Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Spoor fiscaliteit
De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen
Tussentijds overzicht van de onderzoeksaanpak, de gebruikte data en de resultaten op basis van deelpapers 1-6
(Alle commentaar is welkom bij
[email protected])
Spoor Fiscaliteit - Hogeschool Gent Carine Smolders & Stijn Goeminne
ABSTRACT In dit document geven we een overzicht van de aanpak van het onderzoek, van de aangelegde datareeksen en van de resultaten die in de eerste 6 papers voorgesteld werden.
Tussentijds overzicht
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ....................................................................................3 Lijst van tabellen ..................................................................................3 1. Inleiding ..................................................................................4 1.1 De centrale onderzoeksvraag en de afgeleide probleemstellingen .....4 1.2 Onderzoeksaanpak ....................................................................4 1.3 Voornaamste onderzoeksresultaten .............................................8 1.3.1 Resultaten inzake probleemstelling 1 ...........................................8 1.3.2 Resultaten inzake probleemstelling 2 ...........................................8
Lijst van tabellen TABEL 1 TABEL 2
Overzicht van de onderzoeksoutput; Relatie met de onderzoeksfasen en gehanteerde onderzoekstechnieken ..........5 Overzicht van de factoren die een samenhang vertonen met de tarieven of de tariefwijzigingen........................................... 10
C. SMOLDERS & S. GOEMINNE
3
De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen
1. Inleiding 1.1 De centrale onderzoeksvraag en de afgeleide probleemstellingen In
dit
document
geven
we
een
overzicht
van
de
gehanteerde
onderzoeksaanpak, de samengestelde databanken en de resultaten, waarover we in deelpapers 1-6 verslag hebben uitgebracht. Voorliggende studie heeft tot doel de oorzaken van de vrij sterke tariefstijgingen
van
de
lokale
belastingen
te
indiceren.
Deze
onderzoeksvraag werd in dit B-project vertaald in de volgende 3 probleemstellingen:
Is de recente toename van de lokale fiscale druk historisch gezien wel zo ongewoon?
Hoe algemeen zijn de aanpassingen van de tarieven van de voornaamste lokale belastingen? Welk profiel hebben gemeenten die in de periode 2001-2003 de OOV- en APB-tarieven sterk hebben verhoogd?
In welke mate verklaren gemeentelijke kenmerken en bovenlokale factoren de sterke stijging van deze lasten gedurende de periode 2001-2003?
1.2 Onderzoeksaanpak Vooraf
werd
bepaald
dat
de
onderzoeksresultaten
zouden
worden
aangeboden onder de vorm van een set van deelpapers; dit biedt het voordeel dat ze het onderzoeksproces overzichtelijk maken en later sneller kunnen aangepast worden met het oog op externe valorisatie. De gerealiseerde papers en diegene die nog in opbouw zijn werden weergegeven in onderstaande Tabel 1. Tegelijkertijd wordt hier een overzicht gegeven van de onderzoeksfase waarmee deze papers verband houden. De dominante analysetechnieken werden in de laatste kolom opgesomd.
