BELGIË/BELGIQUE
Het Vrije Woord P.B.
2099 ANTWERPEN X 8/1444
Magazine voor vrijdenkers
KUNST & CULTUUR THOMAS VANDERVEKEN Weg met de blokfluit
PAUL DUJARDIN
Over de dynamiek van Bozar
ARNE SIERENS
De mens is geen schoon wezen
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT - MEI- JUNI-JULI 2014 JG 59 NR 3 UITGAVE VAN HUMANISTISCH-VRIJZINNIGE VERENIGING VZW V;U; JACINTA DE ROECK P/A LANGE LEEMSTRAAT 57, 2018 ANTWERPEN
P3A8098 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
INHOUD
14
AUGUSTUS 4
CULTUUR = ZUURSTOF Door hoofdredacteur Björn Siffer
6
LEVENSNOODZAKELIJKE GRONDSTOF Dominique Willaert, onze columnist voor 2014
8
NIEUWE HOOP VOOR LINKS Essay over 'Het kapitaal in de 21ste eeuw'
10
SOCIAAL-ARTISTIEKE SECTOR Nieuwe voorhoede in superdiverse samenleving?
12
EEN BEDREIGDE DIERSOORT De Zwarte Komedie, kritisch en Vrijzinnig
14
PAUL DUJARDIN Over de dynamiek van BOZAR
18
HOGERE EN LAGERE CULTUUR De filosofie van Bentham en Mill
20
KUNST ALS THERAPIE Functies van kunst volgens De Botton en Armstrong
22
WEG MET DE BLOKFLUIT! Thomas Vanderveken, cultuurminnaar én op dreef
In het begin van de zomer stierf mijn moeder. Na drie jaar kanker op 61-jarige leeftijd. Helemaal uitgemergeld
26
door die smerige ziekte die vals speelt en niet tegen haar
KUNST MET GROTE K EN GROTE M De tweejaarlijkse Kunstvestdagen in de Mechelse Keldermansvest
verlies kan. Zij sleepte zich tot in het uiterste van het lij
27
een banaal bezoek aan Scherpenheuvel of het branden
den, mede omdat ze zich optrok aan haar geloof, aan
HUISKAMERCONCERTEN Muziek en kunst in je buurt
28
Beminde ongelovigen, 12
SOCIAAL-CULTUREEL WERK Onderschat in tijden van schaarste
stand te doen van de God die tussen de oren zit en ons
ACTIVITEITENKALENDER
leven betekenis geeft, en wil de ‘religieuze ervaring’ een
32
plaats geven in de maatschappij, zelfs al is zijn wereld-
IN DE KIJKER Een maçonnieke rouwcantate voor koning Leopold I
beeld strikt materialistisch. Ik begrijp dat niet. Waarom illusies in stand houden?
33
Waarom beweren dat je beter af bent door jezelf iets wijs
36
te maken? Natuurlijk zie ik ook wel dat het bon ton is om evidentie, zoals de vrijzinnigheid, kapot te relativeren om ons open
34
te stellen tot de anderen in een soort van zelfdestructieve
VRIJZINNIGE VROUWEN Nationaal vrouwenproject: "Deze wereld wil ik erven."
drang tot openheid, die dan snel opofferingsbereidheid wordt. Ik vind dat wat naïef. Zeker als men dat bij wijze
36
van gebod, zoals bij De Ceulaer, op tafel gooit. Hij laat
IN DE BOEKENKAST VAN Arne Sierens
de keuze niet, maar geeft een pleidooi om de vrijzinnigen
38
ervan te overtuigen God of de religieuze ervaring een
EXTRA GOED BEKEKEN Filmbespreking 'Renoir'
22
39
18
COLOFON
dooi voor het behouden van God als betekenisgever. De Ceulaer is atheïstisch, dat wel, maar hij is niet bereid af-
30
BEETHOVEN MET HART EN ZIEL Le Concert Olympique, het geesteskind van Jan Caeyers
In ‘Gooi God niet weg’ brengt Joël De Ceulaer een plei-
plaats te geven. Als vrijzinnige interesseert het mij niet hoe anderen zich openstellen voor religie, geloof of spiritualiteit. De gedachten zijn vrij en doe vooral je zin. Zolang je een ander
van een kaars. Niet dat ze principieel tegen euthanasie was, zo ver ging ze niet. Alleen, het geloof bood altijd nog een uitweg om er een extra dag bij te doen, zelfs als dat rationeel niet meer mogelijk was. Dat werkte voor haar en des te beter. Het was haar keuze. Voor mij werkt dat niet. Voor mij strooit die religieuze ervaring alleen maar mist of dwingt ze mensen tot meer lijden, omdat er ijdele hoop is. De rationele analyse, het afwegen van voor- en nadelen, het voorbereiden van wat de volgende stap in de ziekte zal zijn en wat wel en niet meer mogelijkheid zal geven: dat biedt mij troost en dat blijft voor mij een geruststelling en houvast, ook na haar overlijden. Dat we daarbij haar keuzes en recht op zelfbeschikking hebben gerespecteerd, zoals onder meer een katholieke uitvaart, geeft een extra goed gevoel. Het pleidooi van De Ceulaer om God of religie een plaats te geven, werkt bij mij simpelweg niet en dat is bij dezen bewezen. Als ik dan die ene overblijvende, ongebruikte kaars binnenkort in Scherpenheuvel (of waar dan ook) zal aanste ken, dan zal dat niet om de religieuze ervaring, noch traditie zijn, maar simpelweg als dienst aan de herinnering (niet de religieuze of de spirituele of persoonlijke).
die vrijheid maar laat. Toch kan ik de afwijzing van de rationele benadering zomaar niet laten passeren. MARIO VAN ESSCHE, VOORZITTER HVV
2 HET VRIJE WOORD
HET VRIJE WOORD 3
Cultuur = zuurstof
leving kleurt, omdat ze verhalen vertelt en ons hierdoor aanzet tot empathie.
”
De Griekse filosoof Plotinus zei ooit dat schoonheid een stoffelijke versie is van goedheid. Ze verwijst naar en kan ons herinneren aan deugden als liefde, vertrouwen, intelligentie, vriendelijkheid en rechtvaardigheid. Schoonheid is uiteraard subjectief, maar dat ontslaat de sector niet van zijn verantwoordelijkheid. Cultuur mag soms elitair zijn en vooruitlopen op haar tijd. Maar cultuur mag geen alleenrecht zijn van losgezongen elites, die elkaar ontmoe ten in dure operahuizen of op exclusieve vernissages. Cultuur mag geen sector zijn die vanwege zijn kunstzinnige statuut geen verantwoording moet afleggen voor zijn werking en engagement. Tegenwoordig zijn we niet meer zo gek van het idee dat kunst een educatieve taak moet hebben of een ethisch doel moet dienen. Misschien is het geen gek idee om die visie te herbekijken? In dit nummer van Het Vrije Woord gaan we dieper in op enkele voorstellen van Alain de Botton. De man schrijft weinig zinnigs, maar zijn benadering van cultuur is een welgeko4 HET VRIJE WOORD
Ook de toenemende druk op de culturele sector om zijn creaties ondergeschikt te maken aan politieke doeleinden, is onbegrijpelijk, kan contraproductief werken en vernieuwing of rebelsheid fnuiken. Maar een maatschappelijk debat over de zin en onzin van cultuur en van bepaalde hedendaagse evoluties kan nuttig zijn in het belang van de sector zelf. Dergelijk debat ontbreekt en daarom is er in Vlaanderen wel een cultuur budgetbeleid, maar te weinig een cultuurbeleid. Cultuur is het pigment dat onze samenle ving kleurt, omdat ze verhalen vertelt en ons hierdoor aanzet tot empathie. Cultuur brengt inzicht, cultuur rebelleert. Cultuur verenigt mensen en bouwt bruggen omdat ze ons denken en ons handelen verzacht. Een samenleving die daarop bespaart, schiet zichzelf in de voet.
T E L E V I S I E
V O O R
M E N S E N
BJÖRN SIFFER, HOOFDREDACTEUR
UR
Cultuur is het pig“ment dat onze samen-
men verademing binnen zijn zeer uitgebrei de oeuvre. De Botton stelt: “Want moderne kunst is vandaag de dag dermate abstract tot nihilistisch dat ze grenst aan het decadente en geen boodschap meer overbrengt. Het is een instrument van het postmodernisme geworden: zie zelf maar wat je erin ziet: alles is goed! Misschien moeten we opnieuw durven te werken met onderschriften bij kunstwerken, waarin de kunstenaar uitleg geeft bij zijn bedoeling, bij zijn achterliggende gedachten, bij de keuze voor het materiaal of de kleuren…” Of nog volgens De Botton: “Kunst moet dus verbeelding opwekken, en daardoor heb ik niet zo’n hoge pet op van extreem abstracte of dadaïstische kunst. Ze staat zo ver van de werkelijkheid dat elke identificatie door de toeschouwer vrijwel onmogelijk wordt. Waarin schuilt de kracht van de Griekse tragedie? In de identificatie van de toeschouwer met het lot en de dilemma’s van de personages. Waarin schuilt de kracht van Molière? In de spiegel die de hui chelaars en de vrekken ons voorhouden. Een muziekstuk dat de melancholie of de vreugde uitdrukt waarin de luis teraar zich herkent, is zo veel mooier dan het abstracte werk waarin je niets herkent.” Zware besparingen op cultuur, zoals sommige politieke strekkingen voorstellen, zijn dom. De sociaal-artistieke sector wordt bij voorbeeld te weinig naar waarde geschat. Daarom laten we in dit nummer Dominique Willaert, onze columnist van het voorbije jaar, een pleidooi houden.
CULTU
I
n de huidige tijden, waarin alles in het te ken lijkt te staan van economie en rendabiliteit, heeft de cultuursector het moeilijk. Aangejaagd door populistische bewegingen is er een afkeer ontstaan tegen nuancering en complexiteit, terwijl dat net de thema’s zijn die vooral in de kunst aan bod komen. Kunst is per definitie progressief, omdat elke kunstuiting – een gedicht, een lied, een schilderij – in staat is om het denken van degene die kijkt, leest, luistert of gewoon geniet, te veranderen. Zoals Oek de Jong zei: “Je hele persoon is in het geding wanneer je een goede roman leest.” Dat hebben starre denkers per definitie niet graag.
www.lichtpunt.be Eugène Plaskylaan 144, bus 3 1030 Brussel tel: 02 735 91 54
M E T
V I S I E
COLUMN
Levensnoodzakelijke grondstof W
anneer politici van de verschillende partijen enkele strak geregisseerde minuten spreektijd krijgen, pakken ze meestal uit met economische en budgettaire voorstellen. Ze formuleren heldere ideeën over hoe de competitiviteit en productiviteit in ons verdeelde land kunnen worden verhoogd. Politici investeren massaal veel tijd in het zoeken naar hoe we een economische topregio kunnen blijven. Elke volksgemeenschap kan pas als groots 6 HET VRIJE WOORD
worden beschouwd wanneer ze durft in te zetten op de culturele en artistieke ontwikkeling van haar burgers. Sinds de ontdekking van de oudste muurschilderingen van bizons, paarden en herten in helder rood, zwart en bruin in de grotten van Lascaux, weten we immers hoe cruciaal kunst is om onze angsten te bezweren en onze vreugde en blijdschap te vieren. Aan beide zijden van onze taalgrens hebben we uitmuntende kunstenaars die zowel in het binnen- als buitenland miljoenen mensen
ontroeren in de schoonheid, poëzie en confronterende kracht van hun kunstwerken. De kunst- en cultuurwereld in ons land geniet over de grenzen heen een uitmuntende reputatie. In deze sector wordt er even hard gewerkt en gewroet als in de innovatieve en klassieke economische sectoren. Mees tal met behoorlijk wat minder middelen en faciliteiten dan in die klassieke sectoren, in weerwil van wat er via de media vaak wordt beweerd. Symptomatisch voor de stiefmoederlijke
behandeling van ons kunst- en cultuurlandschap is de manier waarop de minister van Cultuur in onze gemeenschap wordt aangeduid. Bij de vorige regeringsvorming werd via diverse kanalen gelekt dat geen enkele politieke partij interesse vertoonde in deze ministerspost. Mobiliteit, economie, onderwijs en welzijn zijn de sterk begeerde posten. Ook in de lopende regeringsonderhandelingen werd er nog met geen woord gerept over het grote belang van een dynamische kunst- en cultuursector. De kans is niet gering dat er op dit beleidsdomein nieuwe besparingen staan gepland. Die kunstenaars zijn immers nooit ofte nimmer tevreden, klinkt het in de wandelgangen van de politieke cenakels. Ze blinken in de eerste plaats niet uit in het schone dat ze produceren, ze excelleren vooral in hun kritische ingesteldheid, die kunstenaars. Ze wrikken het mens- en maatschappijbeeld onafgebroken open en ze morrelen aan de grondvesten van de gevestigde orde. Wanneer de artefacten die de kunstenaars produceren niet enkel als beleggingsobject worden beschouwd, wordt het kunst- en cultuurgebeuren telkens opnieuw in vraag gesteld. De kostprijs voor de aanleg van een nieuwe brug over een snelweg of de aanleg van een nieuwe rotonde op een van onze steenwegen is nooit ofte nimmer onderwerp van debat en discussie. Over de miljardensubsidiëring van de grote en dikwijls verouderde industrieën wordt zedig gezwegen. De paar honderd miljoenen euro’s die in het kunst- en cultuurgebeuren worden geïnjec teerd monden als oprispend maagzuur keer op keer uit in bitse en sloganeske discussies waarin de geldverslindende cultuursector onder vuur wordt genomen. Het niveau van deze discussies alleen zou de beleidsmakers ernstig bezorgd moeten maken en overtuigen van de noodzaak om hun kunstenaars en cultuurwerkers in het meervoud te ondersteunen en faciliteren. In de gevangenis zit een 60-jarige geïnterneerde vrouw te tekenen. “Voor het eerst in mijn leven heb ik ontdekt wat voor grote betekenis er via kunstzinnige activiteiten in een mensenleven kan ontstaan”, zegt ze. Na haar eenzaam verblijf in de gevangenis slaat deze vrouw aan het dichten. Eerst schrijft ze met een pen op papier en later zet ze haar schrijfsels op haar computer zodat ze deze kan delen met vrienden en familieleden. Kinderen uit de lagere school werken sa-
men aan een muurschildering waarin ze taferelen uit de klas en de speelplaats abstraheren om op die manier uit te drukken hoe trots ze zijn op hun school. De laatstejaarsstudenten uit de kunsthumaniora presenteren hun geïntegreerde eindproef voor hun leerkrachten en publiek. De museumdirecteur geeft een inleidende speech waarin hij de grote kwaliteit van de gepresenteerde kunstwerken roemt. De trotse ouders genieten van de inzet van hun kinderen en de bekwame begeleiding en ondersteuning van de school. Na een bezoek aan de tentoonstelling van Michaël Borremans in Bozar wordt tijdens de terugrit met de trein onafgebroken nagepraat over de kunstwerken en de duiding die de gids errond weefde. Het geanimeerde gesprek vindt plaats tussen mannen en vrouwen die op de meeste dagen van hun leven alle moeite moeten doen om het hoofd boven water te houden. Na een lezing van Tom Lanoye in kunstencentrum Vooruit verlaat een vrouw huilend de zaal. Aan de man door wie ze werd uitgenodigd, vraagt ze hoe ze aan het boek ‘Sprakeloos’ kan geraken. “Morgen ga ik naar de bibliotheek en zal ik het boek van Lanoye voor jou uitlenen”, zegt de man. “Ik heb nog nooit zo verlangd om een boek te lezen”, antwoordt de vrouw. Een groep jongeren met heel diverse roots kloppen aan de deur van een sociaalartistieke organisatie. Ze willen graag een musical maken en vragen naar artistieke ondersteuning. “Wij willen graag samenwerken met kunstenaars van wie we iets kunnen leren”, spre ken de jongeren in koor. Enkele weken later komt er vanuit verschillende scholen waar deze jongeren les volgen het signaal dat deze jongeren supergemotiveerd zijn en dit zowat alle leerkrachten is opgevallen. Op een dag klopt een Antwerpse werkloze havenarbeider op de deur van een theaterhuis. Onder z’n gespierde en getatoeëerde armen draagt hij een neplederen etui waarin een stapel handgeschreven papieren zitten opgeborgen. “Ik ben al een tijdje aan het schrijven en ik wil graag eens advies van een echte artiest of dit op iets trekt”, zegt de man. Een theatermaker neemt de teksten door, die beklijvende verhalen blijken te omvatten. Het levensverhaal van deze havenarbeider zal uitmonden in het scenario van een Vlaamse langspeelfilm die de internationale bioscoopzalen haalt.
Een jonge vrouw die in haar onderwijscarrière op 16-jarige leeftijd reeds sneuvelde en sindsdien onafgebroken als arbeidster werkt, komt na de voorstelling ‘tauberbach’ van Alain Platel vragen hoe ze aan de mu ziek van de voorstelling kan geraken. Ze krijgtmuziek van Bach uitgeleend en enkele maanden later formuleert ze binnen de vrij willigerswerking van een sociaal-artistieke organisatie of het mogelijk is om in groep naar een concert in de Bijloke te trekken waar er muziek van Bach staat geprogrammeerd. Kunst is meer dan wat ook een levensnoodzakelijke grondstof. Het is even belang rijk als water en voedsel. Kunst biedt ons de mogelijkheid om te bewonderen en verwonderd te zijn. Kunst en cultuur zijn nodig om te (over)leven! DOMINIQUE WILLAERT, ARTISTIEK LEIDER VAN VICTORIA DELUXE
HET VRIJE WOORD 7
ESSAY
Nieuwe hoop voor links? Globaal genomen is links niet aan het
Piketty ruilt het tra“ditionele, romantische
feest is in Europa. Het capituleerde op onnadenkende wijze voor de vrijemarkt
idealisme van links in voor hard realisme.
economie zonder de verworvenheden
”
van de samen met de christende mocraten opgebouwde sociale markt
van de samenleving gegrond te verklaren. Daarmee ruilt hij het traditionele, romantische idealisme van links in voor hard rea lisme. Geen dag te vroeg.
toen Thatcher, Reagan en hun fellowtraveller Guy Verhofstadt er door het kapitaal op uitgestuurd werden om de verworvenheden van de werkende klasse opnieuw te herleiden tot de proporties die nodig waren om hun fortuinen optimaal te maximaliseren. De resultaten zijn vandaag zichtbaar: sociale afbraak dankzij een door de elites eigenhandig gecreëerde nuttige shock (zie: ‘De shockdoctrine’, Naomi Klein), die dan eufemistisch “financiële crisis” of “vastgoedzeepbel” genoemd werd. Wordt onze geschiedenis dan niet gekenmerkt door vooruitgang? We hebben toch allemaal ‘De geschiedenis van de vooruitgang’ van Rutger Bregman gelezen? Ongetwijfeld wel. Maar de vraag is verkeerd. De vraag is niet of er geen vooruitgang is, de vraag is waarom die vooruitgang afgeremd wordt en er nog zo veel mensen moeten creperen op het altaar van de foute inzichten die als een hardnekkig geloof onze politiek en haar afgeleide economie blijven benevelen. Wat is daar in godsnaam vrijzinnig en wat is daar in godsnaam humanistisch aan? Er is opnieuw meer regulering nodig, om de wet van de sterkste te corrigeren. Dat heet beschaving en dat onderscheidt ons van de meeste die ren. Het is nuttig om dat als humanist even te onderstrepen. Regulering betekent ingrij pen door de politiek, het betekent een terugkeer van het primaat van de politiek.
