Belastingen in Nederland 2001
Belastingen in Nederland 2001
Inleiding Iedereen in Nederland maakt gebruik van voorzieningen waar de overheid voor zorgt of aan meebetaalt, zoals wegen en dijken, gezondheidszorg, politie op straat en onderwijs. De activiteiten van de overheid worden voor het overgrote deel bekostigd uit de inkomsten van belastingen. In Nederland heeft bijna iedereen met belastingen te maken. Zichtbaar of onzichtbaar, direct of indirect, maken belastingen deel uit van het dagelijks leven. Over salaris, alcohol, benzine, dividend, schenking, een prijs in de loterij en nog veel meer, moet belasting worden betaald. Het ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor het maken van wetgeving op belastinggebied en het uitvoeren van deze wetgeving. De feitelijke inning van het belastinggeld is de taak van de Belastingdienst. Deze brochure geeft een overzicht van de verschillende soorten belastingen die door de Rijksoverheid in Nederland worden geheven. De genoemde tarieven en bedragen gelden vanaf 1 januari 2001. In deze brochure wordt allereerst ingegaan op de geschiedenis en de noodzaak van het heffen van belastingen. Waarna aansluitend de verschillende belastingsoorten, van inkomstenbelasting tot belastingen van rechtsverkeer, de revue passeren. Verder komen de rechten van belastingplichtigen aan bod en de belastingverdragen die Nederland heeft gesloten met andere landen. De brochure eindigt met een overzicht van het voorlichtingsmateriaal dat door de Belastingdienst en het ministerie van Financiën wordt uitgegeven.
Inhoud 7
Belastingen zijn noodzakelijk
7
Belastingen vroeger en nu
8
Verdeling van de lasten
9
Verschillende soorten belastingen
10
De Belastingdienst
11
Belastingherziening 2001
23
Vrijstellingen schenkingsrecht
23
Het recht van overgang
24
Uitstel van betalings- en kwijtscheldingsregeling bij verkrijging van ondernemingsvermogen
24
Betalen met voorwerpen van cultuur- en kunsthistorische waarde
25
Kansspelbelasting
26
Omzetbelasting
27
Tarieven
12
Inkomstenbelasting, loonbelasting en premie volksverzekeringen
27
Vrijstellingen
12
Boxenstelsel
27
Bijzondere regelingen
13
Box 1
13
Loonbelasting en premie volksverzekering
28
Accijns en verbruiksbelastingen
13
Tarieven
28
Europese eenwording
14
Box 2
29
Taxfree-aankopen
14
Box 3
14
Heffingskortingen
30
Belastingen bij invoer
15
65 jaar en ouder
30
Douanerechten
16
Dividendbelasting
32
Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM)
32
Tarief personenauto’s
33
Tarief motorrijwielen
33
Gebruikte personenauto’s en motorrijwielen
17
Vennootschapsbelasting
18
Milieubelastingen
18
Grondwaterbelasting
34
Motorrijtuigenbelasting
19
Belasting op leidingwater
34
Hoeveel motorrijtuigenbelasting?
19
Afvalstoffenbelasting
34
Belasting zware motorrijtuigen
20
Brandstoffenbelasting
21
Regulerende energiebelasting
36
Belastingen van rechtsverkeer
21
Energiepremies
36
Overdrachtsbelasting
36
Assurantiebelasting
22
Rechten van successie, schenking en overgang
37
Kapitaalsbelasting
22
Het recht van successie
22
Tarieven
38
Rechten van belastingplichtigen
23
Vrijstellingen successierecht
38
Hulp en informatie
23
Het recht van schenking
38
Geheimhouding
Belastingen zijn noodzakelijk
38
Aangifte inkomstenbelasting
39
Bezwaar en beroep
39
Ambtshalve vermindering
39
Klachtenregeling
40
Nationale ombudsman
politie op straat, aanleg en onderhoud van het wegennet, bijstand voor
40
Commissies voor de Verzoekschriften
mensen die in financiële problemen komen, zorg voor ouderen, subsidies
40
Betalingsregeling
op woningen en kunst en cultuur. Het zijn allemaal taken die individuele
40
Renteregeling voor belastingen (en premies)
burgers of bedrijven niet kunnen of willen uitvoeren, maar die wel uitge-
41
Betalingskorting
voerd moeten worden om een goed verzorgingsniveau van de samenleving
41
Kwijtschelding
te realiseren. De uitvoering van deze overheidstaken kost geld. Geld dat de
41
Hardheidsclausule
overheid onder meer ontvangt in de vorm van belastingen, die jaarlijks
42
Belastingverdragen met andere landen
Belastingdienst ruim 359 miljard gulden (E 162,91 miljard) aan belastingen
45
Voorlichtingsmateriaal
In Nederland draagt de overheid zorg voor allerlei zaken als rechtspraak,
door de Belastingdienst worden geïnd. Voor 2001 is begroot dat de en premies zal innen. 45
Brochures van de Belastingdienst
45
Particulieren
Het betalen van belastingen bestaat al eeuwen. In de achttiende eeuw gaat
46
Ondernemers
het voornamelijk om belastingen op noodzakelijke levensmiddelen als
47
Douane
brandhout, zeep, zout, graan, vlees, wijn, turf, kolen en wol. Omdat
47
Motorvoertuigen
niemand zonder deze producten kan leven, is de overheid verzekerd van
47
Informatiemateriaal van het ministerie van Financiën
inkomsten. De overheid gebruikt dat geld voor de bescherming van land en
Belastingen vroeger en nu
inwoners (defensie), de handhaving van de openbare orde (politie) en de regulering van verkeer, waterstaat en handel. In 1806 wordt een stelsel van algemene belastingen ingevoerd, waarin onder meer een bescheiden belasting op ondernemingen is opgenomen. De betekenis van het stelsel zit vooral in het bereiken van eenheid van de Nederlandse belastingheffing. Eind 19e eeuw worden de eerste pogingen ondernomen om tot een rechtvaardiger belastingsysteem te komen. Het duurt dan tot 1914 voor de eerste vorm van belasting op inkomen ontstaat. Het tarief van de inkomstenbelasting bedraagt in 1914 5%. De rol van de overheid is sindsdien alleen maar groter geworden. Steeds meer zaken als onderwijs, sociale zekerheid, volksgezondheid en volkshuisvesting zijn tot de taak van de overheid gaan behoren. Vandaar dat de overheid steeds meer geld nodig heeft om alle taken te kunnen uitvoeren. Nieuwe belastingsoorten, zoals omzetbelasting en vennootschapsbelasting, worden ingevoerd. Het hoogste tarief van de inkomstenbelasting is verhoogd
7
tot 60%. Bij de belastingherziening in 2001 zijn alle tarieven verlaagd. Het
Verschillende soorten belastingen
hoogste tarief is nu 52%. Na de Tweede Wereldoorlog is het belastingstelsel
Belastingen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld.Er kan
uitgegroeid tot een systeem dat gekenmerkt wordt door twee belangrijke
bijvoorbeeld worden gekeken naar welk overheidsorgaan de belasting heft
uitgangspunten: het draagkrachtbeginsel en het profijtbeginsel.
of naar de manier waarop de belasting wordt afgedragen. Verder kan onderscheid worden gemaakt naar belastingen op inkomen, winst en ver-
Hoe het er vroeger aan toe ging, kunt u zien in het Belasting- en
mogen, en kostprijsverhogende belastingen.
Douanemuseum, Parklaan 14-16, Rotterdam.
Wie heft de belastingen? Er zijn vier mogelijkheden: • Rijk; • Provincie; • Gemeente; • Waterschap. Voorbeelden van rijksbelastingen zijn de loon- en inkomstenbelasting, de omzetbelasting en de vennootschapsbelasting. De provincie kent enkele milieuheffingen. Gemeentelijke belastingen zijn bijvoorbeeld de onroerende zaakbelasting en de hondenbelasting. De waterschappen heffen met name verontreinigingsheffingen. Ten opzichte van de totale belastingopbrengst is het aandeel van de provinciale, de gemeentelijke en de waterschapsbelastingen gering: nog geen 4% van de totale belastingopbrengst. J.A.M. Haak, olieverf op zink (1861).
In deze brochure komen alleen de rijksbelastingen aan de orde.
Smokkelaars van lompen betrapt aan de grens bij Hulst (Zeeuws-Vlaanderen).
