MAGAZINE PUBLIC SECTOR & SOCIAL PROFIT
Wordt de lokale fiscaliteit bedreigd? Rusthuizen: een sector met veel toekomst Betalingskanalen voor elk wat wils Ziekenhuizen een financiële partner die uw sector kent en meedenkt ING ten dienste van lokale ontvangers
Beleggingsproducten op maat de concrete aanpak van ING
editoriaal
Beste lezer, Aangemoedigd door het bijzonder goed onthaal van het eerste nummer van ING Institutioneel, verschijnt deze editie een stuk vroeger dan gepland. We zijn onze institutionele cliënten dan ook bijzonder dankbaar voor hun interesse in onze specifieke benadering van hun sector. ING blijft meer dan ooit investeren in innovatieve producten en bijkomende medewerkers om de institutionele cliënten nog beter te bedienen. Op het vlak van producten heeft na Wallonië ook Vlaanderen onlangs het licht op groen gezet voor ING (L) Liquid, het enige geldmarktfonds waarin o.a. openbare besturen kunnen beleggen. Verder heeft de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in april 2006 het Tak 26 product ‘Safe Invest’ van ING Insurance goedgekeurd. ING investeert ook in extra mankracht. Omdat we met u willen nagaan hoe we uw activa- en liquiditeitenpositie kunnen optimaliseren, rekening houdend met uw behoeften en het wettelijke kader, Redactiecomité: G. Busseniers G. De Brabanter M.-F. Holemans A. Janssens J. Lievens V. Manneback Ph. Picron P. Walkiers A. Willocx Hoofdredacteur: L. Van den Bergh Medewerkers aan de redactie van dit nummer: G. De Brabanter L. Devroye R. d’Udekem d’Acoz W. Huber J. Leroy Th. Missant G. Saelens M. Smets F. Van de Casteele K. Verkinderen V. Willen Ondertekende artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. ING Institutioneel 02/2006 ING Institutional Banking
[email protected] [email protected] Het reproduceren van teksten uit dit tijdschrift is toegestaan mits bronvermelding. Foto’s, lay-out en illustraties zijn eigendom van Publitec. Alle rechten voorbehouden. Elke briefwisseling moet worden gericht aan ING Mevr. V. Thielemans Marnixlaan 24 - 1000 Brussel Tel.: 02-547 77 34 - Fax: 02-547 31 19 E-mail:
[email protected] Realisatie: Publitec-MarkCom nv 1702 Groot-Bijgaarden Tel. 02-482 36 46 - Fax 02-482 36 47 ING Institutioneel est également édité en français. V.U.: A. Biebuyck Sint-Michielswarande 60 1040 Brussel
ING België NV Marnixlaan 24 - B-1000 Brussel RPR Brussel BTW BE 0403.200.393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB Rekening: 310-9156027-89 (IBAN: BE45 3109 1560 2789)
2
hebben wij specialisten gevormd, de Asset & Liquidity Advisors. Zij werken samen met u een optimale productmix op korte en langere termijn uit, al dan niet onder de vorm van een mandaat. Onze vastberadenheid om door te groeien in de institutionele markt wordt onder meer geïllustreerd door de exclusiviteitsovereenkomst tussen ING en de VLO (Vlaamse Lokale Ontvangers) voor de ondersteuning van al hun vormingsactiviteiten. In dit nummer laten we ook Jan Leroy van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten aan het woord over de problematiek van de lokale fiscaliteit, gevolgd door de opinie van fiscaal expert Willy Huber. Institutionele cliënten worden vaak geconfronteerd met omvangrijke betaalstromen. Daarom is de efficiëntie van de kanalen en de operationele verwerking in de backoffice van de bank een must. Als grootste betalingsinstelling van de Benelux heeft ING voor elk type van organisatie een betalingssysteem dat perfect tegemoetkomt aan zijn specifieke noden en behoeften. Bovendien heeft ING de strategische beslissing genomen om zwaar te investeren in de backofficesystemen, zodat ING klaar staat voor de Single Euro Payments Area (SEPA). In dit nummer zoomen we ook in op de specifieke problematiek van ziekenhuizen en rusthuizen, twee sectoren waarin de laatste jaren sterk wordt geïnvesteerd. Als financiële instelling met ambitie in die sectoren, werken wij voortdurend onze kennis bij van die sterk gespecialiseerde en gereglementeerde markt. Prettige lectuur, Lode Van den Bergh Head of Institutional Banking
inhoud LOKALE BESTUREN Wordt de lokale fiscaliteit bedreigd?
3
RUSTHUIZEN Een sector met veel toekomst
6
ASSET & LIQUIDITY MANAGEMENT Beleggingsproducten op maat: de concrete aanpak van ING
8
PAYMENTS & CASHMANAGEMENT Betalingskanalen: voor elk wat wils
11
ZIEKENHUIZEN Een financiële partner die uw sector kent en meedenkt
12
INITIATIEVEN ING ten dienste van lokale ontvangers
14
FINANCIEEL NIEUWS
15
lokale besturen
Wordt de lokale fiscaliteit bedreigd?
Volgens de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) gaat het niet zo goed met de fiscale autonomie van de Belgische gemeenten. Beslissingen van de centrale overheden hebben regelmatig een negatief effect op de gemeentelijke inkomsten, en het alomtegenwoordige anti-belastingsdiscours voorspelt niets goeds voor het aangekondigde fiscale pact tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten. In 2002 haalden de Vlaamse gemeenten ge-
middelen op een correcte manier te verdelen, omdat
middeld 47% van hun gewone inkomsten uit belastin-
de verdeelcriteria gebaseerd zijn op een compromis.
gen. In Wallonië is dat 38%, omdat Waalse gemeenten
Naarmate je het genereren van de inkomsten dichter
relatief meer middelen van de gewestelijke overheid
brengt bij de bron waar ze worden geïnvesteerd, ver-
krijgen. Nederlandse gemeenten zijn gemiddeld een
betert het systeem. Bovendien neemt de krediet-
stuk groter dan de Belgische en beschikken over meer
waardigheid van een gemeente toe naarmate ze meer
bevoegdheden, maar halen slechts 8% van hun inkom-
middelen uit belastingen kan halen. Gemeenten die de
sten uit belastingen. In de Scandinavische landen
fiscale touwtjes meer zelf in handen hebben, kunnen
schommelt het cijfer tussen 40 en 60%.
bijkomende belastingen heffen als ze dringend middelen nodig hebben. Als ze afhankelijk zijn van subsidies,
Het belang van de lokale fiscaliteit Uitgedrukt in percentage van het BBP, scoren de Belgische gemeenten echter laag in vergelijking met
beslist een derde partij over de toekenning van extra middelen, waardoor ze bij de ratingbureaus lager scoren op het vlak van kredietwaardigheid.”
het buitenland. Het aandeel van de lokale fiscaliteit in de totale belastingen is laag in België. Dat neemt niet
Een gemeente kan via belastingfinanciering ook
weg dat lokale belastingen een belangrijke inkomsten-
gemakkelijker een eigen beleid voeren. Veronderstel
bron zijn voor onze gemeenten. Jan Leroy,
dat ze 50% van haar inkomsten uit belastingen haalt.
