Inleeftwitter Kies een rol, geef commentaar en ga zo op zoek naar de verschillende kanten van een nieuwsbericht. Je kan vertrekken vanuit elk soort actualiteitsbericht (artikel uit de krant of van een krantenwebsite, nieuwsbericht op radio, tv, internetsite, …). Bij voorkeur kies je nieuws dat over een gebeurtenis in een ander werelddeel gaat, maar het kan ook over nieuws uit een ander Europees land gaan of zelfs iets dat vlakbij is gebeurd.
Praktisch
De leerlingen beluisteren/bekijken/lezen het bericht klassikaal.
Opdracht 1 Nu moet elke leerling een tweet formuleren waarin elk vanuit zijn/ haar rol reageert op het nieuwsbericht. Van zodra de tweet af is, mag elk dit door elkaar op het bord komen schrijven.
Leerlingen leven zich in, in de verschillende partijen die bij een nieuwsbericht betrokken zijn. Leerlingen zijn in staat om op een heldere manier een commentaar te formuleren.
Voor je het bericht leest/bekijkt/beluistert, geef je de leerlingen
Opgelet: een tweet mag maximum 140 tekens lang zijn
een rol. Ze moeten het nieuws volgen vanuit die rol.
(dit dwingt de leerlingen om naar de essentie van de reactie te
Leeftijd
2e, 3e en 4e graad.
• Een journalist uit België.
Na de 1e opdracht houdt de leerkracht een kort gesprek
Tijdsduur
1 lesuur.
• Een medewerker van een ngo/hulporganisatie die in dat land
met de klasgroep over de geformuleerde reacties. Het is de
Onderwijsvorm
Klassikaal, onderwijsleergesprek.
Klasopstelling
Gewone opstelling.
• Een minister van het land waarover het nieuwsbericht gaat.
een bepaalde rol op een bepaalde manier reageert. Het zet de
Materialen
Je kan een klassiek bord gebruiken of met een digibord werken.
• Een parlementslid van de oppositie van het land waarover
leerlingen aan om stil te staan bij de verschillende belevingen van
Doelstelling
Bronnen
nvt
Digitale links
www.twitter.com kan als voorbeeld dienen. Wat twitteren de kranten in ons land?
Mogelijke rollen zijn: • Een journalist van het land waarover het nieuws gaat.
actief is.
het nieuwsbericht gaat. • De Belgische minister van buitenlandse zaken. • Een persoon die zelf datgene meemaakt waarover het nieuwsbericht gaat. • De moeder of vader van iemand die datgene meemaakt waarover het nieuwsbericht gaat. • Een populaire zanger(es) of tv-figuur uit het land waarover het nieuwsbericht gaat. • Een willekeurige jongen of meisje van 15 uit het land waarover het nieuwsbericht gaat.
zoeken. Tegelijk zet het hen aan om creatief met taal aan de slag te gaan).
bedoeling dat de leerlingen bespreken waarom iemand vanuit
de verschillende betrokken partijen.
Opdracht 2 In een tweede opdracht, begint 1 leerling met het schrijven van een tweet. Dan mag iemand anders daarop reageren. Daarop kan weer een andere leerling reageren. Hier is het uiteraard wel belangrijk dat dit in juiste volgorde op het bord komt. De leerlingen bewaren hierbij de rol van de 1e opdracht. Na de 2e opdracht volgt opnieuw een klasgesprek. Hier kan je op zoek gaan naar de verschillen in reactie als men wel of niet
• Een willekeurige jongen of meisje van 15 uit België.
beïnvloed wordt door de eerdere reactie van iemand anders.
• Een willekeurige jongen of meisje van 15 uit Peru.
Je kan de link leggen naar de impact van de media, van politici,
• …
van andere partijen die de media bespelen op de perceptie bij
Je kan hier uiteraard zelf nog enkele rollen bedenken, rekening houdend met het onderwerp van het nieuwsbericht, de onderwerpen die in de klas al aan bod kwamen, de klasgroep, …
de gewone burger.
methodiek
1
Verloop methodiek
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Methodiek
7
Op een rapke door het nieuws! Methodiek
De kern van het nieuws spelenderwijs herhalen.
2
Verloop methodiek Dit is een verwerkingsoefening over de actualiteitsberichten
Je gebruikt best een zandloper of een wegtikkende klok zodat
die doorheen het voorbije trimester/schooljaar aan bod zijn
zichtbaar is hoeveel tijd er nog rest. Na deze 2 minuten geven
gekomen. Het is vooral een leuke manier om het geheugen op te
je leerlingen de stapel door aan groep B en is het aan hen om
frissen over de actualiteit die aan bod gekomen is.
namen en gebeurtenissen te raden. Als de laatste groep klaar is, gaat de stapel weer naar groep A. Je speelt verder tot de
Leerlingen kunnen een bondige omschrijving geven van een persoon of begrip. De leerlingen herinneren zich elementen van gebeurtenissen uit de actualiteit die eerder aan bod kwamen.
laatste kaart geraden is, dat is dan ook meteen het einde van
Telkens wanneer je tijdens een les aan de slag gaat met
de eerste ronde. Op het einde telt elke groep hoeveel kaarten ze
actualiteit, laat je de leerlingen opmerkelijke namen en/of
verzameld hebben. Deze score hou je bij. Tijdens het spel mogen
begrippen aanvullen op een lijst. Bij elke naam en begrip moeten
de leerlingen de lijst met korte uitleg raadplegen die ze tijdens de
ze in 1 of 2 zinnen uitleggen om wie en/of wat het gaat. Zo
voorbereidende fase hebben aangevuld. Ondertussen tikt de tijd
ontstaat er een lijst die je leerlingen later als geheugensteun
uiteraard wel verder.
kunnen gebruiken.
Leeftijd
Alle graden.
Tegen het einde van een bepaalde periode, bv. een trimester,
Tijdsduur
Ronde 2
1 lesuur.
schrijf je alle kernbegrippen en namen op gelijkuitziende kaartjes.
Je gaat verder met de groep die aan de beurt was. Verzamel en
Per kaart schrijf je 1 kernbegrip of naam.
schud alle kaarten. In deze ronde mag je enkel uitbeelden en
Onderwijsvorm Interactief spel. Klasopstelling
Iedereen moet ieders gezicht kunnen zien. Voor ronde 2 is het best dat de leerlingen kunnen rechtstaan.
