Beleidsvisie gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray “op
onderdelen”
Vastgesteld door het college op d.d. 31-01-2006 Gepubliceerd op d.d. 09-02-2006
INHOUDSOPGAVE 1
Inleiding......................................................................................................................1
2
Motief onderzoek begraafplaatsbeheer. ............................................................................1
3
Waarom een beleidsvisie ‘op onderdelen’. ........................................................................1
4
Ontwikkelingen en actualiteiten die de prioriteitstelling van beleid beïnvloeden. .....................2
5
Perspectiefnota ‘Venray laat zich zien als verantwoordelijke partner’. ...................................2
6
Beheersvorm ter uitvoering van het begraafplaatsbeleid.....................................................3
7
De onderdelen uiteengezet.............................................................................................4 7.1
Beheer en bestuurlijke organisatie gemeentelijke begraafplaats. ....................................4
7.1.1.
Voormalige bestuurscommissie begraafplaats Boschhuizen Venray”.........................4
7.1.2.
Vrijwillig klankbord gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen.................................6
7.1.3.
Uitvoering van het beheer gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. ......................6
7.1.4.
De begraafplaatsadministratie en het beheer. ......................................................6
7.2.
Beleidsregels gemeentelijke begraafplaats...............................................................8
7.2.1. 7.3
Beleidsmethodiek gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen...................................8
Inventarisatie behoefte en capaciteit gemeentelijke begraafplaats. ............................... 10
7.3.1.
Inventarisatie begravingen en asbestemmingen van 1999 t/m 2003...................... 10
7.3.2.
Prognose aantal begravingen en asbestemmingen t/m 2043 ................................ 10
7.3.3.
Capaciteit gemeentelijke begraafplaats ............................................................. 11
7.3.4.
Totaal beschikbare capaciteit grondgraven (feitelijk) ........................................... 12
7.3.5.
Capaciteits- / oppervlaktebehoefte algemeen strooiveld....................................... 13
7.3.6.
Capaciteitsbehoefte urnengraven ..................................................................... 14
7.3.7. Incidentele verstrooiing ...................................................................................... 15 7.4.
Toekomstvisie begraafplaats Boschhuizen. ............................................................ 15
7.4.1. Capaciteitverhogende maatregelen weggezet in tijd................................................ 16 7.4.2.
De maatregelen op korte termijn (Tot 2008 e.v.)................................................ 17
7.4.3.
De maatregelen op middellange termijn (tot 2019). ............................................ 20
7.4.4.
De overige maatregelen .................................................................................. 20
7.5.
Vervolgtraject, ‘de onderdelen’ die zullen volgen. ................................................... 22
8.
Samenvatting ‘de uitgangspunten van beleid’. ........................................................... 24
9.
Samenvatting ‘de maatregelen tot 2015’. ................................................................. 26
10.
Bijlagen ............................................................................................................... 26
1 Inleiding. De gemeente Venray heeft in januari 2004 Genius Loci begraafplaatsadviseurs verzocht een beleidsvisie voor het begraafplaatsbeheer in de gemeente op te stellen. Voor de tot stand koming van de beleidsvisie heeft een onderzoek plaatsgevonden naar onder andere de huidige situatie van de begraafplaats Boschhuizen. Het onderzoek bestond uit het voeren van gesprekken met betrokken medewerkers, de begraafplaatsbeheerder, de bestuurscommissie begraafplaats als ook het inventariseren van beschikbare gegevens. Voor de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen heeft tevens een terreininventarisatie, een gesprek met de beheerder van de begraafplaats en een gesprek met een tweetal leden van de bestuurscommissie, plaatsgevonden.
2 Motief onderzoek begraafplaatsbeheer. De afgelopen jaren is gebleken dat diverse aspecten die verder gaan als het dagelijks beheer niet voldoende zijn geregeld en/of vastgelegd en daarom moeten worden ‘herzien’. Er wordt met name gedoeld op de aspecten die ervoor moeten zorgen dat het dagelijks beheer goed en zorgvuldig uitgevoerd kan worden. Hierbij moeten worden gedacht aan regelgeving die aansluit op de praktijk en nieuwe wetgeving. Eén van de voorwaarden voor deze herziening was het opstellen van een toekomstgerichte beleidsvisie met als eerste prioriteit, de invulling en vaststelling van een beheersverordening c.q. uitvoeringsregels voor de gemeentelijke begraafplaats. Het onderzoek dat voor sommige onderdelen is afgerond met conclusies en aanbevelingen, kan bijdragen aan de invulling en vormgeving beleid.
3 Waarom een beleidsvisie ‘op onderdelen’. Door het onderzoek zijn een aantal inzichten verkregen. Sommige onderdelen (begraafbehoefte en capaciteitsbepaling van de begraafplaats) van het onderzoek geven duidelijkheid in richting en aanpak. Andere onderdelen (vak ‘O’, Islamitisch begraven, begraafplaatsadministratie, bijzondere begraafplaatsen, exploitatie) daarentegen vragen op zichzelf nog een nader verdiepingsonderzoek en formeel bestuurlijke standpunten om verdere invulling en richting te geven aan de dagelijkse uitvoering van beleid. Laatst genoemde onderdelen zullen dan ook medio 2006 (gefaseerd) de revue passeren, onder voorbehoud van de tijd welke is gemoeid met de afzonderlijke verdiepingsonderzoeken.
1
Uitgangspunt is dat onderdelen op zich, als ook het ‘geheel’ van de onderdelen (van de beleidsvisie) kan samenhangen met de beheersvorm en gericht moet zijn op de dagelijkse handelingswijze bezien, tegen de effecten op langere termijn.
4 Ontwikkelingen en actualiteiten die de prioriteitstelling van beleid beïnvloeden. Het gemeentebestuur staat voor de keuze het begraafplaatsbeheer op de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen in een specifieke beheersvorm onder te brengen. De verdere invoering en ontwikkeling van de Wet dualisering gemeentebestuur en komende wetswijzigingen, zijn actualiteiten waar niet aan kan worden voorbijgegaan en vragen op zeer korte termijn evenwel aandacht voor richting en aanpassing in zowel de organisatie- als de bestuurspraktijk met betrekking tot dit beleidsveld. De thans liggende regelingen met betrekking tot het begraafplaatsbeleid zijn door deze ontwikkelingen formeel uitgehold en met de inwerkingtreding van de Wet dualisering medebewindsbevoegdheden per 8 maart 2005, zullen deze regelingen zowel naar inhoud als vorm van rechtswege ophouden te bestaan. Los van de keuze voor de vaststelling van een beheersvorm heeft het prioriteit nú actie te ondernemen in een herziene uitwerking en vaststelling van regels om de ontwikkelingen te ondervangen!!
5 Perspectiefnota ‘Venray laat zich zien als verantwoordelijke partner’. Het gemeentebestuur stelt zich op het standpunt dat het handelen gericht moet zijn op rechtmatigheid en rechtzekerheid niet alleen voor de dagelijkse praktijk maar ook voor de (middel) lange termijn, om zodoende te continuïteit te borgen en doelstellingen (voorzien in de begraafbehoefte) te verwezenlijken. De gemeente Venray kent zich in de rol als ‘de verantwoordelijke partner’ (hoofdstuk 2 van de Perspectiefnota). Het gemeentebestuur committeert zich dan ook aan de rechtmatige toepassing van zowel wettelijke als gemeentelijke regelingen. De verantwoordelijk partner stelt zich tot doel misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen te voorkomen. De status van de thans liggende regelingen bezien tegen de wettelijke actualiteiten, mede in het licht van het hiervoor staande, bepalen in aanzienlijke mate de bestuurlijke prioriteit aangaande het begraafplaatsbeleid.
2
Het is in eerste instantie dan ook zaak, de dagelijkse praktijk op de gemeentelijke begraafplaats zo snel mogelijk juridisch te effectueren in een vorm die ook kan aansluiten op de noviteiten op gebied van wet en regelgeving, mede in het kader van de dualisering van het gemeentebestuur. Dit leidt ook tot duidelijkheid in richting van de rechthebbenden en gebruikers van de gemeentelijke begraafplaats. Tegelijkertijd wordt één van de belangrijkste voorwaarden van de herziening ingewilligd, n.l. het invullen en vaststellen van (uitvoeringsregels in de vorm van) beleidsregels.
6 Beheersvorm ter uitvoering van het begraafplaatsbeleid. Het gemeentebestuur kan zich in redelijkheid bezinnen over een beheersvorm als ook de verdiepingsonderzoeken met betrekking tot de overige onderdelen te zijner tijd duidelijkheid hebben verschaft. De duidelijkheid zal bijdragen aan het inzichtelijk maken van de samenhang tussen de verschillende aspecten van het begraafplaatsbeleid. Bestuurlijke oriëntatie vraagt tijd. Tot die tijd neemt het gemeentebestuur in dit geval ‘het college’ binnen de grenzen van haar bevoegdheden, dan ook haar taak en verantwoordelijkheid zoals deze ook bij wet (Gemeentewet) zijn gegeven, tot zich. Resultaat is dat de uitvoering van het beleid (het beheer) wordt gepositioneerd binnen de ambtelijke organisatie onder verantwoording van het college. Het college wil zich op dit moment nog niet specifiek bezinnen of uitspreken over een expliciete keuze in een beheersvorm. Het instellen van de huidige beheersvorm kan gevoeglijk aansluiten op de werkwijze zoals daar, vóór 1 januari 2006, reeds organisatorisch al in de praktijk sprake van was. De instelling alsmede deze visie en het daarmee samenhangende vervolgtraject zal op termijn kunnen leiden tot een definitieve keuze voor een beheersvorm met een allesomvattend beleid waarvan dit beleid de aanzet vorm. Daar waar het college zich kan bewegen binnen haar bestuursbevoegdheid, wordt het ook mogelijk op ‘onderdelen’, die betrekking hebben op de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot begraven en de begraafplaats, een visie te formuleren en tezamen met beleidsregels vast te stellen. Op die manier wordt het dagelijkse handelen (naar de toekomst) geformaliseerd.
3
7 De onderdelen uiteengezet
7.1
Beheer en bestuurlijke organisatie gemeentelijke begraafplaats.
Hierna worden die onderdelen uiteengezet, waarvan conclusies en aanbevelingen, op grond van het voor dat deel onderdeel afgeronde onderzoek, direct hebben bijgedragen aan de invulling c.q. concretisering van de “reglement gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen te Venray”.
7.1.1. Voormalige bestuurscommissie begraafplaats Boschhuizen Venray” De rol en de taak van de voormalige bestuurscommissie De gemeente Venray is eigenaar van de begraafplaats Boschhuizen. In 1992 is er een bestuurscommissie begraafplaats ingesteld. Uitgangspunten hierbij waren de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van begraving en de individuele beleving en verpersoonlijking van het rouwproces. De taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie zijn vastgelegd in de verordening bestuurscommissie
begraafplaats,
laatstelijk
gewijzigd
op
25
augustus
1998.
De
bestuurscommissie had tot taak een kostendekkend beheer van de begraafplaats, dat zoveel mogelijk aansluiting moet hebben met de huidige opvattingen over begraven. De bestuurscommissie was voor haar beleid verantwoording schuldig aan de gemeenteraad. Het vaststellen van beheersverordeningen, uitvoeringsregelingen en tarieven viel buiten de taak van de bestuurscommissie. In deze beheersverordening begraafplaats 2003 zijn de bevoegdheden, die normaliter zijn ondergebracht bij burgemeester en wethouders, overgedragen aan de bestuurscommissie. Deze beheersverordening is echter niet door de gemeenteraad vastgesteld. Voor de vastgestelde taken moet dus worden teruggevallen op de beheersverordening van 1992. In deze verordening is aangegeven dat de bestuurscommissie bij nader vast te stellen algemene regels diverse zaken kan regelen. De bestuurscommissie begraafplaats heeft in de afgelopen 10 jaar veel en goed werk verricht. De bestuurscommissie heeft zich vooral in de beginfase geruime tijd beziggehouden met de uitvoering van verbeteringen op de begraafplaats van onder andere de wegen, het opknappen van de aula en toegangspoort, de bouw van het kantoor voor de beheerder en het onderhoud en kwaliteit van de begraafplaats. Daarnaast hebben zij zich sterk gemaakt om de begraafplaatsadministratie op orde te brengen. Later is een start gemaakt met het doen van voorstellen op het gebied van beheersverordeningen, uitvoeringsbesluiten, tarieven, begroting, uit te voeren werkzaamheden en overige zaken.
4
De commissie was een functionele commissie. Dat wil zeggen een bestuurscommissie die functioneerde op grond van de aan haar toegekende taken en bestuursbevoegdheden met betrekking tot het dagelijks beheer en de uitvoering hiervan op de gemeentelijke begraafplaats. Dit onder haar eigen verantwoordelijkheid. De commissie kenmerkte zich door kennis en praktijkervaring met betrekking tot het begraven en de begraafplaats, als ook voor gevoel voor maatschappelijke ontwikkelingen. Om diezelfde reden kon de bestuurscommissie niet altijd op de hoogte zijn van de juridische aspecten. Hiervoor deed zij dan ook een beroep op de gemeente. De gemeente behield de sturende en uitvoerende rol in het verhaal. Mede om die reden was er vanuit de bestuurscommissie regelmatig terugkoppeling richting de gemeente. Zaken met een juridisch karakter werden door de gemeente afgehandeld. Ontwikkelingen in de maatschappij verlangen aanpassing bestuurspraktijk. De bestuurscommissie streefde op een zo goed mogelijke wijze invulling te geven aan haar taken en bevoegdheden. De hedendaagse kentering en ontwikkelingen in respectievelijk de maatschappij (juridisering) en de wet (gemeentewet/AWB) vergen daarentegen dat de bestuurscommissie binnen haar taken/bevoegdheden, in toenemende mate, steeds weer moest zoeken naar grenzen en juridische kaders om haar handelen te rechtvaardigen. Dit bemoeilijkte de praktische en uitvoerende rol die inherent is aan functionaliteit van een dergelijke bestuurscommissie. Dit is overigens niet de enigste reden. Dualisme Met ingang van 7 maart 2002 heeft dualisering van het gemeentebestuur betekenis gekregen. Bestuursbevoegdheden worden steeds meer geconcentreerd bij het college om recht te doen aan het principe van dualisme. Dualisme is hoofdzakelijk instrumenteel (middels redactionele/tekstuele aanpassing van regelingen) doorgevoerd, daardoor is de beschouwing tot de aard en context van taken en bevoegdheden in relatie tot de functionaliteit in duale bestuursverhoudingen echter achtergebleven. In de dagelijkse praktijk, als het gaat om deze functionaliteit van het bestuur en andere
organen
onduidelijkheden
(waaronder in
rol,
bestuurscommissies)
taken,
bevoegdheden
en
heeft
dit
(tegen)strijdigheden
verantwoordelijkheden
opgeleverd.
en De
bestuurscommissie heeft dit aan den lijve ondervonden. Resumerend Voornoemde ontwikkelingen hebben uiteindelijk bijgedragen aan deze formele en materiële uitholling
van
de
taken,
verantwoordelijkheden
en
bestuursbevoegdheden
van
de
bestuurscommissie. Door de inwerkingtreding van de aanpassingswet dualisering medebewindswetten zal de instellingsverordening -het wettelijk bestaansrecht voor de bestuurcommissie- met ingang van 8 maart 2006 komen te vervallen.
5
7.1.2. Vrijwillig klankbord gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. Klankbord Het college wil voorzien in een passend alternatief. Het instellen van een maatschappelijke ‘klankbord’, met hetzelfde uitgangspunt als de destijds ingestelde bestuurscommissie, verdient de voorkeur. Dit borgt het volgen van de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van begraving en de individuele beleving en verpersoonlijking van het rouwproces. Het college heeft de leden van de huidige commissie gevraagd om met ingang van 1 januari 2006 haar nieuwe rol als ‘klankbord’ voor de overgangsperiode van 2 jaar te willen oppakken. Gekozen wordt voor een overgangsperiode van 2 jaar omdat de nadere verdiepingsonderzoeken (exploitatiebegroting, vak “O”, bijzondere begraafplaatsen kerkdorpen etc.) nog moeten uitwijzen of de nu huidige beheersvorm ook de definitieve beheersvorm zou moeten betreffen. De leden van de voormalige bestuurscommissie begraafplaats hebben ingestemd met hun nieuwe rol. In de beleidsregels is hun rol en taak beschreven en zodoende formeel vastgelegd. Het college maakt op die wijze duidelijk, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan zichzelf te houden, opdat duidelijkheid in beheer en bestuurlijke organisatie wordt bevorderd.
7.1.3. Uitvoering van het beheer gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. De beheerder Het dagelijks beheer van de begraafplaats is sedert 1 januari 1999 volledig uitbesteed aan een particuliere onderneming “Milieuservice T. Nabuurs”. Op de begraafplaats is in de periode van 1 april tot 1 december altijd minimaal 1 persoon (de beheerder dan wel één van zijn medewerkers) aanwezig. Van 1 december tot 1 april is de beheerder niet dagelijks aanwezig maar wel 24 uur per dag bereikbaar zodat hij bij eventuele calamiteiten direct beschikbaar is. De beheerder en het begraafplaatsbeleid 2006 De college bind niet alleen zichzelf aan een wijze van uitvoering, maar bindt in de nieuwe situatie indirect ook de beheerder aan de beleidsregels. De beheerder die op contractuele basis is geïnformeerd over zijn taken, kan nu terugvallen op vastgesteld, duidelijk geformuleerd beleid over de wijze waarop hij de aan hem gecontracteerde taken dient uit te voeren. De beheerder maakt ook deel uit van de klankbordgroep. De voormalige bestuurscommissie, nu klankbordgroep, kan zodoende met de destijds door hun zelf gecontracteerde beheerder, ideeën uitwisselen over komende ontwikkelingen en deze bezien in samenhang met werkwijze van nu, als ook met de werkwijze vanuit het verleden.
7.1.4. De begraafplaatsadministratie en het beheer. De beheerder en de begraafplaatsadministratie De
gegevens
van
de
meeste
rechthebbenden
rechthebbenden zijn echter niet altijd meer actueel.
6
zijn
geregistreerd.
De
adressen
van
de
Oorzaak hiervan is dat rechthebbenden niet altijd hun adreswijziging doorgeven aan de beheerder. Voor het achterhalen van (de nieuwe) adresgegevens moet de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens gemeentelijke
(GBA)
worden
geraadpleegd.
basisadministratie.
Deze
De
moeten
beheerder
worden
heeft
geen
opgevraagd
bij
inzage de
in
de
afdeling
Publieksdiensten. Indien de nieuwe gegevens hier voorhanden zijn dan worden deze gegevens door de beheerder handmatig verwerkt in de begraafplaatsadministratie. De beheerder zorgt voor de afhandeling van o.a. : -
de aanvraag van een uitgifte van nieuwe graven / urnengraven;
-
de aanvraag van een bijzetting in een bestaand graf;
-
de aanvraag van verstrooiing as;
-
de registratie van uitgifte nieuwe graven / urnengraven, bijzettingen in bestaande graven, verstrooiingen van as;
-
de registratie van rechthebbenden;
-
de aanschrijving van rechthebbende bij het verlopen van het grafrecht ;
-
de registratie van verlengingen of evt. overdracht van het grafrecht;
-
de registratie van afstand door rechthebbenden van de grafrechten.
