de professie en de
- 21 nieuwe voorstellen voor wetenschappelijk onderzoek geïnitieerd en besproken
patiëntenzorg door middel van het stimuleren, initiëren, participeren, opvolgen en
- 60 publicaties in internationale peer-reviewed tijdschriften gepubliceerd
beoordelen van onderzoeks- en innovatieprojecten in Kempenhaeghe en te adviseren
- 29 medewerkers werkzaam als promovendus
inzake wetenschappelijk onderzoek, innovatie en verwante activiteiten.
- 2 promoties en proefschriften in 2013 - ruim 500 deelnemers aan het wetenschappelijk congres Update@kempenhaeghe. nl met als thema ‘Diagnostic and therapeutic advances’
Medisch Ethische ToetsingsCommissie (METC)
De METC heeft als taakstelling: het adviseren van de raad van bestuur inzake ver-
Activiteiten in 2014
zoeken tot lokale uitvoerbaarheid, het faciliteren en begeleiden van onderzoekers
In 2014 heeft de METC:
bij de procedure voor medisch-ethische toetsing van WMO-plichtig onderzoek door
- 6 protocollen besproken inzake lokale uitvoerbaarheid voor WMO-plichtig
een erkende METC en het beoordelen van niet-WMO plichtig onderzoek op medischethische aspecten op initiatief van de onderzoeker.
onderzoek. Er is voor alle protocollen een positief advies gegeven. - 15 protocollen beoordeeld in het kader van niet-WMO-plichtig onderzoek.
Commissie Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) Doelstelling
Activiteiten 2014
De MIP-commissie heeft de volgende taakstelling:
De commissie heeft op basis van incidentenanalyse adviezen uitgebracht inzake opval-
- het verzamelen en registreren van meldingen
lende trends bij meldingen bij medicatie en apparatuur. Verklaringen zijn gevonden en
- het analyseren van meldingen, inclusief het verzamelen van eventuele
adequate maatregelen zijn door de desbetreffende afdelingen gerealiseerd.
aanvullende en/of ontbrekende informatie - het onderzoeken hoe herhaling van een incident vermeden kan worden (preventie)
In 2014 heeft de MIP-commissie in totaal 11.987 meldingen ontvangen, waarvan 7108
- het adviseren van de raad van bestuur en direct betrokken leidinggevende(n)
gerubriceerd. De meest voorkomende gerubriceerde meldingen betroffen gedragspro-
inzake de vermijdbaarheid van incidenten en de mogelijk te nemen preventieve maatregelen - het stimuleren en ondersteunen van medewerkers inzake het melden van incidenten - het direct informeren van de raad van bestuur bij een melding van een calamiteit
blematiek (68%), valincidenten (9 %) en medicatie-incidenten (7%).
PAGINA 47
Doelstelling
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Calamiteitencommissie Doelstelling
Activiteiten 2014
De calamiteitencommisie rapporteert de raad van bestuur naar aanleiding van eventu-
In 2014 hebben vijf calamiteiten plaatsgevonden, naar aanleiding waarvan de cala-
ele calamiteiten in de organisatie. De rapportages bevatten enerzijds een beschrijving
miteitencommissie een onderzoekscommissie heeft ingesteld en gerapporteerd aan
en analyse van het gebeurde en anderzijds aanbevelingen ter verbetering van de zorg
de raad van bestuur. De rapportages hebben geleid tot aanpassingen in de zorg om de
en de dienstverlening.
kans op herhaling zoveel mogelijk te vermijden.
Commissie Ethische Vraagstukken Doelstelling
Activiteiten 2014
De commissie Ethische Vraagstukken adviseert over ethische vraagstukken, zowel
De commissie Ethische Vraagstukken is in 2014 vier maal bijeen geweest. In alle ver-
beleid als uitvoeringskwesties, aan de raad van bestuur, behandelaars en afdelingen.
gaderingen is casuïstiek besproken. Vanuit de casuïstiekbesprekingen is aan de betreffende afdelingen / personen advies uitgebracht.
