Beleidsplan Cultureel erfgoed 2009-2014 stad Leuven
December 2007 Rebecca Gysen Tiny T’Seyen Betty Minne Anne Verhaegen
INHOUDSTAFEL DEEL 1: Inleiding en procesbeschrijving .............................................................................. 1 1.1. Inleiding 1.2. Procesbeschrijving 1.2.1. Opleiding integraal cultuurbeleidsplan 1.2.2. Voorbereiding cultuurbeleidsplan 1.2.3. Traject met de erfgoedsector in Leuven en met de regio 1.2.3.1. Ronde van de erfgoedsector 1.2.3.2. Schriftelijke enquêtes 1.2.3.3. Extra gesprekken 1.2.3.4. Terugkoppeling naar de erfgoedsector 1.2.3.5. Afstemming met het beleidsplan van M 1.2.4. Raadplegen van onderzoeksresultaten, beleidsteksten en literatuur 1.2.5. Politieke goedkeuring DEEL 2: Missie en visie .......................................................................................................... 5 DEEL 3: Algemeen, bovenlokaal kader ............................................................................... 6 3.1. Een aantal belangrijke tendensen in relatie tot het erfgoedbeleid 3.1.1. Maatschappelijke tendensen 3.1.2. Demografische tendensen 3.1.3. Technologische tendensen 3.1.4. Museologische en erfgoedtendensen 3.2. Wetgevend bovenlokaal kader 3.2.1. Op internationaal niveau 3.2.2. Op federaal niveau 3.2.3. Op Vlaams niveau DEEL 4: Kritische omgevingsanalyse Leuven en regio ..................................................... 12 4.1. Maatschappelijke context 4.1.1. Oppervlakte en ligging 4.1.2. Demografie 4.1.3. Onderwijs 4.1.4. Welzijn 4.1.5. Middenstand en toerisme 4.2. Lokale politieke context 4.2.1. Stedelijk bestuur 4.2.2. De stedelijke administratie en organisatie
4.3. De lokale culturele context 4.3.1. De directie cultuur 4.3.2. Werking Cultuurkoepel en deelraden 4.3.3. Cultuurbeleidsplan 4.3.4. Culturele organisaties 4.3.5. Culturele infrastructuur 4.3.6. Cultuurcommunicatie 4.3.7. Onderzoek kunst-en erfgoededucatie 4.4. De lokale erfgoedcontext 4.4.1. Typische erfgoedkenmerken van Leuven 4.4.2. Erfgoedspelers 4.4.2.1. De erfgoedcel 4.4.2.1.1. Personeel, organisatie en middelen 4.4.2.1.2. Infrastructuur 4.4.2.1.3. Werking 4.4.2.1.4. Een evaluatie van de gebruikte instrumenten, methodes en resultaten 4.4.2.1.5. Sectorbevraging: evaluatie van de erfgoedcel door de sector 4.4.2.2. Stakeholdersanalyse 4.4.3. Regio rond Leuven 4.4.4. Samenwerkingsverbanden 4.4.5. Evenementen binnen erfgoed of cultuur 4.4.6. Ondersteuningsbeleid stad Leuven DEEL 5: SWOT-analyse ........................................................................................................ 44 5.1. SWOT-matrix 5.2. Prioriteitenmatrix DEEL 6: Strategisch gedeelte............................................................................................... 59 6.1. Prioriteiten en beleidskeuzes op basis van SWOT-matrix en prioriteitenmatrix 6.2. Strategische en operationele doelstellingen 6.3. Strategische projecten stad Leuven op vlak van erfgoed (2008-2014) DEEL 7: Meerjarenplanning ................................................................................................ 77 DEEL 8: Begroting ................................................................................................................ 89 DEEL 9: Opvolging ............................................................................................................... 96
DEEL 1: INLEIDING EN PROCESBESCHRIJVING 1.1. Inleiding Dit beleidsplan cultureel erfgoed beschrijft de visie, doelstellingen, accenten en acties die de stad Leuven op vlak van erfgoed wil bereiken in de periode 2009-2014. Dit plan is afgestemd op het cultuurbeleidsplan 2008-2013, op het actieplan en beleidsplan van Toerisme Leuven en op het beleidsplan van M, museum Leuven. Er werd hiertoe regelmatig overleg gepleegd. De afstemming met het cultuurbeleidsplan wordt zelfs gevisualiseerd in het strategische deel met de doelstellingen. Voor de specifieke erfgoedanalyse consulteerde de erfgoedcel de verschillende erfgoedspelers in Leuven. Het is immers niet alleen van belang dat het erfgoedbeleidsplan rekening houdt met alle aanwezige actoren; het stadsbestuur wenst uiteraard ook dat dit plan mee door de sector wordt gedragen. Via het erfgoedconvenant en via een gedragen plan wordt het mogelijk om een impulsbeleid te voeren en samen te werken aan een integraal erfgoedbeleid voor Leuven en de regio. Om zoals gevraagd het ondersteuningsbeleid van de stad voor erfgoed in kaart te brengen, werden de jaarverslagen en de begrotingen van de verschillende diensten geconsulteerd. Op deze manier kon al een richting aangegeven worden voor de voorbije investeringen op vlak van erfgoed, zonder te beweren dat we hierbij volledig konden zijn. Daarnaast willen we erop wijzen dat het onmogelijk is om hier een volledig gedetailleerde begroting aan te koppelen, zeker wat betreft de toekomstige jaren (meerjarenbegroting), aangezien de stad Leuven slechts jaarlijks haar gespecificeerde begroting goedkeurt. Vooraf over de terminologie: Ter verduidelijking, als we spreken over erfgoedorganisaties, erfgoedactoren of erfgoedspelers slaat dit op de hele erfgoedsector, zowel op de professionelen als op de vrijwilligers. Wanneer we spreken over verenigingen worden enkel de vrijwilligers bedoeld, mensen die zich onbezoldigd voor het erfgoed inzetten. Voor de term erfgoededucatie worden volgende definities gehanteerd: = elke vorm van onderwijs die uitgaat van ‘sporen in het heden uit het verleden’ en die deze inbedt in een context die op kennis berust en/of een ervaring kan teweegbrengen die naar het verleden verwijst, m.a.w. een erfgoedervaring (uit: Erfgoededucatie in het Vlaams onderwijs. Erfgoed en onderwijs in dialoog, p. 27) = een overdracht van waarden en betekenissen met betrekking tot het cultureel erfgoed om zo de culturele competentie van mensen te verhogen (uit het convenant stad Leuven – Vlaamse Gemeenschap 2005-2008) 1.2. Procesbeschrijving Ter voorbereiding van het erfgoedbeleidsplan 2009-2014 volgde de erfgoedcel drie afzonderlijke trajecten, die samen voor de nodige input zorgden: 1. Opleiding integraal cultuurbeleidsplan 2. Voorbereidingen cultuurbeleidsplan Leuven 3. Traject met de erfgoedsector in Leuven en met de regio 1.2.1. Opleiding integraal cultuurbeleidsplan 2008-2013 De erfgoedcoördinatoren volgden samen met de conservator van het museum en een stafmedewerker van het cultuurcentrum 30CC de opleiding rond integrale beleidsplanning voor de centrumsteden. Deze opleiding werd georganiseerd door Cultuur Lokaal, VCOB en Culturele Biografie Vlaanderen en bestond uit drie bijeenkomsten tussen oktober 2006 en maart 2007 (op 24 oktober, 21 november 2006 en 29 maart 2007). Tijdens deze opleiding werden interessante trendnota’s en beleidsinformatie uitgedeeld en werd van de deelnemers actieve participatie inclusief voorbereidingswerk verwacht. De cultuurbeleidcoördinator, de directeur van 30CC en de hoofdbibliothecaris volgden deze opleiding reeds in de pilootfase, tijdens het voorjaar van 2006. De interne voorbereidende vergaderingen in Leuven vonden plaats op 30 januari, 1 februari en 5 maart 2007. De voorbereidingen en de resultaten werden gebruikt als input voor het cultuurbeleidsplan. Enkele methodieken en oefeningen leverden ook interessant materiaal voor de opmaak van het erfgoedbeleidsplan.
1
1.2.2. Voorbereidingen cultuurbeleidsplan 2008-2013 stad Leuven De coördinator erfgoedbeleid maakte deel uit van de regiegroep van het cultuurbeleidsplan, onder leiding van de cultuurbeleidcoördinator, en werkte actief mee aan de inhoud en uitwerking. Ook de conservator van het museum, de stadsarchivaris, de hoofdbibliothecaris, de directeur van 30CC en een extern adviseur (Rik Van Molkot – Kunst en Democratie) behoorden tot de actieve leden van deze regiegroep. Tijdens de bijeenkomsten op 8 januari, 12 februari, 21 maart, 3 april, 25 mei, 26 juni en 4 september 2007 werden de verschillende aspecten van het cultuurbeleidsplan besproken en werd input geleverd vanuit de verschillende stedelijke culturele partners. Het cultuurbeleidsplan Leuven 2008-2013 werd dan ook een overkoepelend plan, dat dient als ruimer kader voor het erfgoedbeleidsplan. Naast deze voorbereidende vergaderingen werkte de erfgoedcel mee aan de participatiegesprekken “cultuur”. Hieruit vloeide ook interessant materiaal voor het erfgoedbeleidsplan voort. 12/04/06: regiegroep – samenkomst van externe deskundigen en diensthoofden: er wordt een discussie tekst opgesteld over een cultureel masterplan 23/05/06: deelraad erfgoed – bespreking memorandum 04/12/06: stadsgesprek over cultuurparticipatie (= open discussieavond voor elke geïnteresseerde): 100tal aanwezigen 01/03/07: algemene infovergadering – grote lijnen van bestuursakkoord worden voorgesteld 02/03/07: beleidsgesprek toerisme – cultuur 08/03/07: beleidsgesprek integratiedienst – cultuur 29/03/07: deelraad erfgoed – bespreking bestuursakkoord 24/04/07: stadsgesprek (met als onderwerpen creativiteit, erfgoed en cultuurparticipatie): 45 aanwezigen 15/05/07: stadsgesprek (met zelfde onderwerpen): 37 aanwezigen 04/07/07: eerste overleg met Cultuur Lokaal 1.2.3. Traject met de erfgoedsector in Leuven en met de regio 1.2.3.1. Ronde van de erfgoedsector Tussen oktober 2006 en september 2007 consulteerde de erfgoedcel de erfgoedsector in Leuven. Met een gestandaardiseerde vragenlijst1, als bijlage toegevoegd, trokken de coördinatoren naar het veld om de sector in kaart te brengen, de bestaande sterktes en zwaktes te detecteren en om een zicht te krijgen op de mogelijke verwachtingen ten opzichte van het erfgoedconvenant. De resultaten uit deze bevraging vormen de kern van onderliggend beleidsplan. 05/10/06: Commissie academisch erfgoed van de K.U. Leuven 10/10/06: KADOC 10/10/06: Resonant 17/10/06: Toerisme Leuven 31/10/06: CRKC en aanverwante organisaties ( FoKAV, Parkabdij en Museum Religieuze Kunst en Cultuur, Vrienden van de Abdij van Park) 06/11/06: Vlaamse vereniging voor Familiekunde – Afdeling Leuven 30/11/06: Leuvens Historisch Genootschap 16/01/07: Campanae Lovanienses 22/01/07: Koninklijke Leuvense Gidsenbond 26/01/07: Steunpunt voor Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed 06/02/07: Maerlant Centrum
1
2
Deze vragenlijst werd opgemaakt op basis van een vergelijking van de enquêtes van de erfgoedcellen van Mechelen, Ieper, Waasland, Meetjesland, Brussel en Leuven
08/02/07: Archief en Kunstpatrimonium K.U. Leuven 10/02/07: Academie Leuvens dialect 15/02/07: Rijksarchief 20/03/07: Stadsarchief 23/03/07: Centrum voor Agrarische Geschiedenis 28/03/07: M, museum Leuven 13/04/07: Verbond der Jaartallen 16/04/07: SALSA! vzw 17/04/07: Archief Annuntiaten Heverlee 25/04/07: Centrale bibliotheek K.U. Leuven 27/04/07: Leuvense Vereniging voor Volkskunde 09/05/07: Documentatiecentrum Vlaams-Brabant 09/05/07: Kerkfabriek Sint-Michiels 11/05/07: AmuseeVous vzw 16/05/07: TraVo 21/05/07: Werkgroep Spoorwegmuseum 22/05/07: Cel erfgoed provincie Vlaams-Brabant 08/06/07: Maurits Sabbe Bibliotheek K.U. Leuven 23/09/07: Van Wicmaele tot Wijgmaal 1.2.3.2. Schriftelijke enquêtes Omdat het onmogelijk is om bij alle erfgoedpartners op bezoek te gaan, werd naar een aantal partners een schriftelijke vragenlijst gestuurd, eveneens gebaseerd op de gestandaardiseerde vragenlijst (cfr.hierboven). In juni 2007 werden op die manier de Leuvense kerkfabrieken en de cultuurbeleidscoördinatoren van de omliggende gemeenten bevraagd. Er kwam reactie van 4 kerkfabrieken en van 5 gemeenten. In september 2007 werden de Leuvense erfgoedactoren waar geen plaatsbezoek werd gedaan, via mail gecontacteerd. Zes van de tien aangeschreven organisaties hebben geantwoord op de enquête: Alamire Foundation, NMBS museumbewaarplaats, Vrienden van de Leuvense musea, Heemkundige kring Vlierbeek, OCMW, Archief en bibliotheek Vlaams-Brabant. De resultaten van de sectorronde en schriftelijke bevraging werden verwerkt in fiches die toegevoegd zijn als bijlage. 1.2.3.3. Extra gesprekken 23/01/07: overleg met provincie Vlaams-Brabant over cultuurregio’s en erfgoed 24/04/07: voorstelling meerjarenactieplan Toerisme Leuven 21/08/07: overleg met Jürgen Vanhoutte (FoKAV) n.a.v. beleidsplanning 31/08/07: overleg met RAVI bvba i.v.m. media en internettoepassingen voor cultuur en erfgoed 24/09/07: bespreking eerste versie erfgoedbeleidsplan Leuven met consulenten Culturele Biografie Vlaanderen en Vlaams Centrum voor Volkscultuur
3
1.2.3.4. Terugkoppeling naar de erfgoedsector De tussentijdse terugkoppelingen naar de sector gebeurden via de stuurgroep en via de deelraad erfgoed. 10/01/07: stuurgroep erfgoedcel: planning en aanpak erfgoedbeleidsplan 22/05/07: stuurgroep erfgoedcel: verslag sectorronde (SWOT en mogelijke verwachtingen) en bespreking mogelijke beleidsuitdagingen en missie 08/2007: consultatie stuurgroep via mail: feedback over SWOT-matrix, prioriteiten en prioriteitenmatrix 18/09/07: stuurgroep erfgoedcel: bespreking missie, visie en doelstellingen 19/09/07: deelraad erfgoed: bespreking cultuurbeleidsplan en erfgoedbeleidsplan 08/11/07: stuurgroep erfgoedcel: bespreking omgevingsanalyse en strategisch deel (doelstellingen, acties en instrumenten) 21/11/07: deelraad erfgoed: bespreking strategisch deel beleidsplan 21/11/07- 05/12/07: mogelijkheid tot opvragen integrale versie en tot geven van laatste feedback 1.2.3.5. Afstemming met het beleidsplan van M De afstemming tussen het erfgoedbeleidsplan en het museumbeleidsplan gebeurde enerzijds zowel in de stuurgroep van de erfgoedcel als in de regiegroep van het cultuurbeleidsplan. Anderzijds werden twee extra overlegmomenten georganiseerd. Op 7 september 2007 werden de doelstellingen van het beleidsplan M en van het erfgoedbeleidsplan vergeleken en waar mogelijk op elkaar afgestemd. Op 31 oktober werden de beide beleidsplannen nog eens finaal doorlopen samen met de schepen van cultuur en de cultuurbeleidscoördinator. 1.2.4. Raadplegen van onderzoeksresultaten, beleidsteksten en literatuur Lijst toegevoegd als bijlage 1.2.5. Politieke goedkeuring College van burgemeester en schepenen: 14/12/07 Commissie cultuur: 15/01/08 Gemeenteraad: 28/01/08
4
DEEL 2: MISSIE EN VISIE Missie cultuurbeleidsplan: De stad Leuven wil het ‘Leuvengevoel’ accentueren door binnen het cultuurbeleid de nadruk te leggen op ontmoeting en maatschappelijke en culturele deelname en inspraak. Deze ontmoeting vindt in het beste geval plaats (fysisch en mentaal) op het raakvlak tussen creativiteit en innovatie enerzijds en erfgoed en geschiedenis anderzijds. Het kader waarbinnen het cultuurbeleid zich afspeelt, is de lokale werkelijkheid met zicht op een globale (internationale) horizon. Missie erfgoedbeleid stad Leuven De stad Leuven is een springlevende erfgoedstad, een stad met positieve ‘erfgoedvibes’ die uitstralen over grenzen, culturen en personen heen. Met haar erfgoedbeleid geeft ze impulsen aan mensen, organisaties en gemeenschappen om dynamisch én duurzaam met het erfgoed om te gaan2. Ze neemt een voortrekkersrol op voor de regio en haar erfgoedambities vinden weerklank in Vlaanderen en de wereld. Opdat zoveel mogelijk mensen van erfgoed kunnen en willen proeven, vandaag en morgen! Visie erfgoedbeleid stad Leuven Rijke Brabantse geschiedenis Het Leuvense erfgoed ademt een rijke geschiedenis. De stad wil dit verleden koesteren, want het bepaalt immers mee haar eigen identiteit en die van haar inwoners. Het is echter de uitdaging om dit verleden telkens opnieuw te confronteren met het al even boeiende en bloeiende heden in de stad. De baseline van de stad (Leuven, eeuwenoud, springlevend) illustreert dit verhaal: heden en verleden ontmoeten elkaar in verrassende confrontaties, in wederzijdse uitdaging en bevraging. Het is net door en in deze confrontaties dat de stad zowel inwoner als bezoeker kan beroeren. De stad Leuven als erfgoedzorger Geen erfgoedwerking zonder een degelijke erfgoedzorg! Onder erfgoedzorg wordt datgene verstaan dat bijdraagt tot een goed behoud en beheer, de registratie en inventarisatie, het onderzoek en de duiding van erfgoed in de meest brede zin van het woord. De stad Leuven wil er mee voor zorgen dat organisaties, publiek en beleid als het ware een ingebouwde reflex krijgen. Opdat zorg dragen voor de schatten uit ons verleden een evidente verantwoordelijkheid wordt van iedereen. Erfgoed in de lerende stad Leuven Leuven heeft met de universiteit en de hogescholen, zijn hoogopgeleide bevolking, de vele educatieve instellingen, scholen en (creatieve) bedrijven heel wat troeven in handen op vlak van innovatie, experiment, trends en expertise. De stad ziet het dan ook als een prioriteit om deze troeven in te zetten voor het erfgoedbeleid en te zorgen voor (expertise)uitwisseling en versterking op dit vlak. Erfgoed in de regio, Vlaanderen en de wereld Leuven is vandaag de hoofdstad van de provincie Vlaams-Brabant. Ook in het verleden vervulde Leuven steevast een belangrijke rol in de regio. De voortrekkersrol voor de regio wordt ook op erfgoedvlak als enorm belangrijk ervaren. De stad Leuven wil de buurgemeenten dan ook systematisch mee in haar beleid betrekken en zoekt afstemming met de erfgoedwerking van de provincie Vlaams-Brabant. Met al haar aanwezige erfgoedsterktes kan Leuven ook op Vlaams en internationaal niveau een rol spelen. Erfgoed en diversiteit De stad Leuven wil geen enkele doelgroep uitsluiten en heeft de ambitie om ook minderheidsgroepen bij het erfgoed te betrekken. Samenwerking met de integratiedienst en de dienst welzijn zijn hiertoe evident, maar ook via acties in wijken kan een dialoog gecreëerd worden tussen verschillende bevolkingsgroepen.
2
Dit noemen we de erfgoedreflex: stimuleren dat er op een duurzame en creatieve manier met het (aanwezige) erfgoed – zowel onroerend als roerend en immaterieel – wordt omgegaan, zowel op vlak van behoud en beheer, als op vlak van ontsluiting en bekendmaking zodat de erfgoedtroeven beter zichtbaar worden en meer weerklank krijgen
5
DEEL 3: ALGEMEEN, BOVENLOKAAL KADER 3.1. Een aantal belangrijke tendensen in relatie tot het erfgoedbeleid 3.1.1. Maatschappelijke tendensen Humanisering en conservering blijken twee belangrijke trends in onze huidige samenleving. Er komt meer aandacht voor het menselijke aspect en daaraan gekoppeld voor het lokale en kleinschalige, voor groepsverbanden en voor culturele diversiteit. Daarnaast stijgt het verlangen naar vroeger, naar het bewaren van dingen en het vasthouden aan het bekende. In deze snel evoluerende en steeds meer globaliserende wereld, wordt ook de roep naar aandacht voor het nationale, regionale en lokale steeds groter. Het zijn ontwikkelingen waar het erfgoedbegrip en ruimer het erfgoedbeleid alleen maar baat bij hebben. Het laat mensen toe om op een individuele manier met het verleden om te gaan. Al jaren wordt onze samenleving gekenmerkt door een toenemende individualisering. Toch ontstaan er binnen onze geïndividualiseerde samenleving nieuwe flexibelere vormen van socialisering. Kenmerkend hierbij is dat iedereen op zijn eigen manier een bijdrage levert aan de groep. Deze ontwikkelingen kunnen misschien het traditionele verenigingsleven onder druk zetten, maar bieden wel mogelijkheden voor nieuwe vormen van vrijwilligerswerking. 3.1.2. Demografische tendensen De Vlaamse bevolking wordt steeds diverser en multicultureler; ongeveer 10% heeft een diverse etnischculturele achtergrond. Het erfgoedbeleid dient hier dus rekening mee te houden, anders dreigt een grote groep van de bevolking zich er niet in te herkennen. Het is een uitdaging om binnen het erfgoedbeleid een dialoog te creëren tussen verschillende waarden, gemeenschappen en bevolkingsgroepen. Een andere demografische trend is de vergrijzing van de samenleving. Mensen leven langer en beschikken over meer vrije tijd na hun loopbaan. Bovendien koesteren ouderen over het algemeen hun verleden. Deze groep vormt dan ook een interessant potentieel aan erfgoedgeïnteresseerden. Ook voor het verenigingsleven of voor andere vormen van vrijwilligerswerk biedt dit mooie kansen. Het is weliswaar opletten dat het erfgoedpubliek en het verenigingsleven niet mee ‘vergrijzen’ en dat er ook blijvend inspanningen worden gedaan om jongeren te betrekken. 3.1.3. Technologische tendensen De belangrijkste technologische trend van vandaag is de digitale revolutie en alle nieuwe mogelijkheden op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën (internet, TV, radio, iPod, gsm....). Digitalisering is niet meer weg te denken uit onze samenleving, ook binnen cultuur en erfgoed niet. Meer nog, de digitale wereld biedt een heleboel opportuniteiten en uitdagingen voor de erfgoedsector. Denk maar aan de mogelijkheden i.v.m. digitalisering van het erfgoed en de talrijke toepassingen die hier verder rond ontwikkeld worden. Nieuwe gebruikersgroepen en zeker jongeren kunnen via de digitale weg betrokken worden bij het erfgoed. (Uit onderzoek blijkt trouwens dat 8 op 10 jongeren thuis een internetaansluiting hebben). Ook voor het onderwijs biedt dit talrijke interessante mogelijkheden. Wel dient men er rekening mee te houden dat nog niet iedereen toegang heeft tot deze nieuwe technologieën. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor een aantal oudere mensen, zeker ook voor laaggeschoolden en mensen uit een lagere sociale klasse. 3.1.4. Museologische en erfgoedtendensen Een recente, positieve ontwikkeling in Vlaanderen is dat het erfgoedbeleid in toenemende mate ook een zaak is geworden van de lokale besturen. Vooral publiekswerking en ontsluiting van het cultureel erfgoed staan hoog op de agenda. Een screening van de vorige cultuurbeleidsplannen op vlak van erfgoed wees uit dat bijna 9 op de 10 gemeenten in hun plan oog hadden voor erfgoed. Kleine en middelgrote gemeenten zien in de plaatselijke erfgoedvereniging een belangrijke partner voor het vormgeven van een lokaal erfgoedbeleid. Erfgoedbeleid staat of valt met het middenveld.
6
Bovendien zetten ook heel wat niet-erfgoedorganisaties, zoals bibliotheken en cultuurcentra, steeds meer erfgoedevenementen op. Deze tendens kan alleen maar worden toegejuicht. Voor een erfgoedbeleid en een convenantwerking biedt dit een ruime waaier aan mogelijkheden om nog meer geïntegreerd en integraal te werken, over verschillende sectoren heen. Er dient wel over gewaakt te worden dat de erfgoedcontext bewaard blijft en dat erfgoedprojecten steeds in overleg en samenwerking met de erfgoedsector gebeuren. Ook vanuit de toeristische sector stijgt de interesse in erfgoed. Voor een ruimere bekendmaking van het erfgoed en voor het bereiken van een ruimer publiek biedt dit uiteraard vele kansen. Vanuit toeristisch oogpunt wordt het erfgoed vooral gebruikt om bezoekers te lokken. Erfgoed is hierbij ‘een middel om’ en een soort consumptiegoed. Dit is een groot verschil met de erfgoedsector die het erfgoed an sich centraal stelt, met al zijn noden (zorg voor, behoud en beheer en publieksontsluiting). Dit verschil in uitgangspunten moet goed in het oog gehouden worden. Vandaag de dag gaat er veel aandacht naar het organiseren van evenementen. Het gevaar bestaat dat er hierdoor te weinig middelen in de basiswerking worden gestoken. Uit het participatieonderzoek van Re-Creatief Vlaanderen blijkt bovendien dat erfgoedevenementen moeilijk tot een ander publieksprofiel leiden (weinig publieksverruiming). Datzelfde onderzoek toont evenwel aan dat erfgoed op een ruime belangstelling kan rekenen. Passief bezoek wordt verkozen boven actief engagement. Onroerend erfgoed en roerend erfgoed in de musea kennen de grootste belangstelling, immaterieel erfgoed de minste. Ook de archieven zouden volgens dit onderzoek nog minder bezocht worden. De algemene interesse in erfgoed gaat vooral uit naar de alledaagse historische cultuur die verbonden is met de mensen zelf (wat ze zelf nog beleefd hebben of zich herinneren). In de erfgoedsector zelf komt er steeds meer aandacht voor het herbeleven van de geschiedenis en groeit het bewustzijn van de noodzaak van een goede publiekswerking. Opvallende ontwikkeling is ook dat er op communicatief vlak steeds meer overkoepelende en bovenlokale initiatieven worden ondernomen binnen de culturele sector. Initiatieven zoals Cultuurweb, erfgoedcellensites... creëren mogelijkheden om de bekendheid van het erfgoed en het aanbod te verhogen. KANSEN = Maatschappelijke trends zoals humanisering, conservering en antiglobalisering creëren een positieve context voor een lokaal erfgoedbeleid = Het ontstaan van meer flexibelere vormen van socialisering biedt kansen voor nieuwe vormen van vrijwilligerswerking en engagementen = Diversiteit in bevolking en samenleving biedt boeiende uitdagingen voor het erfgoedbeleid = Vergrijzing in de samenleving zorgt voor een groeiend potentieel aan erfgoedpubliek en erfgoedvrijwilligers = De snelle evolutie van ICT-mogelijkheden biedt talrijke opportuniteiten voor de erfgoedsector = De digitale revolutie en e-cultuur/e-erfgoed bieden mogelijkheden om jongeren gemakkelijker te betrekken bij het erfgoed. Ook voor het onderwijs creëert dit interessante kansen = Potentie van het erfgoedtoerisme: koppeling erfgoed en toerisme zit in de lift en biedt kansen voor publieksverruiming en sensibilisering rond het aanwezige erfgoed = Binnen de culturele en erfgoedsector wordt meer en meer geïntegreerd gewerkt en worden allerhande initiatieven in die zin uitgewerkt. De ontwikkeling van geïntegreerde communicatieinstrumenten bijvoorbeeld zorgt voor betere ondersteuning en betere bekendmaking van het erfgoedveld en –aanbod
7
BEDREIGINGEN = Maatschappelijke tendensen zoals individualisering en korte engagementen kunnen het traditionele verenigingsleven onder druk zetten = Vergrijzing van de samenleving kan leiden tot een vergrijzing van het erfgoedpubliek en van het verenigingsleven, wat het aantrekken van jongeren kan bemoeilijken = De digitale kloof kan ervoor zorgen dat bepaalde bevolkingsgroepen zoals ouderen en laaggeschoolden geen toegang hebben tot nieuwe vormen van cultuurbeleving en erfgoedontsluiting = Te veel aandacht voor het organiseren van evenementen kan ertoe leiden dat er te weinig middelen in de basiswerking worden gestoken 3.2. Wetgevend bovenlokaal kader 3.2.1. Op internationaal niveau Zowel de Kaderconventie van de Raad van Europa i.v.m. de bijdrage van het cultureel erfgoed aan de samenleving als de Unesco-Conventie voor safeguarding van het immaterieel erfgoed zijn belangrijk voor het erfgoedbeleid. De Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, kortweg de Conventie van Faro (27/10/2005), stipuleert dat erfgoed een mensenrecht is. Het gaat in op de waarde van erfgoed voor de samenleving en op het waarom en voor wie de zorg van erfgoed dient. Vanuit het idee van duurzame ontwikkeling wordt erfgoed gezien als een hulpbron voor culturele, ecologische, economische, sociale en politieke ontwikkeling. Cultureel erfgoed kan bijdragen leveren aan een ander beleid en kan in een wereld van mondialisering en globalisering zorgen voor de bescherming van de culturele diversiteit. De Conventie lanceerde ook het begrip ‘erfgoedgemeenschap’: een groep van mensen met een gedeeld belang in een bepaald erfgoed. Dit begrip wordt overgenomen in het nieuwe erfgoeddecreet. Het nieuwe decreet definieert het begrip als volgt: “een erfgoedgemeenschap is samengesteld uit personen die waarde hechten aan specifieke aspecten van cultureel erfgoed die ze, in het kader van publieke actie, wenst te behouden en aan toekomstige generaties over te dragen”. Op 17 oktober 2003 is de UNESCO-conventie voor het immaterieel cultureel erfgoed goedgekeurd door de Algemene Vergadering van UNESCO. Op dit moment hebben 75 staten deze conventie aanvaard, zo ook België. De conventie handelt over orale tradities en uitdrukkingen, de spektakelkunsten, sociale praktijken, rituelen, feesten, kennis en praktijken in verband met de natuur en het heelal en traditionele ambachtelijkheid. De belangrijkste doelstellingen van deze conventie zijn: vrijwaren van immaterieel cultureel erfgoed, het verzekeren van respect voor dat erfgoed van gemeenschappen, groepen en individuen, het bewustmaken op diverse niveaus van de nood tot samenwerking, hulp en wederzijdse evaluatie. Onder het ‘vrijwaren van immaterieel erfgoed’ wordt een brede waaier van maatregelen gevat, die gericht zijn op het verzekeren van de levensvatbaarheid van immaterieel erfgoed. Dit omhelst o.a. de identificatie, de documentatie, het onderzoek, de bewaring, de bescherming, de promotie, de verheffing, de overdracht (in het bijzonder via formele en niet-formele educatie) en de revitalisering van diverse aspecten van immaterieel erfgoed. 3.2.2. Op federaal niveau Niet onbelangrijk in het kader van een lokaal erfgoedbeleid, is de gewijzigde wet van 19 juli 2006 betreffende de rechten van de vrijwilligers. Deze wet beschermt vrijwilligers via de organisatie waarin ze zich engageren en informeert hen over hun rechten en plichten. N.B. Op lokaal niveau werkt de stad Leuven in navolging van de wet met een afsprakennota die ondertekend wordt door de vrijwilligers. De stad verbindt zich ertoe om zijn vrijwillige medewerkers te verzekeren voor burgerlijke aansprakelijkheid.
8
3.2.3. Op Vlaams niveau De wetgevende situatie op Vlaams niveau is uiteraard bijzonder belangrijk voor een lokaal erfgoedbeleid. De materies onroerend erfgoed en roerend en immaterieel erfgoed zijn respectievelijk gewest- en gemeenschapsmateries en vallen dus onder verschillende ministers en afdelingen. Deze scheiding bemoeilijkt een volledig integraal erfgoedbeleid waarbij onroerend en roerend en immaterieel erfgoed op een zelfde lijn staan. Onroerend Erfgoed maakt deel uit van het Agentschap Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed Vlaanderen, van het beleidsdomein RWO (Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed) van de Vlaamse Overheid. Het agentschap staat in voor de zorg voor de Vlaamse monumenten, landschappen en de archeologie. Ook het varend erfgoed en de heraldiek horen hierbij. Het zwaartepunt van de dagelijkse onroerende erfgoedzorg ligt bij de vijf provinciale diensten in Brugge, Gent, Antwerpen, Leuven en Hasselt. Elke provinciale dienst bestaat uit een aantal consulenten, gespecialiseerd in monumentenzorg, landschapszorg of archeologie. Roerend en immaterieel erfgoed valt onder het Agentschap Erfgoed en Kunsten van het beleidsdomein Cultuur, jeugd, sport en media. Momenteel wordt een nieuw erfgoeddecreet voorbereid dat het Archiefdecreet, het Decreet op de Volkscultuur en het huidige Erfgoeddecreet integreert. Kerndoel blijft het stimuleren van een betere zorg voor en ontsluiting van het cultureel erfgoed vanuit een geïntegreerde aanpak. Samenwerking en uitwisseling van kennis en expertise staan hierbij centraal. In de volgende paragraaf worden enkele doelstellingen en accenten van het beleid verder toegelicht, omdat die van bijzonder belang zijn voor de uitwerking van een lokaal erfgoedbeleid. Het is de bedoeling dat het nieuwe decreet rond vijf pijlers wordt uitgebouwd. 1. Er wordt werk gemaakt van één steunpunt. Het fusietraject tussen Culturele Biografie Vlaanderen en het Vlaamse Centrum voor Volkscultuur moet afgerond zijn tegen 1 januari 2008. Voordeel hiervan is dat de kennis en expertise van beide steunpunten geïntegreerd worden. 2. De Vlaamse Gemeenschap neemt zijn verantwoordelijkheid op Vlaams en internationaal niveau: zowel de landelijke erfgoedbeherende instellingen als de landelijke organisaties die focussen op het ontwikkelen en het er beschikking stellen van expertise zullen worden ondersteund. In dit kader wordt ook een nieuw begrip gelanceerd: de erfgoedgemeenschap (cfr. hierboven). De ondersteunde organisaties zullen moeten aangeven hoe ze ten dienste zullen staan van de hele erfgoedgemeenschap rond de organisatie of het thema. De Vlaamse Gemeenschap wil ook fundamenteel inzetten op de Vlaamse Erfgoedbibliotheek, een samenwerkingsverband tussen de grote erfgoedbibliotheken in Vlaanderen. 3. Het lokale beleid wordt verder ondersteund via het afsluiten van erfgoedconvenants en op deze manier wil de Vlaamse Gemeenschap de lokale besturen verder stimuleren voor het uitbouwen van een lokaal cultureel-erfgoedbeleid dat ook oog heeft voor de bredere regio. Het gaat hier zowel om de ondersteuning van de erfgoedcellen als de verankering en financiële ondersteuning van lokale erfgoedinstellingen en –organisaties. Samenwerking en expertise-uitwisseling zijn ook hier de kernwoorden. Het spreekt voor zich dat een nieuw erfgoedconvenant voor Leuven zeer interessante opportuniteiten biedt. 4. De Vlaamse Gemeenschap ontwikkelt een depotbeleid dat een verantwoordelijkheid wordt van de provincies. De provincies kunnen beroep doen op een werkingssubsidie voor depotwerking op voorwaarde dat vanuit samenwerking en kennisuitwisseling een depotbeleid wordt uitgewerkt ten gunste van alle erfgoedbeheerders op het grondgebied. Ook dit biedt kansen voor het lokale erfgoedbeleid. 5. De overige erfgoedinstellingen en verenigingen kunnen ondersteuning krijgen via projectsubsidies.
9
Los van de plannen rond het nieuwe erfgoeddecreet wenst de Vlaamse Overheid in haar beleid twee zaken extra te onderlijnen: e-cultuur en interculturaliseren. Het zijn dus insteken waarmee een lokaal erfgoedbeleid dient rekening te houden. = Onder e-cultuur worden nieuwe vormen van cultuurbeleving in de digitale wereld verstaan. De publicatie E-cultuur. Bouwstenen voor praktijk en beleid en het initiatief ‘Erfgoed 2.0.’ kunnen hiertoe inspirerend werken. = Wat interculturaliteit betreft dient het actieplan Interculturaliseren als belangrijke leidraad. Organisaties die van de Vlaamse Overheid subsidies ontvangen, krijgen de opdracht om te reflecteren over interculturaliteit, om zich er tegenover te positioneren en acties te ondernemen. Het actieplan Interculturaliseren definieert de personen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond als: =
personen die al geruime tijd in Vlaanderen wonen en door migratiegeschiedenis van henzelf of van hun (groot)ouders affiniteit hebben met meer dan één cultuur, waarvan één niet met West-Europa geassocieerd
=
personen uit niet-West-Europese landen die zich recent vestigden in Vlaanderen, bijvoorbeeld door asiel of gezinshereniging.
Het actieplan stimuleert processen waarin het interculturaliseren centraal staat; dit kan verlopen via een etnisch-cultureel divers aanbod, een toenemende participatie, een meer etnisch-cultureel personeelsbeleid. Kanttekening: diversiteit mag zich niet beperken tot interculturaliteit. Ook andere kansengroepen/minderheidsgroepen moeten onder de aandacht blijven. De Vlaamse Overheid is ook belangrijke stimulator voor landelijke evenementen zoals Erfgoeddag, Week van de Smaak, Open Monumentendag... Deze evenementen beogen een verbreding van het maatschappelijk draagvlak en een publieksverruiming voor erfgoed (Toch werd dit tot nog toe volgens het participatieonderzoek van Recreatief Vlaanderen nog niet bereikt, cfr. hierboven). In december 2006 kondigde minister Anciaux de komst aan van een participatiedecreet. De ambitie van het decreet is een nieuw, samenhangend en uitdagend beleidskader te formuleren dat het maatschappelijke en centrale belang van participatie verankert in het cultuur-, jeugdwerk- en sportbeleid. Het decreet wil de beleidsaandacht voor de participatie van een aantal specifieke doelgroepen structureel inbedden, een subsidiekader creëren voor vernieuwing rond participatie en enkele specifieke en sectorschrijdende participatie-instellingen verankeren. KANSEN = Erfgoed is beleidsmatig een prioriteit in Europa en Vlaanderen = De internationale conventies (van Faro en UNESCO) leggen de fundamenten voor een nieuwe erfgoeddynamiek = De Vlaamse Gemeenschap stimuleert via het Erfgoeddecreet samenwerking en expertise-uitwisseling = De Vlaamse Gemeenschap stimuleert het afsluiten van regioconvenants of om de regio mee op te nemen in de werking = Het nieuwe Erfgoedecreet stimuleert een provinciaal beleid rond regiodepots = Via de gewijzigde vrijwilligerswetgeving worden de rechten van de vrijwilligers duidelijker gedefinieerd = Via (het ontwerp van) het participatiedecreet worden participatieprojecten voor specifieke kansengroepen gestimuleerd = De Vlaamse erfgoedevenementen zoals Erfgoeddag, Week van de Smaak en Open Monumentendag bieden kansen voor verhoging van het maatschappelijk draagvlak van erfgoed, voor het creëren van vernieuwende activiteiten en voor verruiming van het erfgoedpubliek = Met het beleidsvoorbereidend traject rond e-cultuur biedt de Vlaamse Gemeenschap kansen aan de sector om mee te zijn = Het actieplan Interculturaliseren daagt de erfgoedsector uit om aan de slag te gaan met culturele diversiteit
10
BEDREIGINGEN = De beleidsmatige scheiding onroerend, roerend en immaterieel erfgoed op Vlaams niveau, kan een volledig integraal erfgoedbeleid bemoeilijken = Het actieplan Interculturaliseren verengt diversiteit tot etnisch-culturele minderheidsgroepen, wat kan leiden tot het negeren van andere belangrijke minderheidsgroepen in het beleid
11
DEEL 4: KRITISCHE OMGEVINGSANALYSE LEUVEN EN REGIO In wat volgt, wordt een kritische omgevingsanalyse van Leuven en omgeving uitgewerkt. Elk onderdeel eindigt steeds met de formulering van sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen. 4.1. Maatschappelijke context 4.1.1. Oppervlakte en ligging Leuven is een middelgrote stad, centraal gelegen in België, vlakbij de hoofdstad Brussel. Sinds 1995 is Leuven de hoofdplaats van de provincie Vlaams-Brabant. Hiermee knoopt Leuven opnieuw aan bij zijn vroegere status: in de middeleeuwen was Leuven immers de hoofdstad van het hertogdom Brabant dat zich uitstrekte van ‘s- Hertogenbosch over Antwerpen, Brussel en Leuven. Sinds 1 januari 1977 bestaat Leuven officieel uit de deelgemeenten Heverlee, Leuven, Kessel-Lo, Wilsele en Wijgmaal. Gedeelten van de vroegere gemeenten Wijgmaal, Korbeek-Lo en Haasrode werden geïntegreerd. Met haar 91.934 inwoners op een oppervlakte van 5.741 hectare is Leuven de grootste stad van de provincie Vlaams-Brabant en de vierde stad in Vlaanderen (het Brussels Hoofdstedelijk gewest niet inbegrepen). De (aangrenzende) buurgemeenten van Leuven zijn, in wijzerzin: Rotselaar, Holsbeek, Lubbeek, Bierbeek, Oud-Heverlee, Huldenberg, Bertem, Kortenberg, Herent en Haacht.
4.1.2. Demografie Op 1 januari 2007 telde Leuven 91.934 inwoners. Binnen de Leuvense bevolking zijn er iets meer vrouwen dan mannen. Het aantal niet-Belgen steeg in Oost-Brabant met 16 procent, 3 % meer dan het Vlaamse gemiddelde. Ongeveer 1/9 van de Leuvense bevolking is allochtoon (10.225). De grootste allochtone gemeenschappen zijn de Nederlanders (1.383) en de Chinezen (1.018). Van de allochtone bevolking is de meerderheid Europeaan en tussen 20 en 64 jaar oud. Leuven telt in het totaal 152 verschillende nationaliteiten; dit heeft wellicht te maken met de aanwezigheid van de universiteit. De Afrikaanse en Marokkaanse Gemeenschappen zijn het best georganiseerd, d.w.z. kennen het grootste aantal verenigingen.
12
Kessel-Lo en Heverlee tellen ongeveer evenveel inwoners als Leuven centrum. Kessel-Lo en Wijgmaal zijn vrij jonge deelgemeenten met procentueel een groot aantal kinderen. Opvallend is dat er in Leuven centrum in vergelijking met de andere deelgemeenten proportioneel meer inwoners zijn in de leeftijdscategorie van 18 - 25 jaar (3.527) en 26 - 39 jaar (9.219). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat jongeren vanaf 18 jaar alleen willen gaan wonen en op zoek gaan naar een studio, kamer of klein appartement. De huisvestingsmarkt van Leuven centrum biedt door het ruime aanbod aan studentenkamers, studio’s en kleine appartementen heel wat mogelijkheden. Een tweede mogelijke verklaring ligt in het groot aantal studenten -aanwezig door het ruime aanbod aan hoger en universitair onderwijs- die na hun studies in Leuven blijven wonen. Met ca. 48.000 inwoners jonger dan 40 jaar en 30.000 studenten is Leuven een jonge stad. Tijdens het academiejaar is de stadskern door de studenten extra dicht bevolkt. Voor mensen tussen 40 en 55 jaar verliest het stadscentrum haar aantrekkingskracht; de meeste van hen wonen dan ook in de deelgemeenten (ca. 31.000 > 40 jaar). Kenmerkend voor Leuven is het groot aantal hoogopgeleide inwoners: 37% van de bevolking is hoog opgeleid t.o.v. een gemiddelde van 23 % in andere centrumsteden. 4.1.3. Onderwijs Leuven heeft reeds geruime tijd de reputatie van onderwijsstad door het grote aantal scholen op haar grond gebied, zowel kleuter-, lager, secundair en hoger onderwijs, gewoon als buitengewoon onderwijs. Ook de verschillende onderwijsnetten, zowel het vrije, het provinciale, het stedelijke als het gemeenschapsonderwijs zijn in Leuven vertegenwoordigd. De aanwezigheid van de K.U. Leuven en van verschillende hogescholen (Katholieke Hogeschool, Lemmens, Groep T) vormt een belangrijke troef voor Leuven. Voor kunstonderwijs kan je in Leuven terecht in het SLAC (Stedelijke Leuvense Academie en Conservatorium) en in het Lemmensinstituut. Het stadsbestuur onderhoudt een permanente dialoog met de verschillende onderwijsinstellingen en tracht zoveel mogelijk in te spelen op vragen en problemen. Sinds 2001 werd er een schepen belast met de bevoegdheid ‘studentenaangelegenheden’. In de eerste plaats is dit een coördinerende functie en moet via deze bevoegdheid duidelijk worden tot wie iedereen van de stad en van de studentenvertegenwoordigers zich moet wenden bij problemen of vragen. De schepen bevoegd voor ‘studentenaangelegenheden’ is op dit moment ook bevoegd voor ‘cultuur’ (en sociale zaken en gelijke kansen). De stedelijke dienst onderwijs is aangeduid om studentenaangelegenheden op administratief niveau op te volgen. De dienst onderwijs is daarnaast verantwoordelijk voor de coördinatie van het stedelijk onderwijsbeleid en voor het toezicht op de naleving van de schoolplicht. Hiernaast startte de dienst onderwijs in 2006 met het project “Brede school” in Wilsele: een project waarin kinderen tijdens de naschoolse opvang op maatschappelijk, sociaal, artistiek en sportief vlak uitgedaagd worden. De stad Leuven treedt ook op als inrichtende macht van de stedelijke school voor kleuter- en lager onderwijs in Heverlee (SKLO), de stedelijke school voor buitengewoon lager onderwijs (SBLO) en voor de stedelijke Academie en Conservatorium (SLAC). 4.1.4. Welzijn Leuven telt een groot aantal welzijnsorganisaties, met zeer uiteenlopende werkingen. Binnen deze organisaties worden methodieken ontwikkeld die als model dienen voor de rest van Vlaanderen. De dienst welzijn van de stad Leuven is verantwoordelijk voor de coördinatie van het Leuvense welzijnsbeleid en bestaat uit verschillende deelwerkingen, rond de thema’s personen met een handicap, gelijke kansen, gezin, senioren, integratie en Noord-Zuid beleid, Stedenfonds, wijkontwikkeling en kinderopvang. Er is een structureel overleg tussen de dienst welzijn, het OCMW, de welzijnsorganisaties, de professionele culturele actoren en de directie cultuur in de werkgroep cultuur.