Stafmedewerker Gemeente- en OCMW-Financiën bij
Als ze haar uitgaven met 10% wil verhogen, moet ze
de VVSG: “Het is belangrijk dat er een maximale over-
20% meer belastingen heffen. Als belastingen maar
eenstemming is tussen degene die bepaalt, de kiezer
20% van de inkomsten dekken, moet ze de fiscale druk
dus, degene die de gemeentelijke diensten geniet, en
met 50% opdrijven om dezelfde meeruitgaven te dek-
degene die betaalt, de belastingbetalende burger of
ken. “Naar de belastingbetaler toe is dat nagenoeg
onderneming. Hoe groter de overlapping, hoe beter
onhaalbaar”, zegt Jan Leroy. “Hij moet de helft meer
het systeem. Ten tweede rijst er een allocatieprobleem.
betalen voor een relatief kleine uitbreiding van de
Het is voor een centrale overheid veel moeilijker om de
dienstverlening. Tot slot zet lokale fiscaliteit aan tot
3
lijke’ aanslagvoeten. In dat verband loopt de aanpak in beide gewesten uiteen. Het Vlaamse decreet op het gemeentefonds bepaalt dat gemeenten minstens 5% aanvullende personenbelasting en minimaal 700 opcentiemen moeten heffen. Komen ze die minima niet na, dan krijgen ze minder toelagen. In Wallonië geldt dan weer een ‘Paix fiscale’ die de gemeenten maximumtarieven oplegt! De centrale overheden knabbelen ook systematisch aan de fiscale basis. Jan Leroy: “Er liggen verschillende wetsvoorstellen klaar die de gemeente-inkomsten treffen: een korting op de onroerende voorheffing van zuinigheid. Centraal verdeelde middelen leiden tot ver-
energievriendelijke woningen, de afschaffing van de
spilling, want alles moet op. Als de gemeente zelf moet
onroerende voorheffing op cultuur- en sportinfrastruc-
aankloppen bij de belastingbetaler, zal ze eerst twee
tuur… Het is gemakkelijk geschenken te geven die
keer nadenken.”
door anderen worden betaald. 75% van de onroerende voorheffing komt immers de gemeenten ten goede.
Voorwaarden voor een goede lokale fiscaliteit In het ideale geval mogen gemeentebelastingen
Verder zijn er tal van vonnissen en arresten die de gemeentelijke fiscaliteit inperken en komen forfaitaire belastingen steeds meer onder vuur te staan.”
enkel het eigen beleid financieren. De opgelegde taken dienen ze met andere middelen te betalen, zoals sub-
Tot slot heerst een algemeen klimaat tegen
sidies. Helaas leggen de centrale overheden gemeen-
belastingen. Er is een grote druk vanuit de bedrijfs-
ten regelmatig extra uitgaven op, waardoor die doel-
wereld voor de afschaffing van allerhande lokale
stelling in het gedrang komt. Ten tweede bestaat er
belastingen. Het denigrerende begrip ‘pestbelasting’,
een grote fiscale ongelijkheid tussen de gemeenten.
gelanceerd in 2004, is vandaag alom ingeburgerd en
De opbrengst van één procent aanvullende personen-
viseert vooral de lokale belastingen. Alsof gemeenten
belasting per inwoner is voor de armste gemeente in
belastingen heffen om burgers of bedrijven te ‘pes-
Vlaanderen (19,53 euro) drie keer kleiner dan voor de
ten’…
rijkste (55,36 euro). Als we de opbrengst van 100 opcentiemen onroerende voorheffing per inwoner
Kan in die context het aangekondigde fiscale pact
nemen, is de verhouding een op acht! Jan Leroy: “Die
iets anders betekenen dan een zware inperking, zo niet
fiscale kloof wordt door het gemeentefonds wel
de afschaffing van de gemeentelijke fiscaliteit? Jan
gedeeltelijk gecompenseerd, maar onvoldoende. Het is
Leroy: “De VVSG vraagt de herbevestiging van de fis-
ook onverantwoord dat de federale overheid wegens
caliteit als essentieel onderdeel van de lokale financie-
puur budgettaire redenen de inkohiering van de perso-
ring. Dat werd ook expliciet bepaald in het bestuurs-
Jan Leroy,
nenbelasting zo lang mogelijk naar voren schuift,
akkoord van 2003 tussen de Vlaamse regering en de
Stafmedewerker Gemeente- en
waardoor een vlotte doorstorting van de aanvullende
lokale besturen. Daarnaast is de juridische vrijwaring
OCMW-Financiën bij de VVSG
personenbelasting naar de gemeenten onmogelijk is.
van de lokale fiscale basis essentieel. Misschien moe-
Voor de onroerende voorheffing bestaat wel een goed
ten bij wet of decreet extra fiscale mogelijkheden wor-
werkend voorschottensysteem.”
den gecreëerd om de gemeentelijke fiscale zekerheid te vergroten. We hebben geen bezwaar tegen een
Voor een degelijke lokale fiscaliteit zijn ingrepen in
modernisering van het systeem van de onroerende
de fiscale basis door de centrale overheden uit den
voorheffing, bijvoorbeeld via diversificatie van de
boze. Jan Leroy: “Gemeenten fietsen mee op de regle-
opcentiemen volgens wijken. Opcentiemen op de ven-
mentering die van toepassing is op de basisbelasting.
nootschapsbelasting vinden we een minder goed idee,
Een belastingverlaging op federaal niveau betekent
omdat vennootschappen dan zullen ‘uitwijken’ naar
ook minder (aanvullende) belastingen voor de
gemeenten met de laagste opcentiemen. Een gemeen-
gemeenten.”
telijk aandeel in de vennootschapsbelasting is een beter alternatief. Tot slot hopen we op een vruchtbaar
Lokale fiscaliteit onder vuur
4
debat tussen de gemeenten en de Vlaamse overheid
De centrale overheden leggen de gemeentes als-
om tot een fiscaal pact te komen dat leidt tot een ver-
maar meer fiscale beperkingen op. Een van de meest
betering van de lokale fiscaliteit, niet een verdere
opvallende maatregelen is de bestraffing bij ‘onwense-
inperking!”
De mening van de fiscalist We legden de mening van de VVSG voor aan Willy Huber, vennoot van het fiscaal advocatenkantoor Dauginet & Co. Willy Huber adviseert en begeleidt lokale overheden en behartigt de belangen van zowel overheden als belastingplichtigen. Voor een betere communicatie tussen de diverse overheden
motoren, exploitaties of automaten. Dergelijke taksen hebben op zich niets met een beleid te maken, maar
Willy Huber: “Het is inderdaad zo dat de hogere
dienen alleen om financiële middelen te verwerven. Er
overheden vaak extra taken en uitgaven opleggen aan
bestaan zelfs diverse gemeentebelastingen op tewerk-
de gemeenten. De kosten daarvan eenvoudig door-
gesteld personeel! Ik denk dat je in sommige gevallen,
schuiven naar de burger lijkt mij geen correcte handel-
wanneer niet van pestbelastingen, minstens van
wijze. Ik pleit daarom veeleer voor een betere commu-
beleidsmatig contraproductieve belastingen kan spre-
nicatie tussen de diverse overheden om samen een
ken…”
bevredigende oplossing uit te werken. Jan Leroy wijst terecht op het feit dat de hogere overheden ook beslissingen nemen die de gemeentelijke inkomsten treffen.
