Beleidsplan 2013-2014
Plaats
: Amsterdam
Datum
: 25 september 2013
Auteur
: Joanne van den Eijnden
Inhoudsopgave
Inleiding ......................................................................................................... 3 Managementsamenvatting ............................................................................ 4 1. Aanleiding, verkenning en doelstelling ..................................................... 6 1.a Marktverkenning ...................................................................................... 6 1.b Analyse ..................................................................................................... 9 1.d Impact ..................................................................................................... 11 2. Organisatie ................................................................................................12 2.a Structuur ..................................................................................................12 2.b Compliance .............................................................................................13 2.c Duurzaam ondernemen ..........................................................................13 3. Activiteiten ................................................................................................14 3.a Begeleiding .............................................................................................15 3.b Stroomlijnen van zorg en onderwijs .......................................................18 3.c Ouderondersteuning ...............................................................................18 4. Kosten en baten.........................................................................................19 5. Werving .....................................................................................................21 6. Omveld ..................................................................................................... 22 6.a overgang AWBZ naar gemeenten .......................................................... 22 6.b Passend onderwijs.................................................................................. 23 7. SWOT ....................................................................................................... 24 8. Initiatiefnemers ........................................................................................ 25
2
Inleiding
Voor u ligt het uitgebreide beleidsplan 2013-2014 van Delta begeleidingscentrum. Dit document beschrijft de opstartfase (2013) en eerste loopjaar (2014) van Delta. Wij wensen u veel leesplezier. Mocht u naar aanleiding van dit beleidsplan vragen hebben dan kunt u ons bereiken op 085 4013828 of via
[email protected]. Namens het team van Delta,
Joanne van den Eijnden voorzitter
3
Managementsamenvatting
In Nederland gaan duizenden kinderen voor korte of langere tijd niet naar school2. Omdat het fysiek of mentaal niet gaat. Delta begeleidingscentrum biedt maatwerk aan deze specifieke groep kinderen, in de leeftijd van 2 tot en met 12 jaar. In Amsterdam gaat het naar schatting om zo’n 400 kinderen. Delta is anders, omdat we een kleine, flexibele en innovatieve organisatie zijn: ingesteld op maatwerk. We weten uit eigen ervaring hoe ingewikkeld de weg naar passende zorg kan zijn en hoe ingrijpend de overstap naar school. Wat het vraagt van kinderen, ouders en de organisaties die met hen werken. En dat het traject niet ophoudt als een kind op school zit. Een kind dat ‘anders’ is, is dat een leven lang. Dat vraagt passende zorg voor kinderen: sociaal-emotioneel en cognitief. En coaching voor ouders: om het zelf te kunnen blijven doen. Geen betere ‘life coach’ dan een ouder. En geen betere basis voor een sociaal-economisch zelfredzaam leven dan het volgen van onderwijs. Voor kinderen met ontwikkelingsproblematiek is ‘naar school gaan’ geen vanzelfsprekendheid, Delta stroomlijnt dit proces:
Analyse Kinderen vallen korte of langere tijd buiten het onderwijs of aanverwante voorzieningen
Doelstelling Sociale en economische zelfredzaamheid -> Onderwijs voor ieder kind
Strategie Begeleiden kinderen en ouders -> maatwerk -> evidence based werken -> respectvol
Meten Leerlingvolgsysteem -> voor, tijdens en na
Stroomlijnen proces verschillende fases van zorg
We gaan bij de start van Delta begeleidingscentrum uit van de volgende aannames: • Er bestaat een niche groep die buiten bestaande voorzieningen valt. • Doorlopende sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling is noodzakelijk. • Er is behoefte aan een professionele maatwerk oplossing voor deze kinderen. • Deelname aan onderwijs is de beste basis voor zelfredzaamheid op volwassen leeftijd. 2 Rapport Kinderombudsman, Van Leerplicht naar leerrecht, mei 2013. http://www.kinderombudsman.nl/ul/cms/fckuploaded/KOM2.2013.OnderwijsThuiszitters.pdf
4
• Er is vraag naar begeleiding vanuit kind/ouders en doorverwijzers. • Het huidige aanbod van voorzieningen voldoet niet. Aangaande het eerste en laatste punt kan opgemerkt worden dat er natuurlijk instellingen zijn die ook deze doelgroep begeleiden, het feit dat een substantiële groep kinderen alsnog buiten de boot valt laat zien hoe taai de materie is. Delta kan maatwerk bieden, omdat we dit vanaf het begin af aan onze focus hebben gemaakt en de organisatie er op ingericht hebben. Het vraagt een duidelijke visie, een sterk team en een extreem flexibele opstelling. Het team van Delta voerde in de afgelopen twee jaar gesprekken met zo’n 60 ouders van kinderen met ontwikkelingsproblematiek die niet naar school gingen. We voerden deze gesprekken vanuit onze rol als initiatiefnemer, pedagogisch medewerker, mentor en ouder. We voerden de gesprekken ook met mensen die we vanuit onze passie voor dit werk overal tegenkomen. We volgden beleidsontwikkelingen en veranderingen in de AWBZ zorg en spraken met medewerkers en leerkrachten van zorginstellingen en scholen. Daarnaast spraken we uitgebreid met Per Saldo, belangenvereniging van budgethouders met een PGB: over de wensen van ouders en van gemeenten die de AWBZ zorg vanaf 2015 gaan uitvoeren. In gesprekken met ouders en doorverwijzers blijkt dat zij behoefte hebben aan een initiatief waarin extreem maatwerk geboden kan worden en de begeleiding naar school opgepakt wordt. Cliënten en ouders zijn vaak al eerder vastgelopen binnen het bestaande aanbod. Dat is primair schadelijk voor de ontwikkeling van het kind. Een kind dat toch al extra aandacht vraagt loopt stilstand op in zijn sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. Het kan voor kinderen ook traumatisch zijn om van school te moeten. Of niet naar school te gaan terwijl alle andere kinderen wel gaan. Daarnaast creëert het een grote druk op ouders en het gezin, waardoor zelden meer sprake is van een optimale omgeving om je te ontwikkelen. Veelal krijgen ook ouders te maken met psychische problematiek of komen klem te zitten met werk (waardoor het ook nog financieel heel moeilijk wordt in een gezin). Met Delta begeleidingscentrum zorgen we dat kinderen met ontwikkelingsproblematiek naar school kunnen en in de periode dat zij niet gaan passend begeleid worden. In dit ondernemingsplan werken we onze plannen hiervoor uit. De lezer vindt in dit plan de volgende hoofstukken: marktanalyse, organisatie, diensten, bekostiging, werving, omveld, SWOT en initiatiefnemers.
