Belastinginfo voor sportverenigingen november 2010
In deze memo wordt in grote lijnen de problematiek rondom de belastingen voor de sportverenigingen uiteengezet. De Belastingdienst heeft aangekondigd scherp toe te gaan zien op de juiste toepassing van de te betalen loon- en omzetbelasting. Onderstaande belastingzaken zijn voor de sportvereniging van belang. 1) Loonbelasting voor trainers/personeel? 2) BTW (Belasting Toegevoegde Waarde) op geleverde en ontvangen goederen of diensten 3) WOZ Onroerend zaakbelasting voor verenigingsgebouwen. Bijgaand treft u per onderwerp de uitwerking van de bovengenoemde belastingen aan. De individuele vraagstukken van de verenigingen kunnen door de Sportraad worden ondersteund waarbij wij gebruik kunnen maken van de leden van de Raad van Advies (
[email protected] , www.sportraad.nl). Voor de wet- en regelgeving voor sportverenigingen is er het boekje ”Wet- en regelgeving voor sportverenigingen” Zie www.nocnsf.nl Vragen over werken bij een sportvereniging? Zie www.werkenindesportvereniging.nl Tenslotte kunt u ook de site van www.sportwerkgever.nl gebruiken. Samen één is Samen Sterk; ook op het gebied van Wet & Regelgeving.
Sportraad Apeldoorn
Theo Veeneman bestuurslid Wet & Regelgeving
Disclaimer: Deze informatie is met zorg samengesteld waarbij gebruik gemaakt is van diverse bronnen. Ondanks dit is het mogelijk dat de informatie die hier wordt gepubliceerd onvolledig of onjuist is of fouten kunnen bevatten. Hoewel wij onze uiterste best doen om alle informatie zo goed en foutloos mogelijk aan te bieden, kan de Vereniging Sportraad Apeldoorn niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele fouten, schade of vermogensschade voortkomend uit het gebruik van deze informatie.De Sportraad Apeldoorn ziet derhalve af van welke aansprakelijkheid dan ook.
1
Ad 1) Loonbelasting voor trainers/personeel? Allereerst is de vraag of trainers en vrijwilligers/medewerkers in dienst zijn van de vereniging. Wanneer er sprake is van één opdrachtgever (de vereniging) èn er is een gezagsverhouding en de betaling van de (vrijwilligers)vergoeding komt uit boven het maximum van € 1.500 (10 maanden x € 150) dan wordt al snel een werkgevers/werknemerssituatie door de belastingdienst aangenomen en moet er loonbelasting afgedragen worden. Indien de trainer of vrijwilliger/medewerker meerdere opdrachtgevers heeft, kan hij/zij ook als Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP’er) werkzaamheden verrichten. Daarvoor moet wel door de uitvoerder van deze werkzaamheden een zogenaamd VAR (Verklaring Arbeids Relatie) aangevraagd worden. Een andere mogelijkheid is dat de vergoeding boven het bedrag van € 1.500 uit is gekomen. In deze situatie dient het bestuur in overleg met de betrokkene een zogenaamd IB 47 formulier in te vullen. Deze is op te vragen op de site van de Belastingdienst. Onderstaand is een stroomschema opgenomen om na te gaan of er sprake is van een arbeidsrelatie en er dus loonbelasting moet worden afgedragen. (zie www.sportwerkgever.nl) Op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl) staan de volgende voorbeelden: Voorbeeld 1: vrijwilligersvergoeding. U verricht 15 uur per week kantinewerkzaamheden bij een sportvereniging en u ontvangt daarvoor € 30 per week. In deze situatie bent u vrijwilliger, omdat de vergoeding niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk dat u doet (€ 2 per uur). Voorbeeld 2: vrijwilligersvergoeding. U bent 25 jaar en werkt als vrijwilliger 10 maanden 50 uur per maand voor een voetbalvereniging. U krijgt een vergoeding van € 1.500. Dit bedrag wordt in 1 keer aan u overgemaakt. Deze vergoeding staat niet in verhouding tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk dat u doet (€ 3 per uur). Ook het maandmaximum van € 150 en het jaarmaximum van € 1.500 worden niet overschreden. De vereniging hoeft over uw vergoeding dus geen loonheffingen in te houden en af te dragen. Ook hoeft ze hiervoor geen urenadministratie bij te houden. Voorbeeld 3: geen vrijwilligersvergoeding. U werkt 2 uur per week als schoonmaker bij een sportvereniging en u ontvangt daarvoor € 18 per week. In deze situatie bent u geen vrijwilliger, omdat de vergoeding in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk dat u doet (€ 9 per uur). Voorbeeld 4: geen vrijwilligersvergoeding. U werkt 2 maanden 100 uur per maand en 3 maanden 50 uur per maand voor een voetbalvereniging (in totaal dus 350 uur in 5 maanden). U krijgt een vergoeding van € 2 per uur, in totaal € 700. Deze vergoeding staat niet in verhouding tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk dat u doet (€ 2 per uur) en het jaarmaximum van € 1.500 wordt niet overschreden. Toch is de vrijwilligersregeling niet van toepassing, omdat het maandmaximum van € 150 wordt overschreden. De vergoeding in de 2 maanden waarin u 100 uur werkt, is immers € 200. De voetbalvereniging moet over deze vergoeding dus loonheffingen inhouden en afdragen. Ook moet ze hiervoor een urenadministratie bijhouden.