Het spel
namen gaat als uit de 1e ronde, hebben de leerlingen al een idee
Verdeel de klassen in verschillende groepjes van elk 4 à
naar wie of wat ze op zoek moeten gaan.
Materialen
• Zandloper/chronometer. • Gelijk uitziende kaartjes.
5 leerlingen.
Op het einde van deze ronde tel je het aantal verzamelde kaartjes
Bronnen
Deze methodiek is geïnspireerd door het spel ‘Time’s Up’ van Repos Production.
Ronde 1 Schud de kaarten door elkaar en leg ze op 1 stapel.
Ronde 3
Digitale links
nvt
1 leerling van groep A krijgt de stapel kaarten met de antwoorden
Je gaat verder met de groep die aan de beurt was. Verzamel
naar beneden. De tijd gaat in van zodra de leerling de 1e kaart
en schud alle kaarten. In deze ronde mag je slechts 1 woord
omdraait. De leerling draait een kaart om en omschrijft wie of
gebruiken. Op basis hiervan moet de groep het antwoord raden.
wat er op de kaart staat zonder de naam zelf of een deel van de
Op het einde van deze ronde tel je het aantal verzamelde kaartjes
naam te gebruiken. De andere leerlingen van groep A moeten
bij het totaal van ronde 1 en 2 voor elke groep. De groep met de
raden om wie of wat het gaat. Van zodra de naam geraden is,
meeste punten heeft gewonnen!
klanken gebruiken (geen woorden). Aangezien het om dezelfde
bij het totaal van ronde 1 voor elke groep.
krijgt de groep de geraden kaart en mag de leerling een volgende kaart omdraaien. Raadt de groep het niet of geven ze een
Je kan in 1 of meerdere rondes de optie toevoegen dat de groep
fout antwoord, dan plaatst de leerling de kaart weer onderaan
kan “passen” als ze het antwoord echt niet vinden.
de stapel kaarten. Het is de bedoeling dat elke groep zoveel
Alle leerlingen mogen roepen dat de 2 minuten om zijn. Zolang er
mogelijk antwoorden verzamelt binnen de 2 minuten.
niemand roept, mag de radende groep doorgaan.
methodiek
Doelstelling
Voorbereidende fase
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch
8
Conflicten in de wereld Leer de verschillende conflicten kennen en ontdek dat de hele wereld betrokken is. Behandel elke maand een conflict in de les. Aan de hand van krantenartikels en via het internet verzamelen leerlingen informatie over het conflict. De leerlingen gaan op zoek naar landen die betrokken zijn, dit kan zijn via het inzetten van het leger, het leveren van hulpgoederen en materialen, ontvangen van vluchtelingen uit het conflictgebied…
Praktisch Doelstelling
Leerlingen kennen de conflicten over de wereld. Leerlingen weten dat er veel betrokken partijen zijn bij een conflict. Leerlingen zien verbanden tussen verschillende conflicten.
Laat je leerlingen de locatie van het conflict op een wereldkaart aanduiden en laat duidelijk verwoorden welke landen betrokken zijn bij het conflict. Een maand later bespreken de leerlingen een ander conflict.
Leeftijd
2de en 3de graad.
Je kan als variant ook een eerder besproken conflict uitkiezen.
Tijdsduur
Heel schooljaar, elke maand 1 lesuur.
Leerlingen geven kort de samenvatting weer van het gaande
Onderwijsvorm Klassikaal bespreken. Klasopstelling
Wereldkaart ophangen op de muur.
Materialen
Wereldkaart, touw.
Bronnen
nvt
Digitale links
• blanco wereldkaarten: www.travelportal.info/nl/ algemene-reisinformatie/kaartenrouteplanners/wereldkaarten/ blanco-kaarten-van-de-wereld. • conflictenteller: www.conflictenteller.nl
conflict, of er iets veranderd is en zo ja, wat er dan veranderd is. Leerlingen geven aan of er nieuwe landen bij betrokken zijn.
Een conflict onder de loep Hulpvragen om tot de kern te komen Waar gaat het conflict over? Wat is de oorzaak van het conflict? Wat is de aanleiding van het conflict? Wanneer is het conflict begonnen? Wat zijn de betrokken partijen? Hoe evolueert het conflict? Wie zijn de slachtoffers? Wie heeft de rol van ‘goede’ en van ‘slechte’? Wie werkt mee aan de oplossing? Kijk ook op p. 12, daar staat een handig ezelsbruggetje om tot de kern te komen.
conflictenteller Ken je de conflictenteller al? Kleur Bekennen heeft de Conflictenteller al eerder in the picture gezet, naar aanleiding van ons actua educatief dossier over het conflict in Mali. Maar de website verdient het om nog eens in de kijker te komen. De Conflictenteller is een online tool die informatie geeft over conflicten in bijvoorbeeld Kosovo, Somalië of Syrië. Alle nuttige informatie over het conflict vind je op de pagina’s. Daarnaast staan er ook filmpjes op, waarin de betrokken partijen de verschillende kanten van het verhaal belichten. Een team van conflictanalisten en experts uit de academische wereld houden de website en de inhoud up-to-date.
methodiek
3
Verloop methodiek
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Methodiek
9
Vergelijking journaal VTM en één Leerlingen kennen de structuur van een nieuwsoverzicht en kunnen deze kritisch vergelijken. Welke aspecten van het nieuwsbericht kan je vergelijken?
De leerkracht toont de verschillende nieuwsoverzichten en geeft
Leerlingen ontdekken de verschillende soorten inhouden van
enkele vragen mee aan de leerlingen. Mogelijke richtvragen:
het nieuws door onder andere naar het nieuws te kijken. Je kan
• In welke volgorde komen de verschillende items van het
hen ook aanzetten om verschillende kranten te vergelijken. De
nieuws aan bod?
Praktisch Doelstelling
• Is er een verschil in tijdsinvestering van een item tussen de Leerlingen kennen de structuur van een nieuwsoverzicht. Leerlingen kunnen verschillende overzichten met elkaar vergelijken. Leerlingen geven hun persoonlijke mening op een nieuwsbericht.