5
1. Aanleiding, verkenning en doelstelling
Delta is een grass roots organisatie in de zin dat persoonlijke ervaringen ten grondslag liggen aan de oprichting. In dit geval de observatie dat er kinderen zijn die niet naar school gaan, omdat het fysiek of mentaal niet gaat: omdat kinderen te maken hebben met ontwikkelingsproblematiek. Dat is een bevreemdende observatie in een land waarin veel is geregeld en met name op het gebied van onderwijs beleidsmatig alles geregeld lijkt. We hebben deze observatie daarom verder uitgespit. 1.a Marktverkenning
Een marktverkenning was daarbij de eerste stap: • welke organisaties zijn er eigenlijk voor kinderen in schoolgaande leeftijd met ontwikkelingsproblematiek? • waar zitten de lacunes in het zorgaanbod? In de bijlage ‘marktverkenning’ bij dit ondernemersplan vindt u een overzicht van organisaties in Amsterdam die de doelgroep kinderen met ontwikkelingsproblematiek bedient. We hebben gekeken naar: locatie, doelgroep, aanbod, leeftijd, financieringsvorm, aanwezigheid behandelplan, eigen bijdrage, benodigde indicatie, capaciteit, wordt aan diagnostiek gedaan, ondersteuning in het vervolgtraject, opleidingsniveau medewerkers, openingstijden, aanwezigheid BSO, aanwezigheid thuisbegeleiding, bereikbaarheid en medezeggenschap. Daarnaast zijn waar van toepassing bijzonderheden vermeld, bijvoorbeeld over de gebruikte methoden binnen de instelling. Deze organisaties laten het huidige aanbod zien, een aanbod dat geen schaarste doet vermoeden. Parallel aan de marktverkenning voerden we de afgelopen twee jaar gesprekken met zo’n 60 ouders van kinderen met ontwikkelingsproblematiek die nog niet naar school gingen. Daaruit kwam een andere beeld naar boven: er was wel degelijk een lacune in de zorg. We voerden gesprekken met ouders vanuit onze rol als initiatiefnemer, pedagogisch medewerker, mentor en ouder. We voerden de gesprekken ook met mensen die we vanuit onze passie voor dit werk overal tegenkomen. We volgden beleidsontwikkelingen en veranderingen in de AWBZ zorg en spraken met medewerkers en leerkrachten van zorginstellingen en scholen. Daarnaast spraken we uitgebreid met Per Saldo, belangenvereniging van budgethouders met een PGB: over de wensen van ouders en van gemeenten die de AWBZ zorg vanaf 2015 gaan uitvoeren. Belangrijke knelpunten voor ouders waren: • vastlopen in het traject ‘help mijn kind is anders’ • het organiseren van vroeghulp • vastlopen in het vinden van gepaste zorg • het kind niet geplaatst krijgen op school
6
In vrijwel alle gevallen geld dat er op zich regelingen zijn, maar als ouders en doorverwijzers er niet uit komen is er geen vangnet. Het is in praktijk vaak: take it or leave it en anders sta je als ouder alleen met je kind. Soms jarenlang. Overigens hebben we het hier net over ouders die ‘moeilijk zijn’, of over ouders met weinig zelfredzaamheid of netwerk. We hebben ook niet te maken met boze ouders die liever de media opzoeken, dan in gesprek gaan. Sommige kinderen zijn ingewikkeld, die vragen veel van aanbieders en ouders. Meer dan waar nu ruimte voor is. We waren niet de enigen die opliepen tegen een groep kinderen die buiten de boot vielen. In het voorjaar van 2013 verscheen het rapport van Kinderombudsman Marc Dullaert: Van Leerplicht naar leerrecht 3, waaruit duidelijk werd dat duizenden kinderen in Nederland voor een langere periode niet naar school gaan. In augustus 2012 is een meldpunt geopend waar een ieder zijn ervaringen ten aanzien van het thuiszitten van kinderen kon aangeven. Daarop kwamen rond de vijfhonderd reacties. Met veel van die melders, waaronder ook professionals in het onderwijs, is nader contact opgenomen om de ervaringen te bespreken. Daarnaast organiseerde de ombudsman twee expertmeetings. Ook voerden medewerkers van de Kinderombudsman gesprekken met kinderen, ouders, scholen, ouderverenigingen, de overheid en andere deskundigen. Enkele conclusies uit het rapport: ‘Het gaat ... veelal om kinderen met verschillende en vaak complexe problematiek. Alle partijen binnen het onderwijs werken eraan om de cijfers omlaag te krijgen. Onderwijs dat gebaseerd is op de specifieke onderwijsbehoeften van het kind, vraagt namelijk om maatwerk. Maar binnen het huidige onderwijssysteem wordt te weinig ruimte ervaren om in dit maatwerk te kunnen voorzien. Volgens het onderwijsveld wordt het creëren en toepassen van maatwerk belemmerd door de volgende knelpunten’: • de wet- en regelgeving en het daarop gebaseerde onderwijsbeleid zijn vooral gebaseerd op leerplicht en schoolgang; hierdoor ontbreekt ruimte voor maatwerk. Dit heeft mede tot gevolg dat de bekostiging voor een kind niet kan worden verdeeld over meerdere onderwijsvormen en dat gescheiden financieringsstromen bij onderwijs/zorgcombinaties botsen; • er is onvoldoende flexibiliteit bij schoolbesturen en leerkrachten ten aanzien van het creëren en toepassen van maatwerk. Het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs speelt hierbij een grote rol, vanwege haar focus op opbrengsten en slagingspercentages; • ouders, scholen en leerplichtambtenaren hebben een tekort aan vroegtijdige deskundige ondersteuning en advisering ten aanzien van maatwerk; • leerplichtambtenaren richten zich vaak op handhaving van de Leerplichtwet en te weinig op het initiëren van maatwerk; zij denken daardoor onvoldoende mee aan een passende oplossing; 3 Rapport Kinderombudsman, Van Leerplicht naar leerrecht, mei 2013. http://www.kinderombudsman.nl/ul/cms/fckuploaded/KOM2.2013.OnderwijsThuiszitters.pdf
7
• binnen het onderwijsveld wordt geregeld doorzettingsmacht gemist om maatwerk daadwerkelijk tot stand te laten komen Vrij concreet benoemd de ombudsman tenslotte het probleem dat de aanleiding was voor de start van Delta: • Vanaf zijn benoeming in 2011 ontvangt de Kinderombudsman zeer regelmatig signalen, hulpvragen en klachten van ouders en kinderen over het feit dat het kind ongewild thuis zit en het de betrokken partijen maar niet lukt om ervoor te zorgen dat het kind weer onderwijs krijgt. Het gaat daarbij met name om kinderen die specifieke onderwijsbehoeften hebben op medisch, sociaal, intellectueel of emotioneel gebied. De ouders en kinderen geven aan dat er vaak geen geschikte school of andere vormen van onderwijs voor hen beschikbaar zijn, waardoor het kind uiteindelijk is komen thuis te zitten. Ouders voelen zich onmachtig in hun zoektocht naar een school die in de onderwijsbehoefte van hun kind voorziet en voelen daarbij onvoldoende medewerking van de instanties waarmee zij te maken krijgen. Voorts beschrijven zij geëscaleerde situaties tussen hen en de school en klagen zij over de te veel op handhaving gerichte opstelling van de leerplichtambtenaar om tot een passende oplossing te komen. Bij Delta zijn we pragmatisch. Natuurlijk juichen we beleid toe dat meer ruimte laat voor maatwerk. En kennen we in de praktijk het botsen van financieringsstomen voor ‘zorg’ versus ‘onderwijs’, de geëscaleerde situaties. Maar beleid kost tijd. Partijen die nu al in gesprek de discretionaire ruimte in het beleid kunnen vinden, helpen een kind nu verder. We kennen ook de enorme motivatie die op veel scholen bestaat om het goed te regelen voor kinderen. In onze visie ontbreekt het scholen vaak simpelweg ook aan kennis, mensen en middelen om maatwerk te leveren. Onderwijzers zijn primair dat: onderwijzers. Het zijn geen managers en maatwerk vraagt om goed ontwikkelde project management skills. Het vraagt ook om een soepelheid met de vele administratieve handelingen die horen bij het proces van maatwerk. En het kost tijd die op veel scholen nauwelijks voorhanden is: bezuinigingen snijden pijnlijk in de formatie op scholen. Delta kan ondersteunen en maatwerk mogelijk maken door mee te denken en intermediair te zijn tussen ouders en school. Het ministerie van VWS liet tegenlijktijd met het rapport van de kinderombudsman een onderzoek uitvoeren naar belemmeringen voor kleinschalige zorg4. Daarin werd door organisatiebureau Org-ID gesproken met tientallen ouders. Voor Delta was een opvallende notie dat ‘binnen de sectoren zorg en onderwijs wij vaak veel welwillende mensen ontmoeten, maar tegelijkertijd ervaren we een erg aanbodgerichte cultuur en een starre structuur.’ Enkele conclusies uit dat rapport zijn dat ouders aandacht vragen voor: 4 drs. Willeke van den Hoek , Belemmeringen voor toepassing van kleinschalige innovatieve zorg en onderwijs bij kinderen met autisme, in opdracht van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport, augustus 2013
8
