BELEGGINGSSTATUUT VOOR HET COLLEGE VAN DIAKENEN VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE HOORN-ZWAAG-BLOKKER (PG HZB)
De zorg voor de financiële zaken van diaconale aard zijn krachtens de kerkorde toevertrouwd aan het College van Diakenen (CvD). Gelden beschikbaar gesteld ten bate van een bepaald doel dienen ook voor dat doel gebruikt te worden.
Om gestalte te geven aan het beleggingsbeleid heeft de Diaconie van de PG HZB een beleggingsstatuut vastgesteld, waarmee het CvD de haar toevertrouwde taken t.a.v. beleggingen kan uitvoeren. Het doel is om het vermogen in stand te houden, waarbij rekening gehouden wordt met een korte- en lange termijn verwachte kasstroom als gevolg van de begrotingsresultaten.
Het beleggingsbeleid van de Diaconie van de PG HZB is er op gericht om met de ‘diaconale gelden’ een zo goed mogelijk rendement te behalen tegen een acceptabel beleggingsrisico. Ter realisatie dient er een zeer defensieve beleggingsstijl te worden toegepast. De opbrengst uit ‘dood’ geld dient maatschappelijk verantwoord en aanvaardbaar tot stand te zijn gekomen.
Beleggingsstatuut CvD PG HZB
AEdeV20120425(1)-2
Pag. 1
UITGANGSPUNTEN VOOR HET BELEGGINGSBELEID EN DE STRATEGISCHE BELEGGINGSMIX
Het beleggen van het vermogen van de Diaconie van de PG HZB dient op solide wijze te geschieden. Dat houdt onder meer in dat er wordt belegd volgens de hierna omschreven risico beperkende maatregelen. De beleggingen worden gedaan in vastrentende waarden: (on)bebouwde onroerende zaken, obligaties, obligatie(belegging)fondsen, deposito’s, internetspaarrekeningen en Rabo ledencertificaten. Het College van Diakenen heeft kennisgenomen van de landelijke richtlijn “Beleggen met Kerkelijke Geldmiddelen”. Op basis hiervan zijn de volgende elementen belangrijk voor dit beleggingsstatuut: o
Beleggingsbeleid professionaliseren (maken van een protocol/ fondsbeheerder)
o
Gebruik maken van beleggingsfondsen (spreiding van risico)
o
Passief duurzaam beleggen (het geld wordt in fondsen belegd en de belegger volgt de keuzes van dit fonds)
o
MRI (Mission related investments = investeren vanwege de doelstelling(en))
Beleggingsstatuut CvD PG HZB
AEdeV20120425(1)-2
Pag. 2
DE STRATEGISCHE BELEGGINGSMIX IS ALS VOLGT VASTGESTELD:
Beleggingscategorie :
Benchmark:
Bandbreedte:
Rekening-courant
3%
1-5%
Spaarrekeningen (beperking)
5%
0-10%
Aandelen Oikocredit
2%
0-5%
Internet spaarrekening
5%
0-10%
Termijndeposito’s
15%
10-30%
Obligaties (hiervan max.50% in fondsen)
25%
10-30%
(on)bebouwde eigendommen (grond/gebouw)
40%
30-50%
5%
0-10%
Rabo ledencertificaten
TEN AANZIEN VAN DE INVESTERINGEN IN DE GENOEMDE BELEGGINGSCATEGORIEËN GELDEN DE VOLGENDE REGELS: Elk kwartaal wordt de portefeuille getoetst op onder- en overweging t.o.v. de strategische asset allocatie en wordt er door de financiële commissie besloten tot herschikking, waarbij de kasstroom in ogenschouw wordt genomen. Deze herschikking vindt plaats a.d.h.v. het gestelde statuut en achteraf medegedeeld aan CvD. Uitzondering hierop is aankoop en verkoop van (on)bebouwde goederen. Voor aan- en verkoop dient vooraf akkoord te zijn verkregen van het CvD. De vastrentende waarden dienen te allen tijde voor 100% te zijn belegd in vermogenstitels luidende in euro’s.
