beperkt houdbaa r flexwer kers
aan het woord
meer koopkracht en echte banen boekje flexwerk.indd 1
1/20/15 2:18 PM
2
boekje flexwerk.indd 2
1/20/15 2:18 PM
inhoud colofon
COLOFON
inhoud
Beperkt houdbaar is een uitgave van FNV. Onze speciale dank gaat uit naar alle uitzendkrachten van RVO.nl die hun verhaal met ons wilden delen.
1 INLEIDING 5 “Niet zo nodig een vaste baan”? 2 WERK EN ONZEKERHEID 7 de flexwet nu en straks 3 ONZE EISEN 15 HET KAN OOK ANDERS 4 DE TOEKOMST? 19 tot slot
Tekst Marcel Nuyten Vormgeving takeadetour.eu i.s.m. Rosa Mathijssen Illustraties Minke Koopman (Eind)redactie nice-shirt.nl Drukwerk Boom+Verweij, Mijdrecht
3
boekje flexwerk.indd 3
1/20/15 2:18 PM
‘92% van de jongeren tot 35 jaar wil gewoon een vast contract.’
4
boekje flexwerk.indd 4
1/20/15 2:18 PM
1 inleiding "niet zo nodig een vaste baan"?
Bij de Rijksoverheid werken momenteel zo’n 120.000 mensen. enkele duizenden1 van hen werken op flexbasis: als uitzendkracht, payroller of gedetacheerde. Ze doen hetzelfde werk als hun ‘vaste’ collega’s, zonder de voordelen te genieten van een vast contract. sommige flexers werken inmiddels al 6 jaar in dezelfde functie bij het Rijk. Het Rijk is niet de enige plek waar we langdurige tijdelijke krachten tegenkomen: ook gemeenten, bedrijven en het onderwijs zijn grootafnemers van het uitzendbureau. Volgens de ABu (branchevereniging voor uitzendondernemingen) is het simpelweg een kwestie van het bij elkaar brengen van vraag en aanbod: werkgevers maken graag gebruik van tijdelijke krachten, en de jongeren van nu hoeven niet zo nodig een vaste baan.
hartstikke flexibel en inzetbaar op meerdere activiteiten, maar zekerheid krijgen ze niet. een huis kopen? Zelf investeren in professionele ontwikkeling? een gezin stichten? Voor de flexwerkers van nu zijn dit risicovolle beslissingen. Zij hebben geen direct zicht op een echte toekomst: iets waarvoor we ons allemaal zouden moeten schamen.
Onderzoek wijst echter iets anders uit: 92% van de jongeren tot 35 jaar 2 wil gewoon een vast contract. Al eerder, in 2013 en 2014, werd er door payrollers gericht actie gevoerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en Rijkswaterstaat. Met succes: zij zagen hun jarenlange trouwe dienst beloond met een vaste aanstelling. De payroll-actievoerders motiveerden hun uitzendkrachtcollega’s bij RVO.nl om ook op te komen voor zichzelf en hun toekomst en hun verhaal met FNV te delen. Vanuit het hele land stroomden de verhalen bij ons binnen.
De wet Werk en Zekerheid, oftewel de nieuwe Flexwet, beoogt flexwerkers meer zekerheid te bieden dan de vorige Flexwet, die hetzelfde doel had. in dit boek gaan wij op zoek naar de betekenis en de waarde van zekerheid. Hoe vertaalde de vorige Flexwet zich naar de praktijk en wat kunnen we daarvan leren? Wat houdt die ‘nieuwe zekerheid’ precies in? en hoe zien de tijdelijke krachten bij RVO.nl hun toekomst? We bieden ruimte aan de verhalen van flexers en we zetten ons eisenpakket uiteen. Want zoals het nu gaat, is Gewoon Geen Goed Werk. en dat moet veranderen.
Die verhalen staan niet op zichzelf. Overal in werkend Nederland komen we jonge mensen tegen die al jaren via een uitzend- of flexbaan in dienst zijn. Ze zijn enthousiast,
1
Door FNV berekende en vastgestelde cijfers. De overheid geeft helaas geen openheid van zaken over de exacte aantallen.
2
Dit geldt voor zowel de groep 18-25, als 26-35 jaar. Onderzoek in opdracht van FNV jong ten behoeve van het ReFlexlab 2014-2015.
5
boekje flexwerk.indd 5
1/20/15 2:18 PM
KETEN Bij een gewone werkgever hebben we te maken met andere ketenbepalingen.
