CONCEPT
Beleidsplan Reïntegratie 2007 als bedoeld in artikel 4 Reïntegratieverordening Wet werk BELEIDSPLAN ALGEMENE BIJSTANDSWET 2003 en bijstand gemeente Helmond
Oktober 2006
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
2
Inleiding.......................................................................................................................... 5 1.1 Leeswijzer ............................................................................................................... 6 2. Beleid per 1 januari 2007................................................................................................ 7 2.1 Inleiding beleid ........................................................................................................ 8 2.2 Taakstellingen reïntegratie (overeenkomstig beleidsbegroting 2007) ...................... 8 3. Huidige bestand.......................................................................................................... 9 3.1 Huidig bestand uitkeringsregelingen........................................................................ 9 3.2 Huidige situatie gesubsidieerde arbeid (oud)..........................................................10 3.2.1 In en Doorstroombanen (ID):...........................................................................10 3.2.2 Wiw dienstbetrekkingen: .................................................................................10 4. Uitgangspunten van beleid ............................................................................................13 4.1 Beleid centrale overheid.........................................................................................13 4.1.1 Consequenties van veranderingen..................................................................13 4.1.2 Toekomstige financiering Wwb........................................................................14 4.1.3 Relatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en reïntegratie .............14 4.1.4 Werken met behoud van uitkering ...................................................................15 4.1.5 Aanval op de (school)uitval .............................................................................15 4.2 Gemeentelijk beleid................................................................................................16 4.2.1 Verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt.............................................16 4.2.2 Versterken van het aanbod aan instrumenten .................................................17 5. Financiën ......................................................................................................................19 6. Bijlage: De verschillende partners en activiteiten...........................................................21 6.1 Centrale organisatie Werk en Inkomen (CWI) ........................................................21 6.2 Werkplein, regio Helmond ......................................................................................21 6.3 Direct Werk ............................................................................................................21 6.4 Helmond Actief (Binnenstad Oost en H-Noord) en West Werkt (H-West) ...............22 6.5 Vrijwilligerswerk (Sociale Activering) ......................................................................23 6.6 Dagbesteding en aangepaste arbeid (Sociale Activering) ......................................23 6.7 Gesubsidieerde arbeid / loonkostensubsidie ..........................................................23 6.8 Werkgelegenheidsproject Atlant Groep ..................................................................24 6.9 Werkgelegenheidsproject ‘andere werkgevers’ ......................................................24 6.10 Jeugdwerkloosheid .............................................................................................24 6.11 Aan het Werk......................................................................................................25 6.12 ZEBRA ...............................................................................................................25 6.13 Samenwerking branche organisaties / werkgeversbenadering..........................26 6.14 Innovatieprogramma Wwb ‘Arbeidsmakelaar’ .....................................................26 6.15 Innovatieprogramma Wwb ‘Van WWB-er naar zzp-er’ ........................................27 6.16 Van werk naar werk ............................................................................................28 6.17 Wachtlijstproblematiek Wsw ...............................................................................29 6.18 Leerlingbouwplaatsen.........................................................................................29 6.19 Modernisering Wsw ............................................................................................29 6.20 Maatschappelijk zinvolle arbeid met behoud van uitkering..................................30 6.21 Bedrijfsbenadering..............................................................................................31 7. Bijlage: Lijst van afkortingen .....................................................................................33 8. Bijlage: Literatuurlijst.................................................................................................35 1.
Gemeente Helmond Economie en Arbeidsmarkt s&e/e&a/gwunderink
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
3
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
4
1.
Inleiding
Voor u ligt het Beleidsplan Reïntegratie als bedoeld in artikel 4 van de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand (Wwb). Het Beleidsplan heeft betrekking op het jaar 2007. Helmond heeft nog steeds een vrij zwakke economie en kent nog steeds een (te) hoge werkloosheid. Daarom moet de gemeente Helmond slagvaardig zijn bij de ontwikkeling van haar economische structuur en arbeidsmarkt en bij de bestrijding van de werkloosheid. Omdat te bereiken moet beleidsvorming integraal zijn en plaatsvinden in wisselwerking met de doelgroepen (op wie het beleid zich richt) en de ketenpartners (die het beleid mee uitvoeren). In de gemeente is als onderdeel daarvan het reïntegratiebeleid nieuw gestalte gegeven. Het reïntegratiebeleid (strategisch en tactisch) maakt integraal onderdeel uit van het arbeidsmarktbeleid en is gepositioneerd bij de afdeling Economie en Arbeidsmarkt van de Dienst Samenleving en Economie. Arbeidsmarktbeleid heeft te maken met economie, sociaal beleid en onderwijs. Arbeidsmarktbeleid krijgt in Helmond momenteel al op veel plaatsen vorm. Een krachtiger arbeidsmarktbeleid is in deze situatie vooral het creëren van meerwaarde door bundeling, afstemming en regie, zowel binnen de gemeentelijke organisatie als op het (regionale) speelveld van de arbeidsmarkt. Arbeidsmarktbeleid is meer dan alleen reïntegratie. De gemeente Helmond moet een (regionaal) ‘werkend netwerk’ tot stand brengen en onderhouden. Een werkend netwerk waarin alle betrokken partijen en instanties de zogenaamde 3 O’s (ondernemer, onderwijsinstellingen en overheid) elkaar weten te vinden en samenwerken aan hetzelfde doel: mensen actief laten deelnemen aan de samenleving. De gemeente moet in dat netwerk een proactieve en initiërende rol spelen, waarbij we werkgevers en onderwijs zo goed mogelijk ondersteunen en faciliteren. Trefwoorden zijn: flexibel, niet-bureaucratisch, klantgericht, dienstverlenend, faciliteren. Dit betekent een verdere versterking van Ondernemende Stad. Onderdeel in het arbeidsmarktbeleid is ook afstemming van bestaand beleid. Het Sociaal Economische Beleidsplan is daarbij het uitgangspunt om het arbeidsmarktbeleid en als onderdeel daarvan het reïntegratie beleid gestalte te geven. Voor 2007 is er uit pragmatische overwegingen nog voor gekozen om het beleidsplan reïntegratie in hoofdzaak in de bestaande vorm te handhaven. Dit beleidsplan heeft alleen betrekking op reïntegratie activiteiten van de afdeling Werk en Inkomen. Uiteraard worden daar waar noodzakelijk in het kader van het integrale werken, verbanden gelegd met andere afdelingen. Ook worden de kaders van het rijksbeleid en verwachte toekomstige ontwikkelingen weergegeven om het gemeentelijke beleid beter te kunnen plaatsen. Verantwoording over het gevoerde beleid vindt jaarlijks plaats door middel van een Verslag over de Uitvoering (VODU) aan de raad. Dit verantwoordingsverslag dient tevens aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezonden te worden. De gemeente is volledig financieel verantwoordelijk voor de uitkeringen. Dit betekent dat naast de maatschappelijke verantwoordelijkheid, het voor gemeente ook in financieel opzicht nog belangrijker is om de instroom zoveel mogelijk te beperken en de uitstroom te maximaliseren. Voor de activiteiten die in dit kader moeten worden verricht ontvangt de gemeente één reïntegratiebudget (werkdeel Wwb). Voor de besteding van het budget heeft de gemeente een grote mate van beleidsvrijheid. Tegelijkertijd zijn er een aantal beperkingen, een aanzienlijk deel van het budget zit vast in nog bestaande verplichtingen van het voormalige Besluit In- en Doorstroombanen (loonkostensubsidie) en Wiw (detacheringen en werkervaringsplaatsen). Naast een grotere beleidsvrijheid neemt ook het financiële risico voor de gemeente toe. Door ontschotting van de financieringsstromen en de vermindering van uitvoeringsvoorschriften kan de gemeente beter inspelen op de specifieke behoeften van haar inwoners (maatwerk). De verworven beleidsvrijheid vertaalt zich ook in meer financiële verantwoordelijkheid. Als gevolg van de nieuwe financieringsstructuur kan de gemeente in een situatie komen waarin een tekort op het beschikbare budget verdisconteerd moet worden. De gemeente wordt maximaal geprikkeld om instroom van klanten te beperken en uitstroom te bevorderen.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
5
De Wwb heeft grote impact op het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid. Door de op prestatie geijkte financieringsstructuur waaruit winst en verlies te behalen valt, moet de gemeente optreden als een marktconforme organisatie. Dit stelt hoge eisen aan bestuur, management en uitvoering. De op grond van de Wwb verplichte Reïntegratieverordening vormt het raamwerk en zijn de hoofdlijnen in weergegeven. Er is bijvoorbeeld opgenomen op welke wijze in Helmond het beleid bepaald wordt en hoe de verhouding tussen college en raad geregeld is. Ook is in de Reïntegratieverordening bepaald dat door middel van (door het college vast te stellen) uitvoeringsregels de daadwerkelijke uitvoering van de reïntegratie activiteiten geregeld (kan) worden. Als sluitstuk in het reïntegratiebeleid is in de Reïntegratieverordening bepaald dat de gemeente een beleidsplan maakt. Met het vaststellen van dit beleidsplan, in samenstel met de al vastgestelde verordeningen en uitvoeringsregels, wordt uitvoering gegeven aan het reïntegratiebeleid van de gemeente Helmond. 1.1
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is het beleid per 1 januari 2007 opgenomen zoals Helmond dat voor ogen staat. Hierin zijn doel en taakstellingen opgenomen. Dit is in overeenstemming met het beleid opgenomen in de Programmabegroting 2007. In hoofdstuk 3 komt het huidige bestand aan de orde. Onder andere is de samenstelling en het verloop van het uitkeringsbestand opgenomen dat in beginsel is aangewezen op arbeid in loondienst. Ook zijn de werknemers uit het voormalige Besluit ID banen en Wiw opgenomen. In overeenstemming met het landelijke beeld slaagt ook de gemeente Helmond er tot nu toe in de toename van het aantal uitkeringsgerechtigden te beperken. In hoofdstuk 4 is het bestaande beleid van de centrale overheid en het gemeentelijke beleid op hoofdlijnen opgenomen. In Rijksbeleid komt daarbij o.a. de veranderingen in WIA- / WW-stelsel kort aan de orde maar ook WMO, werken met behoud van uitkering en schooluitval. Daarbij wordt het belang onderstreept van verdergaande integrale samenwerking tussen de gemeentelijke afdelingen op de diverse beleidsterreinen. In hoofdstuk 5 is het financiële deel opgenomen. Daarin komt mede de noodzaak tot een goed reïntegratiebeleid aan de orde, gelet op de financiële risico’s die de gemeente loopt. In hoofdstuk 6 zijn de instrumenten en de partners opgenomen waarmee de gemeente de in hoofdstuk 2 genoemde doel en taakstellingen denkt te realiseren. Ook zijn in dit hoofdstuk de nieuwe initiatieven opgenomen In hoofdstuk 7 en 8 is de lijst van afkortingen respectievelijk de literatuurlijst opgenomen.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
6
2.