• vroeg interventie • vroeg diagnose • training en coaching voor ouders Centrale aanbeveling in het rapport was ouders met praktische hulp te ondersteunen in wat zij zelf kunnen doen. Ook is hier vinden we de conclusie dat vroeg diagnose en vroeg interventie niet goed van de grond komen. Er is te weinig ruimte voor de echt ingewikkelde kinderen. Tot slot maakten we in onze verkenning gebruik van social media. Met name Facebook biedt met haar (vaak besloten, soms geheime) groepen een plek aan ouders om ervaringen uit te wisselen, maar vooral ook om te vragen: hoe doe jij dat, heeft iemand hier ervaring met? Ouders die buiten het systeem vallen worden op zichzelf teruggeworpen. De meeste gestelde vragen gaan over onderwijs, hoe zorg ik dat mijn kind onderwijs krijgt? Enkele groepen waar we die discussie volgden waren: ‘Voor ouders van thuiszitters’, ‘Ouders van een kind met autisme’ en “Mama Vita’. Conclusie: Er is een groep kinderen voor wie bestaande zorg niet voldoet, die buiten het onderwijs vallen. Belangrijkste vraag van ouders is dat zij hun kind ‘naar school’ willen hebben en dat school goed geregeld is voor hun kinderen. Iedere ouder wil het beste voor zijn/haar kind, dat een kind op kan groeien tot een volwassene met sociale en economische zelfredzaamheid. Daar is de juiste zorg en begeleiding voor nodig, voor kind en ouders. 1.b Analyse
Op basis van de marktverkenning komen we bij de start van Delta tot de volgende aannames: • Er bestaat een niche groep die buiten bestaande voorzieningen valt. • Doorlopende sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling is noodzakelijk. • Er is behoefte aan een professionele maatwerk oplossing voor deze kinderen. • Deelname aan onderwijs is de beste basis voor zelfredzaamheid op volwassen leeftijd. • Er is vraag naar begeleiding vanuit kind/ouders en doorverwijzers. • Het huidige aanbod van voorzieningen voldoet niet. De bevindingen van het marktonderzoek zijn samengevat is een schema, aan de hand van een aangepast OGSM (objectives, goals, strategy, measure) model. Het model is aangepast, omdat Delta meer met softe output dan met financiële output te maken heeft:
9
Delta kan maatwerk bieden, omdat we dit vanaf het begin af aan onze focus hebben gemaakt en de organisatie er op ingericht hebben. Het vraagt een duidelijke visie, een sterk team en een extreem flexibele opstelling. 1.c Doelstelling Onze visie Onderwijs is een van de belangrijkste bouwstenen voor een sociaal en economisch zelfredzaam leven op latere leeftijd. Kinderen met ontwikkelingsproblematiek en hebben ondersteuning nodig: zorg op maat en stroomlijning van het proces naar school. Onze Missie Kinderen die door ontwikkelingsproblematiek niet naar school kunnen begeleiden naar school. Statutair is de doelstelling als volgt vastgelegd: Het verrichten van activiteiten op het gebied van de begeleiding aan personen met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van de sociale redzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie, of die matig of zwaar probleemgedrag vertonen, ten behoeve van de bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en ter voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing van de betreffende personen. Zij beoogt geen winst. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door: a. het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen en het aanbrengen van structuur, het voeren van regie of het overnemen van toezicht op de personen bedoeld in artikel 2;
10
b. het realiseren van integrale ondersteuning voor gezinnen waarin kinderen door ontwikkelingsproblematiek (nog) niet (voltijd) naar school of dagbesteding kunnen, waaronder begrepen maar niet beperkt tot het bieden van zorg, (naschoolse) begeleiding en/of behandeling, opvang, coaching en het stroomlijnen van zorg tussen huidige en toekomstige betrokkenen; c. het ontwikkelen van innovatieve diensten, producten en methoden die de doelgroep ten goede komen; d. het (doen) oprichten en in stand houden van een instelling die is toegelaten conform artikel 23 van de grondwet, de Wet Toelating Zorginstellingen en welke onderwijs en zorg verleent en/of begeleiding geeft als gedefinieerd in de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op het Voortgezet Onderwijs, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en/of de Zorgverzekeringswet en/of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, alsmede soortgelijke wet- en regelgeving zoals deze van tijd tot tijd zullen luiden, ten behoeve van de in deze wet- en regelgeving benoemde doelgroepen; e. het samenwerken met andere rechtspersonen, instellingen, organisaties en personen, die zich bezighouden met soortgelijke activiteiten als de stichting, in het bijzonder van initiatieven en ondernemingen op het gebied van ontwikkelingsproblematiek, onderwijs en zorg. 1.d Impact
Kijkend naar de organisaties genoemd in de bijlage marktverkenning zijn de Ark en Raeger Autismecentrum voor ons ‘proof of concept’ dat er vraag is naar kleinschalig zorg. Delta verschilt op een aantal punten van deze organisaties: • Doelgroep: Het verschil is dat deze organisaties zich uitsluitend richten op kinderen met autisme, Delta staat open voor alle kinderen, ongeacht hun problematiek. • Prijs: De kosten van zorg zijn zelden bepalend voor de keuze welke zorg passend is, maar er zijn wel richtlijnen vastgesteld voor wat zorg mag kosten. Delta houdt zich aan de vastgestelde PGB tarieven en rekent € 14,48 voor begeleiding groep. Daarmee zijn we zo’n 25% goedkoper dan andere kleinschalige zorginstellingen. • Begeleidingstraject naar school. Wat ouders uiteindelijke echt willen is hun kind naar school. Delta is uniek omdat we het traject naar school verzorgen vanuit ons centrum. We werken niet alleen aan de ontwikkeling van het kind, maar zorgen ook voor een goede overdracht naar school. We stellen bij de intake een uitstroomprofiel op voor cliënten en nemen meteen contact op met de beoogde school om de komst van het kind mogelijk te maken. We hanteren een leerlingvolgsysteem (CED leerlijn), de methode die ook op scholen gebruikt wordt. Zo is bij de overdracht duidelijk wat het kind kan. • Duidelijk traject, gericht op uitstroom, geen dagbesteding: De hierboven beschreven methode houdt ook in dat kinderen een duidelijk traject ingaan: het is duidelijk wanneer een kind de volgende stap zal gaan maken. Uiteindelijk geld: je kiest waar je je prettig bij voelt. Wij zien Delta als een aanvulling op het bestaande aanbod. Aanverwante organisaties in Amsterdam zijn
11
wat ons betreft collega’s in het netwerk. Dat zal niet voor al deze organisaties gelden: de zorg is een sector waarin flink bezuinigd wordt en cliënten zijn ook gewoon inkomsten. Uiteindelijk gaat het er voor een netwerkorganisatie als Delta om dat we binnen elke organisatie de personen weten te vinden met wie we kunnen schakelen voor cliënten. Zorg is heel persoonlijk, maar zorg is ook professioneel. 2. Organisatie
Binnen Delta is veel aandacht uitgegaan naar hoe de organisatie ingericht moet worden, om gevraagde zorg te kunnen realiseren: zowel inhoudelijk als financieel. Een uitwerking daarvan vindt u in de bijgevoegde exploitatiebegroting. In deze paragraaf vindt u een korte toelichting op de gekozen structuur en gaan we in op zaken rondom compliance. Tot slot wordt in deze paragraaf kort en pragmatisch ingegaan op duurzaam ondernemen binnen Delta. 2.a Structuur
Delta begeleidingscentrum is een stichting zonder winstoogmerk. De stichting heeft een bestuur en een Raad van Toezicht. Binnen de organisatie is het team gezamenlijk verantwoordelijk voor de gang van zaken op de vestiging. De directeur is eindverantwoordelijk en draagt zorg voor alle randvoorwaarden en externe contacten. Pedagogisch medewerkers verlenen zorg en begeleiding; daarnaast zijn zij ieder verantwoordelijk voor een deel van de taken die de dagelijkse gang van zaken waarborgen. Onder dit laatste valt bijvoorbeeld de planning en inroostering van cliënten. Delta begeleidingscentrum kent een hoge mate van transparantie. Door deze maatregelen zijn we als kleine organisatie minder kwetsbaar: samen zorgen we dat alles goed gaat. Delta begeleidingscentrum is een netwerkorganisatie. Primaire partners zijn instellingen in de regio die zich bezighouden met onze doelgroep. De OKC’s, VTO teams en de GGZ als doorverwijzers, maar ook kinderdagverblijven, scholen (speciaal en regulier) en Regionale Expertise Centra. Delta begeleidingscentrum onderhoudt contact met alle voor onze cliënten relevante instellingen: scholen voor speciaal basis- en voortgezet onderwijs, MOC het Kabouterhuis, Philadelphia Groep, MEE, Cordaan, Bascule, AIC (Autisme informatie centra), Steunpunt Autisme, kinderdagverblijven en OKC’s). Specifiek voor de doelgroep kinderen met autisme is overleg en samenwerking met het Leo Kannerhuis. Daarnaast is Delta aangehaakt bij het Convenant Autisme. Ook is er intensief contact met de betrokken zorgverleners rondom een cliënt, hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een logopedist of ergotherapeut. Onmisbaar deel van ons netwerk zijn de vele hulpverleners, die ingeschakeld kunnen worden voor specifieke zorg. En de flexibele schil van pedagogisch ZZP’ers die Delta begeleidingscentrum in kan schakelen, zodat wachtlijsten voorkomen kunnen worden. We gaan meteen aan de slag. Hieronder vindt u een beknopte weergave van het organogram van Delta.