Oude situatie • Bij een gewone werkgever is geen sprake van een fase-A-periode zonder zekerheden en uitsluiting van rechten. • De werknemer krijgt maximaal 3 contracten van elk maximaal 1 jaar, in maximaal 3 jaar tijd. Dat kunnen dus 3 jaarcontracten zijn, maar ook 3 contracten van elk een halfjaar. • Na die periode wordt de werknemer een vast contract aangeboden.
oude flexwet
4
• Bij een gewone werkgever is geen sprake van een fase-A-periode zonder zekerheden en uitsluiting van rechten. • De werknemer krijgt maximaal 3 contracten van maximaal 8 maanden, in maximaal 2 jaar tijd. Dat kunnen dus 3 contracten van elk 8 maanden zijn, maar ook 3 contracten van elk een halfjaar. 3 • Na die periode wordt de werknemer een vast contract aangeboden.
(situatie tot 1 juli 2015)
fase a: 1,5 JAAR fase B: 2 JAAR
nieuwe flexwet fase a: 1,5 JAAR
nieuwe situatie
opnieuw fase b ^ ONDERBREKING VAN 3 MAANDEN
(na 1 juli 2015)
fase B: 4 JAAR (MAXIMAAL)
fase C VAST
^ ONDERBREKING korter dan 6 MAANDEN
voorbeeld uitzendkracht (MOGELIJKE UITWERKING IN DE PRAKTIJK) fase a: 1,5 JAAR
fase B: 4 JAAR
fase a: 1,5 JAAR
?
^ ONDERBREKING langer dan 6 MAANDEN
3
Op deze hoofdregel kunnen uitzonderingen in de cao van toepassing zijn, afhankelijk van sector en specifieke functies.
Tot en met 18 jaar zijn altijd tijdelijke contracten mogelijk.
6
boekje flexwerk.indd 6
1/20/15 2:18 PM
2 WERK en onzekerheid de flexwet nu en straks
Op 1 juli 2015 wordt de nieuwe ketenbepaling voor uitzendkrachten in de Flexwet van kracht. Eerder was het zo dat een uitzendkracht in fase B (zie kader hiernaast) bij één werkgever maximaal 8 tijdelijke contracten kon krijgen in maximaal 2 jaar tijd. Bij een onderbreking van 3 maanden of langer begon de keten opnieuw; bij een onderbreking korter dan 3 maanden werd er doorgeteld. In totaal kon een uitzendkracht dus 3,5 jaar op tijdelijke basis werken. Tenminste, zolang er geen onderbreking was van 3 maanden. Anders kon de keten gewoon opnieuw beginnen (en kwam de flexkracht in een zogeheten draaideurconstructie terecht).
uitzendkrachten. De vraag is echter of en hoe de uitzendbureaus en de inlenende werkgevers dit op zullen pakken. Zijn zij werkelijk bereid om flexibiliteit met meer zekerheid voor de uitzendkracht te bieden?
Vanaf 1 juli wordt fase B verruimd van 2 naar 4 jaar en mag een flexwerker in totaal 6 contracten krijgen binnen maximaal 4 jaar. Fase A blijft 78 weken. De onderbrekingstermijn wordt met 3 maanden verlengd: de keten kan in de nieuwe situatie pas opnieuw beginnen na een onderbreking van minimaal 6 maanden. De totale duur van een uitzendovereenkomst (fase A en B) kan daarmee 5,5 jaar worden.
Ook de vorige Flexwet had tot doel om flexwerkers zekerheid te geven, maar de praktijk bleek weerbarstig. Het kwam veelal hierop neer: een uitzendkracht start in fase A (duur: 78 weken), wordt ingewerkt en opgeleid, stroomt door naar fase B (duur: nu nog 104 weken), en komt daarna – met al zijn opgedane kennis en kunde – op straat te staan. Waarom? Omdat doorstroom een vast contract in fase C betekent. En de kans dat een uitzendbureau een bepaaldetijder een vast contract geeft, is uitermate klein. De uitzendbranche geeft hieromtrent helaas geen cijfers vrij; volgens een eigen berekening van FNV stromen per jaar niet meer dan 1000 flexkrachten door naar fase C.
Fase B wordt dus langer, maar het aantal contracten wordt minder. Hiertoe is door werkgevers, vakbonden en de overheid besloten in de veronderstelling dat het zal leiden tot langere (tijdelijke) contracten en meer zekerheid voor
4
In de ABU-cao (geldt voor de meeste uitzendbureaus) was fase A altijd 78 weken. In de NBBU-cao (die voor een aantal uitzendbureaus geldt)
was het altijd 104 weken. Dat wordt in beide cao’s 78 weken.