13
Leuven draagt ook als eerste en enige stad in België het label ‘Gelijkheid-Diversiteit’ voor de periode van drie jaar (maart 2007-2010). Het is een erkenning van de weg die het diversiteitsbeleid van de stad de komende jaren wil inslaan. Om in aanmerking te komen voor dit label moest er aan 4 vereisten voldaan zijn: 1. naleven van de wetgeving inzake gelijke kansen en niet-discriminatie 2. uitwerken en uitvoeren van een diversiteitsvriendelijke bedrijfscultuur en personeelsmanagement met precieze doelstellingen 3. participatie van de eigen werknemers aan het uitwerken van het actieplan 4. permanente bijsturing door het voorleggen van positieve resultaten in vergelijking met de beginsituatie Belangrijke doelgroepen voor de stad Leuven zijn: 8 vrouwen 8 allochtonen en personen van vreemde afkomst 8 werknemers jonger dan 26 en ouder dan 50 8 arbeidsgehandicapten De dienst welzijn lanceerde bovendien vanuit de werkgroep toegankelijkheid een project om grote evenementen zoals Open Monumentendag, Erfgoeddag en Kulturama toegankelijk te maken voor personen met een fysieke, auditieve of visuele handicap. Binnen de dienst welzijn wil de integratiedienst etnisch-culturele diversiteit stimuleren en allochtonen in Leuven op verschillende manieren ondersteunen. Allochtone verenigingen kunnen bij de integratiedienst terecht voor hulp bij het groeien naar een vzw-structuur, voor ondersteuning bij het aanvragen van subsidies en bij de inhoudelijke en praktische organisatie van activiteiten. De integratiedienst ondersteunt ook de Leuvense integratieraad, een erkende stedelijke adviesraad die o.a. uit lokale allochtone verenigingen is samengesteld en advies geeft over de integratie van etnisch-culturele minderheden in Leuven. 4.1.5. Middenstand en toerisme Leuven is bij vele mensen ook bekend als café- en bierstad door de aanwezigheid van 172 cafés, hoofdzakelijk gebundeld in het historische hart van Leuven, met o.a. de Oude Markt (de langste toog van West-Europa) en door de vestiging van de internationale brouwerij Inbev. Leuven is ook de thuisbasis voor verscheidene grote Europese stadsfestivals. De meest bekende zijn de jaarlijkse muziekfestivals: Marktrock (pop en rock) en Beleuvenissen (jazz & blues, folk & country, tropical en variété). Hiernaast zorgt Leuvenement vzw, de vroegere V.V.V., met het tweejaarlijkse festival Leuven in scène, het jaarlijkse Hapje Tapje en het jaarlijkse Zomer in de Kruidtuin voor meer activiteiten voor een breed publiek van binnen en buiten Leuven. Sinds 2006 werd de band tussen kunst en het culinaire Leuven aangehaald met een eigen initiatief als Leuven kookt kunst, een project waarbij beeldende kunst, literatuur en kookkunst op een originele manier gekoppeld worden. Hiernaast neemt de Leuvense horeca jaarlijks deel aan de nationale Week van de Smaak. Ook via het boxenproject van M, een project ontwikkeld om de museumcollectie onder de aandacht te houden tijdens de verbouwingswerken op de museumsite, mochten een aantal horecazaken de spits afbijten door als gastheer te fungeren voor een box met een uniek collectiestuk. Toerisme Leuven trekt meer en meer de kaart van erfgoed en gaat voor een koppeling van roerend, onroerend en immaterieel erfgoed. Het actieplan van de dienst toerisme focust op Leuven als stad van het ‘denken’, van innovatie en kennis, met het religieus en academisch erfgoed als toeristische kernelementen. Voor het toeristisch beleid wordt uitgegaan van volgende troeven (USP’s, Unique Selling Propositions) van Leuven: 8 centrale ligging en bereikbaarheid 8 veel groen in Leuven en omgeving 8 architecturale bezienswaardigheden (vooral laatgotisch en hedendaags)
14
8 Leuven als studentenstad 8 Leuven als culinaire stad en bierstad 8 Leuven als muziekstad en met een ruim aanbod van podiumkunsten 8 universitair en religieus erfgoed dat verweven is met de stad Mede dankzij het groot aantal indrukwekkende historische gebouwen, is Leuven bij de toeristen vooral bekend als een historische stad. Leuven werd in 2000 door de Vlaamse Gemeenschap officieel erkend als kunststad. Het historisch erfgoed vormde een belangrijke bijdrage tot deze erkenning. Door deze erkenning krijgt Leuven internationaal meer aandacht, mede door de inspanningen van Toerisme Vlaanderen. Op vlak van erfgoed en toerisme zal het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur met haar gerestaureerde site van de Parkabdij en het nieuwe Museum voor Religieuze kunst en Cultuur een belangrijke rol spelen. Daarnaast zal het vernieuwde stedelijk museum, M, een belangrijke aantrekkingspool worden, zowel door haar vernieuwde architectuur (van de hand van Stéphane Beel) als door haar nieuwe museale werking waarin zowel oude als hedendaagse kunst aan bod zullen komen. Het is in elk geval de bedoeling om de relatie tussen cultuur en toerisme te versterken; beide plannen van cultuur en toerisme werden op elkaar afgestemd. Er zullen dan ook verschillende gezamenlijke acties op touw worden gezet. Het grootste toekomstige strategische project in dit kader is het project van het Stad(s)huis. Het stadhuis dat deels leeg komt te staan na de verhuis van de stadsdiensten naar het nieuwe stadskantoor, zou hierdoor een erfgoedtoeristische invulling krijgen. Idee is om een toeristisch bezoekerscentrum te koppelen aan publieksgerichte erfgoedfuncties. Andere geplande projecten zijn: de ontwikkeling van een digitale erfgoedroute in de stad; samen met de K.U. Leuven en de jeugddienst werken aan een sterke digitale jongerencommunicatie; het project Rogier van der Weyden; het blijvend uitwerken van het cultuur- en vrijetijdsmaandblad Uit in Leuven en bijhorende website en nieuwsbrief… Conclusies in functie van het erfgoedbeleid KANSEN a) op vlak van erfgoedpubliek, erfgoedgeïnteresseerden en vrijwilligers: = Leuven heeft gemiddeld een hoger opgeleide bevolking (37%) dan andere centrumsteden = Leuven kent een groot aantal studenten (een verhouding van 1/3). Dit geeft de stad een jong profiel en biedt kansen op het vlak van vrijwilligerswerking = Leuven kent een grote instroom van nieuwkomers, voornamelijk allochtonen en mensen die na hun studies in Leuven blijven wonen. Dit kan zorgen voor extra erfgoedgeïnteresseerden en/of vrijwilligers b) op vlak van samenwerking: = De aanwezigheid van de K.U. Leuven biedt kansen op het vlak van expertise-uitwisseling = De permanente dialoog tussen het stadsbestuur en de onderwijsinstellingen kan aanleiding geven tot verschillende vormen van samenwerking. = Er is een groeiende wil tot samenwerking tussen het stadsbestuur en de K.U. Leuven = De aanwezigheid van de K.U. Leuven en de hogescholen biedt kansen in functie van stageopdrachten, seminaries… = Leuven is de onderwijsstad in Vlaanderen = Aanwezigheid van een groot aantal scholen: lager en secundair onderwijs biedt kansen voor erfgoededucatieve projecten. = Toerisme Leuven trekt meer en meer de kaart van erfgoed en gaat voor een koppeling roerend, onroerend en immaterieel erfgoed = Het actieplan van de dienst toerisme focust op Leuven als stad van het ‘denken, kennis en innovatie’, met het religieus en academisch erfgoed als toeristische kernelementen. = Aanwezigheid van een actieve horeca, waardoor er ingespeeld kan worden op initiatieven zoals Week van de Smaak
15
c) in het kader van diversiteit en interculturaliteit: = Diversiteitslabel van de stad Leuven = Mogelijkheden tot samenwerking met groot aantal welzijnsorganisaties = Toegankelijkheidstraject dienst welzijn voor culturele evenementen zoals Erfgoeddag, Open Monumentendag… = Aanwezigheid van integratiedienst met groot netwerk in de allochtone gemeenschap 4.2. Lokale politieke context 4.2.1. Stedelijk bestuur Leuven wordt bestuurd door het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad. Alle 8 schepenen hebben een specifiek takenpakket (cfr. bijlage). De gemeenteraad bestaat uit de verkozen mandatarissen. In Leuven zijn er 45 gemeenteraadsleden (de verdeling van de zetels vindt u als bijlage). De gemeenteraad komt minstens eenmaal per maand samen in de gotische zaal van het stadhuis. De punten die betrekking hebben op cultuur, worden voor elke gemeenteraad besproken op de raadscommissie cultuur. Deze commissie bestaat uit gemeenteraadsleden die zich o.a. specialiseren in culturele thema’s. Naast de gemeenteraadsleden worden ook de schepen van cultuur, de cultuurbeleidscoördinator en de diensthoofden van de culturele instellingen op de vergadering uitgenodigd. Voor de legislatuur (2007-2012) werd een beleidsnota opgemaakt waarin ook een aantal lijnen en acties voor cultuur en erfgoed (cfr. bijlage) werden opgenomen. Dit zorgt enerzijds voor meer politieke slagkracht, maar is anderzijds uiteraard zeer beperkt en is afhankelijk van de jaarlijkse goedkeuring van de begroting. 4.2.2. De stedelijke administratie en organisatie De stadssecretaris leidt als hoogste ambtenaar van de stad de stedelijke diensten en is hoofd van het personeel. Hij woont de vergaderingen bij van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen, en stelt van beiden de notulen op. In Leuven zijn er 15 administratieve diensten die het beleid van de stad uitvoeren; deze diensten worden elk geleid door een directeur. De dienst cultuur wordt geleid door de cultuurbeleidscoördinator die ook aan het hoofd staat van de directie cultuur (cfr. verder). In 2008 krijgt het gros van de stedelijke diensten onderdak in het nieuwe stadskantoor aan het station van Leuven. Het Helleputtegebouw en delen van het stadhuis komen hierdoor vrij. Het Helleputtegebouw zal verkocht worden, maar het stadhuis blijft in handen van het stadsbestuur. De meeste culturele diensten blijven hun locatie in het stadscentrum behouden; enkel de directie cultuur (met de erfgoedcel) verhuist mee naar het stadskantoor. De toeristische In&Uit Leuven blijft in het stadhuis gevestigd, maar kan door de vrijgekomen ruimte worden uitgebouwd met historische en erfgoedfuncties die perfect passen in het historische, monumentale kader van het stadhuis (cfr. verder, strategisch project Stad(s)huis). KANSEN = De raadscommissie cultuur en de beleidsnota 2007-2012 kunnen zorgen voor gedragenheid van culturele dossiers op politiek niveau = Door de verhuis van de stadsadministratie naar de nieuwbouw komt een groot deel van het stadhuis leeg te staan. Dit biedt mogelijkheden om het toeristische In&Uit onthaal uit te breiden met erfgoedfuncties voor de Leuvenaar en bezoeker van de stad BEDREIGINGEN = In de beleidsnota 2007-2012 is cultuur en erfgoed een beperkt onderdeel en hangt de daadkracht van het vermelde nog af van de jaarlijkse financiële goedkeuringen
16
4.3. De lokale culturele context 4.3.1. De directie cultuur De directie cultuur en de stedelijke culturele instellingen behoren tot de eindverantwoordelijkheid van de cultuurbeleidscoördinator. Een overzicht vindt u als bijlage. 4.3.2. Werking Cultuurkoepel en deelraden De Leuvense cultuurraad is de stedelijke adviesraad voor het cultureel beleid en heeft volgende doelstellingen: 1. adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het cultuurbeleid; 2. initiatieven nemen en bewerkstelligen om de samenwerking en het overleg tussen de sociaal-culturele verenigingen en de stad te bevorderen; 3. de inspraak en participatie stimuleren door zoveel mogelijk mensen te betrekken bij de eigen democratische werking; 4. informatie verstrekken aan de inwoners van Leuven en belangenbehartiging van de Leuvense sociaal-culturele verenigingen. De cultuurraad bestaat uit vijf deelraden: de deelraad kunsten, amateurkunsten, erfgoed, vrije tijd en vorming. Deze vijf deelraden zijn via de respectievelijke voorzitters en secretarissen vertegenwoordigd in de Cultuurkoepel. Deze vergadering verzamelt en bespreekt de adviezen en stuurt ze door naar het college van burgemeester en schepenen. In de deelraad erfgoed zetelen zowel vertegenwoordigers vanuit de professionele als de niet-professionele erfgoedsector. Deze deelraad wordt sinds 2006 voorgezeten door de heer Rob Belemans van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur en komt gemiddeld 5 keer per jaar samen. Een 30-tal Leuvense erfgoedorganisaties neemt geregeld deel aan deze deelraad. 4.3.3. Cultuurbeleidsplan Het cultuurbeleid van Leuven heeft bij het begin van de legislatuur opnieuw de kaart getrokken van het concept: “Leuven, eeuwenoud, springlevend”. Wel wordt er een belangrijke nuance aan toegevoegd. Deze baseline wordt niet gezien als een tegenstelling, maar eerder als een gelaagdheid. Het heden en het verleden treden constant in dialoog en interageren. Het historische karakter van Leuven spreekt het hedendaags dynamisme niet tegen, maar de beide polen versterken elkaar. Het Leuvens cultuurbeleid wil in die zin vooral focussen op het actualiseren van het verleden en het historiseren van het heden, op het initiëren van nieuwe hedendaagse concepten (al dan niet) binnen een historische context en op het communiceren van deze activiteiten/initiatieven naar een breed publiek en specifieke doelgroepen. Deze uitgangspunten werden al geëxploreerd binnen initiatieven als Meunier in dialoog, Beautanique, 577,4. The distance between, Stadsklassen… Het Leuvens cultuurbeleid zal de komende jaren geconcentreerd worden op het verder ontwikkelen en communiceren van de aanwezige sterktes en kansen: = het historisch onroerend, roerend en immaterieel patrimonium; = de mogelijkheden op het terrein van de kunst- en erfgoededucatie; = de aanwezigheid, de ondersteuning en de ontwikkeling van veel jong en creatief talent; = de aanwezigheid van dynamische culturele actoren en van een ruim en gevarieerd aanbod met een belangrijke focus op muziek; = de aanwezigheid van de universiteit, zijn spin offs en de sterke technologische en innovatieve kenniseconomie en cultuur; = de aanwezige diversiteit.
17
Verder zal een sterke aandacht blijven gaan naar: = het ontwikkelen van gecoördineerde en planmatige communicatie en promotie (zeker naar jongeren); = het ontwikkelen van een dynamisch cultureel leven door samenwerking tot stand te brengen te brengen en door een voorwaardenscheppend beleid te voeren; = het ondersteunen van het sociaal-cultureel werk, de amateurkunsten en de sociaal artistieke praktijk; = het ondersteunen van de talrijke erfgoedverenigingen; = de uitstraling van de stad en het versterken van de voortrekkersrol van Leuven in de regio. 4.3.4. Culturele organisaties Leuven telt ongeveer 400 culturele organisaties. Dit gaat zowel om professionele organisaties als om sociaalculturele organisaties die werken dankzij de inzet en het enthousiasme van vele vrijwilligers. De sociaalculturele verenigingen zijn te onderscheiden in verenigingen voor vormingswerk en vrije tijd enerzijds, en verenigingen voor de amateurkunst en erfgoed anderzijds. Jaarlijks wordt er via de Directie Cultuur een Cultureel Vademecum uitgegeven waarin alle bestaande Leuvense culturele organisaties zich kunnen laten opnemen. Opvallend voor Leuven is dat er veel organisaties gevestigd zijn, die zich bezighouden met het ontwikkelen van een cultuuraanbod voor kinderen en jongeren. De stedelijke jeugddienst is verantwoordelijk voor de coördinatie van het stedelijk jeugdwerk. Het culturele aanbod voor de jeugd wordt voornamelijk verzorgd door 30CC, bibliotheek Tweebronnen, Het Depot, AmuseeVous, Pompelpoes, M (M van Museum Leuven) en STUK. Deze laatste richt zich vooral op de studenten. Ook de universiteit heeft een eigen cultuuraanbod dat verzorgd wordt door de cel Cultuurcoördinatie. Cultuurcreatie en kunsteducatie voor kinderen en jongeren is dan weer de belangrijkste opdracht van enkele professionele organisaties, waaronder de Stedelijke Leuvense Academie en het Conservatorium (SLAC), Artforum, Fabuleus, Moos vzw, zZmogh, Jonna, Koning Kevin, Spoor 6 en Circus in Beweging. Daarnaast zijn er op dit vlak ook vele amateurgezelschappen actief, zoals Levet Scone, Clari Cantuli en Clari Cantus, Panta Rei, Terbank, De Orgelpijpjes, Kordante, Aike Raes, Inspinazie, Dzippie, Stekelbaars, Thespikon… 4.3.5. Culturele infrastructuur Leuven heeft een groot aantal culturele gebouwen maar ook een aantal interessante buitenlocaties, zoals de Kruidtuin, het Begijnhof en verschillende parken waar culturele activiteiten kunnen plaatsvinden. Deze locaties zijn vooral in het centrum gelegen. Voor een uitgebreide omschrijving van deze plaatsen verwijzen we naar het cultuurbeleidsplan. Hier beperken we ons tot enkele voorbeelden en opvallende kenmerken. = De belangrijkste nieuwbouw op cultureel vlak is de bouw van de museumsite, het nieuwe M. Met een kostprijs van ca. 20 miljoen euro is dit de zwaarste inspanning die de stad heeft geleverd in de vorige beleidsperiode. De afwerking zal gebeuren in de komende twee jaar en zal verdere inspanningen vragen. = De stad Leuven ondersteunt de renovatie van Het Depot en de Molens Van Orshoven, twee belangrijke culturele plaatsen in Leuven. = De podiumzalen voor culturele activiteiten hebben meestal een kleine tot middelgrote capaciteit, met als enige uitzondering de Brabanthal. In de toekomst zal er nood zijn aan een zaal met een grotere capaciteit. = Opvallend voor Leuven, maar door de aanwezigheid van de universiteit wel te verwachten, is het groot aantal bibliotheken. De stad investeert vooral in bibliotheek Tweebronnen, de stedelijke bibliotheek die sinds zes jaar is ondergebracht in het Henri Vandevelde gebouw in de Diestsestraat/ Rijschoolstraat. Het filiaal in Wilsele werd heringericht en geopend eind 2007. In Kessel-Lo wordt een nieuw filiaal gepland.
18
Naast de grotere podiumbehoefte is er ook nood aan tentoonstellings- en repetitieruimtes. In de mate van het mogelijke (cfr. de middelen) wordt hier in kleine stappen aan tegemoetgekomen, hetzij via ruimtes in bestaande instellingen (STUK, Het Depot, M), hetzij door bepaalde opportuniteiten die zich aandienen. Zo werd bijvoorbeeld de Norbertuspoort, gevestigd op de site van de Parkabdij, omgevormd tot een tentoonstellingsruimte voor lokale kunstenaars. 4.3.6. Cultuurcommunicatie Cultuurcommunicatie is een van de speerpunten in het Leuvense cultuurbeleid. Binnen de directie cultuur is er reeds sinds de vorige beleidsperiode een medewerker aangesteld als aanspreekpunt en coördinator voor cultuurcommunicatie. Er wordt op vlak van cultuurcommunicatie en publiekswerking regelmatig samengewerkt tussen de verschillende stedelijke diensten. Ook de relatie tussen cultuur en In&Uit Leuven (toerisme) werd versterkt. Er wordt samengewerkt aan een vrijetijd-website, een e-zine en een gedrukt magazine Uit in Leuven. Voor deze overkoepelende communicatie-instrumenten, die een zicht moeten bieden op alle cultuur- en vrije tijdsactiviteiten in Leuven, wordt gebruik gemaakt van de Cultuurdatabank. In functie van deze acties worden de verschillende Leuvense partners dus ook aangespoord om hun aanbod in de Cultuurdatabank te integreren. Specifiek voor de erfgoedsector werd in samenwerking met de 14 Vlaamse erfgoedcellen de website www.erfgoedcelleuven.be vernieuwd en werd ook hier voor het agendaluik een koppeling met de Cultuurdatabank gemaakt. 4.3.7. Onderzoek kunst-en erfgoededucatie In opdracht van de stad wordt een onderzoek uitgevoerd door Mooss vzw en Artforum vzw naar een mogelijk toekomstig beleid voor Leuven op het vlak van kunst- en erfgoededucatie voor kinderen en jongeren (4 tot 30 jaar). Er werd immers vastgesteld (cfr. ook hierboven) dat in Leuven opvallend veel organisaties actief zijn op dit terrein en dat de stad hiermee een belangrijke troef in handen heeft. Er werd voorgesteld om een platform op te richten als feitelijke vereniging met de verschillende actoren en om dit te laten begeleiden door een coördinator aangesteld binnen de directie cultuur. Doelstelling is: = de aanwezige kennis en acties op gebied van kunst- en erfgoededucatie bundelen, met behoud van de autonomie en het eigen karakter van de verschillende organisaties; = de trajecten op gebied van kunst- en erfgoededucatie stroomlijnen; = de versnippering van het veld tegen gaan om op die manier de aanwezige expertise optimaal in te zetten voor de doelgroep3; = de communicatie naar de doelgroep te verbeteren; = het kunst- en erfgoedaanbod op elkaar af te stemmen en doorstroming te verbeteren; = de participatie van de doelgroep te verhogen; = het uitdiepen van de doelgroep met speciale aandacht voor diversiteit en kansengroepen; = de aanwezige kennis samen te brengen en te doen accumuleren; = het stimuleren van nieuwe erfgoed- en kunsteducatiemethodieken; = de samenwerking met andere sectoren zoals onderwijs, jeugdwerk en de socio-culturele sector te bevorderen; = Leuven op de kaart te zetten als kennisregio op vlak van kunst- en erfgoededucatie met als uiteindelijke finaliteit jongeren de kans bieden door te groeien tot volwassenen die in staat zijn om autonoom om te gaan met kunst en erfgoed en die in staat zijn binnen dit domein keuzes te maken. De mogelijke realisatie van het voorstel zal in de volgende beleidsperiode cultuur (2008-2013) worden onderzocht.
3
Het recente onderzoek van Anne Bamford over cultuureducatie besluit dat er in Vlaanderen op vlak van cultuureducatie veel versnippering bestaat. Zij pleit voor partnerships. Als voorbeeld geeft zij aan dat een les geschiedenis veel boeiender kan worden door het aanschouwelijk te maken op een historische site of onder begeleiding van een expert in erfgoed
19
KANSEN = Via de cultuurraad (deelraad erfgoed) en cultuurkoepel kunnen adviezen worden geformuleerd aan de politiek en ontstaat er een groter draagvlak voor het beleid = In Leuven zijn verschillende kunst- en erfgoededucatieve organisaties gevestigd, waarmee samenwerking en expertise-uitwisseling op vlak van erfgoededucatie mogelijk is = De ontwikkelingen van geïntegreerde communicatie-instrumenten op lokaal niveau: het magazine Uit In Leuven, de bijhorende website en e-zine… zorgen voor betere ondersteuning en betere bekendmaking van het erfgoedveld en –aanbod = In het nieuwe cultuurbeleidsplan blijft erfgoed een prioriteit. Een van de 6 strategische doelstellingen handelt specifiek over erfgoed. Daarin focust het cultuurbeleid op het gotisch en religieus erfgoed = Het Leuvense cultuurbeleid focust de volgende beleidsperiode op jongeren en educatie = De koppeling tussen onderzoek, onderwijs en cultuur is een beleidsprioriteit in het cultuurbeleidsplan 2008-2013 BEDREIGINGEN = Beperkte infrastructuur voor het organiseren van tentoonstellingen en erfgoedevenementen = Ontstaan van een digitale kloof door het toenemen van digitale communicatie-instrumenten 4.4. Lokale erfgoedcontext Eerst wordt er gefocust op Leuven en zijn uiteenlopende erfgoedactoren. Daarna wordt de erfgoedsituatie in de Leuvense buurgemeenten toegelicht. 4.4.1. Typische erfgoedkenmerken van Leuven Uit het cultuurbeleidsplan: Compacte historische binnenstad en een rijk onroerend, roerend en immaterieel patrimonium. Het is duidelijk dat Leuven zich sterk profileert als kunsthistorische stad. Het culturele erfgoed en de historische monumenten zijn een belangrijke troef. De stad is erkend als kunststad, wat op toeristisch vlak belangrijke mogelijkheden biedt. De dienst toerisme zal in haar beleid zeker de nadruk leggen op het Leuvense onroerend patrimonium als een USP (Unique Selling Proposition). De erfgoedcel zal samen met alle Leuvense erfgoedactoren hierboven op een werking plaatsen die het unieke karakter van het roerend en immaterieel erfgoed benadrukt. Bovendien bieden vele mooie historische locaties een ideaal decorum voor hedendaagse artistieke projecten (zie ook 2.2.1 en 2.2.2). M (M van Museum Leuven) werkt aan een duidelijk en sterk profiel. De diversiteit van de collectie is immers tegelijkertijd een zwakte en een sterkte. Door het ontbreken van bekende namen, blijven de vanzelfsprekende bekendheid en uitstraling achterwege. Ankerpunten voor het profiel vormen de laatgotische beeldsnijkunst en de 19de-eeuwse schilder- en beeldhouwkunst. Het zal de werking van M zijn en de manier waarop het omgaat met haar collectie en de ontsluiting ervan die het museum haar uitstraling moet geven. In elk geval wordt M een museum dat bijzondere aandacht zal hebben voor haar publiekswerking. Veel potentie ligt verder in het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur gevestigd in de Abdij van Park, in het groot aantal niet ontsloten erfgoedcollecties aanwezig in de stad, in het groot aantal actieve erfgoedorganisaties en in het te vernieuwen erfgoedconvenant. De Abdij van Park zal als cultureel stiltegebied worden ontwikkeld4. Ook het universitaire patrimonium en de universitaire collecties zijn uniek.
Leuven staat vooral bekend om haar historische binnenstad, waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan de historische monumenten, de burgerhuizen, de abdijen en de vele kerken. Daarnaast wordt Leuven gezien als universiteits- en studentenstad. Deze kenmerken hebben hun wortels in de geschiedenis van de stad. Leuven als hoofdstad van het hertogdom Brabant, kent haar eerste glansperiode in de 11de en 12de eeuw. De stad groeit uit tot een bloeiend handelscentrum, krijgt haar eerste ringmuur en er worden vele kerken, kloosters en abdijen gebouwd. Tweede bloeiperiode komt er in de 15de eeuw door de stichting van de universiteit, de bloei van de nijverheden en de aanleg van de Grote Markt. In die periode bezorgt de gotiek Leuven zijn schitterende stadhuis, de Sint-Pieterskerk met haar uniek interieur en het ‘Laatste Avondmaal’ van Dirk Bouts. Uit diezelfde periode stammen ook de Lakenhal, het Huis van ‘t Sestich en talrijke kerken, zoals de 4
20
Een interessante ontwikkeling op gebied van de stiltebeleving is het ontwikkelingsgericht erfgoedproject “Het Portaal van de Stilte” (www.portaalvandestilte.be)
Sint-Geertruikerk met haar magnifiek gestoelte. Met de opkomst van de burgerij in de 18de eeuw kwam ook de burgerlijke architectuur op. Leuven is vooral rijk aan burgerwoningen die tussen de 19de en 20ste eeuw gebouwd zijn: vele neoclassicistische gevels sieren nog steeds de binnenstad. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat Leuven op erfgoedvlak hoofdzakelijk gekenmerkt wordt door zijn gotisch, religieus, academisch en burgerlijk erfgoed. In de eerste instantie wordt hierbij vooral gedacht aan het onroerend erfgoed uit deze perioden. Dit is door de zichtbare resten in de stad goed en makkelijk vatbaar, maar is niet altijd of onvoldoende toegankelijk. Leuven heeft tot nog toe weinig (regelmatig) “bezoekbare” erfgoedplaatsen. De monumenten en kerken enerzijds en de academische bibliotheken, aula’s, faculteiten anderzijds zijn beperkt toegankelijk. In vergelijking met andere kunststeden bezit Leuven ook weinig musea: naast het stedelijk en regionaal erkend museum, M, kwam er recent een nieuw museum voor Religieuze Kunst en Cultuur bij op de site van de Parkabdij. Het Scouts en Gidsen museum dat werd ondergebracht in de kapel van de Sint-Geertrui Abdij in Leuven, is niet erkend en steunt volledig op vrijwilligers. De roerende erfgoedcollecties in Leuven zijn zeer divers (toch kan ook hier gesteld worden dat de meeste collecties van religieuze, gotische, burgerlijke of academische aard zijn), doch minder zichtbaar. Een groot deel van deze collecties zit verspreid in de archieven, musea en universitaire bewaarinstellingen. Een deel van het kerkelijk en academisch erfgoed5 zit bij niet-erfgoedbeheerders en particulieren. Uiteraard zijn er nog heel wat andere erfgoedverzamelingen die nog verborgen zitten bij particulieren. Hetzelfde geldt voor het immaterieel erfgoed. Een groot deel van de oudere Leuvenaars bezit een enorme kennis over de stad en zijn erfgoed. Voor dat deel van deze Leuvenaars die aangesloten zijn bij een erfgoedorganisatie vindt deze kennis soms een weg naar buiten. Voor het andere deel en dit geldt zeker voor de deelgemeenten waar er trouwens opvallend minder erfgoedverenigingen zijn, zit er wellicht nog een nieuw aan te boren potentieel. Een groot deel van de typische Leuvense collecties is op dit moment nog ontoegankelijk, zowel fysiek als virtueel. Via de digitale weg kan er in de toekomst nog veel erfgoed voor het publiek ontsloten worden. Leuven is ook rijk aan klokken, beiaarden en orgels. Na Mechelen is Leuven de grootste beiaardstad. Campanae Lovanienses is een Leuvense vereniging die zich bezighoudt met het klokkenpatrimonium van de stad. Leuven koestert trouwens ook haar orgelpatrimonium en is bereid hierin te investeren. Vorig jaar stelde de stad immers Peter Breugelmans aan als stadsorganist en organiseerde zij de eerste editie van het orgelfestival Leuven.org. Er zijn opvallend veel erfgoedorganisaties in Leuven actief (cfr. verder bij stakeholdersanalyse). Binnen de werking van deze organisaties, ligt de focus vooral op het historische en wetenschappelijke. Toch worden er in 2007 nog een aantal volkse tradities in ere gehouden, zoals het Leuvens dialect via de Academie voor het Leuvens dialect en de typische Leuvense feestelijkheden van de Mannen van het Jaar en het Verbond der Jaartallen. Maar deze volkskundige organisaties zijn duidelijk in de minderheid. Leuven is de enige stad in de provincie Vlaams-Brabant waarmee de Vlaamse Gemeenschap een erfgoedconvenant heeft afgesloten. Dit is een opmerkelijk verschil met de andere provincies, waar er meestal meerdere convenants zijn. STERKTES = Leuven heeft een compacte historische binnenstad met veel bezienswaardigheden = Leuven is rijk aan erfgoed – zowel roerend en immaterieel als onroerend erfgoed. Opvallend is de veelheid aan erfgoed van gotische, religieuze, academische en burgerlijke aard ZWAKTES = Er zijn in Leuven nog veel onbekende en niet in kaart gebrachte collecties: academisch erfgoed, religieus erfgoed en ander zwerfgoed = Leuven heeft weinig regelmatig toegankelijke erfgoedplaatsen. Onvoldoende mogelijkheden om kerken en monumenten open te stellen, weinig musea… = Leuven heeft een beperkt aantal internationaal gerenommeerde collecties en bezit geen centrale lijst van haar topstukken
5
Academische collecties van wetenschappelijke aard
21
KANSEN = Er is in Leuven nog veel te ontdekken en onbekend erfgoed. Dit geldt zeker voor de deelgemeenten = Er kunnen nog vele collecties digitaal ontsloten worden BEDREIGINGEN = Volkskundige tradities dreigen te verdwijnen = Binnen de provincie Vlaams-Brabant is er enkel een erfgoedconvenant met Leuven afgesloten. Hierdoor dreigt de kloof tussen de stad Leuven en de regio op vlak van structurele erfgoedwerking te vergroten en kan de druk op Leuven groter worden Opmerking: voor conclusies i.v.m. de erfgoedspelers verwijzen we naar deel 4.4.2.2. 4.4.2. Erfgoedspelers Eerst wordt hier de werking van de erfgoedcel en het erfgoedconvenant (2002-2007) besproken en geëvalueerd. Daarna worden de andere erfgoedactoren in Leuven in kaart gebracht in de stakeholdersanalyse (4.4.2.2.). 4.4.2.1. De erfgoedcel 4.4.2.1.1. Personeel, organisatie en middelen Sinds 2002 heeft de Vlaamse Gemeenschap een erfgoedconvenant afgesloten met de stad Leuven (aanvankelijk experimenteel, vanaf 2005 decretaal) en werd een erfgoedcel opgericht met 2 coördinatoren. In 2006 werd het coördinatorenteam aangevuld met een halftijdse medewerker van de stad Leuven voor het dossier rond de erfgoedbank. Het huidige aantal personeelsleden is een minimale vereiste voor een goede werking van de erfgoedcel, gezien haar ruime werkterrein en het groot aantal taken die bij de coördinerende rol van een erfgoedcel horen. Een personeelsuitbreiding op termijn zou wenselijk zijn, vooral voor bepaalde dossiers of voor specifieke taken. Het coördinatorenteam moet zich immers blijvend kunnen bezig houden met de basistaken van de erfgoedcel. De erfgoedcel kan door haar inbedding in de stedelijke dienst directie cultuur wel ad hoc beroep doen op deze medewerkers, vooral op vlak van administratie, communicatie en doelgroepenwerking. Bovendien heeft zij hiermee ook het voordeel in nauw contact te staan met de cultuurbeleidscoördinator, die aan het hoofd staat van de directie cultuur. De directie cultuur op haar beurt valt onder de stedelijke administratie. Voordeel hiervan is dat de erfgoedcel beroep kan doen op bepaalde diensten en infrastructuur van de stad Leuven. Nadeel is dat de stadsadministratie zeer log werkt, vooral op vlak van financiën en besluitvorming, zodat de erfgoedcel haar middelen niet flexibel kan inzetten. De middelen die door het erfgoedconvenant werden aangereikt, zijn tot nu toe toereikend geweest. Afhankelijk van de toekomstige beleidskeuzes kan er een grotere financiële nood ontstaan. Ook de technische vertaling van de werking verloopt vaak moeilijk. De erfgoedcel beroept zich hiervoor op de technische dienst van de stad, maar deze dienst is onderbemand. Voor ICT-aangelegenheden is de erfgoedcel via de beheersovereenkomst van de stad verplicht om te werken via Helics en haar ICT-dossiers via deze Raad van Beheer te laten goedkeuren. 4.4.2.1.2. Infrastructuur Omwille van de verbouwingswerken op de museumsite, verhuisde de erfgoedcel in het najaar van 2006 naar de Brusselsestraat 63 en kreeg er samen met de directie cultuur en Leuvenement vzw een onderkomen op de zolder van de Romaanse Poort. In dit gebouw zijn nog een aantal andere culturele diensten gehuisvest: het Cultuurcentrum 30CC en Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant. Vooral door de aanwezigheid van een goed georganiseerd Cultuurcentrum profiteert de erfgoedcel mee van o.a. de algemene infobalie, de verschillende vergaderlokalen in het gebouw en de logistieke ploeg. In 2008 zal de erfgoedcel een nieuw en definitief onderkomen krijgen in het nieuwe stadskantoor aan het station.
22
4.4.2.1.3. Werking De werking van de erfgoedcel is tweeledig: enerzijds werkt zij voor een ruim publiek, anderzijds stimuleert en ondersteunt ze de lokale erfgoedsector. De erfgoedcel beheert geen eigen collectie, maar werkt met het erfgoed aanwezig in de stad Leuven. Hierdoor kan ze een ongebonden, overkoepelende blik over het Leuvense erfgoedveld behouden. Deze meer generalistische visie zorgt er wel voor dat er minder gespecialiseerde kennis binnen de erfgoedcel aanwezig is. Hiervoor moet de erfgoedcel regelmatig beroep doen op experten binnen en buiten de sector. De erfgoedcel maakte in haar experimentele periode en eerste decretaal convenant een proces door en leerde de sector beter kennen. Waar ze aanvankelijk zowel publiek als sector benaderde via tijdelijke publieksprojecten, zoekt ze nu in samenwerking met de sector naar acties die naast een publieksgerichte functie ook een ondersteuning voor de sector bieden op langere termijn. De erfgoedcel kan op die manier mee ondersteunen op het vlak van behoud en beheer. Publieksprojecten kunnen echter wel een blijvende motor zijn om integraal te werken en om samenwerking te stimuleren. Bovendien kan de erfgoedcel door haar ongebondenheid aan een specifieke collectie en haar overkoepelende blik over de lokale sector, andere zaken naar boven brengen en investeren in erfgoednetwerken zowel in Leuven als in Vlaanderen. Samen met de andere erfgoedcellen en met de steunpunten CBV en VCV (in 2008 het nieuwe steunpunt Faro) werd er in 2007 een nieuwe overlegstructuur opgericht om de onderlinge expertise-uitwisseling te bevorderen. De erfgoedcel Leuven koos en kiest er bewust voor om actief deel uit te maken van deze nieuwe overlegvormen. In netwerking blijft ook de volgende beleidsperiode een belangrijke taak weggelegd. Voor de Leuvense erfgoedsector wil de erfgoedcel haar rol als coördinator nog beter uitspelen. Samenwerking met de sector en regio Via de stuurgroep, de deelraad erfgoed en eventuele tijdelijke werkgroepen wordt de sector regelmatig betrokken bij het beleid en de acties van de erfgoedcel. Dit zorgt voor de nodige draagkracht. Waar er bij sommige partners vroeger nog wat reserve was ten opzichte van het erfgoedconvenant en de erfgoedcel, is er nu een algemeen positieve houding en nam de samenwerking toe. De samenwerking met de erfgoeddiensten van de K.U. Leuven groeide en er werd een Commissie academisch erfgoed opgericht. Ook de contacten met de stedelijke dienst toerisme en recent ook met de erfgoedmedewerkers van de provincie Vlaams-Brabant zijn positief geëvolueerd. Uiteraard kan dit nog verder worden uitgebouwd en meer structureel verankerd worden. De relatie met de kerkfabrieken werd tot nu toe nog niet echt uitgebouwd en er is bijgevolg nog minder zicht op hun werking en collecties (zie ook stakeholdersanalyse). De actieradius van de erfgoedcel is in de eerste plaats Leuven, inclusief de deelgemeenten. Er zijn beduidend minder erfgoedverenigingen in de deelgemeenten en het grootste deel van de erfgoedactiviteiten vindt nog plaats in het centrum. Op het niveau van publiekswerking kan er dus nog meer aandacht komen voor de deelgemeenten. Op vlak van communicatie worden ook de buurgemeenten af en toe betrokken, bijvoorbeeld in de communicatie en promotie van Erfgoeddag. Ook werden er reeds contacten gelegd in het kader van de digitale erfgoedbank. In de toekomst zal het overleg met de buurgemeenten geïntensifieerd worden, opdat het beleid van de erfgoedcel ook naar de buurgemeenten kan uitstralen en er verder expertise kan uitgewisseld worden. 4.4.2.1.4. Een evaluatie van de gebruikte instrumenten, methodes en resultaten De erfgoedcel werkte in de beleidsperiode 2005-2008 hoofdzakelijk op drie niveaus, die uiteraard niet los van elkaar kunnen gezien worden: publiekswerking, coördinatie en ondersteuning en netwerking. In de eerste fase werd er gewerkt op projectmatige basis. Deze projectmatige werking had als voordeel dat er op enkele jaren op zeer veel gebieden acties werden ondernomen en contacten werden gelegd. Na de tussentijdse evaluatie eind 2006 besteedde de erfgoedcel meer aandacht aan haar overkoepelende netwerkfunctie, aan ondersteuning van de sector en zorg voor het erfgoed. Deze omschakeling was noodzakelijk om het convenant uit te bouwen tot een volwaardig instrument voor het Leuvense erfgoedveld en -beleid.
23
In de jaarverslagen 2005 en 2006 werden de werking en de geboekte resultaten van de erfgoedcel reeds grondig geëvalueerd. Hier worden slechts enkele algemene resultaten geëvalueerd en wordt er nagegaan wat de combinatie van de dagelijkse werking, de overlegorganen en de projecten opleverde. Binnen de drie grote pijlers van de werking van de erfgoedcel (beleid en coördinatie, sensibiliserende publiekswerking en zorg en bewustmaking) werden resultaten op Vlaams, regionaal en lokaal vlak geboekt. Beleid en coördinatie In 2005 stelde de erfgoedcel een beleidsplan op, waardoor haar werking in een lange termijn visie werd gekaderd. In dit beleidsplan werd de focus gelegd op het in kaart brengen van het aanwezige erfgoed, samenwerking met de museumsite, hedendaagse ontsluitingsprojecten, participatie en educatie, netwerking en communicatie. Ondanks de goede resultaten die geboekt werden, kon het beleidsplan (2005-2008) nog op enkele vlakken verbeterd worden. De geformuleerde doelstellingen mochten concreter en de kritische omgevingsanalyse steunde onvoldoende op de ervaringen en verwachtingen van de Leuvense erfgoedsector. In 2007 werd een actualisering opgemaakt waarin een aantal zaken werden bijgestuurd en een meer realistisch plan op tafel werd gelegd. Meer aandacht voor ondersteuning, coördinatie en zorg voor erfgoed in plaats van een hoofdzakelijk publieksgerichte, projectmatige werking was de belangrijkste verandering. De geactualiseerde werking werd onderverdeeld in drie grote pijlers: beleid en coördinatie, sensibiliserende publiekswerking en zorg en bewustmaking. Rode draad doorheen deze basispijlers waren samenwerking, overleg, expertiseuitwisseling en communicatie. Ter voorbereiding van deze actualisering en van het nieuwe beleidsplan 2009-2014 werd de meerderheid van de Leuvense erfgoedpartners mondeling bevraagd6. Dit gebeurde op basis van een gestandaardiseerde vragenlijst. De resultaten van deze bevraging werden in partnerfiches verwerkt, waardoor het erfgoedveld in Leuven op een zeer gestructureerde en heldere manier in kaart werd gebracht. Deze fiches geven een huidige stand van zaken van de zorg en ontsluiting van het Leuvense erfgoed. Het is de bedoeling om deze fiches steeds te actualiseren en verder uit te breiden (cfr. bijlage). Op Vlaams niveau werd in de bestaande overlegorganen nagedacht en gesproken over de eigen beleidsvoering en werking. Projecten, acties en methodieken werden voorgesteld met het oog op expertise-uitwisseling en deskundigheidsbevordering. De bestaande overlegstructuren volstonden niet. In 2006 werd het convenantenoverleg dan ook hervormd en werden verschillende werkgroepen opgericht. Tot nu toe bevorderde dit vooral de uitwisseling van ervaring en expertise en leidde dit al tot gezamenlijke projecten. Projecten zoals Expo ’58, Back to the Future en Van Horen Zeggen III zorgden voor samenwerking op Vlaams niveau, waarbij het enthousiasme en de kennis van verschillende organisaties gezamenlijk werden ingezet om erfgoed te ontsluiten, met de nodige aandacht voor onderzoek, bewaring en publiekswerking. In het kader van Van Horen Zeggen III werd er interdisciplinair overleg gepleegd, wat een meerwaarde voor het onderzoek betekende. Ook op lokaal en regionaal niveau werden platformen opgericht voor de uitwisseling van visies en expertise en voor het generen van samenwerkingsverbanden. In de eerste plaats fungeert de deelraad erfgoed als het overlegorgaan in Leuven7. Naast de formele taak als adviesorgaan creëerde dit overleg ook meerdere samenwerkingsverbanden die voor expertise-uitwisseling kunnen zorgen. Voorbeelden hiervan zijn de werkgroep erfgoedbank en het recent opgestarte netwerk rond calamiteitenplannen. Met het project rond de erfgoedbank stapte de erfgoedcel ook in een regionaal verhaal. Drie buurgemeenten willen al meestappen in dit project. De erfgoedcel heeft in de voorbereidingen van dit dossier over heel Vlaanderen initiatieven bezocht en bestudeerd. De zoektocht mondde uit in een samenwerkingsverband met de provincie Limburg en recent ook met de provincie Vlaams-Brabant. In mindere mate werd er vooruitgang geboekt bij het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden m.b.t. onroerend erfgoed en bij het afstemmen van Erfgoeddag en Open Monumentendag. Wel werd het overleg met de dienst Toerisme Leuven al geïntensifieerd. Dit is dus al een goede stap in de richting van een verdergaande samenwerking. Bij het verenigingsleven is er nood aan extra ondersteuning zowel op logistiek niveau als op niveau van bekendmaking van hun werking. De erfgoedcel ondersteunt de verenigingen voor Erfgoeddag en ondersteunt hen op communicatief vlak door hun aanbod mee te communiceren via de eigen kanalen. Uit de bevraging bij 6 7
24
Voor meer info cfr. ook 1.2.3. Sectorbevraging en 4.4.2.2. Stakeholdersanalyse cfr. ook hierboven
de verenigingen (cfr. stakeholdersanalyse) blijkt bovendien dat het voor de meeste van hen enorm moeilijk is om nieuwe en jonge leden aan te trekken. In de toekomst moet nog worden nagedacht over extra ondersteuningmaatregelen voor de verenigingen. Publiekswerking De erfgoedcel werkte in de eerste helft van de convenantperiode vooral projectmatig en publieksgericht. Dit was nodig om het erfgoed beter bekend te maken bij het ruime publiek. Er werden zeer diverse projecten met uiteenlopende partners uitgewerkt. Belangrijk was steeds de hedendaagse link en de aandacht voor mens en verhaal. Er werd een onderscheid gemaakt tussen algemene publieksprojecten en doelgroepgerichte projecten. a) algemene publieksprojecten Jaarlijks zette de erfgoedcel veel tijd en middelen in op Erfgoeddag. Via dit evenement kan het erfgoed en het erfgoedveld immers extra onder de aandacht worden gebracht van een ruim publiek. De erfgoedcel zorgde voor de coördinatie en communicatie van het Leuvense Erfgoeddagprogramma en ondersteunde de verenigingen op logistiek vlak door hen een plaats te geven op een centrale locatie zoals Tweebronnen en het stadhuis. Een groot aantal instellingen en verenigingen zet steevast in op deze dag en neemt het evenement op in hun jaarlijkse programma. Een veel gehoorde klacht blijft echter dat de inspanningen te groot zijn voor slechts één dag. De grootste publieksprojecten waarvoor de erfgoedcel samenwerkte met verschillende partners, waren Townscape-Soundscape/Leuvense stadsklanken, een festival rond muzikaal erfgoed, en Leuvense Stoverij, een project rond de Leuvense stoof. Het waren zeer interessante publieksevenementen die pers en publiek konden bekoren en die verschillende (erfgoed)organisaties en disciplines met elkaar verbonden. Hiernaast werkte de erfgoedcel uiteenlopende publieksprojecten uit met de stedelijke erfgoedpartners (het stadsarchief en het stedelijk museum). Vooral met het museum werd er op diverse manieren samengewerkt aan allerhande drempelverlagende en publieksverruimende acties en projecten. Het What>, Meunier in dialoog, Leuvense Koppen… waren projecten die cross-overs maakten tussen oud en nieuw om zo op een actuele en toegankelijke manier met erfgoed om te gaan. De erfgoedcel werkte ook mee aan een nota over de pijler “ontsluiten” voor de toekomstige werking van M (Museum Leuven). Met het stadsarchief werkte de erfgoedcel de gesmaakte format van de Ken Uw Stad-Kwis uit, een quiz waarbij het enorm rijke archiefmateriaal via quizvragen en bijhorende beelden kon worden ontsloten en waarbij de Leuvenaar zijn kennis over de stad kon testen. Na vijf geslaagde edities werd een draaiboek ontwikkeld, opdat ook andere erfgoedorganisaties in de toekomst deze format kunnen gebruiken. In februari 2008 wordt de K.U.S-Kwis voor de eerste keer georganiseerd door een Leuvense vereniging, de Leuvense Gidsenbond. De samenwerking en het overleg met deze stedelijke erfgoedpartners gebeurde tot nu toe op projectmatige basis en via stedelijk gestructureerd overleg. Toch verdienen de onderlinge afspraken, verhoudingen en afstemming blijvend de nodige aandacht. In het kader van het beleidsplan, startte de erfgoedcel met het archief en museum een overleg erfgoedbeleid op. Dit overleg kan in de toekomst op de nodige tijdstippen blijvend worden benut. b) doelgroepgerichte publieksprojecten Binnen het erfgoedaanbod wil de erfgoedcel zich ook richten naar specifieke doelgroepen. De erfgoedcel heeft samen met externe, gespecialiseerde partners op regelmatige basis acties uitgewerkt voor en met kinderen en jongeren. Hierdoor heeft de erfgoedcel op dit terrein al aan expertise gewonnen. De erfgoedcel wil deze jonge doelgroep ook in de toekomst blijven betrekken bij haar acties. Het is immers van belang dat ook jonge mensen van kindsbeen af het erfgoed en zijn waarden ontdekken. Het zal dus belangrijk zijn om na te gaan welke strategieën hiervoor op lange termijn kunnen worden ingezet. Tijdens Erfgoeddag 2007 werd voor de eerste keer samengewerkt met allochtone organisaties. De erfgoedcel wil in de nabije toekomst haar netwerk met de allochtone Leuvense bevolking verder uitbouwen en nagaan op welke manier de samenwerking met verschillende bevolkingsgroepen het best georganiseerd wordt zonder te vervallen in stereotiepen.
25
c) Communicatie De erfgoedcel zette gedurende deze beleidsperiode in op communicatie. Het ultieme doel was een grotere bekendmaking van het Leuvense erfgoed, de Leuvense erfgoedactoren en –initiatieven. Zowel met de cel cultuurcommunicatie van de stad Leuven als met de erfgoedcellen in Vlaanderen werden allerhande initiatieven opgestart en nieuwe instrumenten ontwikkeld. Op lokaal niveau nam de erfgoedcel het initiatief om verscheidene geïntegreerde communicatie-instrumenten op te zetten (Erfgoeddagbrochure, deal met huis-aan-huisbladen, gemeenschappelijk adressenbestand…). Daarnaast werkte zij actief mee aan de stedelijk gecoördineerde acties (Uit in Leuven, agenda Cultuurweb, Plustraject voor senioren…). Zoals reeds vermeld, werden in de communicatie voor Erfgoeddag ook de buurgemeenten betrokken. Op Vlaams niveau zette de erfgoedcel van Leuven zich actief mee in voor de ontwikkeling van de website van de erfgoedcellen en de bijhorende nieuwsbrieven. Al deze communicatie-initiatieven worden zoveel mogelijk ter beschikking gesteld van de Leuvense partners, die hierover zeer tevreden zijn. Met deze communicatieinitiatieven beoogt de erfgoedcel om steeds meer een platform voor het Leuvense erfgoed te worden. Tijdens de sectorronde ter voorbereiding van het beleidsplan bleek trouwens dat externe communicatie bij de meeste organisaties een moeilijk punt is. Een reden te meer om dit blijvend als een prioriteit te beschouwen. d) Publieksbevraging en evaluatie Door haar veelvuldige acties naar het publiek, heeft de erfgoedcel ervaring opgedaan op vlak van publiekswerking en -communicatie. Verschillende doelgroepen werden aangesproken: senioren, kinderen, studenten, jongeren. Het belangrijkste beoogde effect was het vergroten van de bewustwording rond erfgoed. Het is zeer moeilijk te meten of dit ook effectief gerealiseerd werd. Bij bepaalde projecten werd het publiek actief bevraagd, bijvoorbeeld in 2006, na afloop van de vijfde K.U.S.-Kwis. In de toekomst zullen dergelijke publieksbevragingen op geregelde tijdstippen worden ingepland. Tijdens de projecten werden wel telkens tevreden reacties van het publiek opgevangen en na afloop werden de acties meestal geëvalueerd met de partners. Er kan gesteld worden dat de meeste publieksmomenten op een geïntegreerde en actuele manier werden opgezet, dat ze een relatief goede publieksopkomst kenden en tot algemene tevredenheid en enthousiasme van publiek leidden. Bovendien creëerden deze publieksprojecten uiteenlopende tijdelijke partnerschappen/ samenwerkingen. De Leuvense erfgoedcel heeft hierdoor haar plaats in het ruime culturele veld verkregen en de erfgoedactoren werden binnen een cultureel netwerk geplaatst. De doelgroepgerichte activiteiten van de erfgoedcel beoogden een verruiming van het bestaande publiek. Vooral voor jongeren en kinderen werden er systematisch acties en projecten uitgewerkt. Deze initiatieven hebben zeker voor een publieksverruiming gezorgd, al moeten de resultaten enigszins genuanceerd worden. Het jongerenpubliek blijft moeilijk aanspreekbaar en het publieksbereik van de acties reikte niet ver buiten een groepje geëngageerde vrijwilligers en hun vriendenkring. Het ontwikkelen van acties voor jongeren zal dan ook een aandachtspunt blijven binnen de werking van de erfgoedcel. Kinderen werden vooral via de scholen bereikt. Een eerste vernieuwend educatief project Stadsklassen, een erfgoedtweedaagse werd met zeer veel enthousiasme onthaald en uiterst positief geëvalueerd. In november 2008 zal er daarom een tweede editie van Stadsklassen georganiseerd worden. Het betrekken van buurten en wijken werd beoogd, maar tot nu toe nog niet voldoende gerealiseerd. Dit wordt zeker een aandachtspunt voor de toekomstige werking. De erfgoedcel is er immers nog steeds van overtuigd dat een goede doelgroepenwerking het lokale draagvlak voor erfgoed kan vergroten. Zorg De erfgoedcel ging op zoek naar een instrument dat het erfgoed in Leuven (en bij uitbreiding de regio) op een gestructureerde en systematische manier in kaart kon brengen. Hiervoor werden overlegplatformen en structurele samenwerkingsverbanden aangegaan waarbij expertise-uitwisseling tot stand kwam. Dit gebeurde zowel op lokaal als op bovenlokaal vlak. Het geformuleerde concept van de Leuvense digitale erfgoedbank sloot het meest aan bij een gelijkaardig concept van de provincie Limburg. Door de samenwerking en afstemming met de provincie Limburg werd ook de provincie Vlaams-Brabant geprikkeld om mee te werken. Vlaams-Brabant zal ook prioriteit geven aan een erfgoedbank op regionaal niveau.