Beleid per 1 januari 2007
Beleid wordt ingegeven door een bredere visie en strategie die de dienst SE c.q. afdeling WI als leidraad gebruikt. Voor reïntegratie activiteiten is dit niet anders dan voor andere beleidsterreinen. Om dit te benadrukken volgt hieronder die visie en missie. Missie en visie dienst Samenleving en Economie Missie De dienst Samenleving & Economie ontwikkelt beleid om de sociale, economische, culturele en educatieve participatie en samenhang in Helmond te bevorderen. Daarnaast voert zij dit beleid ook uit of faciliteert zij de uitvoering. Op onderdelen doet zij dit ook voor de regio. Visie Samenleving & Economie is een klant- en resultaatgerichte dienst van de gemeente Helmond met als doel het versterken van de identiteit van onze stad. Dit doen wij door de leefbaarheid en sociale cohesie van de stad, de zelfredzaamheid van onze burgers en de werkgelegenheid te vergroten. Wij creëren kansen door middel van voorzieningen en staan voor een veilige samenleving. Onze dienst staat bekend als sociaal, efficiënt, slagvaardig en zorgvuldig. Wij zijn geëngageerd en integer en gericht op samenwerking met in- en externe partijen Missie afdeling Werk & Inkomen (in haar missie geeft de afd. W&I aan wat zij nastreeft voor haar cliënten) In aansluiting op de missie van de dienst Samenleving & Economie stelt de afdeling Werk & Inkomen zich ten doel om (pro)actief de kwaliteit van de lokale samenleving te bevorderen door: • een bijdrage te leveren aan participatie, integratie en verzelfstandiging van inwoners van de gemeente Helmond op het terrein van werk, inkomen en zorg; • waar nodig te zorgen voor een passende voorziening voor hen die daar zelf niet voor kunnen zorgen; • het voorkomen van maatschappelijke uitsluiting. Visie afdeling Werk & Inkomen (in de visie geeft de afd. W&I aan hoe zij aan haar missie invulling wil geven) De afdeling Werk & Inkomen is een zich ontwikkelende organisatie om zodoende blijvend aan te sluiten bij relevante maatschappelijke ontwikkelingen. De dienstverlening kenmerkt zich door een actieve opstelling, een klantvriendelijke effectieve en efficiënte werkwijze met inachtneming van ieders verantwoordelijkheden, wensen en belangen. De samenwerking binnen de keten van dienstverlening en maatschappelijke organisaties wordt als kritische succesfactor gezien binnen het werk. De rechten en plichten zijn helder geformuleerd en bekend bij de verschillende partijen, te weten bij de klant, organisaties in de keten en de afdeling Werk & Inkomen. Voor alle onderdelen geldt dat de uitvoering wordt gekenmerkt door zorgvuldigheid, respect, snelheid, maatwerk, ketenbenadering, heldere afspraken, controle, concrete, aansprekende en duurzame resultaten. Werk Werk gaat boven inkomen. Het adagium ‘Iedereen kan iets’ is hierbij leidraad. Inwoners van de gemeente Helmond dienen in beginsel in hun eigen inkomen te voorzien door betaald werk. Voor hen die dit (nog) niet kunnen wordt ondersteuning geboden door middel van reïntegratie activiteiten. Voor uitkeringsgerechtigden geldt hierbij dat in ruil voor inkomensondersteuning de klant een inspanningsverplichting heeft om een traject richting werk te volgen. In het kader van een brede aanpak van de werkloosheidsproblematiek wordt zowel aanbod- als vraaggericht gewerkt. Inkomen Indien inwoners van de gemeente Helmond niet kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud wordt gezorgd voor een passende (ondersteunende) inkomensvoorziening met behulp van de (Rijks)regelingen:
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
7
Zorg Indien inwoners van de gemeente Helmond ondersteuning behoeven om zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij worden voorzieningen en/of ondersteuning van de afdeling Werk & Inkomen ingezet, dan wel adequate verwijzing, met als doel bevordering van de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid. 2.1
Inleiding beleid
Er is onvoldoende geld beschikbaar om alle werkloze werknemers aan de slag te helpen. Er moet daarom kritisch gekeken worden naar de instrumenten die worden ingezet. Wat kosten ze en wat is de bijdrage aan de uitstroom uit de uitkering en doorstroom naar regulier werk? Ingezet moet worden op gebruik maken van de aantrekkende economie waarop weer arbeidsplaatsen, ook voor de uitkeringsgerechtigden, beschikbaar komen. De inzet op een nieuw stelsel van tijdelijk gesubsidieerde arbeidsplaatsen en op de afbouw van de huidige ID banen en Wiw banen wordt aansluitend voortgezet. Uitgangspunt blijft dat ontslag van werknemers op de huidige gesubsidieerde arbeidsplaatsen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Garanties kunnen er echter niet gegeven worden. 2.2
Taakstellingen reïntegratie (overeenkomstig beleidsbegroting 2007)
Programma 2: Werk en Inkomen De beleidsterreinen die onder dit programma vallen, zijn gericht op de uitvoering van de verschillende uitkeringsregelingen en het bevorderen van arbeidsparticipatie door het inzetten van (re)integratie trajecten. Dit programma heeft relaties met veiligheid, zorg en volksgezondheid, onderwijs en jeugd, inburgering, cultuur, sport en recreatie en economisch beleid en werkgelegenheid. Hieronder zijn alleen de taakstellingen van de afdeling WI, of waar een direct verband met aanpalende terreinen ligt, opgenomen. Maatschappelijke effecten 2.1 Er zijn weinig bijstandsgerechtigden Indicatoren: Indicator Het aandeel van de beroepsbevolking die bijstandsgerechtigd is. In 2007 op te leveren resultaten afronding in het vierde kwartaal: • Het verschil in percentage uitkeringen Helmond t.o.v. het landelijke percentage is gereduceerd met 12,5% • Het verschil van het werkloosheidspercentage (aantal nww ingeschreven bij het CWI) in Helmond t.o.v. het landelijke percentage is gereduceerd met 10% • Het aantal werknemers werkzaam in de voormalige In- en Doorstroombanen is met 5% teruggedrongen t.o.v. aantal I/D werknemers per 31 december 2006
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
8
3.
Huidige bestand
3.1
Huidig bestand uitkeringsregelingen
Onderstaand is de indeling van het bestand van de afdeling WI op verschillende peildata opgenomen. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat het alleen die categorieën en aantallen betreft die in beginsel zijn 1 aangewezen op arbeid in loondienst . Standcijfers Uitkeringssoort
1-1-2004
1-1-2005
1-1-2006
1-7-2006
102 16 2178 60
81 16 2199 65
63 13 2177 47
44 9 2124 51
2356
2361
2300
2228
Ioaw Ioaz Wwb >21 jr < 65 jr Wwb < 21 jr Totaal
In de periode 1 januari 2005 tot 1 januari 2006 heeft een daling plaats gevonden met 61 uitkeringsgerechtigden die worden geacht aangewezen te zijn op arbeid in loondienst. De daling bedraagt 2,6 %. De daling heeft over de gehele linie plaats gevonden. Per 1 juli 2006 was de stand 2228 personen die worden geacht aangewezen te zijn op arbeid in loondienst en een uitkering van de gemeente ontvangen. Dit is een verdere daling van 72 personen ten opzichte van 1 januari 2006 ( 3,1%). Bovenstaande standcijfers geven slechts beperkt inzicht in de activiteiten door WI. In de loop van het jaar zijn een veelheid aan diverse activiteiten t.b.v. van cliënten gedaan. Om daar enig inzicht in te geven is in onderstaande tabel het cliënten opgenomen die in de uitkering gekomen zijn respectievelijk de uitkering beëindigd is. Per opname c.q. beëindiging worden diverse werkimpulsen verricht. Stroomcijfers Instroom Uitstroom
2004 716 632
2005 717 749
tot 1-7-2006 303 307
Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat het verschil tussen instroom en uitstroom niet overeenkomt met de toename c.q. afname van het aantal uitkeringsgerechtigden. Immers in de ene meetperiode kan instroom plaats vinden en de uitstroom in een andere meetperiode. Bovendien vindt opname en beëindiging met terugwerkende kracht plaats.
CWI gegevens Het totale aantal niet werkende werkzoekenden in Helmond, ingeschreven bij het CWI, bedroeg per 1 januari 2005 5811 personen (14,8 %) en per 1 januari 2006 5585 personen. Dit betekent een daling 2 van 226 personen (3,9 %) . Het aantal ingeschreven werkloze werknemers per 1 juli 2006 bedroeg 4936 (12,5 %) niet werkende werkzoekenden. Een daling van 11,6 % ten opzichte van 1 januari 2006. Naast de inspanningen om uitstroom te realiseren is ook de economie een belangrijke factor die van invloed is op de resultaten. De economie trekt zichtbaar aan en daardoor worden mede de gunstige cijfers gerealiseerd. De verwachting is dat de economie verder zal aantrekken. In de praktijk is dat nog beperkt merkbaar voor de categorie werkloze werknemers waar onder andere het uitkeringsbestand uit bestaat. Hoopgevend is dat (landelijk) zich een afname van de werkloosheidscijfers lijkt af te tekenen.
1
Onder 'aangewezen op arbeid in loondienst' verstaat de gemeente uitkeringsgerechtigden met Wwb >21 en <65 jr, Ioaw, Ioaz, Wwb <21 jr. 2 Totaal aantal werklozen in Helmond zijn aantallen in overeenstemming met www.cwinet.nl.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
9
3.2
Huidige situatie gesubsidieerde arbeid (oud)
Zowel voor het Besluit ID als de Wiw wordt de sterfhuisconstructie gehanteerd. Dit betekent dat vrijvallende ID- en Wiw banen (vanwege uitstroom of anderszins) niet worden herbezet door nieuwe ID- of Wiw werknemers. De functie ‘gesubsidieerde arbeid’ blijft echter wel bestaan en kan ingevuld worden met een van de nieuwe modellen uitstroomgerichte reïntegratie instrumenten. Met andere woorden er kan slechts tijdelijke invulling plaats vinden bij toepassing loonkostensubsidie respectievelijk detachering met een zo spoedig mogelijke omzetting naar een regulier gefinancierde functie.
3.2.1 In en Doorstroombanen (ID): De afdeling WI heeft zich als taakstelling, het terugdringen met minimaal 10% jaarlijks van het aantal werknemers werkzaam in de voormalige In- en Doorstroombanen, evenals verdergaande reguliere bekostiging van de loonkosten en werkgeverslasten (eigen bijdrage werkgevers). Per 1 januari 2005 waren er 206 ID werknemers die vallen onder het oude Besluit In en Doorstroombanen. Per 1 januari 2006 is de stand 195. Per 1 augustus 2006 is het aantal ID werknemers verder teruggebracht tot 184 personen. Met ingang van 1 januari 2006 moeten alle ID werkgevers in beginsel een eigen bijdrage van 30% van de loonkosten inclusief werkgeverslasten zelf uit eigen middelen bekostigen. Per 1 januari 2007 zouden alle ID werknemers beoordeeld moeten zijn op arbeidsmarktcompetenties. De eigen bijdrage zou dan vastgesteld moeten zijn op basis van verdiencapaciteit op de reguliere arbeidsmarkt. Deze verdiencapaciteit wordt onafhankelijk vastgesteld. De verdiencapaciteit wordt vastgesteld door een gecertificeerde arbeidsdeskundige of de MELBA toets (zoals gebruikt wordt in de Wsw). In samenwerking met een externe partner wordt door afdeling WI inspanningen verricht om zoveel e mogelijk ID dienstverbanden om te zetten in regulier gefinancierde arbeidsovereenkomsten. In het 1 kwartaal 2007 worden de definitieve resultaten daarvan bekend. Gelet op de lopende extra inspanningen om zoveel mogelijk ID werknemers door te laten stromen naar regulier gefinancierde banen is nog geen start gemaakt met vaststelling individuele verdiencapaciteit. Voor 2007 wordt de eigen bijdrage in de loonkosten gehandhaafd op 30%. Na afronding extra inspanningen naar regulier gefinancierde banen vindt alsnog vaststelling verdiencapaciteit plaats voor de overige ID werknemers.
Doorontwikkeling: In de financieringsmethodiek zoals door het Rijk gehanteerd wordt tot 2011 rekening gehouden met het aantal gesubsidieerde banen van de gemeente. Dit legt bij gemeenten indirect de verplichting neer werk te maken om mensen met een gesubsidieerde baan aan een regulier betaalde baan te helpen. Hoe de financieringsmethodiek er gaat uit zien indien deze component niet meer of anders wordt meegenomen, is op dit moment nog niet duidelijk. Daarnaast heeft de gemeente met diverse grotere werkgevers, zoals onderwijs-, maatschappelijke- en zorginstellingen, contracten gesloten tot 1 januari 2012 op welke wijze de verstrekking van loonkostensubsidie voor de voormalige ID werknemers plaats vindt. Een aantal van de voormalige ID werknemers zal, gelet op de arbeidsmarktcompetenties vermoedelijk niet door kunnen stromen naar een plaats op de reguliere arbeidsmarkt. Deze ID werknemers verrichten wel maatschappelijk zinvol werk bij tal van instellingen. Nader beleid wordt ontwikkeld op welke wijze gesubsidieerde arbeid voor deze voormalige ID werknemers, waar geen perspectief is op de reguliere arbeidsmarkt, vorm gegeven kan worden.
3.2.2 Wiw dienstbetrekkingen: De bestaande Wiw banen hebben deels een eindig contract. Dit betekent dat er op termijn geen Wiw contracten meer zijn met uitzondering van de ex-banenpoolers. Doorlooptijd eindige contracten is in beginsel maximaal twee jaar. Voor jongeren is er een plicht tot 23 jaar. De ex-banenpoolers hebben een Wiw contract voor onbepaalde duur. Deze personen hebben nagenoeg geen mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt. Ook bieden trajecten hier geen oplossing. Door middel van gerichte activiteiten wordt nog wel periodiek de mogelijkheden voor doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt of Wet sociale werkvoorziening (Wsw) onderzocht.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
10
Per 1 juli 2006 is het aantal personen werkzaam in een Wiw dienstbetrekking teruggebracht tot in totaal 46 personen bestaande uit 31 ex-banenpoolers en 15 eindige dienstbetrekkingen. Van de Wiw werkgevers wordt een inleenvergoeding gevraagd. Voor de bestaande Wiw dienstbetrekkingen zal de inleenvergoeding geoptimaliseerd worden. In de praktijk is het echter nagenoeg onmogelijk een inleenvergoeding te realiseren voor de ex-banenpoolers.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
11
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
12
4.