12
RvT Clientenraad
Directeur/bestuurder Pedagogisch team
Flex/ZZP team
2.b Compliance
Delta begeleidingscentrum voldoet aan eisen die gesteld worden onder de Zorgbrede Governance Code van de Brancheorganisatie Zorg. Het centrum is toegelaten onder de Wet Toelating Zorginstellingen en kan op die grond AWBZ erkende zorg leveren voor de functie ‘begeleiding’. De statuten zijn opgesteld in overleg met een gespecialiseerde notaris en goedgekeurd door het ministerie van Volksgezondheid, Werkgelegenheid, Volksgezondheid en Sport (VWS). Ook werkt Delta begeleidingscentrum met TNO aan haar ISO-certificering onder de Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ). Delta houd zich aan de richtlijnen van de zorgkantoren en overlegt met gemeenten over de zorg vanaf 2015. Tot slot loopt de aanvraag van Delta als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), deze is in behandeling bij de belastingdienst. 2.c Duurzaam ondernemen
Onder duurzaam ondernemen verstaan we dat we zorg dragen voor een toekomstbestendige onderneming. Dat ons handelen de juiste kwaliteit heeft en we continuïteit kunnen bieden. Belangrijkste vraag daarbij is: doen we de juiste dingen en doen we die goed? Is de organisatie zo ingericht dat we zorg kunnen continueren? Maar we kijken ook naar duurzaam ondernemen in de bredere zin van het woord, we kijken dan naar: people (mensen), planet (milieu) en profit (winst en beloning).
Mensen In de sector waarin we werken en de aanpak die we hebben gekozen staat het sowieso buiten kijf dat we werken met mensen. Mensen die we met respect en openheid tegemoet treden en waarmee we duurzame relaties opbouwen. Binnen de organisatie is ruimte ingebouwd voor reflectie in de dagelijkse gang van zaken: de organisatie is transparant en plat, ook qua inroostering en tijdsdruk houden we er rekening mee dat we een vak uitoefenen dat vraagt om overleg en reflectie. Daarnaast besteden we veel aandacht aan intervisie (elk kwartaal een bijeenkomst met alle medewerkers), opleiding, attitudetraining en hebben we twee vaste studiedagen per jaar om met het hele team naar onze strategie te kijken.
Beloning en winst We werken in een sector waarin een kernvraag is hoe we zorg betaalbaar houden. Daarom kijken we hoe we de beste zorg voor zo laag mogelijke tarieven kunnen bieden. Die keuze wordt ook weerspiegelt in onze beloningsstructuur. We zorgen
13
goed voor onze pedagogisch medewerkers, zij zijn de dragende kern van de organisatie. Van directie, bestuur en raad van toezicht verwachten wij dat zij handelen vanuit een intrinsieke motivatie om bij te dragen aan de doelstellingen van Delta.
Milieu Wie met kinderen werkt wordt vanzelf geconfronteerd met wat we hier maar samenvatten als ‘milieu’. Er moet wel een wereld overblijven voor komende generaties, anders heeft het ook niet zo veel zin om kinderen te equiperen voor de toekomst. Bij Delta zijn we praktisch ingesteld. Zo doen we waar mogelijk biologisch inkopen met de kinderen voor de lunches die we samen bereiden. Bekijken we de mogelijkheid om over te stappen op een ecofont, en gebruiken we nu het minder inkt intensieve Garmond font. We richten onze vestiging in met led licht in plaats van tl en gloeilampen. Waar mogelijk rijden we elektrisch als we een auto of busje nodig hebben bij onze werkzaamheden. 3. Activiteiten
Delta begeleidingscentrum biedt integrale ondersteuning aan (ouders van) kinderen in de leeftijd 2 tot en met 12 jaar, die door complexe ontwikkelingsproblematiek (nog) niet naar school of dagbesteding kunnen. Er is sprake van mogelijke problemen in verschillende ontwikkelingsdomeinen, waaronder: sociaal-emotionele ontwikkeling, cognitie, communicatie en motoriek. Meer specifiek hebben gezinnen te maken met psychische problematiek (zoals autisme en aanverwante stoornissen), langdurige (chronische) ziekte of handicap (zoals doofheid), emotionele problemen (zoals angstproblemen), gedragsproblemen (door bijvoorbeeld AD(H)D), leerproblemen (door bijvoorbeeld verstandelijke beperking of juist hoogbegaafdheid), taal en spraakproblemen en/of problemen met de grove of fijne motoriek. Tevens kan sprake zijn van co-morbiditeit of problemen in de opvoeding of omgang met anderen waardoor de ontwikkeling belemmerd wordt. Ieder kind is in principe welkom bij Delta begeleidingscentrum, want voor ieder kind bestaat de wens dat hij of zij opgroeit tot een volwassene die zichzelf sociaal, emotioneel en economisch kan redden in de maatschappij. Onderwijs speelt hierin een belangrijke rol. Daarom hecht Delta begeleidingscentrum naast begeleiding aan kinderen en ouders, aan het stroomlijnen van zorg en een soepele overgang naar school. Delta begeleidingscentrum maakt verschil door maatwerk te leveren en alle betrokkenen serieus te nemen. Delta begeleidingscentrum ondersteunt ouders en kinderen zowel in- als extern. In haar eigen centrum met groeps- en individuele begeleiding op maat door een team van orthopedagogen, pedagogisch medewerkers en extern door samenwerking met ambulant begeleiders/remedial teachers, logopedisten, fysiotherapeuten en zelfstandig pedagogisch medewerkers.