7
boekje flexwerk.indd 7
1/20/15 2:18 PM
‘Bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt grif gebruikgemaakt van de “draaideurconstructie”.’ 5
10 %, t.o.v. 16,4 % van werknemers met een vast contract. Bron: ITS OpleidingsMonitor Flexbranche 2012
8
boekje flexwerk.indd 8
1/20/15 2:18 PM
Flex sinds 2006! “In 2006 ben ik gestart in fase A. Vervolgens ben ik doorgestroomd in fase B, lag ik er 3 maanden uit, mocht ik terugkomen in fase B, lag ik er opnieuw 3 maanden uit, en mocht ik weer terugkomen in fase B. Ik heb altijd dezelfde reguliere werkzaamheden bij dezelfde inlener [werkgever] verricht. Nu geeft het uitzendbureau aan dat wanneer mijn huidige fase-B-contract in oktober eindigt, we deze situatie niet langer voort kunnen zetten. Eventueel mag ik na een onderbreking van 6 maanden opnieuw beginnen in fase A, tegen een beginsalaris.”
Flex sinds 2009!
Vaker echter, keert de uitzendkracht na 3 maanden onderbreking terug op zijn oude werkplek. Soms is hij gebeld door bijvoorbeeld zijn leidinggevende, soms is hem van tevoren al door het management een mondelinge toezegging gedaan dat hij na zijn onderbreking gewoon terug mag komen. Hoe het ook zij; de flexwerker start weer als een ‘verse’ uitzendkracht met het bijbehorende, lagere loon.
“Het doet me veel. Ik sta al jaren stil in mijn ontwikkeling omdat er voor uitzendkrachten geen opleidingsbudget is. Ik durf het niet aan om zelf mijn opleiding te financieren, omdat ik geen baanzekerheid (en dus geen inkomenszekerheid) heb. Door mijn status als uitzendkracht kan ik geen huis kopen. En tot slot durf ik op mijn afdeling ook niet meer mijn nek uit te steken voor verandering, omdat ik bang
Het wetsvoorstel Werk en Zekerheid, zoals de Flexwet eigenlijk heet, is bedoeld om de rechtspositie van flexwerkers te verbeteren. De overheid wil een betere balans tussen zekerheid en flexibiliteit. Immers, flexwerkers hebben geen ontslagbescherming en zijn het eerste waarop bezuinigd wordt in tijden van economische tegenslag. Dat feit heeft natuurlijk ook gevolgen voor hun privésituatie. Wie een tijdelijk contract heeft, krijgt geen hypotheek. En voor wie geen opleidingsbudget is – werkgevers investeren fors minder in de scholing van werknemers met een contract voor bepaalde tijd5 – is de kans op professionele ontwikkeling veel kleiner. Langdurig flexibele werknemers hebben ook minder carrièreperspectieven dan vergelijkbare vaste werknemers en doen vaker een beroep op de WW6.
ben dat dat weerstand oproept en mijn contract niet verlengd zal worden.”
Flex sinds 2005! “In september 2005 ben ik begonnen als uitzendkracht bij wat nu RVO.nl heet. Ik heb de fases A tot en met C doorlopen en zat de laatste 7 jaar op een vaste
Je zou verwachten dat de overheid, die niet alleen zorg draagt voor beleid maar er ook op toeziet dat dit correct wordt uitgevoerd en toegepast, een voorbeeldfunctie heeft. Echter, bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), op 1 januari ontstaan uit een fusie van Dienst Regelingen en Agentschap NL, wordt grif gebruikgemaakt van de ‘draaideurconstructie’. FNV ontving vanuit het hele land casussen van diverse uitzendkrachten bij RVO.nl die binnenkort de straat op draaien. Sommige van hen werken er al jaren.
afdeling. Je zou dus kunnen zeggen dat ik al jaren structureel werk aan het uitvoeren ben. Het vervelende is dat er zelfs na zo’n lange tijd geen mogelijkheid wordt geboden voor een vaste aanstelling. Na elk contract van een half of een heel jaar, is het maar weer afwachten of we een nieuw contract krijgen en voor welke duur. We zitten dus na elk aflopend contract weer in spanning.”
6
Bron: Beleidsdoorlichting Arbeidsverhoudingen en –voorwaarden, tijdvak 2008-2012, artikel 1 van de begroting van het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, jaartal onbekend.
9
boekje flexwerk.indd 9
1/20/15 2:18 PM
Flex sinds 2010!
“Ik zit niet in een draaideur, maar thuis op de bank. Afgelopen januari liep mijn uitzendcontract van 3,5 jaar af en kwam ik in de WW terecht. Mijn voormalige teammanager wil mij terug hebben voor een project waarvoor momenteel een vacature openstaat. Ik heb de kennis en de vaardigheden en ik kan direct aan de slag, zonder inwerkperiode. Ik wil graag werken, al is het maar tijdelijk. Maar ik word niet aangenomen – ter voorkoming van nieuwe draaideurgevallen.”