Over de gemeentelijke fiscale autonomie Willy Huber: “In het Waalse Gewest vaardigt de
Die situatie heeft echter nog een ander aspect. Er
minister van Binnenlandse Aangelegenheden jaarlijks
lopen heel wat procedures in verband met de onroe-
een circulaire uit met budgettaire aanbevelingen,
rende voorheffing tegen het Vlaamse Gewest of in ver-
onder andere aangaande de lokale fiscaliteit. De
band met de personenbelasting tegen de Belgische
minister somt op wat niet mag, geeft de algemene
staat. Gemeenten hebben ten aanzien van dergelijke
beginselen weer waarmee de gemeenten rekening
betwistingen een belang, nu zij recht hebben op de
moeten houden, noemt een aantal belastingen die vol-
Willy Huber, vennoot van
opcentiemen op de onroerende voorheffing en op de
gens hem niet kunnen, ook al zijn ze wettelijk niet ver-
het fiscaal advocatenkantoor
aanvullende gemeentebelasting. Probleem is dat
boden, en schrijft andere minima en maxima voor. De
Dauginet & Co
gemeenten vaak niet eens op de hoogte zijn van die
VVSG lijkt gekant tegen een dergelijke inmenging en
betwistingen, laat staan dat zij er als belanghebbende
lijkt voorstander van de fiscale autonomie op zijn
in tussenkomen. Ook op dat vlak zouden er betere
ruimst. De ervaring leert evenwel dat heel wat
afspraken kunnen komen tussen de diverse overhe-
gemeenten rechtszekerheid door middel van een ster-
den.”
kere leidraad en strakkere normen zouden verkiezen boven ruime maar onzekere fiscale mogelijkheden. Er
Inkomsten afstemmen op het beleid
lopen immers tal van rechtszaken die betrekking hebben op betwiste lokale belastingen omdat het wette-
Willy Huber: “Volgens de VVSG kunnen gemeen-
lijke kader te vaag is, soms met desastreuze gevolgen
ten via belastingen een beter beleid voeren. Jan Leroy
voor de gemeentefinanciën. Vaak komt daar heel wat
pleit voor zoveel mogelijk fiscale autonomie en vrij-
juridische ‘spitstechnologie’ bij te pas, waartegen klei-
heid. De vraag is echter of je gemeentelijke belastin-
nere gemeenten, waar de secretaris of ontvanger er
gen niet beter beperkt tot materies waarvoor gemeen-
alleen voor staat, niet opgewassen zijn. Duidelijke en
ten specifiek bevoegd zijn. Ik denk niet dat een
onderbouwde richtlijnen van wat kan en wat niet kan,
gemeente haar beleid verbetert naarmate ze meer
zouden bijgevolg wel degelijk aangewezen kunnen
belastingen kan innen, wel als ze haar belastingen
zijn.” ■
afstemt op het beleid waarvoor ze bevoegd is. Ik denk bijvoorbeeld aan belastingen op leegstand, verkrotting, onbebouwde percelen, gebruik van het openbaar domein... Beleidsmatig kan men zich vragen stellen bij ‘algemene’ gemeentebelastingen op bijvoorbeeld
5
rusthuizen
Een sector met veel toekomst De sector van de rusthuizen en verzorgingsinstellingen is volop in beweging. Schaalvergroting, professionalisering, wijzigingen in het wettelijke kader en in het subsidiebeleid zijn maar enkele belangrijke tendensen. Frank Van de Casteele, National Manager Social Profit ING, volgt de sector op de voet. ook in de lift. Binnen de rusthuizen is er, afhankelijk van de zorgbehoeften van de patiënt, een onderscheid tussen rustoordbedden (ROB) en rust- en verzorgingsbedden (RVT), waarbij de RVT-bedden meer subsidies krijgen. De overheid wenst immers dat de minder zware zorgprofielen minder snel in een rusthuis terechtkomen door het stimuleren van de thuiszorg en serviceflats.” De strenge reglementering en de overheidsprogrammering op basis van de demografische ontwikkeling maken wildgroei in de sector onmogelijk. Drie hoofdspelers zijn werkzaam op de markt: de Caritaszuil beheerst ongeveer 45 à 50%, de OCMW’s en gemeenten zijn goed voor ca. 30%, terwijl commerciële initiatieven de rest voor hun rekening nemen, maar hun aandeel is stijgende.
Schaalvergroting en concentratie Frank Van de Casteele: “De specifieke regelgeving, de vrij strenge overheidscontrole en de financieringsmodaliteiten hebben gezorgd voor een duidelijke professionalisering in de sector. Kleine rusthuizen met tien tot dertig bedden zijn niet meer rendabel en verdwijFrank Van de Casteele, National Manager Social Profit ING
De sector van de ouderenzorg zal de komende
nen uit de markt, of worden overgenomen door grote-
jaren een sterke groei kennen. In 2000 telde België 1,8
re spelers. Door die concentratiebeweging beheren
miljoen inwoners tussen 60 en 80 jaar; 376.000 waren
zowel congregaties, OCMW’s als commerciële rusthui-
ouder dan 80. Naar verwachting zouden die aantallen
zen een steeds groter aantal bedden en verkrijgen zo
tegen 2050 respectievelijk oplopen tot 2,4 en 1,1 mil-
een optimale spreiding van de vaste kosten. ING
joen! Die demografische ontwikkeling veroorzaakt
gelooft dat de toekomst vooral is weggelegd voor gro-
nieuwe tendensen in de sector en beïnvloedt tevens
tere rusthuizen vanaf 90 bedden en voor serviceflats
het overheidsbeleid.
die verbonden zijn aan een rusthuis. Zodra een bejaarde in zijn serviceflat te hulpbehoevend wordt,
Van thuiszorg en serviceflat naar het rusthuis Frank Van de Casteele: “De nood aan ouderenvoorzieningen neemt zienderogen toe, maar ook de
kan hij gemakkelijk doorstromen naar het rusthuis. Diensten die aangeboden worden in een rusthuis kunnen facultatief ook aangeboden worden in serviceflats.”
houding tegenover het ouder worden verandert.
6
Thuiszorg en serviceflats worden sterker gepromoot,
Ook op het vlak van de financiering tekenen zich
terwijl bejaarden pas in de eindfase van hun leven in
nieuwe tendensen af. Frank Van de Casteele: “Naast
een rusthuis belanden. De bouw van woon- en zorg-
de klassieke financiering merken we dat initiatief-
centra met zowel serviceflats als rusthuizen zit dan
nemers steeds meer op zoek gaan naar alternatieve
financieringsvormen. Daarbij kan zowel een beroep gedaan worden op de bank als op de toekomstige bewoners. Een tendens is dat mensen die van plan zijn later naar een serviceflat te verhuizen, nu al bij de financiering van het project worden betrokken. Ze kunnen intekenen op een door de initiatiefnemers uitgegeven obligatielening (vaak met een looptijd van dertig jaar) die hen een woonrecht geeft. De overheid ondernam enkele jaren geleden een soortgelijk initiatief via een bevakformule. Verder wordt ING ook geconsulteerd bij allerhande overnameprojecten, en wil de bank bijdragen tot een verdere groei van de sec-
management. De kunst is om een sociale ingesteldheid
tor via alternatieve financieringsformules. Als onderne-
te combineren met bedrijfseconomische talenten. Ook
mingsbank denkt ING proactief mee met de ‘onderne-
de bouwkost is een doorslaggevende factor, want die
mers’ achter de rusthuizen.”
