11
Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal Zonder dat iemand er erg in had zijn de lasten op arbeid de laatste jaren sterk omhooggegaan. De vermogende gepensio neerden zijn spekkoper, de jonge tweeverdieners in loondienst de dupe. Ondertussen dreigt de PvdA weer in dezelfde val te trappen als voorheen: in ruil voor een succesje op de korte termijn gaat men akkoord met onverstandige maatregelen. ROBIN FRANSMAN Econoom & lid van de VVD
Haast iedereen is het erover eens dat de lasten op arbeid te hoog zijn. Daarnaast is het huidige belastingstelsel te complex en daardoor duur, fraudegevoelig en moeilijk uitvoerbaar. Een herziening moet daarom gepaard gaan met een forse lastenverlichting. Afhankelijk van de ambitie voor een kleinere of grotere herziening lopen schattingen uiteen van € 5 tot € 10 mrd. Ook heerst er een taboe op de herverdeling van lasten. Maar weinigen weten daardoor hoe onrechtvaardig het hele stelsel de afgelopen vijftien jaar is geworden. De lasten voor ouderen, vermogenden en ondernemers zijn jaar in, jaar uit steeds verlaagd, terwijl die van werkende tweeverdieners in dezelfde periode werden verhoogd. De druk op arbeid is dan ook sterk toegenomen. Zonder dat iemand het doorhad hebben we het over een herverdeling van circa € 20 mrd per jaar.1 Als we de totale belastingopbrengst op 100 % stellen, dan zien we dat er een steeds groter percentage uit arbeid en steeds minder uit bezit wordt gehaald. Bij het effectieve tarief
S & D Jaargang 72 Nummer 4 Augustus 2015
zien we hetzelfde: op arbeid omhoog, op vermogen omlaag. De serie maatregelen begon bij de laatste grote belastingherziening van 2001. Hoewel de PvdA destijds door leden van de oppositie al werd gewaarschuwd voor mogelijk nadelige gevolgen op de lange termijn van lagere lasten op vermogen en hogere lasten op arbeid, voerde Wouter Bos het boxenstelsel toch in. Helaas bleef het daar niet bij. In de jaren die volgden werd de erfbelasting verlaagd, en voerde men de zelfstandigenaftrek, de mkbwinstvrijstelling, de onderzoeksvrijstelling, de ouderenkorting, de vrijstelling van het eigenwoningforfait voor vermogenden (Wet Hillen), de inkomensafhankelijke zorgpremie en het toeslagencircus in. Box 2 Wie een en ander in internationaal perspectief beschouwt ziet duidelijk dat wij arbeid en consumptie zwaar belasten, terwijl de tarie-
Robin Fransman Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal
ven op kapitaal relatief laag zijn. Dat komt onder meer door het bestaan (en misbruik) van de tweede box. Hierin zitten de mensen met een eigen onderneming. Let wel, niet de bakker of loodgieter met een vennootschap onder firma uit box 1, maar zakelijke rechtspersonen zoals bv’s en nv’s. Het gaat om circa 100000 huishoudens met een gezamenlijk boekhoudkundig vermogen van € 120 mrd: gewone ondernemingen, maar ook management-bv’s van accountants, advocaten, vrijgevestigde medisch specialisten en artiesten. Bij de laatste categorie is de grens tussen vermogen en inkomen uit arbeid minder scherp. Een aantal redenen waarom box 2 fiscaal gezien zo interessant is: ▶ O ndernemers kunnen zelf kiezen of ze
überhaupt winst of dividend uitkeren.
