Beleidsplan
2004-2009 D.S.K.
“Onderweg naar Morgen”
1.
INLEIDING
1.1
DSK IN DE KOMENDE 5 JAAR DSK is opgericht in 1923. DSK is een voetbalclub met een rijke buurt historie en veel leden die het als “hun club” beschouwen. In de loop van de achterliggende decennia heeft de vereniging zich gepresenteerd als een goede constante factor met een licht overeenkomstige tendens welke in de algehele voetbalsport een feit is. De gestage groei in de jeugd is gepaard gegaan met wisselende prestaties op alle niveaus. DSK heeft een heel duidelijk herkenbare kwalitatieve buurtfunctie in Haarlem-Oost (Amsterdamse buurt) en daardoor ook een zeer duidelijk eigen identiteit. Het behoud van die kwalitatieve identiteit is echter niet vanzelfsprekend. Uiteraard wordt deze in belangrijke mate bepaald door de wijze waarop de leden, en de aanhang van DSK invulling geven aan hun clubbeleving en de condities die daarvoor beleids- en bestuursmatig zijn gecreëerd. Daarnaast is ook een verdere professionalisering in de amateursport merkbaar. In de amateurtop is er sprake van een dusdanig vergoedingensysteem dat de grenzen met het betaalde voetbal steeds verder vervagen. Zelfs is het mogelijk dit tegen te komen op het niveau waarin het eerste elftal van DSK acteert en is in toenemende mate spraken van het kopen van de individuele prestatie. Een algemene tendens is dan ook dat verenigingsbinding steeds meer een ondergeschikte rol speelt, echter DSK-ers hebben een sterk “club gevoel” waardoor er weinig mutaties zijn. In Haarlem Oost hebben zich de afgelopen jaren grote veranderingen voorgedaan of aangekondigd. Nieuwbouwwijk Zuiderpolder heeft bijvoorbeeld gezorgd voor een flinke aanwas aan jeugdleden. De toekomstige plannen komen in een snel tempo op DSK af, zoals de discussie over de eventuele overkapping van de Prins Bernhardlaan, de realisatie van nieuwbouwwoningen om en (gedeeltelijk) op het DSK-terrein, verlegging van het veld en kantine en het gras vervangen voor kunstgras. Dit betekent dat de vereniging voor een belangrijke keuze komt te staan: of lijdzaam toezien hoe zaken zich gaan ontwikkelen of in die ontwikkeling sturing geven daar waar dit tot de mogelijkheden behoort. Het bestuur acht het van groot belang dat met de leden een visie wordt neergelegd hoe de vereniging de toekomst ziet, welke doelen voor ogen staan en welke mogelijkheden en onmogelijkheden er zijn om daaraan invulling te geven. Dit beleidsplan moet het kader bieden voor een vruchtbare gedachtewisseling daarover binnen alle DSK-gelederen.
2
DOELSTELLINGEN DSK
1.
Streven binnen de selecties van jeugd en senioren naar deelname in de competities in een zo hoog mogelijke verantwoorde klasse. Meer aandacht besteden aan het recreatieve voetbal (lagere elftallen) zowel bij de jeugd, senioren als het zaalvoetbal, opdat de verenigingsbinding vergroot wordt. Het behouden van de buurtfunctie en dit verder uitbreiden eventueel samen met gelijkgeaarde verenigingen. Onderhouden, verbeteren en zonodig uitbreiden van de trainingsaccommodatie, zodat de leden in staat worden gesteld zich qua voetbalniveau te verbeteren en op een goede wijze op wedstrijden voor te bereiden. Het creëren van een zodanige financiële positie dat benodigde investeringen op een verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden met behoud van een sluitende exploitatie. Ruimte wordt gegeven aan senioren-, jeugd- en zaalvoetbal en een evenredige ontwikkeling
2. 3. 4.
5. 6.