Flex sinds 2006!
Uit de casussen ontstaat een beeld dat haaks staat op de kernwaarden die het ministerie van Economische Zaken zichzelf toedicht: Het ministerie van Economische Zaken voor een ondernemend, duurzaam Nederland.7 Want: • mensen die graag willen werken, moeten met gedwongen verlof; • mensen met de kennis en ervaring om hun werk snel, effectief en efficiënt te kunnen doen, worden na 3 jaar vervangen door nieuwe medewerkers die dan nog ingewerkt moeten worden;
“Het frustrerende is dat ervaren en goed ingewerkte medewerkers weggestuurd worden, terwijl de werkzaamheden blijven. Elk jaar worden er ‘verse’ uitzendkrachten aangenomen, puur ter vervanging van de medewerkers die eruit moesten. Het duurt 1,5 jaar voor deze uitzendkrachten volledig opgeleid zijn en
• zwangerschapsverloven worden gezien als handige periodes voor een ‘sabbatical’;
minimaal op een goed niveau zitten.”
• aanvankelijk gemotiveerde werknemers hebben het gevoel gefrustreerd te worden in hun ambities...
Flex sinds 2010! “Ik werk sinds 2010 op mijn huidige functie. Na 3 jaar moest ik er 4 maanden verplicht uit. Opvallend genoeg liep deze juridische noodzakelijke onderbreking gelijk aan de ingang van mijn zwangerschapsverlof. Mijn zwangerschapsverlof eindigde op 15 juni en op 17 juni trad ik weer in dienst.”
Flex sinds 2007!
“Aan de ene kant is de draaideurconstructie positief. Je hebt werk en je weet dat je je werk goed doet, omdat je terug mag komen. Aan de andere kant is het ook vaak frustrerend. Je moet eruit om te voorkomen dat je in een fase C komt, terwijl er nog veel werk is. De onzekerheid is niet fijn. Ik heb het idee dat ik stilsta terwijl de mensen in mijn omgeving progressie maken.”
7
Bron: www.rijksoverheid.nl/ministeries/ez
10
boekje flexwerk.indd 10
1/20/15 2:18 PM
Flex sinds 2009! “Ik ben ontzettend blij voor al mijn payroll-collega’s van CapitalP die net ambtenaar zijn geworden, maar het is voor mij ook heel dubbel. Velen van hen zijn in totaal korter in dienst bij RVO.nl dan ik. Dat maakt het heel zuur, ook omdat we allemaal op structurele functies zitten. We doen al jaren hetzelfde werk, hebben dezelfde manager en dezelfde feestdagen, alleen krijgen wij als uitzendkracht niet alle dagen uitbetaald omdat een uitzend-cao heel anders is dan een Arbeidsregeling Overheid. Dat is niet correct als je al bijna 4 jaar hetzelfde werk doet als je collega’s met een vast contract en ook hetzelfde wordt beoordeeld. Bij projecten in ontwikkelingslanden waar wij subsidie aan toekennen, leggen we de boel stil als we dit soort dingen constateren.”
• ...en kijken met gemengde gevoelens naar de loopbanen van collega’s; • wie kan solliciteren op zijn eigen functie, valt nogal eens buiten de boot;
Flex sinds 2006!
• de enkeling die nog een fase-C-contract krijgt, heeft dat te danken aan de vergeetachtigheid van een uitzendbureaumedewerker die de fase B niet tijdig heeft beëindigd. Maar ook fase C is niet zaligmakend, zo blijkt.
“Enkele jaren geleden moest ik er tijdelijk uit vanwege minder beschikbaar werk. Net nadat ik naar huis was gestuurd, kwamen er 3 vacatures vrij waarop uitzendkrachten mochten reageren. Dat deed ik meteen, maar ik werd niet uitgenodigd omdat ik in mijn verplichte verlof zat.”
Flex sinds 2006! “Toegegeven: fase C biedt meer vastigheid dan fase B. Maar mijn naaste collega’s en ik verkeren wel elk jaar opnieuw in onzekerheid. Er wordt per jaar bekeken in hoeverre wij nog ‘nodig’ zijn. We hebben dan ook telkens contracten van gemiddeld een jaar. Tegen de tijd dat zo’n contract weer afloopt, krijgen we, meestal 6 weken van tevoren, bericht of we kunnen blijven of niet. Dit levert behoorlijk veel stress op. Daarnaast hebben wij, sinds ongeveer een jaar, de vervelende taak om een aantal interne medewerkers in te werken op onze functies.”