Leeftijd
2de en 3de graad.
Tijdsduur
1 lesuur.
Onderwijsvorm Individueel werken en klassikaal bespreken.
verschillende soorten inhouden komen vaak overeen met de verschillende katernen van een krant.
gina 11
verschillende overzichten? Waarom zou dit zijn?
Zie bijlage pa
• Kies een item. Welk overzicht geeft de meest duidelijke uitleg? Overloop de oefening klassikaal. De leerlingen verwoorden wat
Presentatie van het nieuws
er gelijk en verschillend is qua rangschikking van het nieuws,
Naast de inhouden kan je ook vergelijken op welke manier de
inhouden en tijdsbesteding. Ze wisselen uit en argumenteren aan
beide zenders het nieuws presenteren: wie brengt het nieuws?
de hand van hun vergelijking welke berichtgeving hun voorkeur krijgt.
• Nieuwsanker • Beeldverslag
Klasopstelling
Gewone opstelling.
Materialen
Opgenomen journaal VTM en ÉÉN van dezelfde dag.
Vragen die je kan gebruiken tijdens dit klasgesprek:
• Correspondent rechtstreeks live, dwz ter plaatse en live.
Bronnen
• Thesis ‘Actualiteit binnen het vak PAV: onderzoek en werkvormenpakket’, Greet Van Looveren en Rein Van Lier, promotor: R. Smet. Karel De Grote Hogeschool, 2006-2007. • Verhandeling ‘De evolutie van het journaal op de openbare omroep in Vlaanderen, Inhoudsanalyse van de periode 1987-2003’, Patricia Nelissen, promotor: Prof. Dr. K. Roe. Katholieke Universiteit Leuven, 2003-2004.
• Welk nieuws lijkt je betrouwbaar?
• Correspondent onrechtstreeks, dwz wel ter plaatse, niet live.
• Wat vond je te weinig of net voldoende aanwezig?
• Toespraak, conferentie, verklaring
• Welke nieuwsreporter sprak je het meeste aan?
• Interview in de studio
• Welke inhouden spraken je aan?
• Interview rechtstreeks, dwz ter plaatse en live.
Digitale links
• nieuws.vtm.be • www.deredactie.be/cm/vrtnieuws
• Interview onrechtstreeks, dwz wel ter plaatse, niet live.
Mogelijke varianten: • Vergelijk Karrewiet van Ketnet met het ÉÉN-journaal of VTM-nieuws. • Vergelijk een Nederlands en Belgisch nieuwsoverzicht.
• Studiogesprek, dwz dat er experten hun bijdrage leveren in de studio. • Foto’s, grafieken, geschreven tekst • Fragment, bv. uit een film, vorig nieuwsbericht,… • Carroussel
Wat is carrouss el
ni
euws? Dit is een reeks van korte nieuw sflashes die achtereenvolge ns worden be licht, maar wa de nieuwsleze ar r niet dieper op ingaat.
methodiek
4
Verloop methodiek
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Methodiek
10
Twee journaals vergelijken, mijn bevindingen. Deze nieuwsinhouden kwamen aan bod.
Datum van de berichtgeving:
Vink aan welke nieuwsinhouden jij gezien hebt. Wat ik ga vergelijken 1 Nieuwsinhouden: 2 Nieuwsinhouden: 3 Nieuwsinhouden: 4 Nieuwsinhouden: 5 Nieuwsinhouden: 6 Presentatie: 7 Presentatie:
Bron journaal: .......................
Bron journaal: .......................
P Economische en financiële berichtgeving P Godsdienst en religie P Rampen en ongevallen P Misdaad en gerechterlijk nieuws P Politiek en diplomatie P Milieuberichtgeving P Sociale zaken P Wetenschap, techniek en medisch nieuws P Opvoeding en onderwijs P Militaire en paramilitaire berichtgeving P Cultuur en media P Soft news P Sport P Vooruitblikken (verwijzingen naar andere programma’s)
8 Presentatie:
Betrouwbaarheid Wat sprak mij het meeste aan? Wat ontbrak er? Wat vond je goed?
Wat is soft news? Dit is de zachte kant van het nieuwsbericht, alles wat met de ‘interessante’ mens heeft te maken: van grappig, bizar tot ontroerend. Dit hoort er onder meer in thuis: mijn nota’s
10 Presentatie:
soft news
Wereldburgerschap in de klas: Actua
9 Presentatie:
11
News wall Methodiek
Maak een jaaroverzicht van actualiteit met artikels verzameld door leerlingen.
5
Ik heb goed geluisterd en geef mijn feedback
De leerlingen volgen heel het schooljaar het nieuws. Zij vullen met
Een optie om de luistervaardigheid van je klas te trainen is de
hun geselecteerde artikels het prikbord aan. Je kan het prikbord
klas op het einde feedback te laten geven: wat hebben ze
ook een leuke naam geven: ‘Actua geplakt’, ‘Actua in klas 4’,
gewaardeerd in de presentatie van de leerling? Elke rij in de klas
‘Het nieuws’, ‘Wall of news’ (in analogie met ‘Wall of Fame’) of
kan aan verschillende aspecten extra aandacht richten.
gewoon ‘News wall’.
1. Manier van spreken • Intonatie: Mijn klasgenoot legt juiste accenten in zijn/haar zinnen. • Tempo: Mijn klasgenoot spreekt te traag, te snel of juist goed.
verschillende domeinen: politiek, cultureel en socio-economisch.
• Contact met het publiek: Mijn klasgenoot kijkt de hele klas
Kijk bij methodiek 4 voor inspiratie uit andere domeinen. Tijdens de les presenteren de leerlingen hun artikels. Op het einde van hun presentatie hangen zij hun artikels op het prikbord. Op deze manier creëer je samen met je leerlingen een overzicht van de
goed aan. • Stem: Mijn klasgenoot spreekt duidelijk en articuleert goed. Mijn klasgenoot spreekt niet te stil en niet te luid. • Lichaamshouding: Mijn klasgenoot staat goed rechtop en
Leeftijd
2de en 3de graad.
actualiteit tijdens 1 schooljaar. Moedig leerlingen aan om artikels
Tijdsduur
Heel schooljaar lang. Elke week 20 minuten.
te vinden die indirect of direct invloed hebben op elkaar. Zo leren
2. Vorm
ze verbanden leggen tussen actua. Enkele voorbeelden:
Mijn klasgenoot gebruikt foto’s en beelden die zijn/haar verhaal
• Wat er politiek gebeurt, kan sociaal-economisch gevolgen
ondersteunen.