MEER REGULERING
VERMOGENSBELASTING
economie in de verf te zetten en verder uit te bouwen. Hierdoor veroordeelde links zichzelf tot het continu spelen van uitmatchen op het terrein van de neoliberalen. Daarnaast speelt uiteraard ook de eeuwige paradox van links: in relatief rijke regio’s waar te veel mensen nog steeds te veel te verliezen hebben, is het moeilijk om meer dan 30% te halen. Daar stemmen de kiezers conservatief en trachten ze daar ofwel een culturele verklaring ofwel een berg inmiddels weerlegde neoliberale clichés overheen te strooien om hun primaire reflex te rechtvaardigen.
T
egen die achtergrond schreef de Franse professor aan de Ecole d’Economie de Paris, Thomas Piketty, zijn ‘Le capital au XXIe siècle’. Er is nog geen Nederlands talige vertaling voorhanden.
ONGELIJKHEID
De basisstelling van Piketty luidt: de huidige verschijningsvorm van kapitalisme (een kapitalisme dat gestuurd wordt door een neoliberale ideologie) zorgt ervoor dat private vermogens door rendement op kapitaal sneller groeien (4-5%) dan de economie (1,5%) waarvan de vermogens opgebouwd uit arbeid een belangrijk onderdeel zijn. Hierdoor groeit de ongelijkheid wereldwijd, 8 HET VRIJE WOORD
omdat de welvaart wordt geconcentreerd bij een steeds kleiner deel van de bevol king. Dit ontwricht de samenleving. Sociale wetenschappers en economen – ik vermeld in het bijzonder Richard Wilkinson – hadden al eerder aangetoond dat samenlevingen die gekenmerkt worden door een grote ongelijkheid, ook de samenlevingen zijn die kampen met de hoogste graad van analfabetisme, criminaliteit en racisme, met lagere levensverwachting enz. In zijn monumentale onderzoek – het boek beslaat 685 blz. en 97 grafieken met daarin gegevens verspreid van 22 landen verspreid over 15 jaar – levert Piketty wetenschappelijk feitenmateriaal om de vrees voor een definitieve ontwrichting
meehelpen aan de wederopbouw van de geprivilegieerde fortuinen, maar enkel tot wanneer die hulp niet meer nodig was. Die demarcatie vinden we terug in de jaren 80,
Nochtans werd in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw even de illusie gewekt dat onze samenleving gelijker en dus beschaafder zou worden. Maar die periode van uitzonderlijke groei was volgens Piketty enkel mogelijk omdat het kapitaal dat opgebouwd was voor WO II letterlijk aan flarden was geschoten en iedereen kon meeprofiteren van de noodzaak om alles weer op te bouwen. De werkende klasse was nuttig en mocht
Piketty’s oplossing bestaat in een progressieve belasting op kapitaal. Concreet: 0,5% belasting op nettovermogens vanaf 200.000 tot 1.000.000 euro en opklimmend tot 5 à 10% op vermogens boven 1 miljard euro. Want kapitaal dat niet opnieuw wordt ingezet in de reële economie en dat niet belast wordt, kan niet ingezet worden om banen te scheppen, om onderwijs te financieren, om sociale voorzieningen te regelen.
Te veel kapitaal in één hand ondermijnt ook de democratie, omdat rijke elites ook in staat zijn om de media en de publieke debatten te kapen, zodat het principe ‘one man, one vote’ enkel nog op papier geldt. Deze remedie van de vermogensbelasting is een alternatief voor enerzijds een bespa ringsbeleid, dat mensenlevens kost – zoals vandaag in Zuid-Europa – en voor anderzijds een inflatiebeleid, dat de staatsschuld snel doet afnemen, maar tegelijk ook het geld van de gewone spaarders, terwijl de grootkapitaalbezitters de dans ontspringen omdat hun vermogen in aandelen en onroe rend goed zit. Die oplossing is niet verrassend noch bijster origineel. Ze wordt al jaren gepropageerd door allerlei linkse, liberale en progressieve bewegingen en partijen. Maar een supranationaal en wereldomvattend fiscaal systeem dat vermogens op een eer lijke, niet-ontwrichtende manier belast, zal pas mogelijk zijn wanneer er geen staten of negorijen meer zijn die zich desolidariseren. We weten allemaal dat internationale politiek hard en cynisch is en dat het niet in de aard ligt van staten om elkaar te vertrouwen. De Europese Unie is een hoopvol project, maar zelfs die constructie kan haar mannetje niet staan op een terrein met spelers als de VS en de BRIC-landen.
HOOP
Is de toestand dan hopeloos? Neen, want armoede neemt globaal af en zelfs moreel – terugvallen zijn nooit uit te sluiten - gaan we in stijgende lijn. We moeten wel goed beseffen dat ‘the powers that be’ altijd zullen verhinderen dat die vooruitgang sneller gaat, tenzij onomstootbaar wordt bewezen
IMF als de Duitse Bundesbank roepen op om ze in te voeren, in Australië, in Spanje en in veel andere Europese landen bestaat ze al en blijkt de kapitaalvlucht zelfs best mee te vallen, nuttige idioten als Gérard Depardieu ten spijt (al voeg ik er eerlijkheidshalve aan toe dat de Franse rijkentaks van 75% voor iedereen die meer dan een miljoen verdient, niet echt tot voorbeeld strekt en munitie levert aan tegenstanders in andere landen). Het is de verdienste van Piketty dat hij – in de schaduw van het geklungel van zijn president Hollande – de cijfers aanlevert die de strijd voor vooruitgang uit het slop van de naïeve, idealistische romantiek haalt en de wereld van het harde realisme binnenleidt. Het is de enige taal die de elites begrijpen. Is er dus hoop voor links? Wel, het is eigen aan een stroming die op z’n tandvlees zit om elk sprankeltje hoop – dat de pragmatische elites hun overigens niet kunnen bieden aan te grijpen om de nieuwe Messias aan te kondigen. Of de nieuwe Marx, zo u wilt. Deze voor de media en populisten aantrekkelijke framing helpt de zaak uiteraard niet vooruit. De geschiedenis zal leren of de inzichten van Piketty en Wilkinson zoden aan de dijk brachten. Hou er echter rekening mee, enthousiaste lezer, dat de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars. BJÖRN SIFFER
MEER LEZEN?
veel kapitaal in “éénTehand ondermijnt de democratie ” .
dat zoiets ook in hun voordeel speelt. Daarom zijn de harde cijfers die aantonen dat een groeiende ongelijkheid ook de elites be dreigt, een sterke bron van hoop. Die cijfers beginnen te renderen, want het idee van een vermogensbelasting begint internatio naal door te breken, net zoals het idee van een inkomstenbelasting begin 20e eeuw ook pas evident werd na decennia van cassandrische onheilsvoorspellingen. Zowel het
Thomas Piketty Le capital au XXIe siècle Rutger Bregman De geschiedenis van de vooruitgang Jonathan Holslag De kracht van het paradijs Richard Wilkinson The spirit level. Why greater equality makes societies stronger Sam Harris The moral landscape
HET VRIJE WOORD 9
KUNST & CULTUUR
trekken bij het 'kunstmaken'. Kernwoorden in hun werking zijn: inclusief, participatief, verbindend en ‘empowerend’ (versterkend). De kansengroepen die hun weg naar deze verenigingen vinden, krijgen er meer zelfvertrouwen en zelfrespect, waardoor ze ook sterker in de maatschappij en op de arbeidsmarkt staan. Van de +40 actieve sociaal-artistieke orga nisaties op demos.be, zo leert ons de website www.kunstenerfgoed.be, ontvangen slechts 12 organisaties een werkingssubsidie onder het kunstendecreet 2013-14. De hierboven vermelde Sering, Globe Aroma, De FactorY en Gigos komen overigens niet op die lijst voor. Maar dat het sociaal artistiek werk nuttig is en slaagt in zijn missie, bewijzen onderstaande voorbeeldcasussen.
T U T T I F R AT E L L I
Sociaal-artistieke sector Nieuwe voorhoede in superdiverse samenleving?
Zou de crisis en de verharding van onze maatschappij er voor iets tussen zitten? De zogenaamde grondstroom waarop een bepaalde politieke partij zich beroept beweert dat kunst elitair is, een dure, overgesubsidieerde hobby van de welstellende en hoogopgeleide burgerij. En dat het ‘gewone volk’ – wie dat ook mogen wezen – er zich niet door aangesproken voelt. Afschaffen dus, die subsidies voor de elitaire pleziertjes van de intelligentsia. De kunstensector moet meer marktgericht worden of minstens nuttig zijn in het kader van toeristische ‘city marketing’. Wie zich graag bezig houdt met kunstdisciplines waarvan het volk geen snars begrijpt, moet de reële kostprijs maar zelf ophoesten, punt aan de lijn.
M
aar is kunst altijd elitair? Sommige hedendaagse kunst is misschien niet erg toegankelijk, maar die kunstvormen zijn nodig opdat de sector zich continu zou blijven vernieuwen. Het impressionisme, een stroming in de schilderkunst die nu vrijwel iedereen mooi vindt, werd in haar beginjaren rond 1860 geweerd van officiële kunstsalons wegens niet academisch en afzichtelijk lelijk…
EEN BLOEIEND SOCIA ALARTISTIEK LANDSCHAP
Wanneer we echter een blik werpen op de lijst van gesubsidieerde en niet (meer) 10 H E T V R I J E W O O R D
gesubsidieerde artistieke verenigingen, merken we dat tal van gezelschappen en kunstorganisaties zich specifiek richten naar kansarme en kwetsbare groepen: Tutti Fratelli van Reinhilde Decleir en Sering van Mia Grijp zijn de bekendste in Antwerpse theatermiddens. Let's Go Urban van Sihame El Kaouakibi doet de danstalenten van Ant werpse allochtone stadsjongeren open bloeien. In Gent ontwikkelt Victoria Deluxe van Dominique Willaert een verscheiden atelierwerking voor Gentse jongeren met heel diverse roots en Bij De Vieze Gasten, geworteld en werkzaam in de Gentse volkswijk Brugse Poort, streeft naar samen-
werking en sociale rechtvaardigheid voor iedereen. In Vlaams Brabant ontplooien Cie Tartaren en De FactorY een werking voor maatschappelijk kwetsbare groepen. In Limburg doet Gigos hetzelfde met kwetsbare jongeren. Globe Aroma in Brussel concentreert zich op oude en nieuwe migranten. En dit is maar het tipje van de ijsberg: Wie er de website dēmos.be even op nakijkt, stoot op een lijst van niet minder dan 40 al dan niet erkende sociaal-artistieke verenigingen die in verschillende maatschappelijke sectoren werkzaam zijn, met als gemene deler dat ze zich alle richten op sociaal kwetsbare groepen en hen actief trachten te be-
"Den ene staat in het donker, den andere staat in het licht. Die in het licht ziet ge, die in het donker niet." Dit staat te lezen op de banner van de website van dit bonte gezelschap. De Fratelli’s kruipen letterlijk uit de donkere krochten van de samenleving waarvoor de rest van de goegemeente liever de ogen sluit, en treden, deskundig ondersteund door Reinhilde Decleir, ongegeneerd en vol zelfvertrouwen in het volle voetlicht van de bühne. Ze spelen, zingen en dansen niet enkel in producties waarin ze hun eigen verhalen vertellen, maar ze wagen zich ook aan interpretaties
Den ene staat in het “donker, den andere staat in het licht. Die in het licht ziet ge, die in het donker niet.
”
van grote dramaturgen zoals William Shakespeare, Bertold Brecht of een Griekse tragedie. De opvoeringen worden geprezen voor hun authenticiteit en artistieke kwaliteit en trekken nokvolle zalen, o.a. in De Roma en de Bourla schouwburgen. De Fratelli’s stonden al samen op het podium met bekende Vlaamse muzikanten zoals Jan De Smet en Helmut Lotti en speelden op de Zomer van Antwerpen. In 2007 structureerde het aanvankelijk losse gezelschap zich onder de noemer Tutti Fratelli, maar hiermee sloot het zich
niet af voor de buitenwereld: Tutti Fratelli blijft een gastvrije ontmoetings-, creatie- en denkruimte voor generatiearmen en minder bedeelde bevolkingslagen. Hierbij dient opgemerkt dat Reinhilde haar ‘klanten’ niet pampert: Met een gemakkelijke ‘dat kan ik niet’ moeten ze bij haar niet afkomen. Sinds 2011 vonden de Fratelli’s een vaste stek in de bouwvallige ruimtes van het voormalige Raamtheater , dat ze eigenhandig en met inzet van hun gezamenlijke klustalenten opkalefaterden. Dit warme, positieve verhaal kan best geïllustreerd worden met het oordeel van de jury van de Honest Arts Movement (HAM vzw), dat in 2011 de Louis Paul Boonprijs toekende aan Reinhilde Decleir: ‘Ze gebruikt de vormkracht van theater om een stem te geven aan zij die doorgaans niet gehoord worden. Via de theaterkunst wordt hun zelfbeeld versterkt, hun denken verruimd en hun geloof in een betere toekomst vergroot’.
om even bij stil te staan…. Sihame’s energieke inspanningen kregen inmiddels wijdverbreide erkenning: In 2011 werd ze Antwerpenaar van het jaar en won ze de Vlaamse cultuurprijs. Knack plaatste haar op de lijst van tien invloedrijkste allochtone Belgen en dit jaar ontving ze de Antwerpen Cultuurstad Award en werd ze uitgenodigd op de speech van Obama… Een straffe madam.
L ET ’ S G O U R B A N
Binnen het bestek van dit artikel is het jammer genoeg onmogelijk om de werking van nog meer verenigingen te belichten, maar op de demos.be website vindt de geïnte resseerde HVV lezer een lijst met telkens een korte beschrijving van hun werking en de mogelijkheid om door te linken naar hun website. Constructieve samenwerkingen zoeken met deze geëngageerde groe pen is alleszins een aanrader voor onze afdelingen. Samen voor een meer humane wereld voor iedereen. Misschien zijn in de huidige maatschappelij ke context, waarin het bezit van kennis en netwerken de meest fundamentele breuklijn vormt tussen kansenrijke en kansarme be volkingsgroepen, de sociaal-artistieke organisaties wel de nieuwe avant-gardes in onze superdiverse samenleving. Revolutionaire baanbrekende avant-garde kunst is bijna onmogelijk geworden omdat nu vrijwel alles kan en mag, maar die gemengd-culturele en sociaal- gestratificeerde kunstgroepen vormen een voorafspiegeling van hoe een toekomstige, harmonieuze maatschappij zou kunnen of moeten functioneren. Zij stappen af van kunstproducties met voornamelijk blanke artiesten voor een voornamelijk autochtoon publiek en produceren vernieuwende mengkunstvormen die alle sociale groepen en culturele minderheden tot hun recht doen komen.
Deze dynamische vzw van Sihame El Kaouakibi motiveert stadsjongeren met andersculturele roots om iets te doen met hun latente ‘urban arts’ talenten en inspireert/ coacht hen tot actief ondernemerschap. Op die manier slagen die jongeren erin de artistieke, sociale, etnische en religieuze muren te doorbreken die hen scheiden van de rest van stad en samenleving. Sihame beperkt zich echter niet tot het organiseren van hippe, eigentijdse en druk bij gewoonde ‘urban dance, sports, music and choir’ workshops. Ze levert op tijd en stond ook een stevige portie denkwerk af. Eind 2013 publiceerde ze haar eerste boek, #Believe, waarin ze brandhout maakt van het vastroestende vooroordeel dat de groeiende groep andersculturele stadsjongeren een hardnekkig probleem vormen. Met het motto ‘je bent jong en je wil’ activeert zij die zgn. ‘hangjongeren’ en doet hen goes ting krijgen: ‘Goesting om te weten wie je bent en wat je wil. Goesting om het leven in handen te nemen en te ondernemen. Goesting om toekomst te schrijven in plaats van geschiedenis’. Ze lanceert een dubbele oproep: enerzijds -- dat is duidelijk -- naar jongeren en anderzijds ook naar volwassennen en beleidsmakers: ‘Rem jongeren niet af. Inspireer hen’. De veelzeggende ondertitel van het boek luidt dan ook ‘Waarom iedereen zegt maar niemand echt gelooft dat jongeren de toekomst zijn’. Een uitspraak
om te weten “wieGoesting je bent en wat je wil. Goesting om toekomst te schrijven in plaats van geschiedenis.
”
D E V O O R H O E D E S VA N E E N N I E U W E S A M E N L EV I N G ?
EVA VAN TULDEN
H E T V R I J E W O O R D 11
KUNST & CULTUUR
De Zwarte Komedie Kritisch en Vrijzinnig
Een bedreigde diersoort De Zwarte Komedie is een begrip in Antwerpen. Sinds zijn stichting in 1978 door auteur en journalist Bert Verhoye en dichter Herwig Hensen is dit kleine theatertje in het hartje van de Antwerpse rosse buurt berucht om zijn sa tirische en maatschappijkritische opvoeringen. De schenen van religieuze of politieke gezagsdragers of de muren van heilige huisjes werden nooit ontzien – weliswaar altijd met een lach of knipoog. Het gezelschap speelt
We zijn ons ervan “bewust dat we op het
doorgaans stukken over thema’s die vrijzinnigen na aan het hart liggen. In 2007 nam de jonge
vlak van vendelzwaaien nog niet ver staan.
artieste Katrien Scheir de fakkel
”
van Bert Verhoye over. Katrien heeft het niet makkelijk, want de Zwarte Komedie [hierna DZK] ontvangt geen subsidies meer. HET VRIJE WOORD Hoe ben jij bij DZK
terechtgekomen?