wordt gedurende een lange periode meegesleept. Vaak komt een rusthuis na verloop van tijd in financiële
De opmars van commerciële rusthuizen
moeilijkheden omdat de oorspronkelijke bouwkost te hoog was. Uiteraard is die kost afhankelijk van de lig-
Frank Van de Casteele: “De belangrijkste markt-
ging en de graad van comfort, maar wij zijn van
ontwikkeling situeert zich op het vlak van de commer-
mening dat 60.000 euro per bed haalbaar is. Een ande-
ciële rusthuizen. Grote buitenlandse investeringsgroe-
re belangrijke factor is de schuldgraad per bed, die niet
pen uit onder andere Nederland en Frankrijk nemen
te zwaar mag doorwegen op de exploitatie. We bestu-
Belgische rusthuizen over, terwijl privé-investeerders
deren ook de financiële plannen, gaan na of de prog-
hun krachten bundelen om een verdere groei te verze-
noses realistisch zijn, en nemen op die basis de uitein-
keren. Een andere ontwikkeling is de opsplitsing tus-
delijke beslissing.”
sen investeerder en uitbater. De kostprijs om een rusthuis op te starten is zeer hoog; voor een nieuw project moet u rekenen op een kostprijs van 50.000 tot 70.000
Wijziging in het Vlaamse subsidiebeleid
euro per bed. Een rusthuis met 100 bedden kost de
In het verleden konden de pure non-profitinitiatie-
investeerder al gauw 6 tot 7 miljoen euro. Voor de
ven (zoals de Caritas-vzw’s) voor subsidiëring aan-
financiering van een dergelijk project met een klassie-
kloppen bij het Vlaams Infrastructuurfonds voor
ke banklening, dient hij 20 tot 25% eigen middelen te
Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Het VIPA
voorzien, wat vaak niet evident is. Een aantal kapitaal-
subsidieerde 60% van de investeringskosten tot een
krachtige spelers kunnen echter een oplossing bieden.
welbepaald plafond, terwijl de overige 40% werd ont-
Zo merken we dat er samenwerking ontstaat tussen
leend met een waarborg van de Vlaamse Gemeen-
partners gespecialiseerd in vastgoed en mensen die
schap. Gezien de hoge investeringskosten bleek het
ervaring hebben met de exploitatie van rusthuizen.
beschikbare budget ontoereikend om alle noden te
Daarbij draagt de vastgoedpartner de investerings-
dekken, waardoor de Vlaamse regering recentelijk een
kosten en verhuurt het rusthuis vervolgens aan de
nieuw decreet uitvaardigde dat een spreiding van de
exploitant.”
subsidieregeling in de tijd vooropstelt. Het is wel nog wachten op de uitvoeringsbesluiten. Frank Van de
Criteria bij de beoordeling van een financieringsdossier
Casteele: “De investeerder zal zijn project financieren via een banklening, gewaarborgd door de Vlaamse
Hoe wordt een kredietdossier voor een rusthuis bij
overheid. De aflossing van de lening wordt vervolgens
ING beoordeeld? Frank Van de Casteele: “Rusthuizen
gesubsidieerd door het VIPA. Op die manier zal de
vormen een stabiele sector met kleinere bedrijfsrisico’s
Vlaamse overheid meer projecten kunnen ondersteu-
dan traditionele ondernemingen. Naast de financiële
nen dan vandaag het geval is. ING staat in elk geval
toestand van de investeerder hechten we vooral
klaar met aangepaste financieringsformules om de
belang aan de kwaliteiten en de ervaring van het
noodzakelijke groei van de sector te ondersteunen.” ■
Als ondernemingsbank denkt ING proactief mee met de ‘ondernemers’ achter de rusthuizen.
7
asset & liquidity management
Beleggingsproducten op maat de concrete aanpak van ING Het succes van ING op het vlak van vermogens- en liquiditeitenbeheer vloeit voort uit een naadloze samenwerking tussen lokale relatiebeheerders en beleggingsspecialisten enerzijds, en de experts van de marktenzaal en ING Investment Management anderzijds.
ING Investment Management (ING IM). De meeste regio’s zijn op die manier georganiseerd en gezien het succes ervan, zal die formule binnenkort uitgerold worden over heel België. Mijn taak is adviseren, opvolgen, contacten leggen, proactief optreden en voorstellen formuleren in samenwerking met de productleveranciers. Belangrijk in onze benadering is dat wij nooit producten opdringen, maar altijd vertrekken vanuit de specifieke cliëntenbehoeften. Eens we een duidelijk beeld hebben van wat de cliënt wenst, neem ik contact op met de marktenzaal, met ING IM of met beide, om hem het best mogelijke productenarsenaal te kunnen voorleggen. Op die manier maken we ook een duidelijke mix tussen het liquiditeitenbeheer op korte terThomas Missant, Asset & Liquidity Advisor Regio Oost-Vlaanderen en
Martine Smets, IS Project Management ING Financial Markets
mijn en het assetbeheer op langere termijn.” Die unieke aanpak maakt het mogelijk om de cliënt een volledig aangepast productengamma aan te
Martine Smets: “Het grote verschil met het retail-
bieden dat beantwoordt aan zijn specifieke behoeften.
gebeuren is dat onze cliënten professionele beleggers
Bij ING is de ‘oplossing op maat’ geen cliché, maar het
zijn. Daarom beginnen we altijd met een gedetailleerd
gevolg van ervaring, vakkennis en interne organisatie.
onderzoek naar zijn concrete behoeften. Heeft hij nood
Om u een kijkje achter de schermen te gunnen, brach-
aan een bepaald beleggingsproduct, aan een uitvoe-
ten we vertegenwoordigers bijeen van de drie entitei-
rend beheer voor zijn portefeuille, aan een herziening
ten die in het proces betrokken zijn: Martine Smets, IS
van zijn globale portefeuille enzovoort? Vanuit die con-
Project Management ING Financial Markets, Kris
crete beleggingsbehoeften werken we een oplossing
Verkinderen, Relationship Manager Institutional
op maat uit.”
Clients ING Investment Management en Thomas Missant, Asset & Liquidity Advisor Regio OostVlaanderen.
Twee complementaire productleveranciers Wat is het verschil tussen de marktenzaal
8
Vertrekken vanuit de specifieke behoeften
en ING IM?
Hoe verlopen de contacten
globaal ING-voorstel aangeboden. Voor hem maakt
op het terrein, en wat is de link met
het niet zoveel uit vanwaar de producten afkomstig
de productleveranciers?
zijn. Maar juist het feit dat wij beide entiteiten aan-
Thomas Missant: “De cliënt krijgt uiteraard een
Thomas Missant: “Per regio zijn er minstens twee
spreken om tot een optimaal voorstel te komen, is een
relatiebeheerders die exclusief werken voor institutio-
factor waarin ING zich onderscheidt van andere finan-
nele cliënten. In Oost-Vlaanderen krijgen ze daarbij de
ciële instellingen. Die samenwerking verloopt overi-
steun van een plaatselijke beleggingsspecialist, die
gens zeer snel. Onze meest recente deal was binnen
nauw in contact staat met de marktenzaal van ING en
twee dagen beklonken.”
