Beleidsplan College van Diakenen
van de Protestantse Gemeente Groningen
2012-2015
September 2012
Inhoudsopgave 1. Inleiding…………………..……………………………………………………..
2
2. Visie op diaconaat……………………………………………………………
3
3. Diaconaat in praktijk a. Wereldwijd…………………………………………………………..
4
b. Landelijk ……………………………………………………………..
4
c. Regionaal………………………………………………………………
4
d. Stedelijk ……………………………………………………………….
4
e. Wijkniveau……………………………………………………………
6
4. Stichting Het Groene Weeshuis………………………………………..
7
5. Financiën a. Stedelijk……………………………………………………………….. b. Wijkniveau……………………………………………………………
8 10
Bijlagen 1. Burgerlijke gemeente: de context…………………………………….. 2. Criteria steun organisaties………………………………………………… 3. Criteria steun personen…………………………………………………….
1
11 12 13
1. Inleiding Voor u ligt het beleidsplan van het College van Diakenen voor de jaren 2012 tot en met 2015. Het geeft weer waar het College voor staat en wat ze de komende jaren van plan is te realiseren. Het College van Diakenen is onderdeel van de Protestantse Gemeente Groningen en deze telt 6 wijkgemeenten: De Martinikerk, de Nieuwe Kerk, De Ark, de Immanuelkerk, De Fontein en De Bron. Het aantal belijdende leden per 1 januari 2012 bedraagt ca. 3700 en het aantal doopleden ca. 9500. Op centraal niveau is er naast het College van Diakenen de Algemene Kerkenraad en het College van Kerkrentmeesters. In de komende beleidsperiode zetten we in op: 1. 2. 3. 4. 5.
Uitbreiding en verdieping van de contacten met en tussen de zes wijkgemeentes Aanhalen van de contacten met instellingen Verhoging van de zichtbaarheid in de stad Herziening van het financieel beleid Toerusting
Het beleidsplan bestaat uit 5 hoofdstukken en 3 bijlagen. Hoofdstuk 2 beschrijft de visie op diaconaat en in hoofdstuk 3 vindt u het diaconale beleid van wereld tot wijk. In hoofdstuk 4 komt de Stichting Het Groene Weeshuis ter sprake, waarvan het College van Diakenen van rechtswege het bestuur vormt. In hoofdstuk 5 bespreken we het financiële beleid. Elk hoofdstuk bevat actiepunten die betrekking hebben op genoemde doelstellingen. In bijlage 1 wordt een schets gegeven van de stedelijke context. In de bijlagen 2 en 3 worden de criteria genoemd die gelden bij ondersteuning van organisaties respectievelijk personen.
Groningen, september 2012
2
2.
Visie op diaconaat
In de kerkorde van de Protestantse Kerk Nederland staat op een aantal plaatsen een heldere omschrijving van de taak die de gemeenten hebben op diaconaal gebied. Het College onderschrijft deze formulering van harte en neemt hem als vertrekpunt van zijn werkzaamheden. De omschrijving luidt: De gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld door de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid, te delen wat haar aan gaven is geschonken, te helpen waar geen helper is en te getuigen van de gerechtigheid van God waar onrecht gebeurt. De roeping van de gemeente tot de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid krijgt vorm door: • het verlenen van onderling dienstbetoon • het verlenen van bijstand, verzorging en bescherming aan wie dat nodig hebben • het deelnemen in arbeid ten behoeve van het algemeen maatschappelijk welzijn • het signaleren van knelsituaties in de samenleving • het bevorderen van de zorg voor het behoud van de schepping
3
3.
Diaconaat in praktijk
a.
Wereld
Het Werelddiaconaat wordt vanuit Kerk-in-Actie steeds onder onze aandacht gebracht. Concreet gaat het daarbij om een veelheid van projecten. We handhaven de huidige lijn om via KiS, website en kerkdiensten steeds aandacht te vragen voor de vele projecten die binnen de PGG gekozen zijn.
b.