26
Op lange termijn moet de erfgoedbank metadata over het (cultureel) erfgoed in Leuven en de regio verzamelen, actuele instrumenten tot ontsluiting ontwikkelen en de bewustwording over het belang van de zorg voor erfgoed bij de sector (en in het bijzonder bij het verenigingsleven), het publiek en het beleid vergroten. Netwerking Netwerking gebeurde op twee niveaus: enerzijds projectmatig en anderzijds via structurele overlegorganen. De projectmatige netwerking was vaak zeer verrijkend, maar op lange termijn minder meetbaar. De erfgoedcel is er gedurende 4 jaar in geslaagd om met de meerderheid van de Leuvense erfgoedpartners samen te werken (cfr. stakeholderskaart). Het belangrijkste structureel overlegorgaan is de deelraad erfgoed. Deze deelraad werd in het leven geroepen om de verschillende erfgoedactoren niet alleen op beleidsadviserend maar ook op inhoudelijk vlak met elkaar te laten praten. De evaluatie door de sector is gunstig: de meerderheid vindt het een interessant kanaal om contacten te onderhouden. Er moet wel constant gezocht worden naar de juiste manieren om de verschillende partners inhoudelijk te laten communiceren en samenwerken. Uit de deelraad ontstond ook een structurele werkgroep rond de erfgoedbank en recent ook een netwerk rond calamiteitenplannen. Bovenlokaal verloopt de netwerking via het convenantenoverleg en het steunpunt. Ook dit gebeurt nog vooral projectmatig. STERKTES = Jonge organisatie met grote motivatie = Inbedding in de stedelijke dienst directie cultuur = Goede financiële basis vanuit het erfgoedconvenant = Overkoepelende focus, want niet gebonden aan (beheer) bepaalde collectie = Betrokkenheid lokale sector via stuurgroep en deelraad erfgoed = Uitgebreid netwerk en brede samenwerking: goede contacten met verschillende organisaties in en buiten Leuven, nieuwe overlegstructuur met de erfgoedcellen in Vlaanderen en de steunpunten CBV en VCV, groei in de contacten met de K.U. Leuven, met Toerisme Leuven en recent ook met provincie Vlaams-Brabant = Expertise op het vlak van publiekswerking en communicatie = Enthousiaste reacties van het publiek = Doelgroepgerichte acties op regelmatige basis ZWAKTES = Weinig personeel voor uitgebreid takenpakket = Werking binnen logge stadsadministratie = Financiële middelen kunnen niet soepel aangewend worden = Coördinerende rol nog beter uitbouwen = Beperkt contact en werking in de deelgemeenten = Weinig contact met kerkfabrieken en weinig zicht op hun kerkelijk erfgoed = Technische vertaling van de werking verloopt soms moeilijk
27
4.4.2.1.5. Sectorbevraging; evaluatie van de erfgoedcel door de sector In het kader van de opmaak van het beleidsplan 2009-2014 bracht de erfgoedcel een bezoek aan de Leuvense erfgoedactoren en peilde hierbij o.a. ook naar de bevindingen van de sector over de werking van de erfgoedcel en naar de verwachtingen t.o.v. het erfgoedconvenant. Enkele aangehaalde verwachtingen en de belangrijkste conclusies m.b.t de werking van de erfgoedcel worden hier kort opgesomd. Voor een uitgebreidere omschrijving en analyse verwijzen we naar de bijlagen (identificatiefiches en overzicht verwachtingen) en naar de stakeholdersanalyse (zie hierna). Sterke punten van de erfgoedcel volgens de sector: = Goede samenwerking met de sector = Goede communicatieve ondersteuning van de sector via website, nieuwsbrief = Gebruik van een ruime interpretatie van erfgoed = Goede publiekswerking = Mogelijkheid om andere dingen te doen, om nieuwe zaken naar boven te halen = Coördinatie Erfgoeddag Aandachtspunten van de sector voor de erfgoedcel = In projecten steeds aandacht hebben voor de finaliteit en opletten voor “façadisme” (alleen maar leuke dingen doen, naar de buitenwereld toe) = De erfgoedbank mag niet enkel worden gebruikt om de mooiste dingen op te zetten, maar voor een totaliteit = Werken in de deelgemeenten en soms minder centraal = Bij initiatieven van de erfgoedcel zoveel mogelijk linken maken naar andere organisaties en vooral ook naar de verenigingen (goed voorbeeld: project Leuvense Stoverij) Verwachtingen van de sector8 ten opzichte van de erfgoedcel: = Ondersteuning van verenigingen (zowel op inhoudelijk als logistiek vlak) (9) = Faciliteren en ondersteunen van de zorg voor erfgoed: registratie en inventarisatie (9) = Coördinatie en netwerking met als doel afstemming en samenwerking (8) = Communicatieve ondersteuning en coördinatie (8) = Het attractief ontsluiten, bekendmaken, toegankelijk maken van collecties en sites (8) = Zorgen voor informatiedoorstroming (5) = Organisatie Erfgoeddag en ondersteuning hiervan (4) 4.4.2.2. Stakeholdersanalyse Onderstaande stakeholderskaart met daarop de verschillende erfgoedorganisaties gevestigd in Leuven, vormt het vertrekpunt van de stakeholdersanalyse. Dit schema tracht te visualiseren welke positie de erfgoedcel ten opzichte van de andere spelers in Leuven inneemt. Om het overzichtelijk te houden, werden de organisaties geclusterd. Een overzicht en clustering is natuurlijk altijd voor discussie vatbaar en geeft een tijdelijke stand van zaken weer: de verschillende organisaties en hun onderlinge relaties zijn immers in permanente evolutie. Na veelvuldige besprekingen met de stuurgroep van de erfgoedcel werd beslist dat het schema op deze manier de erfgoedpartners en hun relatie met de erfgoedcel het best in kaart brengt. Er werd geopteerd om een onderscheid te maken tussen de professionele en de vrijwilligersorganisaties. Ook deze indeling is niet volledig sluitend. Zo worden onder de professionele organisaties zowel organisaties met een volledige professionele staf als organisaties met 1 betaald personeelslid ondergebracht. Deze laatste steunen dus voor het grootste deel van hun werking op vrijwilligers en hebben bijgevolg
8
28
De nummers zijn een aanduiding voor het aantal partners dat dit vond
vaak dezelfde zorgen als verenigingen die volledig werken met vrijwilligers. SIWE en AmuseeVous zijn twee voorbeelden van zulke organisaties. Binnen de clusters werd er geen onderscheid gemaakt op het vlak van kerntaken. Er zijn collectiebeherende instanties, expertisecentra, organisaties rond erfgoedontsluiting en educatie, onderzoeksorganen, organisaties rond de beleving van volkscultuur en organisaties die deze taken combineren. Binnen de vrijwilligerswerking zijn de collectiebeherende organisaties in de minderheid. Collectiebeheer is voor de vrijwilligersverenigingen in Leuven meestal geen doel op zich, wel hebben zij een specifieke erfgoedwerking waarvoor vaak een ondersteunende collectie wordt aangelegd, bijvoorbeeld onder de vorm van een kleine bibliotheek en beschikken zij over hun eigen archief (met uitzondering van het Scouts en Gidsen museum). Stakeholderskaart zie volgende pagina
29
30
Bestuur PROVINCIE VLAAMS-BRABANT • Cel erfgoed • Documentatiecentrum VlaamsBrabant • Archief en bibliotheek VlaamsBrabant • Monumentenwacht Vlaams-Brabant
Technische dienst
stadsorganist stadsbeiaardier
Dienst toerisme
• • • •
• • • • •
• M Leuven • Stadsarchief
K.U. LEUVEN • Kunstpatrimonium • Archief • Centrale Bibliotheek • Collecties Academisch erfgoed – Commissie Academisch Erfgoed • Maerlant Centrum • Illuminare • Alamire Foundation • Maurits Sabbe Bibliotheek • Dienst onroerend erfgoed • Universiteitsbeiaardier
LEGENDE Lid van de deelraad erfgoed Lid van de stuurgroep erfgoedcel Projectmatige samenwerking Structurele samenwerking/overleg Contacten en impact Actoren onroerend erfgoed
• Leuvenement • Artes.Leuven • Stad en architectuur
30 CC Bibliotheek Tweebronnen In&UIt Stedelijke academie en muziekconservator ium Dienst communicatie Integratiedienst Infohuis stadsvernieuwing Dienst welzijn Jeugddienst
PROF. ORGANISATIES MET LOKALE/REGIONALE WERING • Rijksarchief Leuven • Archief Annuntiaten • Archief OCMW
Erfgoedcel
PROF. ORGANISATIES MET LANDELIJKE WERKING • KADOC • CRKC • Resonant • SIWE • CAG • NMBS museumbewaarplaats • Matrix • AmuseeVous • Davidsfonds
VERENIGINGEN en VRIJWILLIGERS MET LOKALE WERKING • Vrienden Abdij van Park • Campanae Lovanienses • SALSA! • Koninklijke Leuvense Gidsenbond • Leuvens Historisch Genootschap • Van Wicmaele tot Wijgmaal • Vrienden Leuvense Musea • Academie Leuvens dialect • Verbond der Jaartallen • Davidsfonds (lokale afdelingen) • Werkgroep spoorwegmuseum • Heemkundige Kring Vlierbeek • Kerkfabrieken
VERENIGINGEN EN VRIJWILLIGERS MET BOVENLOKALE WERKING • Scouts en Gidsenmuseum • Leuvense Vereniging voor Volkskunde • VVF – afdeling Leuven • Travo
35
Enkele opvallende kenmerken vanuit het schema: = De erfgoedcel heeft het nauwste contact met de stedelijke erfgoedpartners: M (het stedelijk museum) en het stadsarchief. Beide erfgoeddiensten, net zoals de erfgoedcel, vallen onder de directie cultuur van de stad Leuven en hebben dus gemakkelijk en regelmatig contact via allerhande bestaande overlegstructuren. Er bestaat dan ook een wederzijdse impact: zowel vanuit het museum, het stadsarchief als de erfgoedcel kunnen samenwerkingsinitiatieven tot stand komen. Met de stedelijke actoren onroerend erfgoed verloopt het contact minder eenduidig. Met de dienst Toerisme heeft de erfgoedcel goede contacten, maar met de technische dienst die verantwoordelijk is voor het onderhoud van het onroerend erfgoed, bestaat zo goed als geen contact. = Met de professionele organisaties met een landelijke werking en met bepaalde diensten van de K.U. Leuven onderhoudt de erfgoedcel ondertussen een intensieve en positieve relatie. Binnen de K.U. Leuven is er echter nog geen contact met de cel vastgoed en onroerend patrimonium. = Met de professionele organisaties met een lokale/regionale werking is het contact en de impact beperkt. = Met de erfgoeddiensten van de provincie Vlaams-Brabant was de relatie tot nu toe beperkt. Hier is zeer recent een positieve kentering voelbaar: men beseft de meerwaarde en noodzaak tot samenwerking en afstemming. = Met de verenigingen verloopt het contact goed, maar de wederzijdse impact is nog beperkt. = Via de twee permanente overlegstructuren (de stuurgroep en de deelraad erfgoed, zie gemarkeerd en onderlijnd in schema) betrekt de erfgoedcel iets meer dan de helft van de erfgoedorganisaties bij haar werking en beleid. = De erfgoedcel heeft op projectmatige basis met een groot aantal partners in Leuven samengewerkt. In beperkte mate heeft ze met deze partners structurele samenwerkingsverbanden opgezet (zie cursief en vetgedrukt in schema). = Leuven kent een groot aantal professionele organisaties met landelijke uitstraling en belang. = Leuven telt opvallend veel organisaties rond muzikaal erfgoed (Resonant, Travo, Campanae Lovanienses, Matrix, Alamire Foundation) en religieus erfgoed (CRCK/FoKAV, KADOC, museum voor Religieuze Kunst en Cultuur, M). ANALYSE Hier volgt een bespreking per cluster waar kort de opmerkelijkste vaststellingen m.b.t. tot kenmerken, relaties, sterktes, zwaktes en verwachtingen worden toegelicht. Stedelijke instellingen Op vlak van roerend en immaterieel erfgoed zijn er twee stedelijke erfgoedinstellingen actief: M (het vroegere museum Vander Kelen-Mertens) en het stadsarchief. Beiden vallen onder de bevoegdheid van de schepen van cultuur. Overleg met deze diensten gebeurt via het cultuuroverleg bij de schepen en via het recent opgerichte erfgoedoverleg. Deze instellingen bezitten een enorm rijke collectie en beschikken over deskundig en gespecialiseerd personeel. Beide diensten kampen echter met een tekort aan personeel. Vooral de basistaken rond behoud en beheer en de externe communicatie lijden hieronder. Met beide instellingen werd gedurende de vorige beleidsperiode intensief samengewerkt vooral op het vlak van publiekswerking en recent ook op vlak van beleid. Mede onder impuls van het erfgoedconvenant, werkte het archief een eigen, zeer actieve publiekswerking uit. Het evenwicht met de basistaken werd hier enigszins door verstoord. Dit zal de komende jaren hersteld moeten worden. Met het stedelijk museum werd een traject afgelegd in het kader van het vernieuwde concept van het museum, dat steunt op drie pijlers: bewaren, scheppen en ontsluiten. Voornamelijk binnen het kader van de pijler ontsluiten werden gemeenschappelijke experimentele acties en projecten opgezet. Ten aanzien van het erfgoedconvenant hebben beide organisaties gelijkaardige verwachtingen. Enerzijds verwacht men meer aandacht en ondersteuning op het vlak van behoud en beheer, en meer bepaald voor registratie en inventarisatie. Anderzijds ziet men in het convenant een mogelijkheid om (grotere) publieksprojecten
31
op te zetten en een link te maken met de erfgoedverenigingen. Met beide partners werd voor de opmaak van dit plan actief overleg gepleegd om tot een juiste taak- en rolafbakening te komen. Het blijft immers belangrijk om met deze twee partners actief samen te werken en expertise uit te wisselen, zonder dat de eigenheid van het convenant en haar brede taak voor de sector in het gedrang komt. Ambities M M wil uitgroeien tot een volwaardig stadsmuseum met landelijke erkenning. De kunstcollecties van de stad vormen de inspiratiebron en kracht van haar vernieuwde werking. Het bewaren, scheppen en ontsluiten zijn hierbij drie evenwaardige basispijlers die elkaar permanent bevruchten. Hedendaagse kunst zal een prominentere plaats krijgen binnen M. Nieuw is ook de ‘antichambre’. Dit is letterlijk de onthaalruimte waar elke bezoeker binnenkomt en zijn/haar nodige info en tickets kan krijgen, maar het wordt veel meer dan dat. De bezoeker zal er door bepaalde, wisselende ingrepen en projecten worden geprikkeld om meer te willen weten en zien van M. Deze gratis onthaalruimte moet dus ook een ruimte voor inhoudelijke interactie met het publiek worden. De antichambre biedt kansen om verschillende doelgroepen te betrekken bij M en om te werken rond erfgoededucatie. Ambities stadsarchief Een van de belangrijkste ambities van het stadsarchief naast haar dagdagelijkse werking, is de start van de ontsluiting van de schepenbank. Met deze schepenbank bezit Leuven immers een zeer rijke bron aan historische informatie. De Leuvense schepenregisters bevatten informatie over de geschiedenis van Brabant, de geschiedenis van de Leuvense instellingen en van de universiteit en geven bovendien een kijk op de sociale geschiedenis van de modale Leuvenaar. De ontsluiting van deze schepenregisters is dus van belang voor wetenschappelijk onderzoek in talrijke disciplines, binnen en buiten Leuven: bijvoorbeeld voor volkskunde, toponymie en bouwgeschiedenis, antroponymie en genealogie en taalkunde en taalgeschiedenis. Uiteindelijke doel van de ontsluiting is de creatie van een databank met zoekfunctie die snel en efficiënt toegankelijk moet zijn voor brede toepassingen. Voor 2008 en 2009 wordt een proeftraject opgestart voor de ontsluiting van 150 registers uit de periode 1400-1464. Hiermee wil het archief de inzetbaarheid van de schepenbank en haar historische gegevens voor hedendaagse erfgoed- en publieksprojecten aantonen: in 2009 zal de informatie worden ontsloten in het kader van het jaarthema rond Rogier van der Weyden. Passie van de meester (cfr. ook verder bij strategische projecten stad Leuven). Voor het onroerend erfgoed is de situatie binnen de stad Leuven minder duidelijk. De ontsluiting van het onroerend erfgoed in Leuven wordt behartigd door de dienst Toerisme Leuven. Ze ondersteunen de gidsenbond, hebben een ruim aanbod aan rondleidingen door de stad en zorgen ervoor dat de historische monumenten of gebouwen tijdelijk toegankelijk zijn voor bezoekers. Alles wat met onderhoud en restauratie van het bouwkundig patrimonium te maken heeft, valt onder de technische dienst van de stad. Binnen de stad ontbreekt er echter een stedelijke dienst monumentenzorg/ archeologie, hetgeen trouwens door de hele erfgoedsector als een probleem wordt aangekaart. Hierdoor is er geen duidelijk zicht op richtlijnen en acties m.b.t. behoud en zorg voor het onroerend erfgoed en is het moeilijk om het cultureel erfgoedbeleid hierop af te stemmen. Een goede afstemming zou de beleidsmatige scheiding tussen onroerend en roerend erfgoed, die zowel nationaal als lokaal leeft, deels kunnen opheffen. De contacten en de samenwerking met de dienst toerisme verlopen steeds beter. Meer en meer trekt Toerisme Leuven de erfgoedkaart en wil ze aansluiting zoeken bij het roerend en immaterieel erfgoed en bij de werking van de erfgoedcel. Met de technische dienst is er op erfgoedvlak nauwelijks contact: er is op dit niveau geen beleid, geen specifiek aanspreekpunt en weinig knowhow. Hun werking beperkt zich tot praktische, technische uitvoeringen en onderhoud. Pluspunt is wel dat de schepen van toerisme en communicatie sinds de start van de nieuwe legislatuur in 2007 ook de bevoegdheid monumentenzorg op zich neemt.
32
Provincie Vlaams-Brabant De provincie Vlaams-Brabant heeft verschillende erfgoeddiensten die zetelen in Leuven (zie schema). Vanzelfsprekend overstijgt hun werking de grenzen van de stad Leuven. De provincie heeft een dubbele houding t.o.v. Leuven. Enerzijds is zij door haar vestiging in Leuven onlosmakelijk met haar provinciale hoofdstad verbonden. Anderzijds heeft de provincie met haar regionale rol en werking de neiging om Leuven links te laten liggen en zich uitsluitend op de andere regio’s te focussen. Tot nu toe verliep de samenwerking hoofdzakelijk projectmatig, maar er lijkt een gunstige wind te waaien die een verdere en meer structurele samenwerking in de toekomst toelaat, zodat beleidslijnen en -acties uitgezet door de stad Leuven, door de provincie kunnen worden uitgebreid naar de brede regio. Getuige hiervan is de recente samenwerking rond de erfgoedbank en het calamiteitentraject. De contacten met de erfgoedcel verlopen hoofdzakelijk via het Documentatiecentrum en sinds kort ook via de 5 consulenten van de provinciale cel erfgoed (consulent historische projecten, museumconsulent, consulent archeologie, consulent monumentenzorg en consulent cultuurtoeristische projecten). De consulent historische projecten zetelt ook in de stuurgroep van de erfgoedcel. Men is er zich steeds meer van bewust dat er op het vlak van erfgoed meer moet worden samengewerkt. Beide bestuursniveaus moeten elkaar hiervoor nog meer vinden. Met het archief van de provincie, dat voornamelijk een administratieve taak heeft, en met monumentenwacht waren er tot nu toe zo goed als geen contacten. K.U. Leuven Een derde grote speler op het terrein is de Katholieke Universiteit Leuven met haar diverse diensten en rijke en uiteenlopende erfgoedcollecties. Meer nog dan de provincie, is de K.U. Leuven niet in een greep te vatten en verlopen de contacten via diverse kanalen. Met de recente oprichting van de Commissie academisch erfgoed kreeg de erfgoedcel binnen de universiteit een handig aanspreekpunt over de verschillende diensten heen, waarmee ze haar beleid kan afstemmen en gezamenlijke acties kan uitwerken. Daarnaast verlopen de contacten via de bewaarinstellingen, waaronder het universiteitsarchief, de bibliotheken en de dienst kunstpatrimonium. Naast de meer traditionele erfgoedcollecties die in deze instellingen worden bewaard, bezit de universiteit nog enorm veel academische collecties, van uiteenlopende aard, die allemaal tot stand gekomen zijn vanuit educatief, pedagogisch en wetenschappelijk standpunt. De rijkdom en diversiteit van de collecties van de K.U. Leuven is een enorme troef voor de stad. Grote zwakte is echter dat er binnen deze ruime waaier van academisch erfgoed nog veel onbekende collecties zitten, die bovendien ook vaak in slechte omstandigheden worden bewaard. Ook de communicatie over en de toegankelijkheid van het merendeel van deze collecties is beperkt. De universiteit heeft bovendien zelf geen totaalbeeld van wat ze allemaal bezit. Via de Commissie academisch erfgoed kan er sensibiliserend gewerkt worden naar de verschillende universitaire diensten en kunnen al kleine stappen gezet worden in het kader van een universitair erfgoedbeleid. De aanwezigheid van de academische collecties, haar studenten, docenten, academici en professoren biedt enorme kansen voor het erfgoedbeleid. Ook de aanwezige expertise op het vlak van erfgoedzorg en de wetenschappelijke kennis binnen de K.U. Leuven zijn uiteraard enorm belangrijk. Door de verschillende universitaire diensten actief bij het erfgoedbeleid van de stad te betrekken, wil de erfgoedcel deze aanwezige kennis en expertise benutten. De openheid, de zin om samen aan een erfgoedbeleid te werken en de samenwerking zijn doorheen de jaren in positieve zin geëvolueerd; zowel via de stuurgroep en de deelraad erfgoed als via gezamenlijke projecten. De verwachtingen van de K.U. Leuven t.o.v. het erfgoedconvenant zijn zeer ruim:in grote lijnen hoopt men op samenwerking en ondersteuning op het vlak van registratie en inventarisatie, op vlak van het toegankelijk maken van de collecties en op vlak van externe communicatie naar pers en publiek. Professionele organisaties met landelijke werking In Leuven huizen opvallend veel professionele erfgoedorganisaties met een landelijke werking. Reeds van bij de start van de erfgoedcel verliepen de contacten met de meeste van deze instellingen goed en was er een grote openheid tot samenwerking. Door middel van projectmatige en structurele samenwerking en overleg is de wederzijdse impact groot. Deze instellingen participeren in hoge mate aan overlegstructuren en werkgroepen van de erfgoedcel en zijn meestal ook vragende partij om met verschillende partners samen te werken.
33
De grote sterkte van deze organisaties is de aanwezige expertise en gespecialiseerde kennis op diverse terreinen. Vaak bezitten ze zelf ook een goed uitgebouwd netwerk. De erfgoedcel kan deze sterktes voor de globale erfgoedwerking inzetten. Als hun werking wordt bemoeilijkt, heeft dit meestal te maken met een gebrek aan personeel en/of gebrek aan structurele middelen. Ook infrastructuur en blijvende huisvesting in Leuven vormt voor sommigen een probleem: ze krijgen vaak een tijdelijke locatie toegewezen en zien weinig uitwijkmogelijkheden naar andere locaties in de stad. Desondanks geven ze aan dat ze het liefst in Leuven gehuisvest zouden blijven. Op communicatief vlak geven deze instellingen aan over te weinig middelen (en sommigen ook over te weinig expertise) te beschikken en wensen zij hiervoor graag met de erfgoedcel samen te werken. Met hun aanbod trekken deze instellingen nogal vaak eenzelfde publiek. Het ontwikkelen van een aanbod voor jongeren en kinderen gebeurt zeer beperkt en de organisaties zien dit ook niet als een prioriteit. AmuseeVous vormt hierop een uitzondering. Als opdracht voor het erfgoedconvenant zien deze organisaties een combinatie van zorg voor erfgoed en publiekswerking. Vooral inzake inventarisatie en registratie lijkt volgens hen een ondersteunende taak voor de erfgoedcel weggelegd. Toch vinden zij dat de focus van de werking van de erfgoedcel moet blijven liggen op publiekswerking, drempelverlaging en toegankelijkheid van de instellingen en hun erfgoed. Hiervoor wensen zij uitdrukkelijk samen te werken. Deze instellingen schuiven logischerwijs elk hun eigen thematieken (religie, muziek, landbouw, voeding…) naar voor als de potentiële thema’s voor samenwerkingsprojecten. Vermeldenswaard zijn de ambitieuze ontwikkelingen van de Parkabdij. Binnen de historische site van de Abdij van Park krijgt Leuven met het landelijk Museum voor Religieuze Kunst en Cultuur niet alleen een extra museum (naast M), maar ook een extra focus op religieus erfgoed: de verschillende aspecten van het interreligieuze leven, de religieuze beleving in Vlaanderen en de hedendaagse religieuze kunst zullen in ruime mate aan bod komen. De mooie, gerestaureerde historische site van de abdij, die bovendien in een groene omgeving ligt, zal mede dankzij het nieuwe museum wellicht nog meer bezoekers en toeristen lokken. Professionele organisaties met lokale/regionale werking De professionele organisaties met lokale/regionale werking zijn veeleer beperkt. Dit zijn voornamelijk archieven. De contacten en wederzijdse impact zijn minder intens. Deze organisaties hebben meestal een eigen goeddraaiende werking, kampen met relatief weinig problemen en zijn meer op zichzelf gericht. Hun verwachtingen t.o.v. het convenant zijn beperkt: vooral op vlak van communicatie kunnen ze nog ondersteuning gebruiken. Ze willen wel mee opgenomen worden in het netwerk van de erfgoedcel en een van hen is zelf vragende partij tot expertise-uitwisseling. Deze organisaties zien voor de erfgoedcel vooral een rol in weggelegd in netwerking, communicatie en expertise-uitwisseling. Verenigingen en vrijwilligers met lokale of bovenlokale werking Leuven bruist van het verenigingsleven, zo ook op erfgoedvlak. Vele erfgoedverenigingen staan mentaal gezien nog altijd ver van het beleid en de impact van het verenigingsleven op de erfgoedcel is nog beperkt. De verenigingen zijn vooral bezig met hun eigen, specifieke werking en kunnen of willen deze niet altijd overstijgen. De openheid van de verenigingen ten opzichte van de erfgoedcel is doorheen de jaren sterk gegroeid. In het begin was er een zekere argwaan t.o.v. het zoveelste tussenorgaan. Op dit moment lijken de verenigingen echter voordeel te zien in meer coördinatie en samenwerking. Vanuit de verenigingen zelf wordt de stap om onderling samen te werken en de krachten te bundelen vaak nog niet gezet. De erfgoedcel kan hier haar rol van stimulator opnemen. Ook projectmatig wordt er door de erfgoedcel geregeld samengewerkt met de verenigingen: de verenigingen zijn bijvoorbeeld altijd trouwe partners van de jaarlijkse Erfgoeddag. Bovendien participeren de verenigingen actief aan de overlegstructuren van de stad en de erfgoedcel. Zo zitten de verschillende verenigingen en vrijwilligersgroepen gegroepeerd in de cultuurraad van de stad Leuven. Sinds de opsplitsing van de cultuurraad in deelraden en de start van de deelraad erfgoed in 2003, is het overleg en contact met de erfgoedverenigingen nog geïntensifieerd. Zowat alle erfgoedverenigingen zijn bijzonder geëngageerd: ze zijn zeer actief en organiseren op regelmatige tijdstippen allerhande activiteiten. Bovendien zijn hun publicaties en artikels vaak van hoge, zelfs wetenschappelijke kwaliteit. Op diverse vlakken (heemkunde, genealogie, volkskunde, geschiedenis) bezit
34
het verenigingsleven immers een enorm potentieel aan kennis. Zeker op het vlak van onderzoek naar diverse aspecten van de Leuvense geschiedenis wordt er zeer veel interessant materiaal geleverd. Al deze initiatieven gebeuren echter los van elkaar, waardoor het aanbod erg versnipperd is. De Leuvense erfgoedverenigingen beheren meestal geen eigen collectie, maar bezitten vaak een eigen verenigingsarchief en een ondersteunende collectie. Deze collecties zijn erg interessant, maar worden dikwijls niet in de juiste omstandigheden bewaard en zijn vaak niet of onvoldoende geregistreerd en geïnventariseerd. Dit is voor de meeste verenigingen immers niet echt een prioriteit en bovendien hebben zij op dit vlak weinig expertise. De belangrijkste noden van de verenigingen zijn van financiële en logistieke aard. Het merendeel van hen heeft nood aan meer structurele middelen en infrastructuur voor vergaderingen, activiteiten… Op vlak van interne organisatie, blijkt het voor ongeveer alle verenigingen moeilijk te zijn om nieuwe bestuursleden aan te trekken. De verenigingen en hun actieve leden zijn dan ook overbevraagd. Het merendeel van hen kampt met vergrijzing: er zijn weinig jonge leden en ook het bestuur is relatief oud. De actieve vrijwilligers van de verenigingen zijn gemiddeld ouder dan 50. Op middellange termijn zou dit een probleem kunnen zijn voor de opvolging. Er is bij de verenigingen ook weinig sprake van publieksvernieuwing: de verenigingen trekken hoofdzakelijk een gelijkaardig, ouder publiek aan en hebben geen of nauwelijks contact met jongeren. Op vlak van communicatie hebben ze over het algemeen weinig knowhow en scoren ze veeleer zwak. Communicatie beperkt zich meestal tot de eigen leden. Dit reflecteert zich ook in het ledenaantal. Voor de meeste verenigingen blijft dit status quo, voor een aantal neemt het zelfs lichtje af. Vooral via (overkoepelende) activiteiten (bijvoorbeeld Erfgoeddag) worden soms nog nieuwe leden aangetrokken. Petra Vanhoutte concludeerde in haar onderzoek over de behoeften op het gebied van archief- en documentatiebeheer van de vrijwilligersverenigingen9 dat bij het zoeken naar vrijwilligers er (vooral door de professionele sector) geen of te weinig rekening wordt gehouden met beperkingen in tijd, middelen en budget. Ook dit is een verzuchting die in Leuven opgemerkt wordt. Sommigen halen de verschillen in capaciteit tussen professionelen en vrijwilligers expliciet aan. Er moet dan ook op gelet worden dat er hierdoor geen ontmoediging ontstaat en dat er binnen de sectoriële overlegstructuren en bij gezamenlijke initiatieven voldoende aandacht en eventueel extra ondersteuning voor de verenigingen wordt geboden. Kerkfabrieken De kerkfabrieken behandelen we in deze analyse afzonderlijk omdat ze als publieksrechtelijke instanties toch een aparte groep vormen. In het schema (stakeholderskaart) worden ze onder het verenigingsleven geschoven. Groot verschil met de erfgoedverenigingen is echter dat hun kerntaak an sich niet erfgoedgerelateerd is; de kerkfabrieken willen in de eerste plaats zorgen voor de materiële middelen noodzakelijk voor de eredienst. Toch zijn de kerkfabrieken vaak de behoeders van rijke erfgoedcollecties. Vooral de kerken in de binnenstad zijn historische monumenten met een rijke geschiedenis en collectie. Van de meeste van deze kerken wordt de museale collectie bewaard en beheerd door het stedelijk museum. Grootste lacune bij de kerkfabrieken is dat ze dikwijls zelf geen goed zicht hebben op hun collecties, aangezien dit niet hun eerste prioriteit is. Tot nog toe waren er nauwelijks contacten met de kerkfabrieken. Ter voorbereiding van het beleidsplan werd er een gesprek gevoerd met één kerkfabriek en werden de anderen (24) schriftelijk bevraagd. De reacties van de aangeschreven kerkfabrieken waren eerder beperkt: 4 reageerden schriftelijk en met 2 van hen was er telefonisch contact. Belangrijkste conclusies vanuit de gesprekken en bevraging: (opmerking: hier komen ook enkele algemene kenmerken aan bod die de bovenvermelde clusters overstijgen)
9
Onderzoek P. Vanhoutte, Een analyse van de behoeften op het gebied van archief- en documentatiebeheer van de vrijwilligersverenigingen in de sector volkscultuur, 2006
35
STERKTES = In Leuven zijn opvallend veel professionele erfgoedspelers gehuisvest - met desbetreffende expertise (op vlak van ICT, databanken, registratie en inventarisatie, behoud en beheer, ontsluiting, valorisatie…) en met een groot netwerk (regionaal en/of landelijk) = Bij een aantal professionele erfgoedinstellingen is de collectie deskundig geregistreerd en geïnventariseerd = De meerderheid van de erfgoedbewarende professionele erfgoedinstellingen beschikt over een (nieuw) goed uitgebouwd depot = De erfgoeddiensten van de K.U. Leuven zijn sterk in wetenschappelijk onderzoek en beschikken over uiteenlopende expertise op het vlak van bewaring, inventarisatie, ICT, digitalisering… = De oprichting van de commissie academisch erfgoed van de K.U. Leuven zorgt voor een nieuwe dynamiek = Binnen het beleid van de K.U. Leuven krijgt erfgoed meer aandacht = Leuven kent een gemotiveerd en actief verenigingsleven met enthousiaste vrijwilligers die een enorme kennis bezitten over Leuven en haar erfgoed (elk binnen hun specifiek domein: genealogie, volkskunde, geschiedenis…) = Er wordt veel gepubliceerd op wetenschappelijk niveau: artikels, nieuwsbrieven, boeken… Dit geldt zowel voor de professionele instellingen als voor de verenigingen = Er worden veel activiteiten georganiseerd. Vooral veel lezingen, studiedagen, boekvoorstellingen, wandelingen, rondleidingen en tentoonstellingen = De erfgoedactoren nemen actief deel aan Erfgoeddag = Aanwezigheid van meerdere erfgoedorganisaties die werken rond muzikaal en religieus erfgoed = Aanwezigheid van verschillende grote Vlaamse erfgoedinstellingen ZWAKTES = Leuven heeft geen dienst monumentenzorg/archeologie en mist hierdoor een belangrijk aanspreekpunt op vlak van beleid onroerend erfgoed = De erfgoedorganisaties hebben een structureel gebrek aan personeel/vrijwilligers, waardoor de werklast vaak te groot is en de actieve leden overbevraagd zijn = De erfgoedverenigingen hebben nood aan technische/logistieke ondersteuning = Veel erfgoedorganisaties volgen geen planning en beleid op langere termijn = 90% van de erfgoedorganisaties beschikt over te weinig middelen of expertise m.b.t. communicatie = De meeste erfgoedverenigingen hebben het moeilijk om nieuwe actieve bestuursleden aan te trekken = Er zijn opvallend minder erfgoedverenigingen/organisaties in de deelgemeenten = Er wordt nog te weinig samengewerkt uit eigen beweging = Samenwerking tussen de stad Leuven en de provincie Vlaams-Brabant m.b.t. erfgoed bleef tot nu toe beperkt = Een meerderheid van de erfgoedorganisaties heeft een gebrek aan aangepaste huisvesting/ infrastructuur. Vooral voor de erfgoedverenigingen is dit een groot probleem = ¾ van de erfgoedorganisaties heeft een gebrek aan depotruimte of bewaart de collectie in slechte omstandigheden = Van de bekende collecties is een groot deel moeilijk of niet toegankelijk = Er is achterstand op vlak van behoud en beheer, registratie en inventarisatie bij het merendeel van de organisaties. Vooral de verenigingsarchieven en - collecties scoren op dit vlak slecht (gebrek aan expertise, geen prioriteit, geen middelen…)
36
= Vaak ontbreekt een collectiebeleidsplan met duidelijk omlijnde criteria voor collectievorming (selectie en herbestemming) = Het aanbod aan innovatieve erfgoedprojecten is eerder beperkt = Er is in Leuven een beperkte (erfgoed)educatieve werking10 en een beperkt jongerenaanbod op vlak van erfgoed = De meeste erfgoedorganisaties bereiken nauwelijks kinderen en jongeren; het wordt door de instellingen en verenigingen ook niet altijd als een prioriteit gezien = Een groot aanbod van erfgoedactiviteiten en -publicaties bereikt vaak eenzelfde publiek = Voor de kerkfabriek is erfgoed geen echte prioriteit KANSEN = Binnen de Leuvense erfgoedsector is er nood aan en vraag naar samenwerking en expertiseuitwisseling op diverse vlakken van erfgoedzorg = Er is een expliciete vraag vanuit de sector om meer gecoördineerd te werken en meer overkoepelende acties/projecten op te zetten (zowel sector- als publieksgericht) = De Leuvense erfgoedsector vraagt expliciet naar ondersteuning bij het in kaart brengen van collecties = Bij de Leuvense erfgoedsector heerst de wil om de achterstand m.b.t. registratie en inventarisatie in te halen en een prioriteit te geven aan het basiswerk = De Leuvense erfgoedsector vraagt expliciet om samen te werken op vlak van communicatie = Er is recent een wederzijdse wil tot samenwerking op vlak van erfgoed tussen provincie VlaamsBrabant en stad Leuven = De aanwezigheid van een cel erfgoed met 5 consulenten binnen de provincie Vlaams-Brabant biedt kansen voor regionale samenwerking = De uitwerking van de antichambre binnen de nieuwe museumsite biedt kansen voor vernieuwende en inventieve erfgoededucatieve projecten = Ontwikkelingen M en vernieuwde museumsite vormt nieuwe aantrekkingspool voor de stad en biedt kansen om op een vernieuwende manier rond erfgoed te werken = Het venieuwde museum M met nieuwe ruimtes biedt tijdelijke, projectmatige infrastructurele mogelijkheden = Ontwikkelingen Parkabdij zorgen voor museale ontsluiting van religieus erfgoed en een grotere aantrekkingspool voor toeristen BEDREIGINGEN = Door de scheiding onroerend – roerend erfgoed op beleidsniveau en door het ontbreken van een dienst Monumentenzorg kan er moeilijk een impuls vanuit de culturele erfgoedsector naar beleid onroerend erfgoed gegeven worden = Veroudering in het bestuur van de erfgoedverenigingen kan op termijn zorgen voor een gebrek aan opvolging = Groeiende planlast en bijhorende intensieve administratie kunnen er toe leiden dat er te weinig tijd is voor het basiswerk = Afhankelijkheid van tijdelijke subsidies kan een continue, structurele werking bemoeilijken
10
Definities Erfgoededucatie: elke vorm van onderwijs die uitgaat van ‘sporen in het heden uit het verleden’ en die deze inbedt in een context die op kennis berust en/of een ervaring kan teweegbrengen die naar het verleden verwijst, maw een erfgoedervaring (uit: Erfgoededucatie in het Vlaams onderwijs. Erfgoed en onderwijs in dialoog, p. 27) Erfgoededucatie: overdracht van waarden en betekenissen met betrekking tot het cultureel erfgoed om zo de culturele competentie van mensen te verhogen (uit het convenant stad Leuven – Vlaamse Gemeenschap 2005-2008)
37
4.4.3. Regio rond Leuven In het convenant 2005-2008 en in het erfgoedbeleidsplan 2005-2008 werden nog geen doelstellingen voor de regio geformuleerd. Tijdens deze beleidsperiode werden wel al projectmatig contacten gelegd met de buurgemeenten, bijvoorbeeld in het kader van Erfgoeddag en de digitale erfgoedbank. Omdat Leuven nog meer de ambitie moet hebben om een voortrekkersrol in de regio op zich te nemen, werden de aangrenzende buurgemeenten schriftelijk bevraagd: Herent, Haacht, Holsbeek, Rotselaar, Bierbeek, Bertem, Oud-Heverlee, Lubbeek, Kortenberg en Huldenberg. Met uitzondering van Bertem en Oud-Heverlee hebben al deze gemeenten een cultuurbeleidscoördinator of een aanspreekpunt binnen de dienst cultuur. Vijf van de tien aangeschreven gemeenten hebben gereageerd (cfr. fiches als bijlage). Hierna volgt een beschrijving van de erfgoedwerking in deze gemeenten en van hun verwachtingen t.o.v. het erfgoedbeleid van de stad Leuven. De websites en cultuurbeleidsplannen van de andere buurgemeenten werden geraadpleegd. Hieruit bleek dat er in deze gemeenten over het algemeen nog minder aandacht voor erfgoed is en dat het erfgoed er vooral vanuit een traditioneel, toeristisch standpunt wordt benaderd. Vijf buurgemeenten maken er werk van om het erfgoedbeleid een volwaardige plaats binnen het cultuurbeleid te geven. Deze gemeenten trachten het erfgoed in zijn totaliteit te benaderen, al blijft de focus toch gemakkelijk op het onroerend erfgoed liggen. De meeste van deze gemeenten zijn vooral rijk aan historische gebouwen en minder aan roerende collecties. Er is vaak wel minimum een heemkundige kring aanwezig en sommigen beschikken ook over archieven en archeologische collecties. Enkele gemeenten stellen het opmaken van een inventaris van hun collecties als een belangrijke doelstelling. Belangrijke vaststelling is dat de meerderheid van de gemeenten over geen professionele actoren of erfgoedmedewerkers beschikt. Het erfgoedbeleid wordt hoofdzakelijk gedragen door heemkundige kringen en cultuurraden. Aan enthousiasme en kennis ontbreekt het niet, wel aan professionele medewerkers, een structurele werking en middelen. Deze organisaties inventariseren, organiseren tentoonstellingen en wandelingen of geven een historisch tijdschrift uit. Er wordt actief met verschillende partners samengewerkt. Veel van deze vrijwilligers zijn op leeftijd en zijn daarom vaak niet mee met de nieuwste digitale mogelijkheden. Jongeren worden moeilijk bereikt. De gemeenten geven aan dat er tot nu toe slechts een beperkte ondersteuning was voor deze erfgoedverenigingen. Kortenberg is hierop een grote uitzondering. Enkele andere gemeenten plannen hierin verandering. Groot obstakel blijven de beperkte middelen hiervoor binnen de gemeentelijke begroting. De meerderheid van de gemeenten participeert aan Erfgoeddag en Open Monumentendag. Toch is er weinig verschil tussen het soort activiteit dat voor beide evenementen wordt georganiseerd en wordt er vooral vanuit het onroerend erfgoed vertrokken. In de buurgemeenten kan de werking rond het roerend en immaterieel erfgoed nog meer gestimuleerd worden. Belangrijkste verwachting van de gemeenten Herent, Bierbeek, Lubbeek, Rotselaar en Kortenberg tegenover de stad Leuven is gebruik te kunnen maken van de deskundigheid en expertise die in Leuven aanwezig is. Aan de stad Leuven wordt gevraagd een voortrekkersrol op te nemen, zonder als stad een te dominante positie in te nemen. Concreet wensen de buurgemeenten samenwerking op het vlak van de erfgoedbank en het uitzoeken van de mogelijkheid voor een intergemeentelijke archeoloog en/of archivaris. Ook in communicatieve samenwerking zien zij een meerwaarde. Twee gemeenten zijn voorstander van het afsluiten van een regioconvenant en vinden dat Leuven op dit vlak het voortouw moet nemen. Conclusies vanuit de vragenlijsten en websites: STERKTES = Er is een potentieel aan erfgoed in de buurgemeenten en vijf van de tien gemeenten wil werken maken van een volwaardig, integraal erfgoedbeleid = De meerderheid van de heemkundige kringen en cultuurraden werkt actief allerhande projecten uit, is enthousiast en gedreven en beschikt over veel kennis
38
ZWAKTES = De omliggende gemeenten hebben een gebrek aan middelen voor een structureel erfgoedbeleid = De omliggende gemeenten beschikken weinig of niet over professionele erfgoedmedewerkers en/of -actoren = De erfgoedwerking verloopt in de meerderheid van de gemeenten nog ad hoc en kent te weinig structurele verankering KANSEN = De omliggende gemeenten zien erfgoed in de brede zin van het woord meer en meer als beleidsprioriteit en zijn vragende partij om samen te werken (overleg en expertise-uitwisseling) 4.4.4. Samenwerkingsverbanden In het kader van de stakeholdersanalyse werd ook gepeild naar de samenwerkingsverbanden. Zoals uit de stakeholderskaart en -analyse blijkt, huizen er in Leuven opvallend veel professionele erfgoedactoren. Deze professionele actoren vormen een eigen netwerk in de stad en onderhouden onderling allerhande contacten en samenwerkingsverbanden. Dit netwerk beperkt zich niet tot Leuven, maar strekt zich uit over heel Vlaanderen, België en zelfs over de hele wereld. Deze samenwerkingsverbanden ontstaan hoofdzakelijk vanuit een gelijkaardige opdracht en/of collectie. De Leuvense erfgoedverenigingen daarentegen onderhouden een minder groot netwerk en opereren vaak nog erg geïsoleerd. De bestuursleden kennen elkaar, maar van samenwerking tussen twee of meer verenigingen is nog weinig sprake. Evenmin wordt er veel samengewerkt tussen de verenigingen en de professionele organisaties. Enkel bij de Vrienden-verenigingen (Vrienden Leuvense musea, Salsa!, Vrienden van de Parkabdij…) is er een relatief nauwe band met de professionele organisaties. Nood aan eigen profilering van de organisaties kan de samenwerking soms bemoeilijken. De erfgoedcel kan hierbij een stimulerende rol opnemen en aanzetten geven om de samenwerking binnen het Leuvense erfgoedveld te bevorderen. Er werden reeds overkoepelende Leuvense samenwerkingsverbanden opgestart in het kader van de erfgoedbank en m.b.t. de opmaak van calamiteitenplannen. STERKTES = Groot aantal professionele actoren met eigen ruim netwerk = Recente overkoepelende Leuvense samenwerkingsverbanden: erfgoedbank en calamiteitenoverleg ZWAKTES = Nog weinig samenwerking tussen verenigingen onderling = Nog weinig samenwerking tussen verenigingen en professionele erfgoedorganisaties 4.4.5. Evenementen binnen erfgoed of cultuur De stad Leuven participeert aan verschillende landelijke erfgoedevenementen: Erfgoeddag, Open Monumentendag en Week van de Smaak. De Erfgoeddag, waarbij het roerend en immaterieel erfgoed in de kijker wordt gezet, is aan zijn achtste editie toe en wordt in Leuven elk jaar gecoördineerd door de erfgoedcel. Gemiddeld participeren ongeveer 18 organisaties aan de Erfgoeddag. Open Monumentendag wordt al vele jaren gecoördineerd door de dienst toerisme en kan rekenen op een ruime belangstelling in het Leuvense. De partners zijn erg wisselend en naargelang het thema werken ook diverse privé-personen mee aan het evenement. De nog jonge Week van de Smaak heeft in Leuven nog geen vaste coördinatie. Tijdens editie 2006 werd dit evenement getrokken door de directie cultuur. De tweede editie wordt getrokken door de dienst toerisme van de stad Leuven.
39
Eigen culturele initiatieven van de stad zijn: Kulturama, het Orgelfestival en Rode Hond. = Kulturama, hét cultureel stadsfestival van Leuven is ondertussen aan zijn vijfde editie toe en kent elk jaar meer bekendheid en succes. Tijdens deze 4 dagen wordt alles wat Leuven te bieden heeft aan kunst en cultuur extra onder de aandacht gebracht. = Rode Hond is een cultuurfestival voor kinderen vanaf 4 jaar. Het biedt hen tijdens de herfstvakantie allerlei activiteiten op maat rond literatuur, theater, muziek… Rode Hond is sinds twee jaar een meer uitgebreide versie van de succesvolle, ook in Leuven opgestarte Kinderhoogdag. = Leuven had in 2007 zijn eerste editie van het internationale Leuvense orgelfestival dat - ook letterlijk - alle registers opentrok. De stad Leuven wilde met dit festival uitdrukkelijk het signaal geven dat ze haar orgelpatrimonium koestert en bereid is hierin te investeren. Dat deed de stad vorig jaar al met de aanstelling van Peter Breugelmans als stadsorganist. Hij staat in voor de zorg, het onderhoud en de bespeling van de talrijke orgels met als uitdrukkelijke opdracht de orgelcultuur in Leuven te laten herleven. Zo volgde hij ook van zeer nabij de restauratie van het orgel in de Predikherenkerk. Na de restauratie van dit Théodore Smetorgel en de restauratie van het Van Peteghemorgel in de Romaanse Poort, maakt Leuven ook fondsen vrij voor de restauratie van het Van Peteghemorgel van de Sint-Jacobs parochie. Ondertussen wordt ook gewerkt aan een tweede editie van het festival Leuven.org. STERKTES = Jaarlijks aanbod aan sterke, culturele en erfgoedinitiatieven met verschillende partners BEDREIGINGEN = Gevaar voor overaanbod aan evenementen 4.4.6. Ondersteuningsbeleid stad Leuven In dit onderdeel wordt besproken in welke mate de stad Leuven – los van het erfgoedconvenant – haar lokale erfgoedveld ondersteunt. Voor eigen, stedelijke instellingen: M en stadsarchief Binnen cultuur vloeit een deel van de middelen uit de stedelijke begroting naar deze instellingen. De meeste middelen gaan naar de werking van M, het stedelijk museum, voor de personeelskosten, werkingsmiddelen en investeringskosten. Voor een precieze begroting verwijzen we naar het beleidsplan van M. Op dit moment slorpt vooral de bouw van de nieuwe museumsite een groot deel van het stedelijk budget op. Ook voor de komende jaren zal dit het geval zijn, waardoor de stad nog gerichter zal moeten omspringen met de voorhanden zijnde middelen. Het nieuwe museum en de prestigieuze openingstentoonstelling “Rogier van der Weyden. De Passie van Meester”, georganiseerd door Artes.Leuven moeten mee zorgen voor de internationale uitstraling van Leuven. De stad Leuven investeert voor M ook in de Schatkamer van Sint-Pieter op vlak van infrastructuur, beheer collectie, eigen projecten en restauratie. Hetzelfde geldt voor de collectiestukken en de historische ruimten in het stadhuis. Voor collectie (behoud en beheer) werd in 2007 65.000 euro voorzien, zoals elk jaar, en voor het aankoopfonds van het museum wordt jaarlijks een bedrag van 75.000 euro begroot. Het stadsarchief krijgt een beperkt jaarlijks werkingsbudget: 20.000 euro voor conservatie en restauratie, 5000 euro voor de organisatie van tentoonstellingen, 500 euro voor de aankoop van boeken, 500 euro receptiekosten en 300 euro reis-en verblijfskosten. Voor het aankoopbeleid van het stadsarchief voorziet de stad middelen via de post aankopen van het museum (75.000 euro totaal jaarlijkse dotatie aan Beeldenfonds). In het kader van een zichtbaardere en publieksgerichte archiefwerking kan het stadsarchief nog extra ondersteuning – via financiering en subsidiëring – gebruiken: zeker in het kader van de ontsluiting van de schepenbank en m.b.t. hun inzet in het project “Stad(s)huis” – zie ook bij strategische projecten). Los van het convenant investeert de stad ook in de personeelskost van de medewerkers van de erfgoedcel: ze ondersteunt een deel van het loon van de 2 erfgoedcoördinatoren en ze stelt halftijds een medewerker beschikbaar voor het dossier van de erfgoedbank. Daarnaast ondersteunt ze de erfgoedcel ook op logistiek vlak
40
(huisvesting, informatica, energiekost…) en bv. voor reiskosten. De totale ondersteuning voor de erfgoedcel bedraagt 97.100 euro. Leuvense erfgoedactoren (niet-stedelijk) Leuvense verenigingen kunnen beroep doen op een jaarlijkse basis- en werkingstoelage. De basistoelage is een beperkt bedrag, afhankelijk van het aantal erkende verenigingen. In 2006 ging dit om een bedrag van 114,30 euro per vereniging. Om beroep te kunnen doen op deze toelage moet de organisatie jaarlijks een aanvraagformulier indienen. De werkingstoelage wordt berekend op basis van het aantal en de aard van de georganiseerde activiteiten. Hiervoor hanteert de stad Leuven een puntensysteem. Het reglement is toegevoegd als bijlage. Op dit moment doen 7 erfgoedorganisaties beroep op deze vorm van subsidie. Uiteraard is dit subsidiesysteem niet specifiek toegespitst op erfgoedorganisaties, maar onder de 24 mogelijke activiteiten waar de verenigingen ‘punten’ mee kunnen verdienen, kunnen toch heel wat erfgoedactiviteiten worden gebracht, o.a. via voordrachten, vormingen, uitgave van een tijdschrift, uitgave van een jaarboek, bestuursvergaderingen, uitbouw van een eigen bibliotheek en de organisatie van tentoonstellingen. De deelname aan evenementen zoals Erfgoeddag en Open Monumentendag wordt echter niet opgenomen in deze activiteitenlijst. Het puntensysteem houdt evenmin rekening met activiteiten die met basiswerking te maken hebben, zoals het opmaken van inventarissen, onderzoek, materiële bewaring en onderhoud, restauratie... Bovendien vraagt deze aanvraag zeer veel tijd en administratie in verhouding tot een zeer miniem bedrag, variërend tussen 30 euro en 320 euro per organisatie. Daarnaast bestaat er aan de stad Leuven ook nog een subsidie voor artistieke, sociaal-artistieke en gemeenschapsvormende projecten. Ook dit reglement wordt als bijlage toegevoegd. In de begroting van de stad Leuven wordt hiervoor een bedrag van 35.000 euro uitgetrokken. Deze subsidie is helemaal niet afgestemd op erfgoedactiviteiten, waardoor erfgoedorganisaties voor hun extra projecten vaak uit de boot vallen. Een erfgoedproject kan immers wel een artistiek, sociaal-artistiek of gemeenschapsvormend luik hebben, maar dat is vaak niet de kern van het verhaal. Dit is zeker nog een lacune in het beleid. Aandachtspunten in het cultuurbeleidsplan zijn het ondersteunen van het sociaal-cultureel werk, de amateurkunsten, de sociaal artistieke praktijk en de talrijke erfgoedverenigingen. Het subsidiebeleid van de stad zal in de komende beleidsperiode worden herbekeken, maar zal niet gericht zijn op de erfgoedverenigingen afzonderlijk. Communicatieve ondersteuning Ook op vlak van communicatie biedt de stad Leuven ondersteuning aan het Leuvense verenigingsleven. Hiervan kunnen ook de erfgoedorganisaties profiteren. Zo heeft elke Leuvense organisatie recht op webruimte via www.Leuven.be. Ook het Leuvens cultureel Vademecum (in gedrukte en digitale versie) is een voorbeeld van communicatieve ondersteuning, evenals het eerder vermelde maandblad Uit in Leuven. Logistieke en infrastructurele ondersteuning Elke vereniging kan ook logistieke en personele ondersteuning aan de stad Leuven vragen in het kader van een specifiek project. Dit wordt altijd afgewogen in het kader van de algemene cultuurprogrammatie van de stad Leuven. Een aantal erfgoedverenigingen krijgen van de stad een permanente ruimte ter beschikking. = De Mannen van het Jaar en het Verbond der Jaartallen mogen gratis gebruik maken van de Raadskelders van het stadhuis voor hun collectie kaders, kostuums en Fonskes en mogen deze kelders op elke eerste zaterdag van de maand openstellen voor publiek. = Het Scouts en Gidsen museum maakt gratis gebruik van de Sint-Geertrui Kapel. = De Gidsenbond kreeg het Huis den Hoorn gratis toegewezen (De Gidsenbond krijgt via de dienst toerisme nog extra personele en communicatieve ondersteuning, cfr. hieronder).