De begraafplaatsadministratie in relatie tot het begraafplaatsbeleid 2006 Voor een optimale exploitatie van een begraafplaats is een zo volledig mogelijke administratie van groot belang. De nieuwe beleidsregels ondervangen een aantal aspecten met betrekking tot de begraafplaatsadministratie door ze in het beleid te beschrijven. Ook zal het begraafplaats register worden aangepast aan de eisen van het “besluit op de lijkbezorging”, laatstelijk gewijzigd in december 2002. Formulieren die nu dagelijks worden gebruikt worden vastgesteld en tevens worden grafakten (verlenging) voor het huurrecht geïntroduceerd. In deze grafakten wordt het huurrecht voor een graf vastgelegd. Daarnaast is voorzien in een passende overgangsregeling in de beleidsregels die moet voorkomen dat geschillen ontstaan in wie nu wel of niet rechthebbende is van de huurrechten van een graf en welke rechten gelden op het moment van de vaststelling van de beleidsregels. De rechthebbenden die als zodanig in de administratie zijn opgenomen en traceerbaar zijn zullen alsnog een grafakten gaan ontvangen waarin hun huurrecht is vastgelegd. Tenslotte zijn procedures en werkwijze gewijzigd in de beleidsregels opgenomen en eveneens ter vaststelling aangeboden. De praktijk zal moeten uitwijzen in hoeverre deze maatregelen voldoende zijn om de registratie en administratie voor de begraafplaats inzichtelijk te krijgen. In ieder geval zal worden onderzocht welke herstel acties wanneer
met betrekking tot de begraafplaats-
administratie moeten plaatsvinden. Aangezien de administratie een directe invloed heeft op het beheer (o.a. het ruimen van graven), is het zeer voornaam dat een zo duidelijk mogelijk beeld ontstaat over de huurrechten van alle graven. Dit hangt immers samen met de doelstelling om op de gemeentelijke begraafplaats te blijven voorzien in de begraafbehoefte voor de lange termijn. In het hoofdstuk behoefte- en capaciteitsbepaling wordt hier nader op ingegaan. Positionering begraafplaatsadministratie op de gemeentelijke begraafplaats. Er is gekozen de begraafplaatsadministratie, met uitzondering van de daadwerkelijke facturering en het opstellen en verzenden van de grafakten volledig bij de beheerder te positioneren. Dat wil zeggen de begraafplaatsadministratie wordt bijgehouden en bewaard op het kantoor van de gemeentelijke begraafplaats. Ervaring uit het verleden heeft geleerd dat de administratie op die
7
manier zo dicht mogelijk bij de burger en zodoende bij het daadwerkelijke werkveld is gestationeerd. Dit is klantvriendelijk en werkt in de praktijk zeer efficiënt. De taak van de afdeling Publieksdiensten in het begraafplaatsbeleid De uitvoering van het beleid (beleidsregels), het voorbereiden van besluiten vindt plaats binnen de afdeling Publieksdiensten onder uitvoeringsmandaat van het afdelingshoofd. De positionering is voor de hand liggend, de afdeling Publieksdiensten is al voor ca. 60-70% belast met de uitvoering van wetten, regelingen en taken die direct of indirect verbonden zijn aan het overlijden. De uitvoering van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), Burgerlijke Stand, Wet en besluit op de Lijkbezorging, maken grafaktes, controle begraafplaatsadministratie, publiekscontact bij aangifte enz. behoren tot de dagelijkse werkzaamheden van deze afdeling. Daarnaast is de afdeling publieksdiensten dé afdeling die het leeuwendeel van de publiekscontacten onderhoudt en zodoende dicht bij de burger staat als het gaat om informatievoorziening, ook met betrekking tot het begraven. De afdeling kan overigens ten allen tijde in contact treden met de beheerder, en zodoende vrijwel direct in een antwoord voorzien in richting van de burger.
7.2. Beleidsregels gemeentelijke begraafplaats. Voor het dagelijkse beheer van de begraafplaats Boschhuizen te Venray werd gebruik gemaakt van de beheersverordening begraafplaats Boschhuizen Venray 2003 als ook van de algemene richtlijnen gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. Deze beheersverordening is echter nooit aan de raad voorgelegd. Formeel werd daarom teruggegrepen op de geldende beheersverordening begraafplaats Boschhuizen 1992. Deze beheersverordening voldoet echter niet meer aan de huidige wet- en regelgeving en dekt de dagelijkse uitvoering op de begraafplaats niet af. Bovendien zijn taak en bevoegdheidsbepalingen in deze verordening onverbindend in verband met de inwerkingtreding van het Dualisme. Tenslotte kan worden opgemerkt dat deze verordening onvoldoende aandacht besteedt aan het eigendom, de verantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid van grafbedekkingen. De algemene richtlijnen gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen zijn opgesteld door de bestuurscommissie. De Algemene richtlijnen zijn vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 15 januari 2002. De Algemene richtlijnen zijn eveneens niet meer in overeenstemming met de huidige wet- en regelgeving.
7.2.1. Beleidsmethodiek gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. Nieuwe bestuursmethodiek voor begraafplaatsbeleid Gangbaar voor de bestuurspraktijk is het (laten) vaststellen van een nieuwe beheersverordening voor de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. Deze bestuurspraktijk kenmerkt zich door regelgeving in meerdere niveaus te weten: een beheersverordening, daaronder een willekeurig aantal uitvoeringsbesluiten en daaronder een reeks richtlijnen en of reglementen. Deze wijze van regelgeving is algemeen geaccepteerd echter is voor rechthebbende(n) niet altijd even duidelijk. Het inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen, in dit beleidsveld heel actueel, leidt ertoe dat het aantal uitvoeringsbesluiten alleen maar zal toenemen, mede omdat herhaaldelijke aanpassing van een beheersverordening omslachtig is en vaak leidt tot onnodige politieke discussie over dagelijkse zaken met betrekking tot begraven. Rechthebbende(n) die vaak
8
bij het daadwerkelijk begraven met deze regels te maken krijgen, zitten in hun rouwperiode niet te wachten op dergelijke ondoorzichtige regelingen en willen zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen in wat wel of niet is toegestaan.
Beleidsregels op privaatrechtelijke bevoegdheden voor de begraafplaats Boschhuizen De (systematiek van de) Wet op de Lijkbezorging, de oude en de nieuwe Gemeentewet alsmede de inrichting van daarbijbehorende besluiten geven aanwijzingen dat ook op een andere wijze kan worden voorzien in een regelgeving voor het dagelijks beheer met betrekking tot het begraven en de begraafplaats. Deze
niet
voor
de
hand
liggende,
doch
rechtsgeldige
methode,
benut
een
bestaand
beleidsinstrument (beleidsregels) in de vorm van een reglement voor het vormen en invullen van een beleidskader waaraan rechthebbende(n) zich, middels het aan het reglement verbonden voorwaarden, direct kunnen confirmeren als het gaat om de dagelijkse praktijk met betrekking tot het begraven en de begraafplaats. Deze wijze kenmerkt zich door regelgeving in één enkel niveau, waarin alle aspecten met betrekking tot het begraven zijn opgenomen. Het college wil de bestaande zelfregulering recht doen door vergunnings-, ontheffings- en vrijstellingsregelingen achterwege te laten. Het aantal beslismomenten voor de rechthebbende(n) daardoor drastisch teruggebracht. De beleidsregels zijn in samenwerking met de bestuurscommissie begraafplaats tot stand gekomen. Recht doen aan dualisme Aangezien de hiervoor genoemde beleidsmethode is gestoeld en recht doet aan de (van oudsher) bestaande bestuursbevoegdheid van het college met betrekking tot het begraven en de begraafplaats, wordt optimaal invulling gegeven aan de uitgangspunten van het dualisme. De bestuursbevoegdheid en de wijze waarop het college hieraan uitvoering wil geven wordt immers bij het college gepositioneerd in plaats van positionering bij een bestuurscommissie of de raad. Het college neemt haar verantwoordelijkheid. Flexibiliteit in beleid is flexibiliteit in uitvoering Deze beleidsmethodiek brengt met zich mee dat de gemeente snel en actueel kan inspelen op ontwikkelingen vooral omdat deze beleidsregels eenvoudig kunnen worden aangevuld en gewijzigd en binnen afzienbare tijd kunnen worden vastgesteld. Er vindt bovendien geen toename van afzonderlijke uitvoeringsbesluiten plaats. De flexibiliteit in de regelgeving brengt flexibiliteit in uitvoering met zich mee, dit versterkt de maatschappelijke beleving en betrokkenheid. Juridische houdbaarheid De methode is nieuw en begeeft zich derhalve op nog niet geheel verkend juridisch terrein. Het beleid is weliswaar gestoeld op rechtsgeldige argumenten, toch brengt dit met zich mee, dat mogelijke geschillen, ontstaan door beslissingen op grond van dit beleid, kunnen leiden tot een indirecte
rechtelijke
toetsing
voor
wat
betreft
de
juridische
houdbaarheid
van
deze
beleidsmethodiek. Het is dan ook niet uit te sluiten dat jurisprudentie over deze wijze van invulling van beleid met betrekking tot begraven en begraafplaatsen kan ontstaan. Tegelijkertijd zal deze jurisprudentie nieuwe wegen openen voor de nadere verfijning van de invulling en concretisering van ditzelfde beleid.
9
Aanpassingsvermogen beleid Het beleid, nu neergelegd in beleidsregels, kan door het artikelsgewijs karakter één op één worden omgezet naar een ander beleidsinstrument, wanneer de noodzaak daartoe zou bestaan.
7.3 Inventarisatie behoefte en capaciteit gemeentelijke begraafplaats. Voor
de
huidige
situatie
op
de
begraafplaats
is
een
inventarisatieformulier
aan
de
begraafplaatsbeheerder toegezonden. Op dit formulier zijn onder andere gegevens uit de begraafplaatsadministratie aangegeven met betrekking tot de behoefte en de capaciteit. De tabellen die zijn gebruikt voor de berekening van de behoefte en capaciteit zijn opgenomen in bijlage 1 .
7.3.1. Inventarisatie begravingen en asbestemmingen van 1999 t/m 2003 Voor de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen in Venray is het ‘gemiddelde’ voor het aantal begravingen, bijzettingen en asbestemmingen vastgesteld van de periode 1999 - 2003. Het betreft het gemiddelde van de totale behoefte van de gehele begraafplaats, inclusief het gedeelte waar ook de Islamitische graven zijn gelegen. Dit gemiddelde vormt de basis voor de prognose voor de periode tot 2043. Uit de aangeleverde gegevens kunnen onder andere de volgende conclusies worden getrokken (zie tabel 1.1 in bijlage 2) : -
het gemiddelde aantal begravingen per jaar over de afgelopen 5 jaar is 82,6;
-
het gemiddelde aantal nieuwe graven per jaar over de afgelopen 5 jaar is 70 (84,7 % );
-
het gemiddelde aantal asbestemmingen per jaar over de afgelopen 5 jaar is 12,6 (15,3 %), waarvan 7,2 als urnengraf (columbarium en urnenkelder) en 5,4 als asverstrooiingen.
7.3.2. Prognose aantal begravingen en asbestemmingen t/m 2043 In tabel 1.2 (bijlage 1) is de prognose weergegeven van het aantal begravingen en asbestemmingen per jaar van 2004 tot en met 2043. Uit deze tabel kan geconcludeerd worden dat het sterftecijfer in 2043 stijgt met 59 % ten opzichte van het jaar 2003 tot een gemiddelde van 95,7 begravingen en asbestemmingen per jaar. Om inzicht te krijgen in het totaal aantal te verwachten begravingen en asbestemmingen van 2004 tot en met 2043 voor de begraafplaats Boschhuizen te Venray zijn de gegevens van tabel 1.2 verwerkt in tabel 1.3 (bijlage 1). In deze tabel is de prognose van het totaal aantal begravingen en asbestemmingen van 2004 tot en met 2043 voor de begraafplaats Boschhuizen te Venray weergegeven.
Totaal te verwachten aantal lijkbezorgingen
10
Uit deze tabel kan worden geconcludeerd dat op de begraafplaats Boschhuizen te Venray tot het jaar 2043 er in totaliteit 4.256 lijkbezorgingen plaatsvinden, waarvan mogelijk: -
3.607 nieuwe graven;
-
649 asbestemmingen, waarvan 371 bijzettingen in een urnengraf en 278 asverstrooiingen.
Het aantal bijzettingen van 2004 tot en met 2043 is door het ontbreken van gegevens van de afgelopen periode niet berekend;
7.3.3. Capaciteit gemeentelijke begraafplaats A Beschikbare capaciteit volgens het onderzoek (theoretisch) Volgens opgave van de beheerder bedraagt het totaal aantal graven incl. urnengraven op de begraafplaats Boschhuizen 4.262. Dit aantal is verdeeld zoals in onderstaand schema is weergegeven. De beschikbare capaciteit is berekend en wordt gevormd op basis van graven (incl. urnengraven) “welke direct beschikbaar zijn voor gebruik”. Dat zijn in principe de lege graven gelegen op de bestaande grafvelden. Het aantal lege urnengraven (urnentuin en columbarium) is niet bekend. Totaal aantal graven aantal eigen graven volwassenen
3.765
aantal eigen graven kinderen
415
aantal urnengraven
82
totaal aantal graven
4.262
Van het totaal aantal graven zijn er 3.972 graven uitgegeven. Volgens deze berekening kunnen er theoretisch
nog
ca.
290
graven,
volgens
het
onderzoek,
worden
uitgegeven.
De
begraafplaatsadviseur Genius Loci stelt dat, indien er geen maatregelen worden getroffen, begraven slechts mogelijk is tot en met ca. 2007 (zie tabel 1.3, bijlage 1). Daarnaast wordt gesteld dat naar schatting 1.215 graven in aanmerking komen om te worden geruimd. Het betreft hier graven waarvan men stelt dat het grafrecht is verlopen of op korte termijn verloopt. De beschikbare capaciteit is daarmee ca. 1.505 graven. Hiermee zou tot in de loop van ca. 2019 in de behoefte worden voorzien (zie tabel 1.3, bijlage 2). B Totaal beschikbare capaciteit (theoretisch) De totale capaciteit van de begraafplaats bestaat uit 4.262 graven (hier incl. urnengraven). Het betreft
4.180 grondgraven en 82 urnengraven. Het is bekend dat de juridische status van de
graven gelegen in vak ‘O’ onduidelijk is, vanwege de gebrekkige informatie tijdens de overdracht. Bij de berekening is er vanuit gegaan dat deze graven voorlopig niet vrij komen. Dit zijn naar schatting 1.350 graven. Een nader verdiepingsonderzoek zal verder uitsluitsel geven over de toekomstige status van dit vak. De status van dit vak heeft invloed op de capaciteitsbehoefte van de gehele begraafplaats. Voor de periode tot 2043 is een behoefte aan nieuwe grondgraven berekend van 3.607 (exclusief urnen). Uitgaande van een gemiddelde grafrust van 40 jaar, uitgaande van dubbeldiepe graven,
11
waarvan elke laag minimaal 20 jaar, betekent dat elk graf in een periode van 40 jaar in aanmerking komt om opnieuw te worden uitgegeven. Op deze begraafplaats geldt dat voor ca. 2.830 grondgraven, exclusief urnengraven (totaal aantal graven 4.180 minus 1.350 graven vak ‘O’). C Prognose beschikbare capaciteit komende 40 jaar (theoretisch) grondgraven Volgens het onderzoek is het aantal grondgraven van 2.830 niet voldoende om in de behoefte voor de komende 40 jaar van 3.607 grondgraven te voorzien. Er is dan een mogelijk tekort van ca. 777 grondgraven (exclusief urnen). urnengraven Volgens opgave zijn er op dit moment 82 urnengraven, hetgeen de huidige totale urnencapaciteit vormt. De berekende behoefte aan urnengraven is 278 urnengraven. Wanneer bij de urnengraven eveneens wordt uitgegaan van een gemiddelde grafrust van 40 jaar, zou dit een tekort betekenen aan 196 urnengraven (verspreid over het columbarium en urnenkelders).
7.3.4. Totaal beschikbare capaciteit grondgraven (feitelijk) Enig voorbehoud met betrekking tot de berekening van de capaciteit is op zijn plaats. Temeer omdat het aantal lijkbezorgingen, ná afronding van dit onderzoek verder is toegenomen. Daarnaast gaat de totale beschikbare capaciteit slechts uit van ‘direct uitgeefbare graven’ en beperkt zich daardoor uitsluitend tot de bestaande grafvelden die ook als zodanig zijn ingericht. De capaciteit is hiervoor opgenomen berekening dan ook sterk afhankelijk van:
Het aantal vrije graven;
Het aantal graven die in principe geruimd kunnen/moeten worden;
Het aantal graven dat (mogelijk) binnen 40 jaar zal vrijkomen.
Doordat de totale oppervlakte van de grafvelden is gedeeld door het aantal graven komt men tot een té hoge bruto grafoppervlakte. Dit mede doordat paden, de ruimte tussen de graven en plantsoenen en verkeersruimten in de grafoppervlakte zijn inbegrepen. Dit resulteert wederom in een sterke capaciteitdaling waardoor gezien de prognoses niet op (middel-)lange termijn in de begraafbehoefte kan worden voorzien. Aangezien het merendeel van de graven “niet voor directe uitgifte” in aanmerking komt, omdat een deel (nog) niet geruimd is en de overige graven voor een aantal jaren onaangetast blijven liggen in verband met de huurrechten, ligt het voor de hand dat het aantal nog vrije graven niet in de noodzakelijk begraafbehoefte voor de aankomende jaren kan voorzien. De nog onbenutte velden, die nog niet als grafveld zijn ingericht en andere inbreidingsruimten maken echter deel uit van dezelfde begraafplaats en kunnen met dat doel ook worden ingezet. Daardoor komt ‘direct vrij uitgeefbare’ grafruimte beschikbaar die wel degelijk kan inspelen op de prognoses met betrekking tot de te verwachten begraafbehoefte voor de komende jaren (korte tot middellange termijn).
12
Van de 1.215 graven die voor ruiming in aanmerking komen, feitelijk ca. 100 graven voor ‘directe ruiming’ in aanmerking. Van de resterende 1.115 graven moeten de huurrechten gecontroleerd worden, voordat tot ruiming wordt overgegaan. De begraafplaatsadministratie zal uitsluitsel geven over de status van de huurrechten en de toepasselijke wettelijke minimale grafrusttermijn. Zoals reeds is aangegeven drukt de status van vak ‘O’ op de capaciteit van de begraafplaats.
Pas
na een verdiepingsonderzoek naar de status van dit vak, zal duidelijk worden of dit vak graven zal genereren die de prognose van de begraafcapaciteit op termijn positief zullen beïnvloeden. Samenvattende conclusie van het onderzoek naar de beschikbare capaciteit grondgraven. De prognoses van het onderzoek kunnen als kapstok worden gebruikt om te begraafbehoefte voor de komende jaren inzichtelijk te krijgen en daartoe (als nodig) maatregelen te nemen. De berekening van het uitgevoerde onderzoek geeft op korte termijn een redelijk beeld maar is op langere termijn (40 jaar) niet representatief omdat de grondgraven van de huidige grafvelden op zichzelf in redelijkheid niet voldoende vrij uitgeefbare graven genereren om zodoende in de begraafbehoefte tot die tijd te voorzien. Daarnaast worden maatregelen ter vergroting van de capaciteit buiten beschouwing gelaten, waardoor min of meer de ruimte wordt gezocht binnen de bestaande grafvelden. Dit beeld wijzigt echter als nieuwe velden binnen het terrein worden ingericht, en of ergens binnen die periode wordt overgegaan tot actieve ruiming etc.. Feitelijk in vak “M” nog voor ongeveer 2 jaar in het begraven worden voorzien (2008). Dat wil zeggen dat in het tijdvak vóór 2008 gekeken moet worden naar aanvullende maatregelen. De toekomstvisie in het hoofdstuk (7.5) hierna gaat in op de maatregelen die begraafbehoefte op de korte als ook op de lange termijn veiligstellen.
