Beleidsvisie Centrum voor Jeugd en Gezin Zeeuws-Vlaanderen 2013-2015: van d’Ee tot Hontenisse
“Een betrokken samenleving bij veilig en gezond opgroeien en opvoeden” (vrije vertaling van : “It takes a village to raise a child”)
Dit document is opgesteld door de gemeenten Hulst, Sluis en Terneuzen. Terneuzen, januari 2013.
1 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
1. Inleiding In de bestuursopdracht, waarin het streven wordt uitgesproken voor het ontwikkelen van een werkwijze van de CJG’s van de drie gemeenten, hebben de drie wethouders van de Zeeuws Vlaamse gemeenten de volgende missie en visie geformuleerd: Missie: Geen kind buiten boord en geen kind buiten beeld, ofwel, positief geformuleerd: Ieder kind in beeld en ieder kind doet mee. Visie: Streven naar een toekomstgericht en drempelloos CJG van waaruit zo vroeg mogelijk gesignaleerd en geïntervenieerd wordt door middel van maatwerk. Op 1 september 2012 is het Platform CJG Zeeuws Vlaanderen van start gegaan, met als opdracht om de details van de bestuursopdracht voor 1 januari 2013 verder uit te werken. Dit vormde de aanleiding om te komen tot een beleidsvisie. In deze beleidsvisie, opgesteld door de beleidsambtenaren Jeugd van de drie gemeenten, worden de uitgangspunten en de doelstellingen nader toegelicht. Tevens wordt geschetst welke gevolgen dit heeft voor de aansturing en samenstelling van het Platform, en wat er wordt verwacht van de partners in het CJG. In deze beleidsvisie komen de volgende onderdelen aan de orde:
2 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
2. Doel van de beleidsvisie Met deze beleidsvisie willen de opstellers: 1. Partners inspireren om hier zelf mee aan de slag te gaan. 2. Voor de gemeenten mogelijk maken om te regisseren door middel van het stellen van inhoudelijke kaders. 3. Helderheid geven over positie en rollen. 4. Richting van de ontwikkeling bepalen. Dit alles staat in het teken van de missie: Ieder kind in beeld en ieder kind doet mee. Daarnaast is er het macrodoel, dat met de transitie van de jeugdzorg nadrukkelijk in beeld komt, namelijk om te bewerkstelligen dat kinderen vroegtijdig hulp krijgen waardoor er minder inzet van zware zorg nodig zal zijn. De beleidsvisie is weliswaar van de gemeenten - de uitwerking is nadrukkelijk aan de partners.
3. Basisprincipes a. Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Het belang van het kind staat hierbij voorop (Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind). b. Uitgaan van kansen en rekening houden met talenten en beperkingen c. 1 Gezin 1 Plan 1 Regisseur ⇔ maatwerk d. It takes a village / community to raise a child e. Uitgaan van eigen kracht van mensen zelf, van de maatschappij en van professionals ⇒ “samenkracht” f.
Waar mogelijk de eigen kracht versterken
g. Hulp zo licht mogelijk en zo veel mogelijk met het eigen netwerk h. Zo dichtbij mogelijk / in de eigen leefomgeving i.
Zo vroeg mogelijk
j.
Vragen is altijd goed, aan wie de vraag ook gesteld wordt. Iedere professional staat daar voor open en weet zich gesteund door zijn achterliggende netwerk. We verkopen geen “nee”, je laat het pas los als je zeker weet dat het is opgelost of dat iemand het overneemt. 3
Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
k. Het netwerk van professionals vormt daarmee de toegang tot specialistische zorg voor jeugd. l.
CJG is een laagdrempelige voorziening, waar de nodige specialistische expertise aanwezig is, die bij kan dragen om eigen kracht te versterken en zwaardere zorg waar mogelijk te voorkomen.
m. Integraal denken en werken is noodzakelijk om echt resultaat te bereiken: eerst werken aan de basale behoeften is nodig om daadwerkelijk toe te kunnen komen aan bijvoorbeeld het uitbreiden van opvoedingsvaardigheden.