Landelijk
Kerk-in-Actie voert landelijk allerlei projecten uit. Onze steun hieraan blijft gehandhaafd.
c.
Regionaal
Het Regionaal Diaconaal Fonds coördineert de bijdrage aan de diaconale projecten en stichtingen in de regio. Het College van Diakenen ondersteunt dit fonds jaarlijks met een vast bedrag. Financiële aanvragen van projecten en stichtingen uit de regio worden in principe doorverwezen naar het RDF.
d.
Stedelijk
Open Hof De Open Hof is een oecumenisch diaconaal en pastoraal centrum in de binnenstad, gevestigd in een pand aan de Spilsluizen. In het pand wordt diaconale en pastorale zorg aan dak- en thuislozen en druggebruikers geboden. De diaconale zorg komt hier tot uiting in het bieden van warmte, voedsel, kleding en een veilige plek om even onderdak te zijn. Tevens wordt bemiddeld, cq verwezen naar de hulpverlening. Het College van diakenen steunt het werk van de Open Hof samen met andere kerken door het beschikbaar stellen van financiële middelen. Ondersteuning organisaties Naast de Open Hof biedt het College steun aan een aantal plaatselijke organisaties, zoals Inlia ( vluchtelingen), Stichting Terwille (ex) verslaafden en Exodus, (ex) gedetineerden. In bijlage 2 staan de criteria voor ondersteuning aan instellingen. Persoonlijke ondersteuningen De overheid biedt allerlei voorzieningen ter bestrijding van armoede. Toch wordt nog steeds een beroep op de diaconie gedaan door gemeenteleden en door mensen buiten de kerk. Het gaat hier meestal om financiële ondersteuning (Stille Hulp) aan kwetsbare gezinnen of individuele personen, die om welke reden dan ook in een moeilijke financiële positie zijn geraakt en er op eigen kracht niet uit kunnen komen. Persoonlijke ondersteuning kan in veel gevallen door de wijkdiaconie worden aangeboden. Wanneer de kosten een bedrag van € 500,- te boven gaan wordt de aanvraag behandeld door het College van Diakenen.
4
In bijlage 3 staan de criteria voor persoonlijke ondersteuning.
Actie: We maken een flyer die geschikt is om neer te leggen bij de verschillende maatschappelijke hulporganisaties, zodat men weet wanneer men een beroep kan doen op de Diaconie. Samenwerking met stedelijke organisaties. Gezien de ontwikkelingen in de maatschappij, waarbij steeds meer mensen in de (financiële) problemen komen is het zinvol om als College meer samen te werken met stedelijke organisaties als MJD, Humanitas, Zorgloket, Kerkelijk WMO-platform en Stip. Samenwerking met welzijnsorganisaties betekent dat het makkelijker wordt voor die organisaties om een beroep te doen op de diaconie en wij onze kennis vergroten. Daar waar organisaties zich moet houden aan de regels van de wet, heeft het College van Diakenen de mogelijkheid haar hart te laten spreken. In stedelijk verband samenwerken kan ook betekenen dat we elkaar voeden en concepten ontwikkelen die kunnen leiden tot gerichte ondersteuning van personen en/of groepen die dat nodig hebben. Zo wordt de diaconie onderdeel van een veelkleurig palet aan hulpverlening. Actie: Contacten leggen met genoemde organisaties met als doel elkaar te leren kennen en weten te vinden als het nodig is. Zo maakt de diaconie zich zichtbaar in de stad. De flyer wordt verspreid bij de verschillende maatschappelijke hulporganisaties. Toerusting Jaarlijks is er ook een breed overleg van alle diakenen waar we worden geïnformeerd over ontwikkelingen op maatschappelijk gebied. De bijeenkomst is ook bedoeld om elkaar te informeren en te stimuleren. Noodfonds In navolging van andere grote steden wordt in Groningen door de (landelijke) Stichting Urgente Noden een noodfonds opgericht waarin de gemeente, hulporganisaties en particuliere fondsen samenwerken. Het fonds is bedoeld om in die situaties waarin de regelgeving niet adequaat van toepassing is de nood te lenigen. Aanvragen kunnen uitsluitend door hulpverlenende instanties worden gedaan. Actie: Het College wil bij dit fonds betrokken zijn Projecten Het College is momenteel actief betrokken bij een tweetal projecten, te weten de Open Hof en Het Pand. Het College wil ook actief meewerken aan het succes van onder meer Present, HiP en de Voedselbank. Op deze wijze komt de presentie van de Kerk in de Stad goed tot haar recht.