7.3.5. Capaciteits- / oppervlaktebehoefte algemeen strooiveld De gemeentelijke begraafplaats voorziet ook in de verstrooiing van as van overledenen. Met betrekking tot de capaciteit moet daarom het volgende worden vermeldt. Het verstrooien van crematie-as met een hoge intensiteit kan een bepaalde mate van bodemverontreiniging veroorzaken. De verontreiniging treedt nagenoeg uitsluitend op in de bovenste centimeters van het bodemprofiel. De Inspectie Milieuhygiëne heeft richtlijnen opgesteld ten aanzien van het verstrooien van crematie-as. Bij maximaal 90 asverstrooiingen per hectare per jaar zijn geen aanvullende maatregelen nodig. Tot maximaal 370 verstrooiingen per hectare per jaar is ééns in de 25 jaar een controlemeting vereist. Bij een grotere intensiteit zijn ingrijpendere maatregelen noodzakelijk. Jaarlijks hebben er de afgelopen vijf jaar gemiddeld 5,4 asverstrooiingen plaatsgevonden. Hierbij wordt uitgegaan van de eenvoudige beheerswijze dat de belasting van de bodem niet groter is dan de opnamen door en de afvoer van de aanwezige begroeiing. De oppervlakte van het huidige strooiveld is ca. 800 m². Een verstrooiingsintensiteit van 90 verstrooiingen per ha komt overeen met ca. 7,2 verstrooiingen per 800 m2.
13
Het jaarlijks aantal asverstrooiingen op deze begraafplaats ligt, uitgaande van de oppervlakte van het huidige strooiveld, naar verwachting naar verwachting net boven de intensiteit die overeenkomt met 90 verstrooiingen per ha. Het is van belang dat het aantal verstrooiingen wordt bijgehouden om te kunnen bepalen of deze maatregelen getroffen moeten worden. Wanneer een uitbreiding van het strooiveld noodzakelijk zou blijken kunnen één of meerdere terreinen op de begraafplaats worden aangewezen voor permanente verstrooiing (strooiveld). Volgens de Wet op de lijkbezorging dienen burgemeester en wethouders een vergunning voor deze bestemming te verlenen. Voordat burgemeester en wethouders een besluit nemen omtrent het verlenen van de vergunning horen zij de regionale inspecteur voor de volksgezondheid. Prognose beschikbare capaciteit komende 40 jaar De prognose voor de periode 2004 tot en met 2043 is, dat er 278 asverstrooiingen plaatsvinden (zie tabel 1A.3, bijlage1A) . Dit is gemiddeld 7 asverstrooiingen per jaar. Het huidige strooiveld biedt volgens de prognose voldoende plaats om zonder maatregelen as te verstrooien. Opgemerkt wordt dat bij de berekening geen rekening is gehouden met het uitstrooien van asbussen die thans in een (urnen-)graf zijn geplaatst waar op termijn de grafrechten van zullen vervallen. Gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, waarin een toename van het aantal asverstrooiingen valt waar te nemen mag worden aangenomen dat in de toekomst de capaciteit van het huidige strooiveld mogelijk onvoldoende is, om zonder aanvullende maatregelen in de behoefte kunnen voorzien. Het aanwijzen of reserveren van een terrein ten behoeve verstrooiingen ligt voor de hand.
7.3.6. Capaciteitsbehoefte urnengraven Ook een uitbreiding van de capaciteit van de urnenplaatsen (columbarium en/of de urnenkelders) (op termijn) ligt voor de hand. Uitgaande van een gemiddelde grafrust van 40 jaar is er een behoefte berekend van 278 urnenplaatsen. In de urnenkelders mag de as van 2 overledenen in (met bijzetting van urnen of asbussen) worden bijgezet. De huidige bezetting van de bestaande urnengraven (columbarium en urnenkelders) is niet aangegeven. Uitgaande van een gemiddelde bezetting van 1,5 urn per urnengraf betekent dat er een behoefte is van 185 urnengraven. De huidige capaciteit bestaat uit 82 urnengraven. In dat geval is er een tekort van 103 urnengraven. Tot voor kort vond de bijzetting van een asbus plaats in het columbarium. De mogelijkheid tot bijzetting in een urnenkelder is vrij nieuw. In de praktijk betekent een nieuwe mogelijkheid van asbezorging vaak tot een toename van de vraag. Het is denkbaar dat door het aanbieden van deze nieuwe vorm van asbestemming het aantal asbestemmingen sneller toeneemt, dan in de prognose is berekend. Het is daarom van belang de ontwikkelingen ten aanzien van de asbestemmingen nauwlettend te volgen om zodoende tijdig op de vraag in te kunnen spelen.
Prognose beschikbare capaciteit komende 40 jaar Op de begraafplaats is binnen de huidige grenzen van de begraafplaats voldoende ruimte om uitbreiding van het columbarium en de urnenkelders te realiseren door middel van inbreiding in of
14
buiten het bosplantsoen. Ook de aanleg van een urnenmuur in de toekomst, kan te zijner tijd worden overwogen.
7.3.7. Incidentele verstrooiing Incidentele verstrooiing door nabestaanden op een dierbare plek is in principe overal toegestaan. Het vindt plaats met toestemming van de eigenaar. Door middel van de Algemene plaatselijke verordening (APV) kan de gemeente nadere regels stellen om incidentele asverstrooiing te reguleren. Dat kan op twee manieren. Men kan aangeven waar het wel is toegestaan of men kan aangeven waar het juist niet is toegestaan. De keuze hierin is afhankelijk van de vrijheden die een gemeente hierin wil toestaan. Indien men uitgaat van een minimum aan beperkingen is het raadzaam de plaatsen aan te wijzen waar asverstrooiingen ongewenst zijn. Vaak zijn dit locaties waar dit vanuit ethisch oogpunt ongewenst is, zoals speelterreinen, sportterreinen, wegen, verharde oppervlakten, etc. Deze variant komt het meest voor. Met name gezien het ethische aspect is een bepaling hierover in de APV opgenomen. Daarmee beschikt men over de benodigde instrumenten om een goede handhaving van regels uitvoerbaar te maken. In het hoofdstuk hierna wordt een pakket van maatregelen aangekondigd die gedurende de korte en middellange termijn worden ingezet. De nadere verdiepingsonderzoeken zullen te zijner tijd een rol spelen in het daadwerkelijke uitvoeringsmoment van deze maatregelen.
7.4. Toekomstvisie begraafplaats Boschhuizen.
15
Met enig voorbehoud met betrekking tot de capaciteitsberekeningen is gebleken dat de begraafplaats in theorie niet voldoende capaciteit heeft om in de begraafbehoefte binnen de bestaande reeds ingerichte grafvelden voor de komende 40 jaar te voldoen. Er is een tekort berekend van ca. 777 graven en 196 urnenplaatsen. Er zal in de loop van de tijd gezocht moeten worden naar mogelijkheden om de capaciteit te vergroten.
7.4.1. Capaciteitverhogende maatregelen weggezet in tijd. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat er verschillende maatregelen moeten worden genomen om de komende tijd in de begraafbehoefte te blijven voorzien. Deze behoefte wordt bepaald door de beschikbare ruimte, de trend, maar ook door kenmerken van de afzonderlijke vakken. Uitsluitsel over de status van vak “O” heeft bijvoorbeeld (op termijn) ook invloed op de capaciteit met betrekking tot de begraafbehoefte. De nog in te stellen verdiepingsonderzoeken maar ook de exploitatie zullen indirect ook van invloed zijn op de algehele capaciteit en behoeftebepaling. De ‘beschikbare’ capaciteit van de bestaande grafvelden voor grondgraven voorziet nog in het begraven tot ca. 2007 / 2008. Door de behoefte en capaciteitsbepaling weg te zetten naar tijd, ontstaat een duidelijker beeld “wanneer” “welke” maatregelen nodig zijn. In beginsel zijn maatregelen nodig op de; Korte termijn;
tot 2007/2008 e.v.
Middellange termijn;
tot 2019 e.v.
Lange termijn;
tot 2043
Capaciteitsbepaling is relatief naar jaar De capaciteitsbepaling is relatief naar jaar, wat betekent dat in het jaar 2007 minder capaciteit wordt verlangt dan wanneer de begraafbehoefte over een grotere periode wordt weggezet. De ingrijpendheid van de maatregelen is inherent aan het tijdvak waarop uiterlijk in de begraafbehoefte moet zijn voorzien. Hierdoor kunnen de maatregelen enerzijds naar tijd worden aangepast, en opgebouwd. Voor wat betreft de begraafbehoefte over de lange termijn, zal de realisatie van de maatregelen enerzijds noodzakelijk zijn op het bereiken van dat betreffende jaar maar, anderzijds in de daaraan voorafgaande jaren geleidelijk kunnen worden opgebouwd om in de begraafbehoefte voor dat jaar ook daadwerkelijk te voorzien. Ingrijpendheid van de maatregelen De maatregelen kunnen zich in eerste instantie beperken tot de bestaande graven waarvan huurrechten zijn komen te vervallen of op korte termijn komen te vervallen. Maatregelen kunnen echter ook gevonden worden in een andere wijze van aanpak, bijvoorbeeld de aanpak die betrekking heeft op de wijze van het ruimen van een graf. De wijze van ruiming kan bepalend immers bepalend zijn voor het moment van vrijkomen van een graf. Op langere termijn kunnen meer omvangrijkere maatregelen bijv. (inbreiding door aanleg en inrichting nieuwe grafvelden, bouw urnenmuur, uitbreiding strooiveld en urnenveld als ook gering kappen / uitdunnen van boomplantsoen) tot de opties behoren. Boomplantsoen begraafplaats
16
De begraafplaats wordt omsloten en gekenmerkt door bosgebied. Dit bos is bepalend voor het besloten en parkachtige karakter waarmee de begraafplaats zich in een uiterst positieve sfeer kenmerkt. Een deel van het bosplantsoen staat echter kort op bestaande graven en brengt veel onderhoud en daardoor overlast met zich mee. Mogelijke maatregelen zoals uitbreiding en inbreiding kan middels gecontroleerde en gering kap het probleem grotendeels ondervangen, zonder dat daardoor het karakter van de begraafplaats wordt aangetast. Keuzes voor de toekomst De komende verdiepingsonderzoeken leiden tot conclusies, op grond waarvan de keuzes worden gemaakt waarover de raad of respectievelijk het college zal beslissen. Deze keuzes beïnvloeden uiteindelijk de maatregelen en daarmee de exploitatiebegroting van de totale begraafplaats en daarmee de kostendekkendheid van de tarieven verbonden aan het huurrecht voor een graf.
7.4.2. De maatregelen op korte termijn (Tot 2008 e.v.). De volgende maatregelen dienen zich aan, om in de begraafbehoefte op korte termijn te voorzien: a. Ruimen b. Inbreiding c. Aanscherpen van uitvoeringsregels
Ad. a. Ruimen Onder ruiming wordt in de praktijk verstaan het leegmaken van een graf, waarbij de overblijfselen van de lijken zonder kist opnieuw elders op de begraafplaats (in een verzamelgraf) ter aarde worden besteld of in een crematorium worden verbrand. In de Wet op de lijkbezorging is een minimale grafrusttermijn bepaald van 10 jaar. Volgens de wet mag een algemeen graf, een graf waarop geen uitsluitend recht rust,
10 jaar na de laatste
begraving worden geruimd. Eigen graven mogen worden geruimd nadat het uitsluitend recht (grafrecht) is beëindigd of als het met toestemming van de rechthebbende geschiedt. Ook dan geldt de minimale grafrusttermijn van 10 jaar, na de laatste begraving. De houder van de begraafplaats beslist of er geruimd wordt. Rechthebbenden of nabestaanden kunnen geen ruiming van een graf eisen. De condities van het de grond hebben een grote invloed op de mogelijkheid tot ruimen. Proefruimingen kunnen uitsluitsel geven. Ook de gunstige grondwaterstand is hierop van toepassing. Op basis van de resultaten van de proefruiming kan worden bepaald in welke mate aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn met betrekking tot de stoffelijke resten die bij de ruiming beschikbaar komen.
Voordeel ruimen
17
Het ruimen van graven en het daarna weer opnieuw uitgeven dragen bij tot een optimaal gebruik van de begraafcapaciteit van een begraafplaats. Tevens blijft een graf in een dergelijke situatie steeds opnieuw inkomsten genereren. Nadeel ruimen Ruimen en opnieuw in gebruik nemen van graven heeft echter geen invloed op de totale capaciteit van een begraafplaats. Het totaal aantal graven neemt immers niet toe. Naast een optimaal gebruik van de totale capaciteit (middels ruiming) blijft een vergroting (met het oog op de begraafbehoefte voor de lange termijn) van de totale capaciteit noodzakelijk. Ruimen in twee fasen Het ruimen van graven geschiedt op de gemeentelijke begraafplaats in twee fasen. Dat wil zeggen dat direct na beëindiging van het grafrecht van eigen graven of na het verstrijken van de wettelijke termijn van 10 jaar bij algemene graven het gedenkteken wordt verwijderd. Dit gebeurt enerzijds om geen onnodig risico te lopen ten aanzien van mogelijke schade die door het gedenkteken wordt veroorzaakt. Anderzijds wordt hiermee voor rechthebbenden en gebruikers een duidelijk zichtbaar onderscheid gemaakt met graven waarop wel een grafrecht rust. Met name het laatste is een belangrijke reden om deze maatregel uit te voeren. Hiermee wordt voorkomen dat rechthebbenden het grafrecht niet verlengen, wetende dat het graf toch in stand wordt gehouden. Het ruimen van het gedenkteken is voor rechthebbenden vaak ingrijpender dan de daadwerkelijke ruiming. De tweede fase is het verwijderen van de stoffelijke resten. Vaak geschiedt dit pas op het moment dat het graf opnieuw wordt uitgegeven. De stoffelijke resten werden onder in het graf opnieuw bijeen herbegraven, waarna opnieuw een lijk in dat zelfde graf wordt begraven. Dit wordt in vaktermen het schudden van een graf genoemd. Gebruik verzamelgraf Een andere methode die elders veel wordt toegepast is het verzamelen van de stoffelijke resten en deze opnieuw begraven in een verzamelgraf. Dit noemt men het daadwerkelijk ruimen van een graf en het heeft als voordeel dat men altijd weet welke stoffelijke resten zich in het graf bevinden, hetgeen bij een eventuele herbegraving of bij een justitieel onderzoek van belang kan zijn. Het doet overigens ook recht aan de term het ‘huurrecht’ van een graf. Actief ruimingsbeleid Ruimingen kunnen incidenteel of grootschalig uitgevoerd. Bij een grootschalige ruiming wordt een groter aantal graven tegelijk geruimd, hetgeen vaak een besparing van kosten oplevert. Voor welke methode ook gekozen wordt, het ruimen brengt kosten met zich mee, maar levert slechts beperkte capaciteit op en genereert daardoor beperkte inkomsten. Ruimen in begraafplaatsbeleid 2006 De huidige werkwijze op de begraafplaats met betrekking tot ruimen (in twee fasen) wordt vooralsnog nog gehandhaafd met het verschil dat de stoffelijke resten, na inwerkingtreding van dit beleid (bij hernieuwde uitgifte) niet meer worden geschud, maar in een verzamelgraf, het ossuarium worden herbegraven. De kosten voor het grootschalig ruimen worden, ná de inwerkingtreding van dit beleid inzichtelijk gemaakt, ervan uitgaande dat tenminste 100 graven die ook werkelijk voor ruiming in aanmerking komen, ineens worden geruimd.
18
Daarnaast wordt in
beeld gebracht welke graven vóór 2008 daarnaast nog voor ruiming in aanmerking komen. Ook hier wordt ingezet op grootschalige ruimingsactiviteiten. Als de omvang van de kosten in beeld zijn, kan duidelijk worden of sprake is van een investering.
Ad. b. Inbreiding
Het huidige bruto grafoppervlak bedraagt volgens de berekening van het onderzoek 24,0 m². Dit is erg hoog. Waardoor de hoogte van het bruto grafoppervlak wordt veroorzaakt is reeds hiervoor uiteengezet. Over de periode van 40 kaar is er een tekort berekend van ca. 777 grondgraven. Door ingebruikname van een gedeelte van het huidige plantsoen (onbenutte velden) is het mogelijk deze graven binnen de bestaande oppervlakte van de begraafplaats te realiseren en het tekort drastisch terug te brengen. Het moment waarop deze inbreiding volledig moet zijn gerealiseerd is afhankelijk van het toegepaste ruimingsbeleid.
Inbreiden in begraafplaatsbeleid 2006 Uit de berekeningen volgt dat er vanaf 2019 behoefte is aan extra aanvullende capaciteit. Bij een actief ruimingsbeleid schuift dat moment echter beperkt naar achteren, omdat het actieve ruimingsbeleid slechts beperkt zal bijdragen aan de totale capaciteit van de begraafplaats. Om dit moment tijdig in beeld te hebben zal na de inwerkingtreding van dit beleid de relatie tussen behoefte en capaciteit te monitoren en over ca. 10 jaar (2015)
een nieuwe behoefte- en
capaciteitsbepaling uit te voeren. Het is mogelijk om de nu braak liggende grond binnen het terrein van de begraafplaats, wel of niet in samenhang met geringe kap, te benutten voor de aanleg en inrichting van een nieuw vak ten behoeve van uitgeven van grondgraven. Aanzien de nieuwe onbewerkte grond een tijd van ongeveer 2 jaar nodig heeft om te zakken is het noodzakelijk, mede gezien de prognoses, tenminste in 2006 een aanvang te maken met het bewerken van de grond. Deze nieuwe graven die daarmee worden gecreëerd zijn direct uitgeefbaar, en vergroten daarmee de capaciteit van de begraafplaats met een aanzienlijk aantal graven en genereert daardoor nieuwe inkomsten. Na vaststelling van dit beleid wordt de locatie en de daarmee samenhangende kosten inzichtelijk gemaakt die gepaard gaan met het aanleggen en inrichten van een nieuw grafveld. Het actief ruimen heft de noodzaak tot het aanleggen van een nieuw vak (middels inbreiding) niet op. Naast inbreiding is een actief ruimingsbeleid noodzakelijk, omdat anders de capaciteit van de begraafplaats niet optimaal wordt benut. Dit levert grafverlies op.
Ad. c. Aanscherpen van uitvoeringsreglement
Ook de beleidsregels kunnen het dagelijks beheer en daarmee de capaciteit sturen. Het college ziet zich genoodzaakt de grafrusttermijn op 20 jaar vast te stellen en de definitie van het ruimen aan te passen wat betekent dat zoveel mogelijk wordt afgezien van het ruimen in twee fasen, maar daar waar mogelijk wordt overgegaan tot het ruimen van een graf ineens. Dat wil zeggen het volledig vrij maken van het graf en de stoffelijke resten overdragen aan een nieuw in gebruik te nemen ossuarium waarvoor reeds ruimte is gereserveerd op de begraafplaats.