KATRIEN SCHEIR Bert Verhoye nodigde
mij uit voor een sollicitatiegesprek en vroeg me een decorstuk te maken. Het werd een levensgrote stoffen pop van Paus Johannes II, even in elkaar gezakt als de echte. Toen ik ermee op de tram stapte, moest ik twee tickets betalen. Tja, ik kon dat pauselijk mannetje toch niet laten zwartrijden? Bert zag mijn werk wel zitten en wilde dat ik ermee doorging. Hij werd mijn leermeester. Ik bewerkte mijn eerste theaterstuk en leerde regisseren. Voor mij is regisseren schilderen met mensen. Zo leerde ik het vak, maar nadien moest ik van Bert proberen los te komen om mijn eigen verhaal te vertellen en wat ik 12 H E T V R I J E W O O R D
nieuw perspec tief en brengt vanzelfspre kendheden aan het wankelen. Hier worden scherpe boutades of kleine getuigenissen op scène gebracht, de menselijke verhalen achter de harde statistieken. Die zijn herkenbaar en geven altijd aanleiding tot debat. Het publiek wordt wakker geschud. Daar kiemt een mentaliteitsverandering. Sterke kunst kan volgens mij iets triggeren, ze confronteert spontaan. Hoe ze dat doet hangt af van het tijdskader. Met slappe decoratie en vrijblijvende versiering breng je geen verandering, en die term is momenteel toch een hip woordje, niet? DZK is gekend om haar antiklerikaliteit. Tegen de schenen van God of Jezus schoppen is niet meer ophefmakend, geen Belg wordt er nog door geshockeerd. We leven nu echter in een superdiverse samenleving met nieuwe importreligies, waarvan de Islam het moeilijkst kritiek verdraagt, denk maar aan de megarellen naar aanleiding van de Deense Mohammedcartoons. Sommige culturele organisaties doen daarom aan zelfcensuur. Hoe gaan jullie hiermee om?
leerde in mijn eigen uniciteit te vertalen. Dit is een constante evenwichtsoefening.
Regisseren is schil“deren met mensen. ”
Je komt in je werken erg geëngageerd en systeemkritisch uit de hoek. Denken jullie ook na over alternatieven voor de huidige neoliberale zienswijze? Kan kunst een mentaliteitsverandering teweeg brengen in de geesten van de meerderheid van de mensen die zich gewillig laten meedrijven op de stroom van het consumentisme, en hoe dan wel?
Onze werking an sich is op dit moment al een alternatief voor het huidig neolibera lisme. We werken kleinschalig en vrijwel zonder middelen, onze decors bestaan uit recyclagemateriaal en we maken veel zelf. Minder gefortuneerden en slachtoffers van GAS-boetes betalen minder entreegeld. In onze laatste voorstelling 'Leven is carnaval' – die we dit najaar wegens groot succes hernemen – komt de hebberigheid en het zelfbeklag van een manager tamelijk potsierlijk over. Kan iemand het zich nog permitteren te sakkeren over een half procentje minder winst, terwijl steeds meer leefloners op straat worden geschopt en nadien gespot worden aan een kartonnen doos? Theater plaatst zo’n gegeven in een
Kritiek op godsdienst heeft in theater en cabaret nu vaak een andere vorm gekregen dan pakweg veertig jaar geleden. Het Katholicisme is minder zichtbaar. Grappen over nonnen en bisschoppen slaan niet meer aan, hoewel die over pedofiele bisschoppen tot voor kort nog goed in de markt lagen. Dit neemt niet weg dat de grote massa nog steeds, al is het passief, een of andere godsdienstige traditie volgt of religieuze dogma's gedoogt, terwijl het militant karakter van de vrijzinnigheid afneemt. Daarom vind ik dat we tegen Gods schenen en op Jezus' lange tenen moeten blijven trappen. We moeten blijven demystificeren. Een aantal pedopriesters zijn nog altijd niet berecht. We moeten slachtoffers een forum geven, hen laten getuigen. Vrijzinnigheid is concreet, kritisch en vrij zijn, verduidelijken in plaats van verhullen. Dit is een blijvende opdracht. De Islam is een complex geval. Ten tijde van de fatwa's, Deense cartoons en het hoofd-
doekendebat maakten we een Mohammedpop die bij de Jezuspop op het aperitief mocht en hadden we een boerkakledinglijn. Nee, aan zelfcensuur doen we niet. We moeten blijven uitspreken wat de goegemeente niet durft, maar dit is niet hetzelfde als goedkoop schimpen op een andere cultuur die ook recht heeft op een eigen revolutie. We zullen de vrije meningsuiting in dit forum van de kleine vrijheid altijd verdedigen, we zullen blijven lachen ondanks alles, dus ook als we niet mogen van oppergouw leiders, pausenpoppen en andere grootmoefties. Dit huis houdt zich met meer bezig dan enkel theater. Aansluitend bij de voorgaande vraag i.v.m. onze superdiverse samenle ving: Kan kunst volgens jou een bindende factor zijn tussen gemeenschappen? Bereiken jullie ook minderheden die, zo hoor ik toch overal bij middenveldorganisaties, heel moeilijk te bereiken zijn? Of blijft het vnl. 'preken voor de eigen kerk'? Zowel in het publiek als in onze werking komen we minderheden tegen. We bereiken meestal individuen of kleine groepjes. We werken bijvoorbeeld samen met Abdel Kader Zanoun, een luitspeler van Marokkaanse afkomst, en dit voorjaar stelde Sanja Zovko uit Bosnië haar pakkende schilderijen hier tentoon. Meerderheden, in bijzonderheid die tot voor kort onderdrukte bevolkingsgroep die zichzelf ‘flamingant’ noemt, komen we de laatste tijd minder tegen, zo stellen we vast. Jammer, want muzikaal kunnen we veel bijleren van hun jaarlijks etnisch feest, het Vlaams Nationaal Zangfeest. Voor sommige gemeenschappen ligt de drempel te hoog, bijvoorbeeld door het vrijpostig taalgebruik. Bepaalde cultuuruitingen zijn in die gemeenschappen nog niet ingeburgerd of staan te veraf. Of soms hebben ze gewoonweg geen tijd voor beschouwing en reflectie omdat ze te druk bezig zijn met louter overleven. Theater kan wel bruggen werpen en het voortouw nemen in het samenbrengen van gemeenschappen. Ontvangen jullie nog subsidies? Hoe knopen jullie de eindjes aan elkaar? Zopas hebben wij vernomen dat wij van de Provincie ook niets meer krijgen. Hoe we de eindjes aan elkaar knopen, kom je te weten op onze nieuwe voorstelling, waar het pu bliek zelf een strop leert maken. We schrij ven onze eigen teksten en voeren ze ook op. Acteurs, muzikanten en technici werken gratis of krijgen een maaltijd of, zoals ik, een
kop thee. De Zwarte Komedie is een amateurgezelschap geworden, maar met professionele mensen en dezelfde kwaliteitseisen als vroeger, toen we nog wel gesubsidieerd werden. Dat zijn we aan ons publiek verplicht.
Vrijzinnigheid is ook “concreet, kritisch en vrij zijn, verduidelijken in plaats van verhullen.
”
Wil je nog iets dringend kwijt over jullie werking aan de georganiseerde vrijzin nigheid? We kennen de knepen van het vak om mensen uit verschillende lagen van de be volking in aanraking te brengen met cultuur. We zijn niet vast te pinnen in een hokje. We kaarten wantoestanden aan via humor. Daarmee doorprik en relativeer je nog het meest. Ik denk dat de vrijzinnigheid iets kan opsteken van onze aanpak en dat wij elkaar veel meer moeten steunen. Wij zijn een van de weinige vrijzinnige theaters in Vlaanderen, kortom, een diersoort die stilaan mag beschermd worden. INTERVIEW: EVA VAN TULDEN
DE ZWARTE KOMEDIE Leguit 15-17, 2000 Antwerpen 03 233 56 78 www.dezwartekomedie.be www.facebook.com/dezwarte.komedie
H E T V R I J E W O O R D 13
KUNST & CULTUUR
Interview met Paul Dujardin
De dynamiek van
BOZAR
Het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel was in 2002 nog een verouderde structuur van afzonderlijke vzw’s zonder overkoepelend cultureel project. Toen werd Paul Dujardin algemeen directeur en het Paleis van Horta kreeg een facelift. Het werd een open huis voor de meest uiteenlopende kunstenaars, activiteiten en evenemen ten. De bezoekersaantallen groeiden duizelingwekkend. In en buiten België is BOZAR nu een begrip. Wat is zijn visie op cultuurbeleid?
HET VRIJE WOORD Hoe beoordeelt u het cultuurbeleid van minister Schauvliege? Kunt u het vergelijken met vorige cultuurministers? PAUL DUJARDIN Wat een vraag! Dat is een boek! Of wie was de beste minister ooit volgens u? Zijn er goede ministers? Dat is een andere vraag. Ik denk dat elke minister van goede wil is en probeert dingen te doen. Maar de laatste jaren was er toch wel een probleem in ons land omdat er permanent verkie zingen waren. Dus er was altijd een zekere druk. Ten tweede, de economische realiteit. De crisis heeft gemaakt dat de situatie niet altijd evident was. Groeien en duurzaamheid waren misschien niet helemaal aan de
14 H E T V R I J E W O O R D
de liberale, “deBinnen katholieke en de
socialistische zuilen worden nog heel wat tradities beschermd.
”
orde. Al zegt de Vlaamse regering dat ze het wel allemaal hebben kunnen doen. Het is ook zo dat ons land, want u spreekt natuur lijk over Vlaanderen, maar voor mij gaat cultuur in een land als België over het geheel. België is natuurlijk een bijzonder versnipperd land. Vlaanderen is een rijke regio in Europa met een grote vorm van autonomie
dankzij de federalisering van de Belgische staat. Brussel is de hoofdstad van Europa, de hoofdstad van het Koninkrijk België, de hoofdstad van Vlaanderen, van Wallonië, van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Al die verschillende competenties maken dat Brussel een bijzonder complexe stad is. Er is ook een probleem van begrip en van historische contextualisering: vanwaar komen we? En er is nood aan veel empathie. We zijn een regio van Europa en van de wereld met bijzondere opportuniteiten. Ik denk dat we niet genoeg al onze opportuniteiten gebruiken. Onze grootste maatschappelijke asset is cultuur. Wetenschap, cultuur en onderwijs in heel brede zin. We spreken hier ook niet alleen over kunst. Er is een grote
kloof in Vlaanderen tussen de cultuursector en de socioculturele sector. De mensen die het doen vanuit de amateurkunsten, bottom up, en dan de meer elitaire, in de goeie zin van het woord, want BOZAR is in de eerste plaats een platform van de professionele kunsten. Maar het ene kan niet zonder het andere, en dat blijft in België nog altijd achter als je dat vergelijkt met de Angelsaksische landen, waar vrijwilligers en amateurs nog meer samenkomen in een gezamenlijk pro ject. Dat zou ons allemaal zeer versterken. Maar dat wordt te weinig gedaan.
VERZUILING
Is er voldoende kunstopvoeding op school? Gaat daar voldoende geld heen?
Een T-shirt kan “gebruikt worden om
medicatie toe te passen op een lichaam.
”
Dat is een ander verhaal. Binnen onze vijf regeringen had Pascal Smet het grootste budget. Onderwijs kost geld, weten we, maar veel burgers beseffen dat niet meer. Wij zijn allemaal aan het klagen over onze belastingen, en dat de belastingen efficiënter gebruikt moeten worden. Dat het efficiënter kan zijn, já, dat we belastingen moeten betalen, já. Omdat die belastingen dienen voor
het water dat uit een kraantje komt en we dat kunnen drinken en dat er een politieagent staat aan de scholen, om de kinderen te la ten oversteken. Mensen zijn zich niet meer bewust van wat maatschappelijk de kostprijs is van wat we allemaal doen. Natuur lijk zouden we efficiënter kunnen werken als de zuilenstructuur horizontaler werkt. Men denkt altijd dat de zuilen verdwenen zijn, maar dat is niet zo. De zuilen die de macht hebben in dit land, in de sociale zekerheid en het onderwijs, bestaan nog altijd. Het is niet mogelijk om een democratische neoliberale socialistische Vlaamse partij te vormen die dat probleem gaat oplossen, want die zal ook heel snel beseffen dat er binnen de liberale, de katholieke en de socialistische zuilen nog heel wat tradities beschermd worden. Men durft niet out of the box te denken. Het is een problematiek van bewustwording. Elk probleem komt terug op het probleem van onderwijs en vorming. Voor mij gaat het altijd over educatie en ver antwoordelijkheidszin. De integratie van de kwaliteit van onze universiteiten, zeker research and development, is fundamenteel. We moeten competitief blijven, zowel in als buiten Europa. Ik denk dat Europa absoluut moet werken aan een politiek van migratie en dat zijn allemaal nieuwe brains. We hebben gedacht aan het kosmopolitische Europa, dat is niet de Europese Unie. Dat is het Europa van de Raad van Europa, waarvan we dit jaar het zestigjarige bestaan vieren. De Raad van Europa in Straatsburg die de culturele diversiteit heeft geponeerd in 1954, vanuit het humanisme. De grote tentoonstelling rond de Raad van Europa was in het Paleis voor Schone Kunsten in 1954. We dromen er een beetje van om dat met een publicatie en een colloquium opnieuw te doen. Zestig jaar geleden had België een voortrekkersrol en nu zestig jaar later zijn we juist voorzitter.
ECONOMISCH
Wat is de economische impact van cultuur? Kost cultuur geld of draagt het bij aan het BNP? Hoe druk je dat uit? Natuurlijk, cultuur draagt bij aan het BNP en op een zeer belangrijke wijze. Alles kost geld, de staatsveiligheid, het leger, de so ciale zekerheid. Wij moeten een beter databeheer hebben en communicatietools om dat duidelijk te maken aan de burger. BOZAR heeft een omzet van meer dan 40 miljoen, 450 medewerkers en 75% eigen H E T V R I J E W O O R D 15
KUNST & CULTUUR
inkomsten. Het is een theater waar alle disciplines samenkomen. Het is een museum, het is een cinema en zo verder. U weet dat er tweehonderd culturele centra zijn in Vlaanderen. Tweehonderd voor zes miljoen Vlamingen, wat gigantisch is. Als dat gerund kan blijven worden, na de hele cultuurpolicy van de jaren zestig. De eerste zijn opengegaan in de jaren zeventig met Dilbeek en Strombeek-Bever, die fantastische instellingen zijn geworden. Strombeek- Bever en Dilbeek zijn referenties. Zij hebben dezelfde kwali teitscriteria als BOZAR. Ze hebben een zeer interessante architectuur. Dat was de Malrauxperiode. Cultuur moest toegankelijk gemaakt worden voor iedereen. Dat zijn de gesubsidieerde structuren. Die ergens een belang hebben van democratisering, van penetratie in de maatschappij. Dat is een dienstverlening. Wil je die geven of niet aan de middenklasse? Men voert een heel debat daarover. Mensen die voor betalen zijn en anderen minder. Ik vind wel dat iets gratis geven, is maar gratis. Dat heeft dan ook geen morele waarde. Ik vind toch wel dat men daarin een stap verder moet 16 H E T V R I J E W O O R D
evalueren. Er zijn veel studies gemaakt over de return van investment in de cultuursector. En dat gaat ver, hè. Veel te veel mensen in Vlaanderen studeren af in de creatieve industriële studies zoals architectuur, design, mode, meer dan in wetenschappelijke universitaire studies gericht op onderzoek, zo-
Europa is een gigan “tische verzameling
van verhalen, van vrij heden.
”
als kunstgeschiedenis. We zijn het land met per vierkante meter de meeste architecten. Dat heeft natuurlijk zijn impact op de economie. Daardoor hebben wij voor een heel klein land als België een enorm positieve impact in de wereld. Als men die hele groep mensen die allemaal geen job vinden, meer zou kanaliseren, coachen, beter doen instromen naar de KMO’s, dan zou hun omzet tot meer dan veertig procent groeien door
de mensen met creatieve brains. Dat is bewezen in een aantal studies. Als mensen uit die artistieke wereld in een privébedrijf komen, dan heb je die clash van ideeën. Zoals? Dat kan in de modesector zijn, want textiel en mode gaan samen. Een T-shirt kan gebruikt worden om medicatie toe te passen op een lichaam, door speciale stoffen die gebruikt kunnen worden voor therapeutische noodwendigheden. Dat geldt voor design ook. Design is niet alleen maar ontwerpen. Design kan de levenskwaliteit van de burgers verbeteren. BOZAR was na de Eerste Wereldoorlog, onder het motto nooit meer oorlog, een project van 350 families. Het is een uniek concept in Europa. Hoe heel veel families samen een gans project gerealiseerd hebben. Een utopisch project van 350 miljoen euro, maar dat vandaag die rentabiliteit teruggeeft. Over die bijna honderd jaar dat het Paleis voor Schone Kunsten bestaat. Dus 350 families hebben dat georganiseerd, laten bouwen, alles? Ja, die hebben dat toen gefinancierd. 350 miljoen euro is eraan gespendeerd. Een miljoen per familie? Ja, en in die tijd was dat twintig keer meer. We hebben de berekening gemaakt in geactualiseerde euro’s wat dat geweest zou zijn. Vele kunstenaars kregen bekendheid dankzij BOZAR, zoals Jan De Cock en nu Michaël Borremans. Is het nog mogelijk om België te promoten vanuit de kunst? Absoluut. De meeste mensen in Wallonië kenden Borremans niet. Het is ook een zeer atypische figuur. Het is een wereldkunste naar. Hij is in de wereld bekend, maar niet bekend thuis. Dat is heel raar. Het komt door de markt. Op een bepaald moment wordt een kunstenaar wereldbekend, maar hij is niet bekend in zijn eigen land. Het is een delicate oefening tussen die twee werelden. Om het hier te realiseren en om het wereldwijd te realiseren. Economisch zijn dat twee andere modellen.