4
HOGESCHOOL GENT – SPOOR FISCALITEIT
Tussentijds overzicht
TA B E L 1
VAN DE ONDERZOEKSOUTPUT; RELATIE MET ONDERZOEKSFASEN EN GEHANTEERDE ONDERZOEKSTECHNIEKEN
OVERZICHT
Paper n° 1
TITEL Tarieven en tariefwijzigingen APB en Literatuuroverzicht m.b.t. verticale
ONDERZOEKS-
FASE
OOV 2
GEHANTEERDE
ONDERZOEKS-
1&2
DE
TECHNIEKEN T-toetsen, Pearson correlaties, ANOVA
1
Literatuuranalyse
externaliteien en optimale belastingsystemen 3
Tarieven en tariefwijzigingen volgens
2,3
omvang, provinciale ligging en Dessoy-
T-toetsen, Pearson correlaties, ANOVA
indeling 4
Tarieven en tariefwijzigingen in functie
2,3
van de fiscale draagkracht, de
T-toetsen, Pearson correlaties, ANOVA
financieringsmix en een reeks financiële indicatoren 5
Tarieven en tariefwijzigingen in functie
2,3
van de totale uitgaven en bepaalde
T-toetsen, Pearson correlaties, ANOVA
socio-economische indicatoren 6
Tarieven en tariefwijzigingen in functie
2,3
van bovenlokale beslissingen : de
T-toetsen, Pearson correlaties, ANOVA
hervorming Reynders 7
De impact van de liberalisering van de
2,3
energiemarkt op de lokale tarieven 8
De impact van de politiehervorming op
2,3
de lokale tarieven 9
Schatting van de tarieven en
T-toetsen, Pearson correlaties, ANOVA T-toetsen, Pearson correlaties, ANOVA
4
OLS
tariefwijzigingen op basis van lokale en bovenlokale factoren
Het onderzoeksproces kan ingedeeld worden in 4
fasen : deze van de
literatuurstudie, deze van de dataverzameling, deze van de data-analyse en –verwerking en deze van de schatting van het belang van de diverse lokale en bovenlokale kenmerken. We schetsen hierna kort hoe deze fasen doorlopen werden en tot welke papers ze aanleiding hebben gegeven. Tijdens de maanden maart-mei 2003 werd de literatuur rond verticale fiscale effecten en rond lokale belastingheffing grondig doorgenomen, wat geresulteerd heeft in deelpaper 2. Vervolgens werd een uitgebreide databank aangelegd, waarin tarieven, lokale kenmerken en indicatoren van bovenlokale invloeden centraal staan. C. SMOLDERS & S. GOEMINNE
5
De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen
De dataverzameling, de data-reductie met het oog op het verwijderen van fouten en het opsporen van outliers werd uitgevoerd tijdens de maanden juni, juli & augustus 2003. Tegelijkertijd werden de tarieven geanalyseerd en een antwoord geformuleerd op de eerste probleemstelling, wat aanleiding gaf tot paper 1. Vanaf september werd systematisch gewerkt aan een antwoord op probleemstelling 2: “Hoe algemeen zijn de aanpassingen van de tarieven van de voornaamste lokale belastingen? Welk profiel hebben gemeenten die in de periode 2001 de OOV- en APB-tarieven sterk hebben verhoogd?” Dit resulteerde in een reeks van 3 papers die respectievelijk volgende gemeentelijke kenmerken als focus hadden:
Deelpaper 3 : provinciale ligging, omvang (in termen van aantal inwoners), Dessoy-categorie;
Deelpaper 4 : de lokale financieringsmix, de lokale fiscale draagkracht & een reeks van financiële indicatoren zoals het saldo op de rekening, de schuldpositie, de finapsiswaarde;
Deelpaper 5 : het lokale uitgavenniveau en een reeks van traditionele behoeftenindicatoren zoals het aandeel 65-plussers en het aandeel jongeren in de totale bevolking.
De aanpak was telkens vergelijkbaar : na het opsporen van verbanden tussen de variabele en de fiscale variabelen via correlatieberekeningen, werden verschillen op het gemiddelde getoetst aan de hand van T-testen of, ingeval van meer dan twee deelgroepen van gemeenten, via ANOVA. Op basis van deze analyses hebben we een duidelijk beeld gekregen van de lokale kenmerken van gemeenten wiens fiscale reactie duidelijk verschillend was. Vanaf december 2003 werden de bovenbestuurlijke factoren van de lokale tarieven en tariefwijzigingen bekeken. In concreto spitsten we de analyse toe op de impact van de hervorming van de personenbelasting, op de gevolgen van de politiehervorming en op het belang van de vrijmaking van de energiemarkt. Probleem bij zowel de hervorming Reynders als de politiehervorming, bleek het gebrek aan betrouwbare en recente data. Voor de politiehervorming werden bijgevolg data verzameld bij de
6
HOGESCHOOL GENT – SPOOR FISCALITEIT
Tussentijds overzicht
gemeenten zelf. Voor de hervorming Reynders zal, indien de vraag aan het Ministerie van Financiën niets oplevert, hetzelfde gedaan worden. Inzake de vrijmaking van de energiemarkt, die zeer recent werd afgewerkt, is er trouwens nog geen zekerheid omtrent de compensatie die gemeenten zullen ontvangen voor het verlies aan dividenden, zodat een cijfermatige
analyse
op
dit
moment
onmogelijk
is.