Op deze manier stellen veel bv’s en nv’s de winstbelasting langdurig uit.2 ▶ H et erven van ondernemingen is bovendien grotendeels belastingvrij gemaakt: de eerste € 1 mln is vrijgesteld van erfbelasting en op alles daarboven geldt een korting van 83 %.3 Bij een marginaal renderend boerenbedrijf met een vermogen van akkerbouwgrond is dat redelijk, bij een onderneming met vooral liquide bezittingen en een sterke kasstroom niet. ▶ D aarnaast kun je ook bij bedrijfsverkoop de belastingheffing uitstellen door er een holdingmaatschappij tussen te plaatsen of een zogenaamde Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI) op te richten. Je betaalt in dat laatste geval geen vennootschapsbelasting meer, maar een verlaagde vermogensrendementsheffing: 22 %-25 % in plaats van 30 %. ▶ Als je vervolgens je loon uit je onderneming
Figuur 1 Lasten op vermogen, arbeid en consumptie als % van de totale belastingen 70 60 Belasting op vermogen als % van de totale belastingen
50 40
Belasting op arbeid als % van de totale belastingen
30
Belasting op consumptie als % van de totale belastingen
20 10
00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12
0 20
12
Bron: Trends in Taxation 2014, Europese Commissie / Ministerie van Financiën (http: / / ec.europa. eu / taxation_customs / taxation / gen_info / economic_analysis / tax_structures / index_en.htm)
S & D Jaargang 72 Nummer 4 Augustus 2015
Robin Fransman Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal
laag houdt en de rest als dividend uitkeert, verlaag je de druk nog verder: je betaalt dan over je relatief lage arbeidsinkomen 52 % en over de rest slechts 25 % belasting.4 ▶ G eld lenen uit je eigen onderneming is belastingtechnisch gezien eveneens behoorlijk lucratief.5 ▶ T ot slot, de meest bizarre variant: doordat tegenwoordig ook het eigen vermogen in box 3 bij de vaststelling van de eigen bijdrage in de zorg wordt meegenomen, sluizen gepensioneerden hun vermogen van box 3 naar box 2. Oude dametjes die op hun tachtigste nog een bedrijf beginnen, het gebeurt.6 Alle weergegeven mogelijkheden kennen uiteraard hun grenzen. De fiscus is natuurlijk ook niet gek. Desalniettemin is het allemaal wat doorgeschoten. Uiteraard moeten we investerende en groeiende bedrijven fiscaal stimuleren, maar zogenaamde ‘geldzak-bv’s’, waar ‘ondernemers’ fiscaal vriendelijk rente-
13
nieren, zijn eenvoudigweg onwenselijk. Het is daarom weinig verrassend dat de commissieDijkhuizen heeft geadviseerd om box 2 integraal te herzien naar Scandinavisch model. Bij een nadere bestudering van de belasting op kapitaal valt verder op dat belastingtarieven op winst en dividend dalen, terwijl die voor huishoudens juist stijgen. Daarnaast neemt het aandeel van de vastgoedlasten in de totale belastingopbrengst af. De vermogensrendementsheffing is weliswaar hoog en neemt toe door de lage rente, maar wordt tenietgedaan doordat tegelijkertijd de belastingen op de eigen woning en ander onroerend goed dalen. Met name de Wet Hillen uit 2005 en de verlaging van de overdrachtsbelasting zorgen voor die daling. Een schitterend ongeluk De verschuiving van vermogen naar arbeid, van oud naar jong en van vermogend naar
Figuur 2 Effectieve tarieven op arbeid, consumptie en vermogen 45 40 35 Effectief tarief op arbeid
30
Effectief tarief op consumptie
25 20
Effectief tarief op vermogen
15 10 5
20
00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12
0
Bron: Trends in Taxation 2014, Europese Commissie / Ministerie van Financiën (http: / / ec.europa. eu / taxation_customs / taxation / gen_info / economic_analysis / tax_structures / index_en.htm)
S & D Jaargang 72 Nummer 4 Augustus 2015
Robin Fransman Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal
niet-vermogend is nooit onderdeel geweest van een groter plan. Achtereenvolgende kabinetten hielden vermogenden, ouderen, zelfstandigen en ondernemingen uit de wind, tegen een achtergrond van stijgende AOW- en zorgkosten. De collectieve lastendruk steeg daardoor, en het daarvoor benodigde extra geld werd gehaald op plekken die niet beschermd werden: bij jongeren en werkenden in loondienst. 1. Vaste loondienst en zzp’ers Als we inzoomen op de belasting op arbeid, zien we dat de stijging helemaal voor rekening van mensen in loondienst komt: terwijl het aantal werknemers relatief daalt, stijgt de belastingopbrengst. Zzp’ers hebben daar geen last van. Hoewel het aantal zelfstandigen de laatste jaren gestaag groeit, blijven de totale inkomsten door de uitbreiding van de zelfstandigenaftrek stabiel.
2. Jong versus oud Vergelijk een jong huishouden dat jaarlijks € 50.000 verdient met een gepensioneerd huishouden met een vergelijkbaar inkomen: het jonge gezin heeft geen overwaarde in het huis en € 20.000 spaargeld, de gepensioneerden hebben € 100.000 overwaarde en € 100.000 spaargeld en beide partners verdienen allebei evenveel. Door het veel lagere tarief voor senioren in de eerste twee schijven hoeven deze minder af te dragen dan werkenden met een vergelijkbaar inkomen. Ze betalen daarnaast zo’n € 680 aan vermogensrendementsheffing en de overwaarde in het eigen huis is geheel belastingvrij. Uiteindelijk kom je zo op een totaal van € 8.680 aan lasten voor de gepensioneerden versus € 12.000 voor het jonge huishouden. Dit geldt voor elke combinatie van inkomen en vermogen: senioren betalen altijd minder dan werkenden onder vergelijkbare inkomensniveaus.