11
boekje flexwerk.indd 11
1/20/15 2:18 PM
wat is een flexibele schil?
De nieuwe Flexwet stuit op dezelfde kwestie als de vorige: in hoeverre krijgen flexwerkers (meer) zekerheid? Wederom is de theorie erachter helder, maar het is nog maar de vraag hoe de wet in de praktijk zal worden toegepast door (uitzend)werkgevers. De (oude) Flexwet had tot nu toe een averechts effect: na 1,5 jaar (fase A) of 3,5 jaar (fase A&B) stonden uitzendkrachten op straat – definitief of middels een verlof van 3 maanden, waarna ze weer terug konden keren in fase B. Wordt dit anders onder de nieuwe Flexwet? Of betekent dit dat uitzendkrachten straks nog steeds na 1,5 jaar (fase A) of, in dat geval, zelfs na 5,5 jaar (fase A&B) op straat staan - wederom middels een ‘sabbatical’ die ditmaal een halfjaar duurt, of compleet zonder (uitzicht op) werk? Want als dát de praktische invulling van de nieuwe Flexwet is, wordt ‘tijdelijk’ alleen nog maar tijdelijker. en de nieuwe ontslagvergoeding (zie kader hiernaast) die als pleister wordt ingezet, dekt amper de wonde.
Bedrijven en organisaties hebben vaak behoefte aan tijdelijke, extra werknemers, buiten hun eigen vaste personeel om. Dit kan gaan om uitzendkrachten, gedetacheerden, payrollers en/of zzp’ers. Waar de medewerkers met een vast contract als de kern van een organisatie kunnen worden gezien, zijn de flexwerkers de zogeheten ‘flexibele schil’.
de transitievergoeding (de nieuwe ontslagvergoeding) Vanaf 1 juli 2015 hebben ook uitzend- en payrollkrachten na 2 jaar recht op een zogenaamde transitievergoeding. Die bedraagt een halve maandvergoeding per gewerkt jaar. Na 2 jaar is dat dus 1 maand extra loon. Na 5½ jaar betekent dat een ontslagvergoeding van 2¾ x het maandloon.
12
boekje flexwerk.indd 12
1/20/15 2:18 PM
1,9% 1,7% 2,3% 1,3% 2,3%
4,3% 5,3% 5,5% 65,1% 10,2%
aantal werkenden per contracttype 8 65,1% Werknemers, vaste arbeidsrelatie 10,2% Zelfstandigen zonder personeel 5,5% Oproep- of invalkrachten 5,3% Werknemers tijdelijk, uitzicht op vast 4,3% Zelfstandigen met personeel, meewerkenden 2,3% Werknemers tijdelijk geen vaste uren 2,3% uitzendkrachten 1,9% Werknemers overig tijdelijk 1,7% Werknemers tijdelijk (max. 1 jaar) 1,3% Werknemers vast, geen vaste uren
8
Bron: eBB 2012. Aantal werkenden per contracttype - Alle werkenden | Alle sectoren
13
boekje flexwerk.indd 13
1/20/15 2:18 PM
Flex sinds 2008!
“Ik word zó moedeloos van de manier waarop de overheid omgaat met tijdelijke medewerkers. […] De reden dat uitzendkrachten maar 3,5 jaar voor dezelfde werkgever mogen werken, is ter bescherming van de medewerker, zodat bedrijven de flexwerkers op een gegeven moment in vaste dienst nemen. De overheid maakt nu zelf schaamteloos misbruik van zijn eigen wet- en regelgeving.”
De Roemernorm De Roemernorm houdt in dat niet meer dan 10 % van de personeelskosten van (lokale) overheden mag worden uitgevoerd door externe medewerkers, waaronder bijvoorbeeld uitzend- en payrollkrachten, maar ook zzp’ers.
‘Structureel werk structureel invullen.’
Het Rijk blijft keurig onder die 10% van het aantal ‘externe’ ambtenaren en blijft bij de begrotingsbehandeling onder de Roemernorm. Alleen: klopt dit wel? Het lijkt erop dat de Rijksdienst geen cijfers produceert over alle voor het Rijk werkende werknemers. Alleen uitzendkrachten die rechtstreeks op het personeelsbudget drukken, worden meegeteld. Via andere begrotingsposten wordt echter via allerhande projecten ook personeel ingehuurd, veelal met flexcontracten. Op deze manier blijven deze externen buiten de cijfers waar de Roemernorm zich op baseert. Zie ook pagina 16: ’20.000 uitzendkrachten bij de Rijksoverheid’.