Commissie Middelen & Maatregelen (M&M) Doelstelling
Activiteiten 2014
De commissie M&M richt zich op de toepassing van middelen en maatregelen conform
In 2014 waren er 100 meldingen. Dit is een enorme daling ten opzichte van 2013
artikel 39 van de Wet BOPZ. De commissie registreert en adviseert inzake mogelijk-
(42%) en 2012 (53%). De meldingen betroffen met name de categorieën ‘anders’
heden tot terugdringing van de toepassing van vrijheid beperkende middelen en
(waaronder wandelen onder begeleiding, afsluiten slaapkamerdeur) (45%), fixatie
maatregelen.
(29%) en afzondering (24%). Voor 52% van de gevallen betrof het patiënten die in Kempenhaeghe op vrijwillige basis verblijven, 36% op basis van een BOPZ-indicatie,
PAGINA 48
8% anders onvrijwillig en 4% op basis van een rechterlijke machtiging. De reden van toepassing betrof met name afwending van gevaar voor eigen persoon (59%) en afwending gevaar voor anderen (26%). Klachtencommissie en klachtenfunctionaris Doelstelling
Activiteiten 2014
De klachtencommissie heeft tot taak:
De klachtencommissie heeft in 2014 zeventien klachten ontvangen. De klachtencom-
- klachtenbehandeling in Kempenhaeghe van klachten conform de WKCZ
missie heeft inzake tien klachten uitspraak gedaan, zeven klachten zullen worden
en BOPZ - indien van toepassing de raad van bestuur verzoeken tot melding aan IGZ conform WKCZ - besluitvorming inzake klachten BOPZ.
afgehandeld in 2015. De tien klachten betroffen veertien klachtonderdelen. Deze betroffen medisch professioneel handelen (7), relatie/bejegening/communicatie (4) en organisatie (3). De klachtencommissie beoordeelde elf klachtonderdelen als gegrond en drie klachtonderdelen als ongegrond. De klachtencommissie heeft naar aanleiding van de klachten negen aanbevelingen c.q. constateringen geformuleerd aan de raad
De klachtenfunctionaris verzorgt de klachtenopvang binnen Kempenhaeghe.
van bestuur, die naar de mening van de klachtencommissie hier adequaat en positief
De klachtenfunctionaris is tevens bevoegd tot het signaleren en adviseren in het ka-
op heeft gereageerd.
der van kwaliteitsverbetering in samenhang met klachten. In 2014 heeft de klachtenfunctionaris dertien maal inhoudelijke ondersteuning verleend voor klachtenopvang. Onderwerp van klachten waren: ongenoegen over medisch-professioneel handelen, relatie en organisatie. Zeven van de dertien hebben geleid tot een indiening van de klacht bij de klachtencommissie.
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Cliëntenraad Doelstelling
Activiteiten 2014
De cliëntenraad behartigt de belangen van patiënten en bewoners van Kempenhaeg-
De cliëntenraad heeft in 2014 positief advies uitgebracht inzake:
he. Daartoe voert de raad overleg met de raad van bestuur en denkt de raad mee over
- de begroting van Kempenhaeghe 2014
onderwerpen die voor patiënten en bewoners van belang zijn, zowel beleidsmatige
- de benoeming van twee leden van de raad van toezicht
als meer praktische zaken. De centrale doelstelling van de cliëntenraad is de partici-
- de benoeming van één lid van de raad van bestuur
patiegevoeligheid binnen Kempenhaeghe te vergroten: in alle geledingen moet zoveel mogelijk accent liggen op medezeggenschap van de patiënt of bewoner en moet ruimte
De cliëntenraad heeft met belangstelling kennis genomen van de voortgang van de projecten:
zijn voor de vrije keuze van de patiënt of bewoner.
- Eigen Kracht conferenties - cultuurverandering omgekeerde integratie in het nieuwe Providentia - kwaliteit van leven epilepsiepatiënten te bevorderen door kennisdeling - project E-health en patiëntveiligheid met betrekking tot epilepsie
Ondernemingsraad Doelstelling
Activiteiten 2014
De ondernemingsraad heeft tot doel medewerkers van Kempenhaeghe te vertegen-
De ondernemingsraad heeft in 2014 positief geadviseerd over:
woordigen in het overleg met de raad van bestuur en de raad van bestuur gevraagd en
- procedure transitie medewerkers Kempenhaeghe
ongevraagd te adviseren inzake onderwerpen die medewerkers van Kempenhaeghe
- benoeming van de heer drs. N. Geurts tot lid van de raad van bestuur
betreffen.