14
Groepen zijn bij Delta niet groter dan maximaal tien kinderen, met in ieder geval twee pedagogisch medewerkers. Daarnaast begeleiden we op verzoek thuis, op school of op het kinderdagverblijf. Naast onze eigen medewerkers beschikt Delta begeleidingscentrum over een breed netwerk van specialisten, zodat hulp altijd passend is. 3.a Begeleiding
De zorg die Delta biedt valt onder de Wet Algemene Bijzondere Ziektekosten, daarbinnen is de functie ‘begeleiding’ gericht op ‘het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid’. De begeleiding is bedoeld voor hen die zonder deze begeleiding zouden moeten verblijven in een instelling of zouden verwaarlozen. De verzekerde kan zijn aangewezen op Begeleiding in de vorm van individuele Begeleiding (BG individueel) of Begeleiding in groepsverband (BG groep).5 Het gaat om de volgende aandachtsgebieden: Sociale redzaamheid: begrijpen wat anderen zeggen; een gesprek voeren; zich begrijpelijk maken; initiëren en uitvoeren eenvoudige taken; kunnen lezen, schrijven en rekenen; communicatiehulpmiddelen gebruiken; dagelijkse bezigheden; problemen oplossen en besluiten nemen; dagelijkse routine regelen; zelf geld beheren; initiëren en uitvoeren complexere taken; zelf administratie zaken bijhouden. Bewegen en verplaatsen: lichaamspositie handhaven; grove hand- en armbewegingen maken; fijne handbewegingen maken; lichtere voorwerpen tillen; gecoördineerd bewegingen maken met benen en voeten; lichaamspositie veranderen; trap op en af gaan zonder hulp(middelen); zich verplaatsen met hulp(middelen); voortbewegen binnenshuis, zonder hulp(middelen); gebruik maken van openbaar vervoer; eigen vervoermiddel gebruiken; voortbewegen buitenshuis zonder hulp(middelen); korte afstanden lopen; zwaardere voorwerpen tillen. Gedragsproblemen: destructief gedrag (gericht op zichzelf en/of de ander, zowel letterlijk als figuurlijk); dwangmatig gedrag; lichamelijk agressief gedrag; manipulatief gedrag; verbaal agressief gedrag; zelf verwondend of zelfbeschadigend gedrag; grensoverschrijdend seksueel gedrag. Psychisch functioneren: concentratie; geheugen en denken; perceptie van omgeving In al deze categorieën kan sprake zijn van ‘lichte’, ‘matige’ en ‘zware’ beperkingen. Begeleiders bij Delta begeleidingscentrum zijn hoogopgeleid, bekwaam in evidence based methoden en goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in hun vakgebied. Daarnaast besteden zij veel aandacht aan tactiele en visuele ondersteuning en kan elke medewerker gebaren op niveau 1 van de Nederlandse 5
CIZ indicatiewijzer 2013, http://www.ciz.nl/sites/ciz/files/filemanager/indicatiewijzer/Indicatiewijzer_60.pdf
15
Gebarentaal. Delta begeleidingscentrum biedt een prettige, veilige omgeving waarin ieder kind zich kan ontwikkelen. Methoden waarmee Delta werkt zijn: • Floortime/DIR • ABA (Applied Behavorial Analysis) • Pivotal Response • TEACHH (Treatment and Education of Autistic and related Communication handicapped Children) • PECS (Picture Exchange Communication System) Deze methoden en hun effectiviteit zijn uitgebreid beschreven in Amerikaanse journals. Voor de Nederlandse context en effectiviteit verwijzen wij graag naar ‘Interventies voor kinderen met een autisme spectrum stoornis en/of een verstandelijke beperking’, het in 2010 verschenen rapport van ITS/Radboud Universiteit.6 De basis voor al ons handelen is een contactgerichte aanpak, hiervoor maken we gebruik van SON-Rise en CSL (Contactgericht Spelen en Leren). Deze laatste methode is op dit moment niet wetenschappelijk onderbouwt, maar laat goede resultaten zien. Delta werkt mee in een op te zetten pilot om de methode academisch te accrediteren. Voor alle methoden die wij gebruiken geldt dat zij zijn opgenomen in een handboek methoden, waarin wij beschrijven hoe en wanneer we welke methode gebruiken. We hebben er bewust voor gekozen om gebruik te maken van meerdere methoden, zodat we maatwerk kunnen bieden. Het gebruik van meerdere methoden moet echter niet verzanden in ‘we doen maar wat, het voelt zo wel goed’. Delta werkt nauw samen met de ontwikkelaars en contactpersonen van methoden. Daarnaast besteden veel aandacht aan training en intervisie van het team. Met team bedoelen we hier zowel de krachten in loondienst als de flexibele krachten. Er zijn twee vaste studiedagen in het jaar, teambrede in-company trainingen op het gebied van onze methoden, elk kwartaal intervisie met externen gespecialiseerd in specifieke methoden. Waar nodig wordt gekeken naar persoonlijke behoeften van medewerkers op het gebied van professionele ontwikkeling. We houden als richtlijn de opleidingsbudgetten aan uit de CAO gehandicaptenzorg, de CAO waar alle medewerkers van Delta onder vallen. 6 Interventies voor kinderen met een autisme spectrum stoornis en/of een verstandelijke beperking, R. Schellingerhout | C. Ramakers | A. Derwort | A. van de Lavoir2010 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
16
Voor iedere cliënt die zich aanmeld bij Delta geld dat een intake gesprek wordt gepland met de kinderpsycholoog/orthopedagoog en beoogde mentor (pedagogisch medewerker). In dit gesprek zal besproken worden wat de reden is van eventuele plaatsing. Er zal een anamnese opgesteld worden van de ontwikkeling van het kind op verschillende gebieden, gesproken worden over de gezinssituatie, de hulpverlening die eventueel al heeft plaats gevonden, huidige hulpverlening en de problemen waar tegenaan worden gelopen. Het belangrijkste uitgangspunt van de intake is dat een duidelijk beeld ontstaat van het kind, de ouder(s) en/of verzorger(s) en de hulpvraag. Bij plaatsing wordt een ontwikkelingsperspectief en uitstroomniveau vastgesteld, zodat meteen contact opgenomen kan worden met de school of instelling waar de cliënt na zijn/haar verblijf bij Delta vermoedelijk heen zal gaan. Middels een leerlingvolgsysteem (CED leerlijn) wordt de ontwikkeling van het kind bijgehouden. Zodat bij de overgang naar school duidelijk is wat het kind kan en waar het staat in zijn of haar ontwikkeling. Bij Delta kunnen ouders kiezen uit verschillende vormen van begeleiding: het één sluit het ander niet uit. Als een kind geen maatwerk nodig had, was het waarschijnlijk niet bij Delta terecht gekomen. Groepsbegeleiding In een groep van maximaal 10 kinderen met twee ervaren, hoogopgeleide pedagogisch medewerkers. Doel van de groepsbegeleiding is het kind in zijn of haar eigen tempo voorbereiden op school of een vervolgplaats. We focussen zowel op sociaal emotionele aspecten als de cognitieve ontwikkeling. Het kind is bewust in een groep geplaatst, net zoals dat op school zou zijn. Maar wel een kleine, behapbare groep met alle tijd en aandacht. 1:1 begeleiding Misschien is een kind nog niet toe aan een groep, of heeft een kind speciale aandacht nodig waar beter in een 1:1 setting aan gewerkt kan worden. Denk aan logopedie, maar we kunnen het kind ook helpen met het verbeteren van zijn of haar Nederlandse Gebarentaal of met een remedial teacher aan opdrachten laten werken. Misschien heeft het kind wel een uurtje uitrennen met een begeleider nodig. In principe kan veel. Thuisprogramma Een programma in eigen huis kan om een aantal redenen een goede stap zijn. In een thuisprogramma werkt een ervaren pedagogisch medewerker met het kind en de ouders. Een kind wordt begeleid en de ouder krijgt handvatten. Doel is om ouders in staat te stellen zelf hun kind te kunnen begeleiden en anderen aan te kunnen sturen in het begeleiden van hun kind. Een thuisprogramma kan op elk moment, in elk huis opgezet worden. Ambulante begeleiding op KDV of school