19
In de beleidsregels is nu expliciet opgenomen dat een graf slecht voor de maximale termijn van 20 jaar wordt verhuurd. Dit betekent dat bijzettingen binnen het 20e jaar kunnen resulteren dat een dubbeldiep graf gemiddeld 40 jaar aan éénzelfde familie / nabestaanden kunnen toekomen. Dit is verder geen probleem, het graf blijft opbrengst uit huurrecht genereren en er ontstaat ook door het gebruik van het ossuarium, geen extra ruimtebeslag omdat (door de wijze van ruiming) er feitelijk sprake zal zijn van een doorloopgraf.
7.4.3. De maatregelen op middellange termijn (tot 2019). Behoefteonderzoek De ontwikkelingen met betrekking tot het begraven en begraafplaatsen vorderen gestaag. Een aantal aspecten (asverstrooiing, urnenbijzetting) met betrekking tot de huidige behoefte- en capaciteitsonderzoek ‘dateren’ daardoor op middellange termijn. Het is daarom raadzaam de maatregelen af te stemmen op deze ontwikkeling. Monitoren begraafbehoefte en behoefte asbestemmingen De volgend acties kunnen de ontwikkeling (de behoefte) inzichtelijk maken. 1.
Het monitoren van de begraafbehoefte in relatie tot de begraafcapaciteit alsmede de actualisering van de prognose voor gewone grondgraven in 2015.
2.
Het monitoren van de behoefte van asbestemmingen en tijdige uitbreiding van capaciteit voor bijzetting van urnen.
Het beeld dat ontstaat uit de voornoemde acties kan de noodzaak van aanvullende maatregelen richting 2043 inzichtelijk maken.
7.4.4. De overige maatregelen Initiatieven Andere maatregelen hebben betrekking op het komende exploitatieonderzoek. Ontwikkelingen en actualiteiten kunnen bijdragen om het evenwicht tussen lasten en baten te verbeteren. Een instrument op termijn is de mogelijke uitbreiding van de aangeboden diensten. Een voorbeeld hiervan kan zijn de een aanvulling op de bestaande dienstverlening door de realisering van bijvoorbeeld een crematorium te koppelen aan deze begraafplaats. De trend is dat door crematie de behoefte naar asbestemmingen toenemen, hetgeen extra inkomsten oplevert. Momenteel ligt een initiatief voor de realisering van een crematorium in Venray in de nabijheid van de gemeentelijke begraafplaats. Om het effect van een crematorium op de exploitatie van de begraafplaats te kunnen bepalen is nader onderzoek gewenst naar de haalbaarheid en inpassing van een dergelijke voorziening. Naast een nadere verkenning van de markt en de mogelijkheden in ruimtelijk opzicht dient hierbij aandacht te worden besteed aan de relatie tussen crematorium en begraafplaats, op zowel organisatorisch als bedrijfseconomisch gebied. De komst van een dergelijk crematorium kan leiden tot een aanzienlijke verbetering van het voorzieningenniveau voor de gemeentelijke begraafplaats.
20
Beveiligingsmaatregelen gemeentelijke begraafplaats In de afgelopen tijd is meermaals een poging tot inbraak gedaan op de voorzieningen gelegen op de gemeentelijke begraafplaats. Helaas heeft dit reeds geresulteerd tot ontvreemding van voorwerpen die behoren tot de gemeentelijke begraafplaats. Op de gemeentelijke begraafplaats zijn geen voorzieningen die de goederen behorende tot dat terrein beveiligen. Het inzichtelijk maken van de kosten gemoeid met een beveiligingsysteem dat voorziet in de beveiliging van goederen die aanwezig zijn in de gebouwen van de gemeentelijke begraafplaats verdient dan ook de voorkeur. Verkeerskundige maatregelen De toegangsweg naar de begraafplaats is moeilijk te vinden. Geadviseerd wordt om de route naar de begraafplaats vanuit de bebouwde kom van Venray beter aan te geven. Een dergelijke maatregel is inmiddels onderdeel van een gemeentelijk doelbewegwijzeringsplan, dat door de raad is vastgesteld. Bewegwijzering Op de begraafplaats wordt door middel van een eenvoudige bewegwijzering de ligging van de verschillende grafvelden aangegeven. Het ontbreekt echter aan een totaaloverzicht. Er wordt een tekening met een totaaloverzicht ontwikkeld welke kan worden geplaatst op het informatiebord. Huisregels Bij het informatiebord komt een duidelijk leesbaar bord waarop de huisregels met betrekking tot het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats zijn opgenomen. Het betreden van de begraafplaats betekent het onvoorwaardelijk instemmen met deze huisregels, wat betekent dat overtreding van deze regels, na waarschuwing, leidt tot verwijdering van de begraafplaats om zodoende orde en netheid te betrachten. Op grond van de beleidsregels kan de beheerder daartoe optreden. Opslag materieel De opslag van materieel op de begraafplaats is een aandachtspunt. De huidige opslagcapaciteit is onvoldoende. Daarnaast is er sprake van pogingen tot diefstal en achterstallig onderhoud. Het is raadzaam de opslagbehoefte helder in beeld te brengen en deze te toetsen aan de beschikbare capaciteit. Op basis hiervan kan concreet worden bepaald welke maatregelen noodzakelijk zijn, wie daarvoor verantwoordelijk is en wat de financiële gevolgen daarvan zijn. Mogelijk kan dit aspect worden betrokken bij de beschouwing van het gehele voorzieningenniveau van de begraafplaats.
21
7.5. Vervolgtraject, ‘de onderdelen’ die zullen volgen. In dit hoofdstuk zijn de vervolgstappen “per onderdeel” aangegeven, op basis van prioriteit. De onderdelen
zullen,
direct
bij
implementatie
van
het
beleid
of
ná
beëindiging
van
de
verdiepingsonderzoeken, gefaseerd ten uitvoer gebracht. 1. Inventariseren welke herstelacties er voor de begraafplaatsadministratie nog moeten gebeuren om in een actief ruimingsbeleid in de loop van 2006 te kunnen voorzien. -
Grafakten naar alle rechthebbenden die deze nog niet hebben ontvangen;
-
Koppeling van de begraafplaatsadministratie aan de gemeentelijke basisadministratie; persoonsgegevens (GBA);
-
Grafakten opstellen bij uitgifte van graven;
-
Aanpassen register begraafplaats aan wettelijke eisen;
-
Voorzieningen zoals borden, m.b.t. bewegwijzering en plattegrond op de begraafplaats;
2. Vak ‘O’, onderzoek naar mogelijke toekomstige status. Dit verdiepingsonderzoek houdt in: -
Administratieve inventarisatie;
-
Achterhalen onbekende grafrechten (voor zover mogelijk);
-
Achterhalen onbekende rechthebbenden (voor zover mogelijk);
-
Opstellen ‘pardon-regeling’ inclusief criteria voor onduidelijke situaties;
-
Op termijn beëindiging grafrecht bij onbekende rechthebbenden;
-
Inrichting;
-
Geen graven opnieuw uitgeven;
-
Specifieke voorwaarden stellen aan de grafbedekkingen op dit grafveld.
3. Onderzoek naar Historische monumenten op de begraafplaats - Lijst historische graven en waardevolle gedenktekens; - Opstellen regels en aanvullen op beleid; - Aanwijzen bijzondere graven en vermelden op deze lijst; Dit onderzoek kan samenhangen met het verdiepingsonderzoek van vak “O” zie punt 2. 4. Behoefte en capaciteit bewaken. - Ruimen graven waarvan de grafrechten zijn beëindigd: - Inventarisatie van de graven die voor ruiming in aanmerking komen. - Uitvoeren van enkele proefruimingen - Opstellen van een ruimingsplan; inclusief communicatie met nabestaanden - Opstellen van een ruimingsbestek - Opstelling van een toekomstig herinrichtingsplan, waarbij vorming /inrichting grafvelden - Monitoring behoefte urnengraven (columbarium en urnenkelders) en strooiveld - Uitbreiding capaciteit urnengraven (columbarium en urnenkelders). 5. Gedeelte op de begraafplaats voor andere doelgroepen in relatie tot de behoefte. - Herinrichtingsplan - Overleg met betrokken gemeenschap over uitgangspunten - Opstellen herinrichtingsplan - Herinrichting grafveld - Regelgeving - Overleg met gemeenschap over het gebruik van dit grafveld
22
- In overleg met de betrokken gemeenschappen een reële inschatting maken van de behoefte voor de middellange termijn 6. Exploitatiebegroting: conclusies en inzichten verkregen van dit onderzoek maar ook zeker de andere verdiepingsonderzoeken kunnen uitsluitsel geven over de wijze van aanpak het dagelijks beheer en daarmee de kosten ter uitvoering van algehele begraafplaatsenbeleid. De kostendekkendheid van de tarieven kan daarop worden afgestemd. -
Besparing van kosten
-
Voortdurende waakzaamheid in kosten derden
-
Actief ruimingsbeleid
-
Verbetering inkomsten
-
Verhoging van de toegepaste tarieven
-
Afzonderlijke tarieven opstellen voor grafrecht en onderhoudsrecht
-
Nader onderzoek naar de mogelijkheden voor uitbreiding van de dienstverlening (voorzieningenniveau).
7. Bijzondere begraafplaatsen - Ontwikkeling gemeentelijk beleid inzake toezicht bijzondere begraafplaatsen - Opzetten communicatiestructuur met bijzondere begraafplaats
23
8.
Samenvatting ‘de uitgangspunten van beleid’.
Deze beleidsvisie heeft tot doel het dagelijkse handelen op de begraafplaats te formaliseren naar de toekomst om zodoende de continuïteit te borgen en doelstellingen te verwezenlijken. De uitgangspunten van deze beleidsvisie werken door in de beleidsregels, die de vorm hebben van een (uitvoerings-)reglement, waaraan zowel het college, de betrokken ambtelijke dienst (afd. Publieksdiensten) als ook de beheerder van de begraafplaats zich kunnen confirmeren. De ‘algemene voorwaarden aan het huurrecht voor een graf’ zijn op dit reglement van toepassing verklaart, waardoor ook rechthebbenden aan dit reglement worden gebonden. Het motief voor het in 2004 ingestelde onderzoek is gelegen in het feit dat de afgelopen jaren is gebleken dat diverse aspecten die verder gaan als het dagelijkse beheer niet voldoende zijn geregeld en, onder andere met het oog op de ontwikkelingen en actualiteiten, moeten worden herzien. Het begraafplaatsbeleid kenmerkt zich als een zeer omvattend, complex en samenhangend beleid. De ontwikkelingen en actualiteiten (dualisme) vragen echter een directe respons, waardoor de juridische effectuering van het dagelijks handelen als ook de kenbaarheid van de bestuurlijke organisatie met betrekking tot dit beleidsveld, op voorhand aandacht vraagt. Het beleid komt daardoor ‘op onderdelen’ (ofwel gefaseerd) tot stand. De beleidsvisie ‘op onderdelen’ is een aanzet om te komen tot een allesomvattend, compleet en samenhangend beleid. Een aantal onderdelen van het voornoemde onderzoek hebben reeds geleid tot inzichten. Door deze inzichten te laten samenhangen met de ontwikkelingen en actualiteiten, wordt voorzien in één van de belangrijkste voorwaarden voor de herziening van het beleid, n.l. de invulling en vaststelling van uitvoeringsregels in vorm van “reglement voor de gemeentelijke begraafplaats”. De overige onderdelen (verdiepingsonderzoeken naar status vak “O”, exploitatieonderzoek, historische monumenten, etc.) zullen, in samenhang met de reeds afgeronde onderdelen, vanaf 2006 ‘gefaseerd’ de revue passeren en te zijner tijd in het beleid worden geïmplementeerd. Het beleid is vormgegeven tegen de uitgangspunten; deregulering, dualisering, flexibiliteit in beleid en uitvoering en versterking maatschappelijke beleving en betrokkenheid. Het behoefte- en capaciteitsonderzoek vormt het toekomstgerichte onderdeel (tot 2015) van deze beleidsvisie. Enig voorbehoud met betrekking tot de cijfers welke de capaciteit van de begraafplaats inzichtelijk maken, is op zijn plaats. Het terrein van de begraafplaats biedt voor de toekomst voldoende capaciteit om in de begraafbehoefte te voorzien. Het nemen van maatregelen om in de behoefte te
blijven voorzien hangt nu eenmaal samen met de inrichting en het
ruimtelijke karakter van het terrein. De prognoses van het behoefte en capaciteitsonderzoek kunnen zeer wel als kapstok fungeren om het beleid naar de toekomst toe inzichtelijk te maken en maatregelen naar tijd weg te zetten om ook noodzakelijke investeringen op die manier te spreiden.
24
25
9.
Samenvatting ‘de maatregelen tot 2015’.
Om in de begraafbehoefte op korte- en middellange termijn
te kunnen voorzien worden de
volgende maatregelen ingesteld; -
vóór 2008 inzichtelijk maken van alle graven die voor ruiming in aanmerking komen;
-
vóór 2008 daadwerkelijk tot actieve ruiming overgaan;
-
uitbreiding van de totale begraafcapaciteit voor gewone grondgraven vóór 2008, door een start te maken een bestaande onbenut vak om te vormen en in te richten tot grafveld;
-
monitoren behoefte asbestemmingen en tijdige uitbreiding van capaciteit voor bijzetting van urnen;
-
monitoren relatie tussen begraafbehoefte en begraafcapaciteit en actualisering van de prognose voor gewone grondgraven in 2015;
-
Instellen vervolgtraject om te komen zoals opgenomen in paragraaf 7.5.
10.
Bijlagen
Bijlage 1 Berekening behoefte en capaciteit begraafplaats Boschhuizen te Venray.
26
Bijlage 1
Berekening behoefte en capaciteit begraafplaats Boschhuizen te Venray
Tabel 1.1: Aantal begravingen en asbestemmingen 1999 t/m 2003 begraafplaats Boschhuizen te Venray. Totaal1
Jaar
aantal
Nieuw graf
index
Bijzetting
Asbestemmingen
aantal
(%)2
aantal
(%)2
aantal
(%)2
(%)
1999
101
100
85
84
0
0
16
16
2000
73
72
58
79
0
0
15
21
2001
79
78
65
82
0
0
14
18
2002
80
79
76
95
0
0
4
5
2003
80
79
66
83
0
0
14
18
Totaal
413
Gemiddeld
82,6
350 100
70,0
0 84,7
0,0
63 0,0
12,6
15,3
1
In de kolom ‘Totaal aantal’ is het aantal begravingen en asbestemmingen opgenomen. De percentages nieuw graf, bijzettingen en asbestemmingen hebben betrekking op de kolom ‘Totaal aantal’ van het betreffende jaar.
2
Tabel 1.2: Prognose aantal begravingen en asbestemmingen per jaar van 2004 t/m 2043 begraafplaats Boschhuizen te Venray. Jaar
begraafcijfer
Nieuw graf
Bijzetting
Asbestemmingen
Totaal aantal
Index (CBS)
Aantal
%
Aanta l
%
Aantal
%
2004
82,6
100
70,0
84,7
0,0
0,0
12,6
15,3
2008
86,7
105
73,5
84,7
0,0
0,0
13,2
15,3
2013
92,5
112
78,4
84,7
0,0
0,0
14,1
15,3
2018
98,3
119
83,3
84,7
0,0
0,0
15,0
15,3
2023
104,9
127
88,9
84,7
0,0
0,0
16,0
15,3
2028
112,3
136
95,2
84,7
0,0
0,0
17,1
15,3
2033
121,4
147
102,9
84,7
0,0
0,0
18,5
15,3
2038
128,0
155
108,5
84,7
0,0
0,0
19,5
15,3
2043
131,3
159
111,3
84,7
0,0
0,0
20,0
15,3
Tabel 1.3: prognose totaal aantal begravingen en asbestemmingen van 2004 t/m 2043 begraafplaats Boschhuizen te Venray. Jaar
Totaal aantal
cum
Nieuw graf
cum
bijzettin g
cum
as beste mmin gen
cum
2004-2008
423,3
423,3
358,8
358,8
0,0
0,0
64,6
64,6
2009-2013
448,1
871,4
379,8
738,5
0,0
0,0
68,4
132,9
2014-2018
477,0
1348,4
404,3
1142,8
0,0
0,0
72,8
205,7
2019-2023
508,0
1856,4
430,5
1573,3
0,0
0,0
77,5
283,2
2024-2028
543,1
2399,5
460,3
2033,5
0,0
0,0
82,8
366,0
2029-2033
584,4
2983,9
495,3
2528,8
0,0
0,0
89,1
455,2
2034-2038
623,6
3607,6
528,5
3057,3
0,0
0,0
95,1
550,3
2039-2043
648,4
4256,0
549,5
3606,8
0,0
0,0
98,9
649,2
Totaal
4256,0
3606,8
0,0
649,2
Afgerond
4256,0
3607,0
0,0
649,0
Tabel 1.4: oppervlaktebehoefte in relatie tot het bruto grafoppervlak begraafplaats Boschhuizen te Venray. Bruto grafoppervlakte (m²)
Begraafbehoefte (40 jaar)
Oppervlaktebehoefte (m²)
5
4.256
21.280
6
4.256
25.536
7
4.256
29.792
8
4.256
34.048
9
4.256
38.304
24
4.256
102.144
Berekening behoefte en capaciteit begraafplaats Boschhuizen te Venray, Asverstrooiingen Tabel 1A.1: Aantal Venray.
asverstrooiingen 1999 t/m 2003 begraafplaats Boschhuizen te
Totaal1 Jaar
aantal
Nieuw graf
index (%)
aantal
Bijzetting
(%)2
aantal
Asverstrooiingen
(%)2
aantal
(%)2
1999
4
100
0
0
4
100
2000
8
200
0
0
8
100
2001
7
175
0
0
7
100
2002
1
25
0
0
1
100
2003
7
175
0
0
7
100
Totaal
27
Gemiddel
5,4
0 135,0
0,0
0 0,0
0,0
27 0,0
5,4
100,0
d
1
In de kolom ‘Totaal aantal’ is het aantal asverstrooiingen pgenomen. De percentages asverstrooiingen hebben betrekking op de kolom ‘Totaal aantal’ van het betreffende jaar.