5
Actie We verrichten onderzoek naar het opzetten van dan wel deelnemen in andere projecten.
e.Wijkniveau Samenstelling College Het College wil de contacten met en tussen de wijkdiaconieën versterken. De samenstelling van het College wordt daarop aangepast: in principe zal vanuit elke wijk iemand in het College zitten, naast het DB dat bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Als er behoefte aan is kan een predikant met veel diaconale praktijkervaring als adviseur ingeschakeld worden. Actie: Predikant vragen of hij/zij adviseur wil zijn van het College. Overleg Het voorzittersoverleg wordt opnieuw opgestart. Hierin kunnen beleidszaken en organisatorische zaken besproken worden, met als doel een goed functionerend diaconaat op stedelijk niveau en op wijkniveau. Ook met het oog op de kerkelijke ontwikkelingen in de stad is het goed samen te werken en weet te hebben van elkaar. Actie: Jaarlijks voorzittersoverleg en breed overleg met alle diakenen organiseren.
Kerkelijke gemeente en diaconaat Het is de gemeente die geroepen is tot de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid. Het College wil daarom de gemeente daartoe graag inspireren en stimuleren. Actie: De diaconieën krijgen steun van het College bij hun inspanningen de gemeente meer te betrekken bij het diaconaat. Publiciteit/PR Er is sinds begin 2012 de afspraak dat zowel het College als ook de wijkdiaconieën publicaties verzorgen in KiS volgens een vastgesteld schema
ZWO Op wijkniveau zijn er ZWO groepen actief. De groepen verzorgen publicaties in KiS, doen voorstellen over het collecterooster en organiseren projecten zoals in de 40-dagentijd, en daarmee vindt ondersteuning plaats van het diaconaal bewustzijn van de gemeente. De activiteiten zullen de fondswerving zeker ondersteunen. Actie: Overleg met de ZWO groepen over de verhouding tussen diaconieën en ZWO groepen 6
4.
Stichting Het Groene Weeshuis
Het Groene Weeshuis is de naam van een van de weeshuizen die in Groningen heeft bestaan gedurende meer dan drie eeuwen. In 1960 is het Weeshuis gesloten en in 1971 is een Stichting opgericht die het nog aanwezige kapitaal ging beheren. Het College van Diakenen vormt nu het bestuur van deze Stichting. In de statuten is onder meer het volgende vastgelegd: “De stichting heeft als eerste doel de verzorging van wezen, waarvan de verzorging ten laste van de diaconie komt. Gezien het feit dat aan verzorging van wezen in een afzonderlijk weeshuis in de huidige tijd geen behoefte bestaat zullen, zolang er geen middelen nodig zijn voor de verzorging van wezen, de inkomsten van de stichting worden besteed aan het verlenen van steun aan werk ten behoeve van jongeren in de meest ruime zin” Binnen de Stichting bevindt zich een tweetal fondsen, te weten het van Swinderenfonds en het Bossienfonds. Beide zijn ontstaan in de 19de eeuw door een schenking resp. een legaat. Actie: Het College zal de mogelijkheden nagaan om het Bossienfonds op te heffen en de regelgeving rond het Van Swinderenfonds sterk te vereenvoudigen.