TEAMWORK
Op welke manier hebt u veranderingen doorgevoerd bij BOZAR? Wat was uw visie om het weer aantrekkelijk te maken? Het is heel breed, het heet het Paleis voor Schone Kunsten, maar het is meer dan beeldende kunst. Het Paleis voor Schone Kunsten is het succesverhaal van een team. En het is een suc-
cesverhaal op politiek, economisch en cultureel vlak. We moesten de investeringen, het programma, de dramaturgie en evenwichten vinden zodat alles parallel verliep en we met niets te snel gingen. Zoals het Afrikaanse spreekwoord zegt: als je iets snel moet oplossen dan moet je dat direct doen, en dan moet je ook de verantwoordelijkheid nemen. Maar als je ver wilt gaan, dan moet je dat samen doen. Het gaat altijd allemaal zo duidelijk over vertrouwen en andere mensen. Hoe kun je bij mensen vertrouwen creëren om mee te gaan in een project? De competitie is ook zeer groot. Maar ondertussen hebben we veertienduizend activiteiten gehad vorig jaar, dat wil zeggen dertig, veertig per dag. Dat we nog kunnen groeien? Vast en zeker. Er zijn vandaag duizend medewerkers. Als we BOZAR samentellen met de Munt en het NOB, dan beheren we samen honderd miljoen euro. Dat is geen klein bedrijf meer. Dat is het grootste bedrijf in België in de cultuursector. U bent daarmee begonnen, met dat helemaal op punt te zetten. Ja, ik ben daarmee begonnen, maar het is heel veel fieldwork geweest en het legt natuurlijk ook een stukje hypotheek op je leven. Als je zo tien, vijftien jaar non-stop, zaterdag, zondag met zoiets bezig bent. HVW: Hoe ziet u uw persoonlijke toekomst? Uw opdracht voor BOZAR is nog eens voor zes jaar verlengd. PD: Ze spreken er al twee jaar over in de media, maar dit jaar is het verlengd. Ik doe graag wat ik doe en ik hoop dat te consolideren en vast en zeker het project te optimaliseren, nog veel meer in een drama turgische context te plaatsen. Niet zomaar programmeren omdat het namen zijn en dan een repertoire. Nee, het staat ook in een maatschappelijke context. Een tijd geleden zei u: ik ben nog maar net begonnen. Ja, ik voel dat het aan het pakken is, maar er is zeker nog werk aan de winkel. Je kunt dat zomaar niet stopzetten, dat is een proces op lange termijn. Door het feit dat we zoveel activiteiten hebben, is er ook een moreel aspect van input-output. BOZAR heeft een kostprijs, ook van het afschrijven. Er zijn veel mensen in Vlaanderen jaloers dat we zoveel geld krijgen, maar we beheren wel een gebouw van vierendertigduizend vierkante meter. Dat is meer dan twee voetbalvelden. Het zijn acht niveaus. BOZAR is een coproductie, wij doen alles
samen met drie, vier, vijf partners. Dat is samen aan tafel zitten, samen negotiëren, samen compromissen sluiten. Dat is het sterkste wat wij als Belgen hebben geleerd: de empathie en het compromis. Dat is inherent aan ons verhaal. Gerard Mortier en Jan Hoet waren cultuurpausen. Mogen we u nu de nieuwe kunstpaus noemen? Dat mag u in elk geval. Al ben ik nog maar vijftig. Ik hoop alleen maar dat ik niet op mijn zeventigste in mijn graf zal liggen zoals de beide heren. Ik heb ze bijzonder goed gekend. Jan minder als vriend, Gerard was echt een persoonlijke vriend. Ik heb uren met hem samen gewandeld aan de Belgische kust en geluisterd naar de zee. Stilte was altijd heel belangrijk voor iemand die van opera hield. Mortier heeft mij veel geleerd. Hij was natuurlijk een andere ge
Als we BOZAR “samentellen met
de Munt en het NOB, dan beheren we samen honderd m iljoen euro.
”
neratie. Ik ben van 1963 hij was van 1943. Hij was grotendeels een kind van de jaren zestig. Alles kon, the sky was the limit. Ik heb die periode alleen maar daarna gekend, twintig jaar later. Dat was al een heel andere situatie. Ik heb ook nooit echt fundamenteel met hem willen samenwerken en toch heb ik veel met hem samen gedaan en heb ik hem altijd bijzonder geapprecieerd. Hij was in een van de moeilijkste disciplines van de westerse kunst: opera. Dat een kunstvorm is van het ancien régime. In hoeverre kun je zo’n kunstvorm ethisch blijven verdedigen, na de Franse Revolutie? Maar ze hebben een erfgoed gerealiseerd, zo’n prachtig, subliem narratief. Het is heel belangrijk dat we teruggrijpen naar de verhalen van Europa. Europa is een gigantische ver zameling van verhalen, van vrijheden. En het is de samenwerking. Dat is fantastisch, die synthese. Niet alleen om in woorden een nieuw narratief Europa te schrijven, je kunt dat ook proberen met een grondwet te schrij ven, een soort conventie, maar mensen lezen geen grondwet. Het is wel
belangrijk om al wat Europa vandaag nog is, te vertellen in symbolen. Dat is de semiotiek van het beeld, van alles wat ons omringt. De mooistedingen die over Europa spreken zijn, de kunstwerken. Dat zijn de kunstenaars die projecten maken. De grote thema’s waar de burger niets meer van begrijpt, zoals de financiële crisis, de migratie, of de veroudering van de westerse maatschappij, worden het best vertaald door kunstenaars. Ik denk dat kunstdisciplines fantastische dragers zijn van wat mensen soms niet meer begrijpen. Daarin denk ik dat ik mijn verantwoordelijkheid neem ten opzichte van Jan Hoet en Gerard Mortier. Dat waren voorbeelden van mij. Ik ben een andere generatie. En ik probeer economisch, politiek en cultureel een toekomst te genereren en te blijven verdedigen dat bijvoorbeeld de brug van Millau, een samenwerking tussen Nederlandse ingenieurs, Franse constructeurs, een Britse architect, een van de mooiste modellen is van design van de twintigste eeuw. Van wat daar gerealiseerd is in Europa. En dat we zulke dingen kunnen blij ven voortzetten, samen. En dat is zo’n belang waar kunst en wetenschappen elkaar terugvinden in een instituut als het Paleis voor Schone Kunsten. Dat zeer interdisciplinair is en dat een zeer atypische matrix heeft. Waar ik medewerkers heb die nadenken over disciplines, artistiek en ook dramaturgisch. BOZAR is een prachtige instelling en ik heb een prachtig team. Het is een unieke job. Waarin al die thema’s waarvoor u mij kwam opzoeken, behandeld worden. Ik ben altijd zo gelukkig om ’s avonds te zien dat twee-, drie-, vier-, vijfduizend mensen in BOZAR zijn geweest, die allemaal een moment hebben gehad van plezier, maar ook een intellectuele ervaring hebben gehad. MAGDA HEEFFER
MICHAËL BORREMANS, MOMBAKKES
H E T V R I J E W O O R D 17
M
KUNST & CULTUUR
Engeland heeft twee filosofen
Dit utilitaristisch streven noemt hij “the greatest happiness principle”. Bentham is zijn theorie begonnen vanuit juridisch oogpunt. Hij wilde het recht humaniseren. Zijn systeem heeft als doel het geluk te construeren
voortge-
bracht die met hun ethische theorieën tot
hebben “taMensen lenten die verheve
in de jaren zestig van de twintigste eeuw de
ner zijn dan dierlijke begeerten.
toon aangaven: Jer-
”
emy Bentham (17481832) en zijn leer-
aan de hand van de rede en de wet. “Systemen die trachten dit te betwijfelen, handelen in loze klanken in plaats van verstand, in wispelturigheid in plaats van in redelijkheid, in duisternis in plaats van licht.” Hij ijverde voor burgerrechten, familiaal recht, gelijke rechten voor de vrouw, mensenrechten en de rechten van het dier. Dat zijn vandaag nog steeds belangrijke humanistische thema’s.
ling John Stuart Mill (1806-1873). Tot
vandaag
den
hun
worideeën
nog le vendig bediscussieerd. Dit nuttigheidsdenken,
het
VARKENS
utilitarisme, is ont staan uit de Verlichting en bracht veranderingen op economisch, juridisch, sociaal en politiek
vlak.
Hun
ideeën over cultuur
B
staan echter lijnrecht tegenover elkaar.
Hogere en lagere cultuur, twee eeuwen misverstand et nuttigheidsdenken is diep geworteld in het denken, het handelen en de taal. Iedereen stelt zich wel eens de vraag wat het nut van iets is. Bij het nemen van beslissingen gaan we na wat nuttig is. Nutteloosheid zien we niet zitten. Deze manier van denken is 18 H E T V R I J E W O O R D
echter ouder dan de ethische theorieën van Bentham en Mill. In het antieke Griekenland, zoals bij Aristoteles en Epicurus, was nut verbonden aan het goede, het aangename of het streven naar geluk. Voor Bentham is plezier het enige dat op zichzelf goed is.
Bentham meent dat wat mensen beweegt om hun plicht te doen, de motieven waarnaar zij handelen, te herleiden zijn tot het zoeken naar plezier en het vermijden van pijn. Zijn slogan is “Het grootst mogelijke geluk van het grootst mogelijk aantal mensen”.
James Mill, de vader van John Stuart Mill, was een medestander en goede vriend van Jeremy Bentham. Hij gaf zijn zoon echter een buitengewoon zware opvoeding. Toen John twintig was, leed hij maandenlang aan een zware depressie. Hij herstelde hiervan dankzij de poëzie van Wordsworth en keerde zich tegen zijn vader en Bentham. Zijn ervaring was dat het gedachtegoed van Bentham weliswaar een beroep deed op zijn intellectuele vermogens, maar dat zijn gevoelsleven onaangesproken was. Hij was een louter redenerende machine geworden. Hij begon dan ook aan een herziening van Benthams utilitarisme. Hij stelt dat het bouw werk van moraal en wetgeving alleen op de zekerheid van een algemeen aanvaard eerste beginsel kan worden opgetrokken. Dat eerste beginsel is dat van utiliteit of het beginsel van het grootste geluk. Hij wil dat beginsel verduidelijken en de mogelijkheid van een rationele verdediging ervan aangeven. Sommige critici vinden de veronderstelling dat het leven geen hoger doel heeft dan plezier, uiterst laag en vernederend. Ze betitelen de theorie als een leer voor varkens. Mill antwoordt hierop dat de epicuristen, altijd als ze zo werden aangevallen, stelden dat niet zij maar hun aanklagers de menselijke natuur in een vernederend licht plaatsen. Aan de beschuldiging ligt
namelijk de veronderstelling ten grondslag dat mensen tot geen andere genoegens in staat zijn dan varkens. Mensen hebben echter talenten die verhevener zijn dan dierlijke begeerten. Bij het bepalen van de waarde van genoegens moeten dus ook kwaliteiten in aanmerking worden genomen. Genoegens kunnen kwalitatief met elkaar worden vergeleken, waarbij het mogelijk is dat een kwantitatief kleiner genoegen verkozen wordt boven een kwantitatief groter genoegen, omdat het er kwalitatief boven verheven is. Mills verdediging is doorspekt met woorden als ‘hoger doel’, ‘een beter en nobeler voorwerp van begeerte’, ‘verheve ner’, ‘een veel hogere waarde’, ‘de verhevenheid van geestelijk plezier’.
ASPECTEN
Volgens Mill heeft elke menselijke hande ling drie aspecten: het morele aspect, of dat van het juiste of foute; het esthetische aspect, of dat van de schoonheid; het sympathieke aspect, of dat van de aantrekkelijk heid. Het eerste richt zich op de rede en het bewustzijn, het tweede tot de verbeelding, het derde tot het menselijk gevoel voor kameraadschap. Aan de hand van het eerste aspect keuren we goed of keuren we af, met het tweede aspect bewonderen we of verachten we, en met het derde hebben we lief, hebben we medelijden of voelen we afkeer. Voor Mill hangt de moraliteit van
wenste “datBentham de wet zich niet in
detail zou bezighouden met wat er in onze geest omgaat.
”
een handeling af van de te voorziene gevolgen. Met deze driedeling valt Mill terug op de teleologische filosofie van Aristoteles: het streven naar het ware, het goede en het schone. Dit is klassiek, maar niet vernieuwend. Bentham geeft daarentegen de eudemonistische ethiek van Aristoteles, het streven naar geluk, een eigen invulling: de tweedeling tussen pijn en plezier. Waarbij de deugd, de benaming voor het optimaal functioneren van de mens als mens, eruit bestaat te streven naar het vermijden van pijn en het veroorzaken van zo veel mogelijk plezier voor zo veel mogelijk mensen.
Maar juist daar heeft Mill het moeilijk mee, want hij wil aan dat streven hogere waarden verbinden. Hij wil een onderscheid maken tussen hogere en lagere genoegens. Dat is morele bemoeizucht. Bij Bentham maakt iedereen zelf uit waar hij plezier in heeft. Vlaamse filosofen zoals Dirk Verhofstadt en Patrick Loobuyck verheerlijken Mill als de grondlegger van het liberalisme. In wezen is Bentham veel liberaler dan Mill. Een ander liberaal aspect van Benthams denken is dat hij wenste dat de wet zich niet in detail
Voor Mill hangt de “moraliteit van een
handeling af van de te voorziene gevolgen.
”
zou bezighouden met wat er in onze geest omgaat. Zolang we geen bedreiging voor anderen vormen, moeten we met rust ge laten worden. De theorie van Bentham res pecteert de autonomie van individuen om hun eigen leven vorm te geven op hun eigen manier. Ze schrijft niet voor op welke manier we geluk moeten opvatten. Waar Mill zich nog aan stoorde, zijn de opinies die Bentham er over poëzie op na houdt. Bentham vond dat woorden van hun eigenlijke functie werden vervreemd wanneer ze werden gebruikt om iets anders uit te drukken dan de exacte logische waarheid. “Alle poëzie geeft een onjuiste voorstelling van zaken, en is dus bedrog. Poëzie bestaat in hoofdzaak uit overdrijving omwille van het effect. Voor wat betreft een gelijke hoe veelheid plezier is het tolspel net zo goed als poëzie.” Wij zijn nu niet meer zo bekend met het tolspel. Maar dat Bentham poëzie vergelijkt met een spel, maakt er ten eerste een vergelijkbare grootheid van met andere spelen. Ten tweede maakt het dan niet uit in wat voor spel mensen plezier hebben. Ten derde geeft het aan dat Bentham de poëzie als taalspel wel kon waarderen. Maar Mill kon de vergelijking niet waarderen, en gek genoeg zijn er ook vandaag nog mensen die zich daarover kunnen opwinden. Daarmee houden zij het absurde onderscheid tussen hogere en lagere cultuur in stand.
MAGDA HEEFFER
H E T V R I J E W O O R D 19
KUNST & CULTUUR
Kunst als therapie Mag of moet kunst een doel bieden buiten zichzelf om? Mogen vooral professionals bepalen wat kunstwerken ‘vertellen’ of is er ruimte voor andere – niet-technische, academische of historische - lezingen die meer persoonlijk, alternatief en zelfs suggestief zijn? De Britse filosoof Alain de Botton lanceerde het debat: hij noemt kunst in ‘Kunst als therapie’ even essentieel als ademen, eten, werken en vrijen. Basisgedachte is dat kunst ‘religie kan vervangen’: ze biedt troost en zingeving waar de kerk dat vroeger deed. Schilderijen, beeldhouwwerken, architectuur,… laten reflectie toe over onze kwetsbaarheid en de complexiteit van ons bestaan. Kunstwerken vormen tevens een reservoir voor ons dagelijks leven: ze behandelen tijdloze onderwerpen als de liefde, de natuur, geld,.... Zelfs voor typische moderne kwalen - stress, verveling, onverschilligheid - kunnen we ons wenden tot kunst. De Botton en coauteur John Armstrong benoemen maar liefst zeven functies van kunst. Daarbij primeren voor hen de emoties die een werk oproept. De tentoonstelling ‘Art is therapy’, waarvoor de Botton als gastcurator van het Nederlandse Rijksmuseum de handen ineensloeg met kunsthistoricus John Armstrong, concretiseert deze visie. Met een eigen selectie aan werken illustreert het duo via ‘post-its’ wat “de werkelijke waarde” van kunst vandaag kan zijn. Hun provocatieve aanpak en kritiek op de kunstwereld levert de nodige polemiek. We spraken daarom met enkele professionals: Inne Gheeraert, hoofd publieks werking bij Mu.ZEE - Museum voor Hedendaagse Kunst in Oostende - en Eva Wittocx, curator Hedendaagse Kunst in het Leuvense Museum M. HET VRIJE WOORD Hoe controversieel is de benadering van de Botton en Armstrong eigenlijk? INNE GHEERAERT “De theorie van Alain de Botton is voor ons museum geen voorbeeld. Een open interpretatie van kunstwerken door museumbezoekers is en blijft prioritair, net zoals de vrije expressie dat is voor de kunstenaar. Het is belangrijk dat museumbezoekers met hun eigen ogen naar kunst kunnen kijken. Met een spon20 H E T V R I J E W O O R D
tane, frisse en onbevangen blik. In Mu.ZEE vermijden we daarom juist lange teksten, feiten en cijfers aan de wanden, want die kunnen de bezoeker afleiden van het kijken naar de kunstwerken. Mensen die wel graag meer duiding hebben, kunnen de bezoe kersgids lezen. Dat vinden we iets minder opdringerig.” EVA WITTOCX “De basisgedachte achter de Bottons benadering, namelijk dat kunst een bijdrage aan ons leven kan geven, is uiteraard waardevol. Kunst kan je leven rij ker en completer maken, inspireren, doen
Therapeutische “bijwerkingen van
kunst zijn enkel mogelijk wanneer de weg ertoe vanuit de bezoeker komt.
”
nadenken, en geeft soms zelfs troost via schoonheid of inzichten. De uitwerking van zijn benadering, zoals ik die in het Rijksmuseum in Amsterdam zag, is mijns inziens echter al te dwingend. Hij wil bezoekers niet zelf doen nadenken, maar zegt ze wat ze bij een kunstwerk moéten denken. Wat in de concrete uitwerking stoort, is dat zijn nieuwe publieksteksten de medicijnfunctie van het kunstwerk zogenaamd onthullen, waardoor de zieke bezoeker genezen kan worden. Zijn ‘je hoeft niets te weten, luister slechts naar je gevoel’, lijkt geen recht te doen aan het kunstwerk en zelfs neer te kijken op het publiek. De Volkskrant scheef (02/05/2014) over de tentoonstelling in het Rijksmuseum
…”Tweehonderd zaalteksten van de Botton betekent dus drie en een half uur lezen, exclusief het kijken en exclusief het lopen van zaal naar zaal. We worden hier op geen enkele manier gestimuleerd te kijken. Laat staan zelf conclusies te trekken: een van de eigenschappen die kunst nou net onder scheidt van pamfletten en preken.” Zijn idee lijkt me in zekere zin ook weinig educatief, aangezien hij suggereert wat de kijker zou moéten voelen.” EW “Bij mijn bezoek aan ‘Kunst als therapie’ in het Rijksmuseum in Amsterdam, herinner ik me volgend tekstje: “You might want to cry…”. Ik denk niét dat we iemand nodig hebben die ons vertelt hoe we ons moeten voelen in het museum. Het bijzondere aan kunst is net dat iedere persoon, met zijn/haar eigen bagage, kennis en gevoelens, onbe vangen voor een kunstwerk kan staan en er betekenis aan kan geven. Een goed kunstwerk kan helend werken of troost geven vaak doet ook een zekere schoonheid ons dingen in perspectief plaatsen of relativeren. Maar al deze therapeutische bijwerkingen van kunst zijn enkel mogelijk wanneer de weg ertoe vanuit de bezoeker komt.” Bieden heden daagse musea dan nog te weinig gepaste educatieve benaderingen aan? EW “Musea zijn al lang geen ivoren torens meer waarin kunst als iets vreemds getoond wordt, met een moeilijk te kraken code. Instellingen doen best veel inspanningen. In M gebeurt dit via publieksvriendelijk taalgebruik en omkaderende programma’s: korte teksten, audiogids, iPad, rondleidingen… tot en met workshops en achtergrondinformatie. We linken ook naar bredere hedendaagse thema’s. Het blijft echter zo dat kunst (in het bijzonder hedendaagse kunst) steeds een zekere inspanning verwacht.