Uitgangspunten van beleid
4.1
Beleid centrale overheid
De sociale zekerheid verandert. Niet inkomensbescherming, maar werk staat voorop. Het kabinet wil het sociale stelsel voor de toekomst zeker stellen: modernisering van de sociale zekerheid, maar met behoud van solidariteit. Werk is de beste manier om mee te doen in de samenleving. Meer mensen aan het werk is tegelijkertijd hard nodig met het oog op de vergrijzing. Dit vereist een meer dynamische en flexibele arbeidsmarkt en een sociale zekerheid die mensen stimuleert om zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan. Dit komt ook tot uitdrukking in de WIA (voormalige WAO) en de WW. Solidariteit tussen jong en oud en tussen rijk en arm is belangrijk. Die solidariteit kan het beste worden gegarandeerd als zoveel mogelijk mensen blijven werken tot hun 65e jaar, de pensioengerechtigde leeftijd. Op die manier wordt de basis gelegd voor het behoud van de welvaart, waardoor het makkelijker wordt de sociale zekerheid, de gezondheidszorg en de oudedagsvoorzieningen overeind te houden. Langer werken is van het grootste belang. Wie onverhoopt op een uitkering aangewezen raakt, moet aangemoedigd worden zo snel mogelijk weer zelf in zijn levensonderhoud te voorzien. Want: werk loont en is de beste zekerheid die mensen zich kunnen wensen. Het sociale stelsel moet als vangnet beschikbaar blijven voor mensen die echt niet meer aan het werk kunnen of tijdelijk even zonder inkomen zitten.
4.1.1 Consequenties van veranderingen WIA ontwikkelingen: De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is per 1 januari 2006 in werking getreden. Die bestaat uit een regeling voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) en een regeling voor gedeeltelijke arbeidsgeschikten (WGA). Werknemers die volledig arbeidsongeschikt zijn en geen zicht op herstel hebben, komen in aanmerking voor een uitkering van 70 procent van het laatste loon. Ook werknemers die volledig arbeidsongeschikt zijn en een geringe kans op herstel hebben, krijgen een uitkering van 70 procent van het laatste loon. Zij worden de eerste vijf jaar jaarlijks herkeurd om te bezien of herstel optreedt. Gedeeltelijke arbeidsgeschikten krijgen recht op hulp bij het weer aan de slag komen plus een loonaanvulling, waardoor het inkomen hoger uitvalt naarmate men (meer) werkt. Werkgevers en werknemers krijgen een grotere verantwoordelijkheid om aan het werk te blijven. De wet bevat financiële prikkels en instrumenten om werkhervatting te bevorderen. Mensen die nog kunnen werken, moeten worden gestimuleerd om te blijven werken. Mensen die echt niet meer kunnen werken, hebben recht op een uitkering. De verwachting is dat door het afschatten van WAO-ers en het niet beschikbaar zijn van voldoende relevante arbeidsplaatsen een deel van deze ex WAO-ers in de Wwb terecht zal komen. In de eerste drie maanden van 2006 heeft UWV ruim 30.000 mensen met een WAO-, WAZ of Wajong-uitkering herbeoordeelt volgens het aangepaste Schattingsbesluit. Van 41% van de herbeoordeelde WAO3 cliënten werd de uitkering verlaagd of beëindigd . Helmond kent per 1 april 2005 4890 WAO-ers en 4 per 1 april 2006 4470 WAO-ers . De afgeschatte WAO-er heeft meestal eerst recht op een WWuitkering en komt vervolgens mogelijk in aanmerking voor een Wwb uitkering. Omstreeks 2008 / 2009 zullen de eerste aanvragen voor levensonderhoud van ex WAO-ers voor een Wwb uitkering gedaan worden. WW ontwikkelingen Het snel vinden van nieuw werk en het voorkomen van werkloosheid komt centraal te staan. Op deze manier kan de WW-uitkering fungeren als een brug tussen twee banen. Daarom heeft het kabinet wetsvoorstellen gedaan die enerzijds de toegang tot de WW strenger maken en anderzijds mensen stimuleren en ondersteunen om (weer) aan het werk te komen. Het adagium in de nieuwe WW is van Werk naar Werk. De wijzigingen in de WW worden niet in één keer, maar op verschillende tijdstippen 3 4
Informatie van website UWV (persbericht 17 mei 2006) Informatie SZ Opmaat 0794.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
13
ingevoerd. De meeste maatregelen zijn per 1 oktober 2006 ingevoerd. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste maatregelen waar de Eerste Kamer onlangs mee akkoord is gegaan.
Uitkeringsduur korter Voor iemand die voldoet aan de wekeneis vervalt het recht op een kortdurende uitkering van zes maanden. Daarvoor in de plaats komt het recht op een loongerelateerde uitkering van drie maanden. Om voor een langere WW-uitkering in aanmerking te komen, moet de werknemer in vier van de vijf voorafgaande jaren over minstens 52 dagen loon hebben ontvangen. Wie voldoet aan deze '4 uit 5'eis, krijgt per jaar arbeidsverleden één maand uitkering. Mensen die aan de wekeneis én de '4 uit 5eis' voldoen, krijgen nu nog maximaal vijf jaar WW. Die termijn wordt straks teruggebracht tot drie jaar en twee maanden. De ingangsdatum van deze wijziging is 1 oktober 2006.
Hoogte uitkering aangepast In de huidige situatie bedraagt de uitkering 70 procent van het minimumloon bij een kortdurende WWuitkering, of 70 procent van het dagloon bij een loongerelateerde uitkering. Straks worden alle uitkeringen op het dagloon gebaseerd. De WW-uitkering bedraagt de eerste twee maanden 75 procent van het dagloon; vanaf de derde maand wordt de uitkering 70 procent van het dagloon. De ingangsdatum van deze wijziging is 1 oktober 2006.
Versoepeling verwijtbaarheidstoets Om meer beweging in de arbeidsmarkt te scheppen, wil het kabinet het ontslagrecht versoepelen. Dit wordt ondermeer bereikt door de zogeheten 'verwijtbaarheidstoets' in de WW in te perken. Zo wordt het een werknemer in de nieuwe WW niet meer aangerekend als hij zich bij zijn ontslag neerlegt. Iemand is alleen nog verwijtbaar werkloos (en krijgt dus geen WW), als hij zelf zonder acute noodzaak ontslag neemt of als hij wegens een 'dringende reden' wordt ontslagen. Deze versoepelingen gelden eveneens per 1 oktober 2006.
Speciale uitkering oudere werklozen: de IOW Het kabinet wil voor ouderen na afloop van de WW een speciale uitkering op bijstandsniveau creëren. Het gaat hier om de Inkomensvoorziening voor Oudere Werknemers (IOW). Mensen die na hun vijftigste werkloos worden, hoeven dan niet eerst hun vermogen aan te spreken om voor een uitkering in aanmerking te komen. Bij mensen die na hun zestigste verjaardag werkloos zijn geworden, wordt ook niet gekeken naar het inkomen van de partner. Het wetsvoorstel hiervoor zal binnenkort bij de Tweede Kamer worden ingediend. De IOW zal ingaan per 1 januari 2009. Dit heeft te maken met het feit dat op zijn vroegst in 2009, oudere werklozen die op en na 1 oktober 2006 in aanmerking komen voor een uitkering o.g.v. de nieuwe duurbepalingen, de maximum uitkeringsduur zullen bereiken. Omdat de uitkeringsduur korter wordt en de werkloze werknemers niet zo snel voor een langere WWuitkering in aanmerking komen, zal dit mogelijk eerder en meer aanspraak op een WWB-uitkering tot gevolg hebben.
4.1.2 Toekomstige financiering Wwb De Tweede Kamer is op 21 juni 2006 akkoord gegaan met de voorstellen van staatssecretaris van Hoof (kenmerk W&B/SFI/06/32491) verdeelsystematiek WWB 2007. Dit betekent voor het Inkomensdeel onder meer dat: - het model APE2007 zal worden gehanteerd; - de herverdeeleffecten op dezelfde wijze ingeperkt worden als in 2006; - de compartimentering van het macrobudget komt te vervallen; - gemeenten vanaf 40.000 inwoners volledig objectief worden gebudgetteerd. Voor het Werkdeel zal in 2007 dezelfde systematiek worden gehanteerd als in 2006. e Conform eerdere afspraken zal in 2007 1/3 deel objectief worden verdeeld (in 2006 was dat 1/6e deel) en de rest historisch. Tot slot: de Tweede Kamer heeft ook ingestemd met de gewijzigde procedure voor het vaststellen van de budgetten, waarbij in mei al een goede voorspelling van het definitieve budget wordt afgegeven
4.1.3 Relatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en reïntegratie Met de invoering van de WMO wordt uitvoering gegeven aan een grootscheepse overheveling van verantwoordelijkheden en taken op het gebied van thuiszorg, opvang en maatschappelijk welzijn van
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
14
het rijk naar gemeenten. Elke gemeente zal een plan moeten trekken op het aanbieden van voorzieningen en dienstverlening. De gemeente anticipeert op de ontwikkelingen en heeft het WMO-beleid in de steigers gezet. Daarbij wordt binnen de gemeente tevens aandacht besteed aan de versterking van samenhang van beleid (en de daaruit voortvloeiende uitvoering), gericht op sociale activering binnen het beleidsterrein van WI, en aan het bevorderen van maatschappelijke participatie van mensen, zoals daar aandacht aan wordt besteed op het beleidsterrein van MO&D. In het kader van ontwikkeling en afstemming WMO en WWB wordt in de gemeente inzichtelijk gemaakt welke activiteiten in het kader van de WMO noodzakelijk / gewenst zijn en in hoeverre die door activiteiten in het kader van reïntegratie door uitkeringsgerechtigden verricht kunnen worden.
4.1.4 Werken met behoud van uitkering Er is een groot maatschappelijk draagvlak voor werken met behoud van uitkering als middel om mensen die ver van de arbeidsmarkt afstaan aan de slag te helpen. Gemeenten mogen bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, vermoedelijk vanaf 1 januari 2007, verplichten om aan de slag te gaan in een ‘terugkeerbaan’. Daarin kunnen de bijstandsgerechtigden gedurende maximaal twee jaar aan de slag met behoud van uitkering en werken aan hun terugkeer naar de arbeidsmarkt. Dat staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de Tweede Kamer is ingediend. De terugkeerbanen zijn bedoeld voor uitkeringsgerechtigden van wie de kans uiterst klein is dat ze op korte termijn zelfstandig een baan vinden, of werk vinden via bestaande reïntegratietrajecten. De oorzaak kan liggen in allerlei soorten persoonlijke belemmeringen. Een terugkeerbaan hoeft niet direct te leiden tot werk. Het belangrijkste doel is om de uitkeringsgerechtigde weer een stap verder te brengen op de reïntegratieladder. Die stap kan bestaan uit leerwerktrajecten, scholing, taalcursussen, bemiddeling of sollicitatietraining. Terugkeerbanen kunnen worden ingevuld bij zowel een gemeentelijke instelling als een werkgever in het bedrijfsleven. De bijstandsgerechtigde houdt zijn uitkering en krijgt dus geen loon. Als bijstandsgerechtigden weigeren mee te werken, mogen gemeenten hen korten op de uitkering. Om te voorkomen dat werkgevers normale vacatures als terugkeerbaan gaan aanbieden, staat in het wetsvoorstel dat de werkzaamheden niet primair op productiviteit zijn gericht, maar op de terugkeer naar de arbeidsmarkt. Ook kunnen gemeenten een vergoeding vragen van werkgevers die een bijstandsgerechtigde voor zich laten werken. De gemeenten mogen zelf bepalen wie voor een terugkeerbaan in aanmerking komt en wat voor werkzaamheden de bijstandsgerechtigde mag verrichten. Ook is het de bedoeling dat de gemeente regelmatig bekijkt hoe de bijstandsgerechtigde functioneert en of een terugkeerbaan nog steeds de juiste weg naar werk is. De gemeente kan in de twee jaar goed kijken wat de bijstandsgerechtigde nog nodig heeft om een reguliere baan te kunnen krijgen. Als het na twee jaar niet is gelukt om de bijstandsgerechtigde aan een baan te helpen, hebben gemeenten nog andere mogelijkheden om de uitkeringsgerechtigde verder te begeleiden, zoals het aanbieden van een leerwerkbaan, cursussen of vrijwilligerswerk. Door de afdeling E&A wordt nader beleid ontwikkelt voor de invoering en randvoorwaarden, afhankelijk van de definitieve regelgeving.
4.1.5 Aanval op de (school)uitval Het is voor het goed functioneren van de arbeidsmarkt van wezenlijk belang dat er een verhoging van de doorstroom van mbo-hbo plaats vindt, versterking van het ‘leven lang leren’ en verbetering van de 5 aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. De doelstelling van ‘Lissabon ’ op dit punt is in 6 2010 het aantal jongeren van 18-24 jaar zonder startkwalificatie dat geen opleiding (meer) volgt, met 50% te verlagen. Door onder andere de instelling van de Taskforce Jeugdwerkloosheid door OCW en Szw wordt hier vorm aan gegeven. 5
Besluit van de EU-lidstaten tijdens een bijeenkomst dat heeft plaats gevonden in Lissabon. Een startkwalificatie is in Nederland wettelijk gedefinieerd als minimaal een HAVO opleiding of een diploma op niveau 2 (basisberoepsoefenaar) van de WEB. 6
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
15
Voor een goed draaiende kennissamenleving is een hoogopgeleide bevolking nodig, die blijft leren. Het kabinet heeft daartoe een actieplan Leven Lang Leren vastgesteld. De maatregelen richten zich op het verbeteren van de randvoorwaarden voor het leren van het individu, op maatwerk voor specifieke doelgroepen en op het ondersteunen en opschalen van maatschappelijke, met name lokale en regionale, initiatieven. Ook voor een leven lang leren bestaat er een Lissabon-ambitie. Deze luidt dat in 2010 het aantal 25 tot en met 64-jarigen dat deelneemt aan leeractiviteiten gestegen is tot 12,5%. Nederland zit daar met 15,6% (2000) al boven, maar is ambitieuzer en heeft als ambitie voor 2010 een stijging tot 20%. Het kabinet denkt aan een toename van 13.000 deelnemers van 25 tot en met 64 jaar in het mbo in 2010.