Wel
wordt
teruggegrepen naar de wijziging in de dividendenontvangsten ten gevolge van de Dexia-operaties, waarbij wordt nagegaan of een dergelijk wijziging de tarieven van gemeenten heeft beïnvloed. De studie van de bovenlokale invloeden resulteert in opnieuw vier papers:
Deelpaper
6
:
tarieven
en
tariefwijzigingen
in
functie
van
bovenlokale beslissingen : de hervorming Reynders;
Deelpaper 7 : de impact van de politiehervorming op de lokale tarieven;
Deelpaper 8 : de impact van de liberalisering van de energiemarkt op de lokale tarieven;
Deelpaper 9 : schatting van de tarieven en tariefwijzigingen op basis van lokale en bovenlokale factoren.
Deelpaper 6 werd uitgewerkt in januari 2004 en schetst de krachtlijnen van de hervorming Reynders en de wijze waarop deze de lokale APB zal affecteren. Verder worden problemen bij het inschatten van de federale effecten op de lokale tarieven in kaart gebracht en werd nagegaan of gemeenten
die
anticipeerden
op
sterk de
steunen
op
hervorming.
APB-inkomsten Tegen
30
reeds
maart
in
2004
2001 wordt
voorliggende paper uitgebreid met een bespreking en schatting van de lokale grondslag. De resterende deelpapers zullen gefinaliseerd worden tegen 30 maart 2004. Deels is deze vertraging te wijten aan de dataproblemen. Anderzijds biedt het ook de opportuniteit om nieuwe gegevensreeksen die pas begin 2004 ter beschikking kwamen in de analyse op te nemen.
C. SMOLDERS & S. GOEMINNE
7
De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen
1.3 Voornaamste onderzoeksresultaten Het voorliggend onderzoek heeft tot nog toe antwoorden opgeleverd op de twee eerste probleemstellingen.
1.3.1
Resultaten inzake probleemstelling 1
In eerste instantie toetsten we de mate waarin de tariefveranderingen statistisch significant afwijken van deze in het verleden. Op basis van de analyses (cfr. Paper 1) kunnen we het volgende besluiten: Er is wel degelijk een substantieel verschil in tariefbeleid sinds de start van deze lokale legislatuur en dit voor beide heffingen. Hoewel gemiddeld genomen, het APB-tarief niet zo extreem verschilt van het gemiddelde tarief tijdens de periode 1992-2000, stellen we toch vast dat deze verschillen statistisch betekenisvol zijn. Ook het verschil in het aantal tariefstijgingen sterkt ons in dit besluit. Voor de OOV-tarieven stellen we vast dat deze ook tijdens het voorgaande decennium veel vaker onderhevig waren aan verandering, maar de stijgingen zijn beduidend groter en talrijker vanaf het begin van deze lokale legislatuur.
1.3.2
Resultaten inzake probleemstelling 2
Vervolgens werd via allerlei lokale kenmerken een profiel samengesteld van gemeenten die hogere OOV- en APB-tarieven hanteerden en, desgevallend, ook tot sterkere tariefstijgingen overgingen bij het begin van dit decennium. We geven in Tabel 2 een overzicht van de in de analyse meegenomen factoren en in welke mate ze samenhangen met de tarieven en met de tariefwijzigingen. In
de
2e
kolom
zijn
de
gegevensreeksen
weergegeven
van
de
bestudeerde variabele. De jaartallen in de overige kolommen hebben betrekking op de tarieven of tariefwijzigingen. In het algemeen zijn de analyses beperkt tot data van 2002. We beschikken wel over de lokale tarieven van 2003, maar de datareeksen van de covarianten zijn vaak veel minder actueel. Dit is in het bijzonder
8
HOGESCHOOL GENT – SPOOR FISCALITEIT
Tussentijds overzicht
zo wanneer een beroep moet gedaan worden op rekeninggegevens (zoals de
saldi
op
de
rekeningen,
cijfers
over
de
totale
uitgaven
of
uitgavencategorieën, etc.).