- benoeming van de heer dr. H.J.H.M van Dessel en de heer drs. J.M.L.N. Mikkers tot leden van de raad van toezicht
De ondernemingsraad heeft de volgende commissies: De ondernemingsraad heeft in 2014 instemming verleend met:
- Financiële commissie
- Strategisch Opleidingsplan
- Commissie sociaal beleid / achterban
- onderdelen van het Personeelssysteem AFAS
- Commissie Bedrijf in ontwikkeling - Verkiezingscommissie
Voorts heeft de OR zich intensief bezig gehouden met:
- Vertrouwenscommissie
- de ontwikkeling van het Elektronisch Patiënten Dossier voor Kempenhaeghe - financiële situatie van Centrum voor Epilepsiewoonzorg
De Berkenschutse Medezeggenschapsraad (MR) Doelstelling
Activiteiten 2013-2014
De MR heeft als taak om de openheid en het onderling overleg te bevorderen. Om
De activiteiten zijn beschreven voor het schooljaar 2013-2014.
dit te bewerkstelligen is de MR bevoegd de directie te adviseren, instemming te verlenen of die te onthouden, aangelegenheden die de school betreffen te bespreken,
De MR heeft positief geadviseerd over:
indien gewenst voorstellen hieromtrent te doen aan de directie, standpunten ken-
- meerjarenbegroting 2014-2018
baar te maken uit naam van het team en/of de ouders en minimaal één keer per jaar
- benoeming van leden van de raad van toezicht
overleg te voeren met de directie van de Berkenschutse.
- School Ondersteuningsprofiel van Berkenschutse
De MR bestaat uit een oudergeleding en een personeelsgeleding, die gelijk zijn verdeeld in de raad. De MR spreekt voor zowel ouders, leerlingen als personeel.
De MR heeft ingestemd met: - bestuursformatieplan 2013-2014 en 2014-2015 - herziene klachtenregeling - aanvullende arbeidsvoorwaarden - verzuimbeleid - vakantieregeling 2014-2015 - rookbeleid - ouderbijdrage 2014-2015
PAGINA 49
- Commissie Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu (VGWM)
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
PERSONALIA (situatie per 1 juni 2015)
Bestuur en toezicht Stichting Kempenhaeghe raad van bestuur mw. dr. M. Chatrou, voorzitter dhr. drs. N. Geurts MHA, lid raad van toezicht dhr. mr. H.A. van Gameren, voorzitter dhr. J.G.W. ter Huurne MBA, vicevoorzitter dhr. dr. H.J.H.M. van Dessel mw. drs. C.R.A. van Dijk, lid mw. dr. J.E.M. van Eerd - Vismale MBA, lid dhr. drs. J.M.L.N. Mikkers, lid
Kempenhaeghe
PAGINA 50
Neurologen dhr. prof. dr. J.B.A.M. Arends, neuroloog/klinisch neurofysioloog, ACE dhr. prof. dr. P.A.J.M. Boon, neuroloog, directeur Onderzoek & Ontwikkeling mw. dr. H.M.H. Braakman, kinderneuroloog, ACE dhr. A.J. Colon, neuroloog/klinisch neurofysioloog, ACE mw. dr. M.H.J.A. Debeij - van Hall, neuroloog, ACE dhr. dr. J.T.A. Dings, neurochirurg, ACE mw. dr. S.C.M. Ebus, neuroloog, ACE mw. dr. H.T.F.M. van Eibergen Santhagens - Verzijl, neuroloog/klinisch neurofysioloog, ACE dhr. dr. M.G. van Erp, neuroloog/klinisch neurofysioloog, ACE mw. I.M.P. Gommans, neuroloog, ACE mw. G.A. Graveland, neuroloog, ACE dhr. D.M.W. Hilkman, neuroloog/klinisch neurofysioloog, ACE mw. dr. D. de Jong, neuroloog, ACE mw. dr. S. Klinkenberg, kinderneuroloog, ACE mw. dr. V.H.J.M. van Kranen - Mastenbroek, neuroloog/ klinisch neurofysioloog, ACE mw. D.A.J.E. Lambrechts, neuroloog, ACE mw. A.M. Laridon, kinderneuroloog, ACE & CNL dhr. dr. R.H.C. Lazeron, neuroloog, ACE dhr. dr. A.J.A. de Louw, neuroloog, medisch directeur ACE mw. dr. H.J.M. Majoie MHM, neuroloog, ACE dhr. dr. J. Nicolai, kinderneuroloog, ACE dhr. prof. dr. R.J. van Oostenbrugge, neuroloog, medisch directeur ACE
