Bericht uit Straatsburg Framework for Court Excellence (kwaliteit rechtspraak) De Singapore Subordinate Courts hebben het idee gelanceerd voor de ontwikkeling van een ‘raamwerk’ om de kwaliteit van de gerechten te verbeteren. Een dergelijk raamwerk zou toepasbaar moeten zijn voor alle gerechten waar dan ook ter wereld. Voor de uitwerking van dit idee ben ik benaderd om een eerste aanzet te geven voor het beschrijven van een dergelijk model. De uitnodiging voor deze activiteit is mede gebaseerd op mijn Nederlandse ervaring met de ontwikkeling van het meetsysteem rechterlijk functioneren en RechtspraaQ. Juist met deze ervaring in het achterhoofd en de ambitities van de rechters uit Singapore om een wereldomvattend model te creëren – wat mij een super uitdagende klus lijkt – heb ik deze uitnoding van harte aanvaard. Voor de uitwerking van het raamwerk hebben de rechters uit Singapore niet alleen mij benaderd, maar ook andere organisaties die veel kennis in huis hebben inzake de kwaliteit van de rechtspraak of het functioneren van de rechtspraak in bepaalde regio’s in de wereld. Zo neemt het National Center for State Courts aan het project deel. Deze organisatie heeft aan de wieg gestaan van de ontwikkeling van de ‘Trial Court Performance Standards’ en de ‘Courtools’. Beide instrumenten om de kwaliteit van de rechtspraak meetbaar te maken. Daarnaast neemt het US Federal Judicial Center aan het project deel. Met één van de experts ervan heb ik reeds mogen werken aan de toepassing van een regionale ‘justice benchmark’ voor het Midden-Oosten gebied en de Noord-Afrikaanse landen (MEDAlanden). Voorts is the Australian Institute of Judicial Administration (AIJA) uitgenodigd voor het project, evenals de Wereld Bank (Legal Vice Presidency). Alles bij elkaar genomen, een ‘dreamteam’, waarvan ik verwacht dat de ontwikkeling van een ‘framework for court excellence’ wel tot een succes zal leiden. In de aanvangsfase van het project heeft de Singapore Subordinate Courts een coördinerende rol vervult. Ieder van de participanten heeft een ‘schrijfopdracht’ gekregen om een gedeelte van de tekst met betrekking tot het raamwerk nader uit te werken. Ik kreeg hierbij gelijk de meest lastige klus in handen, namelijk het beschrijven van het ‘raamwerk’ voor court excellence: dat wil zeggen het feitelijke model. Bij het schrijven van dit stuk heb ik zoveel mogelijk gebruik gemaakt van mijn Nederlandse ervaring op dit vlak, evenals hetgeen ik als discussiestuk reeds ontwikkeld heb voor een de werkgroep kwaliteit van de CEPEJ (CEPEJ-GT-QUAL). De belangrijkste les die ik hierbij heb geleerd is om het model vooral zo eenvoudig mogelijk te houden, flexibel te laten zijn en praktisch toepasbaar te maken.
1
Na diverse uitwisselingen van stukken – ter becommentariëring – in de afgelopen maanden, is in juni het eerste concept-document gepresenteerd tijdens een bijeenkomst in Singapore met alle deelnemers aan het project. Het leuke van de bijeenkomst was dat het concept-model dat ik had ontwikkeld voor de Amerikanen van het National Center for State Courts een blik van herkenning gaf. Vooral omdat ze de set van ‘Courtools’ (een lijst met praktische instrumenten om de kwaliteit en prestaties van gerechten te verbeteren), nog nooit in een kader hadden gezet. Dit bleek met het concept-raamwerk voor court excellence wel mogelijk te zijn. Gedurende de bijeenkomst werden de verschillende concept-documenten besproken en van commentaar voorzien. Daarnaast werd een plan van aanpak opgesteld om het model te verbeteren en te bezien welke stappen ondernomen moeten worden om het wereldwijd bekend te maken. Het is de bedoeling dat een volgende versie gereed is voor een tweede bijeenkomst die zal worden georganiseerd door het National Center for State Courts en het Federal Judicial Center in Washington (november 2007). Tijdens deze bijeenkomst zal het model aan een groter publiek worden gepresenteerd, mede met het oogmerk om de bekendheid van dit initiatief te vergroten en steun te verkrijgen voor de implementatie van het model. Inmiddels heb ik samen met een collega van de Wereld Bank het stuk rond het raamwerk voor court excellence herschreven. Om een blik te geven hoe dat raamwerk er op dit moment uitziet, heb ik hiernaast er een afbeelding van geplaatst. Het zal waarschijnlijk niet het definitieve model zijn. Dit is mede afhankelijk van de uitkomsten van de tweede bijeenkomst in