7
5.
Financiën
a.
Stedelijk
Het College van Diakenen voert het beheer over de diaconale gelden. Het College is tevens het bestuur van de Stichting “Het Groene Weeshuis”. In deze Stichting is het geld ondergebracht van het voormalige Groene Weeshuis inclusief een tweetal fondsen, te weten het Van Swinderenfonds en het Bossienfonds. Het College werkt dus met twee begrotingen en jaarrekeningen. Diaconaal geld Het diaconale vermogen bedraagt ca € 3,2 mln en de uitgaven bedragen steeds ca € 300.000,- . De uitgaven liggen bijna helemaal vast, de baten komen uit drie bronnen: de collecten, Kerkbalans en de inkomsten uit vermogen. De eerste twee inkomsten zijn relatief zeker (ca € 180.000,-) , de derde bron vertoont een wisselend beeld. Voor het ontwikkelen van mogelijke nieuwe initiatieven is bij de opstelling van de begroting steeds aandacht. Van het vermogen staat 25% beschikbaar voor projecten van diaconale aard. De bestemmingsreserves ‘diaconie’ en ‘legaat’ zullen in beginsel1 worden toegevoegd aan de algemene reserve. De bestemmingsreserves “Zending”en “Evangelisatie” zullen de komende periode van ten hoogste 10 jaar in z’n geheel worden besteed aan doelen die overeenkomen met de doelen waarvoor het ooit bedoeld was. Geld Groene Weeshuis Het vermogen bedraagt ca € 1,6 mln. Er wordt onderscheid gemaakt naar : Groene Weeshuis (€920.000), Van Swinderenfonds (€ 500.000) en Bossienfonds (€ 165.000). De uitgaven bedragen steeds ca € 75.000,- waarvan een substantieel deel (ca 25%) niet vast ligt. De baten bestaan alleen uit de inkomsten uit vermogen. Deze bron vertoont een wisselend beeld. Een complicerende factor vormen de bepalingen die horen bij de ooit ontvangen gift die leidde tot het Van Swinderenfonds. De ene helft van de opbrengst van het vermogen van het fonds moet besteed aan de aangroei van het fonds, de andere helft wordt verdeeld volgens nauwkeurig voorschrift over vele doelen. Het Bossienfonds is in de jaarrekening opgenomen maar de inkomsten worden geheel aan het Groene Weeshuis toegekend Van het vermogen staat 25% beschikbaar voor projecten die passen binnen de doelstelling van de stichting zoals neergelegd in de statuten. 1
Nagegaan moet worden of er bepalingen zijn die dit tegengaan
8
Het College zal er bij de besteding van het rendement van het Van Swinderenfonds van uitgaan dat de ooit beoogde opbouw van het fonds is voltooid. De helft van het rendement zal dus niet meer verplicht aan het vermogen worden toegevoegd. Het College zal nagaan of de bestemming van de andere helft van het rendement voldoet aan criteria als doelmatigheid, noodzakelijkheid en transparantie. Er wordt daartoe juridisch advies ingewonnen over de mogelijkheid de uitvoering van de bepalingen zoals door Van Swinderen opgesteld in 1850 te beëindigen. Het Bossienfonds wordt ingebracht in het bestemmingsfonds van het Groene Weeshuis en houdt dus op expliciet te bestaan. Daarmee wordt de bepaling uit 1897 dat het fonds als afzonderlijk fonds 85 jaar moet bestaan gerealiseerd. Zaken CvD In het verleden is het College in het bezit gekomen van grond dan wel daarmee samenhangende rechten Actie: Het College zal de mogelijkheid onderzoeken dit af te stoten. Beleggen Momenteel belegt het College geld van de Diaconie en van de Stichting Het Groene Weeshuis tot een totaal bedrag van ca € 4.100.000,-. Van dit bedrag wordt ca € 3.500.000,- belegd via een vermogensbeheerder, en verder zijn er certificaten Oikokrediet (ca € 100.000,-) en deposito’s (ca € 500.000,-) Actie: • Het College wil dat de beleggingen duurzaam2 zijn, dit in overeenstemming met het beleid van de PKN. Er komt een beleggingsreglement • De omvang van de belegging in Oikokrediet3 wordt uitgebreid en de mogelijkheden van Oikokrediet zullen onder de aandacht van de gemeente worden gebracht. • De mogelijkheid om te beleggen in binnenlandse diaconale projecten wordt mogelijk gemaakt via het PDKN (Protestants Diaconaal Krediet Nederland). Het College onderzoekt deelname hieraan. • Tenslotte zal het College actief de mogelijkheden onderzoeken om in Groningen te investeren in projecten die diaconaal van aard zijn dan wel passen binnen de kaders van de Stichting Het Groene Weeshuis.