41
Ondersteuning via het stedelijk museum Enkele grote organisaties en projecten worden via het stedelijk museum (weliswaar via stedelijke middelen) ondersteund in de vorm van een toelage: Artes.Leuven vzw (2007: 65.000 euro; 2008: 245.000 euro; 2009: 300.000 euro), Museum voor Religieuze Kunst en Cultuur (jaarlijks 10.000 euro), studiecentrum Vlaamse miniaturisten (jaarlijks 25.000 euro), K.U. Leuven voor Sagalassos en AmuseeVous vzw (25.000 euro). Ook de Vrienden van de Leuvense musea krijgen een jaarlijkse toelage: t.e.m. 2007 bedroeg dit 1250 euro, vanaf 2008 wordt dit opgetrokken naar 2500 euro. Uitgezonderd de vriendenvereniging, zullen de andere vermelde organisaties vanaf volgend jaar hun toelage krijgen via de directie cultuur. Ondersteuning via het stadsarchief De vriendenvereniging SALSA! vzw wordt in grote mate ondersteund door het stadsarchief: = Toelage: 1200 euro (in 2006) = Logistiek: het stadsarchief voorziet vergaderruimte, verstuurt 2 x per jaar de SALSA!- nieuwsbrief, en SALSA! mag voor hun jaarlijkse bijeenkomst op 6 december telkens gratis gebruik maken van het auditorium Tweebronnen = Personeel: het archief zit in de redactieraad van zowel de nieuwsbrief als de cahiers van SALSA! vzw. In de nieuwsbrief wordt minstens 1 artikel geschreven door een personeelslid van het archief. Bovendien heeft het archief één of meer inhoudelijke bijdragen geleverd voor 3 cahiers. Deze cahiers kunnen trouwens enkel in het stadsarchief en In&Uit gekocht worden. Het stadsarchief houdt ook de ledenlijsten bij en verzorgt deels mee het SALSA!secreteriaat (mails beantwoorden, nieuwe leden inschrijven...) Ondersteuning via Toerisme Leuven = Organisatie en financiering rondleidingen Koninklijke Leuvense Gidsenbond en opstellen folders: 55.000 euro + 1 Voltijds medewerker van Toerisme Leuven = Organisatie Open Monumentendag: 10.000 euro + onderdeel takenpakket medewerker Toerisme) = Medewerking andere erfgoedactiviteiten (bv. Week van de Smaak): 5000 euro + onderdeel takenpakket medewerker Toerisme = Openstelling kerken (door suppoosten): 22.000 euro + organisatie onderdeel takenpakket medewerker Toerisme = Bewegwijzering wandelparcours en onroerend erfgoed (universitaire gebouwen, wereldlijk en kerkelijk erfgoed): voorbereiding en opvolging onderdeel takenpakket medewerker Toerisme = Wandelpakketjes (langs bewegwijzerd wandelparcours): 25.000 euro + uitwerken concept onderdeel takenpakket medewerker Toerisme = Toeristische infogids (oplage 50.000 exemplaren Nederlands, Frans, Engels, Duits en Spaans): 70.000 euro + onderdeel takenpakket medewerker Toerisme = Promotie van Leuven via diverse kanalen: 10.000 euro + onderdeel takenpakket medewerkers Toerisme = Pool kunststeden Toerisme Vlaanderen (buitenlandse promotie van Leuven als kunststad): 50.000 euro + onderdeel takenpakket medewerkers Toerisme = Promotie van Leuven op beurzen: 20.000 euro + onderdeel takenpakket medewerkers Toerisme = Informatie/communicatie via Toerisme Leuven en In&Uit Leuven: permanente dagtaak van 1 balieverantwoordelijke (1VTE) en 4 baliemedewerkers (3,1 VTE) Ondersteuning stadsorganist Sinds 2006 heeft de stad een stadsorganist aangesteld die de twee stadsorgels bespeelt en mee toeziet op hun onderhoud; hiervoor wordt jaarlijks 10.000 euro voorzien. Onder zijn leiding wordt er een jaarlijks orgelfestival georganiseerd, Leuven.org. Hiervoor wordt 18.000 euro voorzien.
42
Ondersteuning erediensten/kerkfabrieken De stad Leuven doet volgende tegemoetkomingen aan de erediensten: = woonstvergoeding pastoors in het kader van eredienst: 58.180,42 euro (2006) = subsidies om de tekorten van de begroting van de eredienst te dekken: 362.193,19 euro (2006) = subsidies voor buitengewone werken aan de gebouwen van de eredienst die aan de kerkbesturen toebehoren: 170.940,19 euro (2006) Voor de Protestants- Evangelische Kerk komt ze deels tegemoet in het tekort van begroting van de eredienst en van de woonstvergoeding van de predikant. Voor 2006 bedroeg dit 2830,92 euro. De stad heeft in eigendom of erfpacht: de Sint-Pieterskerk, de pastorij Sint-Geertrui, de pastorij Sint-Jacob, de pastorij Sint-Agatha-Putkapel, de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Predikherenkerk en recent ook de Sint-Michielskerk, de Sint-Jacobskerk en delen van de Abdij van Park. De investeringsuitgaven hiervoor bedroegen in 2005 en 2006 telkens: 214.191,42 euro. Voor de Onze Lieve Vrouw ter Predikherenkerk gaf de stad aan de vzw Stichting Monumenten en Landschapszorg: 867.627,34 euro voor de restauratie van de kerk en 122.276,44 euro voor de restauratie van het orgel. Ondersteuning onroerend patrimonium De stad ondersteunt via de technische dienst in het onderhoud en restauratie van het onroerend patrimonium. Voor 2007 waren de belangrijkste investeringen: = Bouw museumsite fasen 3 tem 5: 8000 euro = Restauratiepremies particulieren: 100.000 euro = Stadsaandeel restauratiepremies aan openbare besturen: 100.000 euro = restauratie Sint-Pieterskerk: 845.000 euro = Aanstelling ontwerper restauratieprojecten: 215.000 euro = Restauratie Abdij van Park: 750.000 euro = Parking Abdij van Park: 700.000 euro = Restauratie monument Ballon van de Vriendschap: 45.000 euro = Toeristische bewegwijzering: 40.000 euro Deze kosten staan los van aankopen voor privaat patrimonium (50.000 euro) en onderhoudskosten (bv. buitengewoon onderhoud privaat patrimonium: 250.000 euro) STERKTES = Uniciteit archiefcollectie Leuven en uniciteit en rijkdom schepenbank met bovenlokale waarde = Forse investering in ontwikkeling M en in de openingstentoonstelling Rogier van der Weyden. De Passie van de Meester: sterk verhaal en internationale uitstraling ZWAKTES = Het ondersteunings- en subsidiebeleid voor het verenigingsleven is onvoldoende afgestemd op de specificiteit van de werking van erfgoedverenigingen = Door forse investeringen in museum en openingstentoonstellingen, zijn extra middelen van stad Leuven voor erfgoed beperkt = Voor de publieksgerichte archiefwerking kampt de stad met een tekort aan middelen
43
44 DEEL 5: SWOT-ANALYSE Om uit de omgevingsanalyse resultaten te distilleren werd een SWOT-analyse uitgewerkt. Deze methodiek bestaat er in om sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen m.b.t erfgoed in Leuven en omgeving te formuleren en deze met elkaar te verbinden in een SWOT-matrix. Op deze manier komen de beleidsprioriteiten naar boven. De beleidsprioriteiten werden uit de analyse gefilterd en voorgelegd aan de stuurgroep van de erfgoedcel, die ze vervolgens quoteerden (volgens prioritair of niet-prioritair). 5.1. SWOT-matrix STERK • Leuven is rijk aan erfgoed - zowel roerend en immaterieel als onroerend erfgoed. Opvallend is de veelheid aan erfgoed van gotische, religieuze, academische en burgerlijke aard • Leuven heeft een compacte historische binnenstad met veel bezienswaardigheden • Uniciteit archiefcollectie Leuven en uniciteit en rijkdom schepenbank met bovenlokale waarde • Forse investering in ontwikkeling nieuw stedelijk museum en in de openingstentoonstelling Rogier van der Weyden. De passie van de Meester: sterk verhaal en internationale uitstraling • Er worden veel activiteiten georganiseerd. Vooral veel lezingen, studiedagen, boekvoorstellingen, wandelingen, rondleidingen en tentoonstellingen
KANS • Potentie van het erfgoedtoerisme: koppeling erfgoed en toerisme zit in de lift en biedt kansen voor publieksverruiming en sensibilisering rond het aanwezige erfgoed • De verhoogde interesse voor erfgoed vanuit de toeristische sector biedt kansen op het vlak van promotie en publieksverruiming • Toerisme Leuven trekt meer en meer de kaart van erfgoed en gaat voor een koppeling roerend, onroerend en immaterieel erfgoed • Het actieplan van de dienst toerisme focust op Leuven als stad van het ‘denken, leren en innovatie’ met het religieus en academisch erfgoed als toeristische kernelementen. • Maatschappelijke trends zoals humanisering, conservering en antiglobalisering creëren een positieve context voor een lokaal erfgoedbeleid • In het nieuwe cultuurbeleidsplan blijft erfgoed een prioriteit. Een van de 6
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN DE BESTAANDE STERKTES VERSTERKEN = TROEVEN? • De rijkdom van het aanwezige erfgoed(aanbod)- roerend, onroerend en immaterieel- in samenwerking met Toerisme Leuven (en In&Uit) promoten naar en toegankelijk maken voor een groot publiek/de erfgoedtroeven van de stad uitspelen
EXTRA MOTIVATIE Extra noodzakelijk o.w.v. volgende zwaktes: • Er zijn in Leuven nog teveel onbekende en niet in kaart gebrachte collecties • Er is in Leuven nog veel te ontdekken, onbekend erfgoed. • Leuven heeft weinig “bezoekbare” erfgoedplaatsen
STERK
KANS
• De erfgoedactoren nemen actief deel aan Erfgoeddag
strategische doelstellingen handelt specifiek over erfgoed. Daarin legt het cultuurbeleid een focus op het gotisch en religieus erfgoed
• Er wordt veel gepubliceerd op wetenschappelijk niveau: artikels, nieuwsbrieven, boeken… Dit geldt zowel voor de professionele instellingen als voor de verenigingen • Aanwezigheid van meerdere erfgoedorganisaties die werken rond muzikaal en religieus erfgoed • Aanwezigheid van verschillende grote Vlaamse erfgoedinstellingen • Jaarlijks aanbod aan sterke, culturele en erfgoedinitiatieven met verschillende partners • De erfgoeddiensten van de K.U. Leuven zijn sterk in wetenschappelijk onderzoek en beschikken over uiteenlopende expertise op het vlak van bewaring, inventarisatie, ICT, digitalisering… • Binnen het beleid van de K.U.Leuven krijgt erfgoed meer aandacht • De oprichting van de Commissie academisch erfgoed van de K.U. Leuven zorgt voor een nieuwe dynamiek
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN DE BESTAANDE STERKTES VERSTERKEN = TROEVEN?
• Groot aantal professionele actoren met eigen ruim netwerk • Ontwikkelingen M en de nieuwe museumsite vormt nieuwe aantrekkingspool voor de stad en biedt kansen om op een vernieuwende manier rond erfgoed te werken • Ontwikkelingen Parkabdij zorgen voor museale ontsluiting van religieus erfgoed en een grotere aantrekkingspool voor toeristen • De aanwezigheid van de K.U. Leuven biedt kansen op het vlak van expertise-uitwisseling • De permanente dialoog tussen het stadsbestuur en de onderwijsinstellingen kan aanleiding geven tot verschillende vormen van samenwerking • Er is een groeiende wil tot samenwerking tussen stad Leuven en K.U. Leuven • De koppeling tussen onderzoek, onderwijs en cultuur is een beleidsprioriteit in het cultuurbeleidsplan 2008 -2013 • De aanwezigheid van de K.U. Leuven (en de Hogescholen) biedt kansen in functie van stageopdrachten, seminaries…
• De samenwerking met de K.U. Leuven (met departementen, diensten, studenten…) verder verdiepen om te zorgen voor de opbouw en het uitwisselen van expertise, kennis en wetenschap (gemeenschappelijke projecten, onderzoek, stageopdrachten, seminaries) • De K.U. Leuven ondersteunen in haar beleid rond academisch erfgoed
EXTRA MOTIVATIE
45
46 STERK
KANS
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN DE BESTAANDE STERKTES VERSTERKEN = TROEVEN?
• Het actieplan van de dienst toerisme focust op Leuven als stad van het ‘denken, kennis en innovatie’. Het religieus en academisch erfgoed worden hierbij erkend als toeristische kernelementen • In Leuven zijn opvallend veel professionele erfgoedspelers gehuisvest - met desbetreffende expertise (op vlak van ICT, databanken, registratie en inventarisatie, behoud en beheer, ontsluiting, valorisatie…) en een groot netwerk (regionaal en/of landelijk)
• Binnen de Leuvense erfgoedsector is er nood aan en vraag naar samenwerking en expertise-uitwisseling op diverse vlakken van erfgoedzorg
• In Leuven is erfgoed een beleidsprioriteit. Leuven heeft een erfgoedconvenant en een erfgoedcel
• De Vlaamse Gemeenschap stimuleert via het Erfgoeddecreet samenwerking en expertise-uitwisseling
• De Leuvense erfgoedcel heeft een uitgebreid netwerk en een brede samenwerking: goede contacten met verschillende organisaties in en buiten Leuven, nieuwe overlegstructuur met de erfgoedcellen in Vlaanderen en de steunpunten CBV en VCV, groei in de contacten met de K.U. Leuven, met Toerisme Leuven en recent ook met Provincie VlaamsBrabant • De Leuvense erfgoedcel heeft een overkoepelende focus en is niet gebonden aan (beheer) bepaalde collectie • Betrokkenheid lokale sector via stuurgroep en deelraad erfgoed
• In Leuven is er een expliciete vraag van de sector tot gecoördineerde, overkoepelende publieksacties
• Stimuleren van samenwerking en expertise-uitwisseling tussen de erfgoedinstellingen en andere actoren in Leuven en Vlaanderen • Coördineren van integrale acties/ projecten
EXTRA MOTIVATIE
STERK
KANS
• Bij een aantal professionele instellingen is de collectie deskundig geregistreerd en geïnventariseerd
• De Leuvense erfgoedsector vraagt expliciet naar ondersteuning bij het in kaart brengen van collecties
• Bij een aantal professionele instellingen is de collectie deskundig geregistreerd en geïnventariseerd.
• Bij de Leuvense erfgoedsector heerst de wil om de achterstand m.b.t. registratie en inventarisatie in te halen en een prioriteit te geven aan het basiswerk
• De meerderheid van de erfgoedbewarende professionele erfgoedinstellingen beschikt over een (nieuw) goed uitgebouwd depot
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN DE BESTAANDE STERKTES VERSTERKEN = TROEVEN? • De expertise van bepaalde erfgoedinstellingen inzetten om tegemoet te komen aan de behoeften op vlak van erfgoedzorg bij andere Leuvense organisaties
EXTRA MOTIVATIE Extra noodzakelijk o.w.v. volgende zwaktes: • Er is achterstand op vlak van erfgoedzorg (behoud en beheer, registratie en inventarisatie) bij het merendeel van de organisaties. Vooral ook bij het verenigingsleven
• Het nieuwe erfgoeddecreet stimuleert een provinciaal beleid rond regiodepots • Er kunnen nog vele collecties digitaal ontsloten worden
• Leuven kent een gemotiveerd en actief verenigingsleven met enthousiaste vrijwilligers die een enorme kennis bezitten over Leuven en haar erfgoed (elk binnen hun specifiek domein: genealogie, volkskunde, geschiedenis…)
• Toerisme Leuven trekt meer en meer de kaart van erfgoed en gaat voor een koppeling roerend, onroerend en immaterieel erfgoed • Aanwezigheid en potentie van het rijke patrimonium (ook onroerend) • Er is in Leuven nog veel te ontdekken, onbekend erfgoed. Dit geldt zeker voor de deelgemeenten. • In het nieuwe cultuurbeleidsplan blijft erfgoed een prioriteit. Een van de 6 strategische doelstellingen handelt specifiek over erfgoed. Daarin legt het cultuurbeleid een focus op het gotisch en religieus erfgoed • Maatschappelijke trends zoals humanisering, conservering en antiglobalisering creëren een positieve context voor een lokaal erfgoedbeleid
• De gedrevenheid, kennis en expertise van de verenigingen betrekken bij de erfgoedwerking
Extra noodzakelijk o.w.v. volgende zwaktes: • Het ondersteunings- en subsidiebeleid voor het verenigingsleven is onvoldoende afgestemd op de specificiteit van de werking van erfgoedverenigingen
47
48 ZWAK • Er is in Leuven een beperkte (erfgoed)educatieve werking11 en een beperkt jongerenaanbod • De meeste erfgoedorganisaties bereiken nauwelijks kinderen en jongeren; het wordt door de instellingen en verenigingen ook niet altijd als een prioriteit gezien • Een groot aanbod van erfgoedactiviteiten en -publicaties bereikt vaak eenzelfde publiek
KANS • De stad Leuven investeert in een platform kunst – en erfgoededucatie • Aanwezigheid van een groot aantal scholen: lager en secundair onderwijs (Leuven als centrumstad) biedt kansen voor erfgoededucatieve projecten.
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN ZWAKTES OMBUIGEN? • De kaart van erfgoededucatie trekken met een focus op kinderen en jongeren • Onderzoeken welke rol ICT en nieuwe media kunnen spelen voor erfgoededucatie
EXTRA MOTIVATIE Extra verantwoording o.w.v. eigen sterktes: • doelgroepgerichte acties op regelmatige basis en expertise op vlak van publiekswerking en communicatie
• Leuven is de onderwijsstad in Vlaanderen • In Leuven zijn verschillende kunst- en erfgoededucatieve organisaties gevestigd waarmee een samenwerking en expertise-uitwisseling op vlak van erfgoededucatie mogelijk is • Het Leuvense cultuurbeleid focust de volgende beleidsperiode op jongeren en educatie • De digitale revolutie en e-cultuur/ e-erfgoed bieden mogelijkheden om jongeren gemakkelijker te betrekken bij het erfgoed. Ook voor het onderwijs creëert dit interessante kansen • De uitwerking van de antichambre binnen de nieuwe museumsite biedt kansen voor vernieuwende en inventieve erfgoededucatieve projecten
11
Definities: Erfgoededucatie: elke vorm van onderwijs die uitgaat van ‘sporen in het heden uit het verleden’ en die deze inbedt in een context die op kennis berust en/of een ervaring kan teweegbrengen die naar het verleden verwijst, maw een erfgoedervaring (uit: Erfgoededucatie in het Vlaams onderwijs. Erfgoed en onderwijs in dialoog, p. 27) Erfgoededucatie: overdracht van waarden en betekenissen met betrekking tot het cultureel erfgoed om zo de culturele competentie van mensen te verhogen (uit het convenant stad Leuven – Vlaamse Gemeenschap 2005-2008)
ZWAK • De erfgoedorganisaties hebben een structureel gebrek aan personeel/ vrijwilligers, waardoor de werklast vaak te groot is en de actieve leden overbevraagd zijn • Er zijn opvallend minder erfgoedverenigingen/organisaties actief in de deelgemeenten
KANS
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN ZWAKTES OMBUIGEN?
• Leuven heeft gemiddeld een hoger opgeleide bevolking (37%) dan andere centrumsteden
• Aantrekken van vrijwilligers voor de bestaande erfgoedorganisaties in Leuven
• Leuven kent een groot aantal studenten (een verhouding van 1/3). Dit geeft de stad een jong profiel en biedt kansen op het vlak van vrijwilligerswerking
• Nieuwe erfgoedgemeenschappen detecteren en faciliteren (met extra aandacht voor de deelgemeenten)
• Leuven kent een grote instroom van nieuwkomers:, voornamelijk allochtonen en mensen die na hun studies in Leuven blijven wonen. Dit kan zorgen voor extra erfgoedgeïnteresseerden en/of vrijwilligers • Via de gewijzigde vrijwilligerswetgeving worden de rechten van de vrijwilligers duidelijker gedefinieerd • Vergrijzing in de samenleving zorgt voor een groeiend potentieel aan erfgoedpubliek/erfgoedvrijwilligers • Het ontstaan van meer flexibelere vormen van socialisering (als reactie op de individualisering) biedt kansen voor nieuwe vormen van vrijwilligerswerking en engagementen • Er zijn in Leuven nog veel onbekende en niet in kaart gebrachte collecties: academisch erfgoed, religieus erfgoed, ander zwerfgoed
• De snelle evolutie van ICT-mogelijkheden biedt talrijke opportuniteiten voor de erfgoedsector • Met het beleidsvoorbereidend traject rond e-cultuur biedt de Vlaamse Gemeenschap kansen aan de sector om mee te zijn
• Ondersteuning bieden op het vlak van digitale registratie en inventarisatie als basis voor een goed behoud en beheer (primair) en als basis voor ontsluiting (secundair)
EXTRA MOTIVATIE
49
50 ZWAK
KANS
• Er is achterstand op vlak van behoud en beheer, registratie en inventarisatie bij het merendeel van de organisaties. Vooral de verenigingsarchieven en -collecties scoren op dit vlak slecht (gebrek aan expertise, geen middelen...)
• Er is in Leuven nog veel te ontdekken en onbekend erfgoed. Dit geldt zeker voor de deelgemeenten
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN ZWAKTES OMBUIGEN?
EXTRA MOTIVATIE
• Bij de Leuvense erfgoedsector bestaat een openheid tot samenwerken en expliciete vraag tot ondersteuning bij het in kaart brengen van collecties • Bij de Leuvense sector heerst de wil om de achterstand m.b.t. registratie en inventarisatie in te halen en een prioriteit te geven aan het basiswerk
• 90% van de erfgoedorganisaties beschikt over te weinig expertise en middelen mbt communicatie
• De ontwikkelingen van geïntegreerde communicatie-instrumenten op lokaal niveau: het magazine Uit In Leuven, de bijhorende website en e-zine… zorgen voor betere ondersteuning en betere bekendmaking van het erfgoedveld en -aanbod
• Ondersteuning bieden en coördinerende rol opnemen op vlak van erfgoedcommunicatie
Extra verantwoording owv. eigen sterktes: • expertise op vlak van communicatie en publiekswerking
• De Leuvense erfgoedsector vraagt expliciet om samen te werken op vlak van communicatie • Een groot aanbod van erfgoedactiviteiten en -publicaties bereikt vaak eenzelfde publiek (eigen leden, trouwe erfgoedpubliek) • Het aanbod aan innovatieve erfgoedprojecten is eerder beperkt • De erfgoedorganisaties bereiken nauwelijks kinderen en jongeren
• In Leuven is er een expliciete vraag van de sector tot gecoördineerde, overkoepelende publieksacties • De Vlaamse erfgoedevenementen zoals Erfgoeddag, Week van de Smaak en Open Monumentendag bieden kansen voor verhoging van het maatschappelijk draagvlak van
• Via innovatieve en overkoepelende projecten en instrumenten het erfgoedpubliek verruimen
Extra verantwoording owv. eigen sterktes: • overkoepelende focus en expertise op vlak van publiekswerking • Recente overkoepelende Leuvense samenwerkingsverbanden: erfgoedbank en calamiteitenoverleg
ZWAK • Nog weinig samenwerking tussen verenigingen onderling • Nog weinig samenwerking tussen verenigingen en professionele erfgoedorganisaties
KANS
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN ZWAKTES OMBUIGEN?
EXTRA MOTIVATIE
erfgoed, voor het creëren van vernieuwende activiteiten en voor verruiming van het erfgoedpubliek • Aanwezigheid van een actieve horeca, waardoor er ingespeeld kan worden op initiatieven zoals Week van de Smaak • De snelle evolutie van ICT-mogelijkheden biedt talrijke opportuniteiten voor de erfgoedsector • Met het beleidsvoorbereidend traject rond e-cultuur stimuleert de Vlaamse Gemeenschap de sector • Via (het ontwerp van) het participatiedecreet worden participatieprojecten voor specifieke kansengroepen gestimuleerd
• Er zijn in Leuven nog te veel onbekende en niet in kaart gebrachte collecties: academisch erfgoed, privé-erfgoed, kerkelijk erfgoed...
• Er is een groeiende wil tot samenwerking tussen de stad Leuven en K.U. Leuven • De koppeling tussen onderzoek, onderwijs en cultuur is een beleidsprioriteit in het cultuurbeleidsplan 2008-2013 • Het actieplan van de dienst toerisme focust op Leuven als stad van het ‘denken, kennis en innovatie’. Het religieus en academisch erfgoed worden hierbij erkend als toeristische kernelementen
• Zorgen voor zwerfgoed, erfgoed dat niet in de (traditionele) bewaarinstellingen zit
Extra verantwoording: • omwille van de aangehaalde kansen en in afstemming met de keuzes van het cultuurbeleid en het toeristisch beleid, gaat de aandacht voor zwerfgoed in deze beleidsfase o.a. prioritair naar het ‘zwervend’ academisch erfgoed
51
52 ZWAK
KANS
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN ZWAKTES OMBUIGEN?
• Een meerderheid van de organisaties heeft een gebrek aan aangepaste huisvesting/infrastructuur. Vooral voor de verenigingen is dit een groot probleem
• Door de verhuis van de stadsadministratie naar een nieuwbouw komt een groot deel van het oude stadhuis leeg te staan
• Onderzoeken of voor erfgoedprojecten van verenigingen tijdelijk gebruik kan gemaakt worden van stedelijke infrastructuur
• De erfgoedverenigingen hebben nood aan technische/logistieke ondersteuning • Samenwerking tussen de stad Leuven en de provincie Vlaams-Brabant m.b.t. erfgoed bleef tot nu toe beperkt • De erfgoedcel heeft beperkt contact en werking in de deelgemeenten • De omliggende gemeenten hebben een gebrek aan middelen voor een structureel erfgoedbeleid • De omliggende gemeenten beschikken weinig of niet over professionele erfgoedmedewerkers en/of -actoren • De omliggende gemeenten rekenen voor hun erfgoedbeleid te veel op het middenveld • De erfgoedwerking verloopt in de meerderheid van de gemeenten nog ad hoc en kent te weinig structurele verankering • Erfgoedcel heeft weinig contact met kerkfabrieken en weinig zicht op hun kerkelijk erfgoed
EXTRA MOTIVATIE
• Het vernieuwde museum M met nieuwe ruimtes biedt tijdelijke, projectmatige infrastructurele mogelijkheden • Er is recent een wederzijdse wil tot samenwerking tussen de provincie Vlaams-Brabant en de stad Leuven • De aanwezigheid van een cel erfgoed met 5 consulenten binnen de provincie Vlaams-Brabant biedt kansen voor regionale samenwerking • De Vlaamse Gemeenschap stimuleert het afsluiten van regioconvenants of om de regio mee op te nemen in de werking • Het nieuwe Erfgoedecreet stimuleert een provinciaal beleid rond regiodepots
• Samenwerking op vlak van coördinatie en expertise-uitwisseling met de cel erfgoed van de provincie Vlaams-Brabant intensifiëren
Extra verantwoording omwille van het erfgoedpotentieel in de regio
• Bovenlokale rol bepalen in afstemming met de provincie Vlaams-Brabant • In samenspraak met de buurgemeenten onderzoeken hoe Leuven op vlak van erfgoedbeleid een voortrekkersrol kan spelen
• De omliggende gemeenten zien erfgoed in de brede zin van het woord meer en meer als beleidsprioriteit en zijn vragende partij om samen te werken (overleg en expertise-uitwisseling)
• In Leuven zijn opvallend veel professionele erfgoedspelers gehuisvest - met desbetreffende expertise (op vlak van
• Contacten met kerkfabrieken en andere beheerders religieus erfgoed uitbreiden
Extra verantwoording omwille van volgende sterkte: • Leuven is rijk aan erfgoed. Opvallend is de veelheid aan
ZWAK • Voor de kerkfabrieken is erfgoed geen echte prioriteit
KANS ICT, databanken, registratie en inventarisatie, behoud en beheer, ontsluiting, valorisatie…) en met een groot netwerk (regionaal en/of landelijk) • Het actieplan van de dienst toerisme focust op Leuven als stad van het ‘denken, kennis en innovatie’. Het religieus en academisch erfgoed worden hierbij erkend als toeristische kernelementen.
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN ZWAKTES OMBUIGEN? • I.s.m. deskundige partners (zoals bijvoorbeeld CRKC en KADOC) onderzoeken welke rol de erfgoedcel op vlak van religieus erfgoed kan opnemen
• Diversiteit in bevolking en samenleving biedt boeiende uitdagingen voor het erfgoedbeleid • Het actieplan interculturaliseren daagt de erfgoedsector uit om aan de slag te gaan met culturele diversiteit • Diversiteitslabel van de stad Leuven • Mogelijkheden tot samenwerking met groot aantal welzijnsorganisaties • Toegankelijkheidstraject dienst welzijn voor culturele evenementen zoals Erfgoeddag, Open Monumentendag… • Aanwezigheid van integratiedienst met groot netwerk in de allochtone gemeenschappen
erfgoed van religieuze/kerkelijke aard, van universitaire/academische aard en het erfgoed uit de Brabantse Gotiek • Ontwikkelingen Parkabdij zorgen voor museale ontsluiting van kerkelijk/religieus erfgoed • Aanwezigheid van specifieke zorgverstrekkers religieus erfgoed zoals KADOC, CRKC, museum Parkabij, M.
• In het nieuwe cultuurbeleidsplan blijft erfgoed een prioriteit. Een van de 6 strategische doelstellingen handelt specifiek over erfgoed. Daarin legt het cultuurbeleid een focus het gotisch en religieus erfgoed • Een groot aanbod van erfgoedactiviteiten en -publicaties bereikt vaak eenzelfde publiek
EXTRA MOTIVATIE
• Ervoor zorgen dat het erfgoedpubliek meer divers en intercultureel wordt (i.s.m. dienst welzijn en integratie)
53
54 ZWAK • Leuven heeft weinig regelmatig toegankelijke erfgoedplaatsen. Onvoldoende mogelijkheden om kerken en monumenten open te stellen, weinig musea…
KANS • Er is een groeiende wil tot samenwerking tussen de stad en de K.U.Leuven • Toerisme Leuven trekt meer en meer de kaart van erfgoed en gaat voor een koppeling roerend, onroerend en immaterieel erfgoed
CONCLUSIE: MET WELKE KANSEN ZWAKTES OMBUIGEN?
EXTRA MOTIVATIE
• I.s.m. toerisme, K.U. Leuven, museum… onderzoeken hoe bepaalde erfgoedcollecties meer en beter fysiek toegankelijk kunnen worden gemaakt en hoe er meer bezoekbare erfgoedplekken in de stad kunnen gecreëerd worden
• In het nieuwe cultuurbeleidsplan blijft erfgoed een prioriteit. Een van de 6 strategische doelstellingen handelt specifiek over erfgoed. Daarin legt het cultuurbeleid een focus het gotisch en religieus erfgoed
STERK • Leuven kent een gemotiveerd en actief verenigingsleven met enthousiaste vrijwilligers die een enorme kennis hebben over Leuven en haar erfgoed (elk binnen hun specifiek domein: genealogie, volkskunde, geschiedenis)
BEDREIGING
CONCLUSIE: IN WELKE STERKTES INVESTEREN OM BEDREIGINGEN TE COUNTEREN?
• Maatschappelijke tendensen zoals • Ondersteuning verenigingsleven op individualisering en korte engagevlak van P.R.: imago, bekendheid, menten kunnen het traditionele vereniledenwerving gingsleven onder druk zetten • Veroudering in het bestuur van de erfgoedverenigingen kan op termijn zorgen voor een gebrek aan opvolging • Vergrijzing van de samenleving kan leiden tot een vergrijzing van het erfgoedpubliek en van het verenigingsleven, wat het aantrekken van jongeren kan bemoeilijken
EXTRA MOTIVATIE
STERK
BEDREIGING
CONCLUSIE: IN WELKE STERKTES INVESTEREN OM BEDREIGINGEN TE COUNTEREN?
EXTRA MOTIVATIE
• Groeiende planlast en bijhorende intensieve administratie kan er toe leiden dat er te weinig tijd is voor het basiswerk • Veel erfgoedorganisaties volgen geen planning en beleid op langere termijn • De meeste erfgoedverenigingen hebben het moeilijk om nieuwe actieve bestuursleden aan te trekken • Binnen de provincie Vlaams-Brabant is er enkel een erfgoedconvenant met Leuven afgesloten. Hierdoor dreigt de kloof tussen de stad Leuven en de regio op vlak van structurele erfgoedwerking te vergroten en kan de druk • De meerderheid van de heemkundige op Leuven groter worden. kringen en cultuurraden werken actief allerhande projecten uit, is enthousiast en gedreven en beschikken over veel kennis • Er is een potentieel aan erfgoed in de buurgemeenten en vijf van de tien gemeenten wil werken maken van een volwaardig, integraal erfgoedbeleid
ZWAK
• Leuven heeft weinig (regelmatig) bezoekbare erfgoedplaatsen. Onvoldoende mogelijkheden om kerken en monumenten open te stellen, weinig musea… • Leuven heeft nog te veel ongekende en niet in kaart gebrachte collecties
BEDREIGING
• Gevaar voor overaanbod aan evenementen • De beleidsmatige scheiding onroerend – roerend erfgoed op Vlaams niveau, kan soms een integrale erfgoedwerking bemoeilijken
• Stimuleren van geïntegreerde en integrale erfgoedwerking in de buurgemeenten
CONCLUSIE: ZWAKTES EN BEDREIGINGEN: WELKE SCHADEMAATREGELEN WORDEN GENOMEN? • Stimuleren van een erfgoedreflex (stimuleren dat er op een duurzame en hedendaagse manier met het aanwezige erfgoed –zowel onroerend, roerend als immaterieel - in Leuven wordt omgegaan, zowel op vlak van behoud en beheer als op vlak van
EXTRA MOTIVATIE
55
56 ZWAK
BEDREIGING
CONCLUSIE: ZWAKTES EN BEDREIGINGEN: WELKE SCHADEMAATREGELEN WORDEN GENOMEN? ontsluiting en bekendmaking zodat de erfgoedtroeven van de stad zichtbaar worden)
• Leuven heeft geen dienst monumentenzorg/archeologie en mist hierdoor een belangrijk aanspreekpunt op vlak van beleid onroerend erfgoed • Door de scheiding onroerend – roerend erfgoed op beleidsniveau en binnen de stad Leuven kan er moeilijk een impuls vanuit de culturele erfgoedsector naar beleid onroerend erfgoed gegeven worden • De verenigingen hebben weinig middelen • De verenigingen hebben te kort aan logistieke en technische ondersteuning • Door forse investeringen in museum en openingstentoonstelling, zijn extra middelen van stad Leuven voor erfgoed beperkt • Voor de publieksgerichte archiefwerking kampt de stad met een tekort aan middelen
• Niet realistische verwachtingen van de sector naar het beleid leggen een druk op het beleid en houden een mogelijk gevaar in voor de algemene gedragenheid van het beleid • Beperkte infrastructuur voor het organiseren van tentoonstellingen en erfgoedevenementen • Afhankelijkheid van tijdelijke subsidies kan een continue, structurele werking bemoeilijken • Het subsidiebeleid voor het verenigingsleven van de stad Leuven is onvoldoende afgestemd op de specificiteit van de werking van erfgoedverenigingen • Kansen in uitbreiding erfgoedconvenant via nieuwe erfgoeddecreet (vermeerdering van de middelen) • Er kunnen nog vele collecties digitaal ontsloten worden
• Onderzoeken op welke manier verenigingen financieel ondersteund kunnen worden, zonder het convenant hiervoor als subsidiekanaal in te zetten
EXTRA MOTIVATIE
5.2. Prioriteitenmatrix PRIORITEITEN
SCORE VAN DE STUURGROEP
De rijkdom van het aanwezige erfgoed(aanbod)- roerend, onroerend en immaterieel- in samenwerking met Toerisme Leuven (en In&Uit) promoten naar en toegankelijk maken voor een groot publiek/ de erfgoedtroeven van de stad uitspelen
7
De kaart van erfgoededucatie trekken met een focus op kinderen en jongeren
7
Ondersteuning bieden en coördinerende rol opnemen op vlak van erfgoedcommunicatie
6
Ondersteuning verenigingsleven op vlak van P.R.: imago, bekendheid, (ledenwerving)
6
Onderzoeken welke rol ICT en nieuwe media kunnen spelen voor erfgoededucatie
5
Via innovatieve en overkoepelende projecten en instrumenten het erfgoedpubliek verruimen
5
Samenwerking op vlak van coördinatie en expertise-uitwisseling met de cel erfgoed van de provincie Vlaams-Brabant intensifiëren
5
I.s.m. toerisme, K.U. Leuven, museumsite… onderzoeken hoe bepaalde erfgoedcollecties meer en beter fysiek toegankelijk kunnen worden gemaakt en hoe er meer “bezoekbare” erfgoedplekken in de stad kunnen gecreëerd worden
5
De samenwerking met de K.U. Leuven (met departementen, diensten, studenten…) verder verdiepen om te zorgen voor de opbouw en het uitwisselen van expertise, kennis en wetenschap (gemeenschappelijke projecten, onderzoek, stageopdrachten, seminaries)
4
Stimuleren van samenwerking en expertise-uitwisseling tussen de erfgoedinstellingen en andere actoren in Leuven en Vlaanderen
4
De expertise van bepaalde erfgoedinstellingen inzetten om de achterstand op vlak van erfgoedzorg bij andere Leuvense organisaties te kunnen wegwerken
4
De gedrevenheid, kennis en expertise van de verenigingen betrekken bij de erfgoedwerking
4
Een voedingsbodem creëren voor nieuwe erfgoedgemeenschappen (met extra aandacht voor de deelgemeenten)
4
In samenspraak met de buurgemeenten onderzoeken hoe Leuven op vlak van erfgoedbeleid een voortrekkersrol kan spelen
4
Contacten met kerkfabrieken en andere beheerders religieus erfgoed uitbreiden
4
Ervoor zorgen dat het erfgoedpubliek meer divers en intercultureel wordt (i.s.m. dienst welzijn en integratie)
4
Stimuleren van een erfgoedreflex (stimuleren dat er op een duurzame en hedendaagse manier met het aanwezige erfgoed –zowel onroerend, roerend als immaterieel- in Leuven wordt omgegaan, zowel op vlak van behoud en beheer als op vlak van ontsluiting en bekendmaking zodat de erfgoedtroeven van de stad zichtbaar worden)
4
57
58 PRIORITEITEN
SCORE VAN DE STUURGROEP
Aantrekken van vrijwilligers voor de bestaande erfgoedorganisaties in Leuven
3
Ondersteuning bieden op het vlak van digitale registratie en inventarisatie als basis voor een goed behoud en beheer (primair) en als basis voor ontsluiting (secundair)
3
I.s.m. CRKC en KADOC onderzoeken welke rol de erfgoedcel op vlak van religieus erfgoed kan opnemen
3
Onderzoeken op welke manier verenigingen financieel ondersteund kunnen worden, zonder het convenant hiervoor als subsidiekanaal in te zetten
3
Coördineren van integrale acties/projecten
2
Zorgen voor zwerfgoed, erfgoed dat niet in de (traditionele) bewaarinstellingen zit. In deze beleidsfase gaat de aandacht hierbij prioritair naar het academisch erfgoed
2
Onderzoeken of voor erfgoedprojecten van verenigingen tijdelijk gebruik kan gemaakt worden van stedelijke infrastructuur
2
Bovenlokale rol bepalen in afstemming met de provincie Vlaams-Brabant
2
Stimuleren van geïntegreerde en integrale erfgoedwerking in de buurgemeenten
2
De K.U. Leuven ondersteunen in haar beleid rond academisch erfgoed
1
De expertise van bepaalde erfgoedinstellingen inzetten om de achterstand op vlak van erfgoedzorg bij de buurgemeenten te kunnen wegwerken
1
DEEL 6: STRATEGISCH GEDEELTE 6.1. Prioriteiten en beleidskeuzes op basis van SWOT-matrix en prioriteitenmatrix Volgende prioriteiten werden bepaald op basis van de SWOT-matrix, de bespreking met de stuurgroep en een aftoetsing met de beleidsprioriteiten van de Vlaamse Gemeenschap = De rijkdom van het aanwezige erfgoed(aanbod)- roerend, onroerend en immaterieel- in samenwerking met - Toerisme Leuven (en In&Uit) promoten naar en toegankelijk maken voor een groot publiek/ de erfgoedtroeven van de stad uitspelen = De kaart van erfgoededucatie trekken met een focus op kinderen en jongeren = Ondersteuning bieden en een coördinerende rol opnemen op vlak van erfgoedcommunicatie = Ondersteuning verenigingsleven op vlak van P.R.: imago, bekendheid, (ledenwerving) = Onderzoeken welke rol ICT en nieuwe media kunnen spelen voor erfgoededucatie = Via innovatieve, overkoepelende projecten en instrumenten het erfgoedpubliek verruimen = Samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant intensifiëren op vlak van coördinatie en expertise-uitwisseling = I.s.m. toerisme, K.U. Leuven, museumsite… onderzoeken hoe bepaalde erfgoedcollecties meer en beter fysiek toegankelijk kunnen worden gemaakt en hoe er meer “bezoekbare” erfgoedplekken in de stad kunnen gecreëerd worden = De samenwerking met de K.U. Leuven (met departementen, diensten, studenten…) verder uitdiepen om te zorgen voor de opbouw en het uitwisselen van expertise, kennis en wetenschap (gemeenschappelijke projecten, onderzoek, stageopdrachten, seminaries) = Stimuleren van samenwerking en expertise-uitwisseling tussen de erfgoedinstellingen en andere actoren in Leuven en Vlaanderen = De expertise van bepaalde erfgoedinstellingen inzetten om tegemoet te komen aan de behoeften op vlak van erfgoedzorg bij andere Leuvense organisaties = De gedrevenheid, kennis en expertise van de verenigingen betrekken bij de erfgoedwerking = (Nieuwe) erfgoedgemeenschappen detecteren en faciliteren (met extra aandacht voor de deelgemeenten) = In samenspraak met de buurgemeenten onderzoeken hoe Leuven op vlak van erfgoedbeleid een voortrekkersrol kan spelen = Contacten met kerkfabrieken en andere beheerders religieus erfgoed uitbreiden = Streven naar een meer divers en intercultureel erfgoedpubliek (i.s.m. dienst welzijn en integratiedienst stad Leuven) = Stimuleren van een erfgoedreflex (stimuleren dat er op een duurzame en creatieve manier met het aanwezige erfgoed –zowel onroerend, roerend als immaterieel- in Leuven wordt omgegaan, zowel op vlak van behoud en beheer als op vlak van ontsluiting en bekendmaking, zodat de erfgoedtroeven van de stad zichtbaar worden) Na clustering van de prioriteiten kunnen we volgende beleidsdomeinen onderscheiden: Expertise, kennis en educatie Communicatie en toegankelijkheid STAD LEUVEN
Zorg Regio Diversiteit en participatie
59
6.2. Strategische en operationele doelstellingen De hieronder geformuleerde strategische en operationele doelstellingen zijn afgestemd op het cultuurbeleidsplan en het beleidsplan van het museum en zijn geformuleerd op het niveau van de stad. De afstemming met het cultuurbeleidsplan is lay-outmatig geconcretiseerd door de doelstellingen uit het cultuurbeleidsplan die betrekking hebben op de strategische erfgoeddoelstellingen als referentie toe te voegen. De acties en instrumenten zijn hoofdzakelijk geformuleerd op het niveau van de erfgoedcel, aangezien ze een van de belangrijkste (in de zin van meest overkoepelende) uitvoerders is van het erfgoedbeleidsplan. Er worden zoveel mogelijk linken gelegd met de Leuvense erfgoedsector en de samenwerkingsverbanden en afspraken worden indien mogelijk geduid. De acties en instrumenten die betrekking hebben op de andere stedelijke erfgoedpartners, het museum en het stadsarchief, zijn terug te vinden in het cultuurbeleidsplan en in het museumbeleidsplan. De belangrijkste doelstelling voor het beleid van de stad Leuven m.b.t. tot erfgoed is strategische doelstelling 5 uit het cultuurbeleidsplan. Deze doelstelling geeft de algemene richting aan voor het erfgoedbeleid van de stad Leuven. S.D. 5 Leuven gaat duurzaam en creatief om met haar immaterieel, roerend en onroerend erfgoed. Het religieus en gotisch erfgoed en patrimonium is een hefboom voor de internationale uitstraling van de stad. Operationele doelstelling 5.1. concretiseert dit nog meer. O.D. 5.1. Het Leuvens erfgoedbeleid zoekt een evenwicht tussen het publieksaspect en de werking in de diepte.
60
1. EXPERTISE, KENNIS EN EDUCATIE Leuven is een levend centrum van erfgoedexpertise en –educatie, waar ook jonge mensen verschillende erfgoedervaringen opdoen Afstemming cultuurbeleidsplan: S.D.2: De Leuvenaars en mensen uit de regio krijgen voldoende kansen om zichzelf op cultureel vlak bij te scholen en te ontwikkelen, zowel door het actief aanleren van artistieke vaardigheden als door het passief leren. Leuven staat aan de spits in Vlaanderen en de regio op vlak van nieuwe ontwikkelingen in de kunst- en erfgoededucatie voor kinderen en jongeren. Strategisch project 2008-2013: ontwikkelen van een platform voor kunst- en erfgoededucatie voor kinderen en jongeren. O.D. 2.4. M (M van museum Leuven) ontwikkelt een innovatieve publiekswerking en educatieve werking met de ‘antichambre’ als ankerpunt. Ze doet dit in samenwerking met stedelijke diensten zoals de erfgoedcel en met andere (bij voorkeur Leuvense) organisaties, zoals AmuseeVous en Artforum. O.D. 2.6. Het stadsbestuur initieert, stimuleert en publiceert de ontwikkeling van nieuwe methodieken en innovatieve projecten rond kunst- en erfgoededucatie voor kinderen en jongeren via de eigen culturele instellingen en/of via derden. O.D. 2.8. De directie cultuur ontwikkelt en coördineert (ev. samen met de provincie VlaamsBrabant) een platform voor kunst- en erfgoededucatie voor kinderen en jongeren dat een rol speelt in de ruime regio Dit platform zal de ontwikkeling van nieuwe methodieken op vlak van kunst- en erfgoededucatie stimuleren en samenwerking tussen enerzijds de organisaties onderling en anderzijds de organisaties en het onderwijs realiseren. S.D.3: De Leuvenaar geniet van allerlei nieuwigheden en uitdagende, creatieve projecten en festivals. Leuven is de creatieve stad bij uitstek en een stad waar onderzoek, opleiding, creatieve economie en (technologische) vernieuwing hand in hand gaan met kunst en cultuur. (Deze interactie is een toegevoegde waarde aan de culturele, economische en maatschappelijke ontwikkeling en de internationale uitstraling van de stad) OD 3.1. Diverse opleidings- en onderzoeksinstellingen zoals de K.U. Leuven, hogescholen en de associatie (Ivok), maar ook instellingen buiten Leuven, zijn betrokken bij het Leuvens cultuurbeleid via samenwerkingstrajecten (op gebied van kunst en wetenschap, communicatie, geschiedenis, kunst- en erfgoededucatie, fotografie, kunstwetenschappen, design...). S.D. 4: Jonge mensen voelen zich thuis in Leuven en kunnen zich cultureel en creatief ontplooien. Leuven is de jongerenstad bij uitstek. O.D. 4.1. De stedelijke culturele instellingen bieden een ruim en gevarieerd cultuuraanbod voor kinderen en jongeren, zowel binnen- als buitenschools. O.D. 4.4 Het stadsbestuur ontwikkelt plekken waar kinderen en jongeren elkaar creatief kunnen ontmoeten S.D. 5. Leuven gaat duurzaam en creatief om met haar immaterieel, roerend en onroerend erfgoed. Het religieus en gotisch erfgoed en patrimonium is een hefboom voor de internationale uitstraling van de stad. O.D. 5.2. M profileert zich als een belangrijk expertisecentrum op vlak van het bewaren van roerend en immaterieel erfgoed in de regio en Vlaanderen. Ze inventariseert, onderzoekt en ontsluit de eigen collectie op professionele wijze. O.D. 5.8. De erfgoedcel netwerkt via verschillende vergaderingen in de regio en in Vlaanderen en plaatselijk via de deelraad erfgoed met het oog op uitwisseling van expertise en coördinatie van projecten.