mw. dr. A. Pijpers, neuroloog/somnoloog, CSG mw. dr. S. Pillen, kinderneuroloog/somnoloog, CSG mw. A.J.J. Rampen, neuroloog, ACE dhr. dr. R.P.W. Rouhl, neuroloog, ACE dhr. dr. H.J. Schelhaas, neuroloog, ACE dhr. dr. O.E.M.G. Schijns, neurochirurg , ACE dhr. P.J. Simons, neuroloog/somnoloog, CSG mw. dr. J.S. Verhoeven, kinderneuroloog, ACE dhr. prof. dr. J.S.H. Vles, kinderneuroloog ACE, medisch hoofd CNL mw. dr. M.C.G. Vlooswijk, neuroloog, ACE dhr. G.L. Wagner, neuroloog/klinisch neurofysioloog, ACE dhr. dr. M.J. Zwarts, neuroloog/klinisch neurofysioloog, hoofd Functieafdelingen & Medische technologie
Overige artsen mw. M.C.G. Beeren, kinderarts, ACE mw. I. Duynisveld, AVG-arts, ACE & CEW dhr. dr. P.A.M. Hofman, neuroradioloog, ACE mw. dr. H.C.J.P. Janssen, longarts/somnoloog, CSG dhr. dr. S. Overeem, somnoloog/arts-onderzoeker, CSG dhr. prof. dr. D.A.A. Pevernagie, longarts/somnoloog, medisch hoofd CSG mw. F.M. Snoeijen - Schouwenaars, AVG-arts, CEW & ACE mw. M.L.J. van der Star, kinderarts, ACE dhr. I.Y. Tan, specialist ouderengeneeskundige, hoofd behandeling CEW mw. N.L.E. Vandenbussche, kinderarts/somnoloog, CSG mw. M.J.B.M. Veendrick - Meekes, AVG-arts, CEW & ACE mw. L.N. Venekamp, longarts/somnoloog, CSG dhr. J.W.M.M. de Vocht, huisarts, CEW
Gedragswetenschappers mw. drs. A.M. van Abeelen, GZ-psycholoog dhr. prof. dr. A.P. Aldenkamp, klinisch neuropsycholoog, hoofd Gedragswetenschappelijke Dienst mw. drs. S.H.M.E. Alemans, GZ-psycholoog mw. drs. R. Berghout , GZ-psycholoog i.o. mw. drs. W. van Blarikom, GZ-psycholoog mw. dr. N.M.G. Bodde, klinisch psycholoog/ psychotherapeut mw. drs. A.A.M. Bol, GZ-psycholoog dhr. drs. P.F.M. Duits, GZ-psycholoog mw. drs. E.J.J.M. van Gemert, GZ-psycholoog mw. drs. A.I. Haenen, GZ-psycholoog mw. drs. P.M.J.M. Hamers, GZ-psycholoog/somnoloog
mw. drs. G.A.M.M. Hectors, GZ-psycholoog dhr. dr. M.P.H. Hendriks, klinisch neuropsycholoog dhr. dr. J.G.M. Hendriksen, klinisch neuropsycholoog/ klinisch psycholoog, programmaleider CNL mw. drs. E.J.F. van der Horst, GZ-psycholoog mw. drs. D.M. IJff, GZ-psycholoog i.o. mw. drs. M.A. van der Linde, GZ-psycholoog dhr. W.A.M. Nelen, GZ-psycholoog mw. drs. J.J. van Nes - de Punder, GZ-psycholoog mw. drs. G.J.T. Paulen, GZ-psycholoog dhr. drs. G.A.M. Peeters, GZ-psycholoog/somnoloog mw. drs. J.A.C.W. Peijnenborgh, GZ-psycholoog i.o. mw. drs. L. Quaedackers, GZ-psycholoog mw. drs. C.M. Speekenbrink - Geerts, orthopedagoog mw. drs. I.M. Terranea, GZ-psycholoog mw. drs. M. Thuijs, orthopedagoog mw. dr. H.M.J.C. Verbeek, somnoloog/slaaptherapeut/ medisch bioloog dhr. drs. L.M. Verdyck, GZ-psycholoog mw. drs. I. Veugen, GZ-psycholoog mw. drs. L.I. van der Zalm, GZ-psycholoog i.o.