Collecterooster Het College van Diakenen stelt jaarlijks het collecterooster op. Hierbij wordt aangesloten bij 2
Duurzaam beleggen betekent dat niet alleen het financieel rendement telt maar ook de gevolgen voor mens en milieu. 3
Oikocredit is een coöperatieve financiële instelling die in 1975 ontstaan is als een initiatief vanuit de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken in Nederland. Oikocredit biedt kerken en particulieren de mogelijkheid tot sociaal ethisch investeren
9
het collecterooster van Kerk in Actie. Omdat het college het diaconale werk in de wereld breeduit wil steunen draagt de stedelijke ZWO commissie , naast de door Kerk-in-Actie voorgestelde collectedoelen, 9x een extra collecte aan met als bestemming werelddiaconaat. Verder bestaat het rooster uit collectes voor: diaconaal werk in de wijken waarvan 3x voor een eigen diaconaal project, de stedelijke diaconie, stedelijke en landelijke diaconale projecten als Inlia, Amnesty, HIP en Present. In de 40-dagentijd wordt aangesloten bij de landelijke actie van de PKN. Het collecterooster wordt door de algemene kerkenraad vastgesteld. Actie: het College gaat zich bezinnen op de samenstelling van het collecterooster
b.
Wijkniveau
De wijkbegrotingen vertonen onderling een onsamenhangend beeld. In overleg met de wijken wordt dit aangepakt met als doel een transparant en samenhangend geheel te verkrijgen. De te voeren besprekingen zijn ook bedoeld om te bezien of de begrotingen beleidsrijker gemaakt kunnen worden. Actie Overleg met de wijken over de samenstelling van de begroting
10
Bijlage 1: De burgerlijke context Groningen is een stad met ca. 193.000 (stand: 01.01.2012) inwoners en behoort daarmee tot een van de grotere steden in ons land. De omvang leidt er vanzelfsprekend toe dat er een enorm scala aan activiteiten is waar te nemen, wat nog versterkt wordt door de aanwezigheid van een universiteit. Voor de diaconie zijn in ieder geval de volgende gegevens van belang4 1
Er zijn ca 22.000 personen die op het niveau van het sociale minimum leven, verdeeld over ca 12.000 huishoudens 2 Het aantal mantelzorgers bedraagt ca 20.000 3 Er zijn ca 700 daklozen 4 Het aantal verslaafden dat via de VNN hulp krijgt bedraagt ca 800 harddruggebruikers en ca 700 alcoholisten 5 De Voedselbank verstrekt aan ca 250 huishoudens een voedselpakket 6 Er zijn ca 8000 werkzoekenden ( ca 9% van de beroepsbevolking) 7 Er maken ca 3700 mensen gebruik van de AWBZ-voorzieningen5 8 Het Gemeentelijk Krediet Bureau kent op jaarbasis ca 2500 aanmeldingen 9 Er zijn ca 8000 mensen die een beroep doen op de WWB6 10 Er zijn ca 7600 personen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering7 ontvangen De gemeente Groningen is, zoals elke gemeente, uitvoerder van de WMO8. De essentie van deze wet is dat de gemeente compensatieplicht heeft ten aanzien van de burger die in de knel is geraakt. De gemeente voert de wet uit in nauw overleg met een veelheid aan organisaties die werken op de gebieden zorg, wonen en welzijn. In dit kader heeft de gemeente in veel wijken een STIP9 opgericht. De gemeente laat zich adviseren door de WMO-raad. In deze raad zit ook een drietal afgevaardigden uit het Kerkelijk WMO Beraad. Het College van Diakenen is in dit KWMOB vertegenwoordigd. 4