14
boekje flexwerk.indd 14
1/20/15 2:18 PM
3 ONZE Eisen
HET KAN OOK ANDERS
In mei 2014 maakte Lodewijk Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bekend de payrollconstructies bij het Rijk binnen 2 jaar volledig af te willen bouwen. Daarnaast werden de ontslagregels voor payrolling ten gunste van de werknemers verbeterd. Met de Roemernorm (zie kader hiernaast) lijkt er een frisse wind te waaien bij het Rijk. Maar daarmee zijn de problemen met tijdelijk werk en flexwerk niet opgelost. Nog steeds komen er bij het Rijk jaarlijks duizenden uitzend- en payrollkrachten, na jaren van prima werk, op straat te staan. Het uitzendbureau noch het Rijk gunt hen een normale vaste baan, terwijl het werk er wel is. Dit moet veranderen. Minister Blok, die over de Rijksdienst gaat, schrijft in zijn circulaire over de afbouw van payrolling bij het Rijk, d.d. 15-04-2014: “Uitgangspunt van het kabinet is dat structureel werk zoveel mogelijk structureel wordt ingevuld via een passende arbeidsrelatie”. De overheid wil misbruik van flexibele arbeid aanpakken. Met de herziening van de payrollconstructie gaf zij zelf het goede voorbeeld. Maar de FNV wil dat het Rijk meer doet. Het mag niet mogelijk zijn dat payroll- en uitzendkrachten na bewezen diensten op straat komen te staan. De overheid moet haar taak als rolmodel serieus nemen. Bij RVO.nl werken momenteel 758 externen op een totaal van 3360 fte’s. De flexibele schil bedraagt 22,5%: veel meer dan de Roemernorm. Daarom eisen wij dat in de cao Rijk de volgende afspraken worden vastgelegd. • Uitzendkrachten die langer dan 2 jaar een bepaalde functie uitoefenen, krijgen een vaste aanstelling als ambtenaar. Dat is in lijn met de circulaire van de Rijksoverheid over de afbouw van payrolling bij het Rijk d.d. 15 april 2014: “Uitgangspunt van het kabinet is dat structureel werk zoveel mogelijk structureel wordt ingevuld
9
via een passende arbeidsrelatie”, en: “het blijft mogelijk om werkzaamheden met een tijdelijk karakter te laten verrichten door uitzendkrachten”. Wanneer een functie 2 jaar bestaat, kan niet meer gesproken worden van tijdelijk werk en dan is de uitzendrelatie niet te beschouwen als een passende arbeidsrelatie. Wanneer de functie 2 jaar bestaat, of wanneer duidelijk is dat deze minimaal 2 jaar zal bestaan, wordt een (nieuwe) medewerker aangesteld als ambtenaar. Wanneer er sprake is van een ‘tijdelijk beroep op de arbeidsmarkt’ (ARAR9 artikel 6), kan dat een tijdelijke aanstelling zijn. • Alle uitzendkrachten die langer dan 2 jaar voor het Rijk werkzaam waren en van wie het contract in 2014 werd of in 2015 van rechtswege wordt beëindigd, worden opnieuw in dienst genomen. Wanneer zij dezelfde functie uitoefenen, krijgen zij een vaste aanstelling als ambtenaar. • Uitzendkrachten die voldoen en die na 2 jaar een uitzendrelatie verkiezen boven een aanstelling als ambtenaar, blijven bij de overheid werken, ook wanneer zij daardoor in fase C (vaste aanstelling bij het uitzendbureau) terechtkomen. De voorwaarden hiervoor moeten tussen werkgever en vakbonden worden overeengekomen.
ARAR: Algemeen Rijksambtenarenreglement
15
boekje flexwerk.indd 15
1/20/15 2:18 PM
Flex sinds 2007! “Het voelt dubbel. Ik wist waar ik aan begon. Dit is nu eenmaal wat uitzendkracht-zijn inhoudt en als ik dat niet wil, moet ik op zoek naar een andere baan. De verantwoordelijkheid ligt bij mezelf. Tegelijkertijd frustreert het me wel. Hoe hard managers ook zeggen dat ik er helemaal bij hoor; er zijn momenten dat ik een andere weg moet bewandelen dan mijn vaste collega’s, in geval van bijvoorbeeld voortgangs- en functioneringsgesprekken, de uitbetaling van feestdagen, en opleiding uiteraard.”