1
daarvan. In de hierna volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op een aantal ontwikkelingen en zal een aanzet gegeven worden op welke wijze wij deze doelstellingen willen vormgeven c.q. bereiken. 3.
ONTWIKKELINGEN
3.1
Ledenbestand Het ledenbestand voor de senioren is in de laatste jaren een teruggang te constateren. Bij de jeugd kunnen we spreken van een groei. Dit heeft tot gevolg dat het evenwicht wat er behoort te zijn ten opzichte van de senioren uit zijn verband is getrokken. Getracht zal dan ook moeten worden, om juist aan de oudere jeugd meer aandacht te besteden, zodat ze dan seniorlid bij DSK blijven.
3.1
Sportbeleving Vroeger was het voetballen op een voor ieder individu zo hoog mogelijk niveau meer vanzelfsprekend dan nu. Men begon in de jeugd, streefde daarbij naar het spelen in het hoogste elftal in de betreffende jeugdcategorie, waar de leeftijd mee correspondeerde. Die ambitie zette men door bij de senioren om als de jaren gingen tellen de carrière stap voor stap af te bouwen in een elftal met een steeds stijgende nummering. De zogenaamde 'gouden benenploeg' vormde daarbij veelal het decor van de laatste voetbaldaden. In de jeugd is deze ontwikkelingswijze nog steeds te onderkennen. Het doorlopen van de verschillende leeftijdscategorieën en de daaraan verbonden nieuwe uitdaging en kansen houden jeugdopleiding interessant ook als het een jaartje wat minder goed lukt. Ook het selectiebeleid dat het jeugdbestuur daarbij hanteert speelt daarin een rol. Bij de senioren is presteren op een zo hoog mogelijk niveau lang niet meer vanzelfsprekend. Er is een onderscheid tussen het op selectieniveau kunnen spelen en willen spelen. Het op het hoogste clubniveau spelen is namelijk geen vrijblijvende zaak. Het brengt verplichtingen met zich mee onder andere in het verrichten van veel en regelmatig trainingswerk en een gedegen en serieuze wedstrijdvoorbereiding. Daarnaast moet men om op niveau te kunnen blijven presteren zich zo nu en dan eens wat ontzeggen. Een discipline die door de jeugdige senioren in de eerste jaren van het verblijf in selectie-elftallen of direct daaraan grenzende teams nog wel kan worden opgebracht vanwege het ritme vanuit de jeugdopleiding De condities en faciliteiten die door de vereniging aan de selecties worden geboden gaan steeds meer en meer een belangrijkere rol spelen. Goede trainingsfaciliteiten, aantrekkelijke oefenstof, professionele begeleiding, gedegen wedstrijdvoorbereiding, motiveren van spe(e)l(st)ers en talenten zijn hier voorbeelden van. Daarnaast bepalen ook andere faciliteiten als het beschikbaar stellen van kleding, schoeisel, trainingstrips etc. in steeds belangrijker mate of het verblijf in de selecties aantrekkelijk is. Conclusie: De mate van aanwezigheid van voetbaltalent en capaciteit is niet meer bepalend voor het niveau waarop spe(e)l(st)ers de voetbalsport willen bedrijven; goede sportfaciliteiten en een pro-
2
fessioneel selectieklimaat zijn de belangrijke bindende factoren geworden. 3.3
Verenigingsbinding Bij DSK is over het algemeen de verenigingsbinding een positieve factor, echter lid zijn voor het 'voetballeven' en ook daarna komt met name bij de jongere generatie niet meer voor. Het ledenaantal is redelijk stabiel wat wordt veroorzaakt door de aanwas van jeugdleden. DSK heeft de intentie om de kwaliteit van de opleidingen van jeugd en senioren op een hoger plan te brengen. Deze zaken zijn nodig om de licht negatieve tendens van het laatste decennia, die de meeste voetbalclubs ervaren, te keren. Andere zaken die op de omvang van de vereniging invloed