17
Het is nooit leuk om te horen dat je kind zich anders ontwikkelt dan andere kinderen. Gelukkig zijn er regelingen waardoor het kind op zijn of haar eigen vertrouwde kinderdagverblijf extra begeleiding kan krijgen. Delta werkt samen met partners als Okido, scholen en KDV’s om deze zorg te realiseren. 3.b Stroomlijnen van zorg en onderwijs
Onderwijs biedt betere kansen in het leven. Bij binnenkomst van de cliënt stellen we bij Delta een ontwikkelingsamnese op, op basis van wat bekend is van het kind (dossier) en in samenspraak met ouders en andere betrokkenen. We stellen op basis daarvan een ontwikkelingsplan op, waarbij we ook een verwacht uitstroom niveau vaststellen. We doen dit op basis van methodieken die ook op scholen gebruikt worden en werken bijvoorbeeld met de CED leerlijn. Op basis van het uitstroomprofiel wordt contact opgenomen met de beoogde school voor de cliënt. Dat geeft ons rust en ruimte om de komst van het kind naar school voor te bereiden. Delta onderscheid zich hiermee van andere kleinschalige zorginstellingen. Delta werkt met leerlingvolgsystemen die aansluiten op de methodieken die op school gebruikt worden. We stemmen vanaf het begin af met school welke extra ondersteuning het kind nodig heeft en hoe deze georganiseerd kan worden. Het ontbreekt scholen vaak aan mensen en middelen om direct zorgt te kunnen leveren aan kinderen die speciale aandacht vragen. Trajecten om zorg te organiseren duren vaak maanden, niet in de laatste plaats omdat budgeten en extra expertise geregeld moeten worden. Deze extra ondersteuning moet vaak onder hoge druk geregeld worden: door scholen die vaak al een hoge werkdruk kennen en ouders die –om het plat te zeggen- omhoog zitten met hun kind. Ook voor kinderen is de overgang naar school vaak extreem spannend, vooral als het in het verleden al eens mis is gegaan of een kind al jaren niet naar school is gegaan. 3.c Ouderondersteuning
Tot slot besteedt Delta veel aandacht aan het versterken van ouders. Ouder van een zorgintensief kind zijn is loodzwaar. Delta wil ouders in hun kracht zetten. Zodat ze het beter volhouden. En omdat we ouders serieus nemen, ouders zijn geen pedagogen (meestal), maar wel ouders. Zij kennen het kind het beste. En niet onbelangrijk: zij blijven als alles goed gaat een leven lang bij een kind. Delta biedt een plek om in contact te komen met ouders, mentoren en hulpverleners, om ervaringen uit te wisselen en contacten op te bouwen. Daarnaast bied Delta in samenwerking met partners cursussen voor ouders en kinderen, en organiseert Delta indien gewenst thuisondersteuning in de vorm van een thuisprogramma. Tevens helpt Delta ouders en/of verzorgers op weg door het woud van administratieve handelingen die er bij horen als je kind extra zorg nodig heeft. Ja, een PGB aanvragen is ingewikkeld, maar nee: je hoeft geen bureau in te huren om het voor je te doen. Eigen kracht is je zeker voelen over de mogelijkheden die je kunt creëren voor je kind. Delta stelt zich op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van behandelmethoden en AWBZ en stelt deze informatie ter beschikking
18
Daarnaast stellen we een aantal essentials ter beschikking waar geen enkele ouder zonder kan: koffie en wifi, in onze Common Room. Soms ben je als ouder kapot en dan heb je alleen nog maar je kind gebracht. Dan ben je wel toe aan een koffie verkeerd. Of wil je even een mailtje sturen om alles goed te laten lopen voor je weer verder gaat. Misschien heeft het allemaal zo lang geduurd dat je eigenlijk nog maar een half uurtje voor je volgende afspraak hebt en eigenlijk wel even je laptop open wilt klappen om snel wat af te maken. Of je komt die ene ouder tegen die je wel aardig leek. De mentor van je kind heeft tijd om even bij te praten over hoe het gaat. Even een artikel lezen in de vakliteratuur of de koppen van de krant scannen. Daar is de Common Room voor. 4. Kosten en baten
Delta kent als primaire inkomstenstroom: • AWBZ gelden (ZIN en PGB) De zorg vanuit Delta begeleidingscentrum wordt bekostigd uit AWBZ-gelden. Zoals het er nu naar uit ziet vallen cliënten van Delta begeleidingscentrum vanaf 2015 onder de WMO en de wet Jeugdzorg, die uitgevoerd zullen worden door de gemeente. Uit deze middelen wordt de pedagogische begeleiding van cliënten bekostigd. In de jaren 2013 en 2014 berekenen we tarieven en inkomsten vooralsnog op basis van een PGB-budget. Deze kosten zijn afgestemd met Per Saldo, belangenvereniging van budgethouders. De prognose van de kosten en baten van Delta begeleidingscentrum zijn opgenomen in een uitgebreide vijf jaren exploitatiebegroting, liquiditeitsprognose en profit en loss statement, die bijgesloten zijn bij dit ondernemingsplan. Delta is een stichting zonder winstoogmerk, alle baten vloeien terug in de stichting. Alle inkomsten komen binnen op onze Triodos rekening 197677975, ten name van Delta begeleidingscentrum. De vertegenwoordiger van deze rekening is J.W.T. van den Eijnden, directeur. Van deze rekening courant worden ook alle betalingen vanuit Delta begeleidingscentrum gedaan. De controle op de inkomsten en uitgaven ligt bij de penningmeester van het bestuur, deze zorgt ook jaarlijks voor een onafhankelijke accountantsverklaring. De rekening bij de Triodosbank kent een gekoppelde spaarrekening, hierop worden interne ‘spaarportjes’ bijgehouden. Zo wordt maandelijks een bedrag gestort voor de eindejaarsuitkering, vakantiegelden, reserveringen voor materiaal, etc. Deze gelden worden overgemaakt met onder daarvoor opgestelde kenmerken, bv ‘201305_EU’ (reservering eindejaarsuitkering maand vijf). In de loop van 2014 wil Delta gelden verwerven uit: • Fundraising Daartoe wordt op dit moment een fundraisingplan geschreven. Fondsen en giften worden bij voorkeur geworven op projectbasis, bv ‘project koken’ voor het opstarten van koken met kinderen. Of project ‘inrichting buitenruimte’. Waar
19