Met andere woorden, het CJG: (voor wie en voor wat)
a.
b. c.
(kenmerken)
d. e. f.
(handelen)
g. h. i.
Is er voor kinderen van – 9 maanden tot 23 jaar (en ouders en iedereen die bij kinderen betrokken is, en dus ook voor (semi)professionals). Is er ook voor groepen (kinderen, jongeren, ouders, etc.) Is er voor alles rondom kinderen waar je een vraag over hebt, of waar je hulp bij nodig hebt (hier vallen bijvoorbeeld ook vaccinaties onder; die kun je immers niet zelf toedienen). Is de oren en ogen voor alles rondom kinderen en jongeren. Is betrouwbaar, bereikbaar en herkenbaar (iedereen met een vraag over kinderen weet het CJG te vinden). Versterkt de pedagogische civil society; is complementair aan de eigen kracht en de eigen mogelijkheden van het gezin. Richt zich op (versterken van) eigen kracht van jeugdigen en ouders. Richt zich op vroeg oppakken en waar het kan voorkomen. Maakt in de hele keten, van vraagverheldering tot en met het maken van het plan en het kiezen van een hulpaanbod, gebruik van de in Zeeland gekozen benaderingen: Oplossingsgericht Werken, Signalen van Veiligheid en Signalen van Welzijn (werken met het driekolommenmodel), Triple P, Familienetwerkberaden. 4
Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
(wordt gevormd door)
j. k.
Wordt gevormd door alle partners / iedereen die met kinderen werkt. Zij noemen zich, waar ze ook werken, allemaal CJG. Is (vooralsnog) een netwerkorganisatie.
We spreken over het CJG ‘in engere zin’ en over het netwerk, waarin allerlei mensen zitten (wel of niet in functie) die een rol spelen in het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren.
Samen vormen ze het Centrum voor Jeugd en Gezin, waarbij de uitvoering van deze visie in eerste instantie voorbehouden is aan de partners in het CJG in engere zin. Het netwerk is steeds nadrukkelijk in beeld, en wordt zoveel mogelijk betrokken bij de ontwikkeling van beleid en natuurlijk bij alle activiteiten van het CJG. Hiervoor is nodig dat: -
uitvoerend medewerkers hun taak breder opvatten dan hun oorspronkelijke functiebeschrijving.
-
medewerkers de ogen en oren vormen van het CJG, kennis hebben van de sociale kaart, doorverwijzen waar nodig.
-
medewerkers ouders stimuleren om op eigen kracht oplossingen te bedenken en dat professionals hierin hun plaats kennen. Het CJG is een verlengstuk van familie en vrienden.
Het mag duidelijk zij dat dit ook het nodige aan “kanteling” zal vragen van de organisaties die partner zijn in het CJG.
5 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
Regievoering en realisatie
Voor de drie gemeenten betekent regievoering dat zij afspraken maken met leveranciers/aanbieders van diensten over te behalen doelen en resultaten. Waar nodig en mogelijk wordt dit vastgelegd in contracten en financieringsafspraken. Hierbij zal de gemeente kiezen op basis van kwaliteit en achteraf toetsen. Waar nodig pakt zij haar rol om door te pakken en beslissingen te nemen, waar de uitvoering in de knel komt. Iedere (contract-)partner is verantwoordelijk voor het eigen deel, en de samenwerkingspartners hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van en de verantwoording over het CJG. De gemeente stuurt door gebruik te maken van gegevens uit registratie en monitoring en kwaliteitscriteria (inkoop van diensten, bekostiging en verantwoording). De gemeente faciliteert door het leveren van een voorzitter van het MDO. Uitgangspunten en visie worden vastgelegd in een convenant CJG, dat wordt ondertekend door alle netwerkpartners. Dit convenant moet worden goedgekeurd door de colleges van B&W van de drie gemeenten. De Zeeuws-Vlaamse gemeenten stellen algemene CJG-functies beschikbaar. Dit is het cement van het CJG. Het Platform CJG Zeeuws-Vlaanderen is verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing en krijgt de opdracht een werkplan op te stellen waarin een efficiënte taakverdeling van de CJG-functies verwerkt wordt. Momenteel gaat het om de functies: coördinator, procesregisseur, stafpedagoog en consulent.