Wie draagt de belastingen af? Verdeling van de lasten
De overheid probeert de lasten op een redelijke manier te verdelen over de
Bij het afdragen van belastingen zijn de volgende twee mogelijkheden te onderscheiden: directe of indirecte belastingen. Belastingen die door de
belastingplichtigen. Dit houdt in dat niet iedereen evenveel belasting
belastingplichtige zelf of door de werkgever worden afgedragen aan de
betaalt. Er wordt rekening gehouden met de hoogte van het inkomen en
Belastingdienst worden directe belastingen genoemd. Een voorbeeld hier-
met persoonlijke omstandigheden. Dit uitgangspunt staat bekend als het
van is de inkomstenbelasting. Bij de indirecte belastingen draagt een ander
draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
de belastingen af aan de Belastingdienst. Een voorbeeld hiervan is de
Sommige mensen hebben meer voordeel van bepaalde (overheids-)voorzie-
omzetbelasting (btw).
ningen dan anderen. Zij moeten daar dan ook meer voor betalen. Een auto-
Dit is een belasting die in de prijs van goederen en diensten is verwerkt.
mobilist maakt bijvoorbeeld intensiever gebruik van de wegen dan een
De consument betaalt de belasting, maar de leverancier draagt het
fietser. De automobilist betaalt daar dan belasting voor, de fietser niet.
belastingbedrag af aan de Belastingdienst.
Dit wordt het profijtbeginsel genoemd.
8
9
Belastingopbrengsten
De eenheden van de Belastingdienst vallen onder de volgende vijf directies:
De rijksuitgaven worden grotendeels gefinancierd uit de belasting-
• Directie particulieren in Utrecht;
opbrengsten. De uitgaven voor de sectoren sociale zekerheid en zorg daar-
• Directie ondernemingen Noord in Zwolle;
entegen, worden voor het grootste deel uit de opbrengsten van premies
• Directie ondernemingen Zuid in Breda;
betaald. De inkomsten die voor 2001 voor de collectieve sector worden
• Directie grote ondernemingen in Amsterdam;
geraamd, bedragen in totaal 363,34 miljard gulden (E 164,88 miljard).
• Directie douane in Rotterdam.
Hiervan wordt 227,34 miljard gulden (E 103,16 miljard) opgebracht door (rijks)belastingen en 4 miljard gulden (E 1,82 miljard) door overige inkom-
Belastingherziening 2001
sten van het Rijk. Verder komt 132 miljard gulden (E 59,90 miljard) uit
Vanaf 1 januari 2001 heeft Nederland een nieuw belastingstelsel. Het nieu-
premies voor sociale zekerheid en zorg.
we belastingstelsel is gebaseerd op het Regeerakkoord en sluit aan bij de
Niet iedere belastingsoort brengt evenveel op. De meeste opbrengsten
nota ‘Belastingen in de 21e eeuw; een verkenning’. De stelselherziening is
worden verkregen uit de heffing van omzetbelasting, loon- en inkomsten-
gericht op het creëren van een robuust belastingstelsel met een bredere
belasting en vennootschapsbelasting. Bij iedere belastingsoort die in deze
grondslag en lagere tarieven. Een belastingstelsel dat adequaat inspeelt op
brochure wordt besproken, wordt aangegeven hoe de opbrengst van deze
toekomstige ontwikkelingen.
belastingsoort voor 2001 in de Miljoenennota 2001 is begroot.
Doelstellingen van de herziening van het belastingstelsel zijn: De Belastingdienst
Iedereen in Nederland krijgt op enig moment direct of indirect met de
• bevorderen van de werkgelegenheid en de versterking van de economische structuur en de concurrentiekracht van Nederland;
Belastingdienst te maken. De Belastingdienst maakt onderdeel uit van het
• verlaging van de lastendruk op arbeid;
ministerie van Financiën.
• bevorderen van een duurzame economische ontwikkeling
Taak en doelstelling
• een evenwichtige en rechtvaardige belastingdruk;
De Belastingdienst heeft de opdracht een groot aantal wettelijke taken uit
• verbreding en versterking van de belastinggrondslag, door verminderen
(‘vergroening’);
te voeren. Daarbij gaat het in hoofdzaak om heffing, inning en controle
en wijzigen van aftrekposten;
van belastingen en om toezicht op grensoverschrijdend goederenverkeer.
• bevordering van emancipatie en economische zelfstandigheid;
Bij de uitvoering worden eisen gesteld aan het functioneren van de
• vereenvoudiging van het belastingstelsel.
Belastingdienst. Ook de mate waarin belastingplichtigen fiscaal gezien correct handelen speelt bij de uitvoering een grote rol. Daarom is de bedrijfsvoering van de Belastingdienst erop gericht, de bereidheid van het publiek om fiscale verplichtingen (vrijwillig) na te komen zo groot mogelijk te maken.
Organisatie van de Belastingdienst De organisatie van de Belastingdienst is gericht op de verschillende groepen belastingplichtigen, die verschillende soorten belastingen betalen. Burgers en bedrijven hebben hun eigen aanspreekpunt voor hun belastingzaken. Er zijn in totaal ongeveer 100 eenheden over Nederland verspreid.
10
11
Inkomstenbelasting, loonbelasting en premie volksverzekeringen
Box 1
De inkomstenbelasting in box 1 wordt naar draagkracht geheven. Hoe hoger het inkomen, hoe meer belasting men betaalt. Er is een aantal aftrekposten dat van het inkomen kan worden afgetrokken, zoals aftrekposten voor de eigen woning en voor kinderopvang. Daarnaast zijn er aftrekposten die rekening houden met persoonlijke omstandigheden,
ƒ 54.011 mln
E 24.509 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001 ( LB en IB )
zoals alimentatie, ziektekosten, studiekosten, buitengewone lasten en weekenduitgaven voor gehandicapte kinderen. Loonbelasting en premie volksverzekering
Inkomstenbelasting is een belasting op het inkomen. Deze belasting wordt
De loonbelasting en premie volksverzekeringen worden in een bedrag
in één bedrag geheven met de premie volksverzekeringen. Om te voor-
geheven. Op het loonstrookje of uitkeringsafschrift staat dan ook een
komen dat één keer per jaar een fors bedrag aan inkomstenbelasting en
bedrag dat aan loonbelasting en premie volksverzekeringen is ingehouden.
premie volksverzekeringen moet worden betaald, zijn twee voorheffingen
Voor de volgende volksverzekeringen is premie verschuldigd:
ingevoerd. Dit zijn de loonheffing (bestaande uit loonbelasting en premie
• aow: dat is de Algemene Ouderdomswet. Wie 65 jaar of ouder is krijgt aow-pensioen;
volksverzekeringen) en de dividendbelasting. Deze voorheffingen worden geheven op het moment dat de belastingplichtige het inkomen ontvangt.
• anw: de Algemene Nabestaandenwet. Het anw-pensioen is er voor
Als de voorheffingen naar verwachting niet voldoende zullen zijn of in het
de weduwe of weduwnaar en ook voor kinderen van wie beide
geheel niet wordt geheven (bijvoorbeeld bij ondernemers), dan kan een
ouders zijn overleden;
voorlopige aanslag worden opgelegd. Daardoor kan worden voorkomen
• awbz*: de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verzekert tegen
dat een groot bedrag aan belasting en premie in een keer moet worden
kosten van bijvoorbeeld langdurig verblijf in een
betaald. Een voorlopige aanslag kan meestal in meerdere termijnen wor-
verpleeginrichting.
den betaald.
* De awbz is geen vervanging van het ziekenfonds of de particuliere ziektekostenverzekering. Boxenstelsel
Met ingang van 1 januari 2001 is het boxenstelsel ingevoerd. Dit houdt in
Daarnaast heft en int de Belastingdienst de premie voor een sociale ver-
dat voor de Inkomstenbelastingwet ib 2001 er niet één, maar drie soorten
zekering, de waz (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen).
belastbare inkomens zijn. Elk soort inkomen heeft een eigen box met het
De waz verzekert tegen de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid
daar bij behorende tarief:
voor zelfstandigen en beroepsbeoefenaren en dga’s.
box 1: inkomen uit werk en woning (progressief tarief, maximaal 52%); box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang (tarief 25%); box 3: inkomsten uit sparen en beleggen (tarief 30% bij vast rendement
van 4%).
Tarieven
Box 1 bestaat uit vier tariefschijven. In de eerste en tweede schijf worden belasting en premie volksverzekeringen tegelijk geheven. In de derde en vierde schijf bestaat de heffing alleen uit belasting.
Als een inkomen in een box negatief is, kan dat niet worden verrekend met een positief inkomen in een andere box. Wel is binnen dezelfde box verrekening mogelijk met een positief inkomen van vorige of komende jaren.