Figuur 3 Belasting op kapitaal: effectieve tarieven op dividenden, bedrijfswinsten en huishoudvermogen 20 18 16 Effectief tarief op dividenden
14 12
Effectief tarief op bedrijfswinsten
10
Effectief tarief op huishoudvermogen
8 6 4 2 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12
20
00
0 20
14
Bron: Trends in Taxation 2014, Europese Commissie / Ministerie van Financiën (http: / / ec.europa. eu / taxation_customs / taxation / gen_info / economic_analysis / tax_structures / index_en.htm)
S & D Jaargang 72 Nummer 4 Augustus 2015
Robin Fransman Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal
3. Kleine vermogens de klos Op alle spaarcenten en beleggingen boven de € 21.000 wordt 1,2 % vermogensrendementsheffing geheven. Overigens geldt die maar voor een klein deel: circa 15 % of € 450 mrd van het totale vermogen.7 De rest van het vermogen zit belastingvrij in box 1, tegen een laag tarief in box 2 of belastingvrij in het eigen huis en pensioen. De heffing is desalniettemin fors, vooral voor de kleinere vermogens. Wie beschikt over een klein vermogen (onder € 50.000 per persoon) zal dat veelal gewoon op de spaarrekening laten staan. Dat soort vermogens kun je beschouwen als noodfondsen: voor als je je baan verliest, ziek wordt of je huis ineens groot onderhoud nodig heeft. De belasting is dan zeker tegen de huidige rentestanden excessief hoog.
15
Voor hogere vermogens is die belasting juist relatief laag. Zij kunnen immers beleggen in aandelen, bedrijfsobligaties, huur- en recreatiewoningen en andere zaken die meer risico maar ook meer rendement bieden. De meeste landen kennen in plaats van onze vermogensrendementsheffing een ‘capital gains tax’: meestal een vlak, en soms een progressief tarief over de daadwerkelijk gerealiseerde winsten.
Kabinetten hielden rijken, ouderen en ondernemingen uit de wind; jongeren en werkenden betaalden dat
Figuur 4 Aandeel van mensen in loondienst en zzp’ers in % van totale belastingen 60
50
40
Aandeel in totale belastingopbrengst loondienst
30
Aandeel in totale belastingopbrengst zelfstandigen
20
10
20
00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12
0
Bron: Trends in Taxation 2014, Europese Commissie / Ministerie van Financiën (http: / / ec.europa. eu / taxation_customs / taxation / gen_info / economic_analysis / tax_structures / index_en.htm)
S & D Jaargang 72 Nummer 4 Augustus 2015
16
Robin Fransman Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal
Wat Nederland echt bijzonder maakt is de volledige vrijstelling van de eigen woning. Terwijl de hypotheekrenteaftrek internationaal gezien al uniek is en bovendien bijzonder ruim genoemd mag worden, is de gerealiseerde overwaarde door aflossing en prijsstijging ook nog eens belastingvrij. We kennen weliswaar het huurwaardeforfait, maar dat is de facto alleen een beperking van de hypotheekrenteaftrek die dankzij de Wet Hillen niet voor mensen met een afgelost huis geldt. Veel beter zou zijn om de eigen woning en de hypotheekschuld naar box 3 bij al het andere spaar- en beleggingsgeld te brengen. Dat is tussen de generaties eerlijker. Je kunt dan in één keer de belastingtarieven op arbeid fors reduceren. Ook is het dan redelijk om de belastingvrije voet te verhogen naar bijvoorbeeld € 50.000 en kun je overwegen om het tarief een beetje progressief te maken. Juiste diagnose, verkeerde remedie De lasten op arbeid zijn inmiddels zo hoog geworden dat dit kabinet maatregelen neemt. Helaas zullen de voorstellen de situatie nog dramatischer maken. Wijzigingen in toeslagen en invoering van de inkomensafhankelijke heffingskortingen brengen met zich mee dat de marginale tarieven voor lage inkomens oplopen tot 93 %: van € 100 loonsverhoging houden zij slechts € 7 over.8 Voor middeninkomens lopen de marginale tarieven op tot 68 %.9 Vanuit het perspectief van de werkgever met de totale loonsom zijn de marginale tarieven, inclusief inkomensafhankelijke zorgpremie en pensioenpremie, nog zo’n 6 % tot 20 % hoger. Of je nu extra uren gaat werken, overwerkt, promotie maakt of loonsverhoging krijgt, profiteren doe je niet, want je geld gaat linea recta naar de schatkist. Verplaatsing van belastingdruk van arbeid naar consumptie lost evenmin de echte problemen op. Waar het links banen creëert zal het rechts banen vernietigen. Het antwoord van de PvdA is dus ronduit teleurstellend. Ze