Onderwijsvorm Presentatie door 2 leerlingen.
heeft een ontspannen houding.
Klasopstelling
Een muur wordt vrijgemaakt in de klas om de artikels op te hangen.
Materialen
Wandprikbord, opdrachtenblad
• In de cultuursector verschijnen er satires van een actua.
• Wat is de boodschap die overgekomen is?
Bronnen
Thesis ‘Actualiteit binnen het vak PAV: onderzoek en werkvormenpakket’, Greet Van Looveren en Rein Van Lier, promotor: R. Smet. Karel De Grote Hogeschool, 2006-2007.
• Een kunstwerk werd gemaakt nav een herdenking van een
• Zijn de kernvragen duidelijk beantwoord?
Digitale links
nvt
hebben.
gebeurtenis of persoon.
3. Inhoud
• Ik heb verstaan dat … Heb ik dit goed verstaan?
Tijdens de presentatie kunnen de leerlingen het volgende vertellen: • De inhoud van het artikel. • Waarom ze het artikel gekozen hebben. • Wat hun gevoel was toen ze het artikel lazen. • Wat hun persoonlijke mening is over de gebeurtenis. Geef hen zeker mee hoeveel tijd ze krijgen om te presenteren. Hoe korter je het maakt, hoe meer ze zich uitgedaagd voelen om tot de kern te komen.
de billenbank
ud Hoe kunnen de leerlingen de inho atten? env van een artikel kernachtig sam ezelsbruggetje We geven graag een handig en. mee om tot de kern te kom neer? Wan r? Waa Wie? Wat? e manier? Waarom? Hoe? Op welk aal verstopt in Deze kernvragen zitten allem billen en de de billenbank: De W’s zijn de k. H van het ‘hoe’ vormt de ban
methodiek
De leerlingen selecteren artikels uit kranten en kunnen deze onderverdelen in verschillende domeinen: politiek, cultureel en socio-economisch. De leerlingen vormen hun mening bij actuele gebeurtenissen.
Duid elke week 2 leerlingen aan die 3 artikels selecteren uit 3
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch Doelstelling
Verloop methodiek
12
Bingospel Verloop methodiek
6
1. Maak bingokaarten met 12-25 vakjes. Schrijf in de vakjes woorden. Deze woorden kunnen begrippen uit
Praktisch Doelstelling
verschillende actuele onderwerpen zijn. Elke leerling kan Voorkennis activeren en lesstof herhalen.
Leeftijd
Alle graden.
Tijdsduur
0-30 minuten.
dezelfde bingokaart krijgen, maar je kunt ook verschillende bingokaarten maken. Dat maakt het spannender. 2. De leraar stelt vragen en de leerlingen strepen de goede antwoorden door op de kaarten.
Onderwijsvorm Klassikaal spel.
3. Wie eerst een rij, kolom of een volle kaart heeft, roept BINGO!
Klasopstelling
Gewone opstelling.
Materialen
Zelf bingokaarten ontwikkelen.
Voorbeeld: Thema ‘Verkiezingen’
Bronnen
Nascholing Lessius Mechelen (mei 2012) / De kracht van je stem! (de educatieve dienst van het Vlaams - Parlement).
Bingokaarten
https://bingobaker.com. Maak via deze link je eigen bingokaarten online. • Vul je titel in. In alle vakken kan je woorden schrijven schrijven. • Ontvink de checkbox: ‘The center square is a free space’ en je kan in het midden ook een woord typen. • Klik op ‘generate’. • Kopieer de url zodat je je bingo gemakkelijk terug kan vinden • Selecteer: 8 pagina’s met 1 kaart per pagina OF 4 pagina’s met 2 kaarten per pagina OF 2 pagina’s met 4 bingokaarten per pagina. • Vink aan: ‘Show bingo title’. ‘Include word list’ is optioneel. • Druk op ‘print’. Je bingokaarten verschijnen in een nieuw tabblad in pdf.
We hebben deze aangemaakt via www.bingobaker.com. We
Digitale links
In bijlage zitten de voorbeeld bingokaarten en de lijst van woorden. kozen voor ‘show bingo title’, ‘Include word list’ en ‘2 pdf pagina’s’ met ‘4 kaarten’.
Bingovragen • Wie bestuurt België? Antwoord: Federale regering • Als je niet verplicht bent om te gaan stemmen maar wel het recht hebt dat te doen, spreken we van ...? Antwoord: Stemrecht • Vanaf welke leeftijd mag je je stem uitbrengen bij verkiezingen? Antwoord: 18 jaar • De partijen schrijven in een tekst neer wat ze willen realiseren als ze aan de macht komen. Hoe heet die tekst? Antwoord: het partijprogramma • Hoe noemt men de lijst van mensen die willen verkozen worden? Antwoord: kandidatenlijst • Wie staat aan het hoofd van de federale regering? Antwoord: de eerste minister
gina 14-16
Zie bijlage pa
• Hoe noemt men de verplichting om je te melden bij
• Wie bestuurt Vlaanderen? Antwoord: de Vlaamse regering. • Hoeveel volksvertegenwoordigers zetelen in het Vlaams Parlement? Antwoord: 124 • De persoon bovenaan een kandidatenlijst noemen we een ... Antwoord: lijsttrekker • Het toestel waarmee je digitaal je stem uitbrengt is een ...? Antwoord: stemcomputer • Hoe noemt men de mensen die een stem uitbrengen bij de verkiezingen? Antwoord: de kiezers • Hoe noemt men de persoon onderaan de kandidatenlijst? Antwoord: een lijstduwer • Hoeveel ministers mogen er maximaal in de Vlaamse regering zitten? Antwoord: 11 • Wie staat aan het hoofd van de Vlaamse regering? Antwoord: de minister-president • Wat is de afgekorte naam voor volgende partij ... • CD&V Antwoord: Christen-Democratische en Vlaams • N-VA Antwoord: Nieuw-Vlaamse Alliantie • Wie bestuurt de gemeente? Antwoord: het college van burgemeester en schepenen • Om de hoeveel jaar moet je gaan stemmen voor de gemeente? Antwoord: 6 • Om de hoeveel jaar moet je gaan stemmen voor de provincie? Antwoord: 6 • Om de hoeveel jaar moet je gaan stemmen voor Vlaamse gewest? Antwoord: 5 • Om de hoeveel jaar moet je gaan stemmen voor België, het federaal parlement? Antwoord: 4 • Om de hoeveel jaar moet je gaan stemmen voor Europa? Antwoord: 5 • Hoe heet een stem waarbij je geen enkele kandidaat of lijst aanduidt op het stembiljet of de stemcomputer? Antwoord: een blanco stem • Wat is de partijkleur van Open VLD? Antwoord: Blauw
het stembureau op de verkiezingsdag?