Maatschappelijk werkers mw. G.P.A.J. Beijk - Damen, maatschappelijk werker mw. D. de Boer, maatschappelijk werker mw. L. de Caluwé, maatschappelijk werker mw. R.C. Dabekaussen - Spiering, hoofd Maatschappelijk Werk mw. L. Diepman, arbeidsconsulente dhr. L.J.B. de Graaf, maatschappelijk werker dhr. B.M.A. Hendriks, medewerker Advies & Informatie/klachtenfunctionaris mw. J.D.R. van Omme - van Laarhoven, maatschappelijk werker mw. W.A.M. Peters, maatschappelijk werker mw. S. van der Starre, maatschappelijk werker
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Verpleegkundig specialisten/ physician assistant
Bedrijfsmatig ondersteunende diensten
Multidisciplinaire Raad
dhr. M.R. Hofman, hoofd Personeel & Organisatie
dhr. P.J. Simons, voorzitter, neuroloog/somnoloog
mw. A. Bouwmans - Luijten MANP
dhr. J. Rengers RA, hoofd Financiën & Control
mw. A.M. Laridon, vice-voorzitter, kinderneuroloog
mw. J. Creemers MANP
dhr. ir. L.A.H. Santegoeds, hoofd Informatisering &
dhr. dr. J.G.M. Hendriksen, secretaris, klinisch neuro-
mw. M. Daamen MANP
Automatisering
psycholoog/klinisch psycholoog
mw. C. Jansen MANP
dhr. R.J.M. van der Velde, hoofd Facilitaire dienst
Ondernemingsraad
mw. L.A.M. Leenen MANP mw. I. van der Linden MPA, physician assistant
Stafmedewerkers
mw. L. Steenbeek, voorzitter
mw. B. Martens MANP
mw. drs. M.L.P.W. Brennand, hoofd Communicatie
dhr. B. Peeters, secretaris
mw. M. van Ool MANP
mw. drs. J.S. Duisterwinkel, assistent raad van bestuur
mw. C. Rietmulder, ambtelijk secretaris
mw. R. Soekhoe MANP
Promovendi
Cliëntenraad
mw. M. Stapper MANP
mw. J.M. van Andel, arts
dhr. J.C. Verhoeven, voorzitter
mw. A. Teeuwen - Bouwmans MANP
mw. drs. E.M. Barendse, neuropsycholoog
mw. E.G.A. Beelen, ambtelijk secretaris
mw. E. Peeters MANP
mw. K. Beerhorst, neuroloog dhr. ir. A. Bernas, technologisch ontwerper i.o
International Scientific Advisory Board
Diagnostiek & Behandeling
mw. drs. L. Breuer, neuropsycholoog
dhr. prof. dr. A. Arzimanoglou, Past President French
mw. A.M.J. de Ruijter MBA, algemeen hoofd sector
mw. drs. Z. Bouman, neuropsycholoog
League Against Epilepsy. Head of Epilepsy, Sleep &
Diagnostiek & Behandeling, directeur ACE
dhr. A.J. Colon, neuroloog/klinisch neurofysioloog
Neurophysiology department, HFME, University hospi-
dhr. dr. A.J.A. de Louw, medisch directeur ACE
mw. R.P.J. Geerlings, arts
tals of Lyon. DYCOG Research Unit Lyon, Frankrijk
dhr. prof. dr. D.A.A. Pevernagie, medisch hoofd CSG
mw. N. Gosens, neuroloog
dhr. prof. dr. F.M.C. Besag, Consultant Neuropsychia-
dhr. prof. dr. J.S.H. Vles, medisch hoofd CNL
dhr. ir. K.H.M. Hermans, fysicus
trist South Essex Partnership NHS Trust
mw. drs. D.M. IJff, GZ-psycholoog i.o.