En om kunst te waarderen, kun je volgens mij - anders dan wat de Botton stelt – niet om de vorm heen: hoe het werk is gemaakt, wat er te zien is, waarom op deze manier,… Dit alles leren ontdekken, draagt bij aan de betekenis. Naar kunst kijken, vergt interesse en een beetje oefening.” IG “We kunnen mensen in het museum leiden en inspi reren. Of een ontmoeting, een verrassend inzicht uitlokken. Soms voorzien we daartoe uitspraken van de kunstenaar, of van een schrijver of filosoof - als deel van de presentatie of in het klein op een titelkaartje. Vaak werken we ook korte opdrachten uit - voor kinderen, jongeren en volwassenen – als aanzet om na te denken voorbij hun eerste inzichten. Met suggestie en minieme ingrepen beogen we de grenzen van de bezoekers te verleggen en nieuwe wegen van interpretatie te openen. De opdrachtjes verzamelen we in een boekje, op een kaartje of gewoon tussen de kunstwerken. Wij besteden ook veel aandacht aan de presentatie van de kunstwerken. Het samenhangen van enkele kunstwerken kan een verhaal suggereren. De ruimte tussen de kunstwerken kan poëzie evoceren.” Vindt u dat de Bottons therapeutische dui ding gangbaar moet worden in musea? EW “Publieksbeleving, verhalen, cocreatie etc. krijgen reeds meer aandacht. We leven in een tijdperk waarin verschillende invalshoeken die voor een rij kere erva ring zorgen, gemakkelijker kunnen worden aangeboden en toegankelijker zijn. Kunst dient in elk geval een referentiekader buiten de kunstwereld aan te bieden. Het is echter iets anders dan een pamflet: het zegt niet wat we moéten zien of voelen. Wel is het zo dat in onze samenleving vandaag alles zeer snel gaat, waardoor minder plaats is voor nuance, of tijd voor duiding. Het alledaagse, banale en menselijk-herkenbare maken veeleer het nieuws. Bepaalde zaken, zoals sommige kunstwerken die wat moeilijker zijn en weerstand bieden, worden in die zin vaak al te gauw afgewezen.” En juist dit verklaart misschien het enthousiasme waarmee de ‘zelfhulpfilosoof’ voor zijn project aan de slag ging. Hoewel duidelijk is dat hij de actuele inspanningen vanuit de culturele wereld daarbij nogal makkelijk negeert. De Botton blijft tenslotte een populist, met een sterk gevoel voor ironie. SIEN SIMOENS
HERINNEREN HOOP ERVAREN LEED ERKENNEN TERUG IN BALANS KOMEN ZELFINZICHT OPDOEN ZICHZELF ONTWIKKELEN WAARDERING TONEN VOOR AFKOMST, GESCHIEDENIS EN CULTUUR DE FUNCTIES VAN KUNST VOLGENS DE BOTTON EN ARMSTRONG
Richard Riemerschmid, het bord ‘Blaue Rispe’ (1903-1905)
‘Mijn goede ik als bord’
Mu.ZEE (Oostende) bezit een unieke collectie Belgische kunst van 1830 tot heden. Museum M (Leuven) is een middelgroot Vlaams museum dat naast een historische collectie tijdelijke tentoonstellingen brengt in een veelvoud van disciplines. LEES OOK Kunst als therapie, Alain de Botton en John Armstrong, Terra Lannoo, Phaidon, 2013, 9789089895851
H E T V R I J E W O O R D 21
KUNST & CULTUUR
HET VRIJE WOORD Geniet je veel van
een concert?
THOMAS VANDERVEKEN Als ik de
Elisabethwedstrijd presenteer, word ik beloond door de concerten. Ik word natuurlijk betaald voor mijn werk. Maar vanaf het moment dat de eerste noot klinkt, ben ik aan het genieten. Waar ik van hou, is het directe contact met de klank. Een orkest horen spelen in de zaal waarin ik zit. Ik luister thuis niet vaak naar orkestmuziek. Ik vind dat het door luidsprekers minder mooi klinkt. Ik wil de liveklank in de zaal. Daarom dat ik ook zo van opera hou. Omdat je daar het orkest hebt en die zangers, en wat er uit hun keel komt, komt recht in je oor. Dat direct fysiek contact ontroert mij
Censuur en totalita “risme zijn slecht voor kunst en cultuur. ”
Weg met de blokfluit!
Musicoloog, pianist en presentator voor radio en tv, Thomas Vanderveken is een ontzettende muziekliefhebber. Nee, niet alleen van piano en klassieke muziek op Klara. Een heel toffe waaier van muziek, soundtracks uit de jaren vijftig, jazz uit de jaren dertig, de raarste nummers. Maar als hij tijd vindt om aan zijn vleugel te gaan zitten en zelf in de muziek kruipt, dan geniet hij het meest. Van hoe onwaarschijnlijk ingenieus je met een paar noten een hele wereld kunt doen ontstaan. 22 H E T V R I J E W O O R D
vaak. Ik ben pas dit seizoen naar de opera Der Rosenkavalier geweest in de Vlaamse Opera. Op een gegeven moment is die sopraan een heel mooie aria aan het zingen in het laatste deel. Dat is zo geschreven dat die op een gegeven moment heel hoog zit in haar tessituur en ze doet daar nog een halve toon bij. Ze gaat nog een halve toon hoger. Dat was zo’n magisch moment. En ik kon er niets aan doen, het was fysiek, ineens rollen de tranen over mijn wangen. Dat is zó indrukwekkend. Er is zo weinig dat dat met mij kan. Ik heb dat nooit. En dan ineens in de zaal overkomt het me dat ik zit te janken en het een prettig gevoel vind. Vanwege de esthetiek, de schoonheid? Ja, dat is echt. Hoe schitterend. En hoe schitterend is het geschreven en boven dien om het dan nog eens uitgevoerd te zien. Dat is, denk ik, waarom die muzikan ten daar staan. Waarom er met zoveel zorg wordt gespeeld. Dat is ook wat ik zo fantastisch vind aan klassieke muziek. Want ik hou van alle genres, hoor. Ik ben een grote jazzliefhebber. Maar wat mij aan klassieke muziek ontzettend boeit, is de zorg waarmee gespeeld wordt. De ontzettende fines se, de toewijding waarmee muzikanten zeggen: “Die noten, ik ga die nu eens allemaal perfect proberen te polijsten. Ik ga daar nu eens stuk voor stuk diamantjes van proberen te slijpen en dan pas is het
goed genoeg.” Die attitude, daar hou ik ontzettend van. Ik vind dat je dat mooi zegt. Voor mij is het altijd de ongelofelijke discipline van die mensen en het samenspel, de interactie, dat fascineert me. Dat is ook prachtig. Dat is zeker waar. Ja, want daar speelt ook heel veel. Als muzikant voel ik heel sterk wat er gebeurt tussen die muzikanten. Dat is heel leuk om te zien. Het vak van orkestmuzikant is een behoorlijk zwaar vak. Die mensen moeten hard werken, veel repeteren, zijn allemaal maestro’s die zich dan als collectief moeten presenteren. Dat is eigenlijk iets heel raars. Toch ben ik altijd blij als ik een orkest zie waar de vlam in de pan zit. Zie je een evolutie in kwaliteit bij de deelnemers aan de Elisabethwedstrijd? Dat is een moeilijke vraag. Omdat ik natuurlijk niet kan terugkijken naar 1937. Ik denk dat het niveau ongeveer hetzelfde is gebleven. Namelijk topniveau van starters. Want dat is wat ze zijn, het zijn mensen die aan het begin van hun carrière staan en op wereldniveau spelen. Het enige dat er misschien wel is, is dat er een evolutie is naar meer in de wereld staan. Wat mij altijd opvalt, is dat de mensen die meedoen wereldburgers zijn. Ze hebben wel een nationaliteit, maar die is eigenlijk irrelevant. Daaruit blijkt trouwens wat mij betreft ook hoe achterhaald het nationalistisch discours is. Een meisje zoals Chiara Skerath, de Belgische Zwitserse zogezegd, die zesde is geworden, dat meisje spreekt gewoon vloeiend Leuvens, vloeiend Waals-Frans, vloeiend Italiaans, woont in Zwitserland, spreekt perfect Engels. Dat zijn mensen die je niet in een vakje kunt stoppen. Op één na dit jaar waren ze allemaal in verschillende buitenlanden gaan studeren. Daar maken ze vrienden, doen ze ervaringen op, ze houden er Facebookcontacten aan over. Dat zijn mensen die in de wereld staan. Ik denk dat het de laatste jaren zeker nog aan het versnellen en veranderen is. Vroeger waren de pianisten die uit de Sovjet-Unie kwamen, vaak wereldvreemde aapjes die getraind waren om snel en virtuoos piano te kunnen spelen. Dat is weg, die mensen bestaan amper nog of komen toch niet naar de wedstrijd. Nu zijn het echt jongeren van vlees en bloed met een iPhone en die voor- en achteraf hun Facebookstatus ver anderen. Voor mij gaat die wedstrijd ook niet over die traditie, maar over die jonge
leeuwen die heel hard gewerkt hebben om iets heel goed te kunnen en die dat komen aftoetsen aan het niveau van de wereld, voor die fantastische jury vol grote namen. Die mensen zijn gladiatoren die daar op dat moment hun carrière gemaakt of gekraakt zien. Ze hebben natuurlijk verschillende kansen, maar de Elisabethwedstrijd is een van de grotere. Ze kunnen aftoetsen of het echt wel iets voor hen is, die internationale carrière. Of dat ze toch zullen moeten gaan lesgeven. Ik heb de indruk dat deze zang lichting niet de sterkste was die we ooit gezien hebben. Maar de winnares was formidabel. Sumi Hwang is een briljante sopraan. Wat is talent? Kun je dat aanleren? Daar is tegenwoordig redelijk wat discussie over. Er is in de Angelsaksische literatuur op dit moment de strekking… Ken je het boek ‘Talent is overrated’? Dat is wat jouw vraag betreft een van de standaardwerkjes. Daar gaan ze - volgens wetenschappelijke studie, maar er is natuurlijk altijd een beetje interpretatie bij – ervan uit dat talent niet bestaat. Dat buiten een klein beetje voordelen vanwege grootte of beweeglijkheid, wij in principe allemaal nor-
zouden “erEigenlijk meer mensen met
spiritualiteit moeten bezig zijn.
”
male mensen zijn en allemaal in staat tot uitzonderlijkheid. Het enige dat we moeten doen, is heel hard, heel intensief en juist, geconcentreerd studeren als we binnen vijf jaar een goede basketballer willen zijn, of een goeie pianist. Het hangt er maar van af waar we onze zinnen op zetten. De interesse en de drive ertoe? Ja, en die ontwikkelt zich natuurlijk ook vanzelf zodra je ergens goed in wordt. Dat is een leuke theorie. Is het helemaal waar? Ik geloof het niet. Want er zijn natuurlijk mensen met handicaps en er zijn mensen die gewoon heel goed zijn in zowat alles. Daartussen ligt volgens mij wel een heel spectrum. Ik denk dat het niet zo absoluut is. Maar ik geloof wel dat als je heel hard werkt, je heel ver kunt springen. H E T V R I J E W O O R D 23
KUNST & CULTUUR
“
Ik verbaas me over het gemak waarmee iemand niet in Sinterklaas gelooft maar wel in God.
”
Het is ook een bemoedigende theorie. Iedereen kan wel wat bereiken. Op het eerste gezicht wel. Maar eigenlijk niet. Want vroeger kon je zeggen: ik heb geen talent. Dat kun je nu niet meer zeggen. Je kunt het nergens meer op steken, tenzij op je luiheid. In die zin is het de ultieme depressietheorie. Want als je nergens goed in bent, en in dat tijdperk leven we ook, dan ben je een loser. Ik wil niet in dat tijdperk leven. Ik vind dat mensen het recht hebben om ergens niet goed in te zijn. Dat wordt nu wel heel moeilijk. Ontstaat cultuur uit schaarste? In Auschwitz werd muziek gemaakt tegen de verdruk24 H E T V R I J E W O O R D
king in, in Oost-Europa werden onder het communistisch regime muzikanten in de watten gelegd. In hoeverre ontwikkelt zich cultuur als er geen vrijheid is? Ik denk dat Sjostakovitsj in Rusland een goed voorbeeld is. Sjostakovitsj schrijft op een gegeven moment zijn opera Lady Macbeth en die wordt door Stalin niet geapprecieerd. Hij krijgt het dus zeer moeilijk. Hij zit in een zeer gevaarlijke positie. Hij schrijft daar als antwoord een symfonie op. Die symfonie wordt door Stalin en de propagandamachine gezien als de ultieme So vjetsymfonie. Fantastisch. Terwijl Sjostakovitsj daarin heel erg lacht met het regime. Het publiek moet dat toen goed begrepen hebben. Vandaag is er nog discussie over onder musicologen. Meende hij het nu of is het een karikatuur? Is het een waardevol werk of is het gewoon een opdrachtwerk? Dat zijn moeilijke discussies. Het enige dat daar voor mij in relatie tot deze vraag uit blijkt, is dat censuur en totalitarisme slecht zijn voor kunst en cultuur. Dat je als kun-
stenaar kunt proberen om eronderuit te komen, maar het feit dat je jezelf moet censureren, is geen rijkdom. Is er in het onderwijs meer aandacht nodig voor cultuur of is het iets wat je zelf moet ontdekken en in je vrije tijd moet beoefenen? Wat dat betreft ben ik wel een redelijke pragmaticus. Ik vind niet dat er hoogcultuur en laagcultuur is. Het is onzin om dat te willen opdelen. Het grootste voorbeeld tegen hokjesdenken is de Elisabethwedstrijd. Iedereen die niets met klassieke muziek te maken heeft, vindt dat een elitaire bedoening en is daar een beetje bang voor. Terwijl die kandidaten waar het toch om draait, daar met hun iPhone in de coulissen rondlopen en met elkaar snapchatten en helemaal mee zijn met de wereld waarin we leven. Als je cultuur definieert als alles wat niet met 2014 contact houdt, dan zet je jezelf buitenspel en dan ben je irrelevant en museaal. Dat vind ik ten eerste, we moeten ophouden met cultuur te definiëren als stiff upper lip. Dat is het niet. Ten tweede, wat mij betreft is er nooit genoeg culturele beleving. Wat blijft er over van een maatschappij op lange termijn? Dat is de cultuur. Waar gaan we naar kij ken? Naar de piramides van Egypte en de opschriften daar. Dat is de cultuur van die Egyptische beschaving. Al de rest is weg. De pottenbakkers van toen die veel potten verkochten en daar veel geld mee verdienden, zijn weg. Hoe vind je de cultuuropvoeding op school? De lessen plastische en muzikale opvoe ding vond ik eerlijk gezegd een beetje teleurstellend. Maar het probleem is natuurlijk ook dat die op die manier in het curriculum zitten. Namelijk een uurtje hier een uurtje daar. En blokfluit spelen! Die fluit zou kapot moeten, het is een schande. Dat ding moet wég. Het helpt niets. Er is zóveel dat je wél kunt beleven. Maar ik kan me voorstellen dat het moeilijk is voor leerkrachten om dat in eindtermen te gieten. Net omdat het niet los te maken is van de rest van de samenleving, is elk vak waarin je probeert cultuur apart te geven bij voorbaat verloren. Cultuur moet in alle vakken zitten. In het radioprogramma ‘De ongelovige Thomas’ verbaasde je je over de wonderen van de klassieke muziek. Waar geloof je in? Ik ben niet gelovig. Ik ben naar een pro testantse lagere school geweest per toe
val. Dat was dichtbij. Het was een klein en gezellig schooltje. Ik ben heel blij dat ik daar geweest ben. Ook om de culturele erfenis die ik daar heb meegekregen. Ik ken de Bijbel beter dan zij die op een katholieke school zijn geweest. Daarna heb ik op een katholiek college gezeten. Maar ik ben zelf niet gelovig, omdat ik me verbaas over het gemak waarmee iemand niet in Sinter klaas gelooft maar wel in God. Voor mij is dat hetzelfde, een verhaaltje. Ik snap niet hoe je dat intellectueel voor elkaar krijgt als volwassene. Daar zit zo’n grote ontkenning van verstand in. Maar ik heb wel begrip voor het zoeken naar een geloof. Ik heb het zelf niet nodig, maar ik voel dat wij als mens blijkbaar veel nood hebben aan zingeving. Het merendeel van de wereldbevolking duidt zichzelf aan als gelovig. Ik denk dat er in ons collectief een nood zit tot het overstijgen van het louter rationele. Het alleen rationeel willen benaderen van het leven, dat is ook een fout. Dat is ook een geloof. Dan wordt het controle en dan is er ook geen vrijheid. Vrijheid ontstaat volgens mij wanneer je durft te kijken naar je eigen zinloosheid. Dat je probeert het gekke wat het leven is in de ogen te kijken en daar dan niet per se een antwoord op te zoeken in onwaarheden, wat alle grote godsdiensten zijn. Het streven naar een goed leven voor iedereen, een vredesboodschap, dat zit overal in, bij de ene vanuit religie en bij de andere niet-kerkelijk. In de filosofie zijn er dan verschillende strekkingen van wat dan een goed leven is. Daar kunnen filosofen heel veel over praten en dat is geweldig interessant. Maar ik wil dus van geloven geen karikaturen maken. Eigenlijk zouden er meer mensen met spiritualiteit bezig moeten zijn. Dat is iets wat we in deze maatschappij, in deze cultuur veel te weinig voeden. Contact met de natuur ook. Ik denk dat we daar nog wel te winnen hebben. Dat is ook ons sterkste wapen tegen godsdiensten. Goede manieren vinden om met spiritualiteit om te gaan. We hebben natuurlijk alternatieve tempels opgericht: festivals zijn tempels waar mensen hun collectiviteit beleven. Het beste voorbeeld is de evolutie van de festivals. Woodstock ging over de muziek. Tomorrowland gaat over alleen nog maar over collectiviteit, over samen dezelfde beat horen, samen dezelfde bewegingen maken en samen op dezelfde plek zijn.
BOZAR is ook een tempel, een tempel van schoonheid. De restaurants, de manier waarop wij naar eten kijken vandaag, dat is religieus. Wij vereren onze koks en het eten, en het moet biologisch zijn. Homeo pathie is eigenlijk ook een geloof. Dus op verschillende terreinen zoeken we spiritua
Maar wat mij aan “klassieke muziek ontzettend boeit, is de zorg waarmee gespeeld wordt.