uitoefenen zijn de structuur, kadervorming, uitdraging (PR) en prestaties. Het bij een bepaalde club spelen vanuit een traditionele binding is tegenwoordig veel minder vanzelfsprekend. Ondanks de directe binding met de “buurt” bepalen steeds meer andere factoren een rol of de spe(e)l(st)er lid wordt en blijft en of het 'zijn of haar' club is. Daarnaast is een algemene tendens merkbaar dat een lid zich zakelijker opstelt, meer als consument. Vooral bij de jeugd en de ouders daarvan is spraken van een zekere 'pakketvergelijking'. Wat biedt de vereniging. Die lossere verenigingsbinding en meer zakelijke opstelling heeft ook zijn effecten op de rekrutering van kader en werkers. Dat ook buiten het voetballen voor een vereniging met enige regelmaat de handen uit de mouwen worden gestoken beseft een steeds kleinere groep mensen. Toch is bij het uitvoeren van klussen groot en klein de werkbereidheid nog groot. Wel is het vinden van mensen steeds lastiger met name voor die plekken in de vereniging, waarbij men zich toch voor een aantal jaren structureel bindt. Het is van wezenlijk belang, gezien alle genoemde tendensen, dat de bestuursorganisatie en vooral het kader(commissies) drastisch wordt uitgebreid. Hiermee kunnen de “taken” worden verkleind, eerder en meer aanmelden van vrijwilligers, daardoor verder geprofessionaliseerd (toewijding en specialisme) en vindt risico spreiding plaats. Tevens moet er een duidelijke scheiding plaats vinden tussen structurele zaken en zaken op projectbasis. Conclusie: Binding met de vereniging is ook van het allergrootste belang. Het benutten van eigen mogelijkheden en kwaliteit zijn daarvan de belangrijkste peilers. Behoud daarvan is een must voor een goede toekomst van de vereniging zowel organisatorisch als prestatief.
3.4
Verhouding overheid - vereniging Maatschappelijk is sedert een aantal jaren een tendens waar te nemen, waarbij het niet meer vanzelfsprekend is, dat de overheid het voortouw neemt bij het opzetten van ontspanningsmogelijkheden op het gebied van sport en welzijn. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt dan ook steeds meer overgelaten aan initiatieven van de individuele burgers of verenigingen. Ontspanningsmogelijkheden in oud en nieuwbouwwijken zijn een uitzondering. Overdracht van verzorgings- en onderhoudstaken aan burgers, verenigingen en instellingen, met als uiteindelijke doelstelling kostenreductie. De subsidies van overheidswege komen politiek gezien steeds meer onder druk. Verdere bezuinigingen hierop zijn dan ook zeer realistisch. De Gemeenteraad van Haarlem zal elk jaar, onder druk van het kabinet, sterke bezuinigingsronden doorvoeren in alle categorieën dus ook in Sport en Welzijn. Dit betekent dat verenigingen en andere maatschappelijke instellingen steeds meer 'zelf hun broek' moeten ophouden. Deze ontwikkelingen kunnen wel eens veel harder gaan dan men verwacht. Via diverse soorten
3
van sponsoring door het bedrijfsleven worden vervangende financiële bronnen gevonden en de inkomsten van de kantine, doch voor een grootst gedeelte zullen de leden van de verenigingen de lasten van de verenigingen moeten dragen. Dit zal uiteindelijk leiden, bij een gelijkblijvende tendens, tot een jaarlijkse stijging van de contributies. Uitgangspunt hierin zal zijn dat dit zo minimaal mogelijk gehouden zal worden Conclusie: Op middellange termijn (5 à 10 jaar) zal er een situatie ontstaan waarbij de overheidsbijdrage tot nul gereduceerd zullen zijn. Dit betekent dat de vereniging dan volledig selfsupporting dient te zijn bij het exploiteren van haar accommodatie.
4.