• Wat is de partijkleur van Sp-a? Antwoord: Rood
Antwoord: de opkomstplicht
• Wat is de partijkleur van Groen? Antwoord: Groen
methodiek
Speel het bingospel met het thema ‘Verkiezingen’.
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Methodiek
13
Wereldburgerschap in de klas: Actua
bijlage Methodiek 6
14
methodiek
Wereldburgerschap in de klas: Actua
bijlage Methodiek 6
15
methodiek
Wereldburgerschap in de klas: Actua
bijlage Methodiek 6
16
methodiek
Werp een dobbelsteen Methodiek
Ontleed een krantenartikel en zoek de kern.
7
Verloop methodiek 1. Maak een lijst met vragen of opdrachten of stellingen die betrekking hebben op een krantenartikel. 2. Elke groep gooit de dobbelsteen en beantwoordt de vraag of bediscussieert de stelling die overeenkomt met het
Discussiëren over een krantenartikel.
Leeftijd
Alle graden.
Tijdsduur
30 minuten.
Onderwijsvorm Groepsbevraging. Klasopstelling
Kleine leerlingengroepjes van minstens 3 personen.
Materialen
Een dobbelsteen en een lijst met genummerde opdrachten.
Bronnen
Nascholing Lessius Mechelen (mei 2012).
Digitale links
Papieren kubus: nl.wikihow.com/ Een-papieren-kubus-maken.
gegooide nummer. Voorbeelden van lijst: Cijfer 1 Cijfer 2
Wie?
Waarover gaat het?
Ik ben onder de indruk van … omdat …
Wat?
Wanneer en waar heeft het
Ik ben het eens met … omdat …
plaatsgevonden? Cijfer 3
Wanneer?
Wie zijn de betrokken partijen?
Ik ben het oneens met … omdat …
Cijfer 4
Waar?
Hoe reageert de samenleving?
Op deze manier heeft het nieuws impact op mij …
Cijfer 5
Waarom?
Wat vind jij ervan?
Het nieuws gaat over …
Cijfer 6
Hoe?
Wat zijn de gevolgen van deze
Men zegt dat …
gebeurtenis, van dit nieuws?
Schrijf je vragen op de dobbelsteen of laat je leerlingen hun eigen actualiteitsdobbelsteen maken. (Blanco dobbelsteen zie volgende pagina.)
methodiek
Doelstelling
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch
17
methodiek
.com nl.wikihow
bijlage Methodiek 7
Wereldburgerschap in de klas: Actua
ken n kubus ma en. Een papiere /Een-papieren-kubus-mak
18
Taboewoordenspel Methodiek
Speel het woordenspel en oefen actuele begrippen in.
8
Verloop methodiek
Variatie
1. Vorm groepen van twee of vier leerlingen. Het doel is om
1. Laat een groep zelf kaarten maken met begrippen en
zoveel mogelijk woorden te raden. Elke groep gaat om de beurt.
taboewoorden. 2. Een andere groep voert de opdracht uit.
2. Eén groepslid krijgt een kaart met daarop een begrip uit de
Praktisch
actualiteit en taboewoorden. Het begrip uit de actualiteit
Deze blanco kaart kan je gebruiken om je taboekaarten
kan een persoon, land, uitspraak, gebeurtenis,… zijn. Het
te maken.
Doelstelling
Nieuwe actuele begrippen inoefenen.
Leeftijd
Alle graden.
bij naam te noemen. De taboewoorden zijn woorden die de
Tijdsduur
20 minuten aan het einde van de les.
leerlingen ook niet mogen gebruiken bij hun beschrijving van
groepslid moet dit proberen te omschrijven zonder het begrip
het begrip.
Onderwijsvorm Spel. Klasopstelling
Klassikaal of groepen van 2 of 4 deelnemers die elkaar uitdagen.
Voorbeeld:
Materialen
Kaarten met begrippen waaronder taboewoorden vermeld staan. Klok of zandloper.
Het te omschrijven woord = Mensenhandel
Taboewoorden: handel, slavernij, misdaad
Voorbeeld beschrijving: Het is een illegale economische
Bronnen
Nascholing Lessius Mechelen (mei 2012).
Digitale links
nvt
BEGRIP: TABOEWOORDEN: 1.
activiteit waarbij mensen andere mensen verkopen en kopen. 2.
3. Bij het startschot beschrijft de leerling het begrip voor zijn teamgenoten. Een andere leerling kan de tijd bewaken. Spreek
3.
met je leerlingen af hoeveel tijd ze krijgen om het te laten raden
het team het begrip raadt, wint het 1 punt. Opgelet: een leerling van een ander team staat achter de leerling die het begrip omschrijft. Als de leerling toch verboden woorden of taboewoorden gebruikt, laat hij/zij dit weten hij dit aan de klas. Het gevolg is dat het punt naar het andere team gaat. Ook verliest het team zijn beurt. De beurt gaat naar een ander team. Dit gebeurt ook als het radende team het antwoord niet binnen de gegeven tijd kan geven.
Wereldburgerschap in de klas: Actua
De groepsleden hun taak bestaat erin het woord te raden. Als
methodiek
(3 minuten is meestal ok). Hij gebruikt de taboewoorden niet.