4.2
Gemeentelijk beleid
4.2.1 Verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt Van belang is het om de arbeidsmarkt te optimaliseren en alle burgers te laten participeren. Voor het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt is het van belang om een samenhangende visie en doelen op de economische ontwikkeling op lokaal en regionaal niveau te hebben. Deze samenhangende visie en samenhangende doelen is binnen de gemeente nog onvoldoende voorhanden. Om succesvol pro-actief werkgelegenheidsbeleid te kunnen voeren, dient ingezet te worden op de volgende elementen: • Integrale aanpak gemeentelijke afdelingen Een integrale gemeentelijke aanpak is noodzakelijk. Het brede werk- en inkomen terrein zoekt afstemming met nauw verwante beleidsterreinen zoals onderwijs (VE en voortijdig schoolverlaten), economische zaken (arbeidsmarktbeleid, vraag bedrijfsleven) en zorg (activering en WMO). Het begrip participatie is het verbindende element. • Integraal beleid en samenwerking Door regionaal samen te werken met verschillende partners (werkgevers, scholingsinstituten, andere gemeenten, ketenpartners) kunnen partijen elkaar versterken en doelstellingen gecombineerd worden. Werkgevers en werknemers zijn vaak niet gevestigd binnen de grenzen van één gemeente. Ook scholingsinstellingen werken vaak regionaal. De effectiviteit van de inspanningen van alle partijen worden vergroot door meer synergie. • Vraaggerichte benadering Op grond van bovengenoemde arbeidsmarktanalyse kan een vraaggerichte benadering, worden opgepakt en ingezet, met verschillende uitkomsten, zoals het deels vraaggestuurd inzetten van het reïntegratiebudget, het koppelen van een scholingsaanbod, of het instellen van één aanspreekpunt voor werkgevers. • Vergroting arbeidsparticipatie / reserves op de arbeidsmarkt Het aanbod op de arbeidsmarkt bestaat niet alleen uit mensen met een WWB-uitkering. Het aanbod bestaat ook uit mensen die onder verantwoordelijkheid van UWV vallen, mensen die al een baan hebben, of geen baan en ook geen uitkering. Van belang is ook het toekomstige aanbod van arbeidskrachten. Toegezegd is, naast dit Beleidsplan, te komen met een Deltaplan, een strategische / tactische nota, waarin de samenhang tussen het beleid en de uitvoering van de terreinen economie, arbeidsmarkt en werkgelegenheid wordt weergegeven. De drie beleidsterreinen worden daarbij afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang beschreven; - het bevorderen van economische ontwikkeling - het arbeidsmarkt- en reïntegratie beleid - het beleid ten aanzien van beroepsopleiding en educatie In dat Deltaplan komen vragen aan de orde als; - wat willen we bereiken; selectieve weergave van belangrijke ambities - hoe willen we dit bereiken; welke middelen en instrumenten zetten we in, met wie werken we hierin samen (binnen en buitenshuis) - welke oplossingsrichtingen hebben we voor ogen; bestaande en eventueel nieuwe, waarbij we uitgaan van sluitende netwerken en ketens
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
16
4.2.2 Versterken van het aanbod aan instrumenten Sinds de invoering van de Wet werk en bijstand is bij de gemeente een breed palet aan reïntegratieinstrumenten ontwikkeld, zoals Helmond Actief, Direct Werk (work-first), werkervaringsplaatsen, leerwerkplekken, duale trajecten, training en scholing, tijdelijke loonkostensubsidies, etc. De uitdaging van de komende tijd is dat de activerende werking van het stelsel gecombineerd wordt met zoveel mogelijk aansluiting op de wens van de werkgevers. Dit moet plaats vinden in combinatie met maatwerk voor de klant. Speerpunten zijn: • Aanbod verbinden met de vraag De Nederlandse samenleving ontwikkelt zich van een industriële naar een dienstverlenende, kennisintensieve en technologisch georiënteerde samenleving. Die ontwikkeling heeft verschillende gevolgen voor de eisen die er aan werknemers gesteld worden. (Start- en vak-) kwalificaties worden nog belangrijker dan ze nu al zijn en de discrepantie tussen het opleidingsniveau van werkzoekende en de functievereisten zal toenemen. Door veranderingen zullen kwalificaties sneller verouderen. Werknemers en bedrijven moeten zich voortdurend en steeds sneller aanpassen. Door integrale samenwerking tussen de afdelingen, met Economie en Arbeidsmarkt als centrale spil, moet hier verder vorm aangegeven worden. Op lokaal en regionale schaal zullen werkgevers meer en duidelijker hun vraag moeten formuleren. Door gericht opleiden van vooraf geselecteerde geschikte kandidaten kan per bedrijf invulling plaats vinden. • Verbetering effectiviteit van reïntegratie-inspanningen De gemeente is bezig de effectiviteit van reïntegratie-inspanningen te vergroten. Eén van de stappen die daarbij gezet wordt is de beleving om te komen tot een inhoudelijk betere definitie van wat ‘resultaat’ is. Dat is immers niet altijd: uitstroom, maar kan ook zijn dat een bijstandsgerechtigde de afstand tot de arbeidsmarkt heeft verkleind. Belangrijk is daarbij interne afstemming en samenhang te realiseren met andere verwante werkterreinen. • Goede selectie en matching Inzicht van het bestand (op bemiddelbaarheid en competenties) is noodzakelijk. Voor effectieve reïntegratie is een goede selectie van kandidaten die voor een bepaald reïntegratie-instrument in 7 aanmerking komen van belang . De toedeling van reïntegratie instrumenten wordt dan effectiever. De inkoop van reïntegratie kan dan ook scherper zijn waarbij resultaten goed worden gedefinieerd en daarmee het reïntegratiebedrijf ook beter afgerekend kan worden op resultaat. Vervolgens komt het aan op het plaatsen van de WWBklant op de arbeidsplaats. • Verbeteren uitvoering en samenwerking in de keten In de samenwerking in de SUWI-keten zijn door gemeenten afspraken te maken met CWI en UWV over verbetering van reïntegratieadvies CWI, werkgeversbenadering, vacatures genereren, elektronische dienstverlening, vroegtijdige informatieoverdracht, etc, a en b routering (onderwerp van ontwikkeling in het BVG). • Specifieke aandacht voor de onderkant van de arbeidsmarkt Het besef dat een aanmerkelijk deel van de mensen met een bijstandsuitkering niet of niet op korte termijn naar werk zal kunnen uitstromen, wordt breed gedragen (Divosa WWB-monitor gaat uit van 50%). De problematiek van de onderkant van de arbeidsmarkt hangt samen met de problematiek van het verdwijnen van laagbetaalde banen en het verminderen van de mogelijkheden voor gesubsidieerde arbeid: het gaat er niet om, mensen af te schrijven. Zowel kabinet als gemeente(n) vinden dat verwacht mag worden van personen die een uitkering ontvangen of aanvragen dat zij zich in de eerste plaats inspannen om werk te krijgen, op eigen kracht en anders via een traject. Dat neemt niet weg dat van sommige mensen geconstateerd moet worden dat voor hen de afstand tot de arbeidsmarkt zo groot is, dat uitstroom naar reguliere arbeid niet tot de mogelijkheden behoort. Het is belangrijk dat ook aan deze mensen perspectief geboden wordt en dat zij geactiveerd worden in plaats van dat ze thuis zitten. Thema’s voor de komende tijd zijn: gesubsidieerde arbeid (afbouw traditioneel gesubsidieerde arbeid, uitstroom ID, voorkomen werkloosheid), de positie van de WSW (modernisering van de WSW, kenmerken van de doelgroep, relatie beschutte werkomgeving WSW ten opzichte van begeleid werken bij reguliere werkgevers).
7 In dat kader vindt ook het traject ‘intensivering casemanagement’ plaats dat uitgaat van verbetering van doelmatigheid en effectiviteit. Dat komt tot uitdrukking in de verbetering van de competenties van de casemanagers.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
17
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
18
5.
Financiën
Door de komst van de Wet Werk en Bijstand (WWB) is er de volgende situatie ontstaan: - een volledig vrij besteedbaar reïntegratie budget (werkdeel); - deregulering met daaraan gekoppeld de volledige budgettering van de uitkeringen (inkomensdeel). Het is aan de gemeente om beleid te maken ten aanzien van de besteding van de middelen, in het bijzonder ten aanzien van het werkdeel Wwb. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken zal het zaak zijn de instroom zoveel mogelijk te minimaliseren en zo maximaal mogelijk in te zetten op uitstroom. Als onderdeel daarvan dient verder ingezet te worden op het terugdringen van het aandeel gesubsidieerde arbeid, met name ID banen en Wiw (ex-banenpoolers), omdat de kosten van loonkostensubsidie voor meer dan de helft van het reïntegratie budget deel uitmaakt. Gelet op de verhouding per juli 2006 komt 36% van het reïntegratiebudget ten laste van de ID banen en 7,5% ten laste van de Wiw dienstverbanden. Het reïntegratie budget (werkdeel Wwb) voor 2007 is nog niet bekend. Daarnaast is het voor de gemeente in het kader van maatschappelijke ontwikkeling van de stad van groot belang zo min mogelijk personen in de uitkering te hebben en een optimale maatschappelijke participatie te bewerkstelligen. Met het ‘Beleid per 1 januari 2007’ worden de voorwaarden hiervoor geschapen. Hoe de financiën van zowel het werkdeel als het inkomensdeel zich in 2007 zullen ontwikkelen is op voorhand niet aan te geven. Het is van belang om periodiek (MARAP / BERAP) de balans op te maken zodat tijdig kan worden ingegrepen, indien de inschatting wordt gemaakt dat beschikbaar gestelde (rijks)middelen worden overschreden. De afdeling Werk, Inkomen en Zorg zal door middel van de middelen uit het werkdeel Wwb 2007 en de in gang gezette acties en projecten, haar reïntegratie taak (grotendeels) invullen. Waar (reëel) mogelijk zal de afdeling extra middelen genereren voor reïntegratie activiteiten door middel van externe middelenverwerving, branche organisaties en eventueel restant inkomensdeel Wwb. Uiteraard wordt in het kader van middelenverwerving nauw overleg gevoerd met de medewerker externe middelenverwerving. 8
Verdeelmodel werkdeel Tot en met 2005 vond de verdeling plaats op basis van het historische aandeel van de gemeente. Vanaf 2006 wordt geleidelijk aan een nieuw verdeelmodel geïntroduceerd om aan te sluiten bij de gemeentelijke behoefte. Via dit nieuwe verdeelmodel wordt het budget verdeeld op basis van het uitkeringsgerechtigden, waarbij gecorrigeerd wordt voor de lokale arbeidsmarktsituatie. Tot en met 2010 wordt elk jaar het deel van het budget dat historisch wordt verdeeld kleiner. Vanaf 2011 wordt geheel volgens het nieuwe model verdeeld. Het werkdeel is geoormerkt. Een overschot vloeit in principe terug naar het rijk, maar er geldt een meeneemregeling. Vijfenzeventig procent van het voor dat jaar toegekende budget mag worden meegenomen naar een volgend jaar. Opgemerkt wordt dat het resterende budget voor maximaal 3 jaar mag worden meegenomen. Deze regeling biedt de gemeente de gelegenheid om fluctuaties in de uitgaven voor reïntegratie goed en verantwoord op te vangen. De onderzoeksresultaten naar het verdeelmodel Werkdeel WWB geven de minister geen aanleiding het huidige verdeelmodel aan te passen. Met de inwerkingtreding van de Wet inburgering komen er middelen beschikbaar die ingezet kunnen worden voor inburgeringsplichtige bijstandsgerechtigden met taalachterstand. Aan deze groep kan de gemeente gecombineerde reïntegratie- en inburgeringsvoorzieningen aanbieden. Dat betekent dat binnen een dergelijk traject taalscholing voor beide doelen kan worden bestemd en dat daarmee bij de inkoop van deze voorzieningen al rekening kan worden gehouden. Voor bijstandsgerechtigden met medische beperkingen zonder arbeidsongeshiktheidsuitkering kunnen –indien zij hiervoor in aanmerking komen- bij plaatsing middelen uit de WIA worden ingezet (no riskpolis, premiekorting en arbeidsplaatsvoorziening). 8
Brief ministerie Szw, W&B/SFI/06/32491, d.d. 27-04-2006
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
19
In het bestuurlijke overleg is door de VNG aangegeven geen bezwaar te hebben tegen handhaving van het huidige verdeelmodel werkdeel WWB. Begroting uitgaven Werkdeel Wet Werk en Bijstand 2007 Werkdeel
Geschat. In september 06 indicatie Szw
Overschot WWB 2005 Overschot WWB 2006
p.m. post (nog niet bekend)
€
9.000.000,00
€
3.828.000,00
€
€
12.828.000,00
€
120.378,00
€
1.100.000,00
€
1.300.000,00
Werkdeel algemene uitgaven Verzuimbegeleiding werkloze werknemers Interne verrekening
bijdrage salariskosten 6561280.985
€
75.000,00
€
45.378,00
Contract Atlant
Besluit aanbesteding 2005
€
366.667,00
Contract Agens
Besluit aanbesteding 2005
€
366.667,00
€
366.666,00
Contract Nog te verdelen
Contract Fontys
Besluit aanbesteding 2005
€
525.000,00
Contract WerkConsult
Besluit aanbesteding 2005
€
325.000,00
Contract Atlant
Besluit aanbesteding 2005
€
325.000,00
€
125.000,00
Contract Nog te verdelen
Sociale activering algemeen Zebra project
BenW besluit
Zebra project inkomsten derden
€
35.986,00
€
7.197,0028.789,00-
Sociale activering inkomsten
bijdrage Agenda vd Toekomstmiddelen
€
Contract Vrijwilligerscentrale
Besluit aanbesteding 2005, 235 pltsn
€
204.450,00
Contract Stg. Maatschappelijke Opvang
Besluit aanbesteding 2005
€
382.560,00
€
587.010,00
€
164.500,00
-
€
Incentives Vrijwilligerscentrale
BenW besluit
Loonkostensubsidie algemeen
BenW besluit
€
750.000,00
ID-Banen
1e kwartaal 2006 is 900.000 begroot x 4
€
3.600.000,00
Uitstroom ID banen Matchcare
BenW besluit
€
243.720,00
Wiw dienstbetrekkingen
Contract Atlant (BenW besluit)
€
800.000,00
Wsw dienstverband
€ 20 werkervaringsplaatsen Logistiek
€
400.000,00
Loonkostensubsidie Werkgelegenheidsplan
30 werkervaringsplaatsen Atlant
€
600.000,00
Loonkostensubs Werkgelegenheidsplan
30 werkervaringspltsn overige werkg
€
600.000,00
Wachtlijst Wsw (max 65 plaatsen)
Besluit BenW
Opleiding Bouw / jongerenproject
Restant vrij te besteden
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
751.510,00
€
6.993.720,00
€
750.000,00
€
1.812.392,00
-
Loonkostensubsidie VAL
Bonus t.b.v. uitstroomprestaties contracten
€
€
100.000,00
€
550.000,00
€
100.000,00
20
6.