2
Tabel 1A.2: Prognose aantal asverstrooiingne per jaar van 2004 t/m 2043 begraafplaats Boschhuizen te Venray. begraafcijfer Jaar
Nieuw graf
Bijzetting
Asverstrooiingen
Totaal aantal
Index (CBS)
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
2004
5,4
100
0,0
0,0
0,0
0,0
5,4
100,0
2008
5,7
105
0,0
0,0
0,0
0,0
5,7
100,0
2013
6,0
112
0,0
0,0
0,0
0,0
6,0
100,0
2018
6,4
119
0,0
0,0
0,0
0,0
6,4
100,0
2023
6,9
127
0,0
0,0
0,0
0,0
6,9
100,0
2028
7,3
136
0,0
0,0
0,0
0,0
7,3
100,0
2033
7,9
147
0,0
0,0
0,0
0,0
7,9
100,0
2038
8,4
155
0,0
0,0
0,0
0,0
8,4
100,0
2043
8,6
159
0,0
0,0
0,0
0,0
8,6
100,0
Tabel 1A.3: prognose totaal aantal asverstrooiingen van 2004 t/m 2043 begraafplaats Boschhuizen te Venray asbeJaar cum cum cum cum Totaal Nie Bijstemm aantal zetting uw ingen graf 2004-2008
27,7
27,7
0,0
0,0
0,0
0,0
27,7
27,7
2009-2013
29,3
57,0
0,0
0,0
0,0
0,0
29,3
57,0
2014-2018
31,2
88,2
0,0
0,0
0,0
0,0
31,2
88,2
2019-2023
33,2
121,4
0,0
0,0
0,0
0,0
33,2
121,4
2024-2028
35,5
156,9
0,0
0,0
0,0
0,0
35,5
156,9
2029-2033
38,2
195,1
0,0
0,0
0,0
0,0
38,2
195,1
2034-2038
40,8
235,8
0,0
0,0
0,0
0,0
40,8
235,8
2039-2043
42,4
278,2
0,0
0,0
0,0
0,0
42,4
278,2
Totaal
278,2
0,0
0,0
278,2
Afgerond
278,0
0,0
0,0
278,0
ALGEMENE VOORWAARDEN AAN HET HUURRECHT VOOR EEN GRAF ZOALS OVEREENGEKOMEN BIJ GRAFAKTE. Het college heeft bij besluit van d.d. 31 januari 2006 deze algemene voorwaarden zoals bedoeld in artikel 6:231 van het Burgerlijke Wetboek vastgesteld, en toepasselijk verklaard. Door betaling van het tarief behorende aan het huurrecht voor een graf, zoals neergelegd in de grafakte, aanvaardt de rechthebbende en diens rechtsopvolger, onvoorwaardelijk het huurrecht en de hiernavolgende algemene voorwaarden. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing verklaard op het door het college van burgemeesters en wethouders op d.d. 31-01-2006. en op d.d. 09-02-2006 gepubliceerde: “reglement gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray”. De rechthebbende en, voor zover bekend, diens rechtsopvolger komen door betaling van het huurrecht met het college van burgemeester en wethouders, het huurrecht en daarmee het bepaalde zoals neergelegd in de grafakte en deze algemene voorwaarden, overeen. Conform deze algemene voorwaarden is sprake van verzuim bij het doen of nalaten in strijd met het bepaalde in de artikelen zoals neergelegd in de paragraaf ‘Regels beheer en
toezicht
gemeentelijke
begraafplaats
van
het
“Reglement
gemeentelijke
begraafplaats Boschhuizen Venray”. Afwijken van het “reglement gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray”, wordt in deze voorwaarden conform artikel 6:82 BW en met verwijzing naar het bepaalde neergelegd in artikel 44 en 45 van voornoemd beleid, gelijkgesteld met verzuim. Het college kan, wanneer nakoming binnen de termijn als bedoeld in artikel 6:82 BW uitblijft, op grond van artikel 6:84 in samenhang met art. 6:74 BW overgaan tot het civielrechtelijk vorderen van schadevergoeding voor wat betreft het verhalen van de kosten gemaakt met feitelijk handelen om de situatie weer in overeenstemming te brengen met het bepaalde zoals vastgesteld in deze algemene voorwaarden. Deze algemene voorwaarden zij gedeponeerd bij : rechtbank Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray, De burgemeester,
Reglement gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray
Reglement voor het dagelijks beheer, toezicht en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen van de gemeente Venray.
Het
reglement
omvat
de
beleidsuitgangspunten
zoals
neergelegd
in
de
“beleidsvisie
gemeentelijke
begraafplaats Boschhuizen –op onderdelen-.
Vastgesteld bij besluit d.d. 31-01-2006 Gepubliceerd en inwerkingtreding d.d. 09-02-2006 Algemene voorwaarden aan het huurrecht voor een graf zijn vastgesteld op d.d. 31-01-2006 en op dit reglement van toepassing verklaard.
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ................................................................................................................1
2.
Doel en uitgangspunten reglement (beleid) .................................................................2
3.
Regels beheer en toezicht gemeentelijke begraafplaats. (artikelsgewijs)..........................3 Algemene bepalingen ....................................................................................................3 Bepalingen met betrekking tot rust en orde ......................................................................5 Indeling en administratie van de begraafplaats. ................................................................7 Bepalingen omtrent de aankleding van een graf. ...............................................................8 Bepalingen voor het aanbrengen of houden van grafbedekking op een graf. ..........................9 Bepalingen voor begraven of bijzetten ........................................................................... 11 Onderhoud graven en aansprakelijkheid......................................................................... 12 Tarieven en termijnen ................................................................................................. 13 Huurrecht op een graf ................................................................................................. 14 Ruimen van graven ..................................................................................................... 17 Maatschappelijke betrokkenheid begraven, begraafplaats Boschhuizen. .............................. 18 Toezicht op de gemeentelijke begraafplaats.................................................................... 19 Klachten.................................................................................................................... 20 Algemene overgangsbepalingen .................................................................................... 20 Slotbepalingen ........................................................................................................... 20 Motief regeling ........................................................................................................... 21 Bevoegdheidsgrondslag regeling. .................................................................................. 22 Bijlagen:
Procedures en werkwijze
Formulieren
Literatuur en andere bronnen
Beleid gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray 1.
Inleiding
Gemeentelijke begraafplaats De gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen is gelegen aan de Spurkterdijk in het natuurgebied Boschhuizerbergen, buiten de bebouwde kom van de gemeente Venray. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 12 hectare en is in 1971 gebruik genomen. De begraafplaats maakt een parkachtige indruk en heeft natuurlijke hoogteverschillen. De bezoekers waarderen het parkachtige karakter als ook de inrichting van de gemeentelijke begraafplaats als rustgevend en aangenaam. De voormalige bestuurscommissie begraafplaats In 1992 is door de gemeenteraad de “bestuurscommissie begraafplaats Boschhuizen” ingesteld. Uitgangspunten hiervoor waren de maatschappelijke ontwikkeling op het gebied van begraving en de individuele beleving van het rouwproces. De commissie is er in de afgelopen jaren in geslaagd vorm te geven aan de verpersoonlijking van het rouwproces en passende inrichting en beheer van de algemene begraafplaats. Ontwikkelingen welke aanleiding vormden voor dit beleid In de afgelopen jaren hebben zich ontwikkelingen voorgedaan welke nopen tot afdichten en vaststelling van beleid met een bijbehorende gewijzigde aanpak in uitvoering en beheer. De belangrijkste ontwikkeling heeft betrekking op de dualisering van het gemeentebestuur en medebewindsbevoegdheden. De steeds verdergaande invoering van het dualisme verlangt aanpassing van bestuurlijke en ambtelijke inrichting ook met betrekking tot dit beleidsveld. Vooral nu de bestuurscommissie door deze ontwikkelingen formeel heeft opgehouden te bestaan, met als gevolg dat de uitvoering en verantwoordelijkheid weer automatisch bij het college terecht komt. Beleidsregels naar privaatrecht Om adequaat, snel en voor iedereen duidelijk te kunnen reageren op de ontwikkelingen in samenhang met het specifieke karakter van de begraafplaats, is gekozen om het beleid in een reglement te concretiseren. Door dit reglement vast te stellen, worden de blinde vlekken formeel afgedicht, de maatschappelijke voeling behouden en in een flexibele uitvoering, en in een zekere mate van zelfregulerend vermogen voorzien. Het resultaat is ‘dualisme’ in optima forma. Overigens laat deze regeling vrijelijk toe dat kan worden geanticipeerd op nog openstaande komende onderwerpen die qua omvang en reikwijdte op een later moment de revue zullen passeren en aan dit beleid worden toegevoegd.
1
2.
Doel en uitgangspunten reglement (beleid)
Doel: Het doel van dit reglement is voorzien in een naar buitenwerkende regeling die kenbaarheid alsmede rechtszekerheid biedt voor burgers, bestuur en uitvoerders in dagelijkse zaken met betrekking tot het beheer en toezicht op het begraven (en) op de gemeentelijke begraafplaats. Uitgangspunten:
Juridisch effectueren van dagelijkse gang van zaken ten behoeve van de rechtszekerheid en kenbaarheid voor iedereen die nu, maar ook in de toekomst met deze regeling in aanraking komen door gebruikmaking van de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. Uitvoering geven aan de bestuurlijke en wettelijke invulling van de dualisering van het gemeentebestuur door nadruk te leggen op de concentratie van bestuursbevoegdheden bij het college. Bureaucratie met betrekking tot dit beleidsveld te voorkomen. Met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, flexibiliteit in regelgeving en zodoende flexibiliteit met betrekking tot de praktische uitvoering van het beheer en toezicht, mede door gebruik te maken van de bevoegdheden die reeds bij de wet bij “het college” zijn gepositioneerd. De invulling en uitvoering van ‘dagelijkse’ aspecten met betrekking tot begraven en rouwverwerking niet in de politieke arena te laten plaatsvinden, zoals uit de intentie van de wetgever ook blijkt. Juridisch (formeel) en inhoudelijk (materieel) afdichten van de blinde vlekken in het beleid welke door de recente ontwikkelingen van het dualisme zijn ontstaan. Behouden van maatschappelijk draagvlak en bevorderen van betrokkenheid voor de gemeentelijke begraafplaats.
2
3.
Regels beheer en toezicht gemeentelijke begraafplaats. (artikelsgewijs)
Algemene bepalingen Artikel 1. begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: a.
algemeen graf: een graf uitsluitend in het beheer door de gemeente ten behoeve van het begraven
van
overledenen
zonder
aanwijsbare/traceerbare
rechthebbende
of
nabestaande(n), niet voor uitgifte aan derden bedoeld. b.
algemene gedenkplaats: de aula en het grote kruisbeeld alsmede het algemeen strooiveld voor het nemen van afscheid van (een) overledene(n).
c.
algemene verstrooiingsplaats / veld: een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats waarop de as van overledenen wordt verstrooid. Hierop is geen uitsluitend recht van toepassing. Het gebruik wordt verleend aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon.
d.
asbus: een bus ter berging van de as van een overledene.
e.
begraafplaats: “de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray”;
f.
beheerder: degene(n) die door het bevoegde bestuursorgaan is/zijn aangewezen en is/ zijn belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaats waaronder degene die hem vervangt.
g.
bevoegd bestuursorgaan dagelijks beheer en toezicht op het begraven en de begraafplaats: ‘het college’ op grond van artikel 160, onder a. van de Gemeentewet.
h.
bloemenzuil: een apart aan te vragen zuilvormig element, voor een natuurlijk persoon of rechtspersoon, verbonden aan het uitsluitende recht dat is verleend voor een urnenzuil, om daarin bloemen te plaatsen.
i.
j.
columbarium: een urnenverzamelplaats waar asbussen en urnen worden geplaatst in: a.
de daarvoor bedoeld bestemde stenen of granieten urnen-/bloemenzuilen of;
b.
de daarvoor bestemd verzamelplaats voor urnenkelder(s).
gebruik: uitsluitend het gebruik / de gebruikers van het algemene strooiveld en/of een algemene gedenkplaats, maar ook de gebruikers van de algemene begraafplaats in zijn algemeenheid, waaronder bezoekers, personeel incl. de beheerder, begrafenispersoneel en anderen.
k.
gedenk-/grafteken: liggend of staand nagelvast verbonden voorwerp van, onder “u’ van dit artikel genoemd, materaal voor het aanbrengen van opschriften, inscripties en/of figuren op een graf, eigen strooiveld, urnenzuil, waarvan uitgesloten een urnenkelder.
l.
graf/graven:
het
graf
inclusief
grafbedekking,
alsmede
een
verzamelnaam
voor
volwassenen- en kindergraven, persoonlijk strooiveld, urnenzuil en of urnenkelder niet zijnde een algemeen graf en het algemeen strooiveld. m. grafakte: de overeenkomst zoals bedoeld in art. 6:213 BW waarin overeenkomstig de regels van dit beleid door of namens het college een uitsluitend huurrecht, onder de algemene voorwaarden (deel uitmakende van de grafakte), wordt verleend. n.
grafbedekking: gedenk-/graftekens, zerken en grafbeplanting, kiezel, omrandingen en alle andere (losse) voorwerpen en materialen die direct of indirect zijn verbonden of direct of indirect steun vinden op en binnen de afmetingen van het oppervlak van een graf, eigen strooiveld, of urnenzuil, waarvan uitgesloten een urnenkelder.
3
o.
grafbeplanting: alle (vaste- en winterharde) beplanting aangebracht op een graf, een eigen strooiveld of urnenzuil, waarvan uitgesloten een urnenkelder.
p.
houder gemeentelijke begraafplaats: ‘het college’ van de gemeente Venray.
q.
huurrecht: het uitsluitende en exclusieve aan één rechthebbende (op naam) toegekende en met deze rechthebbende overeengekomen en daardoor gevestigde huurrecht op het begraven en begraven houden, voor het doen bijzetten en bijgezet te houden, dan wel om het doen verstrooien van as, van overledene(n) in een geregistreerd graf op de gemeentelijke begraafplaats, neergelegd in een daarvoor bedoelde grafakte.
r.
kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend, om daarin voor een bepaalde tijd de stoffelijke resten van een kind te begraven.
s.
lijkbezorging: het bezorgen van een stoffelijk overschot aan een graf.
t.
los voorwerp: een niet nagelvast aan, op of met het grafoppervlak of grafbedekking verbonden voorwerp ter decoratie en/of ter nagedachtenis van een overledene(n) op een graf, een eigen strooiveld, waarvan uitgesloten een urnenzuil of urnenkelder.
u.
materiaal: vaste, niet buigzame materialen, natuursteen, glas, hout, keramiek, kunstof of een metaal, welke van nature of middels daartoe speciale behandeling qua constructie weerbestendig zijn, niet breukgevoelig zijn en welke bestaan uit één geheel en waarvan praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is.
v.
ossuarium: een daartoe bestemd afgesloten gedeelte van de begraafplaats waar de bij de ruiming aanwezige stoffelijke resten worden herbegraven en/of de as wordt verstrooid.
w. overboeking: de overboeking van het huurrecht naar een derde/rechtsopvolger (partner, bloed- of aanverwant tot en met de derde graad op verzoek van de rechthebbende. x.
persoonlijke
gedenkplaats:
een
graf
inbegrepen
een
urnenkelder,
urnenzuil
of
persoonlijke strooiveld, ingericht voor het nemen van afscheid en ter nagedachtenis van één of meerdere overledenen. y.
persoonlijk strooiveld: een ingerichte persoonlijke plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend, om daarop voor een bepaalde tijd, de as van (een) overledene(n) te verstrooien.
z.
rechthebbende: de houder, inhoudende een natuurlijk persoon of een rechtspersoon, van een uitsluitend
en exclusief huurrecht op een graf, een eigen strooiveld, urnenzuil of
urnenkelder welke uitsluitend bij grafakte dit huurrecht heeft verkregen om een bepaalde periode lijken in een graf te doen begraven of begraven te houden, te doen bijzetten en bijgezet te houden of het doen verstrooien van as. aa. ruimen: het op last van het college of, voor zover van toepassing met toestemming van rechthebbende, met inachtneming van het wettelijk bepaalde, al of niet gefaseerd, verwijderen van de grafbedekking, het uitgraven van de overblijfselen van lijken en eventuele resten van kisten en omhulsels en tevens het herbegraven van deze overblijfselen op het ossuarium. bb. tarief: tarief verbonden aan het huurrecht dat wordt geheven voor het genot van de verstrekte diensten als ook voor het voorzien in het onderhoud van gemeentewege als bedoeld in artikel 229 van de Gemeentewet. cc. urn: een voorwerp ter berging van de as of één of meerdere asbussen.
4
dd. urnenkelder: een asbusbewaarplaats in de grond waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend, om daarin voor een bepaalde tijd, het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn. ee. urnenzuil: een zuilvormig element ter berging van asbussen of urnen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen (met) of (zonder) urn. ff. voor directe begraving uitgegeven: het op aanvraag graven van een graf. gg. volwassenen graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend, om daarin voor een bepaalde tijd de stoffelijke resten van (een) volwassene(n) te begraven. hh. Wet: de Wet op de lijkbezorging (Wlb.) Artikel 2. Beheer begraafplaats 1. Het college is belast met het dagelijkse beheer en toezicht op de begraafplaats en wijst een beheerder aan. Deze daartoe aangewezen persoon/personen, zijn belast met: a.
Het voeren van de volledige administratie;
b.
de dagelijkse leiding van de begraafplaats;
c.
de uitgifte van een graf of gedenkplaats;
d.
de bestemming van as op het columbarium, een eigen urnenkelder of eigen strooiveld;
e.
het algemeen onderhoud van de voorzieningen op, alsmede het dagelijkse beheer van, de begraafplaats;
f.
het delven, openen en sluiten, alsmede het ruimen van graven.
g.
Het algemeen toezicht op de begraafplaats.
Artikel 2.A. Administratie begraafplaats 1. De administratie als bedoeld in artikel 2 onder a. omvat ook het register als bedoeld in artikel 27 lid 1 van de Wlb. 2. Dit register bevat tenminste; a.
de namen en actuele adressen van deze rechthebbenden.
b.
de naam, geboortedatum en datum van overlijden van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van begraving of bijzetting.
3. Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde huurrechten, een uittreksel ten aanzien van het graf verkrijgen.
Bepalingen met betrekking tot rust en orde Artikel 3. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats 1. De begraafplaats is kosteloos voor een ieder toegankelijk vanaf 7.30 uur tot een half uur na zonsondergang. De vroegste sluitingstijd is 17.30 uur. 2. Ter afhandeling van de orde en de rust op de begraafplaats kan de hoofdingang tijdelijk, na aanbrengen van een aankondiging bij de hoofdingang, worden gesloten.
5
3. In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers, na aanbrengen van een aankondiging bij de hoofdingang, de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats tijdelijk, door de beheerder, worden ontzegd. 4. Buiten de openstelling kan men zich uitsluitend op de begraafplaats bevinden voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. 5. De beheerder ziet er op toe, dat bezoekers beneden de leeftijd van 16 jaar in de begeleiding van iemand die ouder is dan 16 wordt voorzien. 6. De
beheerder
kan
(orde-)aanwijzingen
geven
aan:
bezoekers,
personeel
van
uitvaartondernemingen, personen die aanwezig zijn bij herdenkingen, plechtigheden en onthullingen alsmede aan personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, in het belang van de orde, rust en netheid. 7. Uit eerbied en ter nagedachtenis van de overledene(n) wordt door de in lid 6 genoemde personen niet op de graven gelopen of met motorvoertuigen gereden. 8. De beheerder kan degene(n) die zich niet aan de in leden 4, 5 en 6 bedoelde aanwijzingen houden, op eerste aanzegging, sommeren zich van de begraafplaats te verwijderen. 9. Fietsen mag slechts op de daartoe aangelegde verharde paden. 10. Op de begraafplaats worden geen motorvoertuigen toegelaten, met uitzondering van; a.
invalidenwagens;
b.
voertuigen ter gelegenheid van een begrafenis;
c.
voertuigen voor het vervoeren van materialen of voor het verrichten van onderhoud en werkzaamheden op de begraafplaats.