61
Effecten = netwerk creëren rond expertise-uitwisseling en erfgoededucatie; effectieve uitwisseling van de aanwezige expertise en kennis = deskundigheid bevorderen en de kloof verkleinen tussen grote, professionele expertiseorganisaties en kleinere erfgoedactoren = K.U. Leuven en onderwijsinstellingen worden steeds meer partner in het erfgoedbeleid en de erfgoedwerking; innovativiteit en experiment worden bevorderd door deze samenwerking = verhoogde publieksinteractie en toegankelijkheid van erfgoed via ICT-toepassingen en gebruik van nieuwe media = er worden meer jonge mensen betrokken bij erfgoedactiviteiten en er nemen meer jonge mensen deel aan erfgoedactiviteiten = samenwerking tussen scholen en erfgoedorganisaties wordt vergroot Operationele doelstellingen, acties, instrumenten en resultaatsindicatoren 1.1. Opzetten van netwerken via verschillende vergaderingen in de regio en in Vlaanderen en plaatselijk via de deelraad erfgoed met het oog op uitwisseling van expertise en coördinatie van projecten De erfgoedcel neemt het voortouw Afstemming cultuurbeleidsplan: identieke doelstelling als in cultuurbeleidsplan: O.D. 5.8. Acties en instrumenten: = actieve rol in deelraad erfgoed: zorgen voor informatie-uitwisseling = expertiseoverleg en werkgroepen met de erfgoedcellen, steunpunt en het opzetten van gezamenlijke trajecten (cfr. voorbeelden 2008: traject expo ’58 en calamiteitennetwerk) = regio-overleg met de Leuvense buurgemeenten (opstart 2008) Indicatoren: = nieuwe acties ontstaan vanuit de verschillende overlegvormen (deelraad, expertiseoverleg, werkgroepen erfgoedcellen, regio-overleg) = evaluatie van het nieuwe regio-overleg 1.2. De expertise van het professionele erfgoedveld inzetten om tegemoet te komen aan de behoeften op vlak van erfgoedzorg en –ontsluiting bij andere Leuvense organisaties De erfgoedcel heeft een brugfunctie tussen professionelen en vrijwilligers en bemiddelt Samenwerking met gespecialiseerde expertiseorganisaties in Leuven en Vlaanderen (bv. CRKC/FoKAV, KADOC, Resonant, M…) en brugfunctie naar kleinere erfgoedspelers Acties en instrumenten: = doorverwijsfunctie verder uitbouwen = erfgoedbank en erfgoedwijzer: registratiesysteem en website (ontsluiting) voor professionele en erfgoedverenigingen = de verenigingen stimuleren en ondersteunen – rekening houdend met hun eigen middelen en mogelijkheden – in de registratie en inventarisatie van hun collectie = organiseren van vormingen, maken van handleidingen…
62
= opzetten en coördineren van netwerken rond bepaalde thema’s (calamiteiten, digitalisering, educatie…) Indicatoren: = aantal geregistreerde collecties in erfgoedbank = aantal verenigingen die gebruik maken van de erfgoedbank = werking en evaluatie opgezette netwerken = evaluatie van de vormingen, handleidingen… via bevraging van de actoren 1.3. De expertise en kennis aanwezig bij de K.U. Leuven en bij andere kennis- en onderzoeksinstellingen inzetten op diverse terreinen (erfgoedzorg, e-cultuur en e-erfgoed, onderzoek…) De erfgoedcel brengt in contact en bemiddelt Samenwerking met K.U. Leuven en andere kennis- en onderzoeksinstellingen Afstemming cultuurbeleidsplan: O.D. 3.1. Acties en instrumenten: a) algemeen: afstemming en samenwerking: = uitbreiden netwerk en contacten = specifieke afspraken met diverse diensten K.U. Leuven en met andere kennis- en onderzoeksinstellingen = aanbieden van interessante stageplaatsen = samenwerking met K.U. Leuven en andere onderwijsinstellingen in kader van lessen, seminaries… = structurele samenwerking met K.U. Leuven binnen erfgoedbank b) specifieke focus: = samenwerking en onderzoek rond geschiedenis stad Leuven (o.a. in het kader van het project Stad(s)huis) = samenwerking en onderzoek e-cultuur en e-erfgoed, cfr. hieronder Indicatoren: = evaluatie structurele samenwerkingsverbanden en stages = effectief gemaakte afspraken = aanwezigheid erfgoed K.U. Leuven in erfgoedbank; K.U. Leuven is een van de pilootpartners in de eerste operationele fase van de erfgoedbank = evolutie project stadsgeschiedenis (en project Stad(s)huis) 1.4. Inschakelen van ICT-toepassingen en nieuwe media om het erfgoed (onroerend, roerend en immaterieel) meer toegankelijk te maken en om publieksinteractie te bewerkstelligen. E-erfgoed speelt hierin uiteraard een belangrijke rol (creëren van nieuwe gebruikersvormen, omgangsvormen, interactiviteit…) De erfgoedcel onderzoekt, experimenteert en stimuleert Hiervoor wordt samengewerkt met organisaties met specifieke expertise op dit vlak en gebruik gemaakt van bestaande onderzoeksresultaten (bv. K.U. Leuven, IBBT...) Afstemming cultuurbeleidsplan: O.D. 2.6.
63
Acties en instrumenten: = ontwikkelen van ontsluitingsmodules en toepassingen via erfgoedbank = innovatieve/interactieve acties en modules in het Stad(s)huis, in de antichambre van M = digitale erfgoedroute = onderzoek naar (ontwikkelingen) nieuwe media en ICT-toepassingen gekoppeld aan educatie Indicatoren: = evaluatie van de ontsluitingsmodules en toepassingen van de erfgoedbank = evaluatie van de opgezette ICT-projecten = evolutie en gebruik erfgoedbank, aantal partners en bezoekers erfgoedbank = evaluatie van acties Stad(s)huis en antichambre M = samenwerking partners = evaluatie van het onderzoek naar nieuwe media en ICT-toepassingen gekoppeld aan educatie
1.5. Het opzetten/uitbouwen van een (integrale) erfgoededucatieve werking als de manier om kinderen en jongeren warm te maken voor het Leuvense erfgoed12 De erfgoedcel neemt een trekkende rol op zich en coördineert (brugfunctie tussen platform kunst- en erfgoededucatie en erfgoedactoren in Leuven) = expertise uitwisselen met M, de directie cultuur en met het platform kunst- en erfgoededucatie = samenwerking met lerarenopleiding = samenwerking met diverse erfgoedpartners en scholen uit de omgeving Afstemming cultuurbeleidsplan: OD 2.4., 2.6. en 4.1. Acties en instrumenten: = opvolgen en actief deelnemen aan platform kunst- en erfgoededucatie Leuven = opvolgen en actief deelnemen aan nationaal denktraject erfgoededucatie = actief deelnemen aan en samenwerken met de cel publiekswerking stad Leuven = samenwerkingsacties met erfgoedpartners in Leuven: betrekken van jongeren bij aanbod/projecten (verjonging van publiek en van leden verenigingsleven) = Ontwikkelen van geïntegreerde erfgoededucatieve projecten en nieuwe methodieken: 8 Stadsklassen 8 acties en projecten in kader van antichambre M 8 jongerenwerking i.s.m. archief 8 samenwerking binnen het traject Brede School Indicatoren: = samenwerkingsverbanden tussen erfgoedorganisaties en erfgoededucatieve organisaties = evaluatie Stadsklassen, jongerenwerking in archief, acties antichambre M via individuele en groepsbevragingen = concrete afspraken en acties na overleg rond Brede school en schoolwerking
12
64
Het recente onderzoek van Anne Bamford over cultuureducatie besluit dat er in Vlaanderen op dit vlak veel versnippering bestaat. Zij pleit voor partnerships. Als voorbeeld geeft zij aan dat een les geschiedenis veel boeiender kan worden door het aanschouwelijk te maken op een historische site of onder begeleiding van een expert in erfgoed.
2. COMMUNICATIE EN TOEGANKELIJKHEID De tijdelijke en permanente inwoners en bezoekers leren Leuven kennen als waardevolle en creatieve erfgoedstad. Het religieus, gotisch en academisch erfgoed zijn een hefboom voor de internationale uitstraling van de stad Afstemming cultuurbeleidsplan: S.D. 1. De Leuvenaars en de toeristen genieten van een rijk en gevarieerd cultureel aanbod en op muzikaal vlak van een overzicht van de interessantste nationale en internationale artiesten. Leuven is in Vlaanderen en de regio gekend als muziekstad bij uitstek. O.D. 1.1. De stedelijke culturele instellingen bieden rijke en gevarieerde programma’s, interessante projecten en uitgebreide collecties aan. O.D. 1.2. Het stadsbestuur ondersteunt niet-stedelijke en niet-commerciële culturele organisaties en verenigingen die een cultureel aanbod doen. S.D. 3. De Leuvenaar geniet van allerlei nieuwigheden en uitdagende, creatieve projecten en festivals. Leuven is de creatieve stad bij uitstek en een stad waar onderzoek, opleiding, creatieve economie en (technologische) vernieuwing hand in hand gaan met kunst en cultuur. (Deze interactie is een toegevoegde waarde aan de culturele, economische en maatschappelijke ontwikkeling en de internationale uitstraling van de stad.) O.D. 3.1. Diverse opleidings- en onderzoeksinstellingen zoals de K.U. Leuven, hogescholen en de associatie (Ivok), maar ook instellingen buiten Leuven, zijn betrokken bij het Leuvens cultuurbeleid via samenwerkingstrajecten (op gebied van kunst en wetenschap, communicatie, geschiedenis, kunst- en erfgoededucatie, fotografie, kunstwetenschappen, design...). O.D. 3.5. Het stadsbestuur realiseert in 2009 heel wat culturele activiteiten naar aanleiding van de opening van M en de eerste grote tentoonstelling ‘Rogier van der Weyden. De passie van de Meester’. S.D. 5. Leuven gaat duurzaam en creatief om met haar immaterieel, roerend en onroerend erfgoed. Het religieus en gotisch erfgoed en patrimonium is een hefboom voor de internationale uitstraling van de stad. O.D. 5.4. De erfgoedcel stelt samen met het archief, het museum, de dienst toerisme en de technische dienst een plan op dat de mogelijkheid onderzoekt om een Stad(s)huis in te richten in stadhuis van Leuven. O.D. 5.5. Het archief restaureert, bewaart, onderzoekt en ontsluit haar belangrijke collecties (o.a. de middeleeuwse charter) via tentoonstelingen, publicaties en de normale openingsuren. O.D. 5.6. Het archief onderzoekt de mogelijkheid om de schepenbank te ontsluiten. O.D. 5.7. De stedelijke erfgoedinstellingen werken nauw samen met de dienst toerisme op het gebied van communicatie over en ontsluiting van het onroerend, roerend en immaterieel erfgoed. O.D. 5.10. Culturele instellingen betrekken het erfgoed in hun programmering. Effecten = Leuven speelt zijn erfgoedtroeven meer uit en het erfgoed is toegankelijker = dynamische en innovatieve omgang met het erfgoed (nieuwe manieren om erfgoed te presenteren en dus ook publiek te verruimen of te verdiepen) – dynamische plekken = aanbod en erfgoedorganisaties zijn beter bekend en hebben een beter imago = zin in erfgoed en zin voor erfgoed (bewustzijn en draagkracht) neemt toe
65
Operationele doelstellingen, acties, instrumenten en resultaatsindicatoren 2.1. Structurele en actieve samenwerking met Toerisme Leuven om het erfgoed (onroerend, roerend en immaterieel) te promoten en op lange termijn meer toegankelijk te maken voor een groot publiek, met specifieke aandacht voor gotisch, religieus en academisch erfgoed De erfgoedcel coördineert en stimuleert het Leuvense erfgoedveld Afstemming cultuurbeleidsplan: O.D. 1.1. en 3.5. O.D. 5.7 Afstemming USP’s toerisme: religieus, gotisch en academisch patrimonium Acties en instrumenten: = structureel overleg en samenwerking met Toerisme Leuven = onderzoek naar mogelijkheden om digitale erfgoedroute in Leuven te ontwikkelen = coördinatie Erfgoeddag en samenwerking en afstemming rond Open Monumentendag = samenwerking in kader van feestjaar Rogier van der Weyden = ontwikkelen van gezamenlijke acties/projecten/routes (eventueel acties rond (tijdelijke) openstellingen van collecties) ter promotie van het religieus en gotisch patrimonium = toeristische info/boekje rond toegankelijke erfgoedlocaties = samenwerking rond erfgoedbank: virtuele ontsluiting van (toeristisch) erfgoed, bv. monumenten Indicatoren: = evaluatie van de nieuwe gezamenlijke projecten/acties = gezamenlijke promotie/communicatie-instrumenten = resultaten onderzoek digitale erfgoedroute = bezoekersonderzoek/bezoekersprofiel: publieksbevraging Leuvenaar en toerist; onderzoek naar imago en profilering Leuven (en zijn erfgoed) = toeristisch patrimonium in erfgoedbank
2.2. Onderzoek en uitwerking plan om een Stad(s)huis in te richten in het stadhuis van Leuven, als een dynamisch platform waar op een actuele en creatieve manier met het erfgoed en de geschiedenis van de stad wordt omgegaan De erfgoedcel neemt samen met Toerisme Leuven een voortrekkersrol op zich Samenwerking met = stedelijke partners: het archief, M, Toerisme Leuven, de technische dienst = verschillende externe partners, waaronder de K.U. Leuven: samenwerking op inhoudelijk, conceptueel en eventueel structureel niveau = de erfgoedverenigingen van Leuven en de regio (fase 1: bevraging/advies en fase 2: uitwerking concrete acties) Afstemming cultuurbeleidsplan: identieke doelstelling in cultuurbeleidsplan: O.D. 5.4. O.D. 3.1.
66
Acties en instrumenten: = voorbereiden en uitwerken dossier Stad(s)huis (bepalen van concept, partners, timing, middelen…) = proactieve rondvraag bij de erfgoedsector via deelraad erfgoed: polsen naar inbreng en samenwerking met Leuvense erfgoedverenigingen = proactieve rondvraag via regio-overleg: polsen naar inbreng en samenwerking met erfgoedverenigingen uit de regio = realisatie Stad(s)huis (inrichting en werking) = afstemming werking M = ontwikkelen specifieke workshops en andere publieksactiviteiten binnen Stad(s)huis Indicatoren: = uitgewerkt en goedgekeurd dossier Stad(s)huis = analyse bevraging verenigingen in Leuven en regio = evaluatie opening en werking Stad(s)huis = tevredenheid bezoekers Stad(s)huis via publieksbevragingen = evaluatie van de activiteiten in het Stad(s)huis = aantal bezoekers In&Uit die info over erfgoed vragen/kopen
2.3. Het erfgoedaanbod in Leuven wordt gecoördineerd gecommuniceerd en de krachten op communicatief vlak worden gebundeld. De erfgoedcel neemt een voortrekkersrol op zich, coördineert en faciliteert Samenwerking met de hele erfgoedsector in Leuven, met extra aandacht voor de kleinere erfgoedspelers Afstemming cultuurbeleidsplan: O.D. 1.2. Acties en instrumenten: = verdere ontwikkeling van website en nieuwsbrief als platform voor erfgoed in Leuven = nieuwe overkoepelende communicatie-initiatieven = vormingen partners rond communicatie en perswerking = opvolgen van nieuwe communicatieve ondersteuningsinitiatieven stad Leuven (cultuur en toerisme) Indicatoren: = inhoud website en nieuwsbrief is platform voor erfgoedsector = overkoepelende brochures/acties = evaluatie van gezamenlijke vormingen o.a. via korte evaluatie van de deelnemers = bij de driejaarlijkse partnerbevraging polsen naar communicatieve ondersteuning = publieks- en persaandacht
67
2.4. Het systematisch inschakelen van de erfgoedverenigingen (met hun gedreven heid en kennis) in de algemene Leuvense erfgoedwerking en het stimuleren van samenwerking op vlak van activiteiten en promotie. De erfgoedcel stimuleert en ondersteunt de erfgoedverenigingen Samenwerking met de erfgoedverenigingen in Leuven en regio en met Heemkunde Vlaanderen Afstemming cultuurbeleidsplan: O.D.1.2. Acties en instrumenten: = stimuleren en effectief ondersteunen van samenwerkingsverbanden tussen verenigingen (bv. op vlak van lezingen, nieuwsbrieven…): concepten/methodieken/strategieën ontwikkelen = samenwerking binnen kader Stad(s)huis, binnen antichambre M… Indicatoren: = polsen naar tevredenheid van de verenigingen via evaluaties op deelraad erfgoed en driejaarlijkse sectorbevraging = samenwerkingsverbanden tussen verenigingen = verenigingen zijn actief in het Stad(s)huis, worden geregeld betrokken bij werking antichambre M…
68
3. ZORG Leuven gaat duurzaam met zijn erfgoed om Afstemmen cultuurbeleidsplan: O.D. 5.9. Het stadsbestuur ontwikkelt een ‘erfgoedreflex’13 Effecten = erfgoedbewustzijn, het belang van en de zorg voor erfgoed worden verhoogd = het erfgoed in Leuven wordt op een systematische en gestructureerde manier in kaart gebracht = verzamelen van metadata over het (cultureel) erfgoed in Leuven = meer aandacht voor behoud en beheer Operationele doelstellingen, acties, instrumenten en resultaatsindicatoren 3.1. Het ontwikkelen van instrumenten en coördineren van lange termijn acties voor de sector m.b.t. digitale registratie en inventarisatie als basis voor een goed behoud en beheer en als basis voor publieksontsluiting De erfgoedcel neemt een trekkende rol op zich, coördineert en faciliteert Samenwerking met de Leuvense erfgoedsector Overleg en expertise-uitwisseling met allerhande partners in Vlaanderen (steunpunt, PCCE, Move…) Acties en instrumenten: = coördinatie verdere uitbreiding en ontwikkeling erfgoedbank + ondersteuning partners = opzetten van vorming over erfgoedbank in samenspraak met de provincie Vlaams-Brabant = coördineren inventarisatieprojecten (bv. rond funerair erfgoed…) = ondersteunen stadsarchief in hun dossier rond de digitale schepenbank Indicatoren: = evolutie en evaluatie erfgoedbank = evaluatie vormingen via bevraging deelnemers = evaluatie inventarisatieprojecten = dossier schepenbank archief 3.2. Het opzetten van sectoroverleg en ondernemen van gemeenschappelijke acties m.b.t. zorg voor erfgoed (behoud en beheer) De erfgoedcel stimuleert, brengt samen en coördineert Samenwerking met de Leuvense erfgoedsector Overleg en expertise-uitwisseling met allerhande partners in Vlaanderen Acties en instrumenten: = agendapunt op deelraad erfgoed = verder in kaart brengen noden m.b.t. zorg en overlegmomenten opzetten om oplossingen te zoeken = verderzetting calamiteitenoverleg en –netwerk 13
Erfgoedbewustzijn verhogen: organisaties, publiek en beleid krijgen een ingebouwde erfgoedreflex. Er is bij alle projecten consequent aandacht voor erfgoed met hierbij een juist evenwicht tussen publiekswerking en erfgoedzorg. Zorg dragen voor de schatten uit ons verleden moet een evidente verantwoordelijkheid worden van iedereen.
69
= overleg met de provincie Vlaams-Brabant rond depotbeleid = overleg en concrete acties erfgoedcellen en steunpunt Indicatoren: = rapport noden = werking en evaluatie calamiteitennetwerk = hoge participatiegraad van de sector bij de overlegmomenten = evaluatie van de overlegmomenten (in groep en tijdens de driejaarlijkse sectorronde) 3.3. Verhogen van de aandacht en zorg voor het zwerfgoed, erfgoed dat (traditioneel) niet in bewaarinstellingen zit De erfgoedcel neemt een ondersteunende en attenderende rol op zich en verwijst door naar de bestaande zorgverstrekkers In deze beleidsfase legt de erfgoedcel de nadruk op academisch14 en religieus erfgoed15 n Ze ondersteunt de K.U. Leuven om een beleid op te zetten en acties te ondernemen rond haar verspreid academisch erfgoed Samenwerking met commissie academisch erfgoed, bewaarinstellingen K.U. Leuven, alumniverenigingen… Acties en instrumenten: = overleg met Commissie academisch erfgoed en maken van afspraken = invoer academisch erfgoed in erfgoedbank = tijdelijke publieksactiviteiten rond verspreid en vaak onbekend academisch erfgoed in combinatie met tijdelijke openstelling van academische gebouwen (bv. tijdens Erfgoeddag) Indicatoren: = academisch erfgoed in erfgoedbank = evaluatie acties met Commissie academisch erfgoed n De erfgoedcel breidt haar contacten met beheerders religieus erfgoed verder uit en verwijst door naar de bestaande zorgverstrekkers Samenwerking met CRKC/FoKAV, Museum Parkabdij, KADOC, M Acties en instrumenten: = contacten beheerders religieus erfgoed uitbreiden = passief opsporen religieus erfgoed in privé-verzamelingen en bij verenigingen, bijvoorbeeld via erfgoedbank, en signaleren aan bestaande zorgverstrekkers Indicatoren: = religieus erfgoed in erfgoedbank = afspraken met bestaande zorgverstrekkers religieus erfgoed
14
15
70
Het gaat hier niet zozeer om de archieven en de kunstcollecties, maar om de didactische en wetenschappelijke verzamelingen van de K.U. Leuven en van de collecties van de met de universiteit verbonden instellingen. Deze keuze kadert in de algemene focus van de beleidsplannen cultuur en toerisme op religieus, gotisch en academisch erfgoed.
3.4. De deelraad erfgoed krijgt een knipperlichtfunctie Acties en instrumenten: = agendapunt op deelraad erfgoed Indicatoren: = adviesdossiers deelraad erfgoed
71
4. REGIO Leuven speelt met zijn erfgoedconvenant een voortrekkersrol voor de regio Effecten = verbetering en afstemming van het erfgoedbeleid in de buurgemeenten = verbetering erfgoedzorg en actuele omgang met erfgoed in de buurgemeenten Operationele doelstellingen, acties, instrumenten en resultaatsindicatoren 4.1. Stimuleren van samenwerkingsverbanden en expertise-uitwisseling tussen Leuven en de buurgemeenten in functie van een integrale erfgoedwerking De erfgoedcel stimuleert en coördineert Acties en instrumenten: = de buurgemeenten en Leuven zetten een structureel overleg op = de buurgemeenten en Leuven werken samen op projectmatig en structureel niveau, bv. via Erfgoeddag en erfgoedbank = de erfgoedcel werft een coördinator regiowerking en erfgoedbank aan = de erfgoedcel onderzoekt samen met de buurgemeenten of een regioconvenant een haalbare kaart is = de erfgoedcel en het museum stemmen hun voortrekkersrol t.o.v. de regio op elkaar af (en bakenen hun rol af) = de erfgoedcel onderzoekt welke erfgoedorganisaties uit de regio kunnen betrokken worden bij de ontwikkeling en werking van het Stad(s)huis Indicatoren: = evaluatie overleg en samenwerkingsverbanden = evaluatie acties ontstaan uit overleg = resultaten onderzoek regioconvenant = resultaten regiopartners bij Stad(s)huis 4.2. Afstemmen, samenwerken en expertise uitwisselen met provincie Vlaams-Brabant De erfgoedcel stimuleert Acties en instrumenten: = structureel overleg met de cel erfgoed provincie Vlaams-Brabant = samenwerking met provincie: erfgoedbank, calamiteiten, depotbeleid… = organiseren van gezamenlijke vormingen Indicatoren: = evaluatie overleg met de cel erfgoed provincie = evaluatie provinciale samenwerking erfgoedbank = evaluatie gezamenlijke vormingen via bevraging deelnemers
72
5. DIVERSITEIT EN PARTICIPATIE Leuven detecteert en ondersteunt (nieuwe) erfgoedgemeenschappen Elke inwoner voelt zich als individu aangesproken door het erfgoedbeleid en kan zich op zijn eigen manier vrijwillig inzetten voor de Leuvense erfgoedwerking Afstemming cultuurbeleidsplan: S.D. 6 Leuven kiest voor een sterk sociaal cultureel beleid waar culturele activiteiten toegankelijk zijn voor iedereen en zorgen voor een sterke maatschappelijke cohesie. Iedere Leuvenaar krijgt de kans om deel te nemen aan kunst en cultuur en inspraak te hebben in het cultuurbeleid. Binnen de beheersstructuren en adviesraden, binnen het culturele aanbod en het publieksbereik is er een afspiegeling van de in Leuven aanwezige diversiteit. O.D. 6.3. Binnen het gemeenschapsvormend en participatiebeleid krijgt het verenigingsleven en de buurtwerking een bijzondere plaats en zorgt het stadsbestuur voor voldoende mogelijkheid tot (culturele) ontmoeting. O.D. 6.5. Het stadsbestuur werkt aan een diversiteitbeleid, zowel op vlak van aanbod als op vlak van publiek. Verschillende doelgroepen krijgen bijzondere aandacht bij de het tot stand komen van het culturele aanbod. Het gaat in eerste instantie om kansarmen, allochtonen, gezinnen, andersvaliden, senioren en gevangenen. Effecten = publieksverruiming en meer diversiteit (deelnemen en deelhebben) = zin in erfgoed en zin voor erfgoed (bewustzijn en draagkracht) neemt toe = gemeenschapsvormende effecten: diverse erfgoedgeïnteresseerden en vrijwilligers werken samen, nieuwe erfgoedgemeenschappen ontstaan, ontmoeting tussen mensen Operationele doelstellingen, acties, instrumenten en resultaatsindicatoren 5.1. Opzetten van een diverse wijkwerkingen in Leuven en zijn deelgemeenten om de erfgoedinteresse op te wekken en te verhogen en zo een divers en intercultureel publiek aan te spreken De erfgoedcel onderzoekt en coördineert Samenwerking met wijken en erfgoedorganisaties Afstemming cultuurbeleidsplan: O.D. 6.3. en 6.5. Acties en instrumenten: = contact van de erfgoedcel en de erfgoedorganisaties met de wijken en deelgemeenten wordt verhoogd (- alle wijken worden aangesproken en er wordt gepolst naar interesse erfgoedprojecten) = samenwerking wijkbureaus en buurtcomités = uitwerken concrete wijkprojecten: voorbeeldprojecten mondelinge geschiedenis, buurtbrochurereeks rond buurtgeschiedenis en erfgoed = stimuleren van de erfgoedorganisaties om acties in de eigen wijk/buurt op te zetten = erfgoed via projecten binnenbrengen in de nieuwe (woon)wijken in Leuven en deelgemeenten
73
Indicatoren: = evaluatie samenwerking wijken en deelgemeenten = evaluatie projecten/acties = profiel en reacties deelnemers
5.2. Bijzondere aandacht besteden aan vier specifieke doelgroepen: nl. groepen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond, mindervaliden, kansarmen en gevangenen De erfgoedcel onderzoekt en faciliteert Samenwerking met dienst welzijn, integratiedienst, Leuven Centraal/hulpgevangenis en erfgoedorganisaties Afstemming cultuurbeleidsplan: O.D. 6.5. Acties en instrumenten: = i.s.m. dienst welzijn worden erfgoedevenementen zoals Erfgoeddag toegankelijk gemaakt voor mindervaliden = i.s.m. dienst welzijn en de werkgroep cultuur wordt nagegaan hoe kansarmen bij erfgoedprojecten kunnen betrokken worden = de integratiedienst en haar netwerk binnen de allochtone gemeenschappen betrekken bij erfgoedprojecten = i.s.m. Leuven Centraal/hulpgevangenis onderzoeken op welke manier erfgoed een plaats kan krijgen binnen de gevangenis Indicatoren: = participatiegraad mindervaliden, kansarmen, allochtonen = evaluatie speciale acties – resultaten van overleg met Leuven Centraal/hulpgevangenis
5.3. Aantrekken van vrijwilligers voor een brede erfgoedwerking De erfgoedcel stimuleert en coördineert = oproep naar studenten en andere vrijwilligers, zowel projectgebonden als op langere termijn = groeperen van vrijwilligers rond grote projecten (Stad(s)huis, erfgoedbank) = faciliteiten en interessante voorwaarden bieden en goede sfeer creëren Indicatoren: = tegen 2014 kan de erfgoedcel beroep doen op een pool van enthousiaste erfgoedvrijwilligers = evaluatie vrijwilligerswerking = tevredenheid vrijwilligers
74
6.3. Strategische projecten stad Leuven op vlak van erfgoed (2008-2014) n Bouw nieuw museum en oprichting AGM Cfr. beleidsplan M n Tentoonstelling “Rogier van der Weyden. De Passie van de Meester” Cfr. beleidsplan M en cultuurbeleidsplan n Platform Kunst- en erfgoededucatie Cfr. cultuurbeleidsplan n Schepenbank archief Van het oud archief (1164-1795) van Leuven zijn de registers van de schepenbank het meest omvangrijke en meest geraadpleegde deel. Zowel voor genealogen als voor wetenschappelijke vorsers uit diverse vakgebieden bevatten de akten van deze rechtbank een schat aan informatie. Helaas is dit archief weinig toegankelijk. Daarom wil het stadsarchief starten met de digitale ontsluiting van de schepenprotocollen. De Leuvense schepenregisters bevatten informatie over de geschiedenis van Brabant, van de Leuvense instellingen en van de universiteit en geven bovendien een kijk op de sociale geschiedenis van de modale Leuvenaar. De ontsluiting van de Leuvense schepenregisters is dus van belang voor wetenschappelijk onderzoek in talrijke disciplines, binnen en buiten Leuven: zoals voor volkskunde, toponymie en bouwgeschiedenis, antroponymie en genealogie en taalkunde en taalgeschiedenis. Het uiteindelijke doel van de ontsluiting is de creatie van een databank met zoekfunctie, die snel en efficiënt toegankelijk moet zijn voor brede toepassingen. Dit zal echter veel tijd en middelen vragen en er zal dus gefaseerd gewerkt moeten worden. Met een halftijdse werkkracht zal de volledige ontsluiting van de schepenbank 10 jaar in beslag nemen. Er zal een gefaseerd projectplan worden opgemaakt en er zal gezocht worden naar extra middelen. Voor 2008 en 2009 wil het stadsarchief al een proeftraject opstarten om 150 van de 1130 registers (ca. 45.000 akten) uit de periode 1400-1464 te ontsluiten. Enerzijds kan hierdoor een wetenschappelijke methodiek en instrumentarium ontwikkeld worden waarmee de schepenregisters als een unieke bron voor de Leuvense stadsgeschiedenis online toegankelijk kunnen worden gemaakt. Anderzijds kan hierdoor ook de inzetbaarheid van de schepenbank en haar historische gegevens voor hedendaagse erfgoed- en publieksprojecten aangetoond worden: in 2009 zal de informatie immers worden ontsloten in het kader van het jaarthema rond Rogier van der Weyden (1400-1464). De Passie van de Meester. n Realisatie erfgoedbank en erfgoedwijzer De erfgoedbank beoogt zo veel mogelijk informatie over het erfgoed in Leuven, samen te brengen in een centrale gegevensbank, zowel via bestaande inventarissen van verschillende Leuvense erfgoedinstellingen als via nieuwe invoermodules. De informatie wordt centraal verwerkt tot een soort depot van de cultureel-historische kennis van Leuven en wordt via internet toegankelijk gemaakt voor uiteenlopende gebruikersgroepen. Voor de erfgoedbank worden de meest actuele technologieën en standaarden gebruikt, zodat het een open en toekomstgericht instrument wordt. De centrale databank of SPIL van de erfgoedbank bevat enerzijds de conversies van bestaande databanken van de aangesloten professionele instellingen. Anderzijds kunnen organisaties zonder bestaande databank, zoals een heel deel erfgoedverenigingen, via de centrale databank of SPIL van de erfgoedbank, zelf hun inventarisgegevens invoeren. De erfgoedbank werd de voorbije beleidsperiode grondig voorbereid. Eind 2007 besliste de stad Leuven om met het concept van haar erfgoedbank aansluiting te zoeken bij het pilootproject van de provincie Limburg. Ook de Provincie Vlaams-Brabant zal met de Leuvense en Limburgse erfgoedbank als voorbeelden, meewerken aan een breder regionaal verhaal voor de erfgoedbank.
75
n Inrichting “Stad(s)huis” in deel van het stadhuis De vrije ruimtes in het stadhuis bieden aansluitend bij het bezoekersonthaal en bij de toeristische functie van In&Uit Leuven diverse mogelijkheden om aan een bredere publieksgerichte (erfgoed)werking te doen, meer bepaald door de uitwerking van een bezoekerscentrum/erfgoedhuis. De eigenheid van de stad Leuven, zowel in het verleden, het heden als in de toekomst, vormt het uitgangspunt voor het concept en de werking van dit bezoekerscentrum/erfgoedhuis (werktitel: Stad(s)huis). Het stadhuis - als het icoon voor Leuven en haar inwoners - is de ideale plaats om de geschiedenis van de stad tot leven te laten komen. Het stadhuis heeft immers een belangrijke erfgoeduitstraling en is bekend bij het grote publiek, zelfs ver buiten Leuven. Ook de gevel van het stadhuis met de vele beelden vertelt een verhaal over (belangrijke personen in) Leuven. Dit verhaal is echter niet af. In de eerste plaats kan het stadsarchief – gedefinieerd als het geheugen van de stad – dankzij haar rijkdom aan documenten en kennis dit verhaal verder aanvullen. Daarnaast zijn ook M en de K.U. Leuven belangrijke partners bij de uitwerking van het Stad(s)huis. Tot slot zullen zeker ook de Leuvense erfgoedverenigingen met hun talrijke initiatieven en hun kennis over de stadsgeschiedenis een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Samen met al deze partners kan er een rijke blik op Leuven, vroeger en nu - eeuwenoud, springlevend - geboden worden. Het stadhuis moet op die manier een levendige plek worden, waar steeds nieuwe verhalen worden verteld en waar wisselende projecten de historiek en de eigenheid van de stad tot leven brengen. Er moet gestreefd worden naar een innovatieve, dynamische en kwaliteitsvolle invulling en een integratie met de onthaalfunctie van In&Uit. Het bezoekerscentrum moet dan ook het informatiepunt en vertrekpunt van de stad en de omliggende (groene) regio vormen. Het moet een overzicht bieden van de stad en haar verhaal (verleden-heden-toekomst, roerend-onroerend erfgoed, historischgeografisch-wetenschappelijk-sociaal-economisch…). Zowel voor de inwoner als voor de bezoeker is het de ideale plek om zijn tocht doorheen de kunst -en cultuurstad Leuven te laten vertrekken.
76
DEEL 7: MEERJARENPLANNING a) Planning in kader van beleid en evaluatie • Jaarlijks van 2009-2014: actieplan en werkingsverslag • Najaar 2011: bevraging deel sector + evaluatie en actualisering beleidsplan • Begin 2013: algemene sectorronde- stakeholdersanalyse • 1 februari 2014: indienen erfgoedbeleidsplan (afhankelijk van timing cultuurbeleidsplan kan dit worden vervroegd) • 2009, 2011 en 2013: publieksbevraging b) Planning op basis van doelstellingen N.B. Voor het financiële gedeelte verwijzen we ook naar deel 8: begroting.
STRATEGISCHE DOELSTELLING: 1. Leuven is een levend centrum van erfgoedexpertise en –educatie waar ook jonge mensen verschillende erfgoedervaringen opdoen OPERATIONELE DOELSTELLINGEN
ACTIES EN METHODES
MIDDELEN PERSONEEL
1.1. Opzetten van netwerken via • Actieve rol in deelraad erfgoed: • 2 erfgoedverschillende vergaderingen zorgen voor informatiecoördinatoren in de regio en in Vlaanderen uitwisseling en plaatselijk via de deel• Expertiseoverleg en werkgroeraad erfgoed met het oog pen met de erfgoedcellen, op uitwisseling van expertise steunpunt en het opzetten van en coördinatie van projecten gezamenlijke trajecten • Regio-overleg met de Leuvense buurgemeenten
LOGISTIEK • vergaderzalen stad Leuven
TIMING FINANCIEEL • erfgoedcel (personeel, logistiek)
• doorlopend 2009-2014
• doorlopend 2009-2014
• start in 2009
77
78 OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 1.2. De expertise van het professionele erfgoedveld inzetten om tegemoet te komen aan de behoeften op vlak van erfgoedzorg –en ontsluiting bij andere Leuvense organisaties
ACTIES EN METHODES • Doorverwijsfunctie verder uitbouwen
MIDDELEN PERSONEEL
LOGISTIEK
TIMING FINANCIEEL
• algemeen: • infrastructuur 2 erfgoedstad Leuven coördinatoren in samenspraak met expertisecentra
• erfgoedcel (personeel, logistiek)
• De verenigingen stimuleren en ondersteunen – rekening houdend met hun eigen middelen en mogelijkheden – in de registratie en inventarisatie van hun collectie
• projectmedewerker
• budget ondersteuning
• Organiseren van vormingen, handleidingen,etc
• 1 erfgoedcoördinator
• Opzetten en coördineren van netwerken rond bepaalde thema’s (calamiteiten, digitalisering, educatie...)
• projectmedewerker
• Erfgoedbank en erfgoedwijzer: registratiesysteem en website (ontsluiting) voor professionele en erfgoedverenigingen
• budget erfgoedbank
• doorlopend 2009-2014 • continu via Erfgoedbank: start in 2008 -campagne in 2009
• 2012-2014: vormingen en handleidingen
• 1 erfgoedcoördinator
• 2008-2009: calamiteitennetwerk • 2010-2014: andere netwerken
OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 1.3. De expertise en kennis aanwezig bij de K.U. Leuven en bij andere kennis- en onderzoeksinstellingen inzetten op diverse terreinen (erfgoedzorg, e-cultuur en e-erfgoed, onderzoek…)
ACTIES EN METHODES a) algemeen: afstemming en samenwerking:
MIDDELEN PERSONEEL • 2 erfgoedcoördinatoren
LOGISTIEK
TIMING FINANCIEEL • erfgoedcel (personeel, logistiek)
• 2009-2010: uitbreiding contacten en netwerk
• Uitbreiden netwerk en contacten • Specifieke afspraken met diver- • 1 erfgoedse diensten K.U. Leuven en met coördinator andere kennis- en onderzoeksinstellingen • Aanbieden van interessante stageplaatsen • Samenwerking met K.U. Leuven en andere onderwijsinstellingen in kader van lessen, seminaries… • Structurele samenwerking met KU Leuven binnen erfgoedbank
• budget ondersteuning • jaarlijks aanbieden van minimum 1 stageplaats
• erfgoedcoördinator beleid
• zo geregeld mogelijk, afhankelijk van de opportuniteiten (jaarlijks aftoetsen) • budget erfgoedbank
b) specifieke focus: • Samenwerking en onderzoek rond geschiedenis stad Leuven
• budget Stad(s)huis
• 2009-2010: onderzoek stadsgeschiedenis
• Samenwerking en onderzoek e-cultuur en e-erfgoed
• budget communicatie
• 2011-2014: concrete vertaling via projecten en acties Stad(s)huis
(cfr. hieronder)
79
80 OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 1.4 Inschakelen van ICT-toepassingen en nieuwe media om het erfgoed (onroerend, roerend en immaterieel) meer toegankelijk te maken en om publieksinteractie te bewerkstelligen. E-erfgoed speelt hierin uiteraard een belangrijke rol (creëren van nieuwe gebruikersvormen, omgangsvormen, interactiviteit…)
ACTIES EN METHODES
MIDDELEN LOGISTIEK
FINANCIEEL
• Ontwikkelen van ontsluitingsmodules en toepassingen via erfgoedbank
• erfgoed• infrastructuur coördinator stad Leuven communicatie en projectmedewerker erfgoedbank
• budget erfgoedbank, Stad(s)huis; samenwerking toerisme, communicatie
• Innovatieve/interactieve acties en modules in het Stad(s)huis/ antichambre M.
• 2 erfgoedcoördinatoren
• in 2011
• erfgoedcoördinator beleid
• 2009-2010: afronden onderzoek; operationele stappen vanaf 2011
• 2 erfgoedcoordinatoren + extern advies
• onderzoek: doorlopend
• Digitale erfgoedroute • Onderzoek naar (ontwikkelingen) nieuwe media en ICTtoepassingen gekoppeld aan educatie
PERSONEEL
TIMING
• vanaf 2009
• ontwikkelingen: vanaf 2010
OPERATIONELE DOELSTELLINGEN
ACTIES EN METHODES
1.5. Het opzetten/uitbouwen van een (integrale) erfgoededucatieve werking als de manier om kinderen en jongeren warm te maken voor het Leuvense erfgoed,
• Opvolgen en actief deelnemen aan platform kunst- en erfgoededucatie Leuven • Opvolgen en actief deelnemen aan nationaal denktraject erfgoededucatie • Actief deelnemen aan en samenwerken met de cel publiekswerking stad Leuven
MIDDELEN PERSONEEL • 1 erfgoedcoördinator • erfgoedcoördinator beleid • 1 erfgoedcoördinator
• 1 erfgoed• Samenwerkingsacties met coördinator erfgoedpartners in Leuven: met afstemming betrekken van jongeren bij aanmedewerkers bod/projecten (verjonging van publiekswerking publiek en van leden verenidirectie culgingsleven) tuur, educatief • Ontwikkelen van geïntegreerde medewerker M erfgoededucatieve projecten en en medewerker nieuwe methodieken stadsarchief - Stadsklassen
LOGISTIEK • infrastructuur stad Leuven
TIMING FINANCIEEL • budget educatie:
• doorlopend
• erfgoedcel (personeel, logistiek)
• doorlopend
• budget ondersteuning
• jaarlijkse actie met jongeren • tweejaarlijkse editie (2010 – 2012- 2014)
- tweejaarlijks (2009-2011-2013)
- Acties en projecten in kader van antichambre M
- start 2010
- jongerenwerking ism archief
- 2009-2010: voorbereidingen
- samenwerking binnen het traject Brede School
- acties vanaf 2011
81
82 STRATEGISCHE DOELSTELLING: 2. De tijdelijke en permanente inwoners en bezoekers leren Leuven kennen als waardevolle en creatieve erfgoedstad. Het religieus, gotisch en academisch erfgoed zijn een hefboom voor de internationale uitstraling van de stad OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 2.1. Structurele en actieve samenwerking met Toerisme Leuven om het erfgoed (onroerend, roerend en immaterieel) te promoten en op lange termijn meer toegankelijk te maken voor een groot publiek, met specifieke aandacht voor gotisch, religieus en academisch erfgoed
ACTIES EN METHODES • Structureel overleg en samenwerking met Toerisme Leuven
MIDDELEN PERSONEEL • 1 erfgoedcoördinator
• Onderzoek naar mogelijkheden • erfgoedom digitale erfgoedroute in coördinator Leuven te ontwikkelen beleid • Coördinatie EGD en samenwer- • erfgoedking en afstemming rond OMD coördinator communicatie • Samenwerking in kader van feestjaar Rogier van der Weyden
• Ontwikkelen van gezamenlijke acties/projecten/routes (eventueel acties rond (tijdelijke) openstellingen van collecties) ter promotie van het religieus en gotisch patrimonium. • Toeristische info/boekje rond toegankelijke erfgoedlocaties • Samenwerking rond erfgoedbank: virtuele ontsluiting van (toeristisch) erfgoed
• erfgoedcoördinator communicatie
LOGISTIEK infrastructuur stad Leuven
TIMING FINANCIEEL • budget samen werking toerisme
• doorlopend
• budget Erfgoeddag
• jaarlijks in april en september
• budget communicatie
• 2008-2009
• 2009
• vanaf 2011
• budget erfgoedbank
• vanaf 2012
OPERATIONELE DOELSTELLINGEN
ACTIES EN METHODES
2.2. Onderzoek en uitwerking • Voorbereiden en uitwerken plan om een Stad(s)huis in dossier Stad(s)huis (bepalen te richten in het stadhuis van van concept, partners, timing, Leuven, als een dynamisch middelen, …) platform waar op een actu• Proactieve rondvraag bij de ele en creatieve manier met erfgoedsector via deelraad het erfgoed en de geschieerfgoed: polsen naar inbreng denis van de stad wordt en samenwerking met Leuvense omgegaan erfgoedverenigingen • Realisatie Stad(s)huis (inrichting en werking) • Afstemming werking M • Ontwikkelen specifieke workshops en andere publieksactiviteiten binnen Stad(s)huis
2.3. Het erfgoedaanbod in • Verdere ontwikkeling van webLeuven wordt gecoördineerd site en nieuwsbrief als platform gecommuniceerd en de voor erfgoed in Leuven krachten op communicatief • Nieuwe overkoepelende vlak worden gebundeld. communicatie-initiatieven • Vormingen partners rond communicatie en perswerking • Opvolgen van nieuwe communicatieve ondersteuningsinitiatieven stad Leuven (cultuur en toerisme)
MIDDELEN PERSONEEL • 2 erfgoedcoördinatoren in afstemming met Toerisme, M, archief, K.U. Leuven en deelraad erfgoed
LOGISTIEK • vrije ruimtes in het stadhuis
TIMING FINANCIEEL • budget Stad(s)huis: 2009 + extra middelen toerisme 2010-2014: jaarlijks 35.000 euro
• 2 erfgoedcoördinatoren
• 2008
• 2008-209: voorbereiding
• 2 erfgoedcoördinatoren en medewerkers museum
• 2009
• 1 erfgoedcoördinator
• 2011-2014: projecten en acties
• 2010: opening en start werking
• 1 erfgoedcoördinator, medewerker M en archief • erfgoedcoördinator communicatie, in afstemming met cel cultuurcommunicatie stad
• infrastructuur stad Leuven
• budget communicatie en ondersteuning
• doorlopend
• vanaf 2009 • vanaf 2012 • doorlopend
83
84 OPERATIONELE DOELSTELLINGEN
ACTIES EN METHODES
MIDDELEN
2.4. Het systematisch inschakelen van de erfgoedverenigingen (met hun gedrevenheid en kennis) in de algemene Leuvense erfgoedwerking en het stimuleren van samenwerking op vlak van activiteiten en promotie.
• stimuleren en effectief ondersteunen van samenwerkingsverbanden tussen verenigingen (bv. op vlak van lezingen, nieuwsbrieven…): concepten/ methodieken/strategieën ontwikkelen
• 1 erfgoedcoördinator
• samenwerking binnen kader Stad(s)huis, binnen antichambre M
• 1 erfgoedcöordinator
PERSONEEL
LOGISTIEK
• vrije ruimtes in het stadhuis
TIMING FINANCIEEL • budget Erfgoeddag en ondersteuning
• Tijdens Erfgoeddag: jaarlijkse ondersteuning
• budget Stad(s)huis
• vanaf 2010
• vanaf 2010: actief uitwerken van concepten
STRATEGISCHE DOELSTELLING: 3. Leuven gaat duurzaam met haar erfgoed om OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 3.1. Het ontwikkelen van instrumenten en coördineren van lange termijn acties voor de sector mbt digitale registratie en inventarisatie als basis voor een goed behoud en beheer en als basis voor ontsluiting
ACTIES EN METHODES
MIDDELEN PERSONEEL
• Coördinatie verder uitbreiding en ontwikkeling erfgoedbank+ ondersteuning partners
• projectmedewerker
• Opzetten van vorming over erfgoedbank in samenspraak met de provincie Vlaams-Brabant
• 1 erfgoedcoördinator
• Ondersteunen stadsarchief in hun dossier rond de digitale schepenbank
• 1 erfgoedcoördinator
• Coördineren inventarisatieprojecten (bv. funerair erfgoed…)
LOGISTIEK • infrastructuur stad Leuven
TIMING FINANCIEEL • budget erfgoed- • continu: bank: jaarlijks jaarlijkse aangroei van gemiddeld minimum 2 collecties 35.000 euro • vanaf 2009 • budget ondersteuning • vanaf 2009
• afhankelijk
OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 3.2. Het opzetten van sectoroverleg en ondernemen van gemeenschappelijke acties mbt zorg voor erfgoed (behoud en beheer)
ACTIES EN METHODES • Agendapunt op deelraad erfgoed • Verder in kaart brengen noden mbt zorg en overlegmomenten opzetten om oplossingen te zoeken • Verderzetting calamiteitenoverleg en netwerk • Overleg met de provincie Vlaams-Brabant rond depotbeleid • Overleg en concrete acties erfgoedcellen en steunpunt
3.3. Verhogen van de aandacht • Contacten beheerders religieus en zorg voor het zwerfgoed, erfgoed uitbreiden erfgoed dat (traditioneel) • Passief opsporen religieus erfniet in bewaarinstellingen zit goed in privé-verzamelingen en bij verenigingen bijvoorbeeld In deze beleidsfase legt de via erfgoedbank en signaleren erfgoedcel de nadruk op aan bestaande zorgverstrekers academisch en religieus • Overleg met Commissie acadeerfgoed misch erfgoed en afspraken
MIDDELEN PERSONEEL • erfgoedcoördinator beleid • 1 erfgoedcoördinator
LOGISTIEK
TIMING FINANCIEEL
• vergaderzalen/ • erfgoedcel infrastructuur • budget stad Leuven ondersteuning
• doorlopend • 2010
• 1 erfgoedcoördinator
• 2009-2010
• 1 erfgoedcoördinator
• vanaf 2009
• 2 erfgoedcoördinatoren
• doorlopend
• 1 erfgoedcoördinator
• infrastructuur stad Leuven
• budget zwerfgoed:
• doorlopend
• 1 erfgoedcoördinator
• via erfgoedbank
• budget erfgoedbank
• vanaf 2009 • start al in 2008: verder continu
• budget Erfgoeddag
• Invoer academisch erfgoed in erfgoedbank
• projectmedewerker
• Tijdelijke publieksactiviteiten rond verspreid en vaak onbekend academisch erfgoed in combinatie met tijdelijke openstelling van academische gebouwen (bvb tijdens Erfgoeddag)
• 1 erfgoedcoördinator
• tweejaarlijkse acties
85
86 3.4. De deelraad erfgoed krijgt een knipperlichtfunctie
• Agendapunt op deelraad erfgoed
• erfgoedcoördinator beleid
• vergaderzalen stad Leuven
• erfgoedcel (personeel, logistiek)
• doorlopend
STRATEGISCHE DOELSTELLING: 4. Leuven speelt met haar erfgoedconvenant een voortrekkersrol voor de regio OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 4.1. Stimuleren van samenwerkingsverbanden en expertise-uitwisseling tussen Leuven en de buurgemeenten in functie van een integrale erfgoedwerking
ACTIES EN METHODES • De buurgemeenten en Leuven zetten een structureel overleg op • De buurgemeenten en Leuven werken samen op projectmatig en structureel niveau • De erfgoedcel werft een coördinator regiowerking en erfgoedbank aan
MIDDELEN PERSONEEL •1 erfgoedcoördinator + projectmedewerker regio
LOGISTIEK • infrastructuur stad Leuven en provincie Vlaams-Brabant
TIMING FINANCIEEL • erfgoedcel (personeel, logistiek) + projectmedewerker regio
• De erfgoedcel onderzoekt welke erfgoedorganisaties uit de regio kunnen betrokken worden bij de ontwikkeling en werking van het Stad(s)huis
• 2009-2011
• 2012-2014 • budgetten erfgoedbank en Erfgoeddag
• De erfgoedcel onderzoekt samen met de buurgemeenten of een regioconvenant een haalbare kaart is • De erfgoedcel en het museum stemmen hun voortrekkersrol t.o.v. de regio op elkaar af (en bakenen hun rol af)
• start in 2009, daarna doorlopend
• opstart in 2009 • 2012-2013 • budget ondersteuning
• 2013-2014: resultaten integreren in plan
• budget Stad(s)huis
• doorlopend
4.2. Afstemmen, samenwerken en expertise uitwisselen met provincie Vlaams-Brabant
• Structureel overleg met de cel erfgoed provincie Vlaams-Brabant
• 2 erfgoedcoördinatoren
• Samenwerking met provincie: Erfgoedbank, calamiteiten, depotbeleid, etc
• 2 erfgoedcoördinatoren en projectmedewerker
• Organiseren van gezamenlijke vormingen
• infrastructuur stad Leuven en provincie Vlaams-Brabant
• erfgoedcel (personeel, logistiek)
• start in 2009, daarna doorlopend • vanaf 2009
• budget ondersteuning
• vanaf 2009
STRATEGISCHE DOELSTELLING: 5. Leuven detecteert en ondersteunt (nieuwe) erfgoedgemeen-schappen. Elke inwoner voelt zich als individu aangesproken door het erfgoedbeleid en kan zich op zijn eigen manier vrijwillig inzetten voor de Leuvense erfgoedwerking. OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 5.1. Opzetten van een diverse wijkwerkingen in Leuven en zijn deelgemeenten om de erfgoedinteresse op te wekken en te verhogen en zo een divers en intercultureel publiek aan te spreken
ACTIES EN METHODES
MIDDELEN
TIMING
PERSONEEL
LOGISTIEK
FINANCIEEL
• Contact van de erfgoedcel en • 2 erfgoedde erfgoedorganisaties met de coördinatoren wijken en deelgemeenten wordt verhoogd (alle wijken worden aangesproken en er wordt gepolst naar interesse erfgoedproject) • Samenwerking wijkbureaus en buurtcomités • Uitwerken concrete wijkprojecten: voorbeeldprojecten mondelinge geschiedenis, buurtbrochurereeks rond buurtgeschiedenis en –erfgoed • Stimuleren van de erfgoedorganisaties om acties in de eigen wijk/ buurt op te zetten • Erfgoed via projecten binnenbrengen in de nieuwe (woon)wijken in Leuven en deelgemeenten
• infrastructuur stad Leuven
• budget diversiteit (2009: 2000 euro; 2010-2014: 10.000 euro)
• vanaf 2009
en ev. budget zwerfgoed
• vanaf 2010 • vanaf 2010 2010-2011: wijk 1 2011-2012: wijk 2 2012-2013: wijk 3
87
88 OPERATIONELE DOELSTELLINGEN 5.2. Bijzondere aandacht besteden aan vier specifieke doelgroepen: nl. groepen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond, mindervaliden, kansarmen en gevangenen
ACTIES EN METHODES • Ism dienst welzijn worden erfgoedevenementen zoals Erfgoeddag toegankelijk gemaakt voor mindervaliden
MIDDELEN
TIMING
PERSONEEL
LOGISTIEK
FINANCIEEL
• erfgoedcoördinator communicatie
• infrastructuur stad Leuven
• budget Erfgoeddag, budget diversiteit en budget communicatie
• vanaf 2009, jaarlijks
• 1 erfgoedcoördinator
• infrastructuur stad Leuven
• budget vrijwilligers
• doorlopend, afhankelijk van geplande projecten
• budget Stad(s)huis en erfgoedbank
• Erfgoedbank: 2009
• Ism dienst welzijn en de werkgroep cultuur wordt nagegaan hoe kansarmen bij erfgoedprojecten kunnen betrokken worden • De integratiedienst en haar netwerk binnen de allochtone gemeenschappen betrekken bij erfgoedprojecten • Ism Leuven Centraal/hulpgevangenis onderzoeken op welke manier erfgoed een plaats kan krijgen binnen de gevangenis
5.3. Aantrekken van vrijwilligers voor een brede erfgoedwerking
• Oproep naar studenten en andere vrijwilligers, zowel projectgebonden als op langere termijn • Groeperen van vrijwilligers rond grote projecten (Stad(s)huis, erfgoedbank) • Faciliteiten en interessante voorwaarden bieden en goede sfeer creëren
• Stad(s)huis: 2010 • continu
DEEL 8: BEGROTING Voor de begroting wordt uitgegaan van de middelen van het vorige convenant 2005-2008. De raming wordt gemaakt op basis van de budgetten van 2008. De stad Leuven keurt slechts jaarlijks haar begroting goed, maar er kan uitgegaan worden van een aantal constanten. INKOMSTEN INKOMSTEN
RAMING 2008
2009-2014
Subsidie Vlaamse Gemeenschap
226.550,00 euro
+ 3% jaarlijkse indexering
Inbreng stad Leuven
97.100,00 euro
idem
Inkomsten via inschrijvingen en verkoop boeken
17.240,00 euro
10.000,00 euro kan moeilijk voorspeld worden
Overdrachten
26.019,48 euro
Subsidie voor bijzondere projecten, bijvoorbeeld schepenbank MINIMAAL TOTAAL INKOMSTEN
via gefaseerd projectdossier 366.920,06 euro
333.650,00 euro + 3% jaarlijkse indexering
Deze inkomsten zijn het absolute minimum. Een substantiële verhoging van de subsidie is echter wenselijk om te kunnen voldoen aan de nood aan een extra personeelslid en een verhoging van de jaarlijkse werkingsmiddelen (cfr. uitleg bij uitgaven). UITGAVEN 1. PERSONEEL UITGAVEN
RAMING 2008
2009-2014
huidig personeelsbestand: 2 erfgoedcoördinatoren en 1 HT projectmedewerker erfgoedbank
139.375,46 euro
+ 3% jaarlijkse indexering
Ondersteuning door technisch, logistiek, administratief, wetenschappelijk personeel stad Leuven
25.271,60 euro
idem
MINIMAAL TOTAAL UIT PERSONEEL
164.647,06 euro
idem
(waarvan 80.000 euro via subsidie en 59.375,46 euro via bijdrage stad)
Gezien de beperkte personele bezetting van de erfgoedcel en rekening houdend met de gekozen doelstellingen, is een personeelsuitbreiding met een voltijdse projectmedewerker een absolute vereiste. Deze persoon kan mee instaan voor regiowerking, erfgoedbank, inventarisatieprojecten (bv. rond funerair erfgoed). Raming extra personeelslid: 52.000 euro (jaarlijks) Voor de ontsluiting van de schepenbank is nood aan 1 FTE voor de coördinatie en uitvoering van het publieksdeel van het project.