VORMGEVING RESULTAATGEBIEDEN / DOELSTELLINGEN.
4.1
Prestatie & Recreatie Het streven van DSK als vereniging is er op gericht om op de korte en middellange termijn (0-5 jaar) op basis van eigen kwaliteit sportief in de 4e klasse KNVB te komen en te blijven. Het belangrijkste naast deze prestatieve insteek is dat DSK herkenbaar blijft als vereniging. Dat de betrokkenheid van mensen voor DSK blijft leven. DSK is een gezelligheidsclub en zal dat ook blijven. Dit is op zich een positieve gedachtegang. Mensen moeten bij DSK komen voetballen, omdat ze bewust kiezen voor DSK als voetbalvereniging. Er wordt een actief beleid gevoerd om, indien leden hun lidmaatschap opzeggen, toch die leden te behouden. Het mag daarom dan ook niet voorkomen dat spe(e)l(st)ers individueel betaald gaan worden met als doel om bij DSK te gaan voetballen. Voor de langere termijn kunnen de doelstellingen anders liggen echter de structuur bepaald of de sportieve weg omhoog ook de fundamenten zijn voor een langdurig verblijf in de 4e klasse of verdere groei. Om sportief het niveau van 4e (goede subtopper 5e) klasse in het amateurvoetbal na te streven is een brede basis van minimaal een tweetal selectieteams noodzakelijk. Om dit te bereiken zijn zaken als goede trainingsstaf, begeleiding, verzorging en accommodatie noodzakelijk. Uiteraard is voor een vereniging als DSK een goede jeugdopleiding essentieel. De doelstelling hieromtrent zijn vastgelegd in het jeugdplan. Om een optimale doorstroming naar het eerste elftal mogelijk te maken, moet het tweede elftal minimaal in de (reserve 5e ) klasse blijven bivakkeren. Verder mogen ook de recreatieve (vrienden) elftallen niet vergeten worden en moet de sfeer en de onderlinge band binnen DSK ervoor zorgen dat probleemloos elftallen met een tijdelijk tekort aan spe(e)l(st)ers aangevuld kunnen worden met spe(e)l(st)ers uit andere teams. Een goede doorstroming vanuit de jeugd naar de selectieteams is van zeer groot belang en dient navenante aandacht te krijgen. Het is een streven om in elke jeugdcategorie vertegenwoordigd te zijn met een elftal om ook verzekerd te blijven van een continue doorstroming Het streven is om van DSK 1 een goede 4e klasser in het amateurvoetbal te maken. Zonder afbreuk te doen aan de algemene doelstellingen en identiteit van DSK, is dit het maximaal haalbare niveau op de korte en middellange termijn.
.
De recreatieve teams zijn de basis van de vereniging. Hier draait de vereniging voor een belangrijk deel op. Zonder basis maar ook zonder jeugd heeft de vereniging geen continuteit. Daarnaast is het van belang om ook aandacht te besteden aan andere, niet voetbal activiteiten.