Samenvattend kunnen we stellen dat de tariefwijzigingen in 2001 groter waren in gemeenten gekenmerkt door :
hun provinciale ligging (de beide tarieven stegen in Limburgse gemeenten een stuk sneller)
de bevolkingsomvang (de OOV steeg sterker in de gemeenten tussen 5.001 en 20.000 inwoners; de APB-tarieven stegen sterker in de kleinste gemeenten)
de Dessoy-cluster (sterkere stijgingen van de OOV en APB
in
2001 en 2002 in cluster 2 ; sterke stijging van de OOV in cluster 11 in 2001; sterke stijging van de APB in 2002 in cluster 9)
de fiscale draagkracht (OOV- en APB-tarieven stegen sterker in gemeenten met een OBV onder het Vlaams gemiddelde)
het financieel evenwicht (OOV- en APB-tarieven stegen sterker in gemeenten met een deficit op de rekening)
het financieel structureel onevenwicht zoals aangegeven door de finapsis (in gemeenten met een ratio>100% stegen beide belastingen sneller)
de financieringsmix (gemeenten met lagere dan de gemiddelde schuldontvangsten lieten hun beide tarieven sterker stijgen)
de leeftijdsopbouw van de bevolking (gemeenten met een lager dan gemiddeld aandeel van de 65+inwoners lieten hun OOVtarieven sterker stijgen)
de
onderwijsuitgaven
(gemeenten
met
lagere
dan
de
gemiddelde onderwijsuitgaven per capita lieten hun OOV en APB sterker stijgen)
de
socio-economische
(gemeenten
met
een
samenstelling procentueel
van
aandeel
de
bevolking
werklozen
dat
superieur is aan het Vlaams gemiddelde lieten hun OOV sterker
C. SMOLDERS & S. GOEMINNE
9
De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen
TA B E L 2
OVERZICHT VAN DE FACTOREN DIE EEN SAMENHANG VERTONEN MET DE TARIEVEN OF DE TARIEFWIJZIGINGEN
VARIABELE
ONDERZOCHTE TIJDREEKS
HOGERE OOV-
HOGERE APB-
TARIEVEN KOMEN
TARIEVEN KOMEN
VOOR IN
VOOR IN
HOGERE
HOGERE
AANPASSINGEN VAN
AANPASSINGEN VAN
HET OOV-TARIEF
HET APB-TARIEF
KOMEN VOOR IN
KOMEN VOOR IN
Variabelen uit paper 3
PROVINCIALE LIGGING
1992-2002:
Voor 2000:
1994-1995 en 2001:
2001
Gemeenten gelegen in
Gemeenten gelegen in
Gemeenten gelegen in
gemeenten gelegen in de
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
de provincie Limburg
provincie Limburg
1992-2002
Na 2000: Gemeenten gelegen in Limburg, Oost- & WestVlaanderen
INWONERSCOHORT
1992-2002
1992-2002:
1995-2002:
2001:
2001:
De gemeenten uit de
de centrumsteden
De gemeenten met meer
gemeenten met minder
cluster met <5000
dan 5001 en minder dan
dan 5000 inwoners
inwoners; de
20 000 inwoners
2002:
centrumsteden en de
de centrumsteden
grote steden
DESSOY-CLUSTER
1992-2002
1997-2000:
1992-2002:
2001-2002:
2001-2001:
de gemeenten die deel
de gemeenten die deel
gemeenten die deel
gemeenten die deel
uitmaken van de cluster
uitmaken van de cluster
uitmaken van cluster 2
uitmaken van cluster 2
11 en in iets mindere
9 en in mindere mate
mate van de clusters 5
van cluster 3
2001:
2002:
en 10
gemeenten die deel
gemeenten die deel
2001 & 2002:
uitmaken van cluster 11
uitmaken van cluster 9
de gemeenten die deel uitmaken van de cluster 11
10
HOGESCHOOL GENT – SPOOR FISCALITEIT
Tussentijds overzicht
VARIABELE
ONDERZOCHTE TIJDREEKS
HOGERE OOV-
HOGERE APB-
TARIEVEN KOMEN
TARIEVEN KOMEN
VOOR IN
VOOR IN
HOGERE
HOGERE
AANPASSINGEN VAN
AANPASSINGEN VAN
HET OOV-TARIEF
HET APB-TARIEF
KOMEN VOOR IN
KOMEN VOOR IN
Variabelen uit paper 4 1999-2001 OBV
1993-2000
GEMEENTELIJKE SALDO
1999-2001:
2001:
gemeenten met een OBV
Gemeenten met een OBV gemeenten met een OBV
gemeenten met een OBV
onder het Vlaamse
onder het Vlaamse
onder het Vlaamse
onder het Vlaamse
gemiddelde
gemiddelde
gemiddelde
gemiddelde
1993-1996 & 1999:
1992 en 1994 :
1999-2001:
2001:
2001:
2001:
gemeenten met een
gemeenten met een
gemeenten met een
gemeenten met een
tekort op de rekening
deficit op de rekening
deficit op de rekening
deficit op de rekening
1998-1999-2000:
van deze jaren kennen
Gemeenten met een
hogere APB-tarieven in
overschot op de rekening de jaren erna in 1997
1999-2000: gemeenten met een overschot op de rekening kennen hogere APBtarieven
2000-2002 FINAPSIS
C. SMOLDERS & S. GOEMINNE
2001-2002-gemiddelde
2001-2002-gemiddelde
2001:
2001:
over periode 1998 tem
over periode 1998 tem
gemeenten met een
gemeenten met een
2000:
2000:
finapsisratio>100%
finapsisratio>100%
gemeenten met een
gemeenten met een
finapsisratio>100%
finapsisratio>100%
11
De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen
VARIABELE
ONDERZOCHTE TIJDREEKS
HOGERE OOV-
HOGERE APB-
TARIEVEN KOMEN
TARIEVEN KOMEN
VOOR IN
VOOR IN
HOGERE
HOGERE
AANPASSINGEN VAN
AANPASSINGEN VAN
HET OOV-TARIEF
HET APB-TARIEF
KOMEN VOOR IN
KOMEN VOOR IN
Variabelen uit paper 4 1992-2000
1992-1999:
1993-1995 en 1998-
1998:
1995 en 2000:
gemeenten met een
2000:
gemeenten met een
gemeenten met een %
groter dan gemiddeld
gemeenten met een
%aandeel van de
aandeel van de
%aandeel van de
groter dan gemiddeld %
overdrachten in de totale overdrachten in de totale
overdrachten in de totale aandeel van de PROCENTUEEL AANDEEL VAN DE OVERDRACHTEN IN DE TOTALE ONTVANGSTEN
ontvangsten
ontvangsten inferieur
ontvangsten hoger dan
overdrachten in de totale aan het Vlaamse
het Vlaamse gemiddelde
ontvangsten
1996:
gemiddelde
gemeenten met een % aandeel van de overdrachten in de totale ontvangsten lager dan het Vlaamse gemiddelde
12
HOGESCHOOL GENT – SPOOR FISCALITEIT
Tussentijds overzicht
VARIABELE
ONDERZOCHTE TIJDREEKS
HOGERE OOV-
HOGERE APB-
TARIEVEN KOMEN
TARIEVEN KOMEN
VOOR IN
VOOR IN
HOGERE
HOGERE
AANPASSINGEN VAN
AANPASSINGEN VAN
HET OOV-TARIEF
HET APB-TARIEF
KOMEN VOOR IN
KOMEN VOOR IN
Variabelen uit paper 4 1992-2000
1992-1996 & 1998-
1992-1995 &1998 &
2001:
2001:
2000:
1999:
gemeenten met
gemeenten met
gemeenten met
gemeenten met minder