Bijlage:
De verschillende partners en activiteiten
Hieronder vindt globaal een opsomming van projecten en activiteiten plaats. Tot slot worden ook de nieuwe initiatieven benoemd. Met deze projecten, activiteiten en initiatieven wil de gemeente haar taakstellingen realiseren. Reïntegratiebeleid is echter niet statisch maar is constant aan ontwikkeling en vernieuwing onderhevig om die taakstellingen te realiseren maar ook resultaten te optimaliseren waarbij het kostenaspect, in de vorm van effectiviteit en efficiency, niet uit het oog wordt verloren. 6.1
Centrale organisatie Werk en Inkomen (CWI)
In de SUWI-wet is de inname van bijstandsaanvragen aan het CWI toevertrouwd. De afhandeling en verdere beoordeling en het nemen van het uiteindelijke besluit op deze aanvragen is een gemeentelijke taak. Om de processen en producten van CWI en afdeling Werk en Inkomen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen is een Service Niveau Overeenkomst (SNO) gesloten. De SNO is een contract waarin de samenwerkingsafspraken alsmede de kwaliteitsniveau’s tussen de werkprocessen van het CWI en de afdeling Werk, Inkomen en Zorg zijn geregeld. Deze SNO heeft een looptijd van één jaar (januari tot januari). Naast inname van bijstandsaanvragen vindt in het CWI vacaturewerving en –vermelding plaats, evenals bemiddeling van werkloze werknemers fase 1 gedurende de eerste 6 maanden en fasering van werkloze werknemers. De huidige fasering van werkloze werknemers zal gaan verdwijnen. Landelijk wordt er in enkele regio’s geëxperimenteerd met de zogenaamde A / B routering. Werkloze werknemers in de A-route worden geacht zelf werk te kunnen vinden, begeleiding en bemiddeling vindt plaats vanuit het CWI. Werkloze werknemers in de B-route worden geacht zelf geen werk te kunnen vinden. Zij worden in hoofdzaak door de gemeente en / of UWV ondersteund met reïntegratie activiteiten om een plaats te verwerven op de arbeidsmarkt. Uitval van A naar B-route is mogelijk. Door de gemeente wordt in het in te richten Bedrijfsverzamelgebouw SUWI, in samenwerking met CWI en UWV, dit model uitgewerkt. 6.2
Werkplein, regio Helmond
Door de gemeente wordt samen met de andere partners verder vorm gegeven aan het Werkplein (Bedrijfsverzamelgebouw SUWI). Het Werkplein vervult een belangrijke rol in de reïntegratie van werkloze werknemers. Immers in het Werkplein wordt op één fysieke plek verder vorm gegeven aan afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het doel is daarbij niet op één fysieke plek maar onder andere juist op het integraal werken, korte lijnen, korte doorlooptijden, gegevensuitwisseling en éénpersoonsdossier. Door verbetering en in elkaar schuiven van de werkprocessen wordt tussen de partners de effectiviteit en efficiency verder verbeterd. Door middel van afzonderlijke trajecten wordt door de relevante partijen vorm en inhoud gegeven aan de ontwikkeling van die nieuwe werkprocessen. 6.3
Direct Werk
Het project Direct Werk werkt volgens het werkplaatsmodel waarbij een substantieel deel aantal werkplekken binnen een beschermde omgeving worden aangeboden. De aansturing en begeleiding op de werkplekken vinden plaats binnen één overkoepelende organisatie. De uitkeringsgerechtigden werken in de werkplaats met behoud van uitkering. Voor de nieuwe instroom met arbeidsverplichting wordt in beginsel het project Direct Werk toegepast. De arbeidsverplichting is in deze cruciaal. Immers, de arbeidsverplichting is het kenmerk dat betrokkene is aangewezen op een loondienstverband en daarvoor beschikbaar is. Op basis van een individuele beoordeling (maatwerk) wordt Direct Werk toegepast. Het project is in eerste instantie bedoeld voor de nieuwe instroom van bijstandsgerechtigden die: een sollicitatieplicht hebben; bij het CWI als B routering zijn geïndiceerd; bij twijfel een medische keuring hebben ondergaan zodat de belastbaarheid vast staat;
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
21
naar verwachting voldoende psychische stabiliteit vertonen om tenminste 5 dagdelen per week inzetbaar (ten behoeve van activiteiten gericht op arbeidsinschakeling) te zijn; naar verwachting stabiliteit vertonen op de leefgebieden; wonen (vast onderdak) en verslaving (geen of stabiele methadonafname).
In beginsel is er sprake van een duaal traject. Uitgaande van volledige arbeidsplicht wil duaal in dit verband zeggen 20 uur feitelijk activiteiten verrichten om te kunnen beoordelen welke arbeidsmarktkwalificaties ontbreken c.q. versterkt moeten worden om een structurele plaats op de reguliere arbeidsmarkt te verwerven. De overige tijd wordt ingezet voor noodzakelijke uitstroombevorderende activiteiten, zoals sollicitatietraining, wegnemen belemmeringen, verbeteren arbeidsmarktkwalificaties en startkwalificaties. Bij Direct Werk wordt in eerste instantie de werkloze werknemer gediagnosticeerd, geobserveerd en beoordeeld. Na deze fase is de inzet gericht op een verantwoorde plaatsing op de reguliere arbeidsmarkt (profit, non-profit). De inzet is om werk te zoeken dat past bij het opleidingsniveau en de arbeidsmarktkwalificaties van de werkloze werknemer.
Doorontwikkeling: De gemeente moet naast het ‘snel scoren’ met goede bemiddelbaren en nieuwe instroom ook blijvend investeren in het zittende bestand en moeilijk bemiddelbaren. Aanpak van het ‘granieten bestand’ is essentieel om zoveel mogelijk inwoners maatschappelijk te laten participeren. De gemeente heeft een goed maatregelbeleid maar het is belangrijk het maatregelbeleid in relatie te gaan zien met de kwaliteit van het dienstenaanbod. De gemeente stelt scherpe(re) eisen aan haar werkloze werknemers maar heeft ook een extra verantwoordelijkheid voor de (kleine) groep kwetsbare personen in crisis situaties. 6.4
Helmond Actief (Binnenstad Oost en H-Noord) en West Werkt (H-West)
Helmond Actief is als ontwikkelproject in 2001 geïnitieerd onder de noemers wijkontwikkeling Binnenstad Oost in het kader van een grootschalige herinrichting, “intensivering klantmanagement” van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg en de “sociaal, maatschappelijke pijler” van het GSB beleid van de gemeente Helmond. Met ingang van 1 februari 2005 is het model uitgebreid naar Helmond West en – Noord. Daarbij is uitgegaan van huur van een ruimte gedurende een aantal dagdelen per week in bijvoorbeeld een wijkgebouw. Vanuit die ruimte worden de activiteiten zoals nu in Helmond Actief verricht. De afdeling Werk en Inkomen heeft destijds Fontys Hogeschool Sociaal Werk benaderd om dit project te coördineren en tevens kennis te ontwikkelen voor het te implementeren dienstverlenings-concept Klantmanagement. In het huidige project ‘Maatschappelijke (Re)integratie’ (bestaande uit Helmond Actief en West Werkt) participeren thans drie reïntegratiebedrijven en de gemeente. Het project beoogt alle werkloze werknemers, wonend in de aandachtswijken activerend te bemiddelen naar werk, sociale activering en / of zorg. Er wordt mede op basis van de ervaringen binnen de gemeente Helmond integraal beleid voor casemanagement ontwikkeld, dat recht doet aan de ingevoerde Wet werk en bijstand. In het verlengde daarvan zijn andere belangrijke onderwerpen ‘hoogwaardige handhaving’ en het inburgeringbeleid. In het project is al een vergaande vorm van ketenbenadering ingevoerd. Er zijn met een breed scala aan instellingen contacten om op het juiste moment in de keten de juiste dienstverlening te kunnen inzetten. Het project ondersteunt mensen in hun zoektocht naar maatschappelijke participatie. Uiteindelijk is de aanpak er op gericht, dat burgers zich weer duurzaam en zo zelfstandig mogelijk leren verhouden en verbinden met de samenleving. Tegelijkertijd wil het project tegemoetkomen aan de bredere doelstelling van cohesiebevordering van mensen wonend in de aandachtswijken. Het project fungeert tevens als laboratorium voor verdere methodiekontwikkeling, casemanagement en ketenbenadering. Het project ontwikkelt zich steeds meer als een zeer succesvolle reïntegratie instrument. Het project is momenteel zichzelf versterkend. De aanloop maar ook het aanbod van klanten neemt toe als gevolg van de behaalde resultaten. Ook landelijk ontstaat steeds meer belangstelling voor de opzet en werkwijze van het project. De mogelijkheden van gemeentebrede aanpak wordt verder uitgewerkt.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
22
Uitdrukkelijk wordt echter opgemerkt dat het resultaat staat en valt met goede beschikbare bemiddelaars. Geld op zich is niet maatgevend voor het resultaat maar de juiste kwaliteit en instelling van de bemiddelaars. 6.5
Vrijwilligerswerk (Sociale Activering)
Als onderdeel van sociale activering voert de afdeling WI het product vrijwilligerswerk in haar pakket reïntegratieinstrumenten. Het instrument wordt als waardevol beschouwd in het kader van de reïntegratie en biedt tegelijkertijd Helmonders die een zwakkere positie ten opzichte van de arbeidsmarkt hebben kansen om weer deel te nemen aan de maatschappij. Er wordt gedurende een periode van maximaal twee jaar gewerkt aan verbetering van competenties met als uiteindelijk doel een plaats te laten verwerven op de reguliere arbeidsmarkt. Voor hen, waarvoor dat (nog) niet bereikbaar is, is er in ieder geval een hogere mate van maatschappelijke participatie. Bijkomend effect is dat zij maatschappelijk zinvol en nuttig werk verrichten en daarmee positief bijdragen aan het Helmondse maatschappelijke en culturele leven. Voor veel instellingen en verenigingen levert het vrijwilligerswerk van deze doelgroep een wezenlijke bijdrage in het functioneren in zijn geheel. Als stimulans wordt aan de cliënten die in het kader van een reïntegratietraject dit instrument volgen gedurende een periode van maximaal twee jaar een incentive verstrekt. Zelfmelders, jonger dan 65 jaar, die een uitkering van de afdeling WI ontvangen en vrijwilligerswerk in het kader van reïntegratie een voor hen aangewezen instrument is, kunnen na accordering door de klantbegeleider eveneens van dit instrument gebruik maken. 6.6
Dagbesteding en aangepaste arbeid (Sociale Activering)
In het kader van de toeleiding van langdurige werklozen naar de arbeidsmarkt worden de activeringstrajecten dagbesteding en aangepaste arbeid ingezet. Bij deelnemers wordt gewerkt aan: - bevorderen van het vermogen tot samenwerking; - bevorderen van regelmaat en structuur; - bevorderen van omgaan met werkdruk en continuïteit; - bevorderen van omgaan met autoriteit; - bevorderen van ervaring met werken (jongeren). Binnen het project wordt gewerkt aan bovengenoemde vaardigheden. Opgemerkt dient te worden dat binnen elke functie / fase verschil is in verblijfsduur (tijd), methode en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit en de kwantiteit van het werk. Belangrijke elementen in de methodiek zijn individuele begeleiding, multiculturele samenwerking, doorlopend coachen ook na plaatsing op een werkplek. Gezien het maatwerk wat geleverd wordt is er binnen het project sprake van door- en terugstroming van deelnemers naar de verschillende functies. Het uiteindelijke doel van het project is om langdurige werklozen te laten doorstromen naar reguliere arbeid. 6.7
Gesubsidieerde arbeid / loonkostensubsidie