11. Motorvoertuigen als bedoeld in lid 10, rijden niet harder dan 10 km per uur. 12. In bijzondere omstandigheden kan het college, na hiervan tijdig kennis te hebben genomen, afwijken van het hiervoorgaande lid 10. Artikel 4. Aula begraafplaats 1. De aula is beschikbaar als gedenkplaats voor samenkomst en/of afscheid voor deelnemers aan een lijkbezorging. 2. Het gebruik van de aula moet minimaal 2 dagen voor het gewenste gebruik schriftelijk worden aangevraagd bij de beheerder. Artikel 5. Aanvullende regels ten behoeve van de tijden van begraven en asbezorging. 1. Voor de tijdstippen waarop begraven, bijzetten of bezorgen is toegestaan wordt enkel verwezen naar het bepaalde in artikel 5.6.3 van Hoofdstuk 5 van de Algemene plaatselijke verordening vastgesteld 20 december 2005. 2. Het vervoeren van een lijk van en naar de begraafplaats wordt gelijkgesteld aan de tijdstippen van begraven zoals bepaald in het artikel genoemd in lid 1. 3. Op zondagen en op algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden géén begravingen, bijzettingen of bezorgingen van as plaats. 4. Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld. 5. Voor het begraven op andere tijden dan genoemd in art 5.6.4. van afdeling 6 van de Algemene plaatselijke verordening, als ook op een zaterdag na 14.00 uur, wordt het huurrecht verhoogd met 100% (conform de geldende legesverordening Lijkbezorgingsrechten 2006).
6
6. In bijzondere omstandigheden kan het college, na hiervan tijdig kennis te hebben genomen, afwijken van lid 1 en 3. Artikel 6. Herdenkingen en Plechtigheden 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats worden uiterlijk vijf dagen van tevoren schriftelijk aangevraagd bij de beheerder, onder opgave van datum, tijdstip en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. 2. Bij vermoeden van verstoring van orde, rust en netheid doet de beheerder daarvan directe mededeling aan het college. 3. Het college kan een aangevraagde plechtigheid weigeren in het belang van de orde, rust en netheid.
Indeling en administratie van de begraafplaats. Artikel 7. Indeling begraafplaats 1. Het college draagt zorg voor een gewaarmerkte plattegrondtekening, nabij de hoofdingang van de begraafplaats, waarop de indeling middels onderscheidenlijke vakken en grafnummering staat aangegeven. Artikel 8. Uitgifte graven. 1. Op de begraafplaats worden uitsluitend uitgegeven: een eigen volwassen graf, een eigen kindergraf, een eigen urnenkelder, een eigen urnenzuil, een eigen (persoonlijk) strooiveld. 2. Graven worden in volgorde van ligging “voor directe begraving” en aansluitend op de reeds uitgegeven graven, uitgegeven. 3. Het college kan afwijken van de indeling van de begraafplaats voor wat betreft de organisatie, onderscheid en benutting van de vakkenbestemming van de afzonderlijke grafvelden. Artikel 9. Aanduiding vakken met bestemming daartoe behorende graven 1. In vakken A, B, C, D, E, I, J, L en M. (volwassen graven ≥ 12 jaar) worden graven alleen uitgegeven voor het begraven van overleden personen van 12 jaar of ouder. 2. In vak KA (kindergraven < 2 jaar/levenloos) worden alleen graven uitgegeven voor het begraven van levenloos geboren kinderen of van overleden kinderen van 0 tot 2 jaar of de bestemming van de as van kinderen in deze leeftijd. 3. In vak KB (kindergraven ≥ 2 jaar) worden alleen graven uitgegeven voor het begraven van overleden kinderen van 2 tot 12 jaar of de bestemming van de as van kinderen van deze leeftijd. 4. vak F is gereserveerd voor het begraven van lijken van mensen met een Islamitische geloofsovertuiging. 5. In vak GK (urnenkelders) worden alleen asbussen of urnen bijgezet/begraven. 6. In vak G (columbarium) worden urnenzuilen uitgegeven voor het bijzetten van urnen en/of asbussen. 7. Vak S (asverstrooiingsplaats) is aangewezen als algemeen strooiveld voor het verstrooien van as van overledenen.
7
8. Vak PS (persoonlijk strooiveld) is aangewezen voor persoonlijke strooivelden voor het verstrooien van as van overledenen. 9. Voor bepalingen met betrekking tot vak O wordt verwezen naar artikel 15. 10. In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van het bepaalde in lid 1 t/m 8. Artikel 10. Aantal lijken en asbussen per graf. 1. In de vakken A, B, C, D, E, I, J, L en M (volwassen graven ≥ 12 jaar), mogen in één graf de lijken of asbussen worden begraven of begraven gehouden van maximaal twee overleden personen. 2. In vak KA (kindergraven < 2 jaar/levenloos) mag in één graf maximaal één lijk of asbussen van één lijk worden begraven of begraven gehouden van overleden kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar. 3. In vak KB (kindergraven ≥ 2 jaar) mag in één graf maximaal één lijk of asbussen van één lijk worden begraven of begraven gehouden van overleden kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar. 4. In vak F (islamitisch gedeelte) mag in één graf maximaal één lijk worden begraven of begraven gehouden van overleden personen met een Islamitische geloofsovertuiging. 5. In vak F (islamitisch gedeelte) mag in één graf maximaal één lijk van een overleden en/of levenloos geboren (Islamitisch) kind in de leeftijd tot en met 12 jaar worden begraven. 6. In vak GK (urnenkelders) mogen in één urnenkelder asbussen met of zonder urnen worden bijgezet/begraven gehouden van maximaal 2 overleden personen. 7. In vak G (columbarium) worden urnenzuilen uitgegeven voor het bijzetten en bijgezet houden van urnen en/of asbussen van maximaal 2 overleden personen per zuil. 8. In vak PS (persoonlijk strooiveld) mag op een graf de as van maximaal 2 overleden personen worden verstrooid. 9. In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van het bepaalde in lid 1 t/m 8. Artikel 11. Algemene bepaling omtrent de wijze van begraven en verstrooien. Het begraven, verstrooien, bijzetten gebeurt binnen de afmetingen van het grafoppervlak of persoonlijk strooiveld.
Bepalingen omtrent de aankleding van een graf. Artikel 12. Reclame op graven en de begraafplaats. Op de grafbedekking van de graven en op de begraafplaats is het aanbrengen of houden van reclame, in welke vorm dan ook, niet toegestaan. Artikel 13. De afmetingen van het graf / grafoppervlak; 1.
voor volwassenengraf (>12 jaar) bedraagt 1.25 m x 2.25 m.
2.
voor een kindergraf (< 2 jaar/levenloos) bedraagt 0.70 m x 1.00 m.
3.
voor een kindergraf (> 2 jaar/12 jaar) bedraagt 1.10 m x 1.70 m.
4.
voor een urnenkelders bedraagt 0.80 m x 0.80 m.
5.
voor Islamitische volwassenen in een Islamitisch graf bedraagt 1.25 m x 2.25 m.
6.
voor Islamitisch kind (0 tot 12 jaar) in een Islamitisch kindergraf bedraagt 0.70 m x 1.00 m.
7.
voor een persoonlijk strooiveld bedraagt 1.00 m x 0,60 m.
8
Artikel 14. Diepte van de graven. 1.
Alle graven, met uitzondering van de kindergraven, worden (dubbel-)diep gegraven.
2.
De diepte van een;
3.
a.
dubbeldiep graf bedraagt, 1.90 m.
b.
enkeldiep graf bedraagt, 1.20 m.
In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van het bepaalde in lid 1.
Artikel 15. Afzonderlijke bepalingen voor Vak O en het Islamitisch gedeelte in Vak F. 1.
In vak O-1,2,3 worden, in afwachting van een nader onderzoek naar de status en voortzetting van dit vak, géén gedenk- of graftekens vernieuwd, verwijderd of geplaatst, tenzij sprake is van noodzakelijk onderhoud, beschadiging of verzakking zoals bedoeld in artikelen 28 en 29.
2.
In vak O-1,2,3 worden, in afwachting van een nader onderzoek naar de status en voortzetting van dit vak, géén nieuwe graven meer uitgegeven. In dit vak vindt per graf uitsluitend nog bijzetting plaats, met dien verstande dat ook voor het bijzettingen geldt dat maximaal 2 overleden personen in één graf mogen worden begraven.
3.
Bij het begraven van overleden personen op Vak F worden, met het oog op de lopende verdiepingsstudie ten behoeve van de beleidsinvulling van dit vak, alle aanwijzingen van de beheerder opgevolgd.
4.
In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van het bepaalde in lid 1.
Bepalingen voor het aanbrengen of houden van grafbedekking op een graf. Artikel 16. Aanbrengen grafbedekking 1.
Grafbedekking aanbrengen of houden met het oog op de blijvende inrichting van een graf gebeurt uitsluitend door of namens de rechthebbende.
2.
Overige nabestaanden en (aan-)verwanten kunnen grafbedekking, met het oog op het gedenken en de rouwverwerking welke naar hun aard slechts tijdelijk op de graven wordt gehouden of aangebracht, rekeninghoudende met het bepaalde in artikel 15 en artikel 16, aanbrengen.
3.
Grafbedekking mag geen afbreuk doen aan de begraafplaats.
Artikel 17. Grafbedekking welke afbreuk doen aan de begraafplaats zijn: 1.
De grafbedekking die is geplaatst met het oog op de blijvende inrichting; a.
welke voor wat betreft de constructie ondeugdelijk is;
b.
welke voor wat betreft de toepassing van materialen, met verwijzing naar artikel 1 onder “u”, onvoldoende is;
2. Onder een ondeugdelijke constructie wordt verstaan, een situatie die het gevaar oplevert dat grafbedekking kan omvallen of inzakken. 4.
De grafbedekking voldoet in ieder geval niet als wordt afgeweken van het bepaalde in de artikelen 12, 18, 19, 20 , 21 en 22.
9
Artikel 18. Afmetingen grafbedekking. 1.
De grafbedekking dient bij alle graven in ieder geval ‘binnen’ de afmetingen van het grafoppervlak blijven.
2.
Grafbedekking in de vorm van linten, kransen, bloemstukken en daarmee gelijkgestelde voorwerpen die in verband met het afscheid naar hun aard slechts tijdelijk op de graven worden gehouden, mogen de afmetingen van het grafoppervlak gering overlappen.
Artikel 19. Afmetingen grafbeplanting. 1.
De maximaal toegestane hoogte van grafbeplanting is 1.25 m.
2.
De grafbeplanting mag de grafoppervlakte van het graf niet overschrijden.
Artikel 20. Materiaalgebruik en vormgeving gedenk- en graftekens. 1.
Voor de gedenk- en graftekens worden alleen materialen, als genoemd in artikel 1 onder “u” gebruikt.
2.
De graftekens en inscripties op gedenktekens dienen, op het moment van plaatsing of aanbrengen
hiervan,
te
passen
binnen
de
op
dat
moment
algemeen
acceptabele
maatschappelijke normen- en waardeopvattingen. 3.
In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van het bepaalde in lid 1.
Artikel 21. Toegestane afmetingen en uitvoering voor gedenk- en graftekens. 1. Voor de vakken A, B, C, D, E, F, I, J, KA, KB, L, M en O, geldt dat op een graf zowel een staand als een liggend gedenkteken kan worden geplaatst. Ook een combinatie hiervan is toegestaan. 2. Voor de graven in vakken A, B, C, D, E, F, I, J, L, M bedragen de afmetingen voor; a.
staande gedenktekens: hoogte 1.10 m boven het maaiveld en breedte 90 cm.
b.
liggende gedenktekens: lengte 80 cm en de breedte 90 cm.
3. Voor de graven in de vakken KA en KB (kindergraven < 2 jaar/levenloos) bedragen de afmetingen voor; a.
staande gedenktekens: hoogte 70 cm boven het maaiveld en breedte 60 cm.
b.
liggende gedenktekens: lengte 40 cm en breedte 60 cm.
4. Voor de graven in vak O bedragen de afmetingen voor; a.
staande gedenktekens: hoogte 1.10 m. boven het maaiveld en breedte 90 cm.
b.
liggende gedenktekens: lengte 180 cm en de breedte 90 cm.
5. Voor de graven in vak PS bedragen de afmetingen voor; a.
liggende gedenktekens; 30 cm x 30 cm.
6. Voor de urnenkelders in vak GK geldt dat deze door de beheerder worden aangelegd. De urnenkelder wordt afgesloten door de beheerder met een daarvoor bedoelde afdekplaat. Op de afdekplaat mag door rechthebbende uitsluitend een liggende gedenkplaat worden aangebracht waarvan de afmetingen bedragen: a.
van lengte 60 cm en breedte 40 cm.
7. Voor de zuilen in vak G geldt dat deze uitsluitend wordt afgesloten met een door de beheerder beschikbaar gestelde afdekplaat. 8. Voor de zuilen in vak G geldt tevens dat het niet is toegestaan andere voorwerpen aan de zuil te bevestigen.
10
9. De in lid 2, 3, 4, 5 en 6 genoemde maten voor gedenktekens betreffen maximale maataanduidingen. 10. Het is niet toegestaan op graven in de vakken GK en S randen of afscheidingen aan te brengen of te houden. 11. Het is niet toegestaan op de graven van de afzonderlijke vakken kettingen en hekwerken aan te brengen of te houden. 12. Indien randen worden aangebracht mogen ze de maximale oppervlakte maat van het liggende gedenk-/grafteken niet overschrijden. 13. Voor bepalingen met betrekking tot vak O wordt verwezen naar artikel 15. 14. In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van het bepaalde in lid 1 t/m 9. Artikel 22. Plaatsen of aanbrengen van losse voorwerpen 1. Op de graven, met uitzondering van die gelegen in het vak G en S, kunnen losse voorwerpen worden geplaatst. 2. Op de graven gelegen in het vak GK (urnenkelders) worden geen losse voorwerpen geplaatst, met uitzondering van losse bloemen en bloemstukken. 3. Onder losse voorwerpen wordt mede verstaan: potten, vazen, waaklichten, beeldjes/figuren, bloemstukken, losse bloemen en overige voorwerpen. 4. De rechthebbende ziet erop toe dat de losse voorwerpen niet van het graf geraken. 5. De losse voorwerpen mogen de hoogte, lengte en de breedte maten van het liggende en/of staande graf-/gedenkteken qua omvang, vormgeving en maatvoering niet overschrijden. Artikel 23. Tijdstip van plaatsing gedenk- en graftekens. 1.
Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen, voor tijdstip plaatsing, kenbaar te worden gemaakt aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden worden uitgevoerd.
2.
Het plaatsen van gedenktekens vindt plaats op werkdagen van maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 16.00 uur.
3.
De uitgevoerde werkzaamheden dienen ter goedkeuring te worden gemeld bij de beheerder. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken dienen alsnog te worden uitgevoerd of verholpen.
4.
Het college kan, op aangeven van de beheerder, in bijzondere gevallen afwijken van de tijden genoemd in lid 1 en lid 2 van dit artikel afwijken.
Bepalingen voor begraven of bijzetten Artikel 24. Verwijdering en herplaatsen grafbedekking door rechthebbende bij bijzetting. 1. Met uitzondering van het bijzetten van asbussen in een urnenzuil moeten, voor zover nodig, voor het bijzetten van een lijk of een asbus in een graf, door of namens de rechthebbende grafbedekkingen worden verwijderd of herplaatst. 2. Alle werkzaamheden als gevolg van de activiteiten genoemd in lid 1, zijn voor risico en voor rekening van die rechthebbende.
11
Artikel 25. Kennisgeving begraven en asbezorging. 1.
De rechthebbende die wil doen begraven, een asbus wil bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk één werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12 uur schriftelijk aan de beheerder.
2.
Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
3.
Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven of te verbranden, moet de kennisgeving door de rechthebbende zo spoedig mogelijk worden gedaan.
Artikel 26. Openen en sluiten van het graf ter begraving, bijzetting of bezorging 1.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, gebeurt uitsluitend door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.
2.
De rechthebbende kan deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk één werkdag voorafgaand aan de dag van begraven, bijzetten of verstrooien vóór 12.00 uur schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt.
3.
Nabestaande(n) kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, uitsluitend in het bijzijn of met schriftelijke machtiging van de rechthebbende.
4.
De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor toepassing van deze bepalingen niet als werkdag.
Artikel 27. Begraving 1.
De aanwijzing van de plaats van een graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikelen 8, 9 en 10, door de beheerder.
2.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikel 24, 25 en 26 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend.
Onderhoud graven en aansprakelijkheid Artikel 28. Onderhoud en kosten graven Voor alle graven geldt dat: 1.
Het onderhoud en herstel van graven en de zorg voor de grafbedekking berust bij de rechthebbende(n).
2.
Onder het
onderhoud wordt mede verstaan het verzorgen en onderhouden, herstellen of
vernieuwen van (pot-) planten, kransen en andere voorwerpen, alsmede het herstellen en leesbaar houden van letters, figuren en opschriften). 3.
De rechthebbende dient, verwelkte bloemen, verdorde of verwaarloosde gewassen (inbegrepen wintervaste gewassen) of kransen en kapotte voorwerpen, op eerste aanschrijving van de beheerder op grond van lid 5, te herstellen of te verwijderen.
12
4.
Indien binnen 3 maanden ná de dag van de aanschrijving zoals bedoeld in lid 3 geen herstel/ vernieuwing of verwijdering heeft plaatsgevonden, kan de beheerder overgaan tot verwijdering en vernietiging van grafbedekking, waarvoor geldt dat deze handelingen geen aansprakelijkheid met zich meebrengen. Daarbij wordt rekening gehouden met het bepaalde in artikel 28 lid 2 van de Wlb.
5.
Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van grafbedekking worden geacht voor rekening van de rechthebbende te komen.
6.
Alle sporen van afval, als gevolg van dit onderhoud, plaatsing en herstel van een graf dienen door degene die deze werkzaamheden uitvoert, van de begraafplaats te worden meegenomen of in de daarvoor bestemde afvalbakken te worden gedeponeerd.
7.
Het is aan de beheerder te beoordelen of rechthebbende(n) en bezoekers zich aan het in lid 1, 3 en 6, bepaalde houden.
8.
Ten aanzien van het gedeelte voor het kerkgenootschap als bedoeld in de Wlb. kan het college afwijken van het bepaalde in de artikelen 10, 16, 18, 21 en 28.
Artikel 29. Van aansprakelijkheid vrijgestelde gevolgen, oorzaken en handelingen. 1. Schade als gevolg van geplaatste elementen zoals bedoeld in artikel 17 lid 1, komen voor rekening en risico van de rechthebbende, of indien van toepassing, de rechtsopvolger. 2. Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het onderhouden weghalen en terugplaatsen van monumenten en andere grafbedekking ten behoeve van begraving, bijzetting of opgraving, alsmede gevolgschade door derden worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende, of indien van toepassing, de rechtsopvolger te komen. 3. De aanwezige grafbedekking wordt vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk verwijderd, herplaatst en bij schade herstelt, indien dit voor begraving of bijzetting op een in de nabijheid gelegen graf om een of andere reden nodig mocht zijn. 4. Voor handelingen die betrekking hebben op onderhoud van een graf, zie artikel 28 lid 4. 5. Voor handelingen als gevolg van het vervallen van de huurrechten, zie artikel 38 lid 7. 6. Voor handelingen die betrekking hebben op het verwijderen van losse voorwerpen, zie artikel 42.