Martine Smets: “De meest courante beleggings-
keerd, eruit te stappen als het minder goed gaat. Maar
producten zoals klassieke deposito’s, de business
de cliënt neemt zelf de uiteindelijke beslissing van wat
account en schatkistcertificaten worden lokaal gere-
er dient te gebeuren”.
geld. De marktenzaal of ING Financial Markets ontfermt zich over de complexere gestructureerde beleg-
Kris Verkinderen: “ING IM doet aan discretionair
gingsproducten, zowel op korte als op lange termijn.
beheer, waarbij we op basis van het risicoprofiel van de
De cliënt kiest daarbij de looptijd van de belegging, de
cliënt en binnen de afgesproken krijtlijnen de porte-
onderliggende referentie (een rente, wisselkoers of
feuille beheren. Na een grondig onderzoek van zijn
aandelen) en al dan niet een gewaarborgd rendement.
behoeften (looptijd, risicoprofiel…), stellen we samen
Hoe groter het risico dat hij bereid is te nemen, hoe
met de cliënt een werkkader op punt. Binnen dat kader
hoger het potentiële rendement. Maar hij geniet altijd
beslist ING IM, naargelang de marktevoluties en
kapitaalbescherming. Aangezien het producten van
-opportuniteiten, autonoom over de te volgen investe-
eigen makelij betreft, is de liquiditeit ervan verzekerd.
ringsstrategie en over welke producten aangekocht of
De cliënt kan op elk moment en zonder bijkomende
verkocht zullen worden.”
kosten het beleggingsproduct verkopen tegen marktcondities. Vaak werken we ook constructies op maat
Verlopen die contacten met de cliënt
uit voor cliënten die aan kapitaalafbouw doen en bij-
rechtstreeks, of via de plaatselijke
voorbeeld jaarlijks een deel van hun kapitaal willen
relatiebeheerder?
teruggestort krijgen. Al onze voorstellen brengen we
Thomas Missant: “De relatiebeheerder is de eer-
vervolgens over aan de plaatselijke beleggingsspecia-
stelijnscontactpersoon. ING IM geeft naargelang de
list of relatiebeheerder, die ze op zijn beurt bespreekt
wens van de cliënt om de 3, 6 of 12 maanden een uit-
met de cliënt. Voor zeer complexe producten gaan we
gebreide rapportering over de portefeuille, met uitleg
samen op bezoek bij de cliënt.”
over de prestaties en vooruitzichten, gekaderd in een economisch perspectief.”
Kris Verkinderen: “De basisactiviteit van ING IM is vermogensbeheer. Het betreft vooral het beheer van
Kris Verkinderen: “Grote organisaties hebben
fondsen, obligaties en aandelen. Op vraag van de
meestal een eigen financieel directeur of beleggings-
cliënt kunnen er in het beheer ook gestructureerde
verantwoordelijke met wie we rechtstreeks in contact
producten worden opgenomen. ING IM is een afzon-
staan voor de beleggingsportefeuille, maar voor de
derlijke juridische entiteit en zoekt in de markt naar
andere financiële aspecten zoals verzekeringen en kre-
producten die het best beantwoorden aan de behoefte
dieten blijft de relatiebeheerder het aanspreekpunt.”
Kris Verkinderen, Relationship Manager Institutional Clients ING Investment Management
van de cliënt. ING Bank is één van haar productleveranciers. Daarnaast worden er nog allerhande beleg-
Kan een financieel verantwoordelijke zelf
gingsfondsen aangeboden, waaronder geldmarktfond-
ingrijpen in de samenstelling van de
sen. De divisie Institutional Clients Belgium (ICB) is een
portefeuille?
speciale divisie binnen ING IM die zich specifiek toe-
Kris Verkinderen: “We kunnen die mogelijkheid
legt op het portefeuillebeheer van institutionele cliën-
contractueel voorzien, maar we proberen dat toch te
ten. In principe gaat het om beleggingen met een lan-
vermijden omdat het complicaties veroorzaakt in onze
gere looptijd, al dan niet met kapitaalbescherming.”
strategie. Vooraleer we van start gaan met het portefeuillebeheer, hebben we een grondig gesprek over
Wat zijn de respectievelijke beheerstaken?
wat de cliënt precies wenst: de verhouding aande-
Martine Smets: “De marktenzaal doet aan advise-
len/obligaties, welke effecten wel en welke niet enzo-
rend beheer. Dat betekent dat wij de cliënt geregeld
voort. De limieten worden bijgevolg contractueel vast-
beleggingsvoorstellen doen in functie van de marktop-
gelegd en binnen dat kader zorgen wij voor een dyna-
portuniteiten. Wij houden hem op de hoogte van zijn
misch beheer van de portefeuille. We bepalen een alge-
beleggingen en naargelang hun prestaties stellen wij
mene beleggingsstrategie op basis van de beste
voor om eventueel over te stappen naar een beter pro-
marktopportuniteiten, en voeren die door in al onze
duct, bijvoorbeeld om de winsten te verzilveren als het
discretionaire mandaten, rekening houdend met de
product bijzonder goed gepresteerd heeft, of omge-
contractuele beperkingen. Maar als de cliënt niet
9
akkoord gaat met de gevolgde strategie, is dat
Investment Management, terwijl ING beide aanbiedt.”
bespreekbaar en bestaat de mogelijkheid om hem inspraak te geven.”
Kris Verkinderen: “De producten van de marktenzaal en ING IM vullen elkaar aan. Zo krijgt de cliënt
Bij ING is de ‘oplossing op maat’ geen cliché, maar het gevolg van ervaring, vakkennis en interne organisatie.
Martine Smets: “Wij zien er altijd zeer aandachtig
een keuze uit een ruimer en meer gediversifieerd pro-
op toe dat de cliënt zijn beleggingen zoveel mogelijk
ductengamma. Om u een voorbeeld te geven: een
diversifieert en niet al zijn eieren in hetzelfde mandje
cliënt wenst een kortetermijnbelegging om te zetten
legt. Als hij bijvoorbeeld te veel beleggingsproducten
naar een belegging met een langere looptijd. Wij
heeft die speculeren op een renteverhoging, verliest hij
maken een presentatie die doorgaans begint met een
op alle fronten als de rente zou dalen. Daarom zullen
klassiek geldmarktfonds, en langzaam overloopt naar
we hem adviseren om voor een deel van zijn beleggin-
diverse gestructureerde producten met verschillende
gen bijvoorbeeld een wisselkoers- of aandelenindex
looptijden. De cliënt krijgt aldus een ruim gamma
als onderliggende te nemen.”
investeringsmogelijkheden gepresenteerd, en kan van daaruit zijn keuze verder bepalen. Zo komen we tot
ING maakt het verschil
een steeds scherper beeld van zijn wensen en doen we
Hoe verschilt de aanpak van ING met die
meer gerichte voorstellen.”
van andere banken? Thomas Missant: “Veel financiële instellingen vertrekken vanuit het product. Wij peilen eerst naar de
Is er een verschil in aanpak tussen institutionele cliënten en ondernemingen?
wensen van de cliënt en brengen die over naar de
Kris Verkinderen: “Bij institutionele cliënten zijn er
marktenzaal en ING IM. Daar worden oplossingen uit-
doorgaans meer mensen betrokken in het beslissings-
gewerkt die tegemoetkomen aan de behoeften van de
proces, waardoor het langzamer verloopt dan in een
cliënt. Hij krijgt dus diverse mogelijkheden aangebo-
privé-onderneming. We onderhandelen vaak met
den waaruit hij kan kiezen.”