19
Filtering Methodiek
Aan de hand van belangrijke begrippen leren leerlingen de inhoud van de tekst kennen.
9
Verloop methodiek 1. De leerlingen lezen individueel een artikel. Iedere leerling
5. Is er nog tijd? De klas mag verder filteren zodat ze tot één lijst
schrijft voor zichzelf de meest belangrijke woorden op uit
van sleutelbegrippen komen.
deze informatiebron. 6. Om te eindigen maken de leerlingen een woordwolk zodat ze 2. Daarna bespreken de leerlingen in duo’s of trio’s welke
Leerlingen halen belangrijke sleutelbegrippen uit een tekst. Leerlingen leren de chronologie van een verhaal te reconstrueren. Leerlingen leren aan de hand van sleutelbegrippen een uiteenzetting opbouwen.
Leeftijd
Alle graden.
Tijdsduur
20 minuten.
Onderwijsvorm Individueel, duo’s of trio’s. Klasopstelling
Gewone opstelling, met daarna de mogelijkheid van voorstelling.
Materialen
Interessante tekst, papier, eventueel internet om woordwolk te maken.
Bronnen
Nascholing Lessius Mechelen (mei 2012).
Digitale links
www.wordle.net
Aan de hand van de woordwolk zie je wat de interpretatie van
ook naar elkaar toe waarom bepaalde woorden kernwoorden
de leerlingen is over dit onderwerp.
zijn. 3. De leerlingen kiezen de kernwoorden van hun keuze waar zij het samen over eens zijn in een woordenlijst. Elk groepslid moet tijdens de klassikale presentatie argumenteren waarom hun groep voor bepaalde kernwoorden kiest. 4. Vervolgens vergelijken we klassikaal de lijsten van alle groepen.
Filtering betekent dat leerlingen op een
Maak je woordwolk • Ga naar www.wordle.net. • Klik op ‘create your own’. • Typ belangrijke woorden verschillende keren in. Zo verschijnen ze ook groter en vetter in je woordwolk. • Je kiest je vorm van je wordle: een wolk, bol, …
wat is filtering?
alternatieve manier een tekst lezen. Zij proberen de kernwoorden uit een tekst, artikel of verhaal te halen terwijl zij het lezen. Zo halen zij de begrippen uit de tekst die zij belangrijk vinden. Je kan als leerkracht aansturen op het aantal kernwoorden. Als je alle leerlingen individueel een vijftal kernwoorden op laat schrijven heb je meer kansen dat er woorden overeenkomen met medeleerlingen. Hebben je leerlingen het moeilijk om de kernwoorden uit de tekst te halen? De volgende leervraag kan hen helpen: Welke woorden heb je zeker nodig om de actualiteit over te brengen naar je klasgenoten? Afhankelijk van de lengte van het nieuwsbericht zal deze oefening langer of korter duren.
methodiek
Doelstelling
woorden de kernwoorden uit deze tekst zijn. Zij argumenteren
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch
de sleutelbegrippen rond een bepaalde actualiteit groeperen.
20
Een moodboard van de actualiteit Methodiek
Leerlingen laten hun impressies, emoties en bedenkingen de vrije loop.
10
Verloop methodiek
Hoe kan je een moodboard maken?
Leerlingen kiezen een gebeurtenis in de actualiteit dat hen erg
De grootte van een moodboard is meestal een A3 of een A2
aanspreekt of inspireert.
formaat zodat je het gemakkelijk van op afstand kan bekijken.
Je geeft hen de opdracht om een moodboard te maken. Zij
Door een moodboard van een afstand te zien, krijg je namelijk
maken dit in de klas (30 min.) of thuis als voorbereiding.
meer overzicht op het geheel. Dit lukt niet op een A4 formaat of kleiner. Er zijn twee manieren om een moodboard te maken:
Het 2 deel van de les krijgen de leerlingen de kans om elkaars de
Leerlingen leren de actualiteit conceptualiseren. In één oogopslag presenteren leerlingen een stukje uit de actualiteit. Leerlingen uiten hun gevoelens, impressies en bedenkingen creatief.
Een digitaal moodboard Vragen die het klasgesprek ondersteunen:
Je kan via fotobewerking programma’s zoals oa Photoshop,
• Welke sfeer roept het moodboard van je medeleerling bij jou op?
Paint (gratis), Photofilte (gratis) en Word (gratis) een digitaal
• Hebben sommige leerlingen dezelfde gebeurtenis
moodboard maken. Word is moeilijker omdat je het risico hebt
Leeftijd
Alle graden.
in de actualiteit gekozen? Wat zijn de verschillen en
Tijdsduur
1 lesuur.
overeenkomsten in sfeer?
Onderwijsvorm Duo’s of individueel voorbereidend werk. Klassikale bespreking van ieders moodboard.
Klasopstelling
Gewone opstelling.
Materialen
A2 of A3 papier (of karton), kranten, tijdschriften, lijm, schaar, foto’s en andere creatieve materialen om het moodboard aan te kleden. Als je leerlingen een digitaal moodboard maken, vraag je best het computerlokaal aan.
Bronnen
nvt
Digitale links
www.moodshare.co
• Op welke manier hebben sommige leerlingen een uitgesproken sfeer opgeroepen?
dat de tekeningen en foto’s gemakkelijker verspringen. Online is Moodshare een gemakkelijke en gratis toepassing. www.moodshare.co.
• Welke moodboards geven de actualiteit weer? Hoe?
Een account aanmaken is wel vereist. Een idee is om 1 account
• Welke moodboards geven een uitgesproken mening over de
aan te maken per klas, dan vind je gemakkelijk alle moodboards van al je leerlingen terug.
actualiteit weer? Hoe?
Je hoeft deze niet te printen. Je kan deze in het groot projecteren
Variant
in je klas.
Leerlingen maken een moodboard ter voorbereiding van de presentatie van een gekozen actualiteit.