Gegevens ontleend aan de Stadsmonitor 2011 en de statistische stadskaart 2011, uitgegeven door de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Groningen 5
Het betreft hier de extramurale voorziening
6
Wet Werk en Bijstand
7
WAO, WAZ, Wajong, WIA
8
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
9
STeun en Informatie Punt
11
De Stichting Present en de Stichting HiP zijn christelijke organisaties die vrijwilligers werven, onder meer in Groningen. De Stichtingen krijgen momenteel subsidie van de gemeente uit de WMO-gelden. Groningen kent op dit gebied ook twee niet kerkelijk gebonden organisaties te weten Humanitas en Stiel.
12
Bijlage 2: Criteria steun aan organisaties Voorwaarden voor ondersteuning 1. 2. 3. 4.
5. 6.
De desbetreffende instelling of organisatie moet zelf het verzoek indienen Bij het verzoek dienen bij voorkeur bescheiden te worden overlegd waaruit inzicht kan worden verkregen in de eigen financiële middelen. De bestemming van de gevraagde gelden dient duidelijk te worden aangegeven. Dus: hoeveel geld is nodig en voor welk doel. Het onder 3 genoemde doel moet een diaconaal doel zijn. Het moet erom gaan mensenin-de-knel tot hun recht te laten komen. Daarop beoordeelt de diaconie iedere aanvraag. Aanvragen om wegvallende exploitatiesubsidies op te vangen, zullen als regel niet worden opgenomen. Van instellingen/organisaties die ondersteuning hebben ontvangen, wordt verwacht dat zij achteraf informatie verstrekken over het totaal aan ontvangen giften en de besteding daarvan.
13
Bijlage 3 : Criteria steun aan personen 1. het benodigde bedrag moet hoger liggen dan het afgesproken wijkplafond (€ 500,-); 2. de aanvrager behoort tot de PKN of is niet-kerkelijk. Mensen van andere gezindten worden indien mogelijk doorverwezen; 3. de aanvrager woont in de stad Groningen. Andere aanvragers worden doorverwezen naar de eigen kerkelijke gemeente. 4. voordat we daadwerkelijk financiële hulp bieden onderzoeken we of de aanvrager al contact heeft gehad met de gemeente Groningen en/of vergelijkbare instanties (SoZaWe, MJD, Schuldhulpverlening etc.). Als dat niet zo is, bewandelen we samen met de aanvrager eerst die weg of verwijzen we door; 5. het moet gaan om een financiële noodsituatie, waarbij op korte termijn hulp noodzakelijk is; 6. hulp vindt plaats via incidentele ondersteuning, zo mogelijk in samenwerking met andere instanties; 7. situaties waarbij kinderen zijn betrokken zullen eerder als noodsituatie worden beschouwd. Het Groene Weeshuisfonds biedt hiervoor extra mogelijkheden; 8. hulp wordt in principe verstrekt als gift; 9. als een aanvrager niet meewerkt aan het nakomen van afspraken, verstrekken we hem de tweede keer geen hulp; 10. als de noodhulp niet via de wijkgemeente wordt aangevraagd, wordt eerst met de desbetreffende wijk overlegd alvorens tot hulpverlening over te gaan; 11. een aanvraag wordt zo mogelijk schriftelijk gedaan.
14