schuldontvangsten/capita schuldontvangsten/capita
schuldontvangsten/capita dan gemiddelde inferieur aan het
die lager zijn dan het
die lager zijn dan het
schuldontvangsten/capita Vlaamse gemiddelde
Vlaamse gemiddelde
Niet-significant
Niet-significant
Vlaamse gemiddelde
SCHULDONTVANGSTEN/CAPITA
1997- 1998: gemeenten met schuldontvangsten per capita die hoger liggen dan het Vlaamse gemiddelde in 1997 1998-2001
1998-2000-2001:
Niet-significant
gemeenten met een ratio SCHULDGRAAD/CAPITA
van de schulden/capita hoger dan het Vlaamse gemiddelde
C. SMOLDERS & S. GOEMINNE
13
De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen
VARIABELE
ONDERZOCHTE TIJDREEKS
HOGERE OOV-
HOGERE APB-
TARIEVEN KOMEN
TARIEVEN KOMEN
VOOR IN
VOOR IN
HOGERE
HOGERE
AANPASSINGEN VAN
AANPASSINGEN VAN
HET OOV-TARIEF
HET APB-TARIEF
KOMEN VOOR IN
KOMEN VOOR IN
Variabelen uit paper 5 1992-2000
Niet significant
Niet significant
TOTALE UITGAVEN/CAPITA
Niet significant in
Niet significant in
hetzelfde jaar
hetzelfde jaar
In 2001:
In 2001(2002):
Gemeenten waar totale
Gemeenten waar totale
uitgaven/hoofd in 2000
uitgaven/hoofd in 2000
sterker groeiden dan het
(2001) sterker groeiden
Vlaams gemiddelde
dan het Vlaamse gemiddelde
1992-2002
1998-2002:
Niet significant
gemeenten met een
PROCENTUEEL AANDEEL 65PLUSSERS
Niet significant
gemeenten met een %
hoger dan gemiddeld %
aandeel van 65+ dat
aan inwoners ouder dan
gemiddeld lager ligt dan
65 1998-2001
2001:
het Vlaamse gemiddelde
1998-2001:
2001:
2001:
2000 & 2001:
gemeenten met
gemeenten met
gemeenten met
gemeenten met
ONDERWIJSUITGAVEN PER
onderwijsuitgaven per
onderwijsuitgaven per
onderwijsuitgaven per
onderwijsuitgaven per
CAPITA
capita die lager liggen
capita die lager liggen
capita die lager liggen
capita die lager liggen
dan het Vlaamse
dan het Vlaamse
dan het Vlaamse
dan het Vlaamse
gemiddelde
gemiddelde
gemiddelde
gemiddelde
14
HOGESCHOOL GENT – SPOOR FISCALITEIT
Tussentijds overzicht
VARIABELE
ONDERZOCHTE TIJDREEKS
HOGERE OOV-
HOGERE APB-
TARIEVEN KOMEN
TARIEVEN KOMEN
VOOR IN
VOOR IN
HOGERE
HOGERE
AANPASSINGEN VAN
AANPASSINGEN VAN
HET OOV-TARIEF
HET APB-TARIEF
KOMEN VOOR IN
KOMEN VOOR IN
Variabelen uit paper 3 2000-2002 PROCENTUEEL AANDEEL WERKLOZEN
2000-2002:
Niet significant
2000-2002:
gemeenten met een %
gemeenten met een %
werklozen dat hoger ligt
werklozen dat hoger ligt
dan
dan
het
Vlaamse
gemiddelde 1998-2000
het
Vlaamse
gemiddelde
1998-2000: gemeenten
OCMW-WERKINGSSALDI PER
Niet significant
met
Niet significant
Niet significant
Niet significant
2000:
Niet significant
Niet significant
een
OCMW-
CAPITA
werkingssaldo/cap
dat
hoger
het
ligt
dan
Vlaams gemiddeld saldo 1998-2000 OCMW-ZIEKENHUISSALDO PER CAPITA
Niet significant
in gemeenten met een bij
te
werkingssaldo
passen van
het
OMCW-ziekenhuis
C. SMOLDERS & S. GOEMINNE
15