Tarieven en termijnen Artikel 30. Tarieven voor het huurrecht op een graf. Voor de toegepaste tarieven behorende bij het huurrecht op een graf, wordt verwezen naar de “verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Venray”. Artikel 31. Termijnen van huurrecht op een graf. 1
Het college gaat, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de periode van 20 jaren het uitsluitende huurrecht op een graf aan.
2
Voor bepalingen omtrent verlenging van het huurrecht wordt verwezen naar artikel 28 lid 1 e.v. van de Wet op de lijkbezorging.
13
3
a. Begraving of bijzetting in een graf waaraan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn voor het huurrecht ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. b.
De verlenging kan alleen worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden door één van de in artikel 37, lid 1, 2 en 3 bedoelde personen.
c.
De onder lid 3. sub a. van dit artikel bedoelde periode wordt naar boven toe afgerond op hele jaren.
4
Het in lid 1 van bedoelde uitsluitende huurrecht wordt door het college en de rechthebbende schriftelijk overeengekomen in een daarvoor bedoelde grafakte.
5
De rechthebbende is huurrechten verschuldigd, door betaling van dit huurrecht verbindt zowel de rechthebbende als ook het college zich definitief aan het overeengekomen huurrecht voor een graf neergelegd in de daarvoor bedoelde grafakte.
6
De termijn van het huurrecht gaat, na betaling van het huurrecht, in op de dag dat het stoffelijk overschot ter aarde wordt besteld.
7
Een recht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 37, lid 1, 2, en 3.
8
Een uitsluitend recht op een graf geeft één rechthebbende, of voor een persoon genoemd in artikel 37 lid 1, 2 en 3 de zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de algemene voorwaarden behorende bij de grafakte zoals deze verwijzen naar de beperkingen van deze regels.
Artikel 32. Termijnen algemene graf. 1. De gemeente heeft voor een periode van 10 jaar algemene graven in ‘eigen gebruik’ voor de situatie dat geen aanwijsbare of traceerbare nabestaande kunnen worden aangewezen of worden gevonden die het huurrecht voor een graf zouden kunnen / willen aangaan.
2. De termijn gaat in op de dag dat het stoffelijk overschot ter aarde wordt besteld. Artikel 33. Te overleggen documenten. Indien de begraving of bezorging van as in een bestaand graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd. De machtiging moet in ieder geval zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
Huurrecht op een graf De vestiging van het bedoelde huurrecht omvat het uitsluitende recht tot het houden van een stoffelijk overschot in een door de gemeente beschikbaar gesteld graf, waarvoor voor een bepaalde termijn huur is betaald. Dit maakt de rechtsverhouding duidelijk, namelijk dat een graf na verloop van tijd ook verhuurd kan worden aan andere rechthebbenden en dat het huurrecht op een graf niet voor onbepaalde tijd wordt gevestigd.
14
Artikel 34 Huurrecht op een graf. 1. Indien nog niet gevestigd, heeft één ieder de mogelijkheid tot het aangaan van een huurrecht op een graf. 2. Indien gevestigd, komt het huurrecht uitsluitend een rechthebbende toe. 3. Een nabestaande is tevens een rechthebbende als deze beschikt over een grafakte op zijn/haar naam, en als het huurrecht voor het graf is betaald. 4. Het huurrecht en, indien van toepassing, de daaraan verbonden algemene voorwaarden, worden definitief aanvaard op het moment dat huurtarief wordt voldaan. 5. De rechthebbende dient te zijn geregistreerd in het register van de daartoe bedoelde begraafplaatsadministratie. 6. De grafakte specificeert tenminste de NAW-gegevens van de rechthebbende, de specificatie van het graf waarin is begraven of bijgezet, de naam en geboortedatum van de overledene(n), de exacte looptijd alsmede de vakaanduiding waarvoor het huurrecht is verkregen. 7. Het huurrecht wordt niet toegekend voor een verzoek om een algemeen graf of het gebruik van het algemeen strooiveld. De gemeente heeft algemene graven nodig om, op eigen kosten, in het begraven te kunnen voorzien, omdat er situaties kunnen bestaan dat nabestaanden niet aanwijsbaar of niet traceerbaar zijn en daardoor het huurrecht van een graf niet kunnen of willen aangaan. 8. Het college kan, uitsluitend voor een algemeen graf, in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in lid 5. Artikel 35. Afstand doen van het huurrecht. 1. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige restitutie van het tarief bij het huurrecht, kan een rechthebbende schriftelijk afstand doen van het huurrecht ten behoeve van de gemeente. Van het ontvangst van een zodanige verklaring doet het college zo spoedig mogelijk een schriftelijke mededeling aan de rechthebbende. 2. Alle rechten die een rechthebbende middels het huurrecht toekomen vervallen op de dag dat gemeente per post de schriftelijke afstandsverklaring heeft ontvangen. Artikel 36. Overschrijven van huurrecht. 1. Een huurrecht van een graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het huurrecht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. 3. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de in lid 1 en 2 genoemde personen, is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Dit is ter beoordeling van het college. 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in lid 2 gestelde termijn, kan het college het huurrecht vervallen verklaren.
15
5. Na het verstrijken de in lid 2 genoemde termijn kan het college het huurrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels geruimd is. 6. Elke overdracht/overschrijving wordt door de beheerder in de begraafplaatsadministratie verwerkt. Artikel 37. Overgangsregeling huurrecht. 1. Nabestaanden die een aantoonbaar huurrecht hebben verkregen vóór publicatie van dit beleid worden geacht te voldoen aan artikel 34 lid 2. 2. Een nabestaande is tevens een rechthebbende van een aantoonbaar uitsluitend huurrecht als deze, op het moment van de inwerkingtreding van dit beleid, is opgenomen in de daarvoor bedoelde register van de begraafplaatsadministratie. 3. Een rechthebbende als bedoeld in lid 2 kan uitsluitend rechten ontlenen aan hetgeen op het moment van de inwerkingtreding van dit beleid in het register van de begraafplaatsadministratie was opgenomen. 4. Nabestaanden die menen te voldoen aan artikel 34 lid 2 maar niet voldoen aan artikel 34 lid 3, en lid 2 van dit artikel, dienen uit eigener beweging, met eigen bewijs aantoonbaar te maken dat zij als rechthebbende moeten worden aangemerkt. 5. Een rechthebbende die een door hem/haar aantoonbaar huurrecht bezit of (door overdracht) heeft verkregen en (nog) niet is opgenomen in de begraafplaatsadministratie dient zich zo spoedig mogelijk in contact te stellen met de beheerder. 6. Voordat de rechthebbende, in een situatie als bedoeld in lid 4, aanspraak kan maken op een graf waarvoor voorheen nog geen rechthebbende of rechtsopvolger in de daartoe bedoelde begraafplaatsadministratie was geregistreerd, wordt middels een publicatie in een daartoe bestemde kranten de naam van de rechtsclaimer alsmede het betreffende vak met de namen van de in het graf bevindende overledene(n) bekend gemaakt. Artikel 38. Vervallen huurrecht. 1. De huurrechten voor een graf komen te vervallen: a.
Door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;
b.
Indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht;
c.
Indien op verzoek van rechthebbende, door opgraving binnen de aangegane huurtermijn, een leeg graf achterblijft;
d.
Indien de begraafplaats wordt opgeheven.
2. Het college kan de huurrechten vervallen verklaren: a.
Indien de betaling van de huurrechten ten behoeve van de vestiging of verlenging van het huurrecht –ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn geschiedt;
b.
Indien de rechthebbende van een eigen graf is overleden en het huurrecht niet binnen de in artikel 36 lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.
c.
Indien rechthebbende door doen of nalaten in afwijking met het bepaalde in deze regeling, ondanks het bepaalde in artikel 45 , de afwijking laat voortduren.
3. In de gevallen als bedoeld in lid 1, onderdelen b en c en het genoemde in lid 2 vindt géén restitutie plaats van (een deel van) de betaalde rechten.
16
4. De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking kan tot het vervallen van het huurrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. 5. Indien geen rechthebbende bekend, dan wordt op het moment van het vervallen huurrecht, een bordje op het gedenkteken bevestigd met het verzoek contact te leggen met de beheerder. De plaatsing van het bordje gebeurt uiterlijk op 1 augustus en duurt tot uiterlijk 31 december van datzelfde jaar. Dit gebeurt niet als het adres van de rechthebbende bekend is. In dat geval stelt de beheerder uiterlijk één maand vóór het genoemde tijdstip van vervallen schriftelijk kennis van het voornemen tot vervallen (verklaren). 6. Blijft reactie op de schriftelijke kennisgeving, zoals bedoeld in lid 5 uit, dan geschiedt door de beheerder een publicatie op het informatiebord van de gemeentelijke begraafplaats, uiterlijk op 1 augustus tot 31 december van datzelfde jaar. 7. Na het vervallen van het huurrecht kunnen rechthebbenden geen aanspraken doen gelden. Het op het graf aanwezige grafbedekking zal na het vervallen van het huurrecht op een graf door de
beheerder
worden
verwijderd
zonder
dat
aanspraak
kan
worden
gedaan
op
schadevergoeding. Artikel 39. Algemene voorwaarden aan het huurrecht voor een graf 1. Het college kan “algemene voorwaarden aan het huurrecht voor een graf” van toepassing verklaren en verbinden aan dit reglement. 2. Indien
vastgesteld
en
van
toepassing
verklaart,
maken
deze
algemene
voorwaarden
onlosmakelijk onderdeel uit van de grafakte waarbij het huurrecht met de rechthebbende is bepaald.
De
voorwaarden
worden
tezamen
met
de
grafakte
aan
de
rechthebbende
meegeleverd. 3. Het college kan de “algemene voorwaarden aan het huurrecht voor een graf” wijzigen.
Ruimen van graven Artikel 40. Ruiming graf 1. Graven worden zoveel mogelijk ineens geruimd, het bepaalde zoals genoemd in artikel 31 van de Wet op de Lijkbezorging worden daarbij in acht genomen. 2. De graven welke sinds langere tijd in aanmerking komen voor ruiming, en waarvan op grond van de gevoerde administratie zekerheid kan worden verkregen omtrent de rechthebbende, het huurrecht en huurtermijn, worden, met inachtneming van de wettelijke termijnen, als eerste geruimd. 3. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degene die met deze werkzaamheden zijn belast. 4. Met het oog op de ruimingen kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel, beperkte proefruimingen plaatsvinden. 5. Bij de feitelijke uitvoering van het opgraven en ruimen wordt door de beheerder aan het bepaalde in artikel 3 lid 3 gevolg gegeven. 6. In bijzondere omstandigheden kan het college van het eerste lid 1, 2 en 3 afwijken.
17
Artikel 41. Procedure ruiming graf en bezorging overblijfselen en as. 1. Het voornemen van het college om een graf, een algemeen graf inbegrepen, te ruimen wordt tenminste 1 jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming, middels een bordje op het te ruimen object, evenals publicatie op het informatiebord, en als mogelijk, tevens schriftelijk aan de rechthebbende, bekend gemaakt. 2. Als het adres van de rechthebbende niet bekend is, dan wordt het voornemen tot ruiming bovendien geplaatst in een advertentie in het weekblad Peel en Maas en verder aangekondigd via het mededelingenbord bij de toegang van de begraafplaats. 3. In ieder geval wordt 6 maanden voorafgaande aan het tijdstip van ruimen het voornemen tot ruiming geplaatst in een advertentie in het weekblad Peel en Maas. 4. De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en verstrooid in het ossuarium en op de algemene asverstrooiingsplaats van de gemeentelijke begraafplaats. Daarbij wordt met het bepaalde in de artikelen 31 lid 3 en artikelen 62, 63 en 66 van de Wlb rekening gehouden. 5. Rechthebbende welke hebben kennis genomen van het bepaalde in lid 1, 2 en 3 kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders of de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien. 6. Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 4 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale huurrechttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag. 7. De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 2, 3, 4 en 5 komen voor rekening van de rechthebbende van het graf. Artikel 42. Bestemming losse voorwerpen na ruiming. Indien losse voorwerpen door rechthebbende niet vóór de dag van de daadwerkelijke ruiming worden verwijderd, vervalt het recht op deze voorwerpen aan de houder van de gemeentelijke begraafplaats en zal de beheerder deze losse voorwerpen op het moment van ruiming verwijderen zonder dat aanspraak kan worden gedaan op enige (schade-) vergoeding.
Maatschappelijke betrokkenheid begraven, begraafplaats Boschhuizen.
Artikel 43. Vrijwillig klankbord gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen. 1.
Het college kan een klankbord instellen voor de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen.
2.
Los van het tijdstip van instelling behoudt het klankbord haar taak tenminste tot 1 januari 2008.
3.
Het klankbord draagt de naam: “vrijwillig klankbord gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen”.
4.
Uitgangspunten voor het instellen van het klankbord zijn: continuïteit, betrokkenheid, evaluatie beleid en behouden maatschappelijke voeling, betrokkenheid en praktijkgerichte ervaring.
5.
Het klankbord vergadert tenminste 1 keer per kwartaal met de gemandateerde ambtelijke dienst op vooraf bepaalde tijdstippen.
6.
Op de agenda van het overleg zijn uitsluitend de volgende punten onderwerp van aandacht: a.
18
Ontwikkelingen in de maatschappij met betrekking tot het begraven in het algemeen;
b.
Maatschappelijke issues met betrekking tot begraven en begraafplaats;
c.
Vragen en onduidelijkheden welke voortvloeiend uit de aanpak uit het verleden die opheldering behoeven (voorzover de bezetting, ten tijde van de inwerkingtreding van dit beleid nog aanwezig is);
d. 7.
Klankborden met betrekking tot beleidsvorming .
Aanvulling van punten door het klankbord is mogelijk als deze vallen binnen de strekking van de a en b van lid 6.
8.
Van het overleg worden notulen gemaakt. De notulen kunnen ontwikkelingen bevestigen/en onderbouwen die nopen tot evt. beleidsaanpassing/vorming.
Toezicht op de gemeentelijke begraafplaats Artikel 44. Rechtsverhouding beleidsregels jegens rechthebbenden en gebruikers Het college, verplicht in beginsel zichzelf aan de hiervoor genoemde beleidsregels voor wat betreft de uitvoering van het dagelijkse beheer en toezicht op het begraven en de algemene begraafplaats Boschhuizen, echter, ziet met het oog op het te dienen algemeen belang (het doelmatig en rechtmatig beheer) op de juiste naleving en uitvoering hiervan, zodat consistent en rechtzeker jegens de rechthebbende alsmede tussen rechthebbenden onderling, wordt gehandeld. Deze regels hebben in dat opzicht ook een externe werking. Artikel 45. Rechthebbenden voldoen aan de beleidsregels tenzij1. 1. Rechthebbende(n) en gebruiker(s) voldoen in beginsel aan de in deze beleidsregels vervatte normen. 2. Rechthebbende(n) en gebruiker(s) die doen of nalaten in afwijking van het bepaalde zoals neergelegd in dit reglement, bewegen zich ‘buiten’ de gestelde normen van dit beleid. 3. Van het bewegen “buiten” de gestelde normen van beleid is eveneens sprake als een rechthebbende afwijkt van hetgeen in de ‘algemene voorwaarden voor het huurrecht op een graf’, echter uitsluitend als de rechthebbende van de voorwaarden bij de grafakte kennis heeft kunnen nemen en, deze algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaart op dit reglement. 4. Afwijking wordt, na constatering, bekend gemaakt aan de rechthebbende middels een aangetekende brief, waarbij tevens een termijn van 4 weken wordt gesteld waarbinnen de rechthebbende de mogelijkheid heeft de afwijking ongedaan te maken. 5. De beheerder treedt, zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen de termijn zoals genoemd in lid 4, in overleg met de rechthebbende over de betreffende afwijking en beziet of er bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die ertoe nopen dat een voorstel tot afwijking van beleid (art 4:84 AWB) aan het college wordt voorgelegd. 6.
Doen zich géén bijzondere omstandigheden voor die afwijking van dit beleid rechtvaardigen of daartoe noodzaken, dan stelt het college zich op het standpunt dat de afwijkingen van de bij deze beleidsregels vervatte normen en, indien van toepassing, bij de grafakte behorende algemene voorwaarden in beginsel door
overleg en middeling
met rechthebbende wordt
opgeheven. 7.
Rekeninghoudende met het bepaalde in lid 5 en 6, wordt ná het verstrijken van de termijn, en bij het aanhouden van de afwijking, de rechthebbende middels aangetekende brief op de
19
hoogte gesteld wanneer welke maatregelen zullen worden aangewend om te komen tot beëindiging van de afwijking. 8.
Voor de ‘overtredingen’ (met betrekking tot rust, orde en netheid) welke niet vervat in dit artikel, wordt gevolg gegeven aan het stappenplan zoals gegeven in de procedure “uitvoering geven aan toezicht” opgenomen onder procedures en werkwijzen neergelegd in bijlage 1.
9.
Indien de rechthebbende bij grafakte heeft kennisgenomen van de algemene voorwaarden en deze daardoor voor rechthebbende opgeldt doen, dan wordt het afwijken zoals genoemd in lid 1 t/m 7 van dit artikel gelijkgesteld met verzuim, op grond waarvan tot nakoming gevorderd kan worden.
10. Het college kan, op grond van de het bepaalde in de ‘algemene voorwaarden aan het huurrechten voor een graf’, vorderen tot nakoming. De voorbereiding van de vordering geschiedt middels de wijze en volgorde zoals genoemd in lid 1 t/m 7 van dit artikel. 1 De procedure is ook vervat in stappenplan zoals neergelegd in bijlage 1 procedures en werkwijzen -> “uitvoering geven aan toezicht”.
Klachten Artikel 46 Klachten 1. Ingezetenen van de gemeente Venray en personen die in deze gemeente een belang kunnen hebben omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende het dagelijks beheer op het begraven en de begraafplaats kunnen een schriftelijke melding bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray indienen. 2. Bij de behandeling een klacht of melding wordt, onder voorbehoud van de aard van de klacht of aangesloten bij de geldende nota: ‘interne regeling klachten en meldingen gemeente Venray’.
Algemene overgangsbepalingen Artikel 47 Met uitzondering van grafbeplanting, worden alle grafbedenkingen die afwijken op het moment van de inwerkingtreding van dit beleid, geacht in overeenstemming te zijn met dit beleid.
Slotbepalingen Artikel 48 Hardheidsclausule 1. In alle gevallen waarin twijfel en verschil van mening bestaat omtrent de uitleg of interpretatie van dit reglement, beslist het college omtrent de nadere uitleg of toelichting. 2.
In
gevallen
waarin
deze
regels
niet
voorzien,
beslist
het
college,
tenzij
de
beslissingsbevoegdheid bij of krachtens wet of wettelijk voorschrift aan de raad is voorbehouden.
20
3. Dit reglement treedt in de plaats van alle voorafgaande gemeentelijke regelingen en (algemene-) richtlijnen,
welke bepalingen bevatten die betrekking hebben op het dagelijks
beheer en toezicht op de gemeentelijke begraafplaats.