20.000 uitzendkrachten bij de Rijksoverheid Op basis van cijfers uit door Elsevier gedane WOB-verzoeken* om overzichten te verstrekken over externe inhuur bij alle ministeries, komen wij tot een berekening van 10.000 tot 12.000 fte’s aan uitzendkrachten bij het Rijk in 2010 en 2012. Daarmee voldoet het Rijk exact aan de Roemernorm. Op basis van eigen ingewonnen informatie bij ambtenaren, ondernemingsraden en kaderleden van vakbonden stellen wij vast dat er echter veel meer uitzendkrachten en medewerkers op payrollbasis werken bij het Rijk. De kosten daarvan zijn in veel gevallen verborgen kosten die onderdeel zijn van projectkosten en vallen niet uit de verstrekte cijfers te halen. Wij zijn dus aangewezen op cijfers uit de WOB-verzoeken en eigen onderzoek: exacte cijfers over aantallen uitzend- en payrollkrachten zijn er niet. Op basis van die cijfers en eigen onderzoek schatten wij het aantal uitzendkrachten en payrollkrachten bij het Rijk op +/- 20.000. *Elsevier verzocht in 2014 op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) alle ministeries om overzichten te verstrekken met informatie over externe inhuur over de afgelopen 7 jaar. De termijn van 7 jaar was gekozen omdat de wet voorschrijft dat dit soort gegevens minimaal 7 jaar moeten worden bewaard. Ondanks de wettelijke eis konden de 11 ministeries het verzoek niet inwilligen. Mede door een andere wijze van registreren en documenteren en een nieuw digitaal systeem, konden de ministeries alleen gegevens leveren over 2010, 2011 en 2012.
Payroll Bij een payrollconstructie komen werknemers in dienst van een payrollbedrijf en worden zij uitgeleend aan andere bedrijven. Die payrollbedrijven zijn meestal onderdeel van een onderneming die zowel aan uitzenden, payrollen, contracting, bemiddelen van zzp’ers enz. doet. Het zijn, kortom, specialisten in de inhuur van arbeid. Bijzonder bij payrollen is, dat de betrokken werknemers worden geworven via en solliciteren bij de inlenende onderneming, in dit geval de Rijksoverheid. Zij krijgen echter geen arbeidscontract bij de organisatie waar ze gaan werken, maar komen op de payroll van een payrollbedrijf. Consequentie is dat hun arbeidsvoorwaarden en rechtspositie beduidend minder zijn dan die van hun ‘vaste’ collega’s; in het geval van RVO.nl, de ambtenaren bij het Rijk. De payrollers vallen niet onder dezelfde cao als hun collega’s in vaste dienst; zowel praktisch als juridisch komt payrolling overeen met de inhuur van uitzendkrachten of gedetacheerden.
16
boekje flexwerk.indd 16
1/20/15 2:18 PM
Flex sinds 2007! “In de 7 jaar die ik nu bij RVO.nl heb gewerkt, heb ik een schat aan ervaring opgedaan en kon ik op verschillende functies binnen de organisatie terecht. Op mijn huidige plek mag ik in principe nog 2 jaar blijven. In principe. Want hoewel iedereen blij met me is en mijn expertise van belang is voor de organisatie, krijg ik geen toezegging en moet ik nu elke 3 maanden afwachten of er een verlenging voor me inzit. Ik koester elke keer de 3 maanden die ik krijg en houd er altijd rekening mee dat het zomaar kan stoppen. Ik wil niet dat als het slechte nieuws komt, het me overvalt. Ik kijk altijd om me heen voor ander werk, maar er zijn niet veel vacatures en daarnaast vind ik het gewoon fijn om voor RVO.nl te werken. Het is een geweldige organisatie en ik heb leuke collega’s. Ik hoef hier niet weg…“
• Binnen de Rijksoverheid wordt een flexpool ingericht, waarin zowel ambtenaren als uitzendkrachten die flexibel ingezet kunnen en willen worden, geplaatst worden. De afspraken hierover moeten tussen werkgever en vakbonden worden overeengekomen. • Alle uitzendkrachten moeten kunnen deelnemen aan hetzelfde rijksbrede aanbod van opleidingen en trainingen als hun collega’s die een vaste of tijdelijke aanstelling hebben. • Alle uitzendkrachten moeten aanspraak kunnen maken op een loopbaanbegeleidingsgesprek. Iedere medewerker heeft het recht om zichzelf te ontwikkelen. Middels een loopbaanbegeleidingsgesprek kunnen uitzendkrachten onderzoeken of en waar zij hun kansen op een vaste baan bij het Rijk, of elders, kunnen vergroten. Wij willen dat dit pakket onderdeel uitmaakt van de onderhandelingen over de nieuwe cao voor de Rijksoverheid.