6 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
4. Reikwijdte Het CJG is meer dan zorg alleen. Het is er voor alles wat Jeugd én Gezin aangaat. Aanpalende werkterreinen zijn onderwijs, huisvesting, werk en inkomen, de zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking en veiligheid. Het CJG zoekt actief de samenwerking met de betreffende organisaties of overlegvormen op deze terreinen, om optimale afstemming te bereiken als het gaat om alles wat jeugdigen en gezinnen aangaat. Ze maakt duidelijke afspraken over wie wat doet. Het CJG behoudt het overzicht over alles wat op haar terrein gebeurt aan preventie- en andere activiteiten, en heeft de centrale regisserende rol waar het gaat om zorg die geboden wordt door meer dan éé n aanbieder, en voor alle vragen die rechtstreeks bij het CJG binnenkomen. Het CJG heeft overzicht over alle zorg die in de regio geboden wordt aan kinderen, jongeren, en ouders. Met “het CJG” worden hier de samenwerkende (convenant-)partners bedoeld.
7 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
5. Ontwikkelingsrichting Middellange en langere termijn: a. De benadering van jeugd sluit aan bij de ontwikkelingen en uitgangspunten van de Wmo. b. Richting wijkteams; loketten staan niet voorop, maar vindplaatsen. Wel zal in iedere gemeente een fysiek loket aanwezig blijven. c. Generieke brede eerstelijnsvoorzieningen voor iedereen, met specialismen waar nodig. d. Hiervoor is blijvende aandacht nodig voor verdere ontschotting van financieringsstromen en wettelijke mogelijkheden, ook in het kader van de decentralisaties. e. Loskomen van “doelgroepdenken”, maar denken vanuit de ondersteuningsbehoefte van de individuele klant of de groep die een vraag heeft, en niet vanuit de georganiseerde voorzieningen of het bestaande aanbod. f.
CJG medewerkers helpen in de eerste plaats het gezin zoeken naar hulp en ondersteuning in hun eigen netwerk, en zetten professionele hulp in alleen daar waar nodig. Het werken met het netwerk is de norm. Waar dat niet gebeurt, kunnen medewerkers de reden daarvoor onderbouwd aangeven.
g. De wijze van de toegang tot zorg en lichte hulp (en inkoop daarvan) kunnen op Zeeuws Vlaamse schaal worden georganiseerd. Over zorg in het gedwongen kader en intramurale zorg zullen in ieder geval op Zeeuwse schaal afspraken gemaakt moeten worden in het kader van de transitie jeugdzorg. h. De gemeenten sturen op maatschappelijke effecten en resultaat in plaats van op producten, middels een totaalbudget voor het CJG en een meerjarenbegroting. Differentiatie in aanbod en producten is aan de partners. Hierbij zijn keuzevrijheid en keuzemogelijkheden voor burgers belangrijk. i.
Het CJG draagt bij aan een “kanteling” in de manier waarop mensen een beroep doen op de overheid: men raakt er aan gewend dat gesproken wordt over de mogelijkheden in het eigen netwerk en vertrouwt erop dat de gemeente een hulpaanbod heeft als het echt nodig is.
j.
Het CJG heeft een coördinerende functie voor het individuele hulpaanbod, het groepsaanbod en voor preventieactiviteiten.