Washington. Voor de communicatie en verspreiding van informatie rond het raamwerk, zal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van het internet. Inmiddels zijn al vijf domeinnamen gekocht (courtexcellence.com, courtexcellence.org, courtexcellence.com, court-excellence.net en court-excellence.org), die gebruikt kunnen worden voor de ontwikkeling van een website. Hierbij ligt het initiatief vooral bij het Federal Judicial Center en het National Center for State Courts. Beide organisaties geef ik mede suggesties hoe een dergelijke website het beste zou kunnen worden opgezet. Werkbezoeken aan zittingen van het Singapore Subordinate Courts en de Surpreme Court van Singapore (vooral veel e-justice!) De bijeenkomst in Singapore (27 tot en met 30 juni 2007) waren een mooie gelegenheid voor de deelnemers om de gerechten van Singapore van binnen te bekijken. Zo hebben we twee zittingen bijgewoond van de Supordinate Courts en een bezoek gebracht aan een testruimte voor ‘e-justice’ applicaties. In de laatstgenoemde ruimte worden nieuwe software applicaties uitgetest die benut
2
kunnen worden binnen het gerecht ten behoeve van rechters en ondersteuning of om de communicatie met de gebruikers van het gerecht te vereenvoudigen. Eén van de ontwikkelingen waaraan op dit moment gewerkt wordt (en reeds wordt toegepast!) is een applicatie waarmee informatie (onder meer documenten) met behulp van mobiele telefoons tussen een cliënt en het gerecht kan worden uitgewisseld (inclusief videoconferencing!. Dit onder de noemer justiceonline.3G. Zie voor informatie: http://www.justiceonline.com.sg/main. Een andere toepassing dat getest wordt is spraakherkenning als middel om vonnissen sneller uit te werken. Voor de betaling van boetes die gerelateerd zijn aan verkeersovertredingen is er overigens al een soort ‘pin-automaat’ dat bij de hoofdingang van het gerecht is geplaatst, waar overtreders direct hun boetes kunnen voldoen (ook met andere informatiezuilen in de stad, kunnen de verkeersboetes worden voldaan of via het internet (https://atoms.subcourts.gov.sg/atoms). Wanneer de overtreders dit systeem gebruiken – in plaats om naar de zitting te komen – worden zijn ‘beloond’ met een korting op de boete. De eerste zitting die wij hebben bijgewoond was een zaak waarbij een persoon iemand had mishandeld; de tweede was een zitting met betrekking tot het uitzetten van illegalen (veel illegale werknemers in de bouw in Singapore zijn afkomstig uit China, Indonesië, India). Met name de laatste zitting was – ondanks het hoge ITgehalte van het Subordinate Court – illustratief voor de werkwijze van de rechters uit Singapore. In één gedeelte van de zittingsruimte zaten de illegalen in een soort kooi opgesloten (mannen en vrouwen; ongeveer 40 illegalen). In een rap tempo werden de zaken van deze personen één voor één afgehandeld, waarbij de officier van justitie een voor mij niet geheel heldere rol vervulde, rechtsbijstand afwezig leek te zijn (er was wel iemand aanwezig die de uitspraken en eisen van de rechter en officier vertaalde) en de opgelegde straffen voor illegale arbeid niet mals waren. Veelal celstraffen (altijd) combineerd met lijfstraffen (‘caning’). Met name vanwege het laatste (en door het instand houden van het systeem van de doodstraf) heeft Singapore een slechte reputatie op het gebied van mensenrechten (onder meer bij de Raad van Europa). De lijfstraffen (waarvan vrouwen, kinderen en mannen boven de vijftig jaar worden uitgezonderd) variëren van enkele slagen (‘strokes’) tot en met het maximum van 24 slagen. De slagen worden uitgevoerd met behulp van een soort bamboe stok (maar dan flexibeler), welke gedoopt wordt in water en een anticeptisch middel (om maximale flexibiliteit en slagkracht te verkrijgen). De slagen (uitgevoerd door een bewaker getraind in de japanse vechtkunst (‘martial arts’) worden met precisie uitgevoerd op het achterste gedeelte van het lichaam. De gedetineerden zijn vaak weken na de voltrekking van de straf niet in staat om te zitten en veelal houden ze er blijvende littekens aan over... Het tweede bezoek betrof een rondleiding in het gebouw van de Hoge Raad. Het nieuwe gebouw van de Hoge Raad – een futuristisch uitziend gebouw met een soort ‘ufo’ op het dak – is officieel geopend in 2006. In de ‘ufo’ zijn de werkvertrekken van de rechters gehuisvest, evenals de zittingsruimte van het ‘court of appeal’. Saillant detail in deze ruimte is een ‘timer’ (een soort tijdsklok), waarop de maximale spreektijd van een advocaat is af te lezen (vijftien minuten...). Deze timer loopt terug en geeft aan wanneer de spreektijd van een