Motief regeling De aan het college toekomende bestuursbevoegdheid voor het dagelijkse toezicht op het begraven en begraafplaatsen, zoals neergelegd in artikel 160 en artikel 302 Gemeentewet in samenhang met artikel 209 en 151 Gemeentewet (oud), ligt de redenering besloten, dat het college op grond van artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, toepassing kan geven om beleidregels vast stellen, die noodzakelijk zijn met het oogpunt op de ‘wijze waarop” het college specifiek invulling en uitvoering geeft aan dit dagelijks beheer en toezicht op de begraafplaats, ten dienste van het algemeen belang en rekeninghoudende met de algemeen geldende rechtsbeginselen van behoorlijk bestuur. Artikel 49. Citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als; “reglement algemene begraafplaats Boschhuizen Venray”.
21
Bevoegdheidsgrondslag regeling.
Gelet op: Het bepaalde in de Wet en het besluit op de lijkbezorging en de betreffende uitvoeringsbesluiten op grond van deze Wet; Het bepaalde in de artikelen 160 en 302 Gemeentewet in samenhang met de artikelen 209 en 151 Gemeentewet (oud) waarin de bestuursbevoegdheid voor het dagelijks beheer en toezicht op het begraven en de begraafplaats wordt opgedragen aan het college, en voor deze regelgeving wordt ontleend; Het bepaalde in de artikelen artikel 4:81 en 4:83 Algemene wet bestuursrecht waarin de bevoegdheid tot het instellen van beleidsregels wordt ontleend; gelezen het advies van de bestuurscommissie van de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen;
Besluit: het college, vast te stellen: “reglement gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray”.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in haar vergadering van d.d 31 januari 2006
Gepubliceerd op grond van 3:42, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in werking getreden op d.d. 9 februari 2006.
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venray;
De burgemeester,
22
De secretaris,
23
BIJLAGEN Bijlage 1. Procedures en werkwijzen. Bijlage 2. Formulieren. Bijlage 3. Algemene voorwaarden verbonden aan het huurrecht voor een graf.
24
25
Bijlage 1.
Procedures en werkwijzen
PROCEDUREBESCHRIJVING EN FORMULIEREN GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS BOSCHHUIZEN VENRAY. De procedure.
26
-
Procedure uitgifte graf.
-
Procedure verlenging grafhuur (initiatief beheerder).
-
Procedure verlenging grafhuur (initiatief rechthebbende).
-
Procedure ruimen graf (geen reactie rechthebbende).
-
Procedure ruimen graf (rechthebbende ziet af van verlenging).
-
Procedure ruimen graf (geen rechthebbende bekend).
-
Procedure afstand doen / sluiten van een graf.
-
Inrichting register.
-
Regeling schadevergoeding bij onjuist handelen commissie.
-
Procedure toezicht ‘uitvoering geven aan toezicht’.
PROCEDURE UITGIFTE GRAF. 1.
Aanvrager voor een graf meldt zich bij de beheerder.
2.
Afspraak naar wens aanvrager.
3.
Bevestiging via aanvraagformulier.
4.
Begraving enz.
5.
Registratie door beheerder in gravenadministratie.
6.
Opgave uitgevoerd werk door beheerder naar de secretaris.
7.
Nota gemeente naar klant.
8.
Na betaling afgifte stuurt de gemeente de grafakte met bijbehorende algemene voorwaarden en brochure op naar de rechthebbende.
9.
27
Éen exemplaar van de grafakte gaat naar de beheerder.
PROCEDURE VERLENGING HUURRECHT OP EEN GRAF. (Initiatief beheerder). 1.
Circa 1,5 jaar vóór afloop van de huurtermijn controle adres rechthebbende door de beheerder; met gebruikmaking van GBA Venray.
2.
Indien gebruik moet worden gemaakt van GBA andere gemeente dan in handen geven van gemeente (noodzakelijk i.v.m. privacybescherming, strengere regels per 1 september 2001).
3.
Bevindingen adrescontrole / controle rechthebbende in gravenadministratie verwerken (beheerder).
4.
Aanschrijving door de beheerder (de algemene voorwaarden voor een huurrecht op een graf worden meegezonden).
5.
Retournering aanvraagformulier verlenging door de rechthebbende.
6.
Bij wens rechthebbende tot verlenging: opgave kosten door de beheerder naar de gemeente.
7.
Nota met acceptgiro naar de rechthebbende.
8.
Na betaling wordt door de gemeente een exemplaar van de verlenging grafakte aan de rechthebbende toegezonden.
9.
Één exemplaar grafakte gaat naar de beheerder.
10. Bijwerken gravenadministratie door de beheerder. 11. Bij afzien van verlenging zie procedure “ruimen graf”.
28
PROCEDURE VERLENGING HUURRECHT OP EEN GRAF. (Initiatief rechthebbende). 1.
Rechthebbende meldt zich bij de beheerder.
2.
Aanvraag / afspraak verlenging.
3.
Rechthebbende op de hoogte stellen van de algemene voorwaarden voor een huurrecht op een graf.
4.
Bevestiging afspraak via ondertekening aanvraagformulier.
5.
De beheerder doet opgave van de kosten naar de gemeente.
6.
Verzending nota naar rechthebbende gebeurt door de gemeente.
7.
Na betaling wordt door de gemeente een exemplaar van de grafakte (verlenging) alsmede de algemene voorwaarden toegezonden aan de rechthebbende exemplaar van de verlenging grafakte en de algemene voorwaarden. Tevens toezending brochure.
29
8.
Één exemplaar van de grafakte (verlenging) gaat naar de naar de beheerder.
9.
Bijwerken gravenadministratie door de beheerder.
PROCEDURE RUIMEN GRAF. (Geen reactie rechthebbende). 1.
Tweede aanschrijving (niet aangetekend) van rechthebbende; 6 weken na de eerste aanschrijving.
2.
Indien reactie binnen 6 weken uitblijft dan een schriftelijke melding van het voornemen tot ruiming naar de rechthebbende.
3.
Plaatsen advertentie in Peel en Maas (gemeentepagina) van voornemen tot ruiming en oproep tot het leggen van contact.
4.
Publicatie van voornemen op publicatiebord bij ingang begraafplaats.
5.
Plaatsen geplastificeerd kaartje (20 x 15 cm) bij graf met de tekst: “Bezoeker van dit graf gelieve contact opnemen met beheerder: 06-53408827. Bedankt.”
30
6.
In de tweede maand na afloop van het recht verwijdering grafbedekking en ornamenten.
7.
Bewaren grafbedekking door de beheerder gedurende 3 maanden.
PROCEDURE RUIMEN GRAF. (rechthebbende ziet af van verlenging). 1.
Rechthebbende reageert (mondeling of schriftelijk) op voornemen tot ruiming.
2.
Beheerder stuurt brief met bevestiging ontvangst melding en geeft de verdere procedure aan.
31
3.
In de tweede maand na afloop huurtermijn verwijdering grafbedekking en ornamenten.
4.
Bewaren grafbedekking en ornamenten door de beheerder gedurende 3 maanden.
PROCEDURE RUIMEN GRAF. (geen rechthebbende bekend). 1.
Uiterlijk één jaar voorafgaande aan de einddatum van de huurperiode plaatst de beheerder een bordje (20 x 15 cm), met daarop vermeld het voornemen tot ruiming. Eventuele rechthebbende (of iemand die de rechten wil overnemen) kan zich melden bij de beheerder.
2.
Mededeling van het voornemen op het publicatiebord nabij de toegang van de begraafplaats.
3.
Zes maanden voorafgaande aan de einddatum van de huurperiode plaatsen van een advertentie m.b.t. het voornemen in weekblad Peel en Maas.
4.
Afhandelen van een eventuele reactie.
5.
In de tweede maand na afloop van het huurrecht verwijdering grafbedekking en ornamenten.
6.
32
Bewaren grafbedekking door de beheerder gedurende 3 maanden.
PROCEDURE AFSTAND DOEN / SLUITEN VAN EEN GRAF. 1.
Rechthebbende meldt bij de beheerder dat men afstand doet van een graf.
2.
De beheerder bevestigt de ontvangst van het verzoek en geeft de verdere afhandeling aan.
3.
Overgaan tot verwijdering grafbedekking en ornamenten.
4.
Bewaren grafbedekking door de beheerder gedurende 3 maanden.
5.
Bij verzoek tot sluiting een bevestiging van de ontvangst van het verzoek en nadere uitleg procedure.
6.
Na overleg met de rechthebbende aan schriftelijke bevestiging naar de rechthebbende m.b.t. de periode van sluiting.
33
INRICHTING REGISTER. De beheerder van de begraafplaats registreert minimaal de volgende gegevens: -
naam overledene
-
voornamen overledene
-
naam echtgenoot en / of partner (rechtsopvolger)
-
geboortedatum en geboorteplaats
-
laatste woonplaats
-
overlijdensdatum en overlijdensplaats
-
naam rechthebbende
-
voorletters rechthebbende
-
adres rechthebbende
-
postcode en woonplaats rechthebbende
-
geboortedatum rechthebbende
-
telefoonnummer rechthebbende
-
grafnummer (en registratienr. asbus)
-
soort graf
-
datum uitgifte
-
einddatum huurperiode
-
soort grafbedekking
-
de naam en het adres van de persoon die de bestemming van de as heeft aangegeven.
-
In voorkomend geval, de naam en het adres van de persoon aan wie de asbus ter beschikking is gesteld.
De mogelijkheden kunnen door de beheerder worden uitgebreid. De beheerder is bij het voeren van deze administratie gebonden aan de regels van de Wet Wbp (Wet bescherming persoonsgegevens). De
gravenadministratie
wordt
gevoerd
via
een
geautomatiseerd
systeem,
“VMG
Gravenadministratie”. De beheerder van het systeem zorgt voor voldoende beveiliging (backup) aan het einde van elke dag dat is gemuteerd, en onderhoud dit systeem. De gravenadministratie wordt, met uitzondering van de feitelijke facturering, volledig gevoerd door de beheerder van de begraafplaats. Hij zorgt voor het actueel houden van een exemplaar van de administratie.
34
REGELING GENOEGDOENING BIJ ONJUIST HANDELEN BEHEERDER. Het college verstrekt aan een rechthebbende een eenmalige genoegdoening tot maximaal 340,35 euro bij een eventueel onjuist handelen van de beheerder van de gemeentelijke begraafplaats. Dit onjuist handelen dient door de rechthebbenden, aantoonbaar te worden gemaakt met toepassing van schriftelijke stukken. De gemandateerde meldt bovenstaande in de eerstvolgende B&W vergadering van het college.
35
PROCEDURE TOEZICHT “Uitvoering geven aan toezicht” Voor zover het handelen niet kan worden overgelaten aan het zelfregulerend vermogen, en afwijking van het beleid, door een bijzondere situatie niet kan worden gerechtvaardigd, is het gezien de doelstelling (rust, orde, behoud en beheer ruimtelijke inrichting begraafplaats) van dit beleid gebruikelijk op de hierna volgende wijzen gevolg te geven aan het toezicht. Incidentele ordeverstoring (overtredingen) Constatering
Beheerder begraafplaats
Actie
e
Mondelinge waarschuwing
Aanspreken
e
2 overtreding
Verzoek verlaten begraafplaats
Begeleiding naar uitgang
Weigering verzoek
Direct inschakelen politie
Feitelijke verwijdering van
1 overtreding
begraafplaats Aangifte door beheerder Afwijkingen van meer structurele aard. Constatering
Beheerder begraafplaats
Actie
Constatering afwijking van de
Waarschuwen rechthebbende
Aanspreken en verzoek te
norm
handelen in overeenstemming met de norm.
Afwijking blijft voortduren
Terugkoppeling naar
Beheerder neemt contact op
ambtelijke dienst
met gemeentebestuur (gemandateerde dienst) en meldt aard en duur v/d afwijking.
Constatering
Beheerder/Ambt.dienst
Actie
Afwijking blijft voortduren
Termijn 4 weken stellen aan
Aangetekende brief versturen
(aanschrijven).
rechthebbende afwijking op te
aan rechthebbende met tevens
heffen.
verzoek in overleg te treden. (controle GBA- gegevens).
Overleg treden met
Bezien of er sprake is van een
rechthebbende
bijzondere situatie (afwijking beleid)
Afwijking, wordt niet
Beheerder nodigt
Beheerder tracht met
aangemerkt als ‘bijzondere
rechthebbende z.s.m. uit voor
rechthebbende door middeling
omstandigheid’.
een vervolggesprek.
en overleg de afwijking te beëindigen.
Afwijking, na termijn en
Bericht naar rechthebbende
Aangetekende brief versturen
overleg blijft voortduren.
dat afwijking op een nader te
aan rechthebbende.
(Beschikking tenlastelegging of
noemen moment op kosten
……
van rechthebbende zal worden opgeheven.
Afwijking duurt voort ná
Bericht naar rechthebbende.
Aangetekende brief vesturen
definitieve aanschrijving
welke maatregelen wanneer
aan rechthebbende.
(termijn verlopen).
worden aangewend.
36
37
Bijlage 2.
Formulieren
1. Aanvraagformulier voor een graf- of urnenplaats
(formulier 1)
2. Grafakte voor een graf- of urnenplaats
(formulier 2)
3. Grafakte voor verlenging rechten voor een graf- of urnenplaats
(formulier 3)
38
Formulier 1
AANVRAAG VOOR EEN GRAF- OF URNENPLAATS OP DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS “ BOSCHHUIZEN” TE VENRAY * doorhalen wat niet van toepassing is
GEGEVENS OVERLEDENE:
* man / vrouw
Naam: Voornamen: Geboren op:
Te:
Overleden op:
Te:
Laatste woonadres:
BEGRAFENIS / URNPLAATSING / ASVERSTROOIING* Datum:
VAK:
NR:
Tijdstip:
SOORT GRAF: nieuw dubbeldiep / nieuw enkeldiep / bijbegraving / kindergraf*
BIJBEGRAVING BIJ: Naam:
VAK:
NR:
Voornamen:
Geboren op:
Overleden op:
GEBRUIK AULA:
ja / nee*
AANVRAGER / RECHTHEBBENDE Naam:
Voorletters:
Adres: Postcode:
Woonplaats:
Geb. datum:
Tel. Nr.:
Relatie tot de overledene: Opmerkingen:
Nota naar:
o aanvrager
o begrafenisonderneming
De ondergetekende verklaart de uit deze aanvraag voortvloeiende heffingen en rechten te zullen betalen, en tevens het graf / urnplaats te onderhouden, volgens de op de begraafplaats geldende voorschriften.
Woonplaats………………………… datum……………… handtekening……………………
39
Formulier 2
GRAFAKTE Het college van burgemeester en wethouders van de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen in Venray verleent aan: Naam en voorletter:
…………………………. Naam rechtsopvolger……………………………
Geboortedatum:
…………………………
……………………………
Adres:
…………………………
……………………………
Postcode en woonplaats:
…………………………
……………………………
Voor de tijd van 20 jaar, te weten van (datum) tot (datum), het uitsluitend recht tot het hebben van een graf op de gemeentelijke begraafplaats Bosschhuizen in Venray onder grafnummer …….,vak…….., waarin begraven: Naam overledene:
…………………………
Geboortedatum:
…………………………
Datum overlijden:
…………………………
Het graf is geschikt voor:
……………………….
1.
(maximaal) aantal begravingen / asbussen
Zulks onder de volgende voorwaarden zoals bepaald in de aan deze akte bijgevoegde “Algemene voorwaarden aan het huurrecht voor een graf” welke onderdeel uitmaken van het overeengekomen huurrecht voor een graf, neergelegd in deze grafakte.
2.
Bovengenoemd document wordt inclusief de tarievenlijst éénmalig aan u verstrekt.
3.
Aan deze overeenkomst kan slecht rechtsgeldigheid worden ontleent door betaling van het verschuldigde huurrecht voor een graf.
4.
De tarief voor het huurrecht bedraagt …,….. euro. De factuur wordt u separaat toegezonden.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venray,
De burgemeester, ……………………………
40
Formulier 3
GRAFAKTE verlenging Het college van burgemeester en wethouders van de gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen in Venray verleent aan: Naam en voorletter:
…………………………. Naam rechtsopvolger……………………………
Geboortedatum:
…………………………
……………………………
Adres:
…………………………
……………………………
Postcode en woonplaats:
…………………………
……………………………
Voor de tijd van 10 jaar, te weten van (datum) tot (datum), het uitsluitend recht tot het hebben van een graf op de gemeentelijke begraafplaats Bosschhuizen in Venray onder grafnummer …….,vak…….., waarin begraven: Naam overledene:
…………………………
Geboortedatum:
…………………………
Datum overlijden:
…………………………
Het graf is geschikt voor:
……………………….
5.
(maximaal) aantal begravingen / asbussen
Zulks onder de volgende voorwaarden zoals bepaald in de aan deze akte bijgevoegde “Algemene voorwaarden aan het huurrecht voor een graf” welke onderdeel uitmaken van het overeengekomen huurrecht voor een graf, neergelegd in deze grafakte.
6.
Bovengenoemd document wordt inclusief de tarievenlijst éénmalig aan u verstrekt.
7.
Aan deze overeenkomst kan slecht rechtsgeldigheid worden ontleent door betaling van het verschuldigde huurrecht voor een graf.
8.
De tarief voor het huurrecht bedraagt …,….. euro. De factuur wordt u separaat toegezonden.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venray,
De burgemeester, ……………………………
41
42
Bijlage 3.
Algemene voorwaarden verbonden aan het huurrecht voor een graf.
ALGEMENE VOORWAARDEN AAN HET HUURRECHT VOOR EEN GRAF ZOALS OVEREENGEKOMEN BIJ GRAFAKTE. Het college heeft bij besluit van d.d. 31 januari 2006 deze algemene voorwaarden zoals bedoeld in artikel 6:231 van het Burgerlijke Wetboek vastgesteld, en toepasselijk verklaard. Door betaling van het tarief behorende aan het huurrecht voor een graf, zoals neergelegd in de grafakte, aanvaardt de rechthebbende en diens rechtsopvolger, onvoorwaardelijk het huurrecht en de hiernavolgende algemene voorwaarden. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing verklaard op het door het college van burgemeesters en wethouders op d.d. 31-01-2006. en op d.d. 09-02-2006 gepubliceerde: “reglement gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray”. De rechthebbende en, voor zover bekend, diens rechtsopvolger komen door betaling van het huurrecht met het college van burgemeester en wethouders, het huurrecht en daarmee het bepaalde zoals neergelegd in de grafakte en deze algemene voorwaarden, overeen. Conform deze algemene voorwaarden is sprake van verzuim bij het doen of nalaten in strijd met het bepaalde in de artikelen zoals neergelegd in de paragraaf ‘Regels beheer en
toezicht
gemeentelijke
begraafplaats
van
het
“Reglement
gemeentelijke
begraafplaats Boschhuizen Venray”. Afwijken van het “reglement gemeentelijke begraafplaats Boschhuizen Venray”, wordt in deze voorwaarden conform artikel 6:82 BW en met verwijzing naar het bepaalde neergelegd in artikel 44 en 45 van voornoemd beleid, gelijkgesteld met verzuim. Het college kan, wanneer nakoming binnen de termijn als bedoeld in artikel 6:82 BW uitblijft, op grond van artikel 6:84 in samenhang met art. 6:74 BW overgaan tot het civielrechtelijk vorderen van schadevergoeding voor wat betreft het verhalen van de kosten gemaakt met feitelijk handelen om de situatie weer in overeenstemming te brengen met het bepaalde zoals vastgesteld in deze algemene voorwaarden. Deze algemene voorwaarden zij gedeponeerd bij : rechtbank Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray, De burgemeester,
43
44
45