8 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
k. Door de gekozen methodieken te borgen in een (gezamenlijk) opleidingsplan wordt de eenheid in de manier van werken en de eenheid van taal steeds groter, wat de dienstverlening aan de burger verbetert. l.
Het CJG vormt nadrukkelijk een geheel met de andere vormen van dienstverlening vanuit de gemeente, zoals welzijn, leerplicht, zorg, veiligheid/justitie, werk en inkomen. Er is een nauwe relatie met het onderwijs, zodat men elkaar versterkt als het gaat om gezond opgroeien en welbevinden van kinderen.
m. Het CJG richt zich nadrukkelijk op het voorkomen van de inzet van zware, professionele zorg, maar heeft wel voldoende deskundig aanbod voor die situaties waar die inzet wel (tijdelijk) nodig is.
9 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
6. Prestatie indicatoren Er zijn resultaatgerichte indicatoren nodig op drie gebieden (zie Toets basisset CJGindicatoren, T. van Yperen en P. van der Steenhoven, NJi 2011, p. 5 e.v.): 1. Bekendheid en resultaat 2. Doelgroep 3. CJG-netwerk en producten
Deze dienen nader te worden uitgewerkt, waarbij in ieder geval aan de orde moet komen: •
Analyse en aantallen van de vragen die binnenkomen via balie, telefoon en website, bijvoorbeeld per leefgebied (o.a. ten behoeve van bepalen onderwerpen voorlichting, campagnes, etc.)
•
Analyse van de herkomst van signalen, zoals de meldingen in het MDO (o.a. ten behoeve van bepalen voorlichting, instructie, bijscholing, deskundigheidsbevordering kern- en ketenpartners).
•
Analyse van de aard en omvang van de problematiek, door: 1. Inzicht in de geboden vormen van ondersteuning vanuit ELKE samenwerkingspartner: licht of zwaar/intensief (output).: 2. Inzicht in type ondersteuning is geboden vanuit MDO (door wie / op welk leefgebied/leefgebieden) 3. Inzicht in doelgroep (leeftijd, geslacht, woonplaats, achtergrond)
(o.a. ten behoeve van bepalen onderwerpen en doelgroep preventieaanbod) •
Inzicht in mate van samenwerking/afstemming door: 1. Aantal cases 1 gezin 1 plan, afgezet tegen de aantallen “unieke cliënten” van de verschillende partners; met name ook zichtbaar maken hoeveel cliënten als uniek bij meerdere organisaties tegelijk bekend zijn. 2. Samenwerkingsafspraken in de regio (in convenanten).
•
Inzicht in bekendheid en tevredenheid door: 1. Tweejaarlijks klanttevredenheidsonderzoek (bevolkingsonderzoek): kennen mensen bijvoorbeeld de schoolmaatschappelijk werker, de opbouwwerker, de jeugdverpleegkundige, en hoe zijn de ervaringen daarmee? 10
Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
2. Gericht onderzoek na hulpverlening (outcome): ervaart klant verbetering en heeft men het gevoel weer zelf verder te kunnen? •
Inzicht in kosten en doelmatigheid. Aangetoond moet worden dat er een verschuiving plaatsvindt van zware naar lichte(re) zorg (zowel voor wat betreft inzet mensen en middelen).
Hierin is het platform aan zet: zij worden uitgenodigd om prestatie indicatoren te zoeken of indien nodig te ontwikkelen, en daarover een voorstel te formuleren. Op deze wijze kunnen de partners maximaal gebruik maken van wat zij al hebben en verzamelen aan gegevens, en kunnen zij er naar streven om de registratiedruk zo laag mogelijk te houden.