iemand die de boodschap op zijn beurt moet voorleggen aan een comité. Voorts werken institutionele
Martine Smets: “Een ander belangrijk onderscheid
cliënten meestal in een specifiek wettelijk kader (kapi-
is dat ING gestructureerde producten in eigen huis
taalgarantie) en fiscaal stelsel (rechtspersonenbelas-
maakt, waardoor we al vanaf 2 miljoen euro op maat
ting, vrijstelling van roerende voorheffing…).”
kunnen werken. Bij de meeste concurrenten is dat pas mogelijk vanaf veel hogere bedragen. ING organiseert
Martine Smets: “Het is belangrijk dat we die tus-
ook regelmatig poolings. Institutionele cliënten kunnen
senpersoon zo goed mogelijk briefen zodat hij op de
zich vanaf 50.0000 euro inschrijven tot een vooropge-
hoogte is van alle details en de voorstellen zo correct
stelde datum. Op die dag leggen wij de condities vast en
mogelijk kan overbrengen naar zijn directie of bevoeg-
nemen opnieuw contact op om te checken of ze ermee
de comité. De portefeuillebeheerder van ING gaat vaak
akkoord gaan. Geven ze hun fiat, dan kunnen ze mee-
zelf naar een raad van bestuur of andere vergadering
genieten van het rendement van een gestructureerd
om de nodige uitleg te geven.”
product dat normaal gezien alleen voorbehouden is aan cliënten met een beleggingskapitaal van minstens 2 mil-
Thomas Missant: “Veel institutionele cliënten zijn
joen euro. Tot slot zijn de meeste banken gefocust op
ook onderworpen aan allerhande reglementeringen.
ofwel gestructureerde producten, ofwel producten van
Zo hebben gemeenteontvangers alleen beslissingsbevoegdheid over beleggingen op minder dan een jaar. Voor langere looptijden hebben ze de goedkeuring nodig van de gemeenteraad. Meestal werken ze enkel met kapitaalgegarandeerde producten zoals deposito’s en schatkistcertificaten, maar voortaan kunnen Vlaamse gemeenten ook instappen in ING (L) Liquid, het enige geldmarktfonds waarvoor de overheid het licht op groen heeft gezet.” (in Wallonië was dat al eerder het geval nvdr.) ■
10
payments & cashmanagement
Betalingskanalen voor elk wat wils ING staat bijzonder sterk op het vlak van betalingsverkeer en heeft voor elk type van organisatie een betalingssysteem dat perfect tegemoetkomt aan zijn specifieke noden en behoeften. Met de komst van SEPA (Single Euro Payments Area) zal het verschil tussen binnenlandse en Europese betalingen in euro op termijn volledig verdwijnen. Die ontwikkeling heeft verregaande gevolgen op zowel de clearingsystemen als de banken in Europa. Veroniek Willen, Sr PCM Sales Manager bij ING: “SEPA zal een Europese volume-gedreven markt creëren waarin grensoverschrijdende betalingen op dezelfde manier en tegen hetzelfde tarief zullen worden behandeld als binnenlandse. Momenteel gebeurt de verrekening van die laatste betalingsstromen tussen de banken via ‘nationale’ clearingsystemen zoals UCV pen ten behoeve van ondernemingen en institutione-
Veroniek Willen,
zal aanleiding geven tot de ontwikkeling van Europese
len. Veroniek Willen: “Een groot voordeel van Telelink
Senior PCM Sales Manager bij ING
clearingsystemen, betalingsproducten en -stan-
is dat u transactiebestanden naadloos kunt importeren
daarden.”
en exporteren naar uw boekhoudpakket of ERP-
(Uitwisselingscentrum en Verrekening) in België. SEPA
systeem (Enterprise Resource Planning).”
Een strategische keuze
Voor de echt grote betalers zoals rijksdiensten, zieken-
Banken moeten daarom hun betalingssystemen en
fondsen, vakbonden… stelt ING bulkkanalen ter
-kanalen aanpassen aan de nieuwe Europese stan-
beschikking die snel en veilig grote bestanden recht-
daarden. Dat vergt echter zware investeringen,
streeks doorsturen naar de bank. Bovendien kunnen ze
waardoor een aantal banken (een deel van) hun beta-
optimaal geïntegreerd worden in ERP-pakketten en
lingsverkeer noodgedwongen zullen uitbesteden.
boekhoudsystemen. Zo kunnen ondernemingen kosten
Veroniek Willen: “ING wil als geïntegreerde financiële
besparen door hun interne processen te automatiseren
instelling het betalingsverkeer zelf aanbieden. ING is
en beter te beheersen. Veroniek Willen: “Voor derge-
de grootste betalingsinstelling in de Benelux. Door die
lijke betalingskanalen stellen we een projectteam
zeer sterke positie zijn onze systemen perfect in staat
samen dat uw betalingsbehoeften nauwgezet analy-
om grote volumes te verwerken. ING zal de komende
seert en de beste oplossing voorstelt. De mogelijkhe-
jaren grote investeringen doen in de backoffice-
den zijn FTP (File Transfer Protocol) en SWIFT MA-CUG
systemen om ook in de toekomst dezelfde hoge service
(Member Administered-Closed User Group). Bij FTP
te kunnen garanderen als vandaag.”
wordt een directe link gelegd tussen de bank en de onderneming of instelling. Bij SWIFT MA-CUG wordt
Een betalingskanaal, aangepast aan uw behoeften
het SWIFT-netwerk gebruikt om bestanden uit te wisselen.”
Naast een snelle, efficiënte en betrouwbare infrastructuur, stelt ING ook elektronische bankkanalen ter
Daarnaast biedt ING een aantal bijkomende dien-
beschikking die aangepast zijn aan de specifieke
sten aan met hoge toegevoegde waarde, zoals ING
behoeften van elke cliënt, van de kleinste vzw tot de
Reporting +. IR+ is een uiterst geavanceerd financieel
grootste rijksdienst. Voor zeer kleine betalingsbehoef-
beheersinstrument dat betalingsstromen tot in het
ten is er Home’Bank Plus, een gebruiksvriendelijk e-
kleinste detail registreert, uitgebreide analyses moge-
bankingkanaal met een ruime waaier basisdiensten.
lijk maakt en uitgerust is met een forecasting module
Grotere institutionele cliënten kunnen gebruikmaken
waarmee u ook zicht krijgt op de toekomstige liquidi-
van de diensten van Telelink@Isabel, speciaal ontwor-
teitspositie van uw organisatie. ■
Naast een snelle, efficiënte en betrouwbare infrastructuur, stelt ING ook elektronische bankkanalen ter beschikking die aangepast zijn aan de specifieke behoeften van elke cliënt.
11
ziekenhuizen
Een financiële partner die uw sector kent en meedenkt De ziekenhuissector heeft in de afgelopen jaren een belangrijke metamorfose ondergaan, vooral op het vlak van financiering. De sector wordt tevens gekenmerkt door zeer grote betaalstromen en investeringsbudgetten. Voor een optimalisering van hun kredieten, betaalstromen en beleggingen hebben ziekenhuizen daarom een financiële partner nodig die de specifieke noden van hun sector begrijpt.