2
Voorbeeld 5: geen vrijwilligersvergoeding. U werkt als vrijwilliger 9 maanden 20 uur per maand voor een tennisvereniging en krijgt hiervoor een vergoeding van € 7 per uur. Hoewel de vergoeding het maandmaximum van € 150 en het jaarmaximum van € 1.500 niet overschrijdt, moet de vereniging toch loonheffingen inhouden en afdragen en een urenadministratie bijhouden. De vergoeding van € 7 per uur is namelijk een beloning die wel in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk dat u doet. Voorbeeld voor een IB 47 formulier: Overeengekomen vergoeding voor werkzaamheden of diensten: € 30 per uur. Aantal uren: 100. Overeengekomen vergoeding voor autokosten: € 0,50 per kilometer. Aantal kilometers: 1.000. Vergoede kosten € 300, waaronder een bekeuring wegens te snel rijden van € 100. Vergoeding voor de werkzaamheden of diensten 100 x € 30 = € 3.000. Reiskostenvergoeding 1.000 x € 0,50 = € 500. Andere kostenvergoedingen € 300. Totaal vermelden in de rubriek ‘bedrag inclusief alle kostenvergoedingen’ € 3.800 Indien er onduidelijkheid is adviseren wij om vooraf met de Belastingdienst of met een adviseur contact op te nemen om financiële problemen voor de vereniging te voorkomen.
3
Ad 2) BTW (Belasting Toegevoegde Waarde) op geleverde en ontvangen goederen of diensten Deze belasting moet worden betaald wanneer het bedrag van de ontvangen BTW over de verkochte goederen of diensten hoger is dan de betaalde BTW op gekochte goederen of diensten. Het betalen van deze belasting is verplicht tenzij de sportvereniging onder de twee vrijstellingsregelingen vallen en daar ook gebruik van wil maken. De sportvereniging mag dus wel opteren voor BTW afdracht. Dit kan namelijk interessant zijn indien er meer BTW betaald wordt op investeringen, energie en andere uitgaven. Daarmee haalt de vereniging dus de BTW Euro weer terug naar de vereniging. Tot bepaalde drempelbedragen geldt hiervoor een wettelijke vrijstelling. Er zijn twee vrijstellingsregelingen: a) De kantineregeling; b) De fondsenwervende activiteit regeling. Ad 2 a) De kantineregeling Sportclubs mogen gebruikmaken van de kantineregeling. De levering van eten en drinken is dan vrijgesteld van btw als de ontvangsten inclusief btw hiervan niet meer bedragen dan € 68.067 per jaar per kantine. Hieronder vallen het verkopen van eten, drinken, rookwaren en de inkomsten van speelautomaten. In de kantine vinden alleen normale (verenigings)activiteiten plaats, maar geen bruiloften, jubilea en dergelijke van individuele leden of derden. U mag de kantine van een sportvereniging wel voor een maximum van 12 dagen per jaar openstellen voor sportieve activiteiten van derden die dezelfde sport bedrijven.
U kunt deze vrijstelling toepassen naast de vrijstelling voor fondsenwervende activiteiten. Btw berekenen over kantineontvangsten bij een sportvereniging Moet u btw betalen over de kantineontvangsten van uw sportvereniging, dan is het btw-bedrag 11% van de totale kantineontvangsten (dus inclusief de ontvangsten die niet met btw zijn belast, zoals omzet van rookwaren en speelautomaten). Kantineregeling niet toepassen Als u de kantineregeling niet kunt of wilt toepassen, zijn uw kantineontvangsten mogelijk vrijgesteld door de vrijstelling voor fondsenwervende activiteiten. Is ook die regeling niet van toepassing? Dan moet u btw betalen over uw kantineontvangsten.
Ad 2 b) De fondsenwervende activiteiten Vrijgesteld is: • • •
4
goederenleveringen € 68.067 per jaar; diensten € 22.689 per jaar; diensten door sportclubs € 31.765 per jaar; Komt u boven deze bedragen? Dan is het hele bedrag belast met btw.
Voorbeelden van fondsenwervende activiteiten zijn: • • • • • •
verkoop van toegangsbewijzen voor uitvoeringen, wedstrijden, tourtochten of rommelmarkten; reclamemaken voor ondernemers in ruil voor geld of goederen; het laten plaatsen van een zendmast op het terrein van de organisatie; verkoop van eten, drinken, rookwaren; inkomsten uit speelautomaten; verkoop van clubartikelen zoals petten, shirts, stickers en kalenders.