In het reïntegratiebeleid is het onderdeel gesubsidieerde arbeid verweven. Gesubsidieerde arbeid wordt verricht in een reguliere werkomgeving met tegelijkertijd het verbeteren van arbeidsmarktkwalificaties. Het verbeteren van arbeidsmarktkwalificaties kan uit een veelheid van activiteiten bestaan zoals opdoen van werkervaring en scholing. In beginsel wordt direct tussen werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst gesloten. De werkgever (profit of non-profit) betaalt in beginsel zelf de loonkosten maar kan eventueel een bijdrage in de loonkosten ontvangen. De bijdrage in de loonkosten is dat deel, dat gelet op de loonwaarde van de werkloze werknemer, dat op dat moment nog niet door hem opgebracht kan worden. Gestart wordt met een minimale loonwaarde van 30% die in een periode van 2 jaar moet groeien naar 100%. Gelet op de ervaringsgegevens van de gemeente tot nu toe blijkt in de praktijk de verhouding loonkostensubsidie gemeente en loonkosten werkgever zich te ontwikkelen volgens het model 60% loonkostensubsidie en vervolgens 40, 20 en 0% in een periode van één jaar. In die periode neemt het aandeel van de loonkosten die de werkgever betaalt naar evenredigheid toe. Bij een detachering treedt de werkloze werknemer eerst in dienst bij een tussenwerkgever en verricht daadwerkelijk werkzaamheden bij een andere werkgever. Bij loonkostensubsidie treedt de werkloze werknemer direct in dienst bij de beoogde werkgever waar de werkzaamheden worden verricht.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
23
6.8
Werkgelegenheidsproject Atlant Groep
In samenwerking met Atlant Groep Industrie is een project gestart om herintreders werkervaring op te laten doen. In het bijzonder voor herintredende alleenstaande ouders was er een grote behoefte. De werkervaringsplaatsen vinden plaats in eenvoudig productie- / maakwerk in de industrie, groen, kwekerij, catering, schoonmaak. Gestart wordt met een proefplaatsing van 1 maand met behoud van uitkering. Dan volgt een tijdelijk regulier arbeidscontract bij Atlant Groep op basis van minimaal 32 uur per week. Uitgangspunt is 100% wettelijk minimum loon (WML). Dat betekent beëindiging van de uitkering en dat AG juridisch werkgever is. De arbeidproductiviteit wordt berekend door een erkende arbeidsdeskundige. Op basis van deze "productiviteitsberekening" wordt de loonkostensubsidie (LKS) bepaald voor het 1e jaar. Er moet minimaal 30% arbeidsproductiviteit zijn zoals bij de Wsw. AG-Industrie wordt gezien als regulier werkgever waar bedoelde personen met nader vast te stellen LKS op basis van een (jaar)contract te werk worden gesteld. Na een jaar kan de LKS bij hoge uitzondering voor een nader te bepalen periode verlengd worden. Tussentijds wordt ingezet op reguliere uitplaatsing op eigen initiatief van de kandidaat of met ondersteuning. Met begeleiding en nazorg wordt ingezet om de deelnemers ontwikkelingsgericht te begeleiden naar een vaste reguliere baan. Er wordt hierbij vanuit gegaan dat: - 40% van de deelnemers tijdens dit traject zelfstandig ander duurzaam regulier werk vinden; - 40% van de deelnemers actief van werk naar werk bemiddeld zal worden; - maximaal 20% van de deelnemers tijdens of na het tijdelijke contact (voorlopig) nog niet staat zijn om doorgeplaatst te worden. Bij dit project is er sprake van een flexibele individuele instroom. Met andere woorden er wordt uitgegaan van minimaal 20 kandidaten maar is naar boven open. Uiteraard wordt het project continu zorgvuldig gevolgd in het kader van budgetbeheer om overschrijdingen te voorkomen. Na een jaar vindt er een evaluatie plaats, waarbij in het bijzonder de resultaten en het verloop betrokken worden. 6.9
Werkgelegenheidsproject ‘andere werkgevers’
Onderzoek wordt gedaan om in samenwerking met andere reguliere werkgevers een project te starten om herintreders werkervaring op te laten doen, vergelijkbaar met het werkgelegenheidsproject Atlant Groep. De werkervaringsplaatsen moeten plaats vinden in eenvoudig productie- / maakwerk. Gestreefd wordt naar start per 1 januari 2007. 6.10
Jeugdwerkloosheid 9
Hoge prioriteit wordt gelegd bij bestrijding jeugdwerkloosheid . Al gedurende de schoolperiode dient er aandacht te zijn voor voorkoming van uitval en het behalen van voldoende startkwalificaties c.q. arbeidsmarktkwalificaties. Indien toch uitval plaats vindt moet ingezet worden op een snelle plaatsing op de arbeidsmarkt en voorkomen moet worden dat nieuwe langdurige werklozen ontstaan. Uitval vindt voornamelijk plaats binnen middelbaar beroepsonderwijs ROC e.d. Binnen de gemeente (bureau Jeugd, bureau onderwijs, de afdeling economie en arbeidsmarkt en de afdeling werk en inkomen) is het project Jeugdwerkloosheid geïntensiveerd. Uitgangspunt is dat voortijdige schooluitval voorkomen moet worden. De gedachte daarbij is de regionale RMC functie binnen het onderwijs verder te digitaliseren en te optimaliseren. Daarmee kunnen de zwakkere leerlingen gedurende de schoolperiode eerder gesignaleerd worden. Met het onderwijsveld kan dan gericht naar die leerlingen acties uitgezet worden om uitval te voorkomen. Het is ook bekend dat jongeren die dreigen voortijdig de school te verlaten, weinig motivatie hebben om in een schoolse omgeving te leren. Voor hen die dan toch uitvallen is de weg van werkend leren de meest aangewezen weg. De mogelijkheden van leerwerktrajecten wordt daartoe ingezet. 9
Onder Jeugdwerkloosheid wordt verstaan vroegtijdige schoolverlaters en jongeren die geen werk hebben in de leeftijd van 15 tot en met 22 jaar en die geen startkwalificaties (diploma MBO niveau 3, Havo diploma) hebben om een plaats op de arbeidsmarkt te verwerven.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
24
Het belang van voldoende startkwalificaties c.q. arbeidsmarktkwalificaties om een plaats op de reguliere arbeidsmarkt te verwerven wordt onderkend. Om vroegtijdige schooluitval te voorkomen is ook een onderzoek ingesteld naar de bestaande zorgstructuur. Daarbij zijn een aantal omissies geconstateerd die worden aangepakt. Dit onderzoek maakt deel uit van een door de afdeling WI bij het ministerie van Szw ingediend subsidieverzoek, in het kader van de Agenda van de Toekomst, voor het voorkomen van jeugdwerkloosheid. Dit subsidieverzoek is gehonoreerd. 6.11
Aan het Werk
Door Helicon Opleidingen, ROC Ter Aa, SBK Advies en Training en de gemeente Helmond wordt voor de dienstverlening aan bedrijven in de regio Helmond één loket ingericht onder de naam ‘Aan het Werk”. Vanuit de samenwerking en visie zijn een aantal doelstellingen geformuleerd; - Het door middel van scholing en reïntegratie toeleiden van minimaal 200 werkzoekenden per jaar naar de arbeidsmarkt door middel van duale trajecten op maximaal niveau 3. - Het betrekken en committeren van ondernemers in de regio Peelland – Helmond bij het laten instromen van werkzoekenden. - Het vergroten van het aantal beschikbare stageplaatsen en leerwerkplaatsen bij het regionale bedrijfsleven voor het VMBO en MBO. Concrete doelstelling bedraagt het realiseren van minimaal 200 nieuwe leer-werk trajecten. - Een bijdrage leveren aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid en het voorkomen van “draaideur” jongeren. - Het in samenwerking met ondernemers en de gemeenten ontwikkelen van het opleidingsniveau van werknemers en potentiële werknemers door een optimalisatie van de aansluiting onderwijs bedrijfsleven. Dit wordt ondersteund door het gezamenlijk vertalen van regionale behoeften naar nieuwe opleidingen en een regionale inkleuring van programma’s binnen het VMBO en MBO. - Het ontwikkelen en stimuleren van EVC procedures voor een optimale aansluiting tussen onderwijs – bedrijfsleven en tussen aanwezige- en benodigde competenties bij (toekomstige) medewerkers. Totaal zal het eerste jaar minimaal 750 EVC trajecten worden uitgevoerd. - Het employabel houden van huidige werknemers door middel van een gerichte scholing en begeleiding. - Makelaarsfunctie en aansluiting bij landelijke initiatieven zoals van opleidingsfondsen. - Een structurele samenwerking bewerkstellingen op het gebied van de regionale scholings- en arbeidsmarkt met alle relevante actoren vanuit het consortium. Het project is gekoppeld aan het landelijke project Leren en Werken dat een gezamenlijk project van het ministerie van OCW en SZW met betrokkenheid van de ministeries van LNV, EZ, V&I en Financiën is. Uitgangspunt daarbij is dat burgers hun leven lang leren om optimaal mee te kunnen draaien in de kenniseconomie en de kennissamenleving. Burgers doorlopen behalve een arbeidsloopbaan ook een leerloopbaan en die twee loopbanen zullen elkaar voortdurend afwisselen en versterken. Het Innovatieprogramma WWB Arbeidsmakelaar (6.12) is inmiddels ook gekoppeld aan het project Aan het Werk. 6.12
ZEBRA
Een ander instrument dat gebruikt wordt om jeugdwerkloosheid te voorkomen is ZEBRA (Praktijkschool Helmond, de Hilt en Antoon van Dijkschool). De doelgroep van het project is jongeren, in de leeftijd van 16 tot en met ongeveer 20 jaar, met een (licht) verstandelijke handicap. Middels een juiste diagnose, een op de leerling toegesneden training en begeleiding worden socialeen arbeidsvaardigheden aangeleerd. Deze intensieve trajecten zijn met name bedoeld om de kansen op een reguliere of gesubsidieerde baan te vergroten dan wel te voorkomen dat de leerlingen aangewezen zijn op een (arbeids)ongeschiktheidsuitkering of plaatsing op een dagverblijf. De trajecten vinden plaats naast het reguliere initieel onderwijs. Het belang van de leerlingenwerkplaats wordt algemeen onderkend. De activiteiten vinden plaats in een echte bedrijfsmatige omgeving. Daartoe is bij Atlant Groep een volledig ingerichte ruimte gehuurd waar de activiteiten verricht worden.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
25
De afdeling WI en E&A participeren in dit kader in het arbeidsintegratie overleg t.b.v. verstandelijk gehandicapten en moeilijk lerende kinderen in de regio Helmond. In dit periodieke overleg waarin onder andere de Stichting MEE (voormalige SPD), scholen met leerlingen behorende tot de doelgroep en UWV zitten, wordt getracht jeugdwerkloosheid onder de doelgroep te voorkomen c.q. beperken. 6.13
Samenwerking branche organisaties / werkgeversbenadering
In de huidige tijd betekent reïntegratie dat niet alleen naar de individuele kandidaat gekeken wordt en geprobeerd wordt afhankelijk van zijn capaciteiten die ergens te plaatsen, maar dat ook op de behoefte in het bedrijfsleven aan medewerkers en de daarbij behorende startkwalificaties ingestoken wordt. In dit verband wordt door middel van samenwerking met branche organisaties maar ook bedrijfsbenadering een situatie te krijgen waarin aan het bedrijfsleven die medewerkers kunnen worden geleverd waar ook daadwerkelijk behoefte aan bestaat. Een van de middelen om kansen te creëren is zorg te dragen voor de juiste startkwalificaties / arbeidsmarktkwalificaties. Dit dient op verschillende terreinen te geschieden. Binnen de doelgroep is het van belang een duidelijk beeld te hebben van de verschillende opleidings- en werkervaringkwalificaties waarover beschikt wordt. Er zijn verschillende relaties naar het bedrijfsleven om afhankelijk van de beschikbare en nog te verkrijgen startkwalificaties, gericht de juiste match te maken. Afhankelijk van de behoefte aan personeel en de daarbij behorende startkwalificaties uit het bedrijfsleven, wordt gericht naar kandidaten gezocht die het meest voldoen aan de gevraagde startkwalificaties. Door gerichte scholing, opleiding en werkervaring worden eventuele aanvullingen verkregen voor het vereiste niveau. Door de personeelsbehoefte en de daarbij behorende startkwalificaties binnen de verschillende sectoren van in de gemeente respectievelijk regio gevestigde ondernemingen in beeld te brengen, kan waar mogelijk aansluiting gezocht worden met de beschikbare capaciteit aan arbeidspotentieel bestaande uit (langdurig) werklozen, doorstromers en nieuwkomers op de arbeidsmarkt. De potentiële doelgroep moet daarbij gericht voorzien worden van voldoende startkwalificaties die binnen redelijke termijn realiseerbaar is. Door de afdeling E&A wordt gericht onderzoek naar dit onderwerp gedaan, in samenwerking met de arbeidsmakelaar. In eerste instantie onder de grootste, laatst gevestigde werkgevers. Na de inventarisatie wordt een analyse gemaakt. Deze analyse moet verschillende onderzoeksrichtingen bevatten zoals; - aard van de vacatures - behoefte op de korte, middellange en lange termijn - kunnen werkloze werknemers op redelijke termijn voor deze vacatures geschikt gemaakt worden - zijn er opleidingstechnische consequenties - zijn er geschikte opleidingen voor de vacatures - moet er promotie van de beroepsrichting in het onderwijs plaats vinden Met de uitkomsten van de analyse wordt nieuw arbeidsmarktbeleid geformuleerd. 6.14