”
liteit. Dat is goed. Maar ik denk dat we daar bewuster mee mogen omgaan. Het enige geloof dat ik niet zo graag aanhang, en dat hangen we allemaal nogal redelijk aan, dat zijn de tempels van de kooplust, de Meir en het Waasland Shopping Center. Ik denk niet dat daar de spiritualiteit ligt. Ik zag op de universiteit eens een poster van een vrouw met een winkelwagentje en de tekst: ik koop, dus ik ben. We mogen geen consumenten zijn, maar
we zijn het. Dat discours is inmiddels achterhaald. Er is ook niets mis met kopen. Maar ik was in Peru met mijn vriendin begin dit jaar. Op een gegeven moment zijn we met een sjamaan een berg opgegaan. Ik geloof niet in sjamanisme, maar dat was wel heel mooi. We zijn een berg opgegaan, hebben een afgelegen plekje opgezocht, de zon ging onder en hij was daar met zijn vrouw. Zij hebben offers gebracht volgens hun rituelen. Ze hebben ons gezegend. Uiteindelijk dan het offer in het vuur gegooid. We hebben daar samen naar gekeken met de ondergaande zon erbij. Dat was een heel mooi moment. Dat heeft echt indruk gemaakt. Ik wil dat ook weer opzoeken, zo’n directer contact met de natuur en mijzelf klein voelen. In de stad zijn we allemaal koning van ons eigen rijk. Mensen denken altijd dat ze top van de food chain zijn. Dat klopt ter hoogte van de pizza’s in de Delhaize. Maar als je in de savanne rondloopt in Afrika, dan besef je wat je echte plaats in de wereld is. Namelijk iets wat voortdurend opgegeten kan worden. Is het niet door een leeuw, dan wel door een lintworm. Dat is onze echte plaats. Ook dat is een vorm van spiritualiteit, je daar bewust van zijn. MAGDA HEEFFER
H E T V R I J E W O O R D 25
KUNST & CULTUUR
Muziek en kunst in je buurt
(T)huiskamerconcerten Huiskamerconcerten: artiesten ontdekken die nauwe lijks in het commerciële circuit roteren en je hiervoor
Kunst met grote K en grote M Zondag 25 mei, een zonnige namiddag en een lonkende ‘fietsostrade’ tussen Antwerpen en Mechelen… Het juiste moment om mijn tweewieler van stal te halen en eens een kijkje te gaan nemen op de laatste dag van de tweejaarlijkse Kunstvestdagen in de Mechelse Keldermansvest.
H
Kunstvestdagen? De zoveelste brocanterie of amateurkunsthappening op straat? Nee hoor, je krijgt er werken van (semi)professionele Mechelse kunstenaars uit vrijwel alle kunstdisciplines te zien. Kunst met een vrij grote K dus, gepresenteerd in de huiselijke sfeer van een twaalftal, netjes opgeruimde woonkamers van evenzoveel huizen. En muziekoptredens, een taptent en een ijskraampje in de straat, wat kan een mens nog meer wensen? Maar wat motiveert jonge, werkende Mechelaars om twee opeenvolgende weekends van deze prachtige lentemaand op te treden als gastcurator voor enkele artiesten en hun huiskamer, inclusief versnaperingen, open te stellen voor het grote publiek? Want gemiddeld drieduizend bezoekers over de vloer krijgen over vier namiddagen is inderdaad niet weinig. Ann en Glenn, een koppel dertigers met twee jonge telgen, vinden het vooral leuk dat ze zoveel nieuwe mensen leren kennen. Niet alleen buren, ook bezoekers uit heel Mechelen. ANN “Kunst lokt reacties uit, soms ook negatieve, maar dat deert niet. Wat telt is dat kunst een interessante dialoog op gang kan brengen, zelfs met totaal onbekenden. Dat kunst pure luxe en overbodig zou zijn in deze tijden van crisis, is absolute onzin. Kunst zet aan tot nadenken en verruimt je blik, weg van de alledaagse sleur. Boven26 H E T V R I J E W O O R D
dien verbetert dit initiatief het contact met de buren. In onze straat wonen veel politici van verschillende pluimage: voornamelijk sp.a, Groen en Open VLD, maar er zit ook één NV-A’er tussen. Elke avond na afloop van de kunstnamiddag eten we met z’n allen samen en slagen we erin op een open en leuke manier met elkaar te kletsen, ondanks onze politieke veelkleurigheid. Supergezellig.” Even later loop ik binnen bij buurman Johan, die samen met Kristoff van enkele huizen
Wat telt, is dat “kunst een interessante dialoog op gang kan brengen.
”
verder het hele gebeuren coördineert. Hij benadrukt dat zij er enorm veel tijd en werk in steken, maar ze hebben het er graag voor over. JOHAN “Wat we erg tof vinden, is dat we een volle week tussen de schilderijen en de kunst leven. Ons huis wordt heel even een galerie. Iedere kunstenaar mag maximaal twee keer meedoen, want we willen zo veel mogelijk kunstenaars een kans geven. Dit jaar waren het er een dertigtal.” “De randanimatie gaat altijd over een
bepaald thema. Voor deze editie beslisten we een hommage te brengen aan wijlen dichter Dirk Verbruggen. Die zou hier de vorige Kunstvestdagen (2012) hebben komen optreden, maar kort tevoren werd hij ernstig ziek. Zijn verzen werden nu op ieders ruiten aangebracht, dus in zekere zin doet dit jaar de hele straat mee. Bovendien helpen buren die niet deelnemen aan de tentoonstelling bij het tappen. Er is dus niemand die zich afzijdig houdt, echt de hele straat doet wel iets. Jammer genoeg berei ken we nauwelijks onze allochtone buurtbewoners. Jonge kinderen zakken wel naar hier af omdat de straat verkeersvrij wordt gemaakt en ze kunnen voetballen en ravotten, of ook om wat chips te eten. We denken erover na hoe we hen in de toekomst meer zouden kunnen betrekken.’ Volgend jaar zijn er geen Kunstvestdagen, maar Ann, Glenn en hun buren zijn zo enthousiast dat ze overwegen iets alterna tiefs te organiseren, misschien een kunstveiling voor creatievelingen en amateurkuns tenaars. Ze denken nog vo lop na. Zeg nu nog dat kunst mensen niet beweegt…. EVA VAN TULDEN
Voor meer informatie en sfeerbeelden: www.kunstvestdagen.be.
ontspannen neervlijen op een stoel in je buurt. Klinkt niet mis, toch? Het Vrije Woord maakt een uitstapje naar de Kempen, waar deze trend zich ook heeft ingezet. Nico Verhoeven, cultuurbeleidscoördinator stad Turnhout: “Ons ‘(T)huiskamerfestival’ is geworteld in gesprekken met leerkrachten van de kunstacademie: zij wilden graag met de school naar buiten treden. We legden de link met stadswijken en koppelden hun verzoek aan ons ‘Wijkt-af’-concept – dit zijn activiteiten in lokale buurten. Zoals Mooov-wijktaf (openluchtcinema) of Open doek -wijktaf, waarbij men de Turnhoutse buurten en wijken intrekt in samenwerking met vereni gingen, organisaties en stadsdiensten. Deze werkwijze creëert nieuwe impulsen in het buurt- en wijkgericht vrije tijdsaanbod in de stad.Na een eerste ‘eenmalig’ concert en cd wilde men ook naar de mensen thuis trekken.” “De dynamiek rond ‘Turnhout Culturele Hoofdstad 2012’ gaf ons de kans dit concept te testen en er een regionaal verhaal van te maken. Zo ontstonden dus de Turnhoutse huiskamerconcerten. Men ging in de Noorderkempen op zoek naar lokale groe pen die via muziek, dichtkunst, film, come dy,… hun talenten wilden tonen, vanuit de opzet “talent ontmoet lokale bevolking”. In 2014 werd een tweede (T)huiskamerfestival georganiseerd, en intussen is het initiatief zo’n succes dat we heel wat geïnteres seerde artiesten moeten weigeren.”
DIVERS PROFIEL
“Het profiel van de gastgezinnen die hun woonkamers openzetten, is heel divers: sommigen hebben nog lagereschoolkinderen, anderen reeds tieners, en er zijn ook senioren bij. De gastheer/vrouw kan een voorkeur uitspreken qua genre of discipline, maar onze dienst verdeelt uiteindelijk de optredens. Het leuke is dat men veel vrijheid geniet om de sfeervolle omkadering zelf in te vullen: naar eigen stijl, smaak, middelen... Sommigen schenken de gasten
champagne, anderen maken het eenvoudig gezellig met chips, bier en frisdrank,…. Wel gaan wij na of de praktische en logistieke organisatie goed zit. We leveren ook promo tiemiddelen: festivaldrankviltjes, -banners en –affiches. Gemiddeld kun je echter stellen dat slechts een vierde van de participanten via ons doorstroomt. De gastlocaties zijn anoniem, omdat het niet de bedoeling is dat de nieuwsgierigheid van de mensen uitgaat naar de huizen en wie erin woont.”
De dynamiek “wordt bepaald door de artiesten en de gastgezinnen.
”
KLEINSCHALIG EN KRACHTIG
“Voor ons betreft het een haalbaar initiatief, interessant dankzij de participatie en inzet vanwege burgers. Alles bij elkaar is dit een relatief kleinschalig maar krachtig project: 40 optredens met gemiddeld 30 deelnemers levert toch zo'n 1200 betrokkenen op. Er is wel maatwerk mee gemoeid, en soms moesten we de organisatoren van bestaan de overkoepelende cultuurinitiatieven ervan overtuigen dat deze piste ook kwaliteitsvol kan zijn, en dat er wel degelijk een publiek voor bestaat. Het resultaat mag er echter zijn. Belangrijk is tevens dat de dynamiek door de sleutelfiguren - de artiesten en de gastgezinnen - wordt bepaald. Zij tonen engagement en betrokkenheid – iets wat je steeds vaker ziet bij projecten waarbij met ‘gastlocaties’ wordt gewerkt. En er is veel enthousiasme! Na de eerste editie werd zo’n 99% van de gastgezinnen vanzelf afgelost door nieuwe geïnteresseerden.” Gastmuzikante JackoBond (Riet Muylaert,
die bij huiskamerconcerten meestal optreedt zonder bandleden) waardeert dat bij huiskamerconcerten mensen echt afkomen op de muziek, en niet omdat ze je kennen van tv, bijvoorbeeld. Ook het directe contact bevalt. Het gastgezin Van Nieuwenhuysen-Vanriel voelt zich aangesproken door het ‘totaalproject’. Aan de dochter des huizes was het wel even meegeven dat “het niet de bedoeling was dat er alleen maar vriendinnetjes werden uitgenodigd, want ons huis staat dan open voor iedereen”, bekent mama Leen. Wel mag het spaarvarkentje van dochterlief dienstdoen voor ontvangst van drankbijdragen. De sfeer bij het optreden blijkt heel gemoedelijk.
EN DE CENTEN?
“In 2014 was de vraag reeds groter dan ons beschikbare budget. De stad Turnhout vergoedt de optredens van de groepen en artiesten naast kosten als SABAM en verzekeringen. Het project lijkt dus zeker een leemte te vullen.” Huiskamerconcerten blijken een succesverhaal waarbij (veelal lokale) cultuur en burgers elkaar op een alternatieve, laagdrempelige manier ontmoeten, met een eerder beperkte overheidstussenkomst. En zeg nu zelf: het thuisgevoel combineren met een geslaagd optreden én daarbij ook nog nieuwe mensen leren kennen - wie kan daarop tegen zijn? SIEN SIMOENS
Livingconcert: Fonkelnieuw is het concept van een online netwerk om (t)huisconcerten te organiseren. Op het platform www.livingconcert. com kunnen artiesten en huiska mers elkaar vinden en concreet afspreken.
H E T V R I J E W O O R D 27
KUNST & CULTUUR
riaal enz. Centraal staat de verantwoording van het gebruik van publieke middelen, een vraag die in tijden van schaarste nog har der klinkt. Een derde element heeft meer te maken met een langere historische evolutie. De verwevenheid tussen het verenigingsleven en de politiek is vandaag veel kleiner dan vroeger - zeker op het Vlaamse niveau moet je binnen politieke partijen op zoek gaan naar mensen die er nog bekend en vertrouwd mee zijn. Dit daagt verenigingen uit om te bekijken hoe ze deze relaties zelf kunnen uitbouwen.
CONCURRENTIE
Het sociaal-cultureel werk in tijden van schaarste In Vlaanderen en Brussel zijn ruim twee miljoen mensen actief in het sociaal-cultureel volwassenenwerk: als lid van een vereniging, deelnemer bij een volkshogeschool of landelijke vormingsinstelling, of actievoerder of sympathisant bij een beweging. Het sociaal-cultureel volwassenenwerk telt 140 organisaties, en alleen al de 57 verenigingen – waartoe HVV behoort - zijn samen goed voor meer dan 14.000 lokale afdelingen. Het betreft een creatieve sector waarin veel sociaal kapitaal schuilt. Waarom dan de politieke roep om legitimatie van dit bruisende middenveld? Is de sector een ‘lelijk, geldverslindend eendje’ of heeft hij redenen om een fiere zwaan te zijn? We leggen hierover ons oor te luisteren bij Fred Dhont, directeur van Socius – “Steunpunt en reisgezel” van de sector sociaal-cultureel volwassenenwerk. HET VRIJE WOORD Wat is eigenlijk het heersende politieke discours over de sector? FRED DHONT Ik zie vandaag drie ele menten in dit discours. Aan de ene zijde van de medaille is er nog steeds een grote waardering voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk en zeker voor organisaties
28 H E T V R I J E W O O R D
die werken met vrijwilligers. Anderzijds gaat er een appel uit naar het sociaal-cultureel volwassenenwerk en het verenigingsleven om met een aantal maatschappelijke uitdagingen om te gaan, zoals superdiversi teit in de samenleving, andere, alternatieve manieren van verenigen en de plaats van het verenigingsleven in stedelijke context.
Er is dus een positief discours, maar men stuurt vanuit de overheid tegelijk ook een appel uit. Een tweede element is de opkomst van een evidencebased politiek en beleid - een vrij dominant denken over hoe men beleid moet maken en een administratie organiseren. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld in vragen naar meer monitoring, cijfermate-
Dagelijks stimuleert en ondersteunt het sociaal-cultureel werk de ontwikkeling van deelnemers, vrijwilligers, groepen of gemeenschappen. Zo werkt het aan actief burgerschap, samenlevingsopbouw en zelfs cocreatie. Toch is er enorm veel concurrentie vanwege de vrijetijdsindustrie. Ik trek dit graag een beetje open. Mijn these is dat we een toenemende concurrentie meemaken op een vrijetijdsmarkt. Op die markt speelt niet alleen de vrijetijdsindustrie. Vanaf de jaren 50-60 van de vorige eeuw zijn er steeds meer andere actoren en dus concurrenten bij gekomen - zoals culturele centra of vormingsinstellingen. Er wordt dus al langer geknaagd aan het monopolie van de sector en het verenigingsleven als aanbieder van een zinvolle vrijetijdsbesteding.
Eigenlijk gaat dit “soort denken ervan
uit dat het aantoonbaar moet zijn welk effect je creëert in de samenleving, alvorens je middelen kan bekomen.
”
Naast meer gesubsidieerde, verschenen ook meer profit-actoren. Zeer belangrijk daarin is ook nog het aandeel van de media - denk maar aan het aantal uren dat mensen voor een of ander scherm zitten. Daarnaast is er het toenemende belang van toerisme. De sector ervaart dus veel concurrentie. Mijn idee is dat de sector mensen zal kunnen aanspreken in hun vrije tijd, als zij voor
die mensen betekenis kan creëren. En als wat er wordt aangeboden meer betekenisvol is dan een alternatief. Daarenboven is het een uitdaging voor alle organisaties die werken met vrijwilligers om na te gaan hoe men de binding kan versterken.
FOTO OF PIXEL
Wat zijn de evoluties op het vlak van de sector-identiteit? Merkt u als directeur van Socius belangrijke verschuivingen op? Je kunt eigenlijk maar moeilijk spreken van een sector-identiteit. Als je het met een foto zou vergelijken, dan moet je vaststellen dat iedereen maar een stukje van de foto kent – men kent slechts bepaalde pixels. De plaats die de sector heeft als actor binnen de niet-formele educatie en het informeel leren, staat evenwel zeker onder druk. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de eco nomische crisis, maar ook met een overheidsbeleid dat steeds meer belang hecht aan een activeringsdiscours, waarin alles wat te maken heeft met leren in functie van economie en arbeidsmarkt wordt gezien; in tegenstelling tot een visie die het volwaardig belang van levensbreed leren onderschrijft. Ook wat onze identiteit als middenveldspe ler aanbelangt – naar traditie wordt het sociaal-cultureel volwassenenwerk gezien als middenveldspeler – wordt druk uitgeoefend, wat in het verleden ook al het geval was. We moeten dus opnieuw uitzoeken hoe we naast de staat en de markt onze positie kunnen vormgeven. Heel wat uitdagingen, dus. Zijn er parallellen te trekken tussen het discours rond kosten en baten, efficiëntie etc. over cultuur (het nieuwe cultuurbeleid) en het volwassenenvormingswerk? “We moeten naar mijn aanvoelen voorzichtig zijn met de ‘evidencebased policy’-gedachte. Eigenlijk gaat dit soort denken ervan uit dat het aantoonbaar moet zijn welk effect je creëert in de samenleving, vooraleer je middelen kunt krijgen. Een gevaarlijk uitgangspunt, want dan instrumentaliseer je cultuur en de culturele sector. Ik meen dat cultuur een heel belangrijke intrinsieke waarde heeft in een samenleving. Wat niet wegneemt dat impactbepaling en effectmeting belangrijk kan zijn. Want ook wij als sector hebben er belang bij om een zicht te krijgen op de vraag: “Bereiken wij met de acties en werkingen die we ontplooien de doelstellingen die we voor ogen hebben?” Dit vraagstuk rond waardecreatie, impactbepaling en effectmeting is voor mij echter
veel meer een agogische vraag voor professionals en organisaties, met het oog op de kwaliteitsverbetering van hun werk, dan een mogelijk uitgangspunt van een overheidsbeleid ten aanzien van het sociaal-cultureel volwassenenwerk.”
De verwevenheid “tussen het vereni
gingsleven en de politiek is vandaag veel kleiner dan vroeger.
”
ZICHTBAARHEID
Wat doet Socius als steunpunt sociaalcultureel volwassenenwerk concreet om het negatieve beeld over de sector als ‘kostenpost’ te counteren? Soms lijkt het alsof de 130 pixels van de sector beter bekend zijn dan de foto an sich. Wij proberen daarom in te zetten op zichtbaarheid - denk maar aan een site als “Prettig Geleerd”. Door zichtbaarheids initiatieven proberen we de meerwaarde van deelname aan het sociaal-cultureel volwassenenwerk te tonen. Zo is er onze campagne ‘Laat Mensen Schitteren’, waarmee we het werkveld als collectiviteit een duidelijk gezicht geven ten aanzien van het brede publiek. Daarnaast staven we deze (meer)waarde nog via onderzoeken en onderzoeksprojecten. Denk bijvoorbeeld aan de studie ‘De waarde van cultuur’, uitgevoerd door de Rijksuniversiteit van Groningen in opdracht van de cultuursteunpunten. Het thema ‘De waarde van cultuur’ vormde ook de inhoudelijke kapstok van het vijfde publieksmoment van het Cultuurforum 2020 op woensdag 23 april ll. in Leuven – een informatie- en ontmoetingsinitiatief voor de sector. SIEN SIMOENS
MEER WETEN OVER DE SECTOR? Op Prettig Geleerd vind je de activiteitenkalender sociaal-cultureel werk SCW: www.prettiggeleerd.be Laat Mensen Schitteren www.laatmensenschitteren.be
H E T V R I J E W O O R D 29
Activiteiten Kalender :
NIEUWE VRIJZINNIGE WENSKAARTEN IN ONZE HVV SHOP
VOOR MEER INFO: www.h-vv.be
1/09 HVV/GG ANTWERPEN Voordracht door De Maakbare Mens
6/09 HVV/GG EEKLO Handen uit de mouwen, ontdek de kunstenaar in jezelf.