Bedford. Honorary consultant Maudsley Hospital.
Centrum voor Epilepsiewoonzorg
mw. ir. D.C.W. Klooster, PDEng, biomedisch technoloog
Honorary Sr. Lecturer Institute of Psychiatry. Professor
dhr. I.Y. Tan, hoofd behandeling CEW
dhr. drs. M. van de Laar, psycholoog
of Neuropsychiatry, University of Bedfordshire.
dhr. ir. J.J.C.M. Witte, hoofd beheer CEW
mw. D.A.J.E. Lambrechts, neuroloog
Clinical Professor University of London School of
mw. L.A.M. Leenen MANP, verpleegkundig specialist
Pharmacy, Groot-Brittannië
Onderzoek & Ontwikkeling
dhr. ir. S.P.L. Meesters, biomedisch technoloog
dhr. prof. dr. C.E. Elger, Director der Klinik und Polikli-
dhr. prof. dr. P.A.J.M. Boon, directeur Onderzoek &
mw. drs. J.S. van Ool, gedragswetenschapper
nik für Epileptologie der Rhein, Friedrich-
Ontwikkeling, neuroloog
mw. drs. J.C.A.W. Peijnenborgh, GZ-psycholoog i.o.
Wilhelms-Universität Bonn, Duitsland
dhr. prof. dr. A.P. Aldenkamp, secretaris Onderzoek &
mw. drs. L. Quadackers, GZ-psycholoog
dhr. prof. dr. E. Perucca, President of the International
Ontwikkeling, klinisch neuropsycholoog
dhr. ir. A. Sazonov, fysicus
League against Epilepsy (ILAE). Chair of
dhr. prof. dr. J.B.A.M. Arends, portefeuillehouder
mw. F. Snoeijen-Schouwenaars, AVG-arts
Medical pharmacology, dept. on Internal Medicine and
innovatie, neuroloog/klinisch neurofysioloog
mw. J. van Tuijl, neuroloog
Therapeutics at Institute of Neurology
mw. dr. L.M.C. Gottmer - Welschen, manager
mw. N.L.E. Vandenbussche, kinderarts/somnoloog
C. Mondino, University of Pavia, Italië
Onderzoek & Ontwikkeling
mw. ir. T.M. van Veenendaal, fysicus
dhr. prof. dr. C.L. Bassetti, Chairman Department of
dhr. ir. L. Wang, fysicus
Neurology, University Hospital of Bern
dhr. drs. B.G.M. Wijnen, gezondheidswetenschapper
(Inselspital), Zwitserland
Inhoudelijk ondersteunende diensten dhr. prof. dr. A.P. Aldenkamp, hoofd Gedragswetenschappelijke Dienst
Consulenten
mw. R.C. Dabekaussen - Spiering, hoofd Maatschap-
dhr. dr. P.J.L. Collin, kinderpsychiater
pelijk Werk
dhr. B. ter Mors, psychiater
dhr. drs. A.A. Inderwisch, geestelijk verzorger
dhr. M.R. Ju, psychiater
dhr. dr. J.W.P.H. Soons, hoofd Klinisch-chemisch
mw. A. van Kuijk, revalidatiearts
laboratorium
mw. H. Pijlman, revalidatiearts
mw. drs. M. Spoelstra, geestelijk verzorger
dhr. B.S. Resida, psychiater
mw. drs. E.A. Wammes - van der Heijden, hoofd
mw. A.M.S. Scherders - Thomaes, kinder- en
Apotheek
jeugdpsychiater dhr. dr. A.E.M. Smals, internist dhr. dr. E.E.J.G.C. Smeets, klinisch geneticus
ACE: Academisch Centrum voor Epileptologie CSG: Centrum voor Slaapgeneeskunde CNL: Centrum voor Neurologische Leer- en ontwikkelingsstoornissen CEW: Centrum voor Epilepsiewoonzorg
PAGINA 51
Sectoren en Diensten
JAAROVERZICHT 2014 KEMPENHAEGHE & DE BERKENSCHUTSE
Commissie van Onderzoek en Begeleiding
De Berkenschutse
dhr. A.J. Krol, directeur onderwijs
Commissies Ontwikkelingsperspectiefplan (COPP)