Sponsoring Tegenover sponsorbedragen staat doorgaans een prestatie van de sportvereniging (reclame, naamsvermelding sponsor). Zolang de bovengenoemde vrijstellingsgrenzen niet worden overschreden zal geen btw verschuldigd zijn over de sponsorbedragen. Voor de vrijstellingsgrens telt sponsoring in natura, bijvoorbeeld het verstrekken van sporttenues, of het geven van advies of gratis diensten, ook mee. In dat geval moeten de verstrekte goederen of diensten worden gewaardeerd. Dit zal doorgaans de (inkoop)waarde zijn die aan de goederen of diensten kan worden toegekend. Bij sponsoring in natura is sprake van twee prestaties. De sponsor verricht een prestatie aan de sportvereniging (bijvoorbeeld het verstrekken van goederen) en ontvangt als vergoeding daarvoor bijvoorbeeld de vermelding van zijn naam tijdens sportevenementen. De sportvereniging maakt reclame voor de sponsor en wordt daarvoor betaald met goederen. Bij overschrijding van de vrijstellingsgrenzen zal de vereniging een factuur met btw moeten sturen aan de sponsor. Toegang tot sportwedstrijden Hoewel uitgesloten van de algemene wettelijke vrijstelling voor sportverenigingen, kunnen entreegelden voor wedstrijden, evenementen, e.d. vallen onder de vrijstelling voor fondsenwerving. Concreet betekent dit, dat ze zijn vrijgesteld tot € 31.765 per jaar (voor zover deze grens niet al wordt overschreden door andere fondsenwervende diensten). De maximumbedragen voor goederen en diensten staan los van elkaar. Het kan dus voorkomen dat u over uw goederenleveringen btw moet betalen en dat uw diensten vrijgesteld zijn. U moet dan uw voorbelasting splitsen in een aftrekbaar en een niet-aftrekbaar deel. Zijn uw ontvangsten inclusief btw hoger dan het maximumbedrag? En kon u dat redelijkerwijs niet verwachten? U kunt dan de vrijstelling gewoon toepassen. U moet dan vanaf volgend jaar wel btw betalen over fondsenwervende omzet.
Ad3: WOZ Wet Onroerend Zaakbelasting voor verenigingen De wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) regelt de waardering van onroerende zaken ten behoeve van de belastingheffing. Sportverenigingen krijgen hiermee ook te maken. Het gaat hierbij om de waarde van de grond, clubhuis, kleedkamers en andere opstallen. Per gemeente kan de heffing nogal eens verschillen. Verschillende gemeentes hebben sportverenigingen vrijgesteld van deze heffingen. De gemeente Apeldoorn heeft deze belasting niet voor verenigingen vrijgesteld, maar een subsidieregeling ingesteld.
5
OZB compensatieregeling (eenmalig indienen)
Doel: een tegemoetkoming in de kosten voor Onroerend Zaak Belasting voor overdekte accommodaties die eigendom zijn van sportverenigingen. Bron: www.sportraad.nl
De Sportraad heeft afgelopen jaar intensief overleg gehad met de Gemeente om de waardering van verenigingsopstallen op een juiste wijze uit te voeren. Een bezwaarprocedure tegen de komende WOZ-beschikking kan heel lonend zijn. Een groot aantal sportverenigingen betaalt te veel onroerende-zaakbelasting! Vrijwel alle sportverenigingen in Nederland betalen onroerende zaak belastingen. Sommige verenigingen zijn alleen gebruiker van een accommodatie en betalen uitsluitend gebruikersbelasting, andere verenigingen zijn ook eigenaar en betalen daarom tevens eigenarenbelasting. Hoewel het er even op leek dat de onroerende zaak belasting in zijn geheel zou sneuvelen, moeten de penningmeesters van sportverenigingen ook na afloop van het huidige tijdvak rekening houden met deze heffing. Het gaat daarbij om aanzienlijke bedragen. Uit onderzoek is komen vast te staan dat 60% van de onderzochte verenigingen te veel OZB betaalt, dat wil zeggen dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld; •
• •
een juiste waardevaststelling kan verenigingen een financieel voordeel opleveren variërend van 400 euro tot in sommige gevallen 7.500 euro of meer over een periode van vier belastingjaren; de waardering van een accommodatie in het kader van de WOZ is in veel gevallen gecompliceerd, waardoor er relatief veel fouten bij worden gemaakt; het is vaak te duur voor een vereniging om een extern adviesbureau in te schakelen, het kost al gauw meer dan het oplevert. De vereniging zal in de meeste gevallen zelf de bezwaarprocedure moeten voeren. Daarvoor is wel know how nodig, waarvoor dit artikel een bijdrage levert.
De Sportraad kan de vereniging ondersteuning bieden bij een hertaxatie en het opstellen van een bezwaar. Let daarbij goed op de bezwaartermijnen.
6