12
13
de tarieven
voorbeeld voor een berekening van belasting- en premieheffing
• Schijf 1: 32,35% belasting en premie over de eerste ƒ 32.769
Voor een werknemer met belastbaar inkomen van ƒ 65.000 per jaar
(29,40% premie en 2,95% belasting) • Schijf 2: 37,60% belasting en premie over ƒ 32.769 tot ƒ 59.520 (29,40% premie en 8,20% belasting)
Box 1: belastbaar inkomen uit werk
ƒ 65.000
Totaal belasting en premie box 1
ƒ 22.959
Schijf 1: 32,35% over de eerste ƒ 32.769 = ƒ 10.600 Schijf 2: 37,60% over ƒ 32.769 tot ƒ 59.520 = ƒ 10.058
• Schijf 3: 42% belasting over ƒ 59.520 tot ƒ 102.052
Schijf 3: 42% over ƒ 59.520 tot ƒ 65.000 = ƒ 2.301
• Schijf 4: 52% belasting over de rest.
Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
ƒ
Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
ƒ 11.215
0
(Tarief 30% bij vastgesteld rendement van 4% over vermogen groter dan ƒ 38.785)
Box 2
In box 2 zijn de inkomsten uit aanmerkelijk belang belast. Van een aanmerkelijk belang is sprake als u eventueel samen met uw partner of uw
Vermogen ƒ 50.000 - ƒ 38.785 = ƒ 11.215 x 4% x 30% Totaal belasting box 3
ƒ
134
Totaal belasting en premies
ƒ 23.093
echtgenoot van wie u duurzaam gescheiden leeft, ten minste 5% van de aandelen van een bv of nv bezit. Voor het inkomen uit aanmerkelijk belang geldt een vast tarief van 25%.
Heffingskortingen
–ƒ
5.500
Algemene heffingskorting = ƒ 3.473
Box 3
Vanaf 2001 valt uw vermogen in box 3. Vermogen is de waarde van uw
Arbeidskorting = ƒ 2.027 Totaal betalen belasting en premie
bezittingen min de waarde van uw schulden. U betaalt pas belasting als uw
(ƒ 23.093 – ƒ 5.500)
vermogen groter is dan ƒ 38.785 (E 17.600). Voorbeelden van bezittingen
*
zijn spaargeld, een verhuurd pand en aandelen. Voor het inkomen uit
ƒ 17.593* (E
7.983,36)
De loonbelasting die de werkgever al heeft ingehouden, wordt hiervan afgetrokken.
sparen en beleggen geldt een vast tarief van 30% bij een vastgesteld rendement van 4%. 65 jaar en ouder Heffingskortingen
In box 1 gelden aparte tarieven voor personen van 65 jaar en ouder. In de
Hoeveel belasting u verschuldigd bent, berekent u door op het belastbare
eerste schijf geldt een tarief van 14,45% en in de tweede schijf een tarief van
inkomen het tarief toe te passen dat voor de betreffende box geldt.
19,70%. Dit aparte tarief heeft te maken met het feit dat zij geen premie
Het bedrag aan belasting dat u aan de hand van de tarieven heeft berekend,
voor de aow betalen. Zij betalen wel premie awbz en anw. Voor de derde
kunt u verminderen met de algemene heffingskorting.
en vierde schijf geldt het normale tarief van 42% en 52%.
Daar bovenop zijn er aanvullende kortingen mogelijk afhankelijk van uw
Daarnaast komen personen vanaf 65 jaar in aanmerking voor de zoge-
persoonlijke omstandigheden, zoals de arbeidskorting, de kinderkorting,
noemde ouderenkorting van ƒ 520 (E 236) indien het verzamelinkomen
de alleenstaandeouderkorting en de korting maatschappelijke beleggingen.
niet hoger is dan ƒ 61.052. Iemand die een aow-uitkering voor een alleenstaande heeft en recht heeft op ouderenaftrek, kan tevens in aanmerking komen voor de aanvullende ouderenkorting van ƒ 547 (E 248).
14
15
Dividendbelasting
ƒ 5.635 mln
E 2.557 mln
Vennootschapsbelasting
Opbrengst zoals begroot voor 2001
ƒ 54.011 ƒ 37.115 mln mln
E 16.842 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
Veel ondernemingen worden gedreven in de vorm van een naamloze
De vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de
vennootschap (nv) of een besloten vennootschap (bv). Het kapitaal van de
winst van bepaalde ondernemingen, zoals de naamloze vennootschap (nv)
vennootschap wordt gestort door de eigenaren (aandeelhouders) die in ruil
en de besloten vennootschap (bv). Ook stichtingen en verenigingen kunnen
daarvoor aandelen ontvangen. Wanneer de vennootschap winst maakt, kan
vennootschapsbelasting verschuldigd zijn, namelijk als zij een onderne-
zij een deel van die winst uitkeren aan de aandeelhouders. Dit gebeurt
ming drijven. Het tarief is 30% over de eerste ƒ 50.000 (E 22.689) van het
meestal in de vorm van dividend.
totale belastbare winstbedrag. Daarboven is het 35% van de belastbare winst.
De vennootschap die dividend uitkeert aan natuurlijke personen moet
Wanneer een onderneming in eerdere jaren verlies heeft geleden, kan dit
daarop 25% dividendbelasting inhouden en afdragen aan de Belasting-
verlies hiervan worden afgetrokken.
dienst. Deze aandeelhouders krijgen dus maar 75% van het dividend in
De winst die aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, is niet aftrekbaar van
handen. De aandeelhouder/natuurlijk persoon zal een forfaitair rendement
de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting. (Zie verder het hoofd-
van 4% van de waarde van de aandelen tot zijn inkomen dienen te rekenen,
stuk over Dividendbelasting).
waarover vervolgens 30% (box 3) inkomstenbelasting verschuldigd is. De door de vennootschap ingehouden dividendbelasting wordt net zoals
Als een vennootschap zelf ook voor 5% of meer aandeelhouder is van een
de loonbelasting verrekend met de verschuldigde inkomsten-belasting.
andere vennootschap geldt onder bepaalde voorwaarden de zogenoemde
De dividendbelasting werkt dus, evenals de loonbelasting, als een voor-
deelnemings-vrijstelling. De vennootschap die dividend ontvangt, hoeft
heffing voor de inkomstenbelasting.
de ontvangen dividenden en verkoopresultaat op de aandelen niet tot de belastbare winst te rekenen. Hierdoor wordt bereikt dat binnen een concern over de betaalde winst slechts één keer vennootschapsbelasting wordt geheven.
16
17
Milieubelastingen
Als een bedrijf water infiltreert om dat later weer te onttrekken, kan een bedrag worden afgetrokken van de grondwaterbelasting: de infiltratieaftrek. Deze aftrek is afhankelijk van de hoeveelheid geïnfiltreerd water en bedraagt ƒ 0,3012 per m3 geïnfiltreerd water.
ƒ 8.360 mln
E 3.794 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
Belasting op leidingwater
Met ingang van 1 januari 2000 wordt een belasting geheven over leidingwater. Het tarief bedraagt ƒ 0,290 per m3. De belasting wordt over maxiIn het kader van de belastingen op milieugrondslag zijn momenteel vijf
maal 290 m3 geheven.
belastingen: de grondwaterbelasting, de belasting op leidingwater, de afvalstoffenbelasting, de brandstoffenbelasting en de regulerende energie-
Afvalstoffenbelasting
belasting. Het bijzondere aan deze belastingen is dat milieuargumenten of
Belastend voor het milieu zijn ook de enorme hoeveelheden afvalstoffen.
milieudoelstellingen bij deze belastingen een rol spelen.
De in 1995 ingevoerde afvalstoffenbelasting sluit aan bij het beleid dat erop
De tarieven van deze belastingen worden vanaf 1 januari 1999 jaarlijks aan-
gericht is de totale hoeveelheid afvalstoffen te verminderen en preventie of
gepast aan de ontwikkeling van het algemeen prijsniveau.
hergebruik van afval te bevorderen. Deze belasting wordt geheven over het afval dat wordt afgegeven aan stortplaatsen. De maatstaf voor de belasting is de hoeveelheid afval die wordt
Grondwaterbelasting
Schoon zoet grondwater is schaars. Onttrekking van grondwater aan de
afgegeven om te worden gestort of verbrand.
bodem heeft negatieve gevolgen voor het milieu, zoals verdroging van de
Belastingplichtig zijn de bedrijven waar het afval wordt gestort. Zij moeten
bodem en verzilting. De grondwaterbelasting die sinds 1995 bestaat, is
belasting betalen over het afval dat aan hen wordt afgegeven.
onder meer bedoeld om deze milieuaspecten bij het verbruik van (water bereid uit) grondwater in rekening te brengen. De grondwaterbelasting
Er zijn drie verschillende tarieven:
wordt dan ook geheven over het onttrekken van zoet grondwater aan
• het tarief voor het storten van (brandbaar) afval bedraagt ƒ 144,21
de bodem.
per 1000 kg;
Het zijn voornamelijk ondernemers die belastingplichtig zijn. Het gaat
• het tarief voor het storten van afval met een volumieke massa van
bijvoorbeeld om waterleidingbedrijven, agrarische bedrijven die grond-
meer dan 1100 kg per m3 en bepaalde aangewezen afvalstromen
water onttrekken, bronbemalers en productiebedrijven die grondwater
bedraagt ƒ 27,78 per 1000 kg;
gebruiken, bij voorbeeld als koelwater of proceswater. De maatstaf voor de
• het tarief voor het verbranden van afval is nihil.
belasting is het aantal onttrokken kubieke meters grondwater. Het tarief bedraagt ƒ 0,3594 m3.