89
2. LOGISTIEK UITGAVEN
RAMING 2008
2009-2014
logistiek (post, telefoon, energie, bureaumateriaal, boeken en reiskosten
5873,00 euro
+ 3% jaarlijkse indexering
(waarvan 4373,00 bijdrage stad Leuven)
3. WERKINGSMIDDELEN UITGAVEN
RAMING 2008
2009-2014
Infrastructuur en communicatie inhoudelijke werking
8.090,00 euro (bijdrage stad Leuven)
+ 3% jaarlijkse indexering
UITGAVEN PROJECTEN
RAMING 2008
2009-2014
Erfgoedbank (cfr. OD 3.1, 3.3)
67.000 euro
jaarlijks 25.000 euro
Stad(s)huis (cfr. OD 2.2, 2.4)
20.900 euro
2009: 40.000 euro; 2010-2014: jaarlijks 30.000 euro
Erfgoeddag
16.410 euro
jaarlijks 15.000 euro
Educatie (cfr. OD 1.5)
29.900 euro
jaarlijks 25.000 euro
Samenwerking Toerisme (cfr. OD 2.1)
12.500 euro
jaarlijks 12.500 euro
Communicatie en nieuwe media (cfr. OD 1.4, 2.3)
11.000 euro
2009: 10.000 euro; 2010-2014: jaarlijks 15.000 euro
Ondersteuning erfgoedveld (met specifieke aandacht voor de verenigingen en regio) (cfr. SD 1, OD 2.3, 2.4, SD 3 en SD 4)
10.500 euro + cfr. budget erfgoedbank, Erfgoeddag, Stad(s)huis, communicatie
jaarlijks 10.000 euro
Vrijwilligers (cfr. OD 5.3)
1000 euro
jaarlijks 1500 euro
Diversiteit (cfr. SD 5)
1500 euro + budget Erfgoeddag
2009: 2000 euro; 2010-2014: jaarlijks 7.000 euro
Zwerfgoed (cfr. OD 3.3)
17.600 euro
jaarlijks 14.039,94 euro
TOTAAL UIT projecten
188.310,00 euro
155.039,94 euro + 3% jaarlijkse indexering
MINIMAAL TOTAAL UITGAVEN
366.920,06 euro
333.650,00 euro + 3% jaarlijkse indexering
Het is zeer moeilijk om een ruwe financiële schatting te maken voor de projecten, daar ze jaarlijks verschillen. Op basis van de geformuleerde doelstellingen en op basis van de meerjarenplanning, werden een aantal inhoudelijke clusters gemaakt zodat er een budget per cluster kan aangeduid worden. Een gedetailleerd financieel verslag kan jaarlijks verwacht worden bij het actieplan.
90
4. ONDERSTEUNING ERFGOED STAD LEUVEN Ook hiervoor gaan we uit van enkele constanten zoals beschreven in de omgevingsanalyse (cfr. 4.4.6) en van de begroting 2008. Er bestaat binnen de stad Leuven op dit moment geen algemeen overzicht van de erfgoeduitgaven, dus deze gegevens werden opgezocht in de begrotingen van de verschillende diensten. Het is dus ook denkbaar dat er nog een aantal zaken over het hoofd werden gezien in deze oplijsting. Het enige reeds bestaande globale financiële document dat de stad Leuven op dit moment ter beschikking heeft, is de beleidsnota 2008. Omdat dit een veel te lijvig document is, werd dit niet toegevoegd als bijlage. Maar uiteraard kan dit ter inzage opgevraagd worden. 4.1. Ondersteuning van de eigen, stedelijke erfgoedinstellingen DIENST
jaarlijkse ondersteuning door de stad (exclusief personeel en logistiek)
Archief
= conservatie en restauratie = organisatie tentoonstellingen
TOTAAL
20.000,00 euro 5000,00 euro
= reis- en verblijfkosten
300,00 euro
= aankoop boeken
500,00 euro
= organisatie van recepties
500,00 euro 26.300,00 euro
M
= behoud en beheer
65.000,00 euro
= aankoopfonds
75.000,00 euro
cfr. beleidsplan M
= cfr. beleidsplan M voor meer details Erfgoedcel
= ondersteuning loon erfgoedcoördinatoren
cfr. hierboven
= loon halftijds medewerker erfgoedbank = logistieke ondersteuning 97.100 euro Toerisme Leuven
= organisatie Open Monumentendag = medewerking Week van de Smaak
10.000,00 euro 5000,00 euro
= openstelling kerken
22.000,00 euro
= wandelpakketjes
25.000,00 euro
= toeristische infogids
70.000,00 euro
= promotie
10.000,00
= pool kunststeden Toerisme Vlaanderen
50.000,00
= promotie op beurzen
20.000,00 212.000 euro
Naast deze werkingsmiddelen ondersteunt de stad haar diensten natuurlijk via personeel en logistiek: personeelsbestand archief, M, Toerisme en deel personeel erfgoedcel; infrastructuur diensten en gebruik stedelijke accommodatie (vergaderzalen, auditorium…), technisch personeel…
91
Extra ondersteuning van de stad: De stad zal in de nabije toekomst extra investeren = voor archief: 0,5 FTE projectmedewerker schepenbank + extra werkingsmiddelen voor schepenbank = voor M en openingstentoonstelling Rogier van der Weyden: zie beleidsplan M en cfr. hieronder toelage Artes.Leuven 4.2. Ondersteuning van de Leuvense erfgoedactoren 4.2.1. Ondersteuning voor de (erfgoed)verenigingen Jaarlijkse basis en werkingstoelage voor Leuvense verenigingen 7 erfgoedorganisaties in 2007
800,10 euro
Totaal werkingstoelagen verenigingen 2008
52.000,00 euro
Subsidie voor artistieke, sociaal-artistieke en gemeenschapsvormende projecten
35.000,00 euro
4.2.2. Communicatieve ondersteuning = webruimte www.leuven.be (vooral voor verenigingen en voor organisaties zonder eigen website) = Leuvens Cultureel Vademecum (voor alle culturele actoren) = Uit in Leuven (voor alle culturele actoren) = Voor Salsa!vzw via stadsarchief 4.2.3. Logistieke ondersteuning ZAAL
DIENST/VERENIGING
Raadskelders stadhuis
Mannen van het jaar
Kapel Sint-Geertrui
Scouts en Gidsenmuseum
Huis den Hoorn
Gidsenbond
Vergaderruimte, Auditorium Tweebronnen
Salsa!vzw
Naast deze permanente afspraak, geeft de stad voor de Leuvense erfgoedverenigingen vaak reductie voor gebruik zalen. Soms beslist het stadsbestuur ook dat voor een bepaalde activiteit gratis kan gebruik gemaakt worden van de stedelijke infrastructuur.
92
4.2.4. Ondersteuning via de eigen, stedelijke instellingen Jaarlijkse toelagen via M en Directie Cultuur voor: = Artes. Leuven vzw:
2007: 65.000 euro 2008: 245.000 euro 2009: 300.000 euro
= Museum voor religieuze kunst en cultuur
10.000,00 euro
= Studiecentrum Vlaamse miniaturisten
25.000,00 euro
= K.U.Leuven voor Sagalassos
25.000,00 euro
= AmuseeVous vzw
25.000,00 euro
= Vrienden van de Leuvense Musea
2007: 1250,00 euro vanaf 2008: 2500,00 euro
= Stadsorganist en orgelfestival Leuven.org
10.000 euro en 18.000 euro
Subsidiëring via het stadsarchief van Salsa!vzw = Jaarlijkse toelage
1200,00 euro
= Logistieke ondersteuning (vergaderruimte, verdeling nieuwsbrief, gebruik auditorium) = Personele ondersteuning (redactionele bijdrage nieuwsbrief en cahiers; ondersteuning Salsa-secretariaat)
Ondersteuning via Toerisme Leuven aan de Koninklijke Leuvense Gidsenbond = Organisatie en financiering rondleidingen/ opstellen van folders voor Koninklijke Leuvense Gidsenbond
55.000,00 euro
4.2.5. Ondersteuning van de erediensten/kerkfabrieken Ondersteuning erediensten/kerkfabrieken katholieke eredienst = Woonstvergoeding pastoor = Subsidies voor tekorten in begroting
58.180,42 euro 362.193,19 euro
Protestans-evangelische eredienst = Woonstvergoeding
2830,92 euro
93
4.3. Onroerend erfgoed (onderhoud historische gebouwen) Het is onmogelijk om hier een volledige oplijsting te maken. Deze bedragen verschillen ook jaarlijks. Om in de mate van het mogelijke een overzicht te bieden, vermelden we enkele cijfers uit de jaarverslagen 2005 en 2006 (tabel 1), cijfers uit de begroting van 2007 (tabel 2) en vermelden we de acties 2008 voor het domein monumentenbeleid (tabel 3). 4.3.1. Cijfers uit de jaarverslagen van 2005 en 2006 Investeringsuitgaven voor eredienstgebouwen in staatseigendom of door de stad in erfpacht
214.191,42 euro
Voor de vzw Stichting Monumenten en Landschapszorg restauratie de Onze Lieve Vrouw ter Predikherenkerk = kerk
867.627,34 euro
= orgel
122.276,44 euro
Subsidies voor buitengewone werken aan kerken voor de eredienst
170.940,19 euro
4.3.2. Cijfers uit de begroting van 2007 Bouw museumsite fase 3 tem 5 Restauratiepremies particulieren
100.000,00 euro
Stadsaandeel restauratiepremies openbare besturen
100.000,00 euro
Restauratie Sint-Pieters kerk
845.000,00 euro
Aanstelling ontwerper restauratiewerken
215.000,00 euro
Restauratie Abdij van Park
750.000,00 euro
Parking Abdij van Park
700.000,00 euro
Toeristische bewegwijzering
40.000,00 euro
Aankoop privaat patrimonium
50.000,00 euro
Onderhoudskosten privaat patrimonium Restauratie monument Ballon van de Vriendschap
94
80.000,00 euro
250.000,00 euro 45.000,00 euro
4.3.3. Cijfers voor 2008 voor het domein monumentenbeleid Restauratiepremies particulieren
100.000,00 euro
Restauratiepremies aan openbare besturen
100.000,00 euro
Aanstelling ontwerpers voor geklasseerde monumenten
250.000,00 euro
Restauratie fase 5 Sint–Pieterskerk
895.000,00 euro
Restauratie Mariapoort Abdij van Park Buitengewoon onderhoud gebouwen Abdij van Park
1.700.000,00 euro 15.000,00 euro
Erelonen en vergoedingen voor expertises (onderzoek Sint-Pieterskerk e.a
500,00 euro
Telefoonkosten
300,00 euro
Andere administratiekosten (lidmaatschap monumentenwacht) Huur-en onderhoudkosten van technische benodigdheden
1200,00 euro 150,00 euro
95
DEEL 9: OPVOLGING Het erfgoedbeleidsplan (2009-2014) wordt ingediend op 1 februari 2008. Van zodra het beleidsplan is goedgekeurd door de Vlaamse Gemeenschap en het nieuwe erfgoedconvenant met bijhorende subsidie wordt afgesloten, kan gewerkt worden aan een nog meer gedetailleerde meerjarenplanning. Afhankelijk van de grootte van het toegekende subsidiebedrag zullen bepaalde acties en projecten klein- of grootschalig worden aangepakt en zal de intensiteit van de regiowerking bepaald worden. De implementatie van het beleidsplan zal nog geconcretiseerd worden in de jaarlijkse actieplannen. Deze plannen, opgemaakt door de medewerkers van de erfgoedcel, worden telkens afgetoetst bij de stuurgroep van de erfgoedcel en worden ter advies voorgelegd aan de deelraad erfgoed en aan de commissie cultuur. Op basis van het actieplan kan de uitwerking van het convenant nauwgezet worden opgevolgd en geëvalueerd. De evaluatie en bijsturing van het erfgoedbeleidsplan (2009-2014) gebeurt stapsgewijs. In de eerste plaats worden jaarlijks alle acties en ondernomen stappen intern geëvalueerd via een werkingsverslag dat wordt overgemaakt aan de Vlaamse Gemeenschap. Dit verslag is gebaseerd op het actieplan en evalueert in concreto de voorbije projecten en de hierbij geformuleerde resultaatsindicatoren. Daarnaast zal de erfgoedcel ook haar interne, dagelijkse werking evalueren samen met de stuurgroep. Na drie jaar wordt een uitgebreide evaluatie van de uitwerking van het beleidsplan gehouden. Ook deze evaluatie gebeurt in de stuurgroep en in de deelraad erfgoed. De erfgoedcel zal bovendien voor de tussentijdse evaluatie ook een beperkt aantal stakeholders bevragen: zowel enkele professionele actoren als enkele verenigingen. Op basis van deze evaluatie zal een geactualiseerde versie van het beleidsplan worden opgemaakt, waarbij de eventuele bijsturingen op het gevoerde beleid kunnen worden verantwoord. In 2013 zal bij alle stakeholders worden gepeild of de werking van de erfgoedcel en de manier waarop er met het erfgoedconvenant gewerkt werd aan hun verwachtingen voldeed. Op basis hiervan wordt een eindevaluatie gemaakt van de convenantperiode (2009-2014) en worden de plannen voor de toekomst verder uitgestippeld. Evaluatie en bijsturing zal ook gebeuren via bevragingen van het publiek. In deze beleidsperiode wordt er op drie momenten een publieksbevraging gepland naar aanleiding van bepaalde concrete projecten. Via deze gestructureerde opvolging, moet gewaarborgd blijven dat het erfgoedbeleidsplan een plan blijft op maat van de stad Leuven en omgeving en dat zowel sector als publiek zich erin kunnen erkennen.
96
BIJLAGEN Bijlage 1:
Gestandaardiseerde vragenlijst
Bijlage 2:
Literatuurlijst
Bijlage 3:
College van burgemeester en schepenen stad Leuven; Verdeling zetels gemeenteraad stad Leuven; Directie cultuur
Bijlage 4:
Selectie uit de beleidsnota 2007-2012
Bijlage 5:
Identificatiefiches
Bijlage 6:
Verwachtingen t.o.v. het erfgoedconvenant op basis van sectorgesprekken Leuven
Bijlage 7:
Reglement basis- en werkingstoelage verenigingen
Bijlage 8:
Reglement artistieke en gemeenschapsvormende projecten
BIJLAGE 1: Vragenlijst Leuvense erfgoedactoren 1. PRAKTISCHE INFO ERFGOEDACTOREN 1.1. Adres en contactgegevens Naam van de instelling of vereniging Adres van de maatschappelijke zetel van de instelling/vereniging Contactgegevens van instelling/vereniging Contactpersoon: .................................................................................................................................... Functie: ................................................................................................................................................. Tel:....................................................................................................................................................... Fax: ..................................................................................................................................................... E-mailadres: .......................................................................................................................................... Website: ............................................................................................................................................... 1.2. Structuur (bestuur/personeelsleden/leden) Juridische structuur – statuut: (feitelijke vereniging, bvba, gemeentelijk, federaal, privé, vzw… ) Raad van bestuur/aantal bestuursleden: Aantal leden: Samenkomst leden: Aantal actieve medewerkers: Lidgeld: Oprichtingsdatum: Info over overkoepelende vzw (naam, adres, contactgevens, stichtingsdatum): Info over zuster VZW’s/verbindingen: 1.3. Huisvestiging Duid aan op welke wijze de instelling is gehuisvest q
De instelling/vereniging is eigenaar van het pand
q
De instelling/vereniging heeft het vruchtgebruik van het pand
q
De instelling/vereniging heeft een pand in erfpacht
q
De instelling/vereniging huurt een pand / lokalen
q
De instelling/vereniging beschikt over een pand / lokalen, gratis of tegen een symbolische vergoeding
q
De instelling/vereniging beschikt niet over een pand / lokalen
q
De instelling/vereniging zoekt nog naar een pand
q
De instelling/vereniging beschikt over ongebruikte ruimte bijlage 1 – 97
Over welke ruimtes beschikt de instelling in dat pand? Hoe groot zijn deze ruimtes ongeveer? RUIMTE
Geen
< 20 m2
20-50 m2
50-100 m2
>101 m2
Publieksruimte voor permanente ontsluiting
q
q
q
q
q
Publieksruimte voor tentoonstellingen
q
q
q
q
q
Onthaal
q
q
q
q
q
Depotruimte
q
q
q
q
q
Bibliotheek
q
q
q
q
q
Leeszaal
q
q
q
q
q
Archief
q
q
q
q
q
Conferentie- of vergaderzaal
q
q
q
q
q
Personeelsruimtes (burelen, sanitair…)
q
q
q
q
q
Andere (ev. polyvalente ruimte)
q
q
q
q
q
2. WERKING/DOELSTELLINGEN 2.1. Missie en doelstellingen Wat zijn de missie en de doelstellingen van uw organisatie?
Welk bereik (nationaal, lokaal, regionaal…) heeft uw organisatie?
2.2. Soort erfgoedactor Welk soort erfgoedactor is uw vereniging/instelling? q
Archief
q
Bewaarbibliotheek
q
Documentatiecentrum
q
Museum
q
Heemkundige vereniging
q
Historische vereniging
q
Volkskundige vereniging
q
Andere
bijlage 1 – 98
Opmerkingen
Voor max. .... personen
2.3. Thema’s Op welke inhoudelijke thema’s concentreert de werking zich? (afbakening in tijd, ruimte…)
2.4. Doelpubliek Wat is het doelpubliek van uw organisatie?
2.5. Beleidsinstrumenten/methodes Maakt de instelling/vereniging gebruik van een van volgende beleidsinstrumenten of beleidsmethoden? q een meerjarenplanning (beleidsplan) q een jaarlijks actieplan q een jaar-of werkingsverslag q een evaluatieplan (jaarlijks of meerjarig) q een enquête (bv. een tevredenheidsonderzoek bij de bezoekers of bij de abonnees van het blad) frequentie q een open vergadering voor de leden (niet-beheerders) - frequentie q een informatievergadering voor niet-leden - frequentie q advies van externe, onafhankelijke experten inroepen q een algemene vergadering q een raad van bestuur q andere: ....................................................................................................................................... 3. COLLECTIE/ERFGOED 3.1. Bewaring Bewaart u of uw vereniging/instelling een eigen collectie?
3.2. Thema’s/beschrijving Omschrijf kort de aard en omvang van de collectie van uw organisatie
bijlage 1 – 99
3.3. Groei In welke mate is er nog een aangroei van de collectie? Zijn er selectiecriteria?
In welke mate wordt u geconfronteerd met schenkingen, vragen tot opname?
Worden er ook zaken verwijderd uit collectie? Bestaan hier criteria voor?
3.4. Toegankelijk Is het erfgoed dat uw vereniging/instelling bewaart voor het publiek toegankelijk of raadpleegbaar? q
neen
q
vrij toegankelijk
q
alleen op afspraak
Al dan niet permanent?
3.5. Inventaris Bestaat er een inventaris van de verzameling van uw vereniging/instelling (geheel of gedeeltelijk)? q
neen
q
ja, op papier
q
ja, digitaal
Gebruikt u een bepaalde informaticatoepassing voor registratie/beheer van uw collectie/archief? Zo ja, welk systeem gebruikt u?
Is de inventaris van het erfgoed die uw vereniging bezit publiek toegankelijk? q
neen
q
in de lees- of studiezaal
q
in de plaatselijke bibliotheek
q
ja, via website
q
ja, via tijdschrift en publicaties
q
ja, via…
3.6. Bewaarplaats/depot Waar wordt de verzameling bewaard?
bijlage 1 – 100
3.7. Problemen Zijn er problemen met de bewaring en het beheer van uw collectie?
4. ACTIVITEITEN/PROJECTEN 4.1. Publieksprojecten Welke publieksactiviteiten organiseert de instelling/vereniging in de reguliere werking? Soort publieksactiviteit
q
tentoonstellingen
q
permanente
q
tijdelijke
q
studiedagen
q
lezingen
q
cursussen (met lesgever)
q
beurzen of markten (boeken, verzamelobjecten…)
q
wandelingen
q
rondleidingen
q
historische evocaties (stoeten, processies, ommegang…)
q
(openbare) feesten, wedstrijden…
q
opendeurdagen
q
andere :.............................. .........................................
Wat is de frequentie daarvan?
Hoeveel personen bereikt u daarmee (op jaarbasis?)?
q permanent
q een tiental
q elk weekeinde
q ongeveer vijftig
q éénmaal per maand
q ongeveer honderd
q enkele keren per jaar
q 100 tot 1.000
q éénmaal per jaar
q meer dan 1.000
Heeft u in het verleden reeds educatieve projecten opgezet of hebt u eraan meegewerkt? Zo ja, welke?
Heeft uw organisatie een aanbod voor kinderen en jongeren?
bijlage 1 – 101
Welk publiek bereikt u wel en welk publiek niet? (cfr. doelgroepen)
Gebeuren er publieksbevragingen?
4.2. Onderzoek en publicaties Wordt er aan wetenschappelijk onderzoek gedaan? en zo ja op welke domeinen?
Welke periodieke publicaties geeft uw organisatie uit? In kopie
gedrukt
elektronisch
frequentie (op jaarbasis)
oplage
Jaartal eerste verschijning
q Nieuwsbrief q Tijdschrift q Jaarboek q Geen Geef titel en oplage van de publicatie(s) die de instelling/vereniging heeft uitgegeven of waaraan de instelling/vereniging heeft meegewerkt? Bibliografische beschrijving (Auteur (s), Titel, uitgever, jaartal)
4.3. Communicatie Op welke manier wordt er gecommuniceerd?
Over welke communicatiemiddelen beschikt uw organisatie? q
website
q
Folders
q
Nieuwsbrieven
q
Ledenblad
q … bijlage 1 – 102
Oplage
4.4 Problemen Zijn er problemen m.b.t. de activiteiten/projecten van uw organisatie?
Zijn er problemen m.b.t. communicatie en promotie?
5. SAMENWERKING (coördinatie en netwerkvorming) 5.1. Met wie?
5.2. Aard Is er vanuit de instelling/vereniging een permanente samenwerking (d.w.z. op structureel vlak) met een andere instelling/vereniging? Indien ja, geef naam van deze instelling(en)/vereniging(en).
Op welk vlak situeert deze samenwerking zich? q
Archief- of collectiebeheer
q
Archief- of collectievorming
q
Dienstverlening
q
Infrastructuur
q
Organisatie van tentoonstelling
q
Organisatie van andere publieksactiviteiten
q
Restauratie/conservatie
q
Andere: ...................................................................................................................................
Met welke instellingen/verenigingen was of is er een occasionele samenwerking was?
Op welk vlak situeert deze samenwerking zich? q
Archief- of collectiebeheer
q
Archief- of collectievorming
q
Dienstverlening
q
Infrastructuur
q
Organisatie van tentoonstelling
q
Organisatie van andere publieksactiviteiten
q
Restauratie/conservatie
q
Andere: ...................................................................................................................................
bijlage 1 – 103
Aan welke evenementen neemt uw organisatie deel (erfgoeddag, Open Monumentendag…)? Hoe vaak?
5.3. Waarom wel/waarom niet Indien u niet samenwerkt met derden of als u wel méér wilt samenwerken maar daar niet aan toe komt, dan is de reden: nut van samenwerking? Vermeerderen of afbouwen?
5.4. Problemen
6. ONDERSTEUNING Krijgt uw organisatie ondersteuning van buitenaf? q
van het gemeente- of stadsbestuur
q
van het provinciebestuur of hogere overheid
q
an particulieren
q
van bedrijven
q
andere: .....................................................................................................................................
Onder welke vorm gebeurt deze ondersteuning? q
financieel (+/- ……………………….. EUR op jaarbasis)
q
materiële hulp (ter beschikking stellen van lokalen of materialen…)
q
delen van kennis en ervaring
q
promotie
q
overige: .....................................................................................................................................
bijlage 1 – 104
7. SWOT EIGEN ORGANISATIE sterktes, zwaktes, problemen, dromen, noden, prioriteiten Welke zijn de sterke punten van uw organisatie?
Welke zwakkere punten / behoeften kent uw organisatie die de werking bemoeilijken? (bv. betreffende infrastructuur, medewerkers, knowhow, publieksbereik…)
Wat zou beter kunnen in de werking van uw organisatie?
Welke kansen zijn er in de toekomst voor uw organisatie?
Welke bedreigingen zijn er in de toekomst naar uw organisatie? (vb. gebrek aan leden, vergrijzing, bewaaromstandigheden collectie, plaatsgebrek, werkdruk…)
8. ERFGOEDCEL EN VERWACHTINGEN 8.1. Taken/verwachtingen erfgoedcel Wat verwacht u van een erfgoedconvenant?
Welke taken zou de Leuvense Erfgoedcel volgens u op zich moeten nemen?
Hebt u nog andere verwachtingen t.a.v. het algemene erfgoedbeleid van de stad Leuven?
bijlage 1 – 105
8.2. Evaluatie werking en suggesties Kende u voor ons bezoek de erfgoedcel? q
Ja
q
Neen
Wat moet de erfgoedcel meer doen, indien de middelen beschikbaar zijn, en waarom?
Wat moet de erfgoedcel minder doen (afbouwen) en waarom?
Welke goede raad en goede suggesties voor de toekomst kunnen worden meegegeven en waarom?
Wat zijn de sterke punten van de erfgoedcel Leuven en waarom?
Wat zijn de zwakke punten van de erfgoedcel Leuven en waarom?
Heeft u al samengewerkt met de erfgoedcel? Was dit een positieve/negatieve ervaring? Waarom?
Zou u in de toekomst willen samenwerken met de erfgoedcel Leuven? Waarom wel/niet?
8.3. Tegemoet komen aan behoeften en noden van de eigen organisatie Hoe kan een erfgoedconvenant tegemoet komen aan de behoeften en noden van de eigen organisatie?
bijlage 1 – 106
8.4. Deelraad erfgoed en stuurgroep Wat vindt u van de werking van de deelraad erfgoed?
Hoe moet dit overleg volgens u evolueren? Wat kan beter?
Wat vindt u van de werking van de stuurgroep?
Hoe moet dit overleg volgens u evolueren? Wat kan beter?
Is de erfgoedsector van Leuven voldoende vertegenwoordigd in deze stuurgroep?
9. TOEKOMST Wat zou u als instelling / vereniging de komende 5 jaar graag verwezenlijken? Hoe ziet u uw vereniging in de toekomst evolueren?
bijlage 1 – 107
BIJLAGE 2: Literatuurlijst = Memorandum cultuurraad Leuven, juni 2007 = Beleidsnota 2007-2012 stad Leuven (cultuur), schepencollege = Cultuurbeleidsplan 2008-2012 stad Leuven, cultuurbeleidscoördinator = Erfgoeddecreet = Handleiding bij het Erfgoeddecreet en het Archiefdecreet, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap = Informatiebrochure Cultureel Erfgoed, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, agentschap Kunsten en Erfgoed, mei 2007 = Vlaams Actieplan Interculturalisering van, voor en door cultuur, jeugd en sport = E-cultuur, Bouwstenen voor praktijk en beleid = Draaiboek beleidsplanning voor musea. Handleiding tot het vermijden van uitschuivers, coördinator T. Verhaert, Culturele Biografie Vlaanderen = Draaiboek beleidsplanning voor erfgoedconvenants, coördinator Annemie Rossenbacker, Culturele Biografie Vlaanderen = Hambach E, Brochure over de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers, 28 september 2006 = A. Vander Stichele, P. Gielen, R. Laermans, “Vlaming zonder cultureel geheugen? De actuele erfgoed-participatie en –interesse in Vlaanderen” in: Cultuurparticipatie in breedbeeld, p. 85-113 = P. Gielen en R. Laermans, Cultureel Goed. Over het (nieuwe) erfgoedregiem, Lannoo Campus, 2005 = Erfgoededucatie in het Vlaams onderwijs. Erfgoed en onderwijs in dialoog, Agentschap Kunsten en Erfgoed, Canon en VIOE, januari 2007 = Mass-Rapport = P. Vanhoutte, Een analyse van de behoeften op het gebied van archief- en documentatiebeheer van de vrijwilligersverenigingen in de sector volkscultuur, 2006 = M. Jacobs, “Unescoconvenatie over immaterieel cultureel erfgoed aanvaard”. = M. Jacobs, “Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving (Faro 27/10/2005)” in Mores, jaargang 7, nr. 1, 2006 = M. Jacobs, “Van ‘Deus Ex Machina’ tot ‘Meesterwerk van compromissen’ tot een beleid en werking rond ‘immaterieel erfgoed’” in Mores, jaargang 7, nr. 4, 2006 = J. Walterus, “Erfgoed en de transformaties van het wereldwijde web” in Mores, jaargang 8, nr. 2, 2007
bijlage 2 – 108
BIJLAGE 3: College van burgemeester en schepenen stad Leuven; Verdeling zetels gemeenteraad stad Leuven; Directie cultuur College van burgemeester en schepenen stad Leuven Louis Tobback
sp.a - spirit
burgemeester
Carl Devlies
CD&V/N-VA
schepen van financiën, sport, handel en landbouw
Jaak Brepoels
sp.a - spirit
schepen van wonen, vastgoed, economie en werk
Karin Brouwers
CD&V/N-VA
schepen van ruimtelijke ordening en jeugd
Dirk Robbeets
sp.a - spirit
schepen van openbare werken
Dirk Vansina
CD&V/N-VA
schepen van burgerzaken, monumentenzorg, feestelijkheden, toerisme en communicatie
Denise Vandevoort
sp.a - spirit
schepen van cultuur, sociale zaken, gelijke kansen en studentenzaken
Myriam Fannes
sp.a - spirit
schepen van senioren, stadsreiniging, openbaar groen en begraafplaatsen
Mohammed Ridouani
sp.a - spirit
schepen van personeelszaken, onderwijs, duurzame ontwikkeling en diversiteit
Verdeling zetels gemeenteraad stad Leuven Partij
SP.a - Spirit
CD&V - NVA
Open VLD
Groen!
Vlaams Blok
Zetels
19
13
4
4
5
Directie cultuur Naam
functie
Taak
Dienst culturele zaken Steven Dusoleil
cultuurbeleidscoördinator
Lieve Grymonprez
administratief medewerkster
secretariaat
Rebecca Gysen
erfgoedcoördinator
erfgoedbeleid
Tiny T’Seyen
erfgoedcommunicator
erfgoedcommunicatie
in te vullen
technisch coördinator
culturele infrastructuur en technische coördinatie
Kristel Salaets
communicatie
communicatie
Denise Rabau
administratief medewerkster
communicatie
Fernande Stas
publieksmedewerker
cel publiekswerking
De stedelijke culturele instellingen zijn: q
30CC, het cultuurcentrum van Leuven, cultuurfunctionaris-directeur Yves Gasia;
q
Bibliotheek Tweebronnen, bibliothecaris Danie De Saedeleer;
q
Archief Tweebronnen, archivaris Marika Ceunen;
q
M, M van museum Leuven, conservator Veronique Vandekerchove.
bijlage 3 – 109
BIJLAGE 4: Selectie uit de beleidsnota 2007-2012 XI. CULTUUR In 2007 wordt het cultuurbeleidsplan 2008 –2012 geschreven. Het stadsbestuur wenst dit plan tot stand te laten komen met de inspraak van zoveel mogelijk Leuvenaars, verenigingen en culturele organisaties. Hiervoor werden reeds in 2006 een aantal onderzoeksopdrachten gegeven o.a. rond de thema’s communicatie en kunst- en erfgoededucatie voor jongeren. De directie cultuur heeft verder de opdracht gekregen een stappenplan uit te werken om deze inspraakoefening en de discussie over cultuur in gang te zetten in de hoop een zo breed mogelijk platform te creëren. 1. LEUVEN, CREATIEVE STAD De stad Leuven wil een creatieve stad zijn, voor creatieve mensen. En dit aan de hand van de grote sterktes van Leuven. = De stad Leuven wil – dankzij de aanwezigheid van de K.U. Leuven en vele onderwijs- en opleidingsinstellingen - de koppeling leggen tussen opleiding, experiment, creatieve economie en artistieke creativiteit. Actiepunten: = de stad zal netwerken creëren tussen (hogere) onderwijsinstellingen, creatieve economie en kunst. Hieruit kunnen projecten vloeien die kunst en wetenschap samenbrengen. De stad wil daarin de link leggen met de creatieve economie; = de stad zal de sterk aanwezige kunsteducatieve sector in Leuven blijven ondersteunen. = De stad wil de aanwezigheid van een rijk patrimonium en een rijke Brabantse geschiedenis, verhalen in een hedendaagse context. = De stad Leuven wil - omwille van de aanwezigheid van veel jongeren en studenten in de stad samen met een groot aantal jonge, door de Vlaamse gemeenschap erkende culturele productiehuizen - een voedingsbodem geven aan jong artistiek talent. Actiepunten: = ondersteunen van de Leuvense productiehuizen = ondersteunen van huizen die specifiek met kunsteducatie bezig zijn = ondersteunen van het Stedelijk Kunstonderwijs Concrete projecten en doelstellingen = De stad wil de museumsite onderbrengen in een autonoom gemeentebedrijf met een nieuwe naam, voldoende budgetten en een nieuw personeelsplan. Actiepunten: = opstellen van een businessplan = directeur zoeken = alles in het werk stellen om een erkenning te bekomen van museum van ‘nationaal belang’ = samenwerken met het STUK als een belangrijke meerwaarde = De stad wil de plannen voor de ombouw van zaal Eden tot zaal Het Depot – een pop- en rockcentrum met infrastructuur voor optredens, repetitieruimten voor groepjes, leslokalen… - concreet realiseren. bijlage 4 – 110
= De stad wil in 2009 een cultureel hoogtepunt/jaar met internationale uitstraling realiseren dat in de toekomst kan herhaald worden. In 2009 is de opening van de nieuwe museumsite en de Rogier Vanderweyden tentoonstelling gepland. In het voorjaar is er de Post-Bologna-conferentie. Actiepunten: = onderzoeken of de stad om de twee, drie of vier jaar een cultureel hoogtepunt met internationale uitstraling kan realiseren, waaraan eventueel ook andere projecten en kleinere evenementen kunnen gekoppeld worden. = De stad wil oog hebben voor kunstonderwijs en kunsteducatie. Actiepunten: = jong talent ontwikkelen, ondersteunen en laten doorgroeien. Dit kan door het stedelijk kunstonderwijs verder uit te bouwen en naar buiten te laten treden, maar ook door talentvolle jongeren uit het kunstonderwijs te laten doorstromen naar het Depot of de Museumsite = binnen de Leuvense instellingen voor deeltijds kunstonderwijs het multidisciplinair denken verder uitbouwen. = de academie voor beeldende kunst en het conservatorium voor muziek, woord en dans moeten zich via samenwerkingsverbanden uiten als een progressieve kunsteducatieve instelling en een onmisbare speler in het stedelijk cultuurbeleid = het vertalen van de samenwerking tussen beide instellingen niet alleen via interdisciplinaire projecten maar ook in een gezamenlijke publiekswerking = uitbouwen van de onthaalfunctie van deze beide instellingen tot een gemeenschappelijke ontvangstbalie met permanent baliepersoneel nabij de hoofdingang van het gebouw = samenbrengen van kunstenaars en onderzoeksafdelingen met het oog op een tweejaarlijkse tentoonstelling rond kunst en wetenschap = De stad wil de Molens van Orshoven uitbouwen tot een kunstenwerkplaats. = De stad wil Leuvense kunstenaars en organisaties ondersteunen. Actiepunten: = ondersteunen van artistieke initiatieven die waardevol zijn voor Leuven = een opvolgingen voor de Kunstenroute (mee) realiseren en ondersteunen = een actieplan uitwerken ter bevordering van de amateurskunsten in Leuven = het reserveren van de Norbertuspoort van de Parkabdij als tentoonstellingsruimte voor Leuvense amateurkunstenaars, alsook leerkrachten en leerlingen van de academie = onderzoeken of het nuttig kan zijn een talentenbank voor creatief talent op te richten = onderzoeken welke mogelijkheden galerijen kunnen bieden = elk jaar een productieopdracht geven aan de Leuvense productiehuizen = De stad wil een sterke vooruitgang boeken inzake kunst in de publieke ruimte. Ze zoekt een samenspel tussen architectuur, beelden en pleinen.
bijlage 4 – 111
2. CULTUUR VOOR IEDEREEN Leuven kiest voor cultuur die mensen samenbrengt. Cultuur moet voor iedereen mogelijk zijn. Het stadsbestuur vindt het belangrijk dat mensen zich kunnen ontplooien en hun ambities kunnen realiseren. Er moet sprake zijn van een brede participatie in cultureel en sociaal opzicht. Daarnaast moet er ook sprake zijn van betrokkenheid bij maatschappelijke processen en vraagstukken. Concrete projecten en doelstellingen = De stad wil op een toegankelijke manier – o.a via In&Uit en de website - aan iedereen een overzicht geven van het ruime aanbod in onze stad met als doel een grotere participatie. Ook de sectoren jeugd en – op termijn – sport, worden hierbij betrokken. Actiepunten: = het realiseren van een maandelijks vrijetijdstijdschrift = het realiseren van een nieuwe ( In&Uit) website = De stad Leuven zal het participatiebeleid verder stroomlijnen. Diverse diensten en instellingen spelen een rol in dit verband en moeten één goed gecoördineerd beleid nastreven. Het gaat ondermeer om het OCMW en de diensten cultuur, jeugd, sport en welzijn. Actiepunten: = sociaal artistieke projecten zoals De FactorY en Compagnie Tartaren en projecten in buurten en kansenwijken ondersteunen = de samenwerking met de seniorenraad continueren = de bibliotheek zal zich profileren als een ‘venster op de wereld’. De bibliotheek krijgt ook een sterk educatieve opdracht = De stad wil met elke school een overeenkomst afsluiten waarin bepaald kan worden hoe zal worden samengewerkt op cultureel vlak. Actiepunten: = samen met de sector uitzoeken hoe de functie van een coördinator voor het kunst- en erfgoedbeleid kan gerealiseerd worden = Het stadsbestuur wil het bestaande traject van inspraak in en participatie aan de cultuurbeleidsplanning intensifiëren en verfijnen. Actiepunten: = de Cultuurkoepel blijven steunen en appreciëren in haar werking = De stad legt de keuze voor meer participatie formeel vast in de beheersovereenkomst met en in de beleidsplannen van de eigen culturele stedelijke instellingen, zijnde 30CC, de bibliotheek, het archief en het museum. Actiepunten: = vooral 30CC moet de motor worden van deze nieuwe praktijk
bijlage 4 – 112
= 30CC krijgt de opdracht om 30% van de door de stad ter beschikking gestelde budgetten te besteden aan de volgende doelstellingen: 8
het ondersteunen of initiëren van wijk- en buurtgerichte werking;
8
het bevorderen en ondersteunen van de sociaal-artistieke praktijk en het stimuleren van samenwerking hieromtrent;
8
het bevorderen of ondersteunen van inclusieve projecten of gemeenschapsvormende projecten waarbij de mate van ontmoeting minstens even belangrijk is als de artistieke beleving
= deze uitgangspunten zijn ook aandachtspunten voor andere instellingen = de museumsite zal initiatieven ontwikkelen die haar collectie en kunst in het algemeen toegankelijk, zichtbaar en begrijpbaar maken = de benedenverdieping van de nieuwbouw zal fungeren als een laagdrempelige ontmoetingsruimte = de bibliotheek zal in dit verband bijzondere aandacht hechten aan de werking van de filialen. Het nieuwe bibliotheekfiliaal van Kessel-Lo op de Centrale Werkplaatsen moet een modelfiliaal worden. De spelotheek voor de kinderen met een beperking krijgt hier ook een plaats. Het filiaal van Wilsele krijgt een opknapbeurt. = Binnen het participatiebeleid wil de stad een bijzondere plaats geven aan het verenigingsleven en zorgen voor ontmoetingsplaats. Actiepunten: = realisatie onderzoeken van een ‘sociaal-cultureel huis’ (met vergaderruimten, ateliers, repetitielokalen…) op de site van de Romaanse Poort (na de verhuis van de jeugddienst naar de Centrale Werkplaatsen) = naast grote evenementen ook kleinschalige culturele ontmoetingen uitwerken waar intimiteit en contact belangrijk zijn. Voor kleine plaatselijke optredens kan hiervoor samengewerkt worden met de horeca. = de realisatie onderzoeken van een erfgoedhuis (over de Leuvense geschiedenis en het Leuvense erfgoed) in een deel van het stadhuis na de verhuis van de stadsdiensten naar het nieuwe stadskantoor (niet als afzonderlijk museum, maar voor kleine tijdelijke tentoonstellingen verbonden aan de In&Uit. De Leuvense erfgoedcel, het archief, het museum en de In & Uit zullen een plan opstellen om dit te realiseren en te integreren in het Leuvens toeristisch beleid De Leuvense erfgoedcel zal een groot deel van haar budgetten de komende jaren besteden aan de inrichting en realisatie van dit huis en zal de werking ervan structureel op zich nemen. 3. ERFGOED = De stad wil duurzaam omspringen met haar erfgoed. Actiepunten: = onderzoeken of de schepenenbank in het stadsarchief toegankelijk kan gemaakt worden. Het stadsarchief stelt hiervoor een timing en een plan op. = de erfgoedcel realiseert een grote databank voor het Leuvens erfgoed. = Erfgoedroute: in navolging van Aha! Wetenstappen en in samenwerking met de Leuvense erfgoedraad een permanente erfgoedroute lanceren. = de stadsorganist blijven ondersteunen.
bijlage 4 – 113
BIJLAGE 5: Identificatiefiches Identificatiefiche Academie van het Leuvens dialect Naam van de instelling of vereniging Vzw Academie van het Leuvens Dialect = Akademie van ’t Leives Juridische structuur – statuut VZW Aantal leden Over de 500 leden Aantal actieve medewerkers 12 bestuursleden + de dramatiek groep en de groep van donderdag. In totaal: 25 mensen Lidgeld 10 euro per jaar Missie en doelstellingen De vereniging heeft tot doel het Leuvens dialect te bestuderen en zijn kennis en gebruik in stand te houden en aan te moedigen. Ze neemt alle initiatieven die daar rechtstreeks of onrechtstreeks toe bijdragen Bereik Lokaal Doelpubliek Iedere geïnteresseerde Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Het verenigingsarchief wordt bewaard – dit is nu ondergebracht in het Stadsarchief (oorspronkelijk op zolders en in kelders van leden) Activiteiten = 2 x per jaar een wandeling in het dialect = soms een wandeling/rondleiding op vraag = jaarlijkse “Leivesen Achteneun” (haast aan zijn 10de editie) waarin Leuvense liedjes, quiz over de kennis van het dialect en parodietoneel met schlagermelodieën op het programma staan. = de “Sjepoeet”, het jaarlijks gezellig etentje (met optredens) van en voor de leden (en niet leden) = plaatsing van een 25 tal straatnaamborden met de oude Leuvense benamingen. = deelname aan Erfgoeddag (standje, wedstrijd, optreden… ) = Publicaties = Driemaandelijks tijdschrift. = Monografieën, studies en boeken over het Leuvens dialect
bijlage 1 – 114
Identificatiefiche Alamire Foundation Naam van de organisatie Alamire Foundation, internationaal centrum voor de studie van de muziek in de Lage Landen Juridische structuur – statuut VZW Aantal leden van uw organisatie 6 leden Aantal actieve medewerkers 5 actieve medewerkers Missie en de doelstellingen De Alamire Foundation stelt zich tot doel musicologisch onderzoek te voeren en te coördineren, in het bijzonder naar de muziek en het muziekleven in de Lage Landen tijdens het Ancien Regime. Haar onderzoek spitst zich vooral toe op het ontstaan en de bloei van de Vlaamse polyfonie tijdens de 15de en 16de eeuw, en bestrijkt zo een periode waarin Vlaanderen in het internationale muziekleven een leidende rol speelde. Daarnaast wil de Alamire Foundation het Vlaams muzikaal erfgoed lokaliseren, inventariseren, conserveren en onderzoeken. In het verlengde hiervan behoort het tot haar opdracht haar resultaten voor een zo breed mogelijk publiek te ontsluiten. Door nauwe samenwerking met historici, kunsthistorici, liturgisten, linguïsten, professionele musici en ensembles worden muziekanalyse en uitvoeringspraktijk belicht vanuit een breed historisch, sociaal-cultureel, politiek en economisch perspectief. Bereik De Alamire Foundation functioneert als een uniek forum op internationaal vlak. Door het onderhouden van talrijke samenwerkingsverbanden met prestigieuze onderzoeksinstellingen en door de organisatie van en regelmatige aanwezigheid op belangrijke internationale congressen, creëert zij een continue dialoog met onderzoekers wereldwijd. Haar onderzoeksresultaten verschijnen als kwalitatief hoogstaande wetenschappelijke monografieën en als artikels in toonaangevende vaktijdschriften, alsook in de vorm van facsimile-uitgaven en/ of moderne kritische edities. In de reeks Yearbook of the Alamire Foundation verschijnen de proceedings van de internationale congressen en colloquia georganiseerd door de Alamire Foundation; in de reeks Monumenta Flandriae Musica wordt een selectie van unieke Vlaamse muziek uit de periode van de Middeleeuwen tot 1800 in moderne kritische editie uitgegeven. De organisatie van tentoonstellingen en van concerten met befaamde musici en ensembles, gepaard gaand met de publicatie van zowel gespecialiseerde als hoogvulgariserende boeken en artikels, verleent aan dit onderzoek een blijvende maatschappelijke relevantie. Doelpubliek Onderzoekers en studenten in de musicologie en aanverwante domeinen (nationaal/internationaal); musici en ensembles; muziekfestivals, concertorganisatoren en culturele organisaties actief op het vlak van de valorisatie van muzikaal erfgoed. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Het documentatiecentrum van de Alamire Foundation is gehuisvest in lokaal 02.43 van de Centrale Bibliotheek van de Katholieke Universiteit Leuven, Ladeuzeplein 21, 3000 Leuven. Het is complementair aan de bibliotheek van de afdeling Musicologie (faculteit Letteren) en omvat:
bijlage 1 – 115
= een uitgebreide handbibliotheek met musicologische vakliteratuur met betrekking tot het onderzoeksgebied van de Alamire Foundation (met name de muziek en het muziekleven in de Lage Landen tijdens het Ancien Regime), naslagwerken en repertoria, boeken, artikels, muziekedities, facsimile-uitgaven en dia’s. = een collectie microfilms en microfiches van muziekhandschriften en -drukken = Gregoriaanse bibliotheek F. Schneyderberg = een kleine maar interessante schenking uit de nalatenschap van André Sevenants (voormalig lid van Gregoriaans Koor Leuven) = muziekcollecties van derden die in bruikleen worden gegeven voor inventarisatie en studie (niet raadpleegbaar voor het publiek) Activiteiten De Alamire Foundation organiseert tweejaarlijks een internationaal congres. Het eerstvolgende kadert in het onderzoeksproject Het Liedboek van Zeghere Van Male: Onderzoek naar inhoud, vorm en betekenis van een uitzonderlijk muziekhandschrift met polyfonie binnen de “townscape – soundscape” van renaissancistisch Brugge (K.U. Leuven, Onderzoekseenheid Musicologie/Alamire Foundation) en heeft als voorlopige titel The Making & the Use of Music Manuscripts in Private and Civic Contexts (ca. 1480-1550). Brugge 29-31 juli 2008 Publicaties De Alamire Foundation publiceert, in nauwe samenwerking met Alamire Muziekuitgeverij, de wetenschappelijke reeksen Yearbook of the Alamire Foundation (colloquium proceedings) en Monumenta Flandriae Musica (transcripties en uitvoeringspartituren) naast talrijke facsimile-edities. Voorts produceert de Alamire Foundation nog een steeds groeiend aantal publicaties en bijdragen in uitstekende tijdschriften, prestigieuze boeken, repertoria en encyclopedieën. Voor een volledig overzicht verwijzen we naar de algemene bibliografie(www.arts.kuleuven.be/alamire), waarin naast de publicaties ook de diverse andere aspecten van de werking van de Alamire Foundation aan bod komen, waaronder tentoonstellingen, lezingen, cd’s en concerten.