4
Naast het actieve voetbal worden binnen de jeugd van DSK een scala aan activiteiten georganiseerd. Zo zijn er bingo's, zaalvoetbal tijdens de winterstop en dergelijke. Na de actieve voetballoopbaan, die voor de één eindigt op 16-jarige leeftijd en voor de andere op 35 en weer een ander op 50-jarige leeftijd, heeft DSK haar leden weinig te bieden. De klaverjasavonden zijn eigenlijk de enige ontspanningsmogelijkheid. Om de verenigingsbinding na het actieve voetbal langer te behouden kan overwogen worden andere activiteiten te ontplooien Conclusie: Wil DSK in het amateurvoetbal een 4e klasser worden cq blijven, dan zijn een goede trainingsstaf, kader, begeleiding en accommodatie voorwaardelijk en essentieel. Echter een vereniging kan haar sportieve ambities niet waar maken zonder een brede recreatieve basis binnen de vereniging. 4.2
Accommodatie De mogelijkheden en faciliteiten, die een vereniging aan haar leden en potentiële leden te bieden heeft zal een steeds grotere invloed hebben bij de uiteindelijke keuze voor een bepaalde sport of vereniging. In belangrijke mate behoort de kwaliteit van de accommodatie bij de zaken waarmee een vereniging zich kan onderscheiden van andere. Veranderingen in de accommodatie als gevolg van toenemende eisen vanuit de vereniging ter ondersteuning van de sportieve ambities zullen worden gewenst op kwalitatief en kwantitatief gebied. Mogelijke veranderingen zijn: -
aanleg van een lichtinstallatie op het veld om avondwedstrijden mogelijk te maken. uitbreiding trainingsfaciliteiten
Conclusie: De kwaliteit van de accommodatie dient aan te sluiten bij de sportieve ambities van de vereniging. 4.3
Financiën / Sponsoring Zonder twijfel zijn de financiën het beleidsterrein dat de komende decennia centraal zal staan. Zwaardere, structurele financiële lasten zijn te verwachten als gevolg van afnemende financiële steun vanuit de overheid, hogere kwaliteitseisen aan de accommodatie en uit het realiseren van de doelstellingen op prestatief niveau. Bij financiën dient onderscheid gemaakt te worden in jaarlijkse baten en lasten en incidentele baten en lasten. Een toename van jaarlijkse lasten dient gecompenseerd te worden met structurele baten op jaarbasis. Feitelijk heeft de vereniging slechts twee structurele inkomstenbronnen, namelijk contributies en kantine-inkomsten. Inkomsten uit hoofde van sponsoring mogen slechts tot beperkte hoogte structureel worden opgenomen in de begroting. Een toename van het ledenaantal zal in principe een positief effect hebben op de contributies en de inkomsten uit de kantine. De keerzijde van de medaille is uiteraard dat geïnvesteerd moet worden in de accommodatie om de nieuwe leden te laten voetballen. Dit leidt weer tot een toename van de exploitatielasten. Ter financiering van investeringen moet ook eens gedacht worden aan specifieke sponsoracties. In de sportwereld zowel bij amateurs als profs is sponsoring door het bedrijfsleven niet meer
5
weg te denken. Het bedrijven van sport zeker op een bepaald niveau is kostbaar en nauwelijks meer uit de reguliere verenigingsinkomsten op te brengen. Zeker als het om extra impulsen gaat of bijzondere voorzieningen als een aardig tenue of speciale faciliteiten wordt een beroep op een 'externe geldschieter' gedaan. In ruil voor het verbinden van de naam aan de club of team is menig bedrijf bereid tot een financiële bijdrage. Ook bij DSK is sponsoring een bekend fenomeen in vele variaties van clubsponsor tot schenker van een wedstrijdbal. In totaliteit leveren deze sponsorbijdragen een niet onaanzienlijke verruiming van het budget op naast een groot aantal goed aangeklede teams. Bij min of meer plaatselijk of regionaal actieve verenigingen spelen deze overwegingen voor een potentiële sponsor in veel mindere mate. De mogelijkheden om iets ten gunste van de naamsbekendheid te doen zijn immers beduidend minder en beperken zich veelal tot de kring waarin de vereniging of het elftal zich begeeft. Bij verenigingen als DSK is sympathie met de vereniging een belangrijkste drijfveer voor