Flex sinds 2005! “Als schaal-8-medewerker leg ik collega’s in schaal 9 en 10 uit hoe zij hun werk moeten doen. Ik heb geen kans op een interne opleiding, noch de mogelijkheid om door te groeien. De afgelopen 2 jaar heb ik veel meer verantwoordelijkheid op me genomen dan voor mijn huidige functie noodzakelijk is: van de
Daarnaast vragen wij de OR van RVO.nl, maar via hen ook andere ondernemingsraden binnen de Rijksoverheid, om zich in te spannen voor de positie van flexwerkers. Vaak zijn dat de collega’s die al jarenlang hetzelfde werk doen, maar daarvoor minder zekerheid en slechtere arbeidsvoorwaarden terugkrijgen. De OR kan dat doen door kritisch te zijn op inhuur van uitzendkrachten, waarop de raad adviesrecht heeft, maar ook door niet in te stemmen met plannen van werkgevers om een grote flexibele schil binnen de organisatie aan te houden. Wij vragen de OR en de werkgever om zich, vooruitlopend op de wijzingen in de cao, te conformeren aan de eisen die door ons worden gesteld en ook in die lijn te handelen.
1455 uren die een fulltime vaste medewerker hoort te draaien, heb ik er vorig jaar 1889 gewerkt. Dat zijn er 434 méér. Binnen mijn eigen unit word ik weliswaar gezien als senior, maar formele waardering is niet mogelijk omdat er geen formatieplaats voor is.”
17
boekje flexwerk.indd 17
1/20/15 2:18 PM
extra informatie Niet alle topeconomen delen dezelfde mening. ‘Flexibilsering van de arbeidsmarkt leidt niet tot meer banen’, aldus Alfred Kleinknecht, hoogleraar Economie en Innovatie van de TU Delft na 20 jaar onderzoek. ‘Bovendien is het slecht voor innovatie. En innovatie hebben we juist hard nodig als we ons huidige welvaartsniveau niet willen verliezen.’ Lees hier het artikel ‘Vijftig tinten flexibel’: http://www.npowetenschap.nl/nieuws/artikelen/2013/ december/Vijftig-tinten-flexibel.html
Flex sinds 2007! “De onzekerheid is een stagnerende factor in mijn persoonlijke leven. In mijn relatie rust de financiële zekerheid geheel op de schouders van mijn partner. Een huis kopen of een andere grote financiële investering, plannen voor de lange termijn of alleen al een langere vakantie behoren niet tot de mogelijkheden, omdat ik nooit weet hoe ik er tegen die tijd voor sta: ben ik werkloos, waar zit ik in mijn contractperiode?“
Flex sinds 2009! “Ik ben hoofdkostwinner van een gezin met 2 kleine kinderen, en we hebben een koophuis. Het niet zeker zijn van een vast inkomen levert veel stress op. Als mijn inkomen wegvalt of tot WW-niveau zakt, zullen wij financieel niet uitkomen met onze maandlasten. Ook op de werkvloer merk ik de gevolgen. Goed presteren en extra inzet brengen je niet verder. Ik heb periodes meegemaakt van veel overwerken, vakantiedagen opofferen en alles op alles zetten om bepaalde organisatiedoelen te behalen, zonder dat die inzet beloond werd. Dit geeft het demotiverende signaal dat het heel fijn is als je hard werkt voor de organisatie, maar je vooral niets terug moet verwachten. Zeker aan het einde van een contractperiode gaat dat ten koste van het plezier dat ik in mijn werk heb, en dat ebt ook weer door in mijn privéleven.”
‘de nederlander is de meest flexibele werknemer van heel europa.’
18
boekje flexwerk.indd 18
1/20/15 2:18 PM
4 de toekomst? Tot slot
Veel economen en werkgevers beweren dat de arbeidsmarkt flexibeler moet. FNV weet dat de Nederlander de meest flexibele werknemer van heel Europa is, en vindt dat de grens bereikt is. Niet alleen de toekomst van de Nederlandse flexwerker is in het geding, maar ook die van de Nederlandse (kennis)economie. Het moment waarop een langdurige uitzendkracht na het zoveelste tijdelijke contract definitief de organisatie verlaat, is het moment waarop een hele hoop kennis, kunde en expertise met haar mee de straat opdraait. RVO.nl is natuurlijk niet de enige organisatie met een draaideur. Schijnconstructies vind je overal. Nog wel. Binnen (lokale) overheden, het onderwijs en het bedrijfsleven is de draaideur een veel geziene manier om vaste contracten te ontwijken. Wij roepen de overheid op om zelf het goede voorbeeld te (blijven) geven aan de mensen en bedrijven wiens belangen zij behartigt en vertegenwoordigt. Met dit boek maakt FNV zich hard voor een economisch gezond Nederland, waarin voor eenieder die werkt, ruimte is voor een toekomst en een échte baan.
19
boekje flexwerk.indd 19
1/20/15 2:18 PM
boekje flexwerk.indd 20
1/20/15 2:18 PM