S & D Jaargang 72 Nummer 4 Augustus 2015
dreigen dezelfde fout te maken als bij de belastingherziening van 2001. Akkoord gaan met een onrechtvaardige oplossing zodat je op de korte termijn een minuscuul nivellerend koopkrachtplaatje kunt laten zien. Vermogens belasten is liberaal In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, leidt een verschuiving van lastendruk van arbeid naar kapitaal tot kapitaalvlucht en verplaatsing van activiteiten naar het buitenland. Hogere lasten op de eigen woning, oneigenlijk gebruik van box 2 aanpakken en erfenissen hoger belasten heeft geen invloed op de werkgelegenheid. Ook een hogere belasting op bedrijfswinsten hoeft dat niet te hebben als je tegelijkertijd de werkgeverslasten op arbeid verlaagt. De veel hogere tarieven op kapitaal in landen als Duitsland, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk tonen aan dat hoge werkgelegenheid samen kan gaan met een hogere vermogensbelasting. Wat meespeelt in het debat is dat de vermogensrendementsheffing ten diepste onrechtvaardig is. De belastingvrije voet is te laag en bij de huidige rentestanden is het fictieve rendement bovendien te hoog, waardoor ook het effectieve tarief te hoog uitvalt. Dat laat echter onverlet dat de verdeling van de belasting evenwichtig over de samenleving, de draagkracht en de generaties moet worden verdeeld. Elke euro waarmee we vermogen ontzien, moet immers door arbeid worden opgebracht. Er is ten principale geen verschil in eigendomsrechten tussen kapitaal en (de opbrengsten van) arbeid. Mensen bezitten hun vermogen, maar zijn ook eigenaar van hun tijd, arbeid en alle opbrengsten daarvan. Daarin kan geen rechtvaardiging worden gevonden voor een verschil in behandeling. De bewering dat er al belasting betaald is over vermogen, is deels onjuist en deels onvolledig. Over de waardestijging van het eigen huis of van effecten is geen belasting betaald, terwijl er over schenkingen, erfenissen en waardestijging van de eigen onderneming in
Robin Fransman Belastingen in Nederland: liberaal noch sociaal
vergelijking met arbeidsinkomsten weinig hoeft te worden afgedragen. De bewering dat we vermogen fiscaal moeten ontzien om investeringen te financieren is tot slot aantoonbaar onjuist. Het geld klotst in Nederland overal tegen de plinten en de rente is juist zo laag omdat er te weinig investeringsmogelijkheden zijn om al dat vermogen een nuttige en rendabele bestemming te geven. Het structureel ontzien van vermogen maakt dat jongeren zonder rijke ouders, via de belastingen, het vermogen betalen van jongeren met rijke ouders. De oudere genera-
Noten 1
Zie ec.europa.eu / taxation_ customs / resources / documents / taxation/gen_info / economic_analysis / tax_structures / 2014 / annex_a.xls 2 Zie www.homefinance.nl / belastingen / inkomstenbelasting-box-2.asp 3 Zie www.estateplanningsjuristen.nl / erven / onderne-
tie moet zich serieus afvragen wat voor hun kroost het beste is. Een grote erfenis voor enkelen in een samenleving met een zeer hoge belastingdruk voor jongeren, of een wat kleinere nalatenschap in een samenleving waar werken loont en waar jongeren zelf vermogen kunnen opbouwen. De laatste variant geniet vanuit een liberaal oogpunt zeker de voorkeur. Wie de prioriteit niet legt bij de jongere generaties, gezinnen en hun kinderen en de werkenden, zorgt voor onzekerheid en stagnatie. En juist in zo’n situatie zijn de vermogens en pensioenen allerminst veilig.
ming / onderneming_erven / 4 Zie www.taxpert.nl / index. php?option=com_content &view=article&id=2198: gebruikelijk-loon&catid=270 5 Zie www.dezaak.nl / geld-lenen-van-de-eigen-bv-1719245. html 6 Zie www.notariswouw.nl / columns / de-nieuwe-vermogens toets-in-de-awbz / 7 Bron: DNB.
S & D Jaargang 72 Nummer 4 Augustus 2015
17
8 Zie www.checkbrutonetto.nl/ index.php?blog=77 9 De marginale druk geeft aan welk deel van de stijging van het bruto-inkomen niet resulteert in een hoger nominaal beschikbaar inkomen, maar in hogere af te dragen belastingen en premies, hogere of lagere heffingskortingen en lagere toeslagen.