3
advocaat om is. Andere ‘snufjes’ in het gebouw zijn de geavanceerde videoconferencing technieken ingebouwd in de zittingszalen. Zo is er bijvoorbeeld een enorm beeldscherm geplaatst, waarbij verschillende beelden simultaan kunnen worden gepresenteerd (van beelden binnen en buiten de zittingsruimte en waarbij bewijsmateriaal (in strafzaken) uitvergroot kan worden getoond). Voor advocaten bestaat de mogelijkheid om hun laptop in de zittingszaal direct in te loggen in het netwerk van het gerecht. Overal is er (gratis) draadloos internet (ook voor de bezoekers) beschikbaar. Voor de advocaten is er een bijzonder informatiesysteem beschikbaar voor het op de hoogte stellen van hoeveel tijd men moet wachten voordat een zitting begint. Met behulp van een computersysteem in de hal van het gerecht kunnen advocaten informatie verkrijgen over bijvoorbeeld het feit dat een voorafgaande zitting is uitgelopen (en hoe lang dat gaat duren). Middels een SMSberichtensysteem worden ze op de hoogte gebracht wanneer hun zitting gaat beginnen. Hierdoor zijn advocaten goed op de hoogte van de (kostbare) wachttijd en kunnen zij – wanneer zittingen lang uitlopen – in de tussentijd (elders) werken. Naast videoconferencing technieken en hulpmiddelen voor de advocatuur, heeft de Hoge Raad (en de andere gerechten) ook geavanceerde software ter beschikking met betrekking tot elektronische dossiers en het managen van zaken. Zie: https://www.efs.com.sg/efsapp/pfk/PfkMainServlet?pContents=/efs/frontend/EFSLog in.jsp&pAction=FIRST&pPortalId=EFSWEB. Wat betreft de ‘state of the art’ op het gebied van e-justice zou ik dan ook iedereen willen aanraden die hierin is geïnteresseerd een kijkje te nemen in de gerechten van Singapore. Singapore Singapore is een mengelmoes van verschillende culturen. Het kruispunt waar de Oosterse cultuur, de cultuur uit India, Australië en de Westerse cultuur elkaar ontmoeten. Het is een schone en veilige stad. Niet zo verbazingwekkend, gelet op de torenhoge boetes die kunnen worden opgelegd (bijvoorbeeld voor fietsen op bepaalde delen van de straat: $ 1000,- singapore dollars (€ 500,-). De temparatuur is tropisch: constant een gemiddelde van 30 graden Celsius en een hoge luchtvochtigheid). Het land bestaat uit vier eilanden die ieder een eigen bestemming kennen: een eiland waar de Changi luchthaven is gebouwd, een eiland waar de derde grootste olieraffinaderij ter wereld is gevestigd, het vaste land met de stad en een vakantieeiland (Sentosa); op het laatstgenoemde eiland zijn tropische stranden te vinden, hotels en attractieparken. In de stad zelf zie je dan ook de weerspiegeling van de verschillende culturen terug. Zo is er ‘little China’ (een wijk met uiteraard veel chinese winkeltjes en restaurantjes), ‘little India’ (de minst ‘opgeruimde’ wijk, met kledingwinkeltjes, specialiteiten uit India, Indiase restaurantjes, Boudhistische tempels, etc.), het financiële centrum van Singapore (bij de oude havens in de stad) en een gebied met oude koloniale huizen (uit de tijd van de Britten, inclusief het fameuze en peperdure ‘Raffles’-hotel). Daarnaast kent Singapore veel winkels en winkelcentra. Ontelbaar veel. De inwoners van Singapore houden van winkelen en dat laten ze zien ook. Er zijn zoveel winkels dat zelfs de Amerikaanse experts hun verbazing erover uitspraken (dat er meer winkels zijn te vinden op zo’n klein oppervlak, dan in Amerikaanse steden).
4
Vakantietijd Na de laatste missie naar Singapore eind juni, is bij de Raad van Europa de vakantietijd aangebroken. Tijd voor de laatste voorbereidingen rond de elektronische vragenlijst en het schrijven van enkele hoofdstukken voor (conferentie)boeken. Twee ervan ik reeds kunnen afronden. Eentje voor een conferentieboek ‘Corruption and Democracy’. Het betreft een hoofdstuk over de integriteit van rechters en officieren van justitie. Het tweede hoofdstuk is bestemd voor een boek ‘publieke en private rechtspraak’ (naar aanleiding van een gehouden cursus in Dubrovnik (mei 2007), waarin ik een beschrijving geef over de ontwikkeling van de CEPEJ in het bijzonder in relatie tot het evalueren van rechtstelsels in Europa. Pim Albers Special Advisor of the CEPEJ Mail:
[email protected] Straatsburg, juli 2007
5