bijlage 1 – 116
Identificatiefiche AmuseeVous Naam van de instelling of vereniging AmuseeVous vzw Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden: Algemene vergadering: 60 tal leden Aantal actieve medewerkers Coördinator AmuseeVous vzw (4/5) AmuseeVous werkt met vrijwilligers in regionale cellen in Antwerpen, Leuven, Brussel en Gent. Missie en de doelstellingen AmuseeVous wil jongeren verleiden tot meer museumbezoek. Het zet daarvoor de grote middelen in. Bereik Nationaal – internationaal Doelpubliek jongeren tussen 16-26 jaar en 18 en 30 jaar Collectie (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) nvt Activiteiten = Rock-Werchter polsbandactie (het polsbandje van het festival geeft een zomer lang gratis toegang tot 48 musea in België en Nederland). = Soirees (jonge kunstenaars krijgen een podium en een forum in een museum; de collectie van het huis dient daarbij als inspiratiebron) = Specifieke projecten op vraag van musea Publicaties nvt
bijlage 1 – 117
Identificatiefiche Archief Annuntiaten Heilig-Hartinstituut Naam van de instelling of vereniging Archief Annuntiaten Heilig-Hartinstituut Heverlee Juridische structuur – statuut Dienst binnen de congregatie (ressorteert onder VZW zusters Annuntiaten Heverlee) Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 1 archivaris (= gepensioneerde zuster met als hoofdtaak archiefzorg; sinds 2000) 2 occasionele medewerkers (aantal uren per week – zeer specifieke taken) 1 vrijwilliger (een paar halve dagen per week). Lidgeld nvt Missie en de doelstellingen Het archief bewaart en ontsluit documenten in verband met de geschiedenis van de congregatie, haar spiritualiteit en apostolische activiteiten. Bereik Regionaal Doelpubliek Intern en extern publiek (onderzoekers, tentoonstellingen…) De meerderheid van de gebruikers is intern of semi-intern (bv. een school uit Halle) Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: = Papieren archief: persoonlijke archieven, onderwijsarchieven = Audiovisueel materiaal: foto’s, films = Museale collectie: stukken uit de vroegere landbouwschool, uit de tapijtenschool, kunstwerken van zusters kunstenaars, missiestukken, etc = Bibliotheek Inventaris: Gedeeltelijke op papier en gedeeltelijk digitaal: = Archieven: 90% is in Word geïnventariseerd, met uitzondering van de PMS archieven (dit gedeelte wordt goed opgevolgd) = Foto’s: 60 a 70% is geïnventariseerd (meer dan 7000 foto’s). Met de rest van het audiovisueel materiaal (videobanden, dia’s, cassettes) staat het archief veel minder ver. Hier rijzen ook problemen met de omzetting naar nieuwe dragers (digitaliseren), dit is erg kostelijk. Deze deelcollectie vraagt ook veel verwerking, omdat er goed moet beschreven worden wie of wat er op staat, anders is het na 100 jaar helemaal niet meer bruikbaar. = Museale collectie: is in Word volledig geïnventariseerd; 25% is omgezet naar Access. = Boekencollectie: is voor 50% ingevoerd. bijlage 1 – 118
Toegankelijkheid: Het archief is open van maandag tot vrijdag van 8.30 tot 12u (liefst na afspraak). Uitleen niet mogelijk. Activiteiten = Niet regelmatig (bv. 100 jaar H. H. Instituut, Terra Incognita – 75 jaar annuntiaten in Afrika… ) = Eenmalige deelname aan Erfgoeddag Publicaties = Nieuwsbrief van de congregatie (Annuncianda) = Monografieën en boeken
bijlage 1 – 119
Identificatiefiche Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG) Naam van de instelling of vereniging Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG) Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers CAG en wetenschappelijke partner ICAG: 10 medewerkers Lidgeld nvt Missie en doelstellingen Het Centrum Agrarische Geschiedenis wil, samen met andere geïnteresseerden, het verleden van landbouw, platteland en voeding (vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw) bestuderen, bewaren en toegankelijk maken voor een groot publiek. Dit cultureel erfgoed wordt belicht in zijn nationale en internationale context, waarbij ook grote aandacht uitgaat naar de interactie met actualiteit en toekomst. = Het CAG is een kenniscentrum dat de geschiedenis van het brede themaveld landbouw, platteland en voeding bestudeert. Hierbij wordt de periode van 1750 tot vandaag bestreken. = Het CAG is een onafhankelijk steunpunt voor erfgoedinitiatieven. Het doet aan ondersteuning, geeft advies en zoekt samenwerking “op maat” van de partners. = Het CAG biedt ook informatie, educatie en animatie. Het wil het brede publiek aanspreken over verleden, heden en toekomst van landbouw en voeding, via publicaties, lezingen, evenementen en het internet. = De nodige wetenschappelijke ondersteuning wordt verstrekt door het Interfacultair Centrum Agrarische Geschiedenis (ICAG) van de K.U. Leuven, een zusterorganisatie van het CAG. Het CAG is door de Vlaamse Overheid erkend als koepelorganisatie en steunpunt voor het agrarisch erfgoed in Vlaanderen, en dat binnen het decreet op de Volkscultuur (beleidsperiode 2007-2011). Bereik Nationaal Doelpubliek Iedere geïnteresseerde in landbouwgeschiedenis en voeding Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Kleine handbibliotheek
bijlage 1 – 120
Activiteiten = Jaarlijks een kleine tentoonstelling in Leuven (in de pandgang) = Driejaarlijks een groot project over heel Vlaanderen = Studiedagen en cursussen = CAG Ronde Tafel = Uitwerking van specifieke projecten = Bedenken, uitschrijven of uitvoeren van een project op vraag van musea of andere organisaties Publicaties = Tweemaandelijkse elektronische nieuwsbrief = CAG – cahiers en Sporen (geen opvolging meer) = ICAG – studies
bijlage 1 – 121
Identificatiefiche Campanae Lovanienses Naam van de instelling of vereniging Campanae Lovanienses vzw Juridische structuur – statuut VZW Aantal leden Ongeveer 310 leden Aantal actieve medewerkers Bestuursleden + enkele occasionele medewerkers (bv. fotografen) Lidgeld Jaarlijks lidgeld 9 euro; studenten en 60-plussers 7 euro; Steunend lidmaatschap 25 euro Missie en doelstellingen = Zorg voor het Leuvense klokkenpatrimonium (zowel klokken als torenuurwerken) = Stimuleren van het beiaardgebeuren in Leuven en de regio Bereik Leuven en omstreken Doelpubliek Bevolking van Leuven Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: = Klein archief/bibliotheek (CD’s, catalogi…) = Bestuursleden Jacques Sergeys en Paul-Félix Vernimmen hebben omvangrijke collecties van historische (vaak Leuvense) klokken en aanverwante. 8 Jacques Sergeys: artisanale onderdelen van het gieten en etnografisch materiaal. 8 Paul-Félix Vernimmen: klokken afkomstig uit Leuven en Mechelen; een gieterijarchief; tuinbeiaard (23 klokken). Inventaris: Er bestaat geen inventaris Toegankelijkheid/depot: Beide collecties worden bewaard bij de leden thuis (bezoek na afspraak) Activiteiten = Voordrachten en lezingen: 2 x per jaar = Jaarlijkse excursies en beiaardtrips = Torenbezoeken = Beiaardconcerten in Sint-Geertrui = Paasluiden bijlage 1 – 122
= Boekenmarkt = Tentoonstellingen, wandelingen, cd’s… De vereniging speelt in op allerhande initiatieven en wilt zoveel mogelijk aansluiten bij andere initiatieven Publicaties: = Driemaandelijkse nieuwsbrief Campanae Lovanienses = Stad met Klank: vijf eeuwen klokken en klokkengieters te Leuven (Gilbert Huybens, 1990) = Tentoonstellingscatalogus n.a.v. de tentoonstelling te Leuven (Centrale Bibliotheek, 1990) = In voorbereiding: complete inventaris van Leuvense klokken en aanverwante
bijlage 1 – 123
Identificatiefiche Centrum voor Religieuze Kunt en Cultuur (CRKC) Naam van de instelling of vereniging Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur Juridische structuur – statuut vzw park(abdij): eigenaar van de site. Deel van de buitenzone in erfpacht door de stad (samenwerking met stedelijke museum en groendienst). Deel in erfpacht van Kerk in Nood. Overige actoren: huurders en gebruikers. Aantal actieve medewerkers Abdij van Park Stefan Van Lani: HT voor het archief 3 werkmannen: waarvan 2 oude DAC’ers: voor onderhoud gebouwen en omgeving (+ kerkhof) Dit wordt gesubsidieerd door Monumentenzorg 2 werkvrouwen (onderhoud binnen + keuken) Op de payroll van de abdij CRKC Directeur: Drs. Jan Klinckaert Secretariaat: Mevr. Veerle Van Damme Afdeling Roerend Kerkelijk Erfgoed Jan Klinckaert (1VT) + 2 x HT Forum Kerkelijke Archieven Vlaanderen Dhr. Jürgen Vanhoutte, archivaris-consulent (VT) + 3 x VT Projecten Depot: 0,6 VTE Textiel: 0,5 VTE Tentoonstelling: 0,4 VTE en 0,5 VTE VZW museum Opgericht sinds 2003: Stefan van Lani (0,5 VTE) – werkt voor CRKC, maar is op het project van het museum gezet (gedetacheerd). Vrienden van de Parkabdij Vrijwilligersorganisatie met Raad van Bestuur (waarin Jurgen en Stefan zetelen) Extra personeel = Samenwerking met freelancers bvb voor inventarisatieopdrachten = Jobstudenten = Stagiairs = Vrijwilligersnetwerk: vooral via de vrienden (worden enkel ingezet bij tentoonstellingen, niet voor de reguliere werking)
bijlage 1 – 124
Missie en doelstellingen Het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw (CRKC) stelt zich tot doel het kunst- en cultuurhistorisch kerkelijk en religieus erfgoed in Vlaanderen in stand te houden en te valoriseren en tevens de hedendaagse religieuze kunst en cultuur in al haar uitingsvormen te bevorderen. Het centrum onderneemt onder meer concrete initiatieven op het vlak van de inventarisatie en het beheer van het kloosterpatrimonium in Vlaanderen en de organisatie van tentoonstellingen. Sedert begin januari 2004 is binnen de schoot van het CRKC het Forum Kerkelijke Archieven Vlaanderen (FoKAV) actief. Het Forum is het steunpunt en adviescentrum van de privaatrechtelijke kerkelijke archieven in Vlaanderen (kloosters, parochies). CRKC ontwikkelt zich meer en meer tot een centraal dragend adviescentrum of steunpunt voor het kerkelijk cultuurhistorisch erfgoed in Vlaanderen. Bereik Nationaal Doelpubliek Inzake advies en vorming behoren de beheerders van het kerkelijk erfgoed (inzonderheid van de privaatrechtelijke kerkelijke instellingen: kloosters en parochies) tot het voornaamste doelpubliek van het CRKC. Inzake ontsluiting en valorisatie van het kerkelijk erfgoed (d.m.v. tentoonstellingen of publicaties) wordt ook een breder publiek aangesproken. Het behoort tevens tot de opdracht van het CRKC niet alleen de beheerders van kerkelijk erfgoed maar ook het brede publiek te sensibiliseren voor het behoud en de valorisatie van het kerkelijk cultuurhistorisch erfgoed. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: De museumcollectie van de Parkabdij is overgedragen naar het museum: beheer naar de vzw Museum: 1200 stukken. Archief en bibliotheek werden niet meer overgedragen, maar kunnen wel door het museum gebruikt worden. Het werkveld van het CRKC behelst het kerkelijk cultuurhistorisch erfgoed in Vlaanderen, inzonderheid het roerend patrimonium van privaatrechtelijke kerkelijke instellingen zoals kloosters en abdijen. Op verzoek van het betrokken religieus instituut kan het CRKC het materiële beheer van collecties overnemen. Het CRKC beheert op dit moment ca 10.000 voorwerpen (waarvan 4000 museale voorwerpen en 6.000 religieuze en sacrale voorwerpen) afkomstig uit verschillende kerkelijke collecties. Daarnaast zijn er ook langdurige bruikleenovereenkomsten met kloostergemeenschappen afgesloten (deze voorwerpen zijn dus geen eigendom van het CRKC). De kern van deze collectie vormt de basis van het de toekomstige museumcollectie van de vzw Museum Parkabdij. De collectie blijft wel onder het beheer van het CRKC. Het FoKAV heeft geen bewaarfunctie en derhalve ook geen collectie. Inventaris: inventaris deels op papier, deels digitaal in databank Registratieproject kerkelijke archieven in Vlaanderen (FoKAV –> DIBIKAV ): weten waar het zit. Enquête opgestuurd naar ordes en congregaties en naar parochies. Resultaten rechtstreeks in ODIS ingevoerd en via synchronisatie komt het in archiefbank Vlaanderen terecht (bestandsinventaris). Depot: Het CRKC beschikt over een goed uitgerust depot in Bierbeek en O.L.V – Waver: resp. 500 en 100 m2 waar religieuze collecties in optimale omstandigheden kunnen bewaard worden. Bij aankomst in het depot wordt elk stuk geïnventariseerd, gelabeld en per type object opgeslagen. Kleine objecten worden gerangschikt op metalen legbordstellingen gebufferd met polyethyleenschuim. Waardevolle objecten, zoals 16de- en 17de-eeuwse beelden, worden verzameld in een speciaal geconditioneerde preciosakamer met
bijlage 1 – 125
stabiele temperatuur en vochtigheidsgraad. Voor edelsmeedwerk zijn metalen kasten voorzien, gebufferd met polyethyleenschuim. Gewaden hangen op mobiele kledingrekken, in individuele hoezen van baalkatoen. De meer waardevolle en fragiele textilia worden horizontaal bewaard. Voor het merendeel van deze voorwerpen wordt een bruikleenovereenkomst van lange duur gesloten. In sommige gevallen worden ook schenkingen aanvaard. Activiteiten = tentoonstellingen = studiedagen Publicaties = tentoonstellingscatalogi (soms eenvoudig, soms luxueus) = bij vorming: syllabus
bijlage 1 – 126
Identificatiefiche Documentatiecentrum Vlaams-Brabant Naam van de instelling of vereniging Documentatiecentrum Vlaams-Brabant Juridische structuur – statuut Provinciale dienst ( provincie Vlaams-Brabant) Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers: 1 ½ en 1 4/5 Missie en doelstellingen Het documentatiecentrum biedt het publiek gedrukte, iconografische en elektronische informatie over verleden en actualiteit van de provincie Vlaams-Brabant. In het kader van het streekgericht bibliotheekbeleid (die ook een taak rond erfgoed hebben) wordt gezocht naar mogelijke samenwerking. Idee om van het documentatiecentrum een kleinschalige versie van een erfgoedbibliotheek te maken. Bereik Regionaal Doelpubliek Iedere geïnteresseerde Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: De collectie van het documentatiecentrum is grotendeels historisch, dat wil zeggen boeken en tijdschriften over alle aspecten van het verleden van Vlaams-Brabant en zijn administratieve voorgangers. Vooral de grote collectie heemkundige tijdschriften is uniek. Maar daarnaast ook een groot deel hedendaagse werken over Vlaams-Brabant (veel rond natuur en toerisme). Tussen de 5.000 en 10.000 publicaties. Inventaris: De volledige collectie is opgenomen in de catalogus van de openbare bibliotheek van Leuven (in het provinciaal bibliotheek systeem PBS). De oude werken zijn enkel via een papieren inventaris opzoekbaar. Depot: De collectie van het documentatiecentrum staat in de leeszaal van de openbare bibliotheek van Leuven, op de eerste verdieping. Algemene boeken, brochures en tijdschriften staan in de eerste rekken. Daarachter staan de boeken, tijdschriften en brochures alfabetisch per fusiegemeente gerangschikt. Op de rekken staan klappers met de inhoudsopgaven van de tijdschriften die het documentatiecentrum in bezit heeft. Kostbare, kwetsbare en oude werken (van voor 1918) zijn aan te vragen via leeszaal van het stadsarchief, dat zich in hetzelfde gebouw als de openbare bibliotheek bevindt. Activiteiten Geen eigen initiatieven (als er eventueel initiatieven vanuit het streekgericht bibliotheekbeleid komen, kan daar op ingespeeld worden). Publicaties redactieraad van “Eten om nooit te vergeten”. bijlage 1 – 127
Identificatiefiche gemeente Bierbeek Naam van de organisatie Gemeente Bierbeek Juridische structuur – statuut Gemeentelijke Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers nvt Missie en doelstellingen nvt Bereik Lokaal Doelpubliek Bewoners van Bierbeek Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Voorlopig enkel het eigen (bestuurlijk) administratief archief. Daarnaast een mooie collectie archeologische vondsten uit de Romeinse tijd. Deze zijn allemaal in permanente bruikleen gegeven aan de musea van Leuven en Brussel. Activiteiten = Deelname aan Erfgoeddag en Open Monumentendag. = Erfgoedtentoonstelling “Bierbeek heel diep, heel ver en heel dichtbij”. Ondersteuning van initiatief van Davidsfonds Bierbeek en Masereelfonds Bierbeek (februari 2007). = Deelname aan intergemeentelijk project Chappetelegraaf (Leuven 1831). Publicaties Geen publicaties
bijlage 1 – 128
Identificatiefiche gemeente Rotselaar Naam van de instelling of vereniging Gemeente Rotselaar Juridische structuur – statuut Gemeentelijk Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers nvt Missie en de doelstellingen Belangrijkste doelstellingen: = Opmaak van een inventaris van het erfgoed, zowel materieel als immaterieel van de gemeente en de uitbouw van een historisch documentatiecentrum. = Aandacht besteden aan de instandhouding en restauratie van kleinere monumenten en kapellen. Bereik Lokaal Doelpubliek van uw vereniging Bewoners van Rotselaar Collectie: ( thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid van de collectie) Geen eigen collectie Activiteiten = deelname aan Open Monumentdag = deelname aan Erfgoeddag Publicaties geen publicaties
bijlage 1 – 129
Identificatiefiche Koninklijke Leuvense Gidsenbond Naam van de instelling of vereniging Koninklijke Leuvense Gidsenbond VZW Juridische structuur – statuut: vzw Aantal leden 73 actieve gidsen en 20 niet-actieve gidsen en sympathisanten Aantal actieve medewerkers Raad van bestuur: 7 leden 8 trekkers, 16 die occasioneel meewerken, de helft is passief lid Lidgeld 20 euro + 5% van wat ze verdienen als gids Missie en doelstellingen De gidsenbond wil zowel Leuvenaars als toeristen de stad Leuven leren kennen (het patrimonium en het erfgoed) en dit in verschillende talen Bereik Internationaal Doelpubliek Zowel de Leuvenaar als de toerist Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie + depot: Een bibliotheek: +/- 1000 boeken over de geschiedenis van Leuven Deze bibliotheek bevat zowel publicaties als eindwerken in het kader van de opleiding tot gids. Ook het krantje wordt er bewaard. In dit krantje worden ook artikels over Leuven gepubliceerd. De opleiding tot gids werd vroeger door de gidsenbond zelf georganiseerd, waardoor ook de eindwerken in het bezit van de vereniging waren. Sinds dit jaar valt de opleiding onder het deeltijds volwassenen onderwijs. Men weet dus niet of de vereniging nog een exemplaar van het eindwerken zal krijgen. Dit is nochtans zeer interessant materiaal De gidsenbond stelt zich de vraag of het bijhouden van een bibliotheek een taak is voor hen. De meeste gidsen hebben thuis een bibliotheekje of gaan naar de openbare bibliotheek. Nochtans is de collectie eindwerken erg interessant voor de gidsen Inventaris: Er bestaat geen inventaris. Toegankelijkheid: Enkel de bestuursleden hebben gemakkelijk toegang tot bibliotheek.
bijlage 1 – 130
Activiteiten = Stadswandelingen op aanvraag = Zomerwandelingen rond uiteenlopende thema’s alle woensdag met herhaling op zondag = Rondleidingen in musea, alle dagen in het stadhuis (in de zomer 2 keer per dag), in Scoutsmuseum, spoelbergh, kapellen… = Rondleidingen op maat – bv. jubilea… = Baliewerk In&Uit: 18 gidsen (freelance) = Openstellen kerken in Leuven Voor de eigen leden: = Jaarlijkse reis en 1 daguitstap = 3 bijscholingsavonden: lezingen voer een bepaald onderwerp Publicaties = 3 maandelijkse LGB Krant (zowel zaken ivm het verenigingsleven (ledenblad) als thema’s mbt Leuven) = “Kroniek Van Leuven. Van Petermannen en Koeienschieters” (Brumagne Willy, Rika Dubaere, Lieve Sinnaeve, Eduard Van Ermen, 1998, Uitgeverij P, Leuven)
bijlage 1 – 131
Identificatiefiche Heemkundige kring Vlierbeek Naam van de organisatie Heemkundige Kring Vlierbeek Juridische structuur – statuut Feitelijke vereniging Aantal leden Stuurgroep: 5 leden Aantal actieve medewerkers 10 als gids en/of logistieke ondersteuning bij activiteiten Missie en de doelstellingen = Bekend maken van de waarden van de abdijsite bij de Kesselse gemeenschap. = De abdijsite optimaal bewaren en valoriseren. = Geschiedkundige ondersteuning bij de restauratie van de abdij: verschaffen van historische gegevens, documenten, iconografisch materiaal, foto’s en oude plannen. = Verzamelen van publicaties, materiaal, vermeldingen allerhande i.v.m. de abdij. Bereik Vlierbeek, Groot-Leuven Doelpubliek Inwoners van Kessel-Lo en Leuven, bezoekers van de abdij Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: Oude foto’s, dia’s, plannen, documenten over de geschiedenis van de abdij en de deelgemeente Kessel-Lo, resultaten van opgravingen. Inventaris: er is geen inventaris. Toegankelijkheid/depot: Bewaard bij Mevr. M. Smeyers-Meurrens, Bruineveld 96, 3010 Kessel-Lo; Beperkt te raadplegen na overleg. Activiteiten = Jaarlijks in oktober een ‘Abdijdag’ met aandacht voor een bepaald aspect van de abdij en Kessel-Lo = Per jaar 3 tot 4 wandelingen en uitstappen met aandacht voor geschiedenis, folklore en erfgoed Publicaties Geen periodieke publicaties, wel regelmatig update en heruitgave van een uitgebreide gids voor het bezoek van de abdij van Vlierbeek.
bijlage 5 – 132
Identificatiefiche Gemeente Herent Naam van de instelling of vereniging Gemeente Herent Juridische structuur – statuut Gemeentedienst Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers nvt Missie en de doelstellingen De gemeente Herent werkt vooral ondersteunend naar de lokale erfgoedwerkers, zijnde de stuurgroep (bouwkundig) erfgoed en het Genootschap voor Heemkunde. De gemeente Herent heeft momenteel geen archivaris in dienst. De cultuurdienst is wel vragende partij voor het aantrekken van een voltijdse archivaris die ook ondersteunend kan werken naar de lokale erfgoedsector en het aanspreekpunt kan vormen voor lokale en regionale erfgoedactoren, erfgoedprojecten e.d.m. Bereik Lokaal Doelpubliek Inwoners van Herent Collectie: ( thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid van de collectie) Voorlopig bezit de gemeente Herent geen eigen collecties. Activiteiten = deelname aan Open Monumentendag = deelname aan Erfgoeddag = activiteiten van Heemkundige kring en werkgroep erfgoed Publicaties “Geschiedenis van Herent” (Marcel Piot)
bijlage 5 – 133
Identificatiefiche Verbond der Jaartallen Naam van de instelling of vereniging Verbond der jaartallen Leuven vzw Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden 52 Vriendenkringen van Mannen van het Jaar. Op dit moment zijn er gemiddeld zo’n 20 leden per jaartal. Dat varieert gedurende de 10 actieve jaren. In de glorietijden in de jaren 60 waren 140 à 150 leden per kring. 10 actieve vriendenkringen 42 niet actieve vriendenkringen Aantal actieve medewerkers Raad van bestuur: 13 leden (7 uit de niet actieve vriendenkringen en 6 uit de actieve vriendenkringen) Missie en doelstellingen De Verbond der Jaartallen Leuven vzw is het overkoepelend orgaan van de vandaag 52 bestaande Vriendenkringen Mannen van het Jaar te Leuven. De Vriendenkringen Mannen van het Jaar zijn een ‘unieke’ vorm van verenigingsleven eigen aan Leuven. De vriendenkringen worden gesticht als de ‘mannen’ veertig worden en dit louter op basis van hun geboortejaar met uitsluiting van om het even welk beletsel van sociale, politieke, godsdienstige of filosofische aard. Het bevorderen van de samenhorigheid, samenwerking, respect voor traditie enerzijds en de medeorganisatie van bepaalde activiteiten anderzijds vormen de belangrijkste doelstellingen van het Verbond. De vereniging stelt zich tot doel: a. het overkoepelend orgaan te zijn van de verschillende ‘Vriendenkringen Mannen van het Jaar’ en deze Leuvense traditie te behouden en te bevorderen. b. in samenwerking met de ‘Feestvierend Jaartal’ het jaarlijks ‘Festival der Jaartallen’ in te richten en dit evenement, indien mogelijk, financieel te steunen (tweede zondag van september); c. een coördinerende rol te vervullen in de planning van de activiteiten van de verschillen de ‘Vriendenkringen’; d. op te treden als inrichter van feestelijkheden; e. op te treden als bemiddelaar in geschillen die zouden rijzen tussen de ‘Vriendenkringen’; f. culturele en andere manifestaties in de hand te werken en te bevorderen; g. sociale doeleinden moreel te steunen. Bereik Leuven Doelpubliek Jaartallen: alle mannen tussen 40 en 50
bijlage 5 – 134
Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: Deze collectie groeit geleidelijk aan. Elke vriendenkring beschikt over een aantal zaken zoals een groepsfoto, een kostuum, een vlag… 1) Collectie ingekaderde foto’s (sinds 1890): collectie is doorheen de jaren verspreid geraakt, maar nu op 2 kaders na compleet (tentoongesteld in de Raadskelders) 2) Collectie kostuums van Fonske: worden bewaard in het depot van de stedelijke musea (10 daarvan worden wisselend tentoongesteld in de Raadskelders) 3) Collectie vlaggen: ook de vlaggen (tentoongesteld in de Raadskelders) 4) Ander materiaal: menukaarten, archief van de vriendenkringen, pins, klevers, badges, grote kostuum... Inventarisatie: Van de ingekaderde foto’s wordt een beperkte lijst op de PC bijgehouden. De kostuums van Fonske en bijhorend inventaris worden in het museum bijgehouden. Ook van de kleinere zaken worden beperkte lijsten bijgehouden. Dit gebeurt zeker nog niet systematisch Toegankelijkheid: een zaterdag per maand van 10u tot 12u en van 13u tot 17u Depot: Collectie wordt opgesteld in de Raadskelders, bewaard bij de leden thuis of bij de voorzitter van het Verbond Activiteiten 1) Stichting van het nieuwe jaartal in maart: dit jaar dat van 68 2) Vlag van het opkomend jaar 3) Meiboomplanting: augustus 4) Abrahamdag: viering van de 50ste verjaardag (september) 5) Jaartallendag (jubileum, academische zitting en jaartallenoptocht) (september) 6) Speciale kinderdag (september): 450 kinderen mogen gratis op de molen en krijgen een nuttig cadeau. Daarnaast worden er nog geldprijzen uitgedeeld aan de instituten. 7) Medaille van verdienste en Man van het Jaar (= zich in zijn ganse carrière ingezet voor de vriendenkring) 8) De Joorzangers: zingen van oude Leuvense liedjes (zijn gegroeid uit de jaartallen en repeteren éénmaal per maand) 9) Openstelling van de raadskelders (1 zaterdag per maand) Publicaties Geen publicaties
bijlage 5 – 135
Identificatiefiche Documentatie en onderzoekscentrum voor religie, cultuur en samenleving (KADOC) Naam van de instelling of vereniging KADOC, Documentatie en onderzoekscentrum voor religie, cultuur en samenleving Juridische structuur – statuut Interfacultair centrum van de K.U. Leuven (1977) Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 38 personeelsleden 12 vrijwilligers 4 vrijwillige wetenschappelijke medewerkers Missie en de doelstellingen KADOC wil inzake zijn werkingsterrein, de evoluerende wisselwerking tussen religie, cultuur en samenleving (1750 - heden), een integrale en geïntegreerde erfgoedwerking ontplooien. Het is ter zake een advies- en expertisecentrum. Het Centrum legt zich toe op de prospectie, bewaring, ontsluiting en terbeschikkingstelling van veelsoortig erfgoed (vnl. archieven, publicaties, audiovisuele documenten, getuigenissen…). Het stimuleert onderzoek, maar voert ook zelf studieprojecten uit, in toenemende mate internationaal en multidisciplinair georiënteerd. KADOC wil het erfgoed ook op een eigentijdse wijze aan het brede publiek tonen en duiden. Bereik Erfgoedcentrum van landelijk belang met een toenemende internationale uitstraling Doelpubliek professionele, academisch geschoolde vorsers uit binnen- en buitenland, studenten en scholieren, amateur-historici, heem- en familiekundigen, journalisten en producenten van audiovisuele realisaties enz. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: Het KADOC bezit omvangrijke aantallen van tal van documentatiecategorieën zoals glasplaten, dia’s, geluidsbanden, video’s, brochures, congres- en activiteitsverslagen, agenda’s en programma’s, losse archivalia, plannen en (ontwerp) tekeningen, cartoons en stripverhalen, mondelinge en schriftelijke neerslagen van interviews, bidprentjes en devotionalia, vlaggen, bedevaartvaantjes, diverse parafernalia en verschillende soorten archief. Inventaris: Inventaris: digitaal/op papier. Het door KADOC bewaarde erfgoed is een belangrijke mate ontsloten via geautomatiseerde werkinstrumenten, te raadplegen via: http://kadoc.kuleuven.be/nl/databanken. Er wordt steeds meer gewerkt aan een virtuele leeszaal. Toegankelijkheid: De leeszaal van KADOC is voor iedereen vrij toegankelijk, van maandag tot vrijdag van 9 uur tot 17 uur, op zaterdag van 9 uur tot 12.30 uur. Materiaal wordt niet ontleend, tenzij in bruikleen voor een tentoonstelling. Depot: Depots KADOC I en KADOC II Er wordt ook gewerkt aan een digitaal depot (KADOC III) bijlage 5 – 136
Activiteiten = Tentoonstellingen (binnen en buiten het KADOC) = Cursussen = Geleide bezoeken en werkbezoeken = Erfgoeddag = Nacht van de Geschiedenis Publicaties = KADOC Nieuwsbrief = weeafleveringen van Trajecta (Nederlands-Vlaamse Tijdschrift) = Reeks – studiens = Reeks – Artes = Studies on R, C en S = Reeks diversen = Reeks inventarissen en repertoria = 5 publicaties, waarvan 2 tweedelig (dus 7 boekwerken) = 3 tentoonstellingscatalogen
bijlage 5 – 137
Identificatiefiche gemeente Kortenberg Naam van de organisatie Gemeente Kortenberg Juridische structuur – statuut Gemeentelijk Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers nvt Missie en de doelstellingen Dit zijn de missie en doelstellingen van het erfgoedhuis in Kortenberg: 1. Het Erfgoedhuis Kortenberg geeft advies aan de gemeente wat betreft plaatsnaamkunde (nieuwe straatnamen, wegnamen voor veld –en buurtwegen, namen van residenties en historische gebouwen). 2. De gemeente Kortenberg neemt deel aan de Monumentendag in samenwerking met het Erfgoedhuis Kortenberg. 3. De gemeente Kortenberg neemt deel aan de Erfgoeddag in samenwerking met het Erfgoedhuis Kortenberg. 4. De gemeente Kortenberg neemt deel aan de Week van de Smaak in samenwerking met het Erfgoedhuis Kortenberg. 5. De opvolging van het Monumentenplan Kortenberg opgesteld door het Sint-Lukasarchief te Brussel is een belangrijke taak voor het Erfgoedhuis Kortenberg. Het betreft vooral de gebouwen met de codes 1, 2 en 3. 6. De gemeentelijke commissie erfgoed is een belangrijke adviesraad voor de gemeente Kortenberg. Ze adviseert de gemeenten wat betreft historische gebouwen, landschappen en archeologie. Het Erfgoedhuis Kortenberg heeft hierin een aantal zetels. De gemeentelijke commissie erfgoed adviseert de gemeente Kortenberg wat betreft Ruimtelijke Uitvoeringsplannen, verkavelingen en stedenbouwkundige aanvragen die betrekking hebben op historische monumenten, archeologie en landschappen. 7. Het Erfgoedhuis Kortenberg stelt een Intergemeentelijke Archeologische dienst voor wat betreft de gemeenten Kortenberg - Herent - Bertem - Kampenhout - Steenokkerzeel naar het voorbeeld van enkele Intergemeentelijke Archeologische Diensten in Vlaanderen (ZOLAD - Zuidoost Limburg, RAAKVLAK - Brugge en Ommeland, Portiva – Tienen, KLAD – gemeenten rond Gent…). 8. Het Erfgoedhuis Kortenberg stelt een inventaris op van het gekend archeologisch erfgoed i.s.m. de Centrale Archeologische inventaris Vlaanderen. Daarnaast stelt het Erfgoedhuis Kortenberg voor om, in navolging van het Monumentenplan, een “archeologisch erfgoedplan” op te stellen. 9. Het Erfgoedhuis Kortenberg stelt voor om ‘de Everberg’ - vermoedelijk een middeleeuwse verdedigingssite van internationaal belang – te onderzoeken op zijn waarde en hiervoor de nodige beheersmaatregelen in te voeren. 10. Het Erfgoedhuis Kortenberg publiceert maandelijks een artikel in Zoeklicht onder Historiek in samenspraak met de gemeente Kortenberg en de dienst cultuur. 11. De gemeente Kortenberg zoekt een degelijke bewaarplaats voor de gemeentearchieven van de 4 gemeenten tot 1977 en voor het gemeentearchief van Kortenberg vanaf 1977. Het dode archief van de gemeente Kortenberg vanaf 1977 wordt geklasseerd. bijlage 5 – 138
12. Kerkarchieven worden geklasseerd door het Erfgoedhuis Kortenberg in samenspraak met de respectievelijke kerkfabrieken en met het rijksarchief te Leuven. 13. Het Erfgoedhuis Kortenberg zoekt een degelijk ingerichte bewaarplaats voor het archeologische erfgoed (Lelieboomgaarden, Villershof…). 14. Het Erfgoedhuis Kortenberg zet een degelijke samenwerking verder met de gemeentelijke bibliotheek als educatie- en informatiebemiddelaar. 15. Het Erfgoedhuis Kortenberg ontsluit het erfgoed volgens moderne methodes en houdt het Erfgoedhuis open voor bezoekers volgens de afspraken met de gemeente. 16. Het Erfgoedhuis Kortenberg streeft een degelijke samenwerking na met alle Kortenbergse verenigingen, bijzonder met de natuurverenigingen wat de landschapszorg betreft. 17. Het Erfgoedhuis Kortenberg streeft een verdere professionalisering na wat betreft tentoonstellingen. 18. Bij elke tentoonstelling wordt door het Erfgoedhuis Kortenberg een kleine catalogus voor de bezoekers voorzien. 19. Het Erfgoedhuis Kortenberg zet het klassement en de ontsluiting van boeken en artikelen verder i.s.m. de openbare bibliotheek. 20. De verdere uitbouw van het Erfgoedhuis (bv. de zolder) wordt bekeken. 21. Het organiseren van de feestelijkheden rond 700 jaar Charter van Kortenberg in 2012 met colloquium en tentoonstelling moet een hoogtepunt zijn in het erfgoedbeleid. Een samenwerking tussen de gemeente Kortenberg, het Erfgoedhuis Kortenberg, de dienst cultuur en de abdij van Kortenberg is in dat kader ideaal. In 1972 lagen de voorlopers van Het Erfgoedhuis aan de basis van het Comité ‘Charter en de geschiedenis van Kortenberg’ met de grote expo in de abdij. 22. Het afsluiten van een Erfgoedconvenant zou een ideaal sluitstuk zijn voor het Erfgoedbeleid. 23. Het Erfgoedhuis Kortenberg stelt voor om erfgoedroutes uit te werken in combinatie met bestaande en nieuwe fiets- en wandelroutes. 24. De Archeologische Werkgroep Kortenberg stelt de goede samenwerking met de gemeentelijke diensten en het gemeentebestuur ten zeerste op prijs (cultuur, ruimtelijke ordening, onderwijs…). Ze verkrijgt hierbij toestemming tot inzage in verkavelingaanvragen en stedenbouwkundige vergunningen om de impact op eventueel aanwezig archeologisch erfgoed te toetsen én kan de aanwezige kaarten en plannen raadplegen. 25. Het Erfgoedhuis Kortenberg stelt voor om, in navolging van het Monumentenplan, in samenwerking met natuurverenigingen, een “cultuurlandschapplan” op te stellen. Bereik Lokaal Doelpubliek Inwoners van Kortenberg Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: = Documentatiecentrum rond lokale geschiedenis, Volkskunde, algemene geschiedenis en Familiekunde. = Gemeentearchief Inventaris: digitaal Toegankelijkheid: documentatiecentrum is toegankelijk tweede donderdag van de maand Depot: in de oude dekenij van de gemeente Erps
bijlage 5 – 139
Activiteiten = Deelname aan Erfgoeddag = Jaarlijkse deelname aan Open Monumentendag = Deelname aan de Week van de Smaak Publicaties Geen publicaties
bijlage 5 – 140
Identificatiefiche Kunstpatrimonium K.U. Leuven Naam van de instelling of vereniging Kunstpatrimonium K.U. Leuven Juridische structuur – statuut Dienst binnen de K.U. Leuven Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers Twee actieve medewerkers Missie en doelstellingen = Behoud en beheer = Valorisatie van het kunstpatrimonium van de K.U. Leuven (dus enkel verantwoordelijk voor het roerend kunstpatrimonium, maar in de praktijk toch ook veel bezig met interieurs) Bereik Van lokaal tot internationaal Doelpubliek Iedere geïnteresseerde Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: De dienst kunstpatrimonium van de K.U. Leuven staat in voor het behoud en beheer van de universitaire kunstcollecties. Het gaat hier om kunstobjecten van uiteenlopende aard en herkomst, die op verschillende plaatsen bewaard worden. In totaal gaat het om ruw geschat een 9000 tal kunstobjecten. Hier zijn dus niet inbegrepen de wetenschappelijke collecties, noch de objectverzamelingen in de schoot van de Universiteitsbibliotheek (prentenkabinet) en het Universiteitsarchief (bv. Museum Vlaams Studentenleven). De kern van de collecties wordt gevormd door de legaten van de adellijke families Arenberg en Spoelberch: het gaat respectievelijk om schilderijen en textiel, en meubilair, zilver en porselein. Deze collecties zijn deels gevaloriseerd in de ontvangstkamers van het Arenbergkasteel (Kasteelpark Arenberg 1, 3001 Heverlee) en het Spoelberchmuseum (Naamsestraat 40, Leuven). Inventarisatie: geen inventaris Depot: volledig vernieuwd (495m2) volgens hedendaagse conservatienormen. Voor het Kunstpatrimonium is dit ruim voldoende, maar voor de academische collecties is er wel nog gebrek aan depotruimte. Activiteiten = bij opening van gebouwen = verwerving van nieuwe bestanden/collecties (cfr. Victor Servranckx) of verjaardagen binnen de universitaire context vormen aanleidingen tot allerhande projecten.
bijlage 5 – 141
= tentoonstellingen ( zowel tijdelijke als permanente) = Erfgoeddag = rondleidingen: afhankelijk van welke groep wordt die door iemand anders rondgeleid (toeristen via stadsgidsen; diplomatieke groepen/congresgangers/... via de hostgroep of via diensten universiteit zelf; belangrijke personen via diensten universiteit zelf) = lezingen = Open Monumentendag Publicaties Er werden reeds verschillende publicaties gemaakt naar aanleiding van projecten en in verband met de collecties.
bijlage 5 – 142
Identificatiefiche Leuvens Historisch Genootschap Naam van de organisatie Leuvens Historisch Genootschap VZW Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden 362 families Aantal actieve medewerkers Raad van bestuur: 13 leden Missie en de doelstellingen Leuvens Historisch Genootschap ziet erfgoed zo ruim mogelijk en focust zich op roerend en onroerend erfgoed in groot Leuven, alsook op dat erfgoed waarmee er linken met Leuven te leggen zijn (bv. Maastrichthertogdom Brabant; ’s Helderode – de Croÿ). De geschiedenis en het patrimonium van Leuven zijn de rode draad doorheen de werking. Ze zien het mee als hun taak om aan de alarmbel te trekken: “we kunnen niet alles weggooien!”. Bereik Leuven en de regio Doelpubliek Elke geïnteresseerde Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie Een persoonlijke bibliotheek van de voorzitter Fototheek: stadszichten over Leuven vastleggen: oud – nieuw Inventaris: geen inventaris Toegankelijkheid: niet toegankelijk Depot: bij de voorzitter thuis Activiteiten = In de openbare salons komen actuele historische onderwerpen aan bod. Dit kunnen wandelingen zijn, voorstellingen van publicaties… (1 à 2 per jaar) = Het Leuvens Historisch Genootschap richt tweemaal per jaar (in mei en in september) excursies in rond historisch erfgoed van Leuven en omgeving. = De actualiteit wordt gevolgd en site-bezoeken georganiseerd Publicaties Vooral over de geschiedenis van Leuven =
driemaandelijks nieuwsbrief
= jaarboek bijlage 5 – 143
Identificatiefiche Leuvense Vereniging voor Volkskunde Naam van de organisatie Leuvense Vereniging voor Volkskunde Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden 131 leden Aantal actieve medewerkers 5 actieve medewerkers Missie en doelstellingen De Leuvense Vereniging voor Volkskunde vzw bestudeert en promoot de volkscultuur in Vlaanderen, o.m. door het organiseren van lezingen, symposia, tentoonstellingen en educatieve activiteiten. Zij geeft op aanvraag ook advies over volksculturele onderwerpen en de studie ervan. Daarnaast organiseert ze zelf of neemt ze deel aan projecten van volksculturele aard. Doelstellingen: = stimuleren van volkskundig onderzoek = publiceren van onderzoeksresultaten = organiseren van studiedagen en culturele uitstappen Bereik Lokaal, regionaal en nationaal Doelpubliek Het ruime publiek Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: = Archief van het seminarie van volkskunde (2 x 12 meter): thesissen en scripties van studenten sinds de jaren 1940. De LVV maakt gebruik van dit materiaal = Liederenarchief: 30 à 40.000 liederen (iemand zingt het lied – uit het hoofd of uit een tekstboek – en dat wordt zo opgenomen) verschillende soorten: drink-, feest-, zeemans-, kinderliederen… + geluidsmateriaal + context (ouderdom, herkomst, betekenis) = Het LVV archief Inventaris: van de thesissen bestaat een lijst op PC; van de scripties bestaat een register; verhalenbank Toegankelijkheid: alleen op afspraak Depot: Het LVV archief zelf wordt bewaard in de Maria-Theresiastraat 23
bijlage 5 – 144
Activiteiten = Tijdelijke tentoonstellingen = Jaarlijks een studiedag rond één bepaald thema of presentaties van diverse onderwerpen waarop jonge onderzoekers afgestudeerd zijn. = Educatieve uitstappen = ‘Op verhaal komen’, een project rond het ontsluiten van volksverhalen in Vlaanderen op het internet = ‘Het dagelijks leven in het arrondissement Leuven in de 20ste eeuw in bewegend beeld’, een inventarisatieproject met films en video’s over Leuven (publicatie) Publicaties = Jaarboek “Ethnologia Flandrica” = Elektronische nieuwsbrief
bijlage 5 – 145
Identificatiefiche gemeente Lubbeek Naam van de organisatie Gemeente Lubbeek Juridische structuur – statuut Gemeentelijk Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers nvt Lidgeld nvt Missie en doelstellingen Op dit moment voert de gemeente Lubbeek geen erfgoedbeleid Bereik Lokaal Doelpubliek Inwoners van Lubbeek Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: = gemeentearchief (gemeentelijke archieven Binkom, Linden, Lubbeek en Pellenberg = schenkingen en bewaargevingen van particulieren en verenigingen = beperkt kunstpatrimonium Inventaris: op papier/ digitaal ( Access) Toegankelijkheid: alleen op afspraak Depot: gemeentelijk archiefmagazijn in het gemeentehuis Activiteiten = jaarlijkse deelname aan Erfgoeddag = jaarlijkse deelname aan Open Monumentendag = tentoonstellingen = project rond mondelinge geschiedenis Publicaties = Eigen historisch tijdschrift (Lubbeekse Historische Tijdingen)
bijlage 5 – 146
Identificatiefiche Maerlantcentrum Naam van de instelling of vereniging Maerlant centrum Juridische structuur – statuut Onderdeel van het Instituut voor Culturele studies van de Katholieke Universiteit Leuven Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers Twee wetenschappelijk medewerkers Missie en doelstellingen Als onderdeel van het Instituut voor Culturele Studies fungeert het Maerlant Centrum als een media en e-learning expertisecentrum. Via diverse projecten probeert het Maerlant-centrum innovatieve onderwijsvormen te koppelen aan de problematiek van digitaal erfgoed. Expertise bestaat o.m. in vormgeving van educatieve websites en het gebruik van sociale software in cultuureducatie. Het Maerlant Centrum treedt vooral op als consultant, maar voert ook beperkte opdrachten zelf uit, steeds binnen een Open Source context. Het Maerlant Centrum staat achter Open Access, met name voor erfgoed. Het heeft als doelen: = erfgoed digitaal ontsluiten voor zowel gespecialiseerd als een breed publiek = erfgoedonderwijs en breder cultuuronderwijs ondersteunen aan de hand van elektronische toepassingen = webtoepassingen bouwen, webdesign les geven en advies verlenen ivm het kiezen van de juist technologieën Bereik Internationaal Doelpubliek varieert van project tot project Collectie: ( thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid van de collectie) nvt Activiteiten Het Maerlant Centrum stapt mee in een project of initieert zelf projecten , vaak op Europees niveau Enkele voorbeelden: = Photerel (e-learning over fotografisch erfgoed) = e-TENproject, businessrelated, bedoeld voor universitairen, Maerlant geeft feedback = mee producten ontwikkeld voor leerkrachten ism Gemeenschapsonderwijs (Hereduc en CIRCE (klassieke talenonderwijs voor het M.O. onderwijs - laatste fase bijgesprongen) = Eliseproject: leerkrachten via e-learning sociale software aanbieden als werkinstrument o.l.v. coach: forum, blog, wiki bijlage 5 – 147
= Jaarlijks wordt er bijvoorbeeld een bijscholingsdag (een conferentie) georganiseerd = Ontwikkelen van digitale representatie van geschiedkundige onderwerpen Publicaties = Artikels over kennismaatschappij en kenniseconomie = Publicaties via de website (ook projectafhankelijk)
bijlage 5 – 148
Identificatiefiche Maurits Sabbe bibliotheek Naam van de instelling of vereniging Maurits Sabbebibliotheek, bibliotheek Godgeleerdheid K.U. Leuven Juridische structuur – statuut Dienst binnen de K.U. Leuven Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 10 actieve medewerkers Missie en doelstellingen Wetenschappelijke faculteitsbibliotheek Bewaarbibliotheek voor kerkelijk erfgoed in de vorm van boeken: enige theologische bibliotheek in Vlaanderen Bereik Lokaal tot internationaal Doelpubliek In de eerste plaats studenten en onderzoekers. Daarnaast iedere mogelijke geïnteresseerde. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: = 1,2 miljoen boeken (vaak verworven via religieuze gemeenschappen en seminaries). = bibliofiele en museale werken: 402 incunabelen (wiegedrukken van voor 1501) en 1300 postincunabelen (eerste decennia van de 16de eeuw) = collectie van voor 1800 (>< Kadoc-archief, begint vanaf eind 18de eeuw): theologische en wetenschappelijke boeken (175.000 stuks) Degelijke oude collecties worden samengehouden (ook atlassen, encyclopedieën, reisverhalen…). Ze bevatten veel meer dan enkel religieuze werken Inventaris: digitaal Toegankelijkheid: vrij toegankelijk Activiteiten Er werden al een stuk of 40 tentoonstellingen georganiseerd, meestal in de hal. Dit varieert van populaire tot echte boektentoonstellingen. De bibliotheek is verbonden met de faculteit wat het zeer interessant maakt op vlak van onderzoek. Er lopen zo’n 30 onderzoeksprojecten. Publicaties = Documenta Libraria (deel 33!): bevat wetenschappelijke artikels + catalogus = Instrumenta Theologica (deel 30): inventaris van onderdelen archief (er wordt veel uitgegeven: 1 uitgave per jaar per reeks) bijlage 5 – 149
Identificatiefiche M (stedelijke museum Leuven) Naam van de instelling of vereniging Stedelijke musea Leuven: Museum Vander Kelen-Mertens en Schatkamer van Sint-Pieter Juridische structuur – statuut Gemeentelijke overheid Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 13 actieve medewerkers Missie en de doelstellingen De site zal in de eerste plaats fungeren als een raakvlak voor verleden en heden, als ontmoetingsplaats met kunst en cultuur. Feitelijk is de museumsite plaats van actualisering van het mensbeeld uit het verleden. Hierbij krijgen de Leuvenaar en de lokale situatie bijzondere aandacht, binnen de context van het globale. Beeldcultuur (een ruimer begrip dan beeldende kunst) en (al dan niet historisch relevant) erfgoed spelen hierbij een centrale rol. Om deze ambitieuze en zeer eigen doelstelling van dit stedelijke culturele project te bereiken vormt het stedelijke patrimonium (collectie en werking) tegelijk vertrekbasis en werkinstrument. Een dynamische plek van en binnen de stedelijkheid: de Leuvense museumsite maakt wezenlijk deel uit van de stedelijkheid en de stedelijkheid is een wezenlijk onderdeel van de site. Ze is een dynamische plek in de stad en vormt tevens het raakvlak van oud en nieuw; ze actualiseert het verleden en historiseert het heden. De site is meer dan alleen een ontmoetingsplaats, ze is ook een broedplek, een incubatie- en innovatiecentrum voor beeldcultuur en erfgoed. De werking van de museumsite vertrekt steeds vanuit de collectie van de stedelijke musea en is gebaseerd op drie pijlers: = bewaren: het erfgoed speelt een belangrijke rol in de identiteit van de stad en haar bewoners. De zorg voor dit erfgoed is een essentiële taak voor de site. Het erfgoed vertelt het verhaal van het verleden. De museumsite wil het publiek ook laten kennis maken met het verhaal van vandaag. Deze wisselwerking tussen oud en nieuw vormt het unieke karakter van de Leuvense museumsite. = ontsluiten: de ontmoeting van publiek en collectie kan op verschillende manieren gebeuren. De bezoeker kan actief deelnemen aan een project of kijken naar en genieten van een kunstwerk. = scheppen: ten slotte zal ook de hedendaagse kunst in Leuven een belangrijke plaats krijgen. Kunstenaars grijpen in in de bestaande situatie op de site zelf of elders in de stad. De ingrepen kunnen tijdelijk of blijvend zijn. Bereik Nationaal en internationaal Doelpubliek Iedereen ouder dan 2,5 jaar
bijlage 5 – 150
Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid van de collectie) Collectie: Zeer uitgebreide collectie van de stad Leuven (ongeveer 46.000 objecten): artefacten en kunstwerken van de Prehistorie tot de 20ste eeuw. Deze rijke en diverse verzameling brengt het boeiende verleden van de stad en de regio in beeld. De meest eigen en rijke kern wordt gevormd door de laatgotische kunstwerken. Het is dan ook duidelijk dat stedelijke musea een schatkamer mogen genoemd worden van de laatgotische kunst. Deze objecten zijn terug te vinden in het stedelijk museum Vander Kelen-Mertens en de Schatkamer van Sint-Pieter, die samen de stedelijke musea van Leuven vormen. Inventaris: beschikbaar gedeeltelijk op papier en gedeeltelijk digitaal (ADLIB) Toegankelijkheid: collectie is niet toegankelijk op dit moment (museum is gesloten). Daarnaast is ook de Schatkamer van Sint-Pieter permanent te bezoeken. Depot: tijdelijk onderkomen in het entrepot gebouw, vanaf 2009 opnieuw in de Savoyestraat Activiteiten = tentoonstellingen (het 06/06 project, kleine dossiertentoonstellingen en de bruiklenen in Brugge, Mechelen en Antwerpen) = studiedagen = lezingen = rondleidingen = educatieve projecten = deelname aan Open Monumentendag en Erfgoeddag Publicaties = driemaandelijks tijdschrift “Reflecties” = publicaties naar aanleiding van projecten
bijlage 5 – 151
Identificatiefiche O.C.M.W. Leuven Naam van de organisatie O.C.M.W. Leuven Juridische structuur – statuut Gemeentelijke dienst Aantal leden 13 Raadsleden Aantal actieve medewerkers Ongeveer 1000 werknemers Missie en de doelstellingen Mensen in moeilijkheden of met sociale problemen hulp bieden en hun problemen oplossen; dit onder de vorm van: = maatschappelijke integratie = uitkering leefloon = hulp in natura = ouderenzorg = thuiszorg Bereik Lokaal Doelpubliek Elke geïnteresseerde Collectie = Archief Ancien Regime: Rijksarchief Leuven = Hedendaags Archief: Administratieve zetel O.C.M.W. = Kunstcollectie:Stedelijk Museum Activiteiten Geen activiteiten Publicaties Geen publicaties
bijlage 5 – 152
Identificatiefiche Resonant vzw Naam van de instelling of vereniging Resonant vzw Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden Raad van bestuur: 10 leden. Algemene vergadering: 14 leden Aantal actieve medewerkers 9 actieve medewerkers Missie en doelstellingen Het coördineren in Vlaanderen van een integraal beleid met betrekking tot het roerend Vlaams muzikaal erfgoed van de Oudheid tot heden, waarbij de bestaande expertise in het veld wordt aangeboord. Het lokaliseren, conserveren en inventariseren van het roerend Vlaams muzikaal erfgoed, met prioriteit voor het meest verwaarloosde, bedreigde en onontgonnen gedeelte. Het op eigentijdse wijze, ontsluiten en valoriseren van dit cultureel erfgoed, zowel voor kunstenaars, musicologen, als voor het publiek in de breedste zin van het woord. Bereik Vlaanderen en internationaal Doelpubliek Resonant richt zich enerzijds naar componisten, dirigenten, musici, orkestintendanten, ensembles, onderzoekers, studenten en docenten muziek, festivalorganisatoren, muziekuitgeverijen en platenlabels in binnenen buitenland, en anderzijds naar het brede publiek dankzij samenwerkingsverbanden met eerstgenoemden Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: Resonant beheert geen eigen collectie, maar neemt een tussenpositie in: brengt collecties in kaart, maar kanaliseert de archieven naar andere bewaarplaatsen (Resonant fungeert als tussendepot). Na verloop van tijd kan het dus zijn dat Resonant toch een beperkte collectie zal beheren en evolueert Resonant wel geleidelijk naar een documentatiecentrum (weliswaar zoveel mogelijk elektronisch). Dit hangt ook sterk af van de ontwikkelingen binnen het erfgoeddecreet. Inventarisatie: ontwikkeling van een nationale muziekdatabank Muziekbank Vlaanderen (audio- en beeld). Deze is nu al intern raadpleegbaar, maar wordt op korte termijn gelanceerd voor de buitenwereld. Activiteiten = lezingen = tentoonstellingen = concerten = deelname aan Erfgoeddag Publicaties = Resonant-cahiers (= erfgoedboeken ism andere partners) bijlage 5 – 153
Identificatiefiche Rijksarchief Naam van de instelling of vereniging Rijksarchief, afdeling Vlaams Brabant Juridische structuur – statuut Federale wetenschappelijke instelling die ressorteert onder het ministerie van Wetenschapsbeleid Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 3 leeszaalverantwoordelijken 1 poetsvrouw 2 wetenschappers 1 projectmedewerker (tot eind 2007) Missie en doelstelling Het Rijksarchief is een federale wetenschappelijke instelling die ressorteert onder het Ministerie van Wetenschapsbeleid. Hoofdopdracht is de bewaring, ontsluiting en terbeschikkingstelling van archieven van personen, verenigingen en instellingen uit Vlaams-Brabant. Het Rijksarchief te Leuven houdt toezicht op de goede bewaring van archieven van hedendaagse openbare besturen in Vlaams-Brabant. De rijksarchivarissen adviseren openbare besturen inzake archiefbewaring (bewaar- en vernietigingslijsten) en selecteren de archieven die voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Het Rijksarchief heeft vier voorname doelstellingen: = de verwerving en bewaring van archiefbestanden, in de eerste plaats afkomstig van openbare overheden, maar ook van particuliere archiefvormers = de valorisatie en ontsluiting van deze archieven door wetenschappelijk verantwoorde inventarissen en andere werkinstrumenten = de terbeschikkingstelling van deze archieven voor onderzoekers van diverse herkomst: heemkundigen, genealogen, studenten geschiedenis, kunsthistorici… = het - door de archiefwet van 1955 geregelde - toezicht op de archiefvorming bij een aantal openbare overheden (gemeenten, OCMW’s, kerkfabrieken, rechtbanken, enz.) Bereik Vlaams-Brabant Doelpubliek De doelgroep is eigenlijk iedereen die interesse heeft voor een of ander aspect van het verleden. Zowel professionele als amateur-historici kunnen in onze leeszaal terecht met hun vragen.