8/09 HVV/GG HASSELT Uitstap naar Mechelen - Dossinkazerne
9/09
18/09
15/10
HVV/HV GENT Lezing: De Maakbare Baby. Ethische keuzes bij het begin van het leven
HVV/GG GENT Lezing: Strategie voor een eigentijdse moraal
21/09 HVV/OVM WESTHOEK Fakkeldag Aan Zee
22/09 HVV/GG ANTWERPEN Film: Opera Othello
26/09
20/10
HVV TIELT 26 - 28 Jaarlijkse tentoonstelling
HVV TIENSE VRIJZINNIGE KRING Open Lens: maandelijkse filmavond
HVV HERENTALS Lezing: Wat maakt het GO!onderwijs zo uniek
10/09
HVV WEST-LIMBURG Filosofisch café Agora Leopoldsburg
15/09 HVV TIENSE VRIJZINNIGE KRING Open Lens: maandelijkse filmavond
16/09 HVV/HV GENT ZAHIR Gent - praten over de dingen des levens HVV/HV SCHOTEN Film: La Grande Bellezza
30 H E T V R I J E W O O R D
18/10
HVV DENDERLEEUW Lezing: Geheugenklachten en dementie - Prof. Dr. Jan Versijp
23/09
25/09
12/09
HVV LIER Theatermonoloog: 'De Muur van de Vermisten' door Bert Popelier HVV/OVM HOBOKEN Knutselmiddag met pannenkoeken HVV/HV PAJOTTENLAND Film: Opera @ the movies Le Nozze di Figaro HVV/HV REGIO ANTW.NOORD Uitstap; Toneelvoorstelling: Le roi triste HVV MECHELEN Benefietavond t.v.v. LEIF
HVV/GG WAASLAND Bezoek Eugeen van Mieghem Museum HVV TIENSE VRIJZINNIGE KRING Lezing: Waar is de uitgang? Met een filosoof op de sofa. HVV/GG GENT Lezing over Gerard Walschap door Frank Beke
17/10
OKTOBER 11/10 HVV TIENSE VRIJZINNIGE KRING Theatermonoloog: De muur der vermisten HVV/GG WAASLAND The King of Swing
12/10 HVV/OVM WESTHOEK 'Lezing: op zondag in gesprek met...' - Dhr. Piet Van de Craen
13/10 HVV/GG HASSELT Mosselfeest
21/10 HVV/HV GENT ZAHIR Gent - praten over de dingen des levens HVV/HV SCHOTEN Filmvoorstelllng - Het vonnis
23/10 HVV/HV GENT Theatermonoloog: 'De Muur van de Vermisten' door Bert Popelier
24 / 1 0 HVV/HV PAJOTTENLAND Lezing: De werking van de spoed - door Gerlant Van Berlaer
NOVEMBER 03/11 HVV/GG ANTWERPEN Lezing: 'Waarom vergissen wij ons zo vaak?' - J.P. Van Bendegem
17/11
24 / 1 1
HVV TIENSE VRIJZINNIGE KRING Open Lens: maandelijkse filmavond
HVV/GG ANTWERPEN Film: Opera Jevgeni Onegin
18/11
HVV MECHELEN De mens achter Louis Tobback
HVV/HV GENT ZAHIR Gent - praten over de dingen des levens HVV/HV SCHOTEN Filmvoorstelling - In Bloom
08/11
19/11
06/11
HVV HERENTALS Patsy Sörensen spreekt over... HVV MECHELEN Theatermonoloog door Bert Popelier
HVV/HV PAJOTTENLAND 8 - 10 Uitstap: Allerheiligen weekend in Gent
10/11 HVV/GG HASSELT 3 films van G. De Waele
20/11
12/11
HVV ATHEÏSME VLAANDEREN Novemberlezingen: ‘Atheïsme als basis voor de moraal’ Dirk Verhofstadt
HVV WEST-LIMBURG Curiosity - Lezing door Gaston Moens
13/11 HVV ATHEÏSME VLAANDEREN Novemberlezingen: 'Waarom zijn mensen religieus?' door Johan Braeckman
14/11 HVV TIELT Jaarlijkse kookavond
21/11 HVV/HV GENT Feest: De Nacht van de Vrijdenker HVV DE GEUZEN LOCHRISTI Lezing: Papara, paranormale verschijnselen
27/11 HVV DENDERLEEUW Lezing: Kunst en wiskunde door Peter Raedschelders HVV ATHEÏSME VLAANDEREN Novemberlezingen: 'Voorbij het cultuurrelativisme: seculiere alternatieven voor shariaraden'? - Machteld Zee HVV/HV SCHOTEN Lezing: Ziek van gezondheid? Gespreksavond met Ignaas Devisch en Dirk Van Duppen
29/11 HVV MECHELEN Concert door het Symfonisch orkest van de VUB
30/11 HVV/GG WAASLAND Balletvoorstelling: Carmen door TAS
22/11
15/11 HVV TIENSE VRIJZINNIGE KRING Concert symfonisch orkest
16/11 HVV/OVM WESTHOEK Lezing: 'op zondag in gesprek met...' - Raymonda Verdyck
Vrijzinnige wenskaarten
HVV/GG EEKLO Lezing: Fuga voor een oorlog
23/11 HVV/GG WAASLAND Theater: Groeten uit Antwerpen HVV/GG GENT Uitreiking Grijze Geuzen Penning
% %
SEPTEMBER
Wilt u dat uw activiteiten opgenomen worden in het volgend nummer van Het Vrije Woord met de agenda voor december/januari/f ebruari? Stuur dan voor 1 november 2014 je kalender door
[email protected] of
[email protected]
We hebben nieuwe vrijzinnige wenskaarten. De kaarten meten 10 x 15 cm en hebben een achterflap zodat ze zonder probleem rechtop kunnen staan. Kaarten worden met omslag geleverd. Info en bestellingen op het nationaal secretariaat bij Ingrid: 03 205 73 05
[email protected].
H E T V R I J E W O O R D 31
IN DE KIJKER
ACTIVITEIT IN DE KIJKER
Beethoven met hart en ziel Le Concert Olympique is het geesteskind van Jan Caeyers. Het is een orkest van vijfenveertig musici, die een paar keer per jaar samenkomen om te werken aan een exclusief project. Die exclusiviteit vermijdt routine en garandeert een intensieve beleving voor spelers en publiek. Cruciaal is dat iedereen de begeestering van de dirigent deelt: de liefde voor de muziek en de ambitie om de Weense klassieke muziek op een authentieke en relevante manier live uit te voeren.
Sterven in stijl
HVV heeft grote talenten onder haar leden. Jaak Gregoor, wonend in Oostende maar aangesloten bij HVV/Vrijzinnig Antwerpen, is chef-dirigent van het Metropolis Orkest en Koor (M.O.K.), een collectief van professionele musici dat zich toelegt op de herwaardering en uitvoering van ten onrechte vergeten Belgische klassieke muziek. Wanneer je er Jaaks biografie en carrière op naleest, is het duidelijk dat hij leeft voor muziek, het is zijn persoonlijke zingever. Zijn intense zoektochten naar vergeten partituren leiden soms naar onvermoede pareltjes. Een van zijn in het oog springende projecten (een maçonnieke rouwcantate voor koning Leopold I) wordt begin 2015 opgevoerd in het Antwerpse Zuiderpershuis.
J
aak Gregoor beschrijft hoe musicoloog David Vergauwen van de Onderzoeksgroep FREE (VUB) hem benaderde over deze merkwaardige partituur. JG David vertelde me dat hij tijdens een van zijn speurtochten in de collectie van het Brusselse conservatorium plots een waardevol manuscript ontdekte van de hand van de Gentenaar Karel Lodewijk Hanssens (1802-1871), een van de knapste Belgische componisten uit die tijd. Het ging om een hoogst uitzonderlijke compositie: een verlo ren gewaande maçonnieke rouwcantate geschreven naar aanleiding van de dood van de enige koning der Belgen die ooit vrijmetselaar is geworden: Leopold I van Saksen-Coburg. Aangezien het M.O.K. inmiddels reeds een autoriteit is op het gebied van negentiendeeeuwse Belgische muziek, en ik enige tijd geleden nog het onbekende maar wondermooie ‘Requiem’ van diezelfde Hanssens dirigeerde, vroeg David mij het manuscript van deze cantate te lezen. En of ik geïnteres seerd was in een uitvoering…? Want hij voelde zich als ontdekker van deze partituur verantwoordelijk om die muziek opnieuw te laten uitvoeren. 32 H E T V R I J E W O O R D
Vrijwel meteen deelden we ons enthou siasme omtrent deze partituur en werd werk gemaakt van een ambitieus vervolg. Eerst zal de partituur gedigitaliseerd en uitgegeven worden door het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (SVM). Vervolgens zal er een cd-opname van dit werk gerealiseerd worden met het Metropolis Orkest, en in het voorjaar 2015 zullen er concerten georganiseerd worden in Antwerpen en Brussel. Bij de eerste heropvoering combineren we de cantate voor koning Leopold I met maçonnieke muziek van Mozart. Op die manier zal het maçonnieke erfgoed van onze Gentse Brusselaar worden afgewogen tegen zijn Weense voorbeeld. Concertpremière op 22 februari 2015 15.00 u Zuiderpershuis, Waalse Kaai Antwerpen met het Metropolis Orkest & Koor en solisten o.l.v. Jaak Gregoor. In het voorjaar van 2015 verschijnt de docto raatsverhandeling van David Vergauwen over ‘negentiende-eeuwse maçonnieke mu ziek in Brussel’ bij Lannoo. Bij die gelegenheidzal ook de cd-opname verspreid worden. EVA VAN TULDEN
Jaak Gregoor (1957) begon zijn dirigentenloopbaan op 22-jarige leeftijd als studieleider en assistent aan de Vlaamse Opera. Nadien was hij als dirigent o.m. verbonden aan de O pera Stichting Breda, Opera Tilburg, de Nederlandse Nationale Reisopera (Enschede), het Groot Omroepkoor (Hilversum) en l’Orchestre et Choeurs Philharmonique Européen (Parijs). In 1992 richtte hij het Belgisch Vocaal Collectief (Antwerpen) op, waarvan hij twintig jaar dirigent en artistiek leider was. Hij werkte in opdracht van internationale productiehuizen in Brussel, Amsterdam, Luik, Luxemburg, Lille, Keulen, Parijs en Madrid. Sinds 2012 is hij muziekdirecteur en chef-dirigent van het Metropolis Orkest & Koor (Antwerpen). LINKS www.metropolisorkestenkoor.eu http://research.vub.ac.be/free www.svm.be
V
anwaar de naam Le Concert Olympique? De naam verwijst naar Le Concert de la Société Olympique. Dat was tussen 1782 en 1789 de belangrijkste concertorganisatie in Parijs, in het Palais Royal, de bakermat van de progressieve, prerevolutionaire en sociale beweging in Frankrijk. Die geest van vernieuwing en de ruimte voor moderniteit vormen de basisfilosofie van het huidige orkest. Zij willen komen tot een eigentijdse uitvoeringsstijl die historisch gemotiveerd is. Omdat de concertzalen vandaag veel groter zijn dan die in Beethovens tijd, kiest Le Concert Olympique bewust voor een uitvoering op moderne instrumenten, met uitzondering van de trompetten en de pauken. De vijfenveertig musici werden internationaal aangetrokken. Er zijn collega’s en vrienden bij, die Jan Caeyers leerde kennen tijdens producties in binnen- en buitenland. Bekende musici zoals de Finse pianist Antti Siirala en de jonge Oostenrijkse meesterpianist Till Fellner werkten mee. Er is ook jong talent uit eigen
land zoals de Brusselse violist Lorenzo Gatto, die in 2009 niet alleen de Tweede Prijs maar ook de Publieksprijs van de Koningin Elisabethwedstrijd behaalde.
Tegen 2020, “wanneer Beethovens
250e verjaardag gevierd wordt, willen we een internationale referentie zijn.
”
“Een orkest dat klassieke muziek op een verfrissende manier wil aanpakken, moet ook aan zijn uitstraling werken”, stelt Jan Caeyers. “Kijk naar onze kleding. Op onze vraag bedacht de Antwerpse modeontwerpster Anna Heylen een speciale lijn. Ze ont wierp voor al onze dames een uniek kle
dingstuk met oog voor de persoonlijkheid en hun functie in het orkest.” Anna Heylen koos voor één kleur: indigo. “Indigoblauw is een bijzonder mooie, natuurlijke kleur die perfect past bij de kleur van de instrumenten, maar het brengt ook rust”, aldus de ontwerpster. Het geheel oogt harmonisch maar ook heel verrassend. Het publiek kan met alle zintuigen genieten van het concert: horen, voelen en zien. Anna Heylen en Jan Caeyers hebben iets gemeen: de passie voor hun vak. Het is inderdaad een bijzondere ervaring dit orkest aan het werk te zien. Je bent dan getuige van een ongelofelijk mooi samen spel. Het oogcontact van de dirigent met de muzikanten en het enthousiasme waarmee hij hun het mooiste spel ontlokt, zijn een plezier om te zien. Niet voor niets riepen radio Klara en het Muziekcentrum Vlaanderen Jan Caeyers uit tot ‘Muziekpersoonlijkheid van het Jaar 2010’. Le Concert Olympique debuteerde op 12 oktober 2010 in deSingel in Antwerpen. Vervolgens traden ze op in Brussel, Leuven en Hasselt en ook internationaal met concerten in Amsterdam, Rotterdam en Wenen. “Ons eerstvolgende doel is ambitieus: tegen 2020, wanneer Beethovens 250e verjaardag gevierd wordt, willen we een internationale referentie zijn. De weg ernaartoe zal lang en hard zijn”, aldus Jan Caeyers. Als musicoloog en dirigent ontwikkelde Jan Caeyers een fundamentele visie op de muziek van Beethoven. De lijvige Beethovenbiografie is zijn magnum opus en wordt wereldwijd gezien als het referentiewerk bij uitstek. Met zijn orkest geeft hij zijn visie op de Weense klassieke muziek gestalte, met succes. MAGDA HEEFFER
Le Concert Olympique speelt in De Singel Antwerpen 27 november 2014. Meer info:www.desingel.be of www.leconcertolympique.eu
H E T V R I J E W O O R D 33
VRIJZINNIGE VROUWEN
In het vorige nummer van Het
Wij zijn er voor jou!
Vrije Woord stelden we het HVVvrouwenproject ‘Die wereld wil ik erven’ voor. Inmiddels kennen we stilaan de contouren van de
Een huisvandeMens is er voor iedereen, dus ook voor jou. Verdraagzaamheid, vrijheid, gelijkwaardigheid, verbondenheid en verantwoordelijkheid zijn onze kernwaarden. Voor ons is elke mens uniek! We helpen je graag.
provinciale deelprojecten tijdens Erfgoeddag 2015. Noteer 26 april alvast in jullie agenda’s!
Je kan bij ons terecht voor: Informatie (over ethische en maatschappelijke thema’s)
Nationaal vrouwenproject in 5 provincies in de steigers!
Vrijzinnig humanistische plechtigheden (geboorte, huwelijk, samenwonen, jubilea, afscheid…) Vrijzinnig humanistische begeleiding (een luisterend oor, een goed gesprek) Waardig levenseinde (wilsverklaring, patiëntenrechten, palliatieve zorg…) Vrijzinnige draaischijf (lokale vrijzinnig humanistische initiatieven en activiteiten) Vrijwilligerswerk
Praktisch
Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw
Je kan gewoon binnenspringen in een huisvandeMens, maar je maakt het best even telefonisch een afspraak, dan ben je zeker dat één van onze medewerkers je onmiddellijk verder zal helpen.
Onze dienstverlening is kosteloos.
deMens.nu Magazine Het deMens.nu Magazine is hét vrijzinnig humanistisch tijdschrift voor de maatschappelijk geëngageerde mens. Om de drie maanden werpt het Magazine een vrijzinnig humanistische blik op de samenleving. Het gaat hierbij over mensen. Over u, dus.
Voor meer informatie:
U kan een gratis proefnummer aanvragen of u gratis abonneren.
www.deMens.nu
Hoe? Stuur een mailtje naar:
[email protected] OF schrijf naar: deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 – 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe OF telefoneer naar: 02 735 81 92 Met vermelding van uw naam en adres.
De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu
34 H E T V R I J E W O O R D
VLAAMS-BRABANT werkt vanuit het kindperspectief. HVV/Vrijzinnige Vrouwen Tremelo-Keerbergen, HVV Noord-Brabant en HVV Leuvense Vrijzinnigen organiseren een evenement i.s.m. MUZISON vzw van Sonia Pelgrims en AMoK, een Jeugdatelier voor Moderne en Hedendaagse Kunst in Keerbergen. Sonia gaat met een groep veelkleurige muzikale kids een aantal nieuwe songs instuderen die hun ideale wereld beschrijven. De jongeren van AMoK doen hetzelfde, maar dan op een beeldende manier. Wie dit kippenvel-evenement wil meemaken: afspraak op 26 april in het Huis van de Tolerantie in Leuven.
In WEST-VLAANDEREN ligt de motor van het project in de historische Pottemaeckershoeve in Meetkerke. Renée Lodewijckx en Linda Six, twee veelzijdige kunstenaressen van wie de werkmetho dieken nauw aansluiten bij de doelstellingen van ons project inzake ecologie en cocreatie, nemen de artistieke begeleiding waar. Glaskunstenares Pia Burrick doet wellicht ook mee. We werken samen met het lande lijk expertisecentrum voor cultureel erfgoed Tapisplein. We overwegen de organisatie van enkele filocafés om de deelneemsters stof tot nadenken te geven over de waarden die ze aan hun kinderen willen doorgeven.
OOST-VLAANDEREN zet één traject
op in Gent en één in Eeklo. In Gent werkt HVV Oost-Vlaanderen samen met Kunst in het Geuzenhuis vzw, een vereniging die aanstormend artistiek talent een duwtje in de rug geeft. Kunst in het Geuzenhuis onderhandelt nog met enkele kunstenaressen om de centrale workshop over het thema ‘Die wereld wil ik erven’ te leiden. De werken die hieruit voortvloeien worden samen met het werk van de begeleidende kunstenares geëxposeerd in het Geuzenhuis vanaf vrijdagavond 24 april 2015 (vernissage) tot zondagavond 26 april 2015. In Eeklo willen de Grijze Geuzen een samenwerking aangaan met het asielcentrum. ANTWERPEN gaat in zee met ‘kun-
stenares voor het volk’ Els Aerts, die zich specialiseert in het samenbrengen en activeren van mensen met diverse achtergronden in en rond zelfontworpen huisjes. Els gaat voor elk van onze regio’s drie huisjes maken van waaruit de deelneemsters hun ideale wereld kunnen construeren. Nadien kunnen de huisjes hergebruikt worden voor Lentefeesten of Feesten Vrijzinnige Jeugd. Als mogelijke locaties denken we aan voormalige militaire installaties, vanwege hun erfgoedwaarde, hun aantrekkingskracht op een breed publiek en hun waarde als symbool van vreedzame herbestemming.