Innovatieprogramma Wwb ‘Arbeidsmakelaar’
Door de gemeente Helmond en Weert wordt gezamenlijk een project uitgevoerd in het kader van het Innovatieprogramma Wet werk en bijstand. Dit project is gericht op de innovatie van beleid en uitvoeringspraktijk voor de reïntegratie van de onderkant van het klantenbestand van de gemeentelijke diensten, verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. De vernieuwing wordt gezocht in het intensiveren van de samenwerking met bedrijven voor het effectief reïntegreren van werkzoekenden en werknemers die door personele reorganisatie met ontslag worden bedreigd. Dit innovatieproject bestaat uit drie hoofdelementen: 1. Ontwikkelen en uitvoeren van concrete pilots waarbij bedrijven en gemeenten in coproductie samenwerken aan de reïntegratie van de onderkant van de arbeidsmarkt (laag gekwalificeerde werknemers en uitkeringsgerechtigden). Het betreft projecten waarbij praktische oplossingen worden gezocht voor bedrijven met concrete personeelsbehoeften. 2. Kennisontwikkeling: onderzoek naar succesfactoren en knelpunten in bestaande en nieuwe bedrijfsgerichte reïntegratieprojecten en het verkennen van mogelijkheden om dit uit te breiden,
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
26
onder andere vanuit samenwerking binnen de gemeenten (tussen sociale zaken en andere diensten) en tussen gemeenten en bedrijven. 3. Inrichting van een lokaal / regionaal partnerschap gemeente en bedrijven, van waaruit nieuwe beleidsinstrumenten worden ontwikkeld met daarin georganiseerd een servicepunt dat praktische ondersteuning kan geven aan bedrijven met concrete vragen ten aanzien van personeelsbeleid en reïntegratie. Deelproject 1: Onderzoek, ontwikkeling en ondersteuning bedrijven (vraagontwikkeling) Instellen van de functie “arbeidsmakelaar” met als opdrachten: • Onderzoek naar economische en personele ontwikkelingen bij bedrijven in samenwerking met Gemeentelijke afdeling Economie en Arbeidsmarkt (bedrijfscontactfunctionaris / arbeidsmarktbeleid), stedelijke projecten (GSB, Suytkade, e.a.), overlegplatforms van werkgevers, CWI, KvK • Ontwikkeling van instrumenten om in te spelen op behoeften en knelpunten t.a.v. employability (in-, uit-, doorstroom) en reïntegratie van moeilijk bemiddelbare met ontslag bedreigde werkenden en werkelozen: onder andere werkervaringsplaatsen en werkscholingstrajecten i.s.m. bedrijven, jobdevelopment (herdefiniëring van functies), personele mobiliteit tussen bedrijven en projecten. • Ondersteuning bij het opzetten van een permanent partnership (convenant) tussen gemeente en bedrijven, in samenwerking met ketenpartners, met hierbinnen een servicepunt voor personeelszaken in het kader van reïntegratieprojecten en “werk naar werk”. Resultaat: Partnership gemeente / bedrijven en reïntegratieconvenant voor afgesproken periode. Deelproject 2: Realisatie reïntegratieprojecten op basis van contract-compliance (en social return) Ontwikkelen en realiseren van reïntegratieprojecten, gekoppeld aan gemeentelijke aanbestedingsopdrachten (schoonmaak, groenonderhoud, catering, etc…), waarbij bedrijven de verplichting op zich nemen om fase 3 / 4 klanten via een reïntegratietraject in dienst te nemen. Hiervoor wordt een “projectbemiddelaar” aangesteld, die in samenwerking met de betrokken gemeentelijke diensten, vanuit bestaande en nieuwe aanbestedingsopdrachten gaat onderzoeken, op welke manier reïntegratiedoelstellingen op vrijwillige of contractuele basis kunnen worden onderhandeld met de betrokken bedrijven. Aanvullend wordt onderzocht op welke manier een vorm van “positieve actie” beleid kan worden ontwikkeld en gerealiseerd binnen de gemeente (i.s.m. personeelszaken) en bij netwerkorganisaties met betrekking tot reïntegratie. 6.15
Innovatieprogramma Wwb ‘Van WWB-er naar zzp-er’
Door de gemeente Helmond, Weert en Eindhoven wordt gezamenlijk een (deel)project uitgevoerd in het kader van het Innovatieprogramma Wet werk en bijstand. 10 Uit diverse onderzoeken en de uitvoeringspraktijk is gebleken dat er goede, duurzame uitstroommogelijkheden zijn voor uitkeringsgerechtigden aan de onderkant van de arbeidsmarkt als zelfstandig ondernemer, mits goed geïndiceerd, gefaciliteerd en begeleid. Gemeenten beschikken over een instrumentarium, in het bijzonder het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004), maar dit wordt niet altijd even goed benut, zowel door grote als kleine gemeenten en voldoet niet altijd en voor elke doelgroep. Het starten van een bedrijf als reïntegratie-instrument zal nog meer gemeengoed moeten worden, vooral in de vorm van zelfstandigen zonder personeel (zzp-er). Binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) worden gemeenten verantwoordelijk voor indicatie en uitvoering van onder meer de huishoudelijke hulp. Huishoudelijke hulp is een onderdeel van de markt voor persoonlijke dienstverlening. Binnen de WMO is het mogelijk om persoonsgebonden budgetten aan geïndiceerden voor deze dienstverlening te verstrekken. Als aanbieders op deze markt kunnen zelfstandigen zonder personeel met de juiste competenties uitstekend opereren. Voor die gemeenten die hoofdzakelijk kiezen voor huishoudelijke hulp in natura via aanbestedingen kan een contract-compliance in verband met “social return” worden opgenomen. Grotere aanbieders op de markt van de persoonlijke dienstverlening/huishoudelijk hulp kunnen op grond van deze bepaling gestimuleerd worden gebruik te maken van startende zelfstandigen uit het uitkeringsbestand.
10
Bijvoorbeeld: Ondernemend de uitkering uit. Onderzoek naar het starten van een bedrijf vanuit een uitkeringssituatie. Onderzoek uitgevoerd door Ecorys Nederland BV in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
27
De markt voor persoonlijke dienstverlening is een prijsmarkt. Door koppeling aan de WMO en samenwerkingsverbanden van zelfstandigen (franchiseorganisatie) kunnen schaalvoordelen behaald worden, waardoor een ondernemersinkomen boven bijstandsniveau binnen handbereik ligt.
Motivering: Naar aanleiding van een initiatief van een commercieel schoonmaakbedrijf om te bezien of en hoe zelfstandigen zonder personeel ingeschakeld kunnen worden op de markt van persoonlijke dienstverlening en het aanbieden van schoonmaakdiensten voor particulieren in het bijzonder is door de gemeenten Eindhoven/Helmond/Weert een nadere verkenning ondersteund. Deze nadere verkenning leverde op dat in de bedoelde regio voldoende potentiële afnemers van persoonlijke dienstverlening zijn, mits de diensten voor een redelijke prijs worden aangeboden. Wil het werk voor de doelgroep WWB-ers aantrekkelijk zijn dan zal er nog aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan, zoals een gericht trainings- en begeleidingsprogramma, een door de commerciële organisatie uit te voeren organisatie voor inhuur van zzp-ers, een voldoende financiële prikkel om de wil tot reïntegratie te ondersteunen en een adequaat ingerichte administratieve organisatie. Een afzonderlijke vraag is of in een dergelijke constructie bij de aanhaking van zzp-ers aan een commerciële schoonmaakorganisatie niet sprake is van een verkapte arbeidsverhouding (dienstverband). Dit zal nader vormgegeven moeten worden. Projectdoelen kwalitatief: Op basis van de globale verkenning van de mogelijkheden en knelpunten bij het inschakelen van zzpers bij commerciële private schoonmaakorganisaties worden in dit project de organisatorische en fiscale knelpunten weggenomen en omgezet in een werkend concept, uitgevoerd in de genoemde regio waar het particuliere bedrijf actief is. De deelproducten marktonderzoek, organisatorische verkenning en uitwerking worden ingebracht in het totaalproject. Tegelijkertijd wordt via de methodiek van werving, selectie en begeleiding, die via het totaalproject aangeleverd wordt, gewerkt aan het benaderen en begeleiden van potentiële zzp-ers in de betreffende regio. Hierbij wordt aangesloten bij de in die regio werkende praktijk van ondernemersondersteuning en uitvoering Bbz. Projectdoelen kwantitatief: Gezien de belangstelling voor zelfstandig ondernemerschap onder de doelgroep uitkeringsgerechtigden wordt gestart met 20% van het WWB-bestand op de hoogte te brengen van het project en via werving, selectie en begeleiding gedurende of direct na de looptijd van het project 50 zzp-ers via deze commerciële, private organisatie plaatsen als persoonlijk dienstverlener (hoofdzakelijk schoonmaakwerk, tuin- en huisonderhoud). 6.16
Van werk naar werk
De economische conjunctuur kan voor de verschillende branches verschillend verlopen en kan voor bepaalde sectoren op elk moment tot afname werkgelegenheid leiden. Dit betekent in de praktijk dat een aantal werknemers met ontslag bedreigd worden. Wanneer de situatie van ontslag zich voordoet, worden de werknemers geconfronteerd met werkloosheid. Lang niet altijd is er direct vervangende werkgelegenheid en zeker niet in een tijd van verminderde economische activiteit. Het gevolg is aanvraag van een uitkering en activiteiten van de verschillende instellingen, zoals CWI, UWV, gemeente en reïntegratiebedrijven, om de werkloze werknemer weer aan het werk te krijgen. Met ontslag bedreigde werknemers dienen tijdig te worden herplaatst in ander regulier werk. Iedereen die werkloos dreigt te worden, kan bij het vinden van een baan hulp van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) of van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) krijgen al vóór de eerste werkloosheidsdag. Dit betekent dat UWV preventieve reïntegratietrajecten kan inkopen voor met ontslag bedreigde werknemers die niet direct bemiddelbaar zijn. Een werknemer moet wel aantonen dat hij binnen vier maanden op straat komt te staan. De aangeboden hulp wordt intensiever wanneer het CWI oordeelt dat het voor iemand moeilijker zal zijn snel weer aan het werk te komen. De gemeente (E&A en WI), UWV en CWI vormen in voorkomende gevallen een Interventieteam. Uitgangspunt is het voorkomen van een ontslag situatie door tijdig te herplaatsen. Daartoe worden initiatieven, die vanuit de werkgever moet komen, direct opgepakt om het gewenste resultaat te bereiken.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
28
6.17
Wachtlijstproblematiek Wsw
Bij het sw-bedrijf van de Atlant Groep kent een wachtlijst. Een aanzienlijk deel van de personen die op de wachtlijst staan zijn woonachtig in Helmond. Het gevolg is dat personen langer een WWB uitkering blijven ontvangen. Voor de desbetreffende personen werkt het demotiverend omdat zij niet aan de slag kunnen. De wachtlijst is mede het gevolg van rijksbezuinigingen en het beperkt mogen invullen van het aantal nieuwe arbeidsplaatsen in sw-verband. Binnen het sw-verband is qua werksoorten en beschikbare arbeidsplaatsen om die werksoorten te verrichten, wel ruimte voor invulling. De personen die op die wachtlijst staan zijn zowel jongeren als ouderen. In samenwerking met Atlant Groep wordt door middel van tijdelijke invulling van arbeidsplaatsen door personen die op de wachtlijst staan de wachtlijst verkleint. De werkzaamheden vinden voor een periode van 9 maanden plaats met behoud van uitkering. Na 9 maanden wordt door Atlant Groep een arbeidsovereenkomst aangeboden aan de persoon. De WWB-uitkering wordt dan beëindigd. Door de gemeente wordt gedurende maximaal 15 maanden loonkostensubsidie verstrekt tot maximaal 85%. Na maximaal 15 maanden vindt doorstroming naar een regulier bekostigde arbeidsplaats plaats. Voorts zijn ten behoeve van een twintigtal personen op de wachtlijst tweejarige trajecten ingekocht met loonkostensubsidie als onderdeel naar een reguliere arbeidsplaats binnen de Wsw bij Atlant Groep. 6.18
Leerlingbouwplaatsen