sponsoring. Het aan de sponsoring verbonden publicitaire effect komt meestal op de tweede plaats en is mooi meegenomen als dit optreedt. Uiteraard ligt op de vereniging de verplichting de kansen die zich daarvoor aandienen te benutten en zal in het verwerven van sponsoren een zeer actieve rol worden vervuld. In de toekomst zal de noodzaak van sponsoring alleen maar toenemen zeker voor een vereniging met ambities. Om verplichtingen over en weer tussen sponsor en vereniging helder en overzichtelijk te houden, wordt de relatie contractueel vastgelegd. In het bijzonder waar het om de relatie met een hoofdsponsor gaat. Daarnaast trekt de overheid zich steeds meer terug uit subsidieland wat de actieve sportbeoefening betreft en zijn verenigingen aangewezen op alternatieven. Zeker als het om 'grote' sponsoren gaat is het daarbij van belang dat een en ander niet ten koste gaat van de eigen identiteit en zelfstandigheid. Ook moeten deze substantiële bedragen als extra pot gaan fungeren voor bijzondere zaken. Aandacht zal zeker door DSK moeten worden besteed aan de tegenprestatie naar de sponsoren. Informeren over de gang van zaken bij de vereniging, het betrekken bij het wel en wee, benutten van publiciteitskansen voor de sponsor zijn enkele aandachtspunten naast het belangrijkste uitgangspunt voor vereniging en leden 'koop bij onze adverteerders'. Conclusie: DSK zal meer aandacht dienen te besteden aan tegenprestaties en aftersales naar de sponsoren binnen de vereniging. Een aparte bestuursfunctie /commissie is al reeds in het leven geroepen om juist hier te onderzoeken of er meerdere mogelijkheden liggen. 4.4
Bestuurlijke Organisatie Qua bestuurlijke organisatie bestaat DSK uit een hoofdbestuur en een jeugdbestuur, diverse secretariaten, een activiteitencommissie, kaderleden en een scala aan vrijwilligers. Het reguliere wedstrijd- en training gebeuren valt onder technische zaken en is een onderdeel van het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur houdt zich primair met beleidsmatige zaken bezig en is eindverantwoordelijke voor het totale verenigingsgebeuren. Voor het uitvoeren van bijzondere werkzaamheden, zoals verhuizing veld, kantine, trainingsfaciliteiten e.d., wordt binnen DSK gekozen voor een projectmatige aanpak. Dit heeft als voordeel dat de juiste deskundigheid ingezet kan worden en vanwege het ad-hoc en tijdelijke karakter de bereidheid tot deelname groot zal zijn.
6
De resultaten van deze aanpak zijn regelmatig getoetst in het bedrijfsleven en worden als zeer positief ervaren. Het bestuur zal regelmatig en kritisch naar de huidige bestuurlijke opzet kijken en deze toetsen aan de effectiviteit. Op het moment dat er reden is tot aanpassing van de bestuurlijke organisatie dan zal deze voorgelegd worden aan de ledenvergadering Conclusie: Gegeven de huidige stand van zaken is er op dit moment reden tot aanpassing van de bestuurlijke organisatie binnen DSK.
5
TOT SLOT Vanuit de in deze nota geschetste ontwikkelingen is het belangrijk dat DSK zich als vereniging bezint op hetgeen dit voor haar betekent. Dat deze ontwikkelingen consequenties op diverse beleidsterreinen zullen hebben is onmiskenbaar. Wat wil DSK de komende 10 jaar bereiken? Wat wil DSK haar leden bieden? Dit zijn vragen waar de vereniging zich de komende periode over dient te buigen. De ledenvergadering zal de richting dienen aan te geven, opdat het bestuur dit vervolgens in beleid kan vertalen. We nodigen ook de leden uit om actief deel te nemen in dit gedachtegoed en tussentijds met opmerkingen c.q. aanvullingen te komen. Ter gedachtevorming en uitwisseling is in deze nota een aantal mogelijke veranderingen voor de toekomst opgenomen. Deze voorstellen tot verandering moeten er toe bijdragen dat DSK haar algemene doelstellingen, zoals verwoord in hoofdstuk 2, kan realiseren. “Vele handen maken licht werk”, zo zijn er nog meer spreekwoorden die “hout snijden” en een grote waarheid in zich hebben. Het is ook essentieel dat er een open dialoog tussen de leden en het bestuur plaats (blijft) vind(en).
7