Daarnaast geldt nog een tijdelijk nultarief (tot 1 januari 2002) voor het storten van afzonderlijk aangeboden asbest.
De belasting kent een aantal vrijstellingen. Vrijgesteld zijn bijvoorbeeld onttrekkingen – onder bepaalde voorwaarden – voor het droog houden
Als het aangeboden afval op de stortplaats wordt bewerkt en de stortplaats
van een bouwput en onttrekkingen ten behoeve van de sanering van
weer verlaat, dan is de hoeveelheid afval die uiteindelijk wordt gestort klei-
grondwater. Ten behoeve van beregening of bevloeiing geldt een vrijstel-
ner dan de hoeveelheid die is afgegeven. In dat geval kan de afvalverwerker
3
ling indien niet meer dan 40.000 m per jaar wordt onttrokken.
voor de stoffen die de stortplaats hebben verlaten, de afvalstoffenbelasting op verzoek terugkrijgen. Er wordt geen afvalstoffenbelasting geheven over niet-reinigbare verontreinigde grond en baggerspecie.
18
19
Brandstoffenbelasting
Regulerende energiebelasting
De brandstoffenbelasting bestaat sinds 1992. Deze belasting is de opvolger
Op 1 januari 1996 is de regulerende energiebelasting ingevoerd. Dit bete-
van de bestemmingsheffingen op brandstoffen, die onder verantwoorde-
kent dat de verbruiker sindsdien een heffing betaalt over de energie die hij
lijkheid van het ministerie van vrom werden geheven. De opbrengst van
gebruikt (gas, elektriciteit en bepaalde minerale oliën). De opbrengst van
deze bestemmingsheffingen werd gebruikt voor de financiering van over-
de energiebelasting wordt onder andere teruggesluisd door de loon- en
heidsuitgaven voor het milieubeleid. De opbrengst van de brandstoffen-
inkomstenbelasting te verlagen. Voor mensen met een gemiddeld energie-
belasting vloeit, evenals die van andere belastingen, in de algemene
verbruik is de belastingverlaging ongeveer gelijk aan de energiebelasting.
middelen van het Rijk. De brandstoffenbelasting wordt geheven van mine-
Mensen die zuinig met energie omgaan en dus het milieu sparen, betalen
rale oliën, kolen, aardgas, hoogovengas, cokesovengas, kolengas, raffinade-
minder energiebelasting en zijn zo goedkoper uit.
rijgas en kolenvergassergas. Minerale oliën zijn benzine, gasolie (diesel),
De energiebelasting wordt verwerkt in de energierekening. De belasting
halfzware olie, vloeibaar gemaakt petroleumgas (lpg) en zware stookolie.
wordt door het energiebedrijf doorberekend in de prijs die de verbruiker
De brandstoffenbelasting op minerale oliën wordt geheven tegelijk met de
moet betalen voor aardgas en elektriciteit. De verbruiker betaalt dus aan
accijns op minerale oliën. De brandstoffenbelasting op de andere boven-
het energiebedrijf, en het energiebedrijf draagt de belasting af aan de
genoemde brandstoffen is verschuldigd door personen die deze brandstof-
Belastingdienst.
fen winnen, produceren of importeren en deze vervolgens gebruiken als
Indien geen aardgas wordt gebruikt, maar andere brandstoffen zoals huis-
brandstof of aan anderen leveren. Er is geen brandstoffenbelasting
brandolie of lpg, is eveneens energiebelasting verschuldigd. De belasting
verschuldigd voor kolen en gas die worden gebruikt om elektriciteit op
wordt verwerkt in de prijs die de leverancier van deze brandstoffen in reke-
te wekken.
ning brengt.
Het aantal belastingplichtigen voor de brandstoffenbelasting is beperkt
De energiebelasting kent een belastingvermindering van ƒ 312 per elektrici-
aangezien de belasting in hoofdzaak wordt geheven van producenten en
teitsaansluiting. De tarieven hangen samen met de geleverde hoeveel-
importeurs.
heden. Het tarief voor elektriciteit bedraagt 12,85 cent per kwh voor hoeveelheden tot 10.000 kwh. Het tarief voor aardgas bedraagt 26,50 cent per m3 voor hoeveelheden tot 5.000 m3. Boven deze hoeveelheden gelden
tarieven voor de belangrijkste brandstoffen per 1 januari 2001
andere (lagere) tarieven. Met ingang van 1 januari 1998 is een nihiltarief ingevoerd voor elektriciteit
Benzine
per 1000 liter ƒ 26,54
Halfzware olie
per 1000 liter ƒ 29,07
verkregen uit duurzame bronnen als wind, water, zon en biomassa (groene
Gasolie
per 1000 liter ƒ 29,28
stroom). Dit nihiltarief vormt een ondersteuning van het initiatief van
Zware stookolie
per 1000 kg
ƒ 34,17
Kolen
per 1000 kg
ƒ 24,72
lpg
per 1000 kg
ƒ 34,96
0 - 10 mln m3
per 1000 m3
ƒ 22,80
> 10 mln m3
per 1000 m3
ƒ 14,90
Aardgas
Het verbruik anders dan brandstof is niet belast.
energiebedrijven om aan hun klanten groene stroom aan te bieden. Energiepremies
Consumenten die energiezuinige apparaten aanschaffen (bijvoorbeeld een wasmachine met a-label) of energiebesparende voorzieningen aan de woning treffen (bijvoorbeeld isolatie) komen in aanmerking voor een energiepremie. De premie kan worden aangevraagd bij het energiebedrijf.
20
21
Rechten van successie, schenking en overgang
Voor verkrijging door in Nederland gevestigde kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instellingen geldt een bijzonder tarief van 11%. Verkrijgingen door aangewezen musea (en steunstichtingen daarvan) zijn vrijgesteld van successie- en schenkingsrecht.
ƒ 3.380 mln
E 1.534 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
Vrijstellingen successierecht
Bij erfrechtelijke verkrijgingen zijn (aanzienlijke) bedragen vrijgesteld van successierecht. Er zijn vrijstellingen voor verkrijgingen door echtgenoten, ongehuwd samenwonenden*, kinderen, invalide kinderen, ouders, overige De huidige Successiewet kent drie verschillende belastingen:
bloedverwanten, instellingen die vallen onder het 11%-tarief en andere
• het recht van successie;
gevallen. Bij verkrijgingen in een aantal van deze gevallen gelden nadere
• het recht van schenking;
voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling. Bij enkele verkrijgers
• het recht van overgang.
worden pensioenrechten (deels) in mindering gebracht op hun vrijstelling.
Het recht van successie
Het recht van schenking
Successierecht is een belasting die wordt geheven over de waarde van alles
Het recht van schenking is een belasting die wordt geheven naar de waarde
dat wordt verkregen door het overlijden van iemand die in Nederland zijn
van alles dat door schenking wordt verkregen van iemand die in Nederland
laatste woonplaats had. Verkrijgingen door naaste familieleden, echt-
woont. De tarieven zijn gelijk aan die van het recht van successie.
genoot en kinderen, zijn minder zwaar belast dan verkrijging door verre familie of niet-verwanten. Het successierechttarief wordt slechts toegepast
Vrijstellingen schenkingsrecht
over het belaste deel van de verkrijging. Er zijn namelijk aanzienlijke
Ook bij het verkrijgen van schenkingen zijn er bedragen vrijgesteld van
bedragen vrijgesteld van successierecht.
schenkingsrecht. Er zijn vrijstellingen voor schenkingen door ouders aan kinderen, aan instellingen die vallen onder het 11%-tarief en in andere gevallen. Ook hier gelden nadere voorwaarden voor de toepassing van de
Tarieven
Het successierechttarief wordt toegepast op het belaste deel van de verkrij-
vrijstelling.
ging (= verkrijging minus vrijstelling). Er is een minimum en een maximum percentage, afhankelijk van de waarde van de verkrijging.