Beleggingsstatuut CvD PG HZB
AEdeV20120425(1)-2
Pag. 3
Overige regels per beleggingsonderdeel: •
Rekening-courant:
o
•
Internet spaarrekening
o o
•
Op de rekening-courant worden geldmiddelen aangehouden om te kunnen voldoen aan de korte termijn betaalverplichtingen.
Als er in de rekening-courant een tijdelijk overtollig banksaldo is, dan kan er een bedrag op een direct beschikbare internet spaarrekening worden geplaatst. Internet spaarrekeningen kunnen worden aangegaan bij ASN, Triodos, SKG en Rabobank
Termijndeposito’s
o Een termijndeposito mag niet groter zijn dan € 100.000,- (honderdduizend) per
o o
•
tegenpartij. Voor zakelijk sparen geldt: het deposito garantiestelsel zakelijk, zoals dit is gepubliceerd door De Nederlandse Bank. Termijndeposito’s mogen voor een maximale looptijd van 5 jaar worden geplaatst. Als er meerdere termijndeposito’s zijn dan dienen de vervaltermijnen met een glijdende schaal van 1 jaar te worden afgesloten, zodat looptijden niet leiden tot een liquiditeitsrisico.
Obligatiefondsen
o o o o o
Een obligatiefonds is een fonds dat uitsluitend belegt in verschillende obligaties. Dat kunnen overheidsobligaties zijn en/of obligatieleningen van het bedrijfsleven. Per obligatiefonds mag maximaal € 100.000,- (honderdduizend) worden belegd. Maximaal 50% van de obligatieportefeuille mag worden belegd in obligatiefondsen. Maximaal 50% van de obligatieportefeuille mag worden belegd in bedrijfsobligaties. Achtergestelde obligaties zijn niet toegestaan, uitgezonderd zijn de ledencertificaten van de AAA Rabobank.
Beleggingsstatuut CvD PG HZB
AEdeV20120425(1)-2
Pag. 4
Aanvullende beperkingen / regels: o o o
Onbebouwde eigendommen dienen een minimum opbrengst van 2.5% te hebben. (Des)Investering in onbebouwde eigendommen zijn alleen toegestaan na akkoord CvD/AK/RCBB Het gebruik van derivaten wordt niet toegestaan (afgeleide beleggingsproducten als warrants en futures)
VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN
De beleggingen worden gedaan in producten die niet in strijd zijn met de algemene voorwaarden die worden gesteld aan het begrip duurzaamheid. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn: sociale waarden, milieuwaarden, voorzien in behoeften van de huidige generatie zonder dat dit ten koste gaat van het vermogen van toekomstige generaties om in hun behoefte te voorzien. Voor deze uitgangspunten dient minimaal de Global Compact van de Verenigde Naties te worden gehanteerd. De principes van de Global Compact hebben betrekking op vier hoofdthema’s: • • • •
Mensenrechten Arbeidsnormen Milieu Anticorruptie
DE BESTAANDE PORTEFEUILLE
De bestaande portefeuille voldoet niet aan bovengestelde criteria. Maar alle vrijkomende middelen vanaf het inwerkingtreden van dit beleggingsstatuut, dienen belegd te worden volgens de hiervoor beschreven strategische asset allocatie (Beleggingsmix voor de lange termijn van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën, zoals zakelijke waarden en vastrentende waarden). Elk nieuw voorstel tot (her)belegging wordt door de financiële commissie voorgelegd aan het CvD. Besluitvorming, zeker als dit zou afwijken van de norm, zal altijd door het CvD gedaan moeten worden en in de notulen vastgelegd moeten worden.
De bestaande portefeuille dient te worden geëvalueerd en de afwijking t.o.v. de norm moet worden geaccordeerd door het CvD. In de notulen dient de besluitvorming hieromtrent gemotiveerd te worden weergegeven.
Beleggingsstatuut CvD PG HZB
AEdeV20120425(1)-2
Pag. 5
Ondertekening:
Voorzitter: J. Spelt
…………………………………………
Secretaris: J. Bouter
…………………………………………
Penningmeester:
……………………………………........
A.E. de Vries:
Plaats:
................................................
Datum:
................................................
Beleggingsstatuut CvD PG HZB
AEdeV20120425(1)-2
Pag. 6