bijlage 5 – 154
Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: Het Rijksarchief te Leuven beheert diverse archiefbestanden, afkomstig uit de hele provincie. Vooral de middeleeuwse en vroegmoderne archieven zijn sterk vertegenwoordigd. Voor Leuven in het bijzonder kan gewezen worden op het bijzonder rijke archief van de Oude Universiteit (1425-1797), dat op het einde van de 18de eeuw geconfisqueerd werd. Niet alleen voor de geschiedenis van de universiteit, maar ook voor de geschiedenis van de stad is het een goudmijn. De archieven van parochies, van het Groot en het Klein Begijnhof, van de parochiale armentafels, de Weeskamer, archieven van de oude schepenbanken, microfilms van de parochieregisters en de registers van de burgerlijke stand van de hele provincie (aangevuld met Brussel en Waals-Brabant). Inventarisatie: inventaris deels digitaal deels op papier Toegankelijkheid: vrij toegankelijk Depot: in het depot van het Rijksarchief te Leuven en van Beveren Activiteiten = permanente tentoonstellingen = lezingen = studiedagen = deelname aan Erfgoeddag Publicaties Medewerking aan wetenschappelijke publicaties cfr. medewerking aan het derde volume over de geschiedenis van Deinze
bijlage 5 – 155
Identificatiefiche Salsa! vzw Naam van de instelling of vereniging Salsa! vzw Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden 212 leden Aantal actieve medewerkers 10 actieve medewerkers Missie en de doelstellingen SALSA! is een vereniging die aandacht vraagt voor de geschiedenis van Leuven op basis van het materiaal dat zich in het stadsarchief bevindt en voor alles wat er in het Leuvens stadsarchief gebeurt en voor de bronnen die er worden bewaard en ontsloten. SALSA! wil het stadsarchief meer naamsbekendheid geven en de dienst meer in contact met de Leuvense bevolking brengen. In de toekomst wil SALSA! ook fonds oprichten om mogelijke interessante stukken aan te kopen. Bereik Lokaal (Leuven) Doelpubliek Alle geïnteresseerden Graag ook jonge mensen in contact brengen met archieven en deze verlossen van het stoffige imago. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) nvt Activiteiten = tentoonstellingen = Week van de Smaak = lezingen = gratis rondleidingen voor leden Publicaties = nieuwsbrief = Salsa Cahier
bijlage 5 – 156
Identificatiefiche Steunpunt voor industrieel en wetenschappelijk erfgoed (SIWE) Naam van de instelling of vereniging Steunpunt voor industrieel en wetenschappelijk erfgoed VZW (SIWE) Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden 215 leden Aantal actieve medewerkers Raad van Bestuur: 5 leden In dienst: 1 halftijds medewerker Missie en de doelstellingen SIWE vzw wil een lans breken voor de instandhouding, de studie en de ontsluiting van industrieel en wetenschappelijk patrimonium. SIWE vzw wil verwerven of in bruikleen ontvangen: objecten en documenten die betrekking hebben op alle aspecten van de evolutie van kennis en technieken in industrie en wetenschappen. SIWE vzw zal initiatieven nemen zoals inventarisatie en restauratie om de instandhouding van representatieve objecten en documenten, al dan niet in haar bezit, te bewerkstelligen. SIWE vzw zal in dit verband een educatieve werking ontplooien, tentoonstellingen, voordrachten en bezoeken organiseren. SIWE vzw zal zich inzetten om zowel het verworven patrimonium als het in bruikleen ontvangen erfgoed in gepaste lokalen onder te brengen en deze collecties te ontsluiten voor het publiek. SIWE beoogt op termijn de oprichting van een Museum voor Industrieel en Wetenschappelijk Erfgoed (MIWE) en onderzoekt hiervoor mogelijke vestigingsplaatsen in de Leuvense regio. Bereik Nationaal Doelpubliek Iedereen kan sympathiserend lid worden van de vereniging. Deze leden ontvangen na betaling van lidgeld SIWE Nieuwsbrief en SIWE Magazine gedurende een werkjaar. Ons doelpubliek is iedereen van jong tot oud die interesse heeft in industriële archeologie, industrieel, technisch/technologisch, ingenieurs- en wetenschappelijk erfgoed. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: SIWE vzw beheert voor MIWE in oprichting een eigen collectie objecten. De MIWE-collectie ontstond naar aanleiding van de Open Monumentendag. In de zogenaamde kuismolen, het oorspronkelijke ketelhuis waar de stoom geproduceerd werd voor de aandrijving van de stoommachine die zich destijds in het molengebouw bevond, werd begonnen met de uitbouw van de permanente tentoonstelling, die zou moeten leiden tot het Museum voor industrieel en wetenschappelijk erfgoed. Op dit moment is het voor SIWE geen prioriteit meer om een eigen museum te starten. De verzameling bestaat uit machines, wetenschappelijke apparaten, gebruiksvoorwerpen en documenten, die representatief zijn voor het industrieel verleden en de wetenschappelijke tradities in Vlaanderen.
bijlage 5 – 157
SIWE vzw beheert dus een eigen collectie objecten die is opgebouwd rond drie themata: computer- en rekentechnologie, laboratoriumuitrusting en werktuigmachines. SIWE vzw beheert tevens bibliotheekcollecties en een documentatiecentrum. Inventaris: digitaal/ op papier Toegankelijkheid: alleen toegankelijk op afspraak Depot: Bij SIWE zelf of er wordt doorverwezen naar andere musea Activiteiten = eigen SIWE- tentoonstellingen (Van Graan tot Bloem (1997), De ontwikkeling van het computergeheugen (1998), De Remyfabrieken te Wijgmaal (2000), ‘s Hertogenmolens (2004), in voorbereiding: Turken hebben grote handen ism de stad Genk = tentoonstellingen m.m.v. SIWE vzw (250 jaar kanaal Leuven-Dijle (2000), Geuren en Kleuren (2001), Paarse koeien en groene pizzabomen (2004) = voordrachten (maandelijks) = organisatie van bezoeken voor leden = deelname aan evenementen: 8 28 september 1996: Evenementendag met voorstelling van SIWE vzw aan het publiek: openstelling van de machinehal van de K.U. Leuven te Heverlee, van het Gasmuseum van Electrabel, tentoonstelling van rollend materieel door de NMBS in het station te Leuven en een academische zitting in de Molens Van Orshoven. Een oldtimerbus van de voormalige NMVB verzorgde de verbinding tussen de sites. 8 deelname aan Open Monumentendag 1997 met demonstraties van werkzaamheden in een door SIWE vzw heringericht molenlaboratorium. 8 medewerking aan de inrichting van concerten in molengebouwen door het Festival van Vlaanderen (1998). 8 Opendeurdag in de Molens Van Orshoven te Leuven met tentoonstellingen van objecten uit de eigen verzameling (1998). 8 deelname met een demonstratiestand met oude didactische instrumenten aan de Leuvense Boeken- en Beiaardmarkt in 1999. 8 deelname aan Open Monumentendag 2001 rond het thema metaal met voorstelling aan het publiek van onze vernieuwde museale opstelling. 8 november 2001: deelname aan de Volle Tent, een CJP-activiteit in Leuven. Publicaties = SIWE magazine = SIWE nieuwsbrief
bijlage 5 – 158
Identificatiefiche Stadsarchief Leuven Naam van de instelling of vereniging Stadsarchief Leuven Juridische structuur – statuut Gemeentelijke overheid Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 6 medewerkers: 3 archivarissen en 3 andere actieve medewerkers Missie en de doelstellingen Zorgen voor het archief en collecties (bewaren, valoriseren en ontsluiten) = archieven en verzamelingen onder beste omstandigheden bewaren = inventariseren en toegankelijk maken van archief = culturele valorisatie Hoofdtaak: stadsadministratie moet zijn zaken terug kunnen vinden en dat archief moet optimaal bewaard worden voor de toekomst Bereik Leuven Doelpubliek De doelgroep is eigenlijk iedereen die interesse heeft voor een of ander aspect van het verleden. Zowel professionele als amateur-historici kunnen in onze leeszaal terecht met hun vragen. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: De kern van het archief bestaat uit de archieven van het stadsbestuur en de vroegere gemeenten Heverlee, Kessel-Lo en Wilsele. Naast de archieven van deze lokale overheden bewaart het stadsarchief ook archieven van personen, instellingen en bedrijven, die op één of andere manier hun stempel hebben gedrukt op de ontwikkeling van Leuven. Inventaris: helft digitaal/helft op papier Toegankelijkheid: vrij toegankelijk Depot: in het depot van het stadsarchief in Tweebronnen Activiteiten = activiteit in het kader van Erfgoeddag = een project in 2007 “dit is de geschiedenis van de Brandweer in Leuven” = medeorganisator “Ken uw Stad”-quiz = deelname aan kinderhoogdagen Publicaties = Publicatie over WO I, 2004 = Broedertwist, 2006 = Publicatie menukaarten, 2006 = KUS- kwis boekje, 2006 bijlage 5 – 159
Identificatiefiche TraVo Naam van de instelling of vereniging TraVo vzw, studie en documentatiecentrum voor de Traditionele Volksmuziek in Vlaanderen Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 10tal actieve medewerkers Missie en de doelstellingen TraVo moet hét aanspreekpunt worden voor al wie zich wil verdiepen in de muzikale tradities van het Vlaamse land, of het nu gaat om liederen, dansen, instrumenten, of de gebruiken die ermee samenhangen. TraVo moet op termijn een plek worden waar je alles vindt wat je wenst te lezen, zien of horen: publicaties, veldopnamen, foto’s, films en afbeeldingen. Bereik Vlaanderen en internationaal Doelpubliek TraVo richt zich tot een zo breed mogelijk publiek, van binnen- en buitenlandse wetenschappers tot liefhebbers van volksmuziek op zoek naar repertoire en achtergrondinformatie. Iedereen die een studie wil maken over traditionele muziek in Vlaanderen kan zijn onderzoek hier starten. Ook voor studenten kan het interessant zijn. ½ van de collectie zal wel in Leuvense bibliotheken zitten, maar de andere helft zeker niet. Er zijn tot nu toe al een 40tal bezoekers (ook buitenlanders) geweest, nog geen studenten. Collectie: ( thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid van de collectie) Collectie: in de bibliotheek kunnen nu al zowat 1500 titels geraadpleegd worden. 1) De kern van deze verzameling is de nalatenschap van wijlen Renaat Van Craenenbroeck (19372001), die als dansmeester en wetenschapper (gespecialiseerd in zwaarddansen) een indrukwekkende verzameling publicaties had bijeengebracht met een reputatie tot ver buiten onze landsgrenzen. 480 titels van boeken, mappen, handschriften… Even bestond de vrees dat deze collectie na zijn overlijden verspreid zou raken in binnen- en buitenland. Dit versnelde de plannen voor de oprichting van een centrum waar het archief van Renaat in zijn geheel een onderkomen kon vinden, en ontsloten voor het publiek. 2) Verzameling van Danskant vzw (vroeger volksdanscentrale voor Vlaanderen). Dit zat vroeger in de bibliotheek van Diest. 430 titel van boeken, overdrukken en tijdschriften. 3) Ook een groot gedeelte van de privé-bibliotheek van Hubert Boone is al verhuisd naar TraVo. 650 werken (ook een platencollectie). Depot: de collecties zijn geen eigendom van TraVo, maar in permanent depot gegeven. In de toekomst kan TraVo misschien wel eigenaar worden. Het is belangrijk dat deze verzameling niet in een grote bibliotheek terecht komt, want dan blijft het geheel niet samen (en dat is net zo interessant). Activiteiten = Deelname aan Erfgoeddag = Deelname aan Open Monumentendag Publicaties Er zijn verschillende publicaties gepland. bijlage 5 – 160
Identificatiefiche Universiteitsarchief Naam van de organisatie Archief K.U. Leuven Juridische structuur – statuut Dienst binnen de K.U. Leuven Aantal leden van uw organisatie nvt Aantal actieve medewerkers 6 actieve medewerkers Missie en de doelstellingen Verantwoordelijk van het archief van de universiteit als instelling Bereik Lokaal tot internationaal Doelpubliek Iedereen die interesse heeft Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: de kern bestaat uit het eigenlijke archief van de universiteit, met stukken van de 15de eeuw tot vandaag. Het archief van de oudste universiteit (1425-1797) is niet uitgebreid, maar bevat wel honderden oorkonden waarin de rechten en voorrechten van de universiteit zijn vastgelegd. Maar het Universiteitsarchief beheert ook tal van andere archieven. Vooral professoren zijn goed vertegenwoordigd met hun schriftelijke nalatenschap. Het Leuvense studentenleven is uitgebreid gedocumenteerd door de collecties van het Archief en Museum van het Vlaams Studentenleven. Van bijzonder belang voor de plaatselijke geschiedenis zijn het Arenbergarchief en het archief van de familie Spoelberch. Samenvattend: = Archief van de universiteit (oude universiteit 1425-1797/Rijksuniversiteit 1816-1834/ K.U. Leuven 1834- ) = Instellingsarchieven = Arenbergarchief = Particuliere archieven (en verzamelingen) = Audio-visuele collecties = Bibliotheek = Archief en Museum van het Vlaamse studentenleven - schenking Activiteiten = tentoonstellingen = lezingen = rondleidingen = deelname aan Erfgoeddag Publicaties Door de wetenschappelijke medewerkers en het diensthoofd worden op geregelde artikels tijdstippen gepubliceerd (zowel in tijdschriften als ter gelegenheid van tentoonstelling…) over universiteitsgeschiedenis, WO I en II, adellijke geslachten, archivistiek... bijlage 5 – 161
Identificatiefiche Universiteitsbibliotheek K.U. Leuven Naam van de organisatie Centrale bibliotheek K.U. Leuven Juridische structuur – statuut Dienst binnen de K.U. Leuven Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 38 actieve medewerkers en 9 vrijwilligers Missie en de doelstellingen = De Centrale Bibliotheek biedt, complementair aan de andere bibliotheek van de stadscampus, informatievoorzieningen en studieomgevingen aan in functie van het onderwijs en het onderzoek = Zij staat in voor het beheer en de exploitatie van erfgoedcollecties van de universiteit voornamelijk voor de humane wetenschappen De Centrale Bibliotheek verwerft, bewaart en exploiteert de erfgoedcollecties die zij herbergt. Dat erfgoed omvat ook publicaties van en over de Leuvense Universiteit. Zij vervult verder een bewaarrol voor het Leuvense en Vlaamse erfgoed, in overleg en samenwerking met andere partners, ook buiten de universiteit. Zij is de bewaarbibliotheek voor de bibliotheken van de stadscampus, met uitzondering van de Maurits Sabbebibliotheek. = ontwikkeling van specifieke digitaliseringsprogramma’s = deelname aan regionale, nationale en internationale samenwerkingsprojecten = een actief en receptief tentoonstellingsbeleid, met voorrang voor de valorisatie van haar eigen collecties = Zij vervult een brede culturele rol, zowel binnen de universiteit (en haar omgeving) als naar het grote publiek = zij streeft naar optimale toepassing van innovatie en samenwerking, met voortdurende aandacht voor kwaliteit en klantgerichtheid. Bereik Lokaal tot internationaal Doelpubliek = studenten en de academische wereld = buitenwereld (stad, provincie, Vlaanderen): te vergelijken met de rol van de stadsbibliotheek uit Antwerpen. De stad Leuven heeft immers geen vergelijkbare bibliotheek. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: de Centrale bibliotheek (CB) verzamelt een basiscollectie referentiewerken en interdisciplinaire literatuur. Het is tevens een bewaarbibliotheek voor minder actieve literatuur en voor het historisch patrimonium. Ongeveer 1,3 miljoen boekdelen.
bijlage 5 – 162
= Magazijncollectie = Museale collectie/bijzondere collectie (tabularium): handschriften, prenten en oude drukken = Krantencollectie en overheidspublicaties = Oost-Aziatische bibliotheek = Musea voor kostbare werken Inventaris: Catalogus Aleph – er zijn nog maar weinig niet gecatalogiseerde werken De museale collecties zijn allemaal beschreven. Voor het beheer en de verwerking van de collectie werkt het Tabularium nauw samen met de bibliotheek van de Faculteit Godgeleerdheid. Toegankelijkheid: Grootste deel van de collectie zit wel in magazijnen en is enkel te raadplegen op aanvraag Activiteiten = rondleidingen aan scholen = tentoonstellingen = deelname aan Erfgoeddag, Open Monumentendag, Kulturama Publicaties = driemaandelijkse nieuwsbrief “Ex officina” = publicatie door personeel van de Universiteitsbibliotheek
bijlage 5 – 163
Identificatiefiche Van Wicmale tot Wijgmaal Naam van de organisatie Van Wicmale tot Wijgmaal Juridische structuur – statuut feitelijke vereniging Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 9 actieve medewerkers Missie en doelstellingen De site “kerkdorp Sint Hadrianus-Wijgmaal” te profileren in het geheel van andere deelgroepen om door middel van een cultureel-historisch en geografisch beeld de site op kaart van Groot-Leuven te brengen. Als concrete doelstellingen zoekt de werkgroep de erkenning te bekomen van het schild en de vlag van Wijgmaal in de rij tussen de andere deelgemeenten van Groot-leuven in de inkomhal van het stadhuis te Leuven. Bereik Lokaal Doelpubliek De bevolking van Wijgmaal. In eerste instantie vooral de jeugd, de jongeren en de nieuwkomers die zich de laatste tien jaar in Wijgmaal zijn komen vestigen. Daarnaast wil de werkgroep ook de bevolking van Leuven en de omliggende regio erbij betrekken. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Foto’s van het oude en het nieuwe Wijgmaal en de fabrieken van Remy vanaf de jaren ’70 tot nu. Verschillende soorten van foto’s: van gebouwen, verenigingen, feesten etc. Activiteiten (opsomming, omschrijving, aantal per jaar) = in de toekomst: wandelingen in Wijgmaal = halloweentocht = vernissage Publicaties = Monografie van “Wicmale tot Wijgmaal”.
bijlage 5 – 164
Identificatiefiche Dienst archief en bibliotheek van de Provincie Vlaams-Brabant Naam van de organisatie Provincie Vlaams-Brabant Algemene directie - Dienst archief en bibliotheek Juridische structuur – statuut Provinciaal Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 4 actieve medewerkers Missie en de doelstellingen = Missie van het beleidsdomein archief en bibliotheek: Het vergaren en ter beschikking stellen van een zo breed mogelijk informatiespectrum, gelinkt aan de doelstellingen en opdrachten van de organisatie, en verder uitbouwen van een kwaliteitsvol en efficiënt archiefbeleid en -beheer (inclusief postbeheer). = Visie: het provinciebestuur ontwikkelt een permanente werking rond kennismanagement door het verwerven, beheren, ontsluiten en verspreiden van informatie. De dienst archief en bibliotheek levert een inhoudelijke bijdrage aan de optimalisering van bestuurlijke processen en aan een efficiënt documentbeheer in het kader van behoorlijk bestuur en openbaarheid van bestuur. Bereik In de eerste plaats provincie Vlaams-Brabant, maar ook nationaal. Doelpubliek = in hoofdzaak eigen administratie; = maar ook: studenten, burgers, enz. Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie: document- en archiefbeheer van de stukken van de provinciale beleids- en bestuursorganen en de dossiers administratief toezicht Toegankelijkheid: inzage aanvragen via de provinciegriffier (email:
[email protected]) Depot: dienst archief en bibliotheek, Provincieplein 1, 3010 Leuven – op afspraak tijdens de kantooruren (tel. 016/26 71 71, email:
[email protected] ) Activiteiten = interne vormingen voor o.a. archiefverantwoordelijken per dienst = cursussen archiefbeheer Bestuursschool P.I.V.O. Publicaties Geen publicaties bijlage 5 – 165
Identificatiefiche Vrienden van de Leuvense Musea Naam van de organisatie Vrienden Leuvense Musea Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden 958 leden Aantal actieve medewerkers Raad van bestuur: 17 leden Missie en doelstellingen = het stedelijke museum Vanderkelen-Mertens propageren = kunstpatrimonium van het museum in de belangstelling plaatsen = kunstpatrimonium van het museum verrijken door schenkingen Bereik Regionaal Doelpubliek Inwoners van Leuven en haar regio Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid) Collectie en Depot: de meeste kunstwerken worden aan de stad en het Museum geschonken Activiteiten = publicatie van Jaarboeken en Museumstrips = organisatie van daguitstappen naar tentoonstellingen in binnen- en buitenlandse musea = organisatie van geleide bezoeken aan tentoonstellingen in eigen stad voor de leden = lezingen en voordrachten Publicaties = jaarboek “Arca Lovaniensis” = Museumkalender (tot 2003) = driemaandelijks tijdschrift “Museumstrip” = postkaartenreeks van de kunstwerken van het Museum
bijlage 5 – 166
Identificatiefiche Vlaamse vereniging voor Familiekunde (VVF) Naam van de instelling of vereniging Vlaamse vereniging voor familiekunde (VVF) – afdeling Leuven Juridische structuur – statuut vzw Aantal leden 207 leden Aantal actieve medewerkers 9 actieve medewerkers Missie en doelstellingen VVF-Leuven heeft als doel al wie op zoek is naar zijn voorouders te helpen bij deze opzoekingen. Hiervoor richt zij maandelijks een lezing over een genealogisch onderwerp in of heeft er een praktijkavond plaats waar men de (beginnende) stamboomonderzoekers het oud-schrift leert te lezen en te begrijpen. Regelmatig wordt er ook een cursus ‘klim in je stamboom’ ingericht. Deze cursus maakt u wegwijs in de methodiek en geeft u waardevolle tips in verband met uw stamboomonderzoek. Ook de computergebruikende stamboom-onderzoeker wordt geholpen middels voordrachten en cursussen. De vergaderingen en cursussen gaan meestal door in het Cultuurcentrum “Romaanse poort” te Leuven. Bereik Regionaal Doelpubliek Iedereen die aan familiekunde doet Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid van de collectie) Collectie: 1) Verzameling van bidprentjes, doodsbrieven, krantenknipsels 30.000 stuks en 97.000 krantenknipsels Uitleg: dit gebeurt omdat de akten van de Burgerlijke Stand van de laatste 100 jaar niet publiek toegankelijk zijn. 2) Digitale verzameling: fotograferen van oude registers, (moderne) parochiearchieven, OCMW archief – worden op CDrom gezet 3) Scans van rouwbrieven worden op Cd-rom gezet (ook de collectie uit het stadsarchief wordt door VVFL gedigitaliseerd: bvb. 7000 rouwbrieven van schepenen, rectoren en notabelen) Het is de bedoeling om ook de eigen collectie volledig te digitaliseren (op termijn!) 4) Bibliotheek Inventaris: digitaal inventaris
bijlage 5 – 167
Activiteiten = Tentoonstellingen = Lezingen = Voordrachten op genealogische dagen van andere verenigingen = Cursussen: “Klim in je stamboom” (1 keer om de 2 jaar) = Voordrachten en cursussen ivm computergebruikende stamboomonderzoeker = Twee keer per maand archiefnamiddagen in het Rijksarchief = Lessen over oud schrift, over familieheraldiek = Stand op beurzen Publicaties = Nationaal project ism ministerie van Onderwijs: familiekunde in de scholen (L.O. en 1ste graad M.O.): ontwikkeling van leerkrachtenboekjes en doeboekjes voor leerlingen. = Zesmaandelijkse nieuwsbrief = Tijdschrift Brabantse Chronikel
bijlage 5 – 168
Identificatiefiche Werkgroep Spoorwegmuseum Naam van de instelling of vereniging Werkgroep Spoorwegmuseum Juridische structuur – statuut feitelijke vereniging Aantal leden nvt Aantal actieve medewerkers 3 actieve medewerkers: voorzitter J. Mortelmans, secretaris F. Trappers, adviseur F. Dumont Missie en de doelstellingen De Werkgroep Spoorwegmuseum wil bekomen dat de collectie die in de Museumbewaarplaats van de NMBS werd bijeengebracht en in Leuven werd gerestaureerd, wordt ondergebracht in een spoorwegmuseum in situ, in Leuven. 1. vermijden dat er belangrijke stukken van de NMBS verloren gaan -> industrieel erfgoed! NMBS was vroeger niet bezig met bewaren, enkel focus op vervoersfunctie Er werd veel verschroot in Leuven 2. een spoorwegmuseum in Leuven! Idealiter een museum waar nu de bewaarplaats is, historisch motief (oorspronkelijke plaats) + buurt van de reizigersafdeling. Hoop dat het samen met de vernieuwing van het station werd gebouwd. Aanwezigheid in situ zou meerwaarde zijn ( + goedkoper dan op een andere plaats bouwen) Zou een aantrekkingspool voor Leuven kunnen zijn. Veel schoolbezoeken, ouders met kinderen... cfr. voorbeeld Utrecht 750.000 bezoekers per jaar. Daarenboven ook goede promotie voor NMBS. Bereik: Nationaal Doelpubliek Alle belangstellenden Collectie: (thema, beschrijving, bewaarplaats, toegankelijkheid van de collectie) Collectie: is eigenlijk toevallig ontstaan. Het verschroten gebeurde in Leuven. Ondergeschikten behielden sommige types en restaureerden ze. Dit gebeurde niet officieel, maar het werd oogluikend gedoogd. Na aankoop werkgroep van een ‘vuurloze’ locomotief voor NMBS, heeft NMBS zelf ook uitgekeken. Ze bezitten verschillende types treinen/locomotieven + ook koninklijke treinen (ze staan ergens opgesteld in Brussel, plaats wordt geheim gehouden) Rijke verzameling rijtuigen, locomotieven, werktuigen voor klein onderhoud (wieldaler, draaischijf... allemaal unieke elementen die geconserveerd zouden moeten worden) Schaalmodellen en kleine voorwerpen Depot: in Kessel-Lo zit ook een deel van het archief gestockeerd Activiteiten Geen activiteiten Publicaties Geen publicaties bijlage 5 – 169
BIJLAGE 6: Verwachtingen t.o.v. het erfgoedconvenant op basis van sectorgesprekken Leuven Algemene verwachtingen 1) Algemeen = Een integrale werking: werking afstemmen op sector en deze ondersteunen = Werken in de deelgemeenten en soms minder centraal werken = De erfgoedcel is een actieve partner in een bepaald project of bij een bepaalde actie = Voeren van een erfgoedwerking/beleid op twee niveaus (verenigingen en instellingen) = Leuven als kenniscentrum benutten 2) Netwerking en coördinatie = Coördinerende rol en meldpunt en kernpunt (voor alles wat met erfgoed te maken heeft) = Goed opvolgen wat er gebeurt en samenwerking stimuleren = Samenwerkingsverbanden opzetten ( bv. rond Nieuwsbrief/lezingen...) = Intermediaire rol tussen instellingen en verenigingen, privé-personen = Betere samenwerking tussen verenigingen en professionele instellingen = Verenigingen samenbrengen = Initiatieven van de erfgoedcel: zoveel mogelijk linken maken naar andere verenigingen (Goed voorbeeld: Leuvense stoof) = Verenigingen laten kennismaken met Kulturama, Nacht van de Geschiedenis en hen de mogelijkheden bieden om hieraan mee te werken. = Vrijwilligerscoördinatie? Lokaal vrijwilligersbestand + vorming, expertise-uitwisseling = Meer samenwerking met OMD (link roerend-onroerend erfgoed) 3) Concrete ondersteuning van verenigingen / instellingen = Ondersteuning bij zoektocht sponsoring en subsidies/structurele middelen = Ondersteuning en bemiddeling bij problemen: mogelijke verhuis... = Logistieke ondersteuning: bv. lokalen voor activiteiten... (vooral verenigingen) = Ondersteuning voor verenigingen/vrijwilligersnetwerken in het kader van verjonging = Ondersteuning voor concrete projecten en initiatieven = Ondersteuning bij OMD en EGD 4) Informatie verstrekken en advisering = Zorgen voor (betere) informatiedoorstroming en advies ( bv. ivm ondersteuningsmogelijkheden) = Elkaar op tijd en voldoende informeren: jaarplanningen doorgeven 5) Communicatieve ondersteuning = Communicatieve samenwerking en expertise-uitwisseling = Communicatieve ondersteuning en perswerking = Naambekendheid = Communicatie naar jonge mensen/jonge gezinnen 6) Sensibiliseren = Mee onderzoeken en bewaken wat bewaard moet worden en wat niet (instellingen, verenigingen, scholen...)
bijlage 6 – 170
7) Publieksgericht werken = Coördinatie ivm betere bekendheid en ontsluiting sites en instellingen (erfgoedgehelen) + drempelverlaging = Samenwerken rond het openstellen en toegankelijk maken van collecties = Aanbod voor kinderen = Organisatie EGD en programmabrochure = Erfgoed ook toeristisch inzetten 8) Samenwerking en expertise-uitwisseling rond behoud, beheer, registratie en inventarisatie (meer aandacht voor basiswerk) = Mee in kaart brengen van allerhande collecties (K.U. Leuven, scholen...) en zichtbaar maken: elektronisch, boekje... = Samenwerken rond registratiesystemen = Samenwerken rond inventarisatie gekoppeld aan ontsluitingsprojecten = Samenwerken rond depotruimte (voor allerhande collecties): eventueel regionaal = Samenwerken rond digitalisering (hier is nog veel werk aan de winkel)
Thematische verwachtingen = Kerkelijk/religieus erfgoed (Leuven is toch een kern) (roerend – onroerend) = Universitair/academisch erfgoed (roerend en onroerend) = Veel mogelijkheden rond muziek = Auditief erfgoed (beiaard: Leuven is belangrijk) = Aandacht voor industrieel erfgoed = Regionale aanpak om ook rond landbouw te kunnen werken
Concrete voorstellen = Samenwerking tussen de verenigingen ivm nieuwsbrief = Coördinerende rol ivm programmering lezingen = Coördinatie calamiteitenoverleg = Opzetten van ruilhandel van publicaties tussen verenigingen = Erfgoedhuis (koppeling toerisme en erfgoed) = Subsidiepot voor erfgoedverenigingen via erfgoedcel = Kalender opstellen voor erfgoedactiviteiten = Permanent aanbod voor kinderen = Archievenbezoeken voor de meerwaardezoeker = Brochurereeks over de geschiedenis van een wijk = Project rond vorming en ontsluiting kerkelijk erfgoed (bv. wat zit er in de sacristie) + sensibiliseren = Tentoonstelling rond Leuvense parochies vanuit bepaalde insteek en dit met verschillende actoren = Opnemen van verhalen over kerken in Leuven (zowel bij Leuvenaars en gidsen) om het te vrijwaren voor de toekomst = Meer private woningen openstellen = Zichtbaar maken van verschillende vormen van geloof = Iets opzetten rond de ziekenhuizen = Raadskelders: bezoek aangenamer maken via ICT toepassingen = Project rond Arenberg bijlage 6 – 171
= Project rond muziek en Begijnhoven = Project rond De Bériot = Beiaardmuziek = Inventaris van oude gebruiken van klokkenluiden en reconstructie van handmatig luiden in sommige kerken = Klokken- en of beiaardwandelingen = Reconstructie van verdwenen beiaarden
Algemene bedenkingen voor stad Leuven = Erfgoedkaart moet meer getrokken worden = Leuven speelt haar troeven niet voldoende uit = Monumentenzorg/monumentenbeleid = Leuven steekt teveel energie in prestigeprojecten = Stad Leuven moet beter en volledig informeren = Universitaire colleges en collecties: bezoekbaar maken = Algemeen beleid rond kerken (cfr. open kerken Mechelen) = Kerken en abdijen rond Leuven – groene gordel = Ontwikkelen van een klokkenreflex + toelichting en of verwijzing naar gebouwen met klokken = Brouwerijmuseum = Beheer jaartallencollectie overdragen naar de stad
bijlage 6 – 172
BIJLAGE 7: Reglement basis-en werkingstoelage verenigingen
STADSBESTUUR LEUVEN SUBSIDIERINGSREGLEMENT SOCIAAL-CULTURELE VERENIGINGEN HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting en rekening houdend met de geboden mogelijkheden om welbepaalde gemeentelijke voorzieningen zoals gebouwen, terreinen en diensten te gebruiken, worden aan de door het college van burgemeester en schepenen erkende verenigingen, instellingen, stichtingen, actiegroepen of federaties voor sociaal-cultureel werk subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld. De hier bedoelde verenigingen, instellingen, stichtingen, actiegroepen en federaties worden hierna aangeduid onder de verzamelnaam plaatselijke organen. Artikel 2 1. Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies aan plaatselijke organisaties voor sociaal-cultureel werk die meer bepaald een activiteit ontwikkelen op volgende gebieden: = sociaal-cultureel vormings- en ontwikkelingswerk met volwassenen; =
amateuristische kunst- en wetenschapsbeoefening met volwassenen;
=
culturele vrijetijdsbestedingen en liefhebberijen.
2. Alleen de erkende plaatselijke organisaties die een werking ontwikkelen ten bate van de eigen inwoners kunnen gesubsidieerd worden. Dit geldt ook indien deze organisaties hun normale activiteiten slechts kunnen uitoefenen in gebouwen of op terreinen die gelegen zijn buiten het grondgebied van de gemeente, wegens het ontbreken van gebouwen of terreinen op het gemeentelijk grondgebied. Indien een vereniging een activiteit buiten het grondgebied van de gemeente wenst in aanmerking te doen komen dient zij in haar verslag het ontbreken van gebouwen en terreinen op het gemeentelijk gebied te vermelden. Artikel 3 De subsidies kunnen volgende vormen aannemen: = basissubsidies; = werkingssubsidies; = bijzondere subsidies. Basissubsidies worden in functie van hun erkenning op forfaitaire grondslag aan de plaatselijke organisaties toegekend. Werkingssubsidies worden aan de erkende plaatselijke organisaties toegekend op grond van de door hen ontwikkelde activiteiten. Bijzondere subsidies kunnen aan de erkende plaatselijke organisaties worden toegekend voor activiteiten van uitzonderlijke aard, zoals herdenkingsplechtigheden of bijzondere vieringen, of voor activiteiten verricht in bijzondere omstandigheden, bv. in kansarme situaties. Artikel 4 § 1 Overeenkomstig de bepalingen van dit reglement gaat het college van burgemeester en schepenen over tot: = de erkenning van de plaatselijke organisaties die voor subsidiëring in aanmerking komen; = de vaststelling en de toekenning van de subsidies.
bijlage 7 – 173
§ 2 Het college van burgemeester en schepenen stelt, rekening houdend met de door de gemeenteraad vast-gestelde tarieven, jaarlijks de kostprijs vast van de materiële tegemoetkomingen, voorzieningen en diensten. Deze kostprijs wordt bekendgemaakt aan de organisaties en aan de gemeentelijke adviesorganen. § 3 De erkenning kan door het college ingetrokken worden indien de plaatselijke organisatie niet meer voldoet aan de bepalingen van de artikelen 6 en 7 van het reglement. De intrekking van de erkenning heeft het verlies van het recht op subsidie tot gevolg. Artikel 5 Het college van burgemeester en schepenen wint, alvorens een beslissing te nemen in verband met de in artikel 4, § 1 en § 3 vermelde aangelegenheden, het advies in van de gemeentelijke culturele raad of van de andere betrokken gemeentelijke adviesraden. ./.
bijlage 7 – 174
HOOFDSTUK II - DE ERKENNING Artikel 6 Om door het college van burgemeester en schepenen erkend te worden moeten de plaatselijke organisaties voor sociaal-cultureel werk ten bate van de inwoners een doel nastreven dat gericht is op: 1. het bieden van vormingsmogelijkheden ten behoeve van de veelzijdige persoonsontwikkeling van volwassenen met het oog op een beter begrip van zichzelf en van hun situatie in de maatschappij en hun volwaardige participatie aan het maatschappelijk gebeuren; 2. de beoefening van sociaal-cultureel werk waarbij men aan de beoefenaars een kans geeft hun creatieve vermogens aan te wenden tot een grotere menselijke en maatschappelijke ontplooiing. Dit kan gebeuren door de nietberoepsmatige beoefening in organisatorisch verband van alle expressievormen die behoren tot de gangbare kunstdisciplines, waaronder muziek (instrumentale zowel als vocale), toneel, poppenspel en mime, beeldende expressie, film en fotografie, dans en volkskunst; 3. de culturele vrijetijdsbesteding en de beoefening van liefhebberijen. Artikel 7 Om erkend te worden moet de plaatselijke organisatie daarenboven aan de volgende voorwaarden voldoen: 1. opgericht zijn door het privé-initiatief zonder beroepsdoeleinden of winstoogmerk; 2. geleid worden door een bestuurscomité waarvan de meerderheid van de leden woonachtig is in de gemeente; 3. haar zetel en activiteit hebben op het grondgebied van de gemeente, onverminderd de toepassing van artikel 2, § 2; 4. haar activiteit uitoefenen in de taal van de streek in overeenstemming met de vigerende taalwetten; 5. bij het indienen van de vraag om erkenning het bewijs leveren dat zij tijdens het vorig werkjaar bedoelde activiteiten heeft uitgeoefend. Organisaties waarbinnen de in artikel 6 vermelde activiteiten verricht worden bij wijze van beroep of tegen bezoldiging komen niet in aanmerking voor erkenning. Dit geldt eveneens voor de organisaties opgericht in schoolverband, waarvan de meerderheid van de leden geen inwoners zijn van de gemeente. Artikel 8 De organisaties moeten hun aanvraag om subsidies indienen bij het college van burgemeester en schepenen in de loop van de maand juli van ieder jaar. HOOFDSTUK III - BASIS- EN WERKINGSSUBSIDIES Artikel 9 De basis- en werkingssubsidies, verleend op basis van de kredieten ingeschreven in de begroting van het lopende dienstjaar, worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten betreffende het vorig werkjaar dat wordt beschouwd aan te vangen op 1 juli en te eindigen op 30 juni. Artikel 10 § 1. De organisatie is verplicht uiterlijk op 15 juli van ieder jaar volgende bewijsstukken voor te leggen: 1. een gedetailleerd verslag over de gerealiseerde activiteiten tijdens het vorig werkjaar van de organisatie; 2. een nota met de noodzakelijke vermeldingen om de uitbetaling te kunnen doen; deze nota bevat tevens de naam van twee verantwoordelijke bestuursleden; 3. een nota met vermelding van de wijzigingen die zich desgevallend hebben voorgedaan op het gebied van de samenstelling van het bestuur, de structuur en de statuten van de organisatie.
bijlage 7 – 175
Deze verslagen en nota’s moeten ondertekend worden door degenen die volgens de statuten namens de organisatie kunnen optreden of, zo er geen statuten zijn, door twee bestuursleden. § 2. Met laattijdig ingediende aanvragen wordt geen rekening gehouden. Artikel 11 Aan de door het college van burgemeester en schepenen aan te wijzen ambtenaren dienen al de documenten, zonder ze te verplaatsen, te worden getoond en alle inlichtingen te worden verstrekt die zij noodzakelijk achten voor de vervulling van hun opdracht. Deze ambtenaren zijn gebonden door het beroepsgeheim.
bijlage 7 – 176
BIJLAGE 8: Reglement artistieke en gemeenschapsvormende projecten
SUBSIDIEREGLEMENT VOOR ARTISTIEKE, SOCIAAL-ARTISTIEKE EN GEMEENSCHAPSVORMENDE PROJECTEN Preambule 1. Dit reglement heeft als doel: = nieuwe impulsen te geven aan al de culturele actoren van de stad Leuven; =
mogelijkheden te creëren tot kwaliteitsverbetering en professionalisering;
=
samenwerkingsverbanden te stimuleren tussen de culturele actoren in de stad;
=
via projecten ruimere doelgroepen te bereiken;
=
mogelijkheden te creëren om eenmalige projecten te realiseren
=
culturele actoren en hun werking via projecten meer visibiliteit en armslag te geven.
2. De projectsubsidies worden apart ingeschreven in de begroting naast de nominale subsidies en structurele subsidies. Artikel 1 Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd in de begroting van de stad Leuven, kunnen subsidies worden toegekend voor: 1.
artistieke projecten
2.
sociaal-artistieke projecten
3.
gemeenschapsvormende projecten
volgens de regels en voorwaarden die hierna worden vastgesteld. Artikel 2 De toelagen worden verleend door het College van Burgemeester en Schepenen na het inwinnen van het advies van de beoordelingscommissie ter uitvoering van dit reglement. Deze commissie wordt door het College van Burgemeester en Schepenen samengesteld uit maximum zes externe specialisten uit de kunstensector, welzijnsector en het sociaal-cultureel vormingswerk en twee leden van het College zelf. De voorzitter en commissieleden worden aangesteld voor een periode van maximaal drie jaar. Ontslagnemende leden kunnen op elk ogenblik worden vervangen. Artikel 3 Om in aanmerking te komen voor subsidies dienen de initiatieven aan de volgende criteria te voldoen: 1. artistieke projecten: de projecten moeten zich situeren in de cultuurproductie, met een voorkeur voor beeldende kunsten en podiumkunsten. Cross-overs tussen verschillende disciplines (theater, muziek, dans, beeldende kunst, cultureel erfgoed) zijn mogelijk en wenselijk. Samenwerking tussen verschillende initiatiefnemers heeft de voorkeur; 2. sociaal-artistieke projecten: sociaal-artistieke projecten zijn laagdrempelige werkingen waar collectieve processen opgezet worden met groepen en individuen die zich in een situatie van (sociaal-) culturele achterstelling bevinden; begeleid door deskundige kunstenaars en/of educatieve, culturele of sociale werkers, met als doelstelling om via participatie en/of toeleiding naar de kunsten, de emancipatie en integratie van de doelgroepen te bevorderen en hun culturele competentie te verhogen waarbij de actieve participatie en interactie voorop staan; 3. gemeenschapsvormende projecten: projecten die nieuwe instrumenten/methodieken ontwikkelen om de gemeenschapsvorming te concretiseren; en/of nieuwe doelgroepen aanspreken; en/of werk maken van het doorbreken van sectoren (cultuur, onderwijs, sport, jeugd...) en/of samenwerking met verschillende actoren bevorderen (zowel culturele als andere).
bijlage 8 – 177
Met gemeenschapsvorming wordt bedoeld: alle activiteiten die de kwaliteit en de samenhang van de lokale gemeenschap versterken, met bijzondere aandacht voor moeilijk bereikbare doelgroepen. Artikel 4 Voor subsidiëring komen projecten in aanmerking: = die niet behoren tot de reguliere werking van de organisatie; = die al of niet mits betaling toegankelijk zijn voor alle belangstellenden; = die op het grondgebied van de stad Leuven plaatshebben. Artikel 5 Voor de toepassing van dit reglement komen niet in aanmerking initiatieven die opgezet zijn door een commerciële organisatie en in hoofdzaak commerciële doeleinden nastreven. Artikel 6 Om aanspraak te kunnen maken op een subsidie moet de initiatiefnemer aan de volgende voorwaarden voldoen: a)
zetel, secretariaat of woonplaats hebben op het grondgebied van de stad Leuven;
b)
de controle van de stad inzake de activiteiten en de boekhouding aanvaarden;
Artikel 7 De initiatiefnemer dient vóór 15 februari of 15 september een schriftelijke aanvraag te richten aan het College van Burgemeester en Schepenen voor de initiatieven die plaatshebben in het daaropvolgende jaar. Bij deze aanvraag wordt gevoegd: a)
een aanvraagformulier (te verkrijgen in het Cultuurcentrum Leuven, Brusselsestraat 63, 3000 Leuven of via www.leuven.be) met een motivering van aanvraag;
b)
een nauwkeurige omschrijving van het initiatief, de doelstellingen, de doelgroep, de problematiek, de methodische aanpak, de fasering, het promotieplan, eventuele medeorganisatoren en eventuele randactiviteiten;
c)
een gedetailleerde begroting van inkomsten en uitgaven met postgewijze toelichting;
d)
naam, adres, telefoon- en eventueel faxnummer, e-mail van een persoon die bevoegd is namens de organisatoren informatie te verschaffen, of die bij beoordeling gehoord kan worden;
e)
het rekeningnummer van een op naam van de organisator of initiatiefnemende vereniging bestaande bankrekening;
f)
een korte voorstelling van de aanvragende organisator, via een exemplaar van de statuten, indien de initiatiefnemende vereniging rechtspersoonlijkheid bezit.
Artikel 8 Binnen de twee maanden volgend op 15 februari en 15 september formuleert de beoordelingscommissie een gemotiveerd advies met betrekking tot het in het vooruitzicht gestelde subsidiebedrag. Dit advies wordt aan het College van Burgemeester en Schepenen meegedeeld. Het College van Burgemeester en Schepenen neemt een beslissing waarvan de dienst culturele zaken de indieners van de subsidie-aanvraag zo snel mogelijk op de hoogte brengt. Bij een positieve beslissing zal de principieel toegekende subsidie overgeschreven worden op de bank- of postrekening van de organisatie. Artikel 9 Het bedrag van de subsidie wordt bepaald in functie van: a)
de beschikbare kredieten op de stedelijke begroting;
b)
het totale budget van het project en beperkt tot het werkelijke deficit;
c)
de beoordeling van het initiatief door de beoordelingscommissie.
bijlage 8 – 178
Artikel 10 Indien het initiatief niet kan plaatshebben of indien het opzet grondig wordt gewijzigd, geeft de organisator daarvan onverwijld bericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De organisator nodigt het College van Burgemeester en Schepenen en de beoordelingscommissie uit tot de manifestatie, zodat controle en evaluatie mogelijk zijn. Artikel 11 Met het oog op de definitieve toekenning van het subsidiebedrag verstrekt de organisator binnen de 2 maand na de manifestatie de rekening van inkomsten en uitgaven, samen met de nodige bewijsstukken en het verslag van de manifestatie, gestaafd met documenten. Het College van Burgemeester en Schepenen kan zich genoodzaakt zien de principieel toegekende subsidie terug in te trekken, indien de initiatiefnemer deze documenten niet binnen de vastgelegde termijn instuurt. Ten onrechte uitgekeerde subsidies kunnen steeds worden teruggevorderd. Uitgaven of inkomsten die met catering of representatie te maken hebben worden niet opgenomen in de begroting of in de afrekening. Uitgaven of inkomsten eigen aan de werking van de organisatie of investeringskosten die niet duidelijk gerelateerd zijn aan het voorgestelde project komen niet in aanmerking voor subsidiëring. Alle andere kosten komen in aanmerking voor subsidiëring. Artikel 12 In alle publicaties met betrekking tot het project moet de medewerking van de stad Leuven duidelijk leesbaar worden vermeld door het gebruik van het logo van de stad Leuven en de vermelding ‘met medewerking van de stad Leuven’. Artikel 13 De uitgaven worden in de begroting voorzien onder het artikel 76238/332/02 (bijzondere culturele projecten en activiteiten). Artikel 14 Dit reglement treedt in werking op 22 september 2003. Artikel 15 Dit reglement vervangt het ‘subsidiereglement voor bijzondere culturele projecten en activiteiten’ (GR 15.06.98).
bijlage 8 – 179