Een papieren of kartonnen moodboard In winkels met papierwaren (copycenters, knutselwinkels) kan je
Wat is een moodboard?
moodboard
‘Moodboard’ is de Engelse benaming voor een collage op posterformaat. Deze collage geeft een bepaald sfeerbeeld. Letterlijk vertaald uit het Engels, betekent mood ‘sfeer’ en board is ‘bord’. Een moodboard is dus een bord dat sfeer uitstraalt. Deze sfeer is in 1 opslag te zien, en is veel efficiënter dan een beschreven sfeer in tekstvorm. Voor een moodboard kan je allerlei materialen gebruiken zoals stof, papier, verf, stiften, ...
papier of karton kopen in A3 of A2 formaat. Je leerlingen knippen, scheuren en plakken verschillende artikels vanuit allerhande bronnen (kranten, digitaal, tijdschriften, blogs, …), foto’s, quota op het karton zodat hun impressie van het hele gebeuren een geheel vormt. Zij mogen kleuren, tekenen, kernwoorden en kernzinnen schrijven om het af te werken.
methodiek
Doelstelling
digitaal of met papier en karton.
werk te zien en hierop te reageren.
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch
21
Kruiswoordraadsels, woordzoekers, … Methodiek
Leerlingen onthouden en herhalen op een speelse manier sleutelbegrippen uit een artikel.
11
Verloop methodiek Leerlingen krijgen een puzzel of een woordzoeker. Tijdens het maken herhalen ze begrippen uit een hoofdstuk, tekst of artikel.
Doelstelling
Leerlingen leren antwoorden zoeken in de tekst. Leerlingen herhalen sleutelbegrippen uit een tekst. Leerlingen verwerken een tekst op een creatieve manier.
Leeftijd
Alle graden.
Tijdsduur
10 tot 20 minuten
Variant 2
Je kan leerlingen ook zelf een kruiswoordraadsel laten maken
De leerlingen krijgen een krantenartikel. Daarna lossen ze een
over de geziene leerstof of actuele gebeurtenissen. Een andere
woordzoeker op zonder de lijst met de te zoeken woorden. Ze
leerling kan deze dan oplossen.
kunnen ook een kruiswoordraadsel of kris-kras oplossen waarin je als leerkracht vraagt naar de kern van het artikel.
Onderwijsvorm Individueel of in duo’s. Gewone opstelling.
Materialen
Kruiswoordraadsel of woordzoeker gemaakt door leerkracht op papier.
Bronnen
Nascholing Lessius Mechelen (mei 2012).
Digitale links
www.puzzlemaker.com www.wiscocomputing.com www.worksheetfactory.com
Op puzzlemaker kan je gratis puzzels maken. Woordzoeker
Kris-kras
Geheime boodschap
Deze is zeer handig als je vooral
Dit is hetzelfde als een woordzoeker,
inhoudelijke vragen over het artikel wil
enkel dat de overgebleven letters een
stellen aan je klas.
boodschap vormen.
methodiek
Klasopstelling
46 hoe je Lees op pagina eker maakt. een woordzo
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch
Variant 1
22
In de media, vroeger en nu. De leerlingen kijken kritisch naar de media en ontdekken hoe de media onze beeldvorming beïnvloeden.
Methodiek
12
Verloop methodiek De leerlingen bekijken oude en nieuwe media: een journaal of
Spreekopdracht: journaal maken
krantenartikels. Zij analyseren en kijken kritisch naar het verhaal
Geef je je leerlingen een krantartikel (of meerdere krantartikels ter
dat de media brengen. Zij brengen een journaal dat het verhaal
inspiratie).
genuanceerd vertelt.
Daag hen uit om een journaal te maken dat maximum 5 minuten duurt.
De media geven soms een vertekend beeld van Leerlingen analyseren actualiteit. Leerlingen ontdekken dat de media soms een vertekend beeld geven. Leerlingen denken kritisch na en belichten de actualiteit vanuit verschillende invalshoeken.
kent. Enkel door je goed te informeren en alle standpunten
Welke rollen zijn er?
te bevragen, kan je komen tot een juister beeld van een
• Nieuwslezer
bevolkingsgroep die in de minderheid is.
• Journalist • Geïnterviewde (2)
Leeftijd
2 en 3 graad.
De film bekijken of de krantartikels lezen
Tijdsduur
1 lesuur.
Laat je leerlingen de nieuwe en de oude media bekijken van
Iedereen kan zijn journaal presenteren. Aan de hand van de
minderheidsgroepen: transgenders, Roma, mensen in armoede,
volgende vragen kan je klas reflecteren:
vluchtelingen, voyageurs, Aboriginals, Inuit, ...
• Welk journaal zou echt uitgezonden kunnen worden en waar?
de
de
Onderwijsvorm Klassikaal en in groepjes. Klasopstelling
Gewone opstelling.
Materialen
Als je filmpjes toont is internet en een projectiescherm of TV handig. Krantenartikels of filmpjes over hetzelfde onderwerp maar met een tijdspanne tussen.
Bronnen
nvt
Digitale links
nvt
• Werd de juiste taal gebruikt? Vraag hen om te vergelijken.
• Werd er een genuanceerd beeld gegeven en hoe?
• Op welke manier spreken de nieuwslezers of de journalist
• Welk imago, rol kregen de verschillende betrokken partijen?
over de minderheidsgroep? Welke taal gebruiken de
• Is het ‘probleem, het nieuws’ duidelijk voor de klas?
nieuwslezers of de journalist? • Komen alle betrokkenen aan bod?
Variant
• Welke rol of imago krijgt de minderheidsgroep mee?
Het onderwerp hoeft niet ‘de minderheidsgroepen’ te zijn. Je
Verandert dit in de tijd? • Welke houding nemen de mensen aan? Met ‘mensen’
kan als leerkracht vertrekken van de artikels die je leerlingen al hebben bijeengezocht op een eerder tijdstip van het jaar. Geef
bedoelen we de verschillende betrokken partijen, maar ook
hen de opdracht om een vervolgartikel te zoeken. Voor iets
de journalisten en de geïnterviewden.
wat evolueert zoals binnenlandse zaken, kan het evengoed. Vooral interessant is om dan na te gaan of de betrokken partijen van standpunt zijn veranderd, of ze hun mening beter geargumenteerd hebben,…
methodiek
Doelstelling
Plaats hen in groepjes van 4.
minderheidsgroepen of groepen die de samenleving niet goed
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch
23
Cultuur in de media Methodiek
De leerlingen ontdekken de gelaagdheid van een cultuur door de vergelijking te maken met een ui.