nodig zal geld geïnvesteerd worden in het versterken van de organisatie. Voor alle voorkomende gevallen geld dat een (project)plan opgesteld wordt, met daarin het doel, de duur, de verwachte uitkomst en hoe deze uitkomsten gemeten gaan worden. Wij hebben overwogen om een steunstichting op te zetten voor inkomsten uit fundraising, maar de notariële kosten daarvan drukken zwaar op een strakke begroting als de onze. 500 tot 1000 euro is een bedrag waar we voor onze cliënten heel mooie dingen mee kunnen doen. Giften komen dus binnen op onze Triodos rekening 197677975 en worden bij binnenkomst gelabeld. Als een gift zonder oormerk binnenkomt zoeken wij een passend project uit om het geld voor te reserveren. Het gelabelde bedrag wordt vervolgens overgemaakt op de spaarrekening. Middels een online tool kunnen we gemakkelijk zien hoe veel geld gereserveerd is voor wel doel. Deze bedragen wordt natuurlijk ook bijgehouden in onze lopende exploitatiebegroting. Delta wil gaan werken met ‘tientjesleden’ en accepteert natuurlijk ook giften van bedrijven en particulieren. Voor bedrijven kan opgemerkt worden dat de credentials van bedrijven gecheckt worden en deze moeten passen bij Delta. Niet dat het waarschijnlijk is dat een wapenhandelaar onze sponsor wil worden, maar toch. Een derde geldstroom zou kunnen zijn: • Curussen Wij bekijken of Delta een aanvulling kan bieden op het cursusaanbod voor ouders en professionals. Mocht deze verkenning positief uitvallen dan zal daarna een projectplan geschreven worden om het cursusaanbod een plek te geven binnen het aanbod van Delta begeleidingscentrum. Gelden die uit deze inkomstenstroom binnenkomen op Triodosrekening 197677975 kunnen ingezet worden op de lopende begroting. Statutair is het volgende vastgelegd: 1. De geldmiddelen van de stichting worden door de zorg van het bestuur bijeengebracht uit eenmalige of periodieke bijdragen, uit subsidies, uit schenkingen of makingen en alle verdere baten. 2. De geldmiddelen worden beheerd door de penningmeester die voor dat beheer verantwoordelijk is. 3. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 4. Binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar wordt door de penningmeester een rekening en verantwoording over dat boekjaar opgemaakt en aan het bestuur ter vaststelling voorgelegd. De rekening en verantwoording omvat een balans en een staat van baten en lasten. De rekening en verantwoording behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht. Daartoe worden de vastgestelde stukken binnen één maand na de vaststelling aan de raad van toezicht toegezonden. De raad van toezicht kan, alvorens zijn goedkeuring te verlenen, het bestuur opdragen de rekening en verantwoording te doen onderzoeken door een door de raad van toezicht
20
aangewezen registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van toezicht en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken. Hij brengt zijn verslag ter kennis van het bestuur. 5. De vaststelling strekt tot décharge van de penningmeester voor alle in de jaarstukken vermelde handelingen. 6. De raad van toezicht is bevoegd de bestuursleden decharge te verlenen voor hun bestuur, voor zover daarvan uit de vastgestelde stukken blijkt of anderszins aan hem bekend is gemaakt. 7. Uiterlijk drie maanden voor de aanvang van het volgende boekjaar stelt het bestuur een begroting van baten en lasten voor dat boekjaar vast. 5. Werving
‘Geen Zwitsers, geen kaas’, oftewel: geen cliënten geen centrum. Cliënten worden via een aantal kanalen geworven: • In de leeftijd 2-4 zijn OKC’s, VTO team en kinderdagverblijven eerste doorverwijzers. We zijn daarom ook erg blij met onze locatie in Flevopoort, naast het OKC. • In de leeftijd 4 tot en met 12 zijn scholen en het autisme informatiepunt belangrijke partners. Delta onderhoudt intensief contact met alle voor onze cliënten relevante instellingen. Het netwerk bouwt voort op het bestaande netwerk van de initiatiefnemers en zal uitgebreid worden door het voeren van gesprekken en organiseren van bijeenkomsten. De belangrijkste doorverwijzers voor Delta begeleidingscentrum zijn ouders. We benaderen ouders op verschillende manieren: • Via hierboven genoemde doorverwijzers. • Via organisaties voor ouders • Via online en fysieke netwerken • Via pedagogisch medewerkers in ons netwerk • En vooral via ouders: Het team van Delta sprak de afgelopen jaren heel veel ouders en heeft in haar netwerk inmiddels veel pedagogisch medewerkers, fysiotherapeuten, etc. die werken met onze doelgroep. In alle bescheidenheid mogen we stellen dat we op enthousiasme kunnen rekenen. Er is inmiddels een groep van 10 potentiele cliënten, en dat is nog voordat ouders de locatie hebben kunnen zien. Dat is opmerkelijk: ouders willen immers een pand zien: waar gaat mijn kind heen, wie gaat mijn kind begeleiden, hoe gaat het met de andere kinderen in dit centrum? Het klinkt niet bijzonder high tech, maar we moeten het hebben van ons netwerk. Je netwerk is altijd de basis. En we zitten in Amsterdam, de stad waar alles bij uitstek geregeld wordt boven een kop koffie verkeerd.
21
Natuurlijk maakt Delta in haar communicatie gebruik van een eigen website (www.delta020.nl), sociale media (facebook/delta) en klassieke instrumenten zoals flyers. Bij Delta geloven we in ontmoetingen en verbindingen, daarom nodigen we bij de opening alle relevante partijen uit om kennis te komen maken. Delta zal daarnaast ook regelmatig rondleidingen door haar centrum organiseren voor betrokkenen in de regio. 6. Omveld
Beleidsmatig is er veel in verandering de komende jaren. We stippen hier twee veranderingen aan die van belang zijn voor Delta en hoe wij ons hier op voorbereiden. 6.a overgang AWBZ naar gemeenten Langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten wordt betaalduit een collectieve verzekering: de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanaf 2015 veranderd er veel: gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van deze zorg. Voor de zorg die Delta begeleidingscentrum biedt is van belang dat de functies ‘begeleiding groep’ en ‘begeleiding individueel’ overgaan van AWBZ naar WMO. We stippen hieronder kort aan hoe Delta begeleidingscentrum toekomst proof is: • Delta biedt AWBZ zorg op basis van PGB en ZIN. Met een persoonsgebonden budget kunnen cliënten zelf passende zorg inkopen. Zorg in Natura (ZIN) houdt in dat het budget van de cliënt rechtstreeks naar de instelling gaat waar de cliënt zorg afneemt. Beide mogelijkheden blijven bestaan onder de WMO. Gezien de doelgroep van Delta ligt zorginkoop met een PGB voor de hand. • Delta mag als AWBZ erkende instelling ZIN bieden, waarvoor hogere vergoedingen gelden dan vanuit het PGB (ongeveer 20-30%). We rekenen echter met inkomsten uit PBG voor de financiële planning van Delta. Inkomsten uit ZIN zijn zo niet nodig, maar een meevaller. • Onder de nieuwe wetgeving wordt het PGB een ‘verankert recht’. Na een lange periode waarbij het voortbestaan van het PGB onzeker was. Op die manier biedt de nieuwe regelgeving meer zekerheid voor Delta. • In het vierde kwartaal van 2013 gaat een nieuw, integraal wetsvoorstel WMO naar de Tweede Kamer. De ontwikkeling waarbij zorg wordt overgedragen naar gemeenten speelt al langere tijd. Dat gaf ruimte om ons gedegen voor te bereiden. Ook al zijn nog niet alle budgeten, zoals die voor volwassen en jeugd GGZ, duidelijk. Wel lijkt duidelijk dat over de gehele linie de budgeten met 30% zullen dalen. • Delta is als organisatie minder kwetsbaar voor deze veranderingen. In tegenstelling tot bestaande zorginstellingen wisten we waar we aan begonnen en hebben de organisatie daar op in kunnen richten. Zo gaat Delta uit van de laagste PGB tarieven. Begeleiding in een groep is bij ons 14,48 euro, in tegenstelling tot de gebruikelijke 20-25 euro. We maken ons geen zorgen dat we de zorg in de toekomst niet meer voor die prijs kunnen bieden, de organisatie is op deze prijs berekend.