Precies op dat vlak heeft ING in de afgelopen jaren
rest wordt via een verdeelsleutel onrechtstreeks gefi-
een belangrijke expertise ontwikkeld. ING heeft een
nancierd door zelfstandige artsen die een deel van hun
structuur op touw gezet, speciaal ten behoeve van de
honorarium afstaan. Een goede verstandhouding tus-
ziekenhuissector, met relatiebeheerders op lokaal vlak
sen het ziekenhuis en de artsen is dan ook een belang-
en een centrale ondersteuning vanuit Brussel, geleid
rijk criterium bij een kredietaanvraag, naast een
door Frank Van de Casteele: “Ons businessmodel is
gezonde financiële situatie. Toch denken we dat,
gebouwd rond de combinatie van sectorkennis, onze
gezien de overheidscontrole en het feit dat een groot
lokale aanwezigheid en het optimaal gebruiken van
deel van de inkomsten van de overheid komt, de kre-
onze troeven als ondernemingsbank. ING heeft immers
dietrisico’s eerder beperkt zijn.”
heel wat kennis ontwikkeld die we ook ten dienste stellen van institutionele cliënten. Ik denk onder meer
Belangrijke tendensen
aan onze uitgebreide ervaring in de verwerking van
De ziekenhuissector heeft zich gestabiliseerd na
betaalstromen en de daaraan gekoppelde rapporte-
de grote fusiegolf van enkele jaren geleden, die aan-
ringmodule Reporting+ (zie elders in dit nummer). We
leiding gaf tot een belangrijke concentratie in de sec-
stellen ziekenhuizen een volledige financiële dienstver-
tor. We onderscheiden drie types ziekenhuizen in
lening voor die aangepast is aan hun specifieke
België: de openbare, de universitaire en de privé-zie-
behoeften. Wegens historische redenen zijn veel zie-
kenhuizen. Vooral in de laatste twee staat ING bijzon-
kenhuizen cliënt bij twee andere grootbanken, maar
der sterk. Er zijn ook duidelijke regionale verschillen:
ING stelt zich op als challenger in de markt. Zo bieden
in Vlaanderen wordt de sector vooral gedomineerd
we ziekenhuizen kredieten aan tegen zeer aantrekke-
door (katholieke) privé-ziekenhuizen, terwijl zieken-
lijke voorwaarden, met het oog op het opbouwen van
huizen in Wallonië vooral worden uitgebaat door
een constructieve samenwerking in de toekomst.”
intercommunale verenigingen. De financiële cijfers zijn in de voorbije jaren ontegensprekelijk verbeterd,
Complexe financiering De Bazel II-normen zijn positief voor de kredietverlening aan ziekenhuizen. De sector geniet immers
ook in Wallonië. Daar voorzag het plan Tonus een herkapitalisatie van de gemeenten en intercommunales die ook de ziekenhuissector ten goede is gekomen.
een lager kredietrisico dan ondernemingen, waardoor
ING heeft een structuur op touw gezet, speciaal ten behoeve van de ziekenhuissector, met relatiebeheerders op lokaal vlak en een centrale ondersteuning vanuit Brussel.
banken minder eigen middelen moeten opzijleggen voor hun financiering.
ook een zeer belangrijke en stabiele sector, die bovendien zeer investeringsgebonden is. Kennis van de sec-
Frank Van de Casteele: “Ziekenhuizen hebben
tor staat dan ook centraal in onze dienstverlening,
twee belangrijke bronnen van inkomsten: een budget
zowel op het vlak van ingewikkelde betaalstromen,
van financiële middelen en een deel van de artsenho-
optimale beleggingsmogelijkheden op korte, middel-
noraria. Het budget van financiële middelen is een
lange en lange termijn, als diverse financieringsmoge-
jaarlijkse overheidsdotatie die bepaald wordt aan de
lijkheden.”
hand van een aantal parameters en in twaalfden wordt uitbetaald. Dat systeem werd ingevoerd op 1 juli 2002. Het is een complex systeem dat vooral gebaseerd is op een verantwoorde activiteit. Het budget van financiële middelen dekt alles wat de hospitalisatie aangaat; de
12
Frank Van de Casteele: “Voor ING betreft het dan
Universitaire ziekenhuizen Saint-Luc en ING: een relatie op drie niveaus Financiële stromen die jaarlijks een miljard euro benaderen, 5.000 werknemers, 1.000 klassieke hospitaalbedden en 100 dagbedden, 450.000 raadplegingen en 52.000 spoedgevallen per jaar… de Cliniques universitaires Saint-Luc, een vzw die ressorteert onder de UCL, wordt beheerd als een grote onderneming. Financieel directeur Gauthier Saelens schetst de instelling in grote lijnen en beschrijft de relaties op korte en lange termijn tussen Saint-Luc en ING. “De Cliniques universitaires Saint-Luc is na Volkswagen Vorst de grootste privéwerkgever op één site in Brussel. Het ziekenhuis speelt dan ook een belangrijke rol in het economische leven en wordt gekenmerkt door belangrijke financiële stromen. De uitbatingkosten bestaan vooral uit lonen en aankopen, de exploitatiemiddelen komen van het budget van financiële middelen (BFM) en de honoraria. Het bijzondere van onze sector is dat hij onderworpen is aan opgelegde verkoopprijzen (op de
diensten aanbiedt die tegemoetkomen aan de
specifieke vereisten na, respecteren de universitaire
verschillende behoeften. Gauthier Saelens: “We
ziekenhuizen de tarieven van het RIZIV) en het verbod
hebben al lang een uitstekende verhouding met ING,
op elke vorm van publiciteit. De enige manier waarop
ook in onze dagelijkse contacten. Om een voorbeeld
we verder kunnen uitbreiden, is door de kosten zeer
te geven: ING is momenteel cofinancier van onze
strikt te beheren en grote volumes te realiseren. Dat
bouwplannen, voor een bedrag van 20 miljoen euro.
laatste is te danken aan onze reputatie die de
De stortingen van patiënten en bepaalde
grenzen ruim overschrijdt. Onze uitstekende artsen,
mutualiteiten verlopen via ING-rekeningen. Voor onze
die de verplichte bekwaamheden op het vlak van
operationele werking gebruiken we Isabel, en doen
zorgverstrekking, onderzoek en onderwijs verenigen,
een beroep op de diensten van ING Business Branch
genieten op tal van domeinen een sterke reputatie, in
Ariane. In 2004 werd onze relatie bekroond met de
het bijzonder wat betreft transplantaties,
inplanting van een ING-kantoor binnen het
reageerbuisbevruchting, hartchirurgie en
ziekenhuis, dat ten dienste staat van het personeel en
kankerbehandeling.”