Het recht van overgang
Het recht van overgang is verschuldigd bij vererving en schenking van
Minimum
Maximum
Echtgenoten, kinderen en ongehuwd samenwonenden*
bepaalde binnenlandse vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld onroerende zaken) van personen die hun laatste woonplaats in het buitenland hadden.
5%
27%
De tarieven van het recht van overgang zijn gelijk aan die van het recht van
Ouders, broers en zusters
26%
53%
successie. Voor het recht van overgang bestaan geen vrijstellingen.
Niet-verwanten
41%
68%
* De Successiewet 1956 kent een definitie voor ongehuwd samenwonenden. Er moet aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan wil men voor het betreffende tarief en de vrijstelling in het successierecht in aanmerking kunnen komen.
22
23
Uitstel van betalings- en kwijtscheldingsregeling bij verkrijging van
Kansspelbelasting
ondernemingsvermogen
Als er krachtens erfrecht of schenking ondernemingsvermogen wordt verkregen kunnen mogelijk, op verzoek, regelingen voor uitstel van betaling en/of kwijtschelding van (een deel van) het verschuldigde successie- of schenkingsrecht worden toegepast.
ƒ 54.011 ƒ 310 mln mln
E 141 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
Betalen met voorwerpen van cultuur- en kunsthistorisch belang
Erfgenamen kunnen geheel of gedeeltelijke kwijtschelding van de
Wie bij een kansspel meer dan ƒ 1.000 wint, krijgt te maken met kansspel-
verschuldigde successierechten krijgen als voorwerpen van cultuur- en/of
belasting. Het tarief is 25%.
kunsthistorisch belang worden overgedragen aan de staat. Het bedrag van kwijtschelding beloopt 120% van de waarde van de overgedragen voorwer-
Over een gewonnen prijs van ƒ 1.500 moet ƒ 375 (= 25% van ƒ 1.500) aan
pen, maar niet meer dan het verschuldigde recht. Een adviescommissie
kansspelbelasting worden betaald. Onder een prijs wordt alles verstaan,
beoordeelt of de aangeboden voorwerpen voor kwijtschelding in aanmer-
waaraan in het economisch verkeer waarde kan worden toegekend.
king komen.
De organisatie die de prijs uitkeert, houdt de belasting in. Wie een prijs wint in een buitenlands kansspel moet daarvan zelf aangifte doen op het aangiftebiljet kansspelbelasting. Dit kan worden aangevraagd bij de Belastingdienst.
24
25
Omzetbelasting
Tarieven
Het standaard tarief is 19%. Hiernaast bestaan twee bijzondere tarieven: • het verlaagde tarief van 6%. Dit tarief geldt onder meer voor voedingsƒ 73.700 mln
E 33.444 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
en geneesmiddelen, een aantal medische hulpmiddelen, enkele arbeidsintensieve diensten, boeken en tijdschriften, personenvervoer, een aantal vermakelijkheidsdiensten, zoals de toegang tot sportwedstrijden, dierentuinen, circus en theater, water, en voor een aantal goederen en
De omzetbelasting, beter bekend als de Belasting over de Toegevoegde Waarde (btw), is een algemene verbruiksbelasting. Dat wil zeggen dat deze belasting wordt geheven over alle particuliere bestedingen. De belasting
diensten die gebruikt worden in de landbouw; • het nultarief (0%). Dit tarief geldt onder voorwaarden voor grensoverschrijdende transacties, dat wil zeggen bij de uitvoer van goederen
zit verborgen in de prijs die consumenten voor goederen en diensten
naar een land buiten de Europese Unie (eu), de levering van goederen
betalen. De consument betaalt de belasting (indirect), en de ondernemer
aan ondernemers binnen de eu en de met deze leveringen samen-
(bijvoorbeeld de bakker, loodgieter, fabrikant) draagt deze af aan de
hangende diensten. Gevolg is dat de goederen Nederland vrij van btw
Belastingdienst.
verlaten.
Ondernemers moeten btw betalen over de door hun geleverde goederen
Vrijstellingen
en diensten. Van deze btw mogen ondernemers de btw die andere onder-
Een aantal prestaties is vrijgesteld van heffing. In dat geval brengt de
nemers bij hen in rekening brengen aftrekken. In feite dragen onderne-
ondernemer geen btw in rekening. De aan de ondernemer in rekening
mers alleen het verschil af aan de Belastingdienst. Is dit verschil negatief
gebrachte btw komt niet voor aftrek in aanmerking voor zover de afgeno-
dan wordt dit bedrag door de Belastingdienst aan de betrokken onderne-
men goederen en diensten worden gebruikt voor vrijgestelde prestaties.
mer terugbetaald.
Vrijgestelde prestaties zijn bijvoorbeeld diverse medische diensten, bepaalde soorten onderwijs, verzekeringen en bancaire diensten.
voorbeeld
Bijzondere regelingen
De heffing van btw kent speciale regelingen voor kleine ondernemers, Een handelaar verkoopt een televisie voor ƒ 1.500. Over de verkoop is hij 19% van
landbouwers en voor de handel in gebruikte goederen.
ƒ 1.500 = ƒ 285 aan btw verschuldigd. Deze btw berekent hij aan de koper door. De handelaar heeft de televisie ingekocht voor ƒ 1.400 + ƒ 266 btw. De btw over de verkoop (ƒ 285) draagt de handelaar op aangifte af aan de Belastingdienst, maar hij mag van dat bedrag de btw over de inkoop (ƒ 266) aftrekken. Per saldo betaalt hij ƒ 19 aan btw. Dit is 19% over het verschil tussen de in- en verkoopprijs, de toegevoegde waarde.
26
27
Accijns en verbruiksbelastingen
Taxfree-aankopen
Met ingang van 1 juli 1999 zijn de belastingvrije verkopen voor reizigers binnen de eu-landen afgeschaft. De vrijstellingen en hoeveelheden zoals die golden tot die datum zijn blijven bestaan voor reizigers naar niet ƒ 18.720 mln
E 8.494 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
eu-landen.
De accijns is een verbruiksbelasting die wordt geheven over bepaalde consumptiegoederen. Het gaat hierbij om alcoholhoudende dranken zoals wijn, port, sherry, bier en producten als tabak, benzine en andere minerale oliën, zoals diesel, huisbrandolie en lpg. Net als de btw is de accijns verwerkt in de prijs die de consument betaalt. Op een liter jenever zit ongeveer ƒ 13 accijns en op een liter benzine ruim ƒ 1,30. Accijns wordt door de fabrikanten in ons land, door handelaars en ook door importeurs van accijnsgoederen (bijvoorbeeld importeurs van uit Amerika afkomstige brandy) afgedragen aan de Belastingdienst. Sinds 1993 wordt in Nederland op alcoholvrije dranken een afzonderlijke verbruiksbelasting geheven. Het gaat hierbij om vruchtensappen, groentesappen, mineraalwater en limonade (incl. siropen). Deze belasting is in de plaats gekomen van de frisdrankaccijns, die door de afschaffing van de fiscale grenzen binnen de Europese Unie (eu) is komen te vervallen. De verbruiksbelasting op een liter limonade bedraagt 20 cent en op de andere producten 15 cent. Europese eenwording
De afschaffing van de fiscale grenzen binnen de eu betekent voor particulieren dat zij sinds 1993 wijn, sigaretten en andere accijnsgoederen in elke lidstaat kunnen kopen en voor eigen gebruik zelf kunnen meenemen naar elke andere lidstaat. Men betaalt accijns in het land van aankoop. Als de goederen niet door particulieren zelf voor eigen gebruik worden meegenomen, maar bijvoorbeeld door anderen worden vervoerd of worden verhandeld, dan vindt heffing van accijns plaats in het land waar de goederen verbruikt worden. Voor de zogenoemde postorderverkopen, de verkopen op afstand, vindt de accijnsheffing plaats in het land van bestemming.
28
29
Belastingen bij invoer
waar de goederen zijn geproduceerd, wordt deze handelwijze aangemerkt als dumping. In voorkomende gevallen kan de eu een antidumpingheffing opleggen, waarbij de vastgestelde marge van dumping teniet wordt gedaan door deze belasting.