13
Introductie
De cultuur als een ui
De methodiek bestaat uit 2 delen. In het eerste deel maken ze
Een cultuur, sub – cultuur kan je vergelijken met een ui. Geen 2
een eerste kennismaking met de complexiteit van 1 cultuur.
uien zijn hetzelfde. Soms lijken 2 uien op elkaar, je moet dan de
Hiervoor vertrekken ze van een cultuur die zij kennen. In het
verschillende lagen afpellen om tot de diepste kern te geraken.
2de deel plaatsen ze aspecten van de cultuur van de etnische
Het doel van deze activiteit is dat de leerlingen beseffen dat een deel van de cultuur zichtbaar is, maar ook een heel deel onzichtbaar.
Leeftijd
Alle graden.
Tijdsduur
1 lesuur.
Onderwijsvorm Groepswerk. Klasopstelling
Gewone opstelling.
Materialen
Documentaire, nieuwsfragmenten uit actueel nieuws kan je ook gebruiken.
Bronnen
Cultuurmodel van Geert Hofstede, 1991.
Digitale links
nvt
binnen de verschillende lagen van de cultuur – ui.
Alle culturen hebben uiterlijke kenmerken, soms niet zo zichtbaar, soms heel expliciet. Dit zijn meestal dingen die
Als je een andere cultuur wil leren kennen is dit niet gemakkelijk.
tastbaar zijn, die zichtbaar zijn: kledij, kunst, muziekinstrumenten,
Als je je wil aanpassen aan een andere cultuur is dit nog
woonstijl, ... Het zijn dingen die mensen kopen, dragen, maken,
moeilijker: het gaat immers verder dan je op dezelfde manier te
lichaamsversieringen, ...
kleden en hetzelfde eten te eten. Pel er een laag af en dan kom je op de laag van taal en In deze les gaan we niet in op de interactie tussen culturen en de
symbolen. Het is minder tastbaar, maar nog duidelijk waar-
interculturaliteit, noch op de meervoudige identiteiten die mensen
neembaar. De manier waarop mensen denken, de wereld zien,
dragen. We reiken één methode aan, 1 bril als het ware, om naar
staan in de wereld, drukken zij in (lichaams)taal en symbolen uit.
1 cultuur te kijken. Pel je er nog een laag af, dan kom je in de laag van de helden. Dit zijn de personages waarmee een groep mensen zich vergelijkt, naar opkijkt en waarmee men zich identificeert. Graven we nog wat dieper dan komen we bij een laag van rituelen. Dit uit zich in gedrag, in handelen. Handelingen die vaak terugkomen en die mensen delen, bepalen mee het uiterlijk van een cultuur. Als we de laatste pel eraf doen, komen we bij de kern van de ui. Hierin zit het meest ontastbare: de culturele principes, de waarden (wat vindt men belangrijk), de normen (wat kan, wat kan niet, wat is juist, wat is fout). Het zijn de meest verborgen (De lagen van een cultuur: zie pagina 26.)
delen van een cultuur en als buitenstaander vaak ook het moeilijkste te ontdekken, tenzij dat mensen ze expliciteren.
methodiek
Doelstelling
De buitenkant
Wereldburgerschap in de klas: Actua
Praktisch
bevolkingsgroep die zij zien in de documentaire of het nieuws
24
vervolg Methodiek Laat de leerlingen klassikaal enkele culturen/subculturen
Geef ter verwerking de volgende opdracht mee (25 min):
opsommen waarmee zij bekend zijn (street, de rappers, klassiek,
Maak een ui – voorstelling van de cultuur die je ziet in de film, in
gothic, de rockers, ...).
de documentaire of in het nieuwsfragment.
Besteed hier niet te veel tijd aan (max. 4 min).
Het leuke is dat je dan eens nieuws en actua kan nemen die niet zo droog zijn als binnenlandse politiek. Het kan dan gaan over
Verdeel de klas in overeenstemmend aantal groepjes. Laat elk
de samenleving en de soft news. Lees bij methodiek 4 wat soft
groepje kenmerken van de cultuur opsommen. Geef hen de
news is.
uitdaging dat ze in 6 minuten zoveel mogelijk kenmerken van hun
Maak het visueel, je mag woorden gebruiken. Elke laag moet erin
cultuur moeten opschrijven.
voorkomen. De verwerking mag creatief zijn. De inhoud moet wel kloppen met wat we geleerd hebben. Dit kunnen de leerlingen
Haal de werkjes op. Geef elk groepje het werk van een andere
per 2 maken.
groep. Zij mogen dit bekijken, nalezen, zelfs aanvullen. Zij mogen
Hang de werken op in de klas of in de school ... en kijk er
dit niet doen op het vorige blad, maar op 2 nieuwe papieren: de
gezamenlijk naar.
uitdaging is nu om de kenmerken in te delen in zichtbaar / niet zichtbaar (5 min). Dan bekijken we de resultaten klassikaal (10 min). Bespreking door de leerkracht door een aantal vragen: • Wat is makkelijk zichtbaar in een cultuur? • Wat is zichtbaar, maar moeilijker te detecteren? algemene term hiervoor bedenken? Dan stel je klassikaal de ‘ui’ voor. Bekijk elke laag met je klas. Laat ze in hun eigen werk de verschillende lagen ontdekken (10 min).
methodiek
• Wat is niet zichtbaar? Wat valt hieronder? Kunnen we een
Wereldburgerschap in de klas: Actua
13
Verloop methodiek
25
De lagen van een cultuur Culturen en subculturen kan je vergelijken met een ui. Geen 2 uien zijn hetzelfde, maar hebben wel dezelfde structuur. Wil je tot de kern van een cultuur komen, moet je de verschillende lagen afpellen. Alle (sub)culturen kan je op de volgende manier ontleden.
: naar binnen Van buiten nmerken ke
1. Uiterlijke ymbolen 2. Taal en s 3. Helden 4. Rituelen en normen 5. Waarden
4 3 2 1 bijlage Methodiek 13
Wereldburgerschap in de klas: Actua
methodiek
5
26