de patiënten. Op institutioneel vlak is het contact met
Gauthier Saelens,
de relatiebeheerder doorslaggevend, want het is
financieel directeur
belangrijk dat hij ons begrijpt. Hij behandelt ons als
Cliniques universitaires
universitair ziekenhuis kunnen rekenen op een
een echte onderneming en toont bovendien interesse
Saint-Luc
financiële partner die vertrouwd is met de
voor de ziekenhuissector, in al zijn complexiteit en
eigenheden van de sector en die producten en
met al zijn specificaties.” ■
Op alle niveaus van de organisatie moet het
13
initiatieven
ING ten dienste van lokale ontvangers De vzw VLO (Vlaamse Lokale Ontvangers) heeft een exclusiviteitsovereenkomst afgesloten met ING voor de ondersteuning van al haar vormingsactiviteiten. Een kort overzicht van de eerste gezamenlijke activiteiten. Na de ontbinding van de Koninklijke Federatie van
door Wim Rasschaert, advocaat Laga. Johan De
gemeente- en OCMW-ontvangers ten gevolge van de
Cooman en Patrick Delanoeye, respectievelijk bestuur-
laatste staatshervorming, werd op 7 mei 2004 de VLO
der en senior consultant bij BDO, onderzochten hoe de
opgericht. De vereniging heeft onder meer als doel de
interne controle op een realistische en praktisch werk-
beroepsbelangen van lokale ontvangers te verdedigen,
bare wijze kan worden aangepakt, terwijl Mark
maar ook haar leden te informeren, te adviseren en te
Suykens, directeur van de VVSG (Vereniging van
vormen. Voor dat laatste werd een exclusiviteitsover-
Vlaamse Steden en Gemeenten) sprak over integriteit
eenkomst afgesloten met ING, die optreedt als partner
en deontologie. Daarnaast was ook nog plaats voor
bij alle vormingsinitiatieven.
een ludiek en zeer gesmaakt intermezzo, opgeluisterd door Kurt Defrancq die een stukje uit de monoloog
Gert De Brabanter, National Manager Public Sector bij ING
Studiedagen ‘Overheidsopdrachten: waar de ontvanger tussenkomt’ Gert De Brabanter, National Manager Public Sector: “Op 10 en 17 maart, en op 9 en 16 juni 2006 organiseerde de VLO in samenwerking met ING in Brugge, Gent, Antwerpen en Leuven, telkens een opleiding over overheidsopdrachten, op maat van de ontvanger. Het initiatief was een gevolg van de toenemende vraag om de cursus “Wet op de overheidsopdrachten” uit het Turbo-programma voor beginnende ontvangers ook open te stellen voor de meer ervaren collega’s.” Marc De Caster, gewestelijk ontvanger en expert in overheidsopdrachten, was lesgever van dienst. De deelnemers kregen bovendien een uitgebreide syllabus
Studiedag overheidsopdrachten
en ruim de gelegenheid om vragen te stellen en erva-
in het ING Business Centre
ringen uit te wisselen.
Brugge op 10 maart 2006
Eerste studiedag van de VLO Gert De Brabanter: “Op 19 mei 2006 hield de VLO haar eerste studiedag in Brussel in het Marnixgebouw van ING, die hoofdsponsor was van het evenement. Een geslaagde bijeenkomst die op de belangstelling kon rekenen van ruim 230 deelnemers.” Na de statutaire algemene vergadering onder leiding van VLO-voorzitter Cathy Brouckaert volgde de studiedag. Luc Vandewalle, voorzitter van ING België, en Ivo Henrix, voorzitter van de werkgroep vorming van de VLO, verwelkomden de genodigden. Het eerste studiegedeelte werd ingeleid door Guy Tegenbos, redacteur bij De Standaard en Vivant-voorzitter Roland Duchâtelet die de visies en tendensen bij de lokale besturen kritisch onder de loep namen. Na de lunch volgde een uiteenzetting over “Participatie en verzelfstandiging in het Vlaamse Gemeentedecreet’
14
‘Caveman’ ten beste gaf. ■ VLO-studiedag van 19 mei 2006
financieel nieuws
Vlaamse overheid geeft haar zegen aan ING (L) Liquid Goed nieuws op het beleggersfront. In navolging van Wallonië kunnen nu ook Vlaamse steden en gemeenten beleggen in ING (L) Liquid, het geldmarktfonds van ING. Dat laat Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen weten in een brief aan ING van 28 maart 2006. Daarmee is ING (L) Liquid het
profiel die beschikken over voldoende financiële reser-
enige geldmarktfonds dat die goedkeuring krijgt.
ves die ze op middellange termijn niet nodig hebben en op een veilige manier willen beleggen. De minima-
ING (L) Liquid is een geldmarktfonds dat perfect
le inleg bedraagt 100.000 euro. Safe Invest biedt
tegemoetkomt aan het dagelijkse cashbeheer van
beleggers een gewaarborgde interestvoet, afhankelijk
institutionele cliënten, zoals sociale secretariaten,
van de looptijd: 3% op 4 jaar, 3,20% op 6 jaar en
maar ook steden en gemeenten. ING (L) Liquid biedt
3,30% op 8 jaar (26-06-2006). Zowel de gewaarborg-
immers een aantrekkelijk rendement zonder de liqui-
de interest als de bonus worden gekapitaliseerd, zodat
diteit en kapitaalstabiliteit aan te tasten. U hoeft geen
de uitkering pas op einddatum gebeurt. Voor vzw’s en
beurstaks te betalen, de inkomsten zijn in de meeste
andere rechtspersonen wordt een roerende voorhef-
gevallen belastingvrij en de dagelijkse in- en uitstap-
fing afgehouden. ■
mogelijkheid biedt een maximale flexibiliteit. “Ondanks het feit dat voor dit beleggingsfonds geen enkele formele garantie is ingebouwd om de liquiditeit te verzekeren en het ingeschreven kapitaal te beschermen, wordt de kredietwaardigheid ervan zeer hoog
Community Account: een voordelige zichtrekening, speciaal voor openbare besturen
ingeschat door de twee grootste ratingagentschappen
De thesauriepositie van steden en gemeenten,
op wereldvlak, Standard & Poor’s en Moody’s. De toe-
OCMW’s, intercommunales… kent vaak een grillig ver-
kenning van een AAA-rating aan het fonds impliceert
loop. Soms hebben ze een korte periode heel wat geld
dat het aan strikte investeringsrichtlijnen, beperkingen
op hun rekening, een andere keer kampen ze met een
en diversificatieregels voldoet en een optimaal niveau
nijpend (tijdelijk) tekort. Liever dan meteen een lucra-
van bescherming van het geïnvesteerde kapitaal en de
tieve belegging te deblokkeren met alle gevolgen van
interesten nastreeft. Ik meen daarom goedkeuring te
dien, kunnen ze beter gedurende een aantal dagen een
kunnen verlenen aan het door u voorgestelde product
beroep doen op kasfaciliteiten. Een dure grap? Niet als
als beleggingsinstrument op korte termijn voor lokale
ze over een Community Account bij ING beschikken.
besturen”, aldus de minister. ■
De Community Account is een zichtrekening met een daaraan gekoppeld kaskrediet, speciaal in het leven geroepen om de thesauriepositie van openbare bestu-
CBFA keurt Safe Invest goed
ren te optimaliseren. Positieve rekeningsaldi worden
De Commissie voor het Bank-, Financie- en
beloond met een interest, gebaseerd op de marktren-
Assurantiewezen (CBFA) heeft het licht op groen gezet
tevoet (Euribor min een marge). Duikt de rekening een
voor Safe Invest van ING Insurance. Safe Invest is een
aantal dagen in het rood, dan rekent ING een vergoe-
Tak-26 beleggingsproduct met een gewaarborgd ren-
ding aan, eveneens gebaseerd op de marktrente
dement, verhoogd met een winstdeelname, maar zon-
(Euribor plus een marge). In beide gevallen biedt ING
der verzekerd risico. Het is uitstekend geschikt voor
zeer scherpe tarieven aan die de concurrentie ver in de
institutionele cliënten met een risicoavers beleggings-
schaduw stellen. ■
15