ƒ 4.040 mln
E 1.833 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
Naast het heffen van de hiervoor genoemde belasting bij invoer, wordt ter zake van de invoer in Nederland vanuit derde landen omzetbelasting geheven, en in voorkomende gevallen accijns en milieubelastingen. Bij invoer van goederen uit landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie (eu) wordt op vele goederen een belasting bij invoer geheven. Het woord belasting is in dit verband een verzamelnaam voor de in eu-verband op te leggen belasting. Deze belasting wordt geïnd door de douanediensten van de lidstaten van de eu en afgedragen aan de eu. Ze vormen voor de eu de eigen financiële middelen van de Gemeenschap. Als vergoeding mag Nederland daar 10% van behouden. Onder belasting bij invoer wordt verstaan: • douanerechten (dit zijn rechten van het gemeenschappelijk douanetarief); • heffingen van gelijke werking (onder andere antidumpingheffingen); • belasting in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Douanerechten
De douanerechten worden in vrijwel alle gevallen geheven over de douanewaarde van de goederen. In enkele gevallen wordt de belasting berekend over de hoeveelheid goederen, bijvoorbeeld liters of kilogrammen. De hoogte van de belasting bij invoer, meestal dus een percentage van de douanewaarde van de goederen, wordt door de eu vastgesteld. De in te voeren goederen worden ingedeeld in de Gecombineerde Nomenclatuur (gn), een naamlijst van goederen en tarieven. Deze gn bestaat uit bijna 100 hoofdstukken met net zoveel onderverdelingen. De eu heeft met een aantal landen overeenkomsten afgesloten waardoor geen of een verlaagd recht bij invoer wordt geheven. In gevallen waarin in de eu gevestigde bedrijven aan kunnen tonen dat zij in hun branche schade ondervinden, omdat soortgelijke producten tegen lagere prijzen worden ingevoerd dan die worden gehanteerd in het land
30
31
Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (bpm)
Tarief motorrijwielen
Het tarief van de bpm voor motorrijwielen bedraagt: • bij een netto catalogusprijs van niet meer dan ƒ 4.700: 10,2% van de netto catalogusprijs; • bij een netto catalogusprijs van meer dan ƒ 4.700: 20,7% van de netto catalogusprijs, verminderd met ƒ 494.
ƒ 6.925 mln
E 3.142 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
Gebruikte personenauto’s en motorrijwielen
Voor gebruikte personenauto’s en motorrijwielen wordt de berekende belasting verminderd overeenkomstig de waardedaling van het motorIedereen, particulier of ondernemer, die een (nieuwe) personenauto of
rijtuig. Hier gelden vaste percentages voor. Na een jaar is de vermindering
motor voor de eerste keer in het kentekenregister op zijn naam laat
37%, na twee jaar 47%. Hiervoor geldt een maximale vermindering van
registreren, betaalt bpm. Als het gaat om een nieuwe auto zal in de praktijk
90%, tenzij de gebruikte personenauto of het motorrijwiel 25 jaar of
de importeur de belasting namens de koper voldoen. Bij eigen import van
ouder is.
een gebruikte personenauto of motorrijwiel moet de koper dat zelf doen. Wie in Nederland woont en rijdt, dient een Nederlands kenteken te hebben. Als de personenauto geen kenteken of een buitenlands kenteken heeft, zou deze zonder nadere regels buiten de heffing van de bpm vallen. Voor die gevallen is daarom de aanvang van het gebruik van de weg in Nederland het belastbare feit. Particulieren of ondernemers die een dergelijk voertuig ter beschikking hebben, moeten zelf voordat zij ermee in Nederland gaan rijden aangifte doen en bpm betalen. Voor een personenauto met een buitenlands kenteken kan onder bepaalde voorwaarden vrijstelling van de bpm worden verkregen. Tarief personenauto’s
Het tarief van de bpm voor nieuwe benzineauto’s bedraagt: 45,2% van de netto catalogusprijs, verminderd met ƒ 3.394. Voor dieselauto’s bedraagt het tarief 45,2% van de netto catalogusprijs, vermeerderd met ƒ 722. Als de dieselauto voldoet aan de voor het jaar 2005 vastgestelde emissiegrenswaarden bedraagt het tarief 45,2% van de netto catalogusprijs, verminderd met ƒ 478.
32
33
Motorrijtuigenbelasting Deze belasting is gebaseerd op een verdrag tussen Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Zweden en Denemarken.
ƒ 5.000 mln
E 2.269 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
De belasting kan betaald worden naar een tijdvak van een dag, een week, een maand of een jaar, of een combinatie daarvan. De hoogte is o.a. afhankelijk van het totaal aantal assen waarmee gereden wordt:
Op grond van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 is vanaf 1 april 1995 wat betreft personenauto’s, bestelauto’s en motoren, en vanaf 1 juli
De belasting moet vooraf zijn betaald en het certificaat/Eurovignet moet
1997 wat betreft vrachtauto’s, motorrijtuigenbelasting verschuldigd voor
zich in het voertuig bevinden.
het op naam hebben van een kenteken. Dat betekent dat degene die het kenteken van een motorrijtuig op zijn naam heeft staan, motorrijtuigen-
Als een Eurovignet in de hiervoor genoemde landen is gekocht, behoeft de
belasting moet betalen. De belastingplicht is dus gekoppeld aan de ken-
belasting in Nederland niet te worden betaald.
tekenregistratie en niet meer aan het gebruik van de weg. Voor autobussen moet motorrijtuigenbelasting worden betaald als van de
Nadere informatie
weg gebruik wordt gemaakt.
Het Centraal Bureau Motorrijtuigenbelasting verstrekt informatie over de motorrijtuigenbelasting en de belasting zware motorrijtuigen:
Hoeveel motorrijtuigenbelasting?
postbus 9047, 7300 gj Apeldoorn, telefoon 0800-0749 (gratis).
De hoogte van het belastingbedrag hangt af van: • het soort motorrijtuig (personenauto, bestelauto, motor, vrachtauto, autobus); • de eigen massa van het motorrijtuig; • de soort brandstof bij personenauto’s (benzine, diesel, lpg); • de provincie waar u woont (voor personenauto’s en motoren); • het eventueel trekken van een aanhangwagen/oplegger (vanaf 750 kg achter een personenauto, bestelauto of autobus); • het aantal tijdvakken dat gelijktijdig wordt betaald. Belasting zware motorrijtuigen
Met ingang van 1 januari 1996 is de zogenoemde belasting zware motorrijtuigen (ook wel Eurovignet genoemd) verschuldigd voor zware motorrijtuigen die gebruik maken van de autosnelweg. Een zwaar motorrijtuig is een vrachtauto die uitsluitend is bestemd voor goederenvervoer over de weg en een toegestane maximum massa van 12.000 kilogram of meer heeft. De aanhangwagen/oplegger telt mee bij het bepalen van de toegestane maximum massa.
34
35
Belastingen van rechtsverkeer
Kapitaalsbelasting
Kapitaalsbelasting wordt geheven bij het bijeenbrengen van kapitaal in, in Nederland gelegen, naamloze en besloten vennootschappen en andere lichamen waarvan het kapitaal in aandelen is verdeeld. Het tarief is 0,55% ƒ 9.160 mln
E 4.157 mln
Opbrengst zoals begroot voor 2001
en wordt berekend over de waarde die is ingebracht (actief min passief), dan wel over de nominale waarde van de aandelen als deze hoger is.
Op grond van de Wet op de belastingen van rechtsverkeer worden de volgende belastingen geheven: • overdrachtsbelasting; • assurantiebelasting; • kapitaalsbelasting. Al deze belastingen hebben het rechtsverkeer tot werkterrein. Met persoonlijke omstandigheden wordt in principe geen rekening gehouden. Overdrachtsbelasting
Overdrachtsbelasting wordt geheven bij de verkrijging van zowel het juridische- als het economische eigendom, van in Nederland gelegen onroerende zaken (grond, huizen en dergelijke). In de meeste gevallen wordt bij de overdracht van de onroerende zaak een akte opgemaakt door een notaris. Deze brengt de verschuldigde overdrachtsbelasting in rekening en draagt het bedrag af aan de fiscus. Het tarief is 6% en wordt geheven over de waarde van de onroerende zaak in het economische verkeer of over de tegenprestatie als die hoger is. Assurantiebelasting
Assurantiebelasting wordt geheven bij verzekeringen. Hiervan zijn onder meer vrijgesteld: levensverzekeringen, ongevallen-, invaliditeits- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, ziekte- en ziektekostenverzekeringen, werkloosheids- en transportverzekeringen. Het tarief is 7% en de belasting wordt telkens geheven over de premie.
36
37
Rechten van belastingplichtigen
Iedereen die voor het belastingjaar 2000 vóór 1 april 2001 aangifte doet, krijgt voor 1 juli 2001 bericht van de Belastingdienst. Het is raadzaam om van uw aangifte een kopie te maken voordat u deze instuurt. Zo kunt u
Naast plichten, heeft de belastingplichtige ook rechten. In de brochure
naderhand altijd nagaan wat u heeft ingevuld.