De gemeente heeft een convenant gesloten voor leerlingbouwplaatsen met Bouwradius. Het convenant biedt perspectief voor een deel van het groeiende aantal werklozen, waaronder jongeren die op dit moment geen opleidingsplaats in de bouw kunnen krijgen. Met leerlingbouwplaatsen kunnen werkzoekenden werkervaring opdoen en zich voor een vak kwalificeren. Helmond, een gemeente met bouwplannen, overlegstructuren met woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars heeft hiermede een uniek instrument in handen om via het aanbestedingsbeleid te komen tot sectorale afspraken. Bij aannemers is het fenomeen leerlingbouwplaatsen over het algemeen bekend. In het convenant staat het bouwvolume voor leerlingbouwplaatsen dat wordt ingebracht door de verschillende partners. De belangrijkste succesfactor is de overtuiging bij alle partijen van het belang van behoud en kwalificatie van vakmanschap. Dat kan alleen door steeds opnieuw “jonge” mensen op te leiden. Er bestaat een gezamenlijk belang. In tijden dat de sector daar zelf onvoldoende zorg voor (kan) dragen, is de stimulans en druk van buiten een factor voor succes. 6.19
Modernisering Wsw
De modernisering van de Wsw, die per 1 januari 2008 in werking treedt, kent twee doelen: • Het behouden van de Wsw als specifieke voorziening voor die mensen voor wie de Wsw echt bedoeld is. • Het daadwerkelijk realiseren van de bestaande doelstellingen: het bevorderen van werken in een zo regulier mogelijke omgeving neemt een centrale plek in. Met het stroomlijnen van de verschillende wet- en regelgeving wordt het sluitend zijn tussen de voorzieningen gewaarborgd. Voorkomen wordt dat de cliënt tussen de wal en het schip valt en wordt tevens overlap van voorzieningen tegengegaan. Dit komt de duidelijkheid voor de cliënt ten goede. De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wsw wordt versterkt. De gemeente wordt individueel verantwoordelijk voor het bieden van Wsw-plaatsen aan Wsw-geïndiceerden uit de eigen gemeente en ontvangt elke individuele gemeente hiertoe budget. Het budget wordt toegekend op grond van het aantal Wsw-geïndiceerden per gemeente en heeft de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) geen invloed op (de hoogte van) de verstrekte Wsw middelen aan de gemeente. De gemeente kan er ook voor kiezen een deel van het budget in te zetten voor het realiseren van Wsw plaatsen buiten het samenwerkingsverband (Wgr) om. Verder wordt in het kader van de modernisering geregeld dat een aantal met de uitvoering van de Wsw gerelateerde taken, zoals het wachtlijstbeheer en het bekostigen van arbeidsplaatsen in het kader van begeleid werken, tot de verantwoordelijkheid behoren van het publiek domein en door de gemeente of een samenwerkingsverband zelf dienen te worden uitgevoerd. De gemeente kan deze
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
29
taken dus niet overdragen aan een privaatrechtelijk rechtspersoon. De rol van het sw-bedrijf als privaatrechtelijk rechtspersoon is hiermee voor zover het gaat om uitvoering van de Wsw gemarkeerd als het in opdracht van de gemeente aanbieden van Wsw-arbeidsplaatsen en het in opdracht van de gemeente zoeken naar begeleid werkenplaatsen en verzorgen van begeleiding op de werkvloer bij begeleid werken voor zover de gemeente daarvoor kiest. De gemeente dient zich aan het rijk te verantwoorden over de prestaties die zij hebben geleverd met het aan hen verstrekte Wsw-budget. Met ingang van het verantwoordingsjaar 2008 dienen de gemeenten de Wsw-verantwoording op te nemen in de eigen gemeentelijke jaarrekening. Een apart bij het rijk in te dienen verantwoordingsverslag voor de Wsw is niet meer aan de orde. De ten opzichte van het reïntegratie instrumentarium afgebakende positie van de Wsw zal nadrukkelijker worden vastgelegd. Zo wordt expliciet geregeld dat niemand uit hoofde van zijn uitkering verplicht kan worden om een aanvraag voor een Wsw indicatie te doen of een Wsw arbeidsplaats te aanvaarden en dat personen in het bezit van een Wsw-indicatie vrijgesteld worden van reïntegratie en / of sollicitatieverplichtingen die voortvloeien uit een eventuele uitkering. Voor gehandicapten die vanwege de ernst van de handicap niet kunnen werken, ook niet in Wswverband, bestaat de mogelijkheid van een zorgaanbod, te weten dagbesteding AWBZ, gericht op vergroten zelfredzaamheid en voorkomen van sociaal isolement. De indicatiestelling hiervoor wordt uitgevoerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg. De Wsw wordt daarbij als voorliggende voorziening gezien. De dagbesteding AWBZ zal (nog) geen onderdeel uitmaken van de WMO. 6.20
Maatschappelijk zinvolle arbeid met behoud van uitkering
Uit onderzoek door VNG onder gemeenten blijkt dat het ontbreken van gesubsidieerde arbeid voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt als een gemis wordt ervaren (voormalige Besluit ID banen). Er wordt steeds meer gesproken over het ‘granieten bestand’. Dit zijn mensen die al lange tijd een bijstandsuitkering hebben en zodanige belemmeringen hebben, dat het uitzicht op een reguliere baan vrijwel nihil is. Het is belangrijk dat ook deze mensen in staat worden gesteld, om door middel van werk, deel uit te maken van en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Zo is door het RWI al aangegeven om participatiebanen in het leven te roepen voor personen die geen kans hebben op een reguliere baan. Een geopperde mogelijkheid is het inzetten van uitkeringsgelden (inkomensbudget) als loon. Per 1 januari 2007 ontstaat de wettelijke mogelijkheid van participatiebanen (met behoud van uitkering) voor een specifieke doelgroep voor maximaal 2 jaar. Doel van deze participatiebanen is hen werkervaring op te laten doen en dichter bij de arbeidsmarkt te brengen. Nader onderzoek wordt door de afdeling Economie en Arbeidsmarkt gedaan naar de mogelijkheid om arbeidsplaatsen te creëren voor uitkeringsgerechtigden. Het betreft het verrichten van werkzaamheden, die nu (nog) niet in de publieke of private sector worden gedaan. Daarbij dient gedacht te worden aan maatschappelijk nuttige activiteiten respectievelijk “(nog) onbetaalbaar werk”. Dit zou kunnen met behoud van uitkering waarbij tevens gedacht kan worden aan een 'incentive'. De incentive moet worden opgebracht door de partij waar de werkzaamheden voor worden verricht. Dit zou dan niet beperkt moeten blijven qua tijd, maar voor uitkeringsgerechtigden voor onbeperkte duur zolang gebruik gemaakt wordt van een uitkering. Met andere woorden, mensen moeten iets doen voor hun uitkering. De uitkeringsgerechtigden die op deze wijze werkzaamheden verrichten, wordt periodiek van beoordeeld of er alsnog mogelijkheden voor doorstroming richting regulier werk mogelijk is. Als neveneffect heeft dit, zodra mensen iets moeten doen voor hun uitkering, dat uitkeringsgerechtigden eerder zelf werk zullen gaan zoeken of initiatieven nemen om te komen tot betere arbeidsmarktcompetenties. Op basis van competentie ontwikkeling van de uitkeringsgerechtigde en verloop binnen bedrijven kunnen uitkeringsgerechtigden naadloos instromen. De discussie over verdringing zal op de achtergrond blijven spelen maar gelet op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt (grote tekorten door economische ontwikkeling, vergrijzing en ontgroening) is het van belang dat zoveel mogelijk mensen participeren op de arbeidsmarkt. De scheiding tussen wel of geen verdringing is niet naadloos aan te geven. Via de inzet van dit instrument kan mogelijk wel nieuwe werkgelegenheid ontstaan omdat de markt het commercieel gaat organiseren als er voldoende rendement mogelijk is. De activiteiten kunnen zo een katalysator zijn voor nieuwe functies en werkgelegenheid.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
30
Uiteraard zal de gemeente in de vorm van trajecten en inzet instrumenten ondersteunend en stimulerend zijn. Voor hen die niet kunnen wordt een dagelijks maatschappelijk zinvolle invulling gegeven. 6.21
Bedrijfsbenadering
Voor een succesvol reïntegratie beleid is het bedrijfsleven van essentieel belang. Ondanks alle inspanningen die worden verricht is het uiteindelijk de werkgever die wel of niet zijn fiat geeft voor daadwerkelijk in dienst nemen van personeel. Liefst structureel. Gesteld kan worden dat ondanks alle goede beleidsintenties er uiteindelijk afhankelijkheid is van de werkgever. De overheid kan alleen zoveel mogelijk faciliteren. Vanuit E&A worden gericht bedrijven benaderd om op korte en middellange termijn inzicht te krijgen in behoefte aan personeel. Via deze werkwijze kan een beeld verkregen worden van de behoefte en kan, waar mogelijk, tijdig ingespeeld worden op het beschikbaar hebben van personeel met de juiste competenties. Voorts ontstaat de situatie dat vanuit bedrijven zelf maar ook vanuit bedrijfscontact organisaties gerichte vragen komen die betrekking hebben op werkgelegenheid en aanbod van personeel. Door de afdeling E&A wordt hierop gericht geanticipeerd en worden waar mogelijk arrangementen gesloten. Bij het CWI is slechts een deel van de werkelijke vacatures bekend. Dit is een landelijk verschijnsel. Veel bedrijven werven zelf. Met het ophalen van vacatures bij het bedrijfsleven kan een breder palet aan openstaande vacatures beschikbaar komen. Via de diverse projecten kan van de vacatures gebruik gemaakt worden. Een en ander dient echter wel gestructureerd te worden, om te voorkomen dat de werkgevers overspoeld worden met o.a. reïntegratie bedrijven die mensen willen plaatsen. Het bedrijfsleven staat niet open voor te pas en te onpas lastig gevallen worden voor aanbod van personeel. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het Werkplein. De invulling van deze problematiek wordt nog verder uitgewerkt. Via Ondernemende Stad zal het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen sterker betrokken worden bij behoeftebepaling naar de toekomst. Deze overlegstructuur moet daarvoor versterkt worden en intensiever. De contacten met bedrijfsleven moeten meer naar buiten gericht plaats gaan vinden.
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
31
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
32
7.
Bijlage:
Bbz CBS CPB CWI E&A ESF EU GSB ID Ioaw Ioaz IOW KvK MaDiHP MO&D PMW ROC SNO SPD SUWI UWV VAVO VE VMBO VODU WAO WEB Wgr WI Wiw WML WW Wwb zzp-er
Lijst van afkortingen
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Planbureau Centrum voor Werk en Inkomen (Centrale Organisatie voor Werk en Inkomen) afdeling Economie en Arbeidsmarkt van de Dienst Samenleving en Economie Europees Sociaal Fonds Europese Unie Grote Steden Beleid Besluit In en Doorstroombanen Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Inkomensvoorziening voor oudere werklozen Kamer van Koophandel Maatschappelijke Dienstverlening Helmond - De Peelzoom (voorheen AMW) afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling en Dienstverlening van de Dienst SE Projectmatig Werken Regionaal Opleidingscentrum Service Niveau overeenkomst Sociaal Pedagogische Dienst (heet nu Stichting MEE) Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs Volwassenen Educatie Voortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs Verslag over de uitvoering Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet Educatie en beroepsonderwijs Wet gemeenschappelijke regelingen afdeling Werk en Inkomen van de Dienst Samenleving en Economie Wet inschakeling werkzoekenden Wettelijk Minimumloon Werkloosheidswet Wet werk en bijstand Zelfstandige zonder personeel
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
33
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
34
8.
Bijlage:
Literatuurlijst
Arbeidsmarktanalyse 2005, Raad voor Werk en Inkomen Etnische minderheden op de arbeidsmarkt, Regioplan Sociaal Economisch Beleidsplan Helmond 2005-2010, gemeente Helmond, SE/EZ Transparante regionale ambities, 23-12-2004, BVE/BDI/2005/50527, OCW Visie werkdocument Arbeidsmarktbeleid, VNG / Szw, 2 juni 2005 Website ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Work First op instrumenteel niveau, Stimulansz, juni 2005 Versnellingsprogramma Werkgelegenheid Helmond, EZ/WIZ/WOS, april 2005
Beleidsplan Reïntegratie WWB 2007 gemeente Helmond
35