22
• Lage overhead: Delta is een platte, flexibele organisatie. Zo is de dagelijkse gang van zaken verankerd in het team, in plaats van bij een vestigingsmanager. Net iets anders, maar het scheelt een (duurdere) fte aan vestigingsmanagement. • Netwerkorganisatie: Delta maakt optimaal gebruik van bestaande expertise. Dat zorgt voor snelle, efficiënte zorg, maar is ook goedkoper. Het geeft Delta de ruimte om met een flexibele schil te werken: expertise inkopen waar nodig, in plaats van een uitgebreide loonlijst. • Uit ervaringen met de kinderdagopvang (KDV) weten we dat minder geld vanuit de overheid kan leiden tot afname van diensten. In de KDV gaat het om zo’n 30% op dit moment. Bij Delta is de personele inzet direct gelinkt aan het aantal cliënten en de uren dat zij komen. Ook hier bieden flexibiliteit en duidelijke afspraken uitkomst. • Stresstesten. Om de leidster-kind ratio en de inkomsten en uitgaven in balans te houden ontwikkelde Delta ism met een ouder werkzaam als ingenieur bij TNO en UvA een stresstest: een model waarmee we ten alle tijden het huidige en toekomstige scenario kunnen doorrekenen. Zodat we altijd weten waar we aan toe zijn, en waar nodig bij moeten sturen. • Overigens verwachten we geen grote afname van zorg: Delta zit ver onder de marktprijs, ouders en cliënten hebben dringend hulp nodig. We zijn er op ingericht die hulp mogelijk te maken. • Alhoewel de druk toeneemt om zorg te vervangen voor mantelzorg is in de WMO vastgelegd dat deze nadrukkelijk geen verplichtend karakter krijgt voor mantelzorger/vrijwilliger. Ouders kunnen dus niet gedwongen worden zelf de zorg voor hun kind op zich te nemen. • Sponsoring: Naast inkomsten uit zorgbudgeten werkt Delta met sponsoren. In de dagelijkse gang van zaken werken we met soft sponsoring en sponsoring in natura: daarmee drukken we de kosten. Een deel van de fundraising is bedoelt om een buffer op te bouwen, zodat tegenvallers opgevangen kunnen worden. De werkwijze van Delta wekt vertrouwen. Veel eerder dan voor ons gepland heeft een aanpalende gemeente in de Noordelijke Randstad interesse getoond om mogelijkheden voor een raamcontract te bekijken. Dat zou voor Delta betekenen dat de weinige overhead de organisatie nu al kent, gespreid kan worden over meerdere vestigingen. 6.b Passend onderwijs
Op 1 augustus 2014 wordt een nieuw stelsel voor Passend Onderwijs ingevoerd. De gehele wet op het passend onderwijs is hier te vinden7. Deze wet verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan kinderen die vanwege specifieke onderwijsbehoeften extra ondersteuning nodig hebben. Om de kinderombudsman nogmaals te quoten: “Hiermee wordt in de wet- en regelgeving de zorgplicht in het onderwijs geborgd”. Scholen zijn in onze ervaring niet altijd 7 http://www.passendonderwijs.nl/wp-content/uploads/2012/11/Wet-passend-onderwijs.pdf
23
voldoende geëquipeerd, we gingen hier in paragraaf één uitgebreid op in. We volstaan daarom hier met de zeggen dat voor Delta van belang is dat scholen een zorgplicht hebben. Waar nodig kan dit de urgentie van passend onderwijs voor onze cliënten benadrukken. We kunnen er ook verzekerd van zijn dat passend onderwijs bij scholen op de agenda staat de komende jaren. 7. SWOT
Ondernemen in de zorg is risicovol. We weten allemaal dat de zorgkosten schrikbarend zijn gegroeid en er bezuinigd wordt. Op het gebied van de AWBZ staan grote veranderingen op stapel, waarvan de consequenties nog niet allemaal te overzien zijn. Dat weten we dus. We weten ook dat bij het Rijk en de gemeente de intentie bestaat om zwakke groepen te beschermen, maar ook om meer te vragen van hun omgeving. Op die laatste ontwikkeling speelt Delta begeleidingscentrum in door ouders in hun kracht te zetten, zodat zij zelf de regie kunnen voeren over de begeleiding van hun kind en zelf de verantwoordelijkheid kunnen dragen. Over mogelijk minder geld in de toekomst kunnen we ook helder zijn: Delta begeleidingscentrum is een platte organisatiestructuur zonder grote overhead. We maken optimaal gebruik van partners en bestaande structuren. Onze kosten en baten zijn berekend op lage PGB- tarieven.
In deze voorlaatste paragraaf gaan vatten we kansen en bedreigingen samen in een SWOT analyse: SWOT Sterke kanten
Zwakke kanten
* degelijke financiële en
* bewijs van slagen is pas geleverd als
organisatorische opzet
er cliënten zijn
* nagedacht over en model voor
* laag tarief dwingt tot strakke regie
toekomstbestendigheid
organisatie
* goede samenwerking met partijen in het veld Kansen
Bedreigingen
* duidelijke vraag vanuit markt
* te snel groeien
* vervult lacune in zorgaanbod
* onzekerheid toekomstige bezuinigingen zorg
24
8. Initiatiefnemers
Het kwartiermakers team bestaat uit: J.W.T. van den Eijnden MSc (oprichter/directeur), K. Simons-Veldt, MSc (kinderpsycholoog/pedagogisch medewerker), H. Oranje, MSc (orthopedagoog/pedagogisch medewerker), R. Feiner, BA (pedagogisch medewerker). Joanne van den Eijnden kan de balans tussen zorg en zakelijk vinden, ze ziet mogelijkheden. Als organisatieadviseur ondersteunde zij vele bedrijven en overheden, waaronder de ministeries van OCW, EZ, VWS, JenG, SZW, Binnenlandse Zaken, Gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Arnhem en de Provincie Noord Brabant. Haar wens om concreet invulling te geven, in plaats van te adviseren en te lobbyen, kreeg een hernieuwde focus toen zij met autisme te maken kreeg (broer, oudste zoon en inmiddels ook jongste zoon). Een kleine groep kinderen met een brede ontwikkelingsproblematiek bleek buiten bestaande structuren te vallen. Het idee voor Delta begeleidingscentrum was geboren, het kostte nog twee jaar om alles tot de bodem te onderzoeken en door te berekenen. In 2013 was Joanne auditor Autism and Related Disorders in Children, aan Yale University. Zij studeerde in haar jongere jaren Wijsbegeerte en Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Krista Simons is allround kinder- en jeugdpsycholoog en pedagogisch hulpverlener. Ze is kritisch en optimistisch: elk kind is een uniek wezen met zijn eigen mogelijkheden, kwaliteiten en uitdagingen. Luisteren en kijken naar een kind is haar grootste drijfveer: om te ontdekken wat nodig is om een kind verder te helpen. Opleiding en werk brachten Krista naar een Medisch Kinderdagverblijf, maar ook werkte zij als universitair onderzoeksassistent en op een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Zij heeft in veel thuisprogramma’s meegedraaid. In al deze omgevingen behandelde en begeleidde zij met plezier kinderen met verschillende problemen, zoals faalangst, verlaagd zelfvertrouwen, autisme en schoolmoeilijkheden. Onderzoek (dyslexie, intelligentie, psychodiagnostisch) behoorde ook tot haar pakket. Het fijne aan Krista is dat je het aan haar hele houding af kunt lezen als ze vindt dat iets niet goed geregeld is binnen de organisatie. Ze houdt je scherpt en heeft vrijwel altijd gelijk. Krista kan ook luisteren zonder te oordelen en feedback geven waarmee je verder kunt. Hedwig Oranje is als orthopedagoog en begeleider een robuust type. Zeilen, honden, hockey, stoeien of juist geconcentreerd werken: Hedwig weet overal een
25
pedagogisch moment uit te slepen. En wel zo dat het toch leuk blijft. Een echte rots in de branding. In haar werk met kinderen met een beperking combineert Hedwig het analytische met het praktische. Zij is goed onderlegd in de laatste ontwikkelingen en kan deze omzetten in een individueel werkplan voor iedere cliënt. Elk kind heeft mogelijkheden, het is een kwestie van uitvinden hoe het kind die kan ontwikkelen. Rosien Feiner en Aristoteles delen hun liefde voor verwondering: elk kind is uniek en bezig de wereld te ontdekken. Het is een uitdaging om kinderen te helpen deze soms ingewikkelde wereld te ontdekken. Door goed naar elk kind te kijken en luisteren, probeert Rosien elk kind optimaal te ondersteunen en stimuleren. Attitude is daarin belangrijk: je eigen houding naar een kind, dat elk kind met zijn of haar eigen bijzonderheden tot zo veel in staat is. Het groepsproces telt, maar er moet ook goed individueel naar elk kind gekeken worden. En het is van belang dat alles netjes, geordend en gestructureerd is: de punctualiteit en zorgvuldigheid van Rosien zouden een aanwinst zijn voor elke organisatie. Voor een organisatie die met een kwetsbare doelgroep werkt, zoals Delta, zijn zij onmisbaar.
26