‘Welke rechten heeft u bij de Belastingdienst?’ die verkrijgbaar is bij de Belastingdienst is een overzicht te vinden van de rechten die men als belastingbetaler heeft. Hieronder staan de belangrijkste rechten vermeld.
Bezwaar en beroep
Bent u het niet eens met de belastingaanslag of een andere beslissing van de inspecteur, dan kunt u daartegen bezwaar maken. De Belastingdienst
Hulp en informatie
geeft bij beslissingen die voor bezwaar vatbaar zijn, aan hoe en bij wie u dat
Voor algemene informatie over de inkomstenbelasting kunt u terecht bij
kunt doen. Tegen een opgelegde aanslag kunt u bij voorbeeld binnen zes
de BelastingTelefoon voor particulieren: 0800-0543. Voor ondernemers
weken na dagtekening (de datum die op het aanslagbiljet staat vermeld)
heeft de BelastingTelefoon een apart nummer: 0800-0443. Er is ook een
bezwaar indienen bij de Belastingdienst. Als u het met de beslissing van de
BelastingTelefoon Douane: 0800-0143. Het Centraal Bureau
Belastingdienst op uw bezwaarschrift niet eens bent, kunt u binnen zes
Motorrijtuigenbelasting is bereikbaar onder 0800-0749. Deze nummers
weken na dagtekening van deze beslissing beroep instellen bij de
kunt u gratis bellen. U kunt ook algemene informatie krijgen via internet.
belastingrechter.
Het internetadres van het Ministerie van Financiën is www.minfin.nl en het internetadres van de Belastingdienst luidt www.belastingdienst.nl.
Tegen een beslissing van de Belastingdienst kunt u niet altijd bezwaar of
Inlichtingen over uw eigen belastingaangifte kunt u krijgen bij de eenheid
beroep aantekenen. Mocht u in zo’n geval toch bezwaren hebben, dan kunt
van de Belastingdienst die uw aangifte behandelt. Hier kunt u terecht met
u zich wenden tot de Commissie voor de Verzoekschriften uit de Eerste of
vragen over het invullen van uw aangiftebiljet en/of over betaling en invor-
Tweede Kamer der Staten-Generaal of tot de Nationale ombudsman.
dering van belastingen. Voor beginnende ondernemers heeft elke eenheid ondernemingen een startersdesk, waar starters de weg wordt gewezen.
Ambtshalve vermindering
Heeft u de termijn* waarbinnen u een bezwaar- of beroepsschrift had moeten indienen, laten verlopen dan kunt u de Belastingdienst verzoeken
Geheimhouding
Gegevens over personen en zaken die voor de belastingheffing moeten
de belastingaanslag ambtshalve te verminderen. Alleen als de belastingaanslag duidelijk te hoog is zal het verzoek worden ingewilligd.
worden verstrekt, zoals in de aangifte, vallen onder de geheimhoudingsplicht van de Belastingdienst. De gegevens mogen in beginsel alleen voor
* Binnen 5 jaar na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan.
de belastingheffing worden gebruikt. Hierop kunnen uitzonderingen worden gemaakt, bij voorbeeld in het kader van de fraudebestrijding of de bestrijding van de zware criminaliteit.
Klachtenregeling
Als u een klacht heeft over de Belastingdienst kunt u zich richten tot het hoofd van de eenheid waarover uw klacht gaat. Een klacht kan de
Aangifte inkomstenbelasting
Belastingdienst als geheel betreffen, maar kan ook betrekking hebben op
De aangifte inkomstenbelasting moet in principe vóór 1 april bij de
een individuele ambtenaar. Uw klacht wordt in principe binnen zes weken
Belastingdienst binnen zijn. U kunt bij de Belastingdienst wel schriftelijk
afgehandeld.
uitstel aanvragen. Doet u dit niet, dan krijgt u een aanmaning en mogelijk ook een boete.
38
39
Nationale ombudsman
Als u ontevreden bent over de manier waarop u door de Belastingdienst
belastingjaren vanaf 1997 begint de periode na afloop van het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. Dit geldt ook voor de vermogensbelasting.
bent behandeld, kunt u een klacht indienen bij de Nationale ombudsman. Ook als u het niet eens bent met een beslissing van de Belastingdienst en u kunt met uw bezwaar niet terecht bij de belastingrechter, kunt u zich tot de
Betalingskorting
Indien een voorlopige aanslag die in het belastingjaar zelf wordt vast-
Nationale ombudsman wenden. Het adres van de Nationale ombudsman is:
gesteld geheel wordt betaald voor de eerste betaaltermijn, bestaat recht op
Postbus 29729, 2502 ls Den Haag.
betalingskorting. Het bedrag van de betalingskorting wordt berekend op basis van een percentage dat gelijk is aan het percentage van de invorde-
Commissies voor de Verzoekschriften
Indien u het, om welke reden dan ook, niet eens bent met de toepassing van
ringsrente. Het bedrag wordt berekend over de gemiddelde looptijd van alle betaaltermijnen en wordt bij de voorlopige aanslag vermeld.
de fiscale wetgeving in uw geval, kunt u uw zaak voorleggen aan de Commissie voor de Verzoekschriften uit de Eerste Kamer der Staten-
Kwijtschelding
Generaal (Postbus 20017, 2500 ea Den Haag) of de Commissie voor de
Kunt u een aanslag niet betalen, dan kunt u de Belastingdienst om kwijt-
Verzoekschriften uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Postbus 20018,
schelding vragen. Heeft u echter ook recht op teruggaaf van belasting
2500 ea Den Haag).
(bij voorbeeld van een eerdere aanslag), dan zal slechts het verschil tussen het verschuldigde en het nog terug te ontvangen bedrag kunnen worden
Betalingsregeling
kwijtgescholden. In de brochure over kwijtschelding kunt u lezen waar u
Op uw aanslagbiljet staat vermeld in hoeveel termijnen u de aanslag kunt
een verzoek tot kwijtschelding kunt indienen, wat de criteria zijn en voor
betalen. In een aantal gevallen kunt u verzoeken om uitstel van betaling.
welke belastingen kwijtschelding mogelijk is.
Bij voorbeeld als uw financiële omstandigheden zodanig zijn dat u niet binnen de gestelde termijn kunt betalen. Uitstel van betaling moet u
Hardheidsclausule
schriftelijk aanvragen bij de eenheid van de Belastingdienst die u de aan-
Incidenteel kan de belastingwetgeving uitzonderlijk harde gevolgen heb-
slag heeft toegestuurd. Bij uitstel is rente verschuldigd.
ben in een individueel geval. In dat geval kunt u de Belastingdienst vragen een genomen beslissing te herzien. U doet dan een beroep op de hardheids-
Renteregeling voor belastingen (en premies)
clausule. Een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule richt u aan
De Belastingdienst vergoedt in veel gevallen rente als u te lang op terug-
de eenheid van de Belastingdienst die de beslissing genomen heeft of aan
gaaf van betaalde belasting heeft moeten wachten. Aan de andere kant
het ministerie van Financiën, Postbus 20201, 2500 ee Den Haag.
moet u rente betalen als de Belastingdienst de belasting die u verschuldigd bent te laat ontvangt. De regels rond de heffingsrente zijn per 1 juli 1997 gewijzigd. Voor aanslagen over de belastingjaren tot en met 1995 geldt, dat de periode waarover rente wordt verrekend, 15 maanden na afloop van het jaar waarop de aanslag betrekking heeft begint. Voor de vermogensbelasting is dit 3 maanden. Voor aanslagen over het belastingjaar 1996 begint deze periode 6 maanden na afloop van het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. Voor de vermogensbelasting is dit 3 maanden. Voor aanslagen over de
40
41
Belastingverdragen met andere landen
Mexico
Sri Lanka
Hongarije
Marokko
Moldavië 2
Suriname
De belastingwetgeving van andere landen en die van Nederland kunnen
Nieuw-Zeeland
Thailand
er toe leiden dat bepaalde winsten, inkomsten of vermogensbestanddelen
Nigeria
Tsjechoslowakije 5
zowel in Nederland als in een ander land worden belast. Nederland streeft
Noorwegen
Tunesië
er steeds naar om deze dubbele belastingheffing te voorkomen. Daartoe
Oekraïne
Turkije
heeft Nederland met een groot aantal landen* belastingverdragen gesloten.