LIMBURG besliste zijn Erfgoeddagproject
in te lassen in het ‘Coming World Remember Me’-project van Koen Vanmechelen (www.cwrm.be). Volwassenen en jongeren maken kleien figuurtjes voor gesneuvelden uit WO I die de volgende boodschap brengen: wij vertegenwoordigen de anderen en de eerderen, elke generatie is medeverantwoordelijk voor het universele streven naar vrede. Deelnemers kunnen hun visie op een betere wereld kwijt in Koens ‘Cosmogolem’, die optreedt als communicator tussen de huidige en de te erven werelden. Er komt ook een ‘Dada Oorlog’-workshop die iedere deelnemer een ‘no more war/violence’-affiche laat ontwerpen - en een verhalenwedstrijd die leerlingen NCZ uitnodigt bruggen te slaan tussen een verloren leven in de oorlog en de toekomst.
HET EDUCATIEF TEAM VAN HVV
H E T V R I J E W O O R D 35
IN DE BOEKENKAST VAN
Arne Sierens
Arne Sierens, veelbelezen,
woonden in een arbeiderswijk. Naast ons een Russische duikbootkapitein, die hier na de oorlog was terechtgekomen. En aan de andere kant een 80-jarige vrouw, die nog in de textielindustrie had gewerkt. In
een lettervreter en meer, maar alles in het belang van zijn beroep, zijn passie: het
is voor “mijTheater een getuigenis van de mens. ”
theater. Fel bejubeld, maar af en toe ook geringschattend bekeken. Volks of verheffend, of juist het omge-
onze straat kwam het eerste Marokkaanse gezin in Gent wonen. En dat in combinatie met mijn vader, die een echte cultuurfreak was. Die tweespalt zit in mijn hoofd, ik heb dat meegedragen. De cultuur wordt nog altijd grotendeels opgeëist door een bepaald soort bourgeoisie, die wil tonen hoe intelligent ze is, en hoe dom de rest van de mensheid wel is. Alle cultuur die ik zie is de viering van de klasse van het intellect. En al het geld gaat naar de Opera, het Ballet van Vlaanderen, al die grote barakken. Dat mag allemaal van mij, maar het staat zo gigantisch ver van de mensheid. Dat kwetst mij.
keerde, al naargelang de bron. Uitgepuurd en hypergestileerd, fijngevoelig en grof. Maar wie met de man spreekt en de moeite doet om zijn werk te zien, voelt diepgang, metier, en vooral gedrevenheid. Reden waarom we al snel uit de boeken-
Ik kan een strip “verhaal genialer
kast kruipen.
v inden dan om ’t even welk boek.
”
“De mens is geen schoon wezen” ARNE SIERENS: Ik ben grootgebracht in een nogal speciaal cultureel milieu. Mijn vader was bankbediende, maar hij schreef ook romans en toneelstukken. Hij had ook een heel diverse belangstelling. Hoge of lage cultuur bestond niet voor hem. Een detectiveroman was voor hem beslist niet minderwaardig. Hij was dol op poppenkast, op films van Bergman, Truffaut, maar net zo goed kon hij genieten van James Bond. Ik ben dus opgevoed met een enorm breed cultureel spectrum. En mijn boekenkast, 36 H E T V R I J E W O O R D
daar vind je dus alles in. Ik maak, net als mijn vader, geen onderscheid tussen goede en slechte literatuur. Ik kan een stripverhaal genialer vinden dan om ’t even welk boek. Ik heb wel problemen met commerciële kunst. Boeken met een hoog Flair-gehalte zul je bij mij niet vinden. Het mag wel licht zijn en onderhoudend, maar ik moet daarin dan wel een beeld voelen van de mens. Als ik dan toch een voorkeur moet uitspreken, is het voor de Russische en Japanse literatuur. ‘Stille sneeuwval’ van Junichiro Tanizaki is
zo’n boek dat ik geregeld opnieuw lees. Een geniale roman. Je zoekt altijd een beeld van de mens. Net als in het theater? Een beeld is zwak uitgedrukt. Theater is voor mij een getuigenis van de mens. En dat op een superactieve manier. Ik heb daar bij na geen woord voor… het is niet realistisch, mijn theater. Het is een uitgekotst portret. Ik wil een band maken met de toeschouwer. Wel, ik ga constant in dialoog met het pu bliek : “Snap je dat, voel je dat ook, herken je dat?”. We maken geen aquariumtheater, waar je afstandelijk naar kijkt. Ik wil theater maken dat het publiek er mee inzuigt. Ik ben permanent in voeling met de toeschouwer. Je opereert nu niet onmiddellijk in de meest aangename sociale omgeving. AS: Ik heb natuurlijk mijn achtergrond. We
Je bent wel een gevierd theatermaker. Je Compagnie Cecilia is een begrip. Dat is waar, ik heb mijn fans, maar er zijn er net zo veel die me niet moeten. Omdat ik tegen die stroom in roei. Ze vinden mij een beetje plat, volks, vulgair. Dat moet je dus geen subsidies geven, want dat is niet interessant. Dat is geen cultuur, “keine Verdichtung”. Ik vind dat ik intelligent theater maak. Theater dat aansluit bij de avant-garde van de twintigste eeuw. Ik weet het wel: mijn portret van de mens is niet mooi, maar ik probeer het wel authentiek te vertellen. De mens is geen schoon wezen, maar ik heb er wel voeling mee. Voor al de personages die ik op het toneel neerzet, hoe lelijk ook, heb ik wel sympathie, en ik probeer ook nuances af te dwingen. Want in de maatschappij zie ik te veel vooroordelen. Niet alleen bij de rijken, ook bij de middenklasse: “Dat zijn maar Ma-
rokkanen, dat zijn maar Roma, wat doen die hier?” zeggen ze dan. Maar ik ken die mensen, ik ga met die mensen spreken. En waarom ze hier zijn? Omdat ze in hun land haast sterven van de honger, omdat ze vervolgd worden, uitgemoord! Ik ben daar geweest, in Macedonië. Ik was op zoek naar zigeunerorkesten, maar in Skopje beweerde men dat er geen zigeuners waren. Er is daar een wijk met zestigduizend mensen! “Dat is niet belangrijk”, zegden ze daar op het mini sterie van Cultuur. En ze namen me mee naar een jazzclub. Ik heb daar de slechtste jazzmuziek aller tijden gehoord. Maar de fantastische zigeunerorkesten, die heb ik wel zelf gevonden. Xenofobie en nationalisme zijn ook zaken die wel eens terugkeren in je werk. Nationalisme, daar kan ik niet mee om. Dat is een reductie. Alsof je leven te herleiden is tot de plaats waar je geboren wordt. Familie is cruciaal. De verhouding met je broer of met je moeder tekent je gigantisch. Of een werkomgeving, de gemeenschap van mensen in een bedrijf, die creëert ook een band. Of samen naar het voetbal gaan, of naar theater, samen iets beleven. Maar Vlaming, of Fransman zijn, dat zal mijn leven niet tekenen. Vlaams is nu toevallig de taal die ik gebruik om mij uit te drukken. Maar ik maak geen Vlaams theater. Voor mij is taal maar een middel. De zucht naar perfect Nederlands is mij ook totaal vreemd. Taal is voor mij een poging om de mens, de ziel te pakken. En als dat met een dialect beter kan, dan gebruik ik dialect. En als het nodig is, vind ik zelf een dialect uit. Als mijn acteurs tijdens improvisaties aan het zoeken zijn, komen daar soms woorden uit die niet bestaan. Soms schieten woorden tekort en heb je nieuwe woorden nodig. Andere tona liteiten. Een mengeling van Limburgs, WestVlaams… naarmate het mij uitkomt, gebruik ik die. Als het maar authentiek is en als iedereen het verstaat. Maar de belangrijkste taal komt uit het lijf! De mens is een lijf, en alles komt daaruit voort. Ik ben geobsedeerd door de lijfelijkheid. Hoe ik sta, met mijn voeten op de grond, in de realiteit, bepaalt mijn houding. Mijn houding bepaalt mijn stem, bepaalt hoe ik denk. Zie ik mensen emotioneel worden, dan bestudeer ik dat. Hun lijf, hoe hun handen bewegen, hun gezicht, hoe zij met hun schouders trekken. Dat is de taal waarmee ik omga. Je gaat daarvoor ook heel lang improviseren met je acteurs.
Ik ga eerst verzamelen. Als ik ideeën heb, ga ik daarover alles verzamelen. Een jaar lang als het moet. Artikels, strips, muziek, foto’s … er zijn periodes dat ik assisenprocessen volg. Voor “De Pijnders” heb ik een maandlang boeren geïnterviewd, om hen te leren kennen, om die aan te voelen. Ik vraag getuigenissen, en ze mogen zich verliezen in al wat ze willen. Dat materiaal gebruik ik niet, maar het inspireert me. En dan confronteer ik mijn mensen daarmee. En we gaan onmiddellijk de vloer op, om dat uit te testen. Dan zoeken we soms maandenlang, als het budget het toelaat. Maar de budgetten zijn eerder beperkt? Ja, het is heel lastig. Er is een soort elitecultuur met hoge budgetten. Iedereen in het cultuurlandschap is verkrampt. Ook in de
Ik ben geobsedeerd “door de lijfelijkheid. ” perswereld is men bang om het werk te verliezen. De cultuur wordt herleid tot drie sterretjes voor dit boek, vier voor dat toneelstuk. En een argumentatie is niet meer dat tien regels. Jammer. Wat niet populair is, vliegt buiten. Ook op televisie. We glijden af naar een Studio 100-cultuur. Maar waar de cultuur niet functioneert, wordt een fout klimaat gecreëerd. Een land dat bespaart op cultuur, betaalt daar later de prijs voor. Zonder cultuur valt de motivatie weg. ERIK STRIELEMAN
Meer informatie over Arne Sierens en de programme ring van Compagnie Cecilia op www.arnesierens.be
H E T V R I J E W O O R D 37
GOED BEKEKEN
COLOFON
DENKAVONDEN
Denk mee en laat je horen! Jouw mening is belangrijk! Kom af naar een van de vijf denkavonden en be slis mee over de inhoud van HVV voor nu en voor de toekomst. Je bent welkom om inhoude lijk mee te denken, maar ook om amendementen te formu leren. Vraag het ontwerp van de basis tekst op bij
[email protected] of bel naar
RENOIR
Een passionele liefdesbrief
P
ierre–Auguste Renoir, de Franse mees ter van het impressionisme, wordt op het eind van zijn leven geconfronteerd met uiterst pijnlijke gewrichtsreuma. Daarenboven is zijn vrouw nog maar net overleden en heeft hij vernomen dat twee van zijn zonen in WO I zwaargewond zijn. Hij is dan ook in een zware depressie beland. Mate rieel gaat het hem echter voor de wind. Hij heeft een aantal huishoudsters die hem, ook al is hij soms sikkeneurig, op alle mogelijke manieren verwennen. Mentaal wordt het opnieuw aangenamer wanneer de piepjonge en beeldmooie Andrée Heuschling voor hem als model komt poseren. De vrouw van Renoir had net voor haar dood een ander model ontslagen en dit frisse meisje opge duikeld. Zij stelt zichzelf voor als artieste en straalt zoveel levenslust uit dat zelfs een marmeren beeld haar zou willen schilderen. De oude Renoir knapt er helemaal van op en zijn speelse muze geeft zijn werk een nieuwe impuls die tot het majestueuze ‘Les Baigneuses’ zal leiden. Renoir is altijd een vrouwenliefhebber geweest en hij vindt dat je koningin of hoer op dezelfde manier moet verwennen. Als zijn zoon Jean, die aan het been verwond is, thuis komt revalideren, valt ook hij als een blok voor de adorabele Andrée, die graag met weinig textiel om het fraaie lijf door het huis en de tuin paradeert. Zij wakkert in hem de liefde voor het nieuwe medium film aan die van hem een wereldberoemd cineast zal
maken met haar als echtgenote en onder het pseudoniem Catherine Hessling als zijn fetisjactrice aan zijn zij. Het verhaal is gebaseerd op het boek ‘Le Tableau amoureux’ van Jacques Renoir, de kleinzoon van acteur Pierre, en regisseur Gilles Bourdos heeft er zowel een schitte rende, onthaastende biopic als een indruk-
Langzame en dromerige “shots van de oude schilder en zijn jonge model.”
wekkend tableau vivant van gemaakt. Mark Ping Bing Lee, de cameraman van Hou Hsiao-Hsien en van ‘In the Mood for Love’, tovert elk beeld tot een schilderij om. Heel knap is het gebruik van impressionistische landschapsbeelden, dromerige muziek, lange, langzame en dromerige shots van de oude schilder en zijn jonge model. Knap ook om daar de schilderijen in te laten zien, het verschil te tonen tussen hoe het model eruitziet en wat de schilder daadwerkelijk op zijn doek zet. Indrukwekkend zijn ook de dialogen die daardoorheen geweven zijn, de perfecte intonatie van de oude kraakstem die de aanwijzingen aan het wat uitdagend-speelse meisje geeft. Ook het warme licht van de zon waar hij in zijn laatste periode zo om bekend stond, wordt mooi weergegeven.
03 205 73 05.
Uiteraard draait de film rond leven en werk van Pierre-Auguste Renoir, maar de vrouw Renée krijgt ook een heel belangrijke rol, want zij was uiteindelijk de muze voor twee belangrijke kunstenaars uit de twintigste eeuw. De oudere Renoir introduceert de jonge Jean ook in zijn fatalistische, voornamelijk mediterrane ‘wereld-view’ (iets wat het handelsmerk wordt van de cineast), onverschillig voor ambitie en moraal, het gevoel van de onverbiddelijke stroom van het leven parallel met de grote bruine stroom die door de rivier loopt. Renoir is niet zozeer een reconstructie van historische gebeurtenissen, maar wel een heel artistieke en passionele liefdesbrief aan een bepaalde kunststroming. ANDRÉ OYEN, PUBLICIST EN LID VAN VVFVERENIGING VAN DE VLAAMSE FILMPERS
RENOIR
REGISSEUR GILLES BOURDOS DUUR 111 MINUTEN MET MET MICHEL BOUQUET, CHRISTA THERET EN VINCENT ROTTIERS LAND FRANKRIJK GENRE DRAMA JAAR 2012
VLAAMS-BRABANT WEST-VLAANDEREN ANTWERPEN OOST-VLAANDEREN LIMBURG
22/09 20u
GC Gerard Walsschap, St-Jozefstraat 44, 1840 Londerzeel
30/09 19u
VLC Geuzetorre, Kazernelaan 1, 8400 Oostende
is een publicatie van de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging (HVV). Zij wordt bezorgd aan alle leden van de vereniging. Losse verkoop aan niet-leden: 5 euro. Jaarabonnement voor 4 edities: 20 euro, rekeningnummer: BE72 0011 7775 6216 BIC: GEBABEBB VOOR MEER INFO
[email protected] 03/233 70 32 Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging vzw www.h-vv.be
04/10 9u30 PSPeerdsbos, Bredabaan 31, 2930 Brasschaat
VOORZITTER:
06/10 19u30 Geuzenhuis, Kantienberg 9, 9000 Gent
Mario Van Essche Lange Leemstraat 57, 2018 Antwerpen.
09/10 19u30 VOC, Rodenbachstraat 18, 3500 Hasselt
HVV heeft steeds haar stempel heeft gedrukt op het maatschappelijke debat. Denk maar aan onze inspanningen voor het recht op abortus en euthanasie, onze standpunten over gelijkbe rechtiging van man en vrouw, over vrijheid van meningsuiting, over de scheiding van kerk en staat, maar ook over sociale en humane kwesties, zoals solidariteit met de zwakkeren. Voor HVV is nu het moment aangebroken om haar inhoudelijke elan te actualiseren. De tijden zijn veranderd, onze samenleving zit volop in een culturele en ecologische transitie, en dus evolueert HVV mee.
HOOFDREDACTIE
Björn Siffer,
[email protected] EINDREDACTIE
Erik Strieleman TEKSTCORRECTIES
Kris Panis
Daarom heeft HVV een inhoudelijk document voorbereid, waarvan u een exemplaar kunt opvragen. We roepen u graag op om inhoudelijk mee te denken, om amendementen voor te stellen, om nieuwe voorstellen te doen, om nieuwe inhoud in te brengen. Elk lid van HVV krijgt die kans. Tijdens de maanden september en oktober zal er in elk van de 5 provincies een Denkavond (in Brasschaat gaat het over een denkvoormiddag) doorgaan, waarop u van harte bent uitgenodigd. Uw inbreng is namelijk belangrijk voor HVV.
VORMGEVING,
Leden die geïnteresseerd zijn om aan dit inhoudelijke proces mee te werken, kunnen de inhoudelijke basistekst opvragen bij Ingrid Van Eyken, via
[email protected] of 03 205 73 05. Individuele leden die niet kunnen of wensen deel te nemen aan de provinciale denkavonden, kunnen eveneens hun opmerkingen/amendementen/nieuwe voorstellen bezorgen.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
De neerslag van de provinciale denkavonden wordt bezorgd aan Björn Siffer, Algemeen Coördinator van HVV, die het proces inhoudelijk begeleidt. Ook de individuele opmerkingen/amendementen/nieuwe voorstellen van leden kunnen bezorgd worden aan Björn, via bjorn.siffer@h-vv. be. Tijdens een Buitengewone Algemene Vergadering van HVV in de maand november zullen de opmerkingen/amendementen/nieuwe voorstellen besproken en gestemd worden. Hiervoor ontvangt u later nog een uitnodiging. Na dit inhoudelijk congres zullen de leden en de afdelingen van HVV zich tijdens het voorjaar van 2015 buigen over een reeks nieuwe hoofdstukken, die inhoudelijk gevoeliger liggen en die dus extra overleg vragen. Ook hiervoor wordt u tijdig uitgenodigd.
38 H E T V R I J E W O O R D
HET VRIJE WOORD
FOTO’S & ILLUSTRATIES
An Avonds REDACTIE
Sien Simoens, Eva Van Tulden, Magda Heeffer, Björn Siffer, p/a Lange Leemstraat 57, 2018 Antwerpen De artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Niets uit deze publicatie mag door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook verveelvoudigd of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
H E T V R I J E W O O R D 39
“Echte vrijheid ontstaat volgens Camus wanneer je het absurde van het leven onder ogen ziet. Je moet je er wel tegen verzetten, maar nooit door het zinloze te ontkennen. Vertrouwen hebben in iets dat ons overstijgt en een bedoeling met ons heeft, zou Camus afkeuren, denk ik. Dat is namelijk een poging zin te geven aan een zinloos geheel.” (Marjolein Van Heemstra)