11 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
7. Uitvoering en tijdpad Dit beleidsplan is bedoeld voor de periode tot 1 jan 2015 (of het moment dat de decentralisaties daadwerkelijk vorm krijgen). Het te volgen tijdpad zal er grosso modo als volgt uitzien: (genoemde taken zijn voor het platform, tenzij anders vermeld) 1 jan 2013
e
1 kwartaal
e
2 kwartaal
e
3 kwartaal
e
4 kwartaal
Vaststellen Communicatiebeleidsplan plan gereed Plannen uitwerken: samenstelling, doel en bevoegd-heden platform; taak- en budgetverdeling; prestatie indicatoren Voorbereiden op verschuivingen van zwaar naar licht, van 1 “duur” naar goedkoper . Voorstel gereed voor wijze van inventariseren vragen en benodigd aanbod, ivm monitoring en subsidievoorwaarden Ambtenaren kijken welke budgetten ze voor 2014 kunnen samenvoegen Eenheid van taal / uniforme registratie (leef-/probleem/aandachtsgebieden) i.v.m. monitoring Plan van aanpak deskundigheidsbevordering/training Oplossingsgericht werken, Signs of Safety/Signalen van Welzijn, Triple P.2 Inrichten/vormen wijk- en buurtteams Taken en inbedding van de huidige functies van CJG procesregisseur en de CJG coördinator
e
1 kwartaal 2014
e
2 kwartaal
e
3 kwartaal
e
4 kwartaal
2015
Start nieuwe uitvoering; volgen en waar nodig bijstellen Voorbereiden op stelselwijzigingen Nulmeting
1
De kernpartners maken tijdig duidelijk hoe zij in 2014 deze verschuiving gaan realiseren, zodat organisaties hiermee rekening kunnen houden voor wat betreft de inzet van mensen en middelen per 2014. Dit kan onder andere bereikt worden door de resultaten van de werkgroepen van de transitie jeugdzorg te implementeren. 2
Aandacht voor verbreden naar relevante kern- en ketenpartners (onze ogen en oren)
12 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015
De complete planning en control cyclus, inclusief werkplan en jaarverslag, moet nog worden uitgewerkt. De gemeenten zullen hiervoor de minimale eisen en de denkrichting benoemen. Aandachtspunt: diverse preventie activiteiten, zoals het JIP en het werk van Preventie4U en Indigo Preventie, vervullen een belangrijke rol op de scholen. Deze activiteiten zouden meer onder verantwoordelijkheid van het platform CJG kunnen vallen, en daarmee in samenhang kunnen worden gepland en uitgevoerd. De makelaarsfunctie naar scholen wordt zo ook stevig ingebed in het totale CJG. Het platform stemt (via degenen die de makelaarsfunctie uitvoeren) jaarlijks met scholen af wat de behoeften en de mogelijkheden zijn. In 2013 werkt het platform CJG de plannen uit, zodat per 1 januari 2014 een start gemaakt kan worden met de nieuwe opzet. De gemeenten werken in 2013 aan een andere wijze van bekostiging (één budget voor ondersteuning en begeleiding of voor lichte hulp en preventie waarbinnen B&W in overleg met partners kan schuiven tussen producten en partners), met het doel om in 2014 anders te kunnen gaan werken. Kort na het definitief vaststellen van dit beleidsplan, moet het communicatieplan gereed zijn. Binnen de geformuleerde doelen zullen de volgende stappen steeds in nauw overleg tussen de leden van het platform en de beleidsambtenaren worden bepaald.
8. Tot slot Dit visiedocument bevat een ambitieuze visie. Het is vooral ook te danken aan de constructieve wijze waarop de leden van het Platform CJG zich steeds hebben opgesteld ten aanzien van de nieuwe ontwikkelingen, dat een dergelijke verstrekkende visie kon worden neergelegd. De opstellers hebben er alle vertrouwen in dat de partners hun schouders eronder gaan zetten om uitvoering te geven aan de visie, en zich zo, samen met de gemeenten, voor te bereiden op alle ontwikkelingen die in de komende jaren op burgers, gemeenten en zorgaanbieders afkomen.
13 Beleidsvisie CJG Zeeuws Vlaanderen 2013 – 2015