Oostenrijk
Venezuela
Met verschillende landen is of wordt nog overleg gevoerd over het sluiten
Pakistan
Verenigde Staten van Amerika
van een verdrag. Voor gevallen waarin geen belastingverdrag van toepas-
Polen
Vietnam
sing is, voorkomt Nederland voor zijn inwoners onder bepaalde
Portugal 2
Zambia
voorwaarden dubbele belastingheffing door middel van het Besluit voor-
Roemenië
Zimbabwe
koming dubbele belasting 2001.
Russische Federatie
Zuid-Afrika
Landen waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten
Singapore
Zweden
Sovjet Unie 4
Zwitserland
Spanje
om dubbele belasting te voorkomen voor belastingen naar het inkomen en (in een aantal gevallen) naar het vermogen:
42
Argentinië
Ierland
Landen waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten
Australië
IJsland
om dubbelebelasting te voorkomen voor belastingen van nalatenschappen
Bangladesh
India
en verkrijgingen krachtens erfrecht (successieverdragen):
Belarus (Wit-Rusland)
Indonesië
België
Israël
Finland
Bondsrepubliek Duitsland
Italië
Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Brazilië
Japan
Israël
Bulgarije
Joegoslavië 1
Verenigde Staten van Amerika
Canada
Kazachstan
Zweden
China
Korea
Zwitserland
Denemarken
Kroatië 2
Egypte
Letland
Estland
Litouwen
Filippijnen
Luxemburg
Verdrag inzake de wederzijdse administratieve bijstand bij de invordering
Finland
Macedonië
van belastingschulden en de uitreiking van documenten:
Frankrijk
Malawi 3
Griekenland
Maleisië
Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Malta
Bondsrepubliek Duitsland 2
43
1 Verdrag is van toepassing met betrekking tot Bosnië-Herzegovina, de Federale
Voorlichtingsmateriaal
Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro), Kroatië en Slovenië. 2 Verdrag is nog niet in werking getreden. 3 Betrekkingen met Malawi op het gebied van vermijden van dubbele belasting
Brochures van de Belastingdienst
zijn geregeld volgens de bepalingen van het oude Nederlands-Britse belasting-
De onderstaande lijst is samengesteld uit de belangrijkste brochures
verdrag van 15 oktober 1948.
en folders, die de Belastingdienst uitgeeft. U kunt een exemplaar van een
4 Verdrag is van toepassing op de voormalige delen van de ussr, met
brochure of een folder die op deze lijst voorkomt, aanvragen bij de
uitzondering van Armenië, Azerbajdzjan, Georgië en Moldavië, en met
Belastingdienst bestellijn: 0800-0043.
uitzondering van die voormalige delen van de ussr, waarop inmiddels een
Verder kunt u met uw vragen en verzoeken om een exemplaar van een
nieuw verdrag van toepassing is. 5 Verdrag is van toepassing op Tsjechië en Slowakije.
brochure of een folder die de Belastingdienst uitgeeft, terecht bij: • de BelastingTelefoon voor particulieren: 0800-0543; • de BelastingTelefoon voor ondernemers: 0800-0443;
* De fiscale betrekkingen tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba zijn geregeld in de Belastingregeling voor het Koninkrijk.
• de BelastingTelefoon Douane: 0800-0143; • de Klantendienst Centraal Bureau Motorrijtuigenbelasting: 0800-0749. U kunt een brochure of een folder ook via internet bestellen. Het internetadres van de Belastingdienst is www.belastingdienst.nl. Indien u meer exemplaren van een brochure of een folder wilt ontvangen, raadpleeg dan uw eigen eenheid van de Belastingdienst. Particulieren
• Het nieuwe belastingstelsel (in Nederlands, Engels, Duits, Turks en Arabisch) • Vermogen, sparen, beleggen en het nieuwe belastingstelsel • Kapitaalverzekering en het nieuwe belastingstelsel • Bijverdiensten, freelance-inkomsten en het nieuwe belastingstelsel • Buitenlandse belastingplichtigen en het nieuwe belastingstelsel • Uw eigen woning en het nieuwe belastingstelsel • Als u gaat trouwen • Als u gaat samenwonen • Als u een woning koopt • Onderhouds- en reparatiekosten aan uw monumentenpand • Als u gaat scheiden • Als u een lening afsluit • Als u 65 wordt • Als u gaat werken • Als u kosten maakt voor kinderopvang • Als u geld leent aan een startende ondernemer
44
45
• Aanvraag kostenvergoedingbeschikking voor artiesten en beroepssporters
• Bijverdiensten freelance inkomen en het nieuwe belastingstelsel • Lijfrentepolissen en het nieuwe belastingstelsel
• Als u gaat emigreren • Als u gaat reizen naar uw werk
Douane
• Belasting en schenken
• Profiel van de Douane (in Nederlands en Engels)
• Belasting en erven
• Elektronisch aangifte doen bij import en export (in Nederlands
• Verzoek voorlopige teruggaaf
en Engels)
• Registratie onderhandse akten
• Geautomatiseerd aangifte doen bij uitvoer
• Loonbelastingverklaring
• Verhuizen naar Nederland (in Nederlands en Engels)
• Loonbelastingverklaring, regeling voor studenten en scholieren
• Opslag van goederen onder Douaneverband (in Nederlands en Engels) • Accijns en verbruiksbelasting (in Nederlands en Engels)
Ondernemers
• Opslag van goederen onder douaneverband
• Bezwaar, beroep of verzoek
• Vraag het de DouaneTelefoon
• Omzetbelasting in Nederland (in Nederlands, Frans, Duits en
• Afgifte Vergunningen (in Nederlands en Engels)
Engels)
• Als u op reis gaat
• Uw bedrijf en de btw
• Containerscan op de Rotterdamse Maasvlakte (in Nederlands en Engels)
• Verminderen btw voor kleine ondernemers
• Doet u zaken met landen buiten de eu en voert u goederen in via
• btw bij onderaanneming en uitkering van personeel
meerdere eu-lidstaten (in Nederlands en Engels)
• btw bij handel in gebruikte goederen (marge regel) • btw van verkoop van uw producten aan het buitenland
Motorvoertuigen
• btw bij inkoop van uw producten in het buitenland
• Tarieven met ingang van 1 januari 2001
• Als u een bedrijfspand gaat huren of verhuren
• Personenauto’s en bestelauto’s
• Als u een bedrijfspand gaat kopen of verkopen
• Vrachtauto’s
• Omzetbelasting in nl voor ondernemers niet gevestigd in nl
• Motoren
• Oudedagsvoorzieningen voor ondernemers
• De meest gestelde vragen over motorrijtuigenbelasting
• Kwijtschelding van belasting voor ondernemers
• lpg inbouwen of verwijderen bij personenauto’s en bestelauto’s
• Uitstel van betaling van belasting voor ondernemers
• Als u in Nederland een auto koopt of verkoopt (in Nederlands, Engels,
• Kansspelbelasting
Duits, Turks en Arabisch).
• Waarneming ter plaatse • Sportclubs, belastingen en sociale verzekeringen
Informatiemateriaal van het ministerie van Financiën
• Aansprakelijkheid van bestuurders voor ondernemers
Informatiemateriaal kan worden besteld bij de centrale directie
• Belastingkrant voor startende ondernemers
Voorlichting van het ministerie van Financiën, Postbus 20201, 2500 ee
• Winst uit onderneming 2000
Den Haag. U kunt deze informatie ook via internet bestellen. Het internet-
• Hoe berekent u uw waz?
adres van het ministerie van Financiën is www.minfin.nl.
• Uw belastingzaken en de euro • De nieuwe uitstelregeling voor belastingconsulenten
• Ministerie van Financiën, taak en organisatie (in Nederlands en Engels) • Belastingen in Nederland 2001 (in Nederlands en Engels)
46
47
• Rijksbegroting en overheidsfinanciën (in Nederlands en Engels) • Het begrotingsbeleid van het kabinet-Kok ii (in Nederlands en Engels) • Financiële verhouding Rijk-Lagere Overheden • Domeinen in beeld (in Nederlands en Engels)
Colofon Deze brochure is een uitgave van de centrale directie Voorlichting van het ministerie van Financiën, Postbus 20201 2500 ee Den Haag Telefoon (070) 342 75 42 Internet: www.minfin.nl maart 2001 Voor algemene vragen aan de rijksoverheid kunt u gratis bellen met de Postbus 51 infolijn, telefoon 0800-8051, elke werkdag van 9.00 tot 21.00 uur. vormgeving Studio Tint, Den Haag druk Opmeer drukkerij bv, Den Haag
48
Postbus 20201 2500 ee Den Haag Telefoon (070) 342 75 42 Internet www.minfin.nl maart 2001