Directie mw. M.A.C. Hertroijs MME, algemeen directeur dhr. A.J. Krol MA, directeur onderwijs
Afdeling SO dhr. M.M.M.J. Tijssens, afdelingsleider mw. L. van den Burg, intern begeleider mw. drs. E.J.J.M. van Gemert, gedragswetenschapper mw. drs. A.C.M.H. Jacobs, gedragswetenschapper mw. J.H.C.T. Joosten, teamleider mw. A. Pape, teamleider mw. C. Smits, teamleider
Medezeggenschapsraad Vertegenwoordigers van het personeel dhr. drs. J.M.C. de Wit, voorzitter mw. G.A.M. Leenders, secretaris mw. L. van den Burg mw. M.P. de Haan dhr. R.J.J. Verhaar
Voortgezet speciaal onderwijs leerroutes abcde dhr. B.F.J. Mulders MA, afdelingsleider mw. drs. C.P.S. Defourny, gedragswetenschapper mw. drs. Y.G.M. van Dieten, gedragswetenschapper mw. J.E. Haarman, teamleider mw. drs. E.R.M. Karel, gedragswetenschapper mw. C.P.I.M. de Kinderen, teamleider dhr. D.J.J. Langenhuijsen, decaan/teamleider
PAGINA 52
Vertegenwoordigers van ouders van leerlingen dhr. R. Koster mw. M. Kusters dhr. J. Rutten mw. L. van Oosterhout dhr. H. Schocke
mw. M.E.A. v.d. Looij, teamleider mw. M. Riethorst, teamleider mw. S.A.M.T. Verdonschot, teamleider Voortgezet speciaal onderwijs leerroute f dhr. T.H.M.M. Laureijs, afdelingsleider mw. S. van den Akker, teamleider dhr. J.J.H. van Beukering, decaan/teamleider mw. H. Hermes Msc, gedragswetenschapper mw. E.G.J.M. van den Heuvel, teamleider mw. drs. N.A.M Jacobs, gedragswetenschapper mw. E. Otten MSc, gedragswetenschapper mw. H.M.A. Paardekooper Msc, gedragswetenschapper dhr. M.P.R. Schellekens, teamleider mw. C.S.M.P. Venrooij MSEN, teamleider dhr. J.M.C. de Wit, teamleider Afdeling DAB (Dienst Ambulante Begeleiding) mw. I. Westerhof-Veerman, afdelingsleider dhr. dr. G.H.J. Thoonen, gedragswetenschapper mw. M. Wijnans Msc, gedragswetenschapper
ORGANOGRAM
Organogram
Stichting Kempenhaeghe raad van toezicht
raad van bestuur
De Berkenschutse
Kempenhaeghe
Directie
Ondernemingsraad Assistent raad van bestuur
Medezeggenschapsraad
Cliëntenraad Communicatie
Staf- en ondersteunende diensten
Multidisciplinaire Staf
Gedragswetenschappelijke dienst
Maatschappelijk werk
Diagnostiek & Behandeling
Centrum voor Epilepsiewoonzorg
Academisch Centrum voor Epileptologie*
Woonzorg
Centrum voor Slaapgeneeskunde
Klinisch-chemisch laboratorium
Centrum voor Neurologische Leer- en ontwikkelingsstoornissen
Apotheek Functieafdelingen & Medische Technologie**
Dienst Geestelijke verzorging
Dagbesteding
Onderzoek & Ontwikkeling
Personeel & Organisatie
Financiën & Control
(Para)medische zorg
Informatieverwerking & Automatisering Vrijetijdsbesteding
Klinische Neurofysiologie MRI Klinische Fysica
Situatie per 1 juni 2015 * Samenwerking met Maastricht UMC+ per 1 januari 2015 ** Ondersteunend aan de centra
Facilitaire dienst
Dienst Ambulante Begeleiding
Speciaal onderwijs
Voortgezet speciaal onderwijs leerroutes oabcde inclusief Arbeids-Onderzoek en Training (AOT)
Voortgezet speciaal onderwijs leerroute f