05-09-2006
Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417). Aanleiding Stichting Goois Natuurreservaat, Rijkswaterstaat en de gemeente Hilversum zijn voornemens de Utrechtse Heuvelrug met het Goois plassengebied te verbinden middels een ecoduct over de A27, het spoor en de Utrechtse weg. Deze verbindingen moeten passen binnen een integraal landschapsplan. De keuze voor de locatie Zwaluwenberg is uitgangspunt.
Doel Deze notitie betreft het ecoduct over de Utrechtse weg. Het doel hiervan is het aangeven van ruimtelijke overwegingen en het uitspreken van een voorkeur voor een variant op basis van deze ruimtelijke overwegingen. Daarnaast moet de voorkeursvariant passen in de context en aansluiten op andere ingrepen. Het gaat om een eerste advies in de opstartfase van het project.
Landschap Geschiedenis van het landschap De door landijs in de ijstijden opgestuwde Utrechtse Heuvelrug is al lang door mensen bewoond. In de 17e eeuw werd dit gebied, vooral de overgang van nat naar droog, een aantrekkelijke vestigingsplaats voor gefortuneerde Amsterdammers. Op de gradiënt gradiënt van hoog naar laag, de overgang van bos en heide naar veen en plassen is een groot aantal landgoederen gesticht. Ten noorden van Hilversum ligt de landgoederenreeks van ’s-Graveland, ten zuiden liggen ondermeer Uytwyck en Einde Gooi. Door de volgroeide beplanting en zorgvuldige ruimtelijke opbouw vertegenwoordigen zij een grote landschappelijke waarde, die vaak samengaat met ecologische waarde. Een aantal diersoorten maakt gebruik van deze gradiënt, zoals de das, die pendelt van Einde Gooi naar de omliggende open veenpolder. Andere belangrijke soorten in dit gebied zijn de boommarter (Rode lijst: kwetsbaar), de wespendief en de kamsalamander (Rode lijst: ernstig bedreigd). Het landschap van de Utrechtse Heuvelrug laat zich sinds eeuwen kenmerken door een lappendeken aan landschapseenheden. Heide, loofbos, naaldbos en landgoederen met lanen en landhuizen wisselen elkaar op korte afstand af. Deze afwisseling vertegenwoordigt, net als de gradiënt, een grote ecologische en landschappelijke waarde. Bovendien vormt het een aantrekkelijke woonomgeving voor mensen, maar zeker ook voor veel dier- en plantensoorten. Het kaartbeeld van begin 20e eeuw laat zien dat kleine kernen worden verbonden middels rechte wegen. Veel kernen liggen als een spin in hun web. Deze wegen vormen grote, doorgaande lijnen in het mozaïek-landschap van de Heuvelrug. Om de groeiende kernen op de Heuvelrug te ontsluiten, maar ook voor goede regionale en nationale verbindingen zijn steeds meer wegen aangelegd. De aanleg van wegen en het in de loop der tijd verbreden hiervan heeft geleid tot versnippering van de leefomgeving van veel dieren en beperkt ook de recreant in zijn actieradius.
Infrastructuur In het plangebied, grofweg het gebied tussen Hollandse Rading en Hilversum, is de noord - zuid gerichte infrastructuur dominant. Een belangrijke historische weg is de (tol)weg tussen Hilversum en Utrecht, de Utrechtse weg. Deze maakt deel uit van het ‘web’ van wegen waar Hilversum in ligt.
Aan de Utrechtse weg liggen landgoederen en voorname huizen. Parallel aan deze weg ligt het spoor tussen Hilversum en Utrecht en Hilversum. Dit spoor is uniek vanwege de betonnen boogportalen. De snelweg A27 is gebundeld met dit spoor. Min of meer haaks op deze noord-zuid wegen liggen bospaden, waaronder een pad tussen Hoorneboeg (waar eerst een jachthuis stond en later een villa) en Lage Vuurse. Onderdeel van dit pad is een majestueuze beukenlaan, die ligt tussen de landgoederen Uytwyck en Zwaluwenberg.
Ruimtelijk beeld Het gebied dat ligt tussen Hollandse Rading en Hilversum bestaat overwegend uit gemengd naalden loofbos en heide. Vanuit de ecologische doelstellingen is aangegeven dat een meer open bos/heide beeld gewenst is. Het bos/heide gebied rond Zwarte berg heeft een beschermde status. Het bos rond Zwaluwenberg en Uywyck staat reeds op de kaart uit 1850. Sinds 1850 staat beplanting langs de Utrechtse weg aangegeven.
Overweging Er wordt voor het ecoduct over de Utrechtse weg ter hoogte van Zwaluwenberg onderscheid gemaakt in drie te onderzoeken varianten: 1) De Utrechtse weg behoudt maaiveldligging, ecoduct gaat hier als brug overheen; 2) De Utrechtse weg wordt half verdiept aangelegd, het ecoduct gaat hier als brug (lager) overheen; 3) De Utrechtse weg wordt verdiept aangelegd, het ecoduct gaat hier op maaiveld overheen.
Ecologie Mits aan gestelde eisen als maximale helling, habitat en zicht over het ecoduct wordt voldaan, functioneren alle drie de varianten goed als ecologische verbinding (alternatievennota).
Historische Utrechtse weg De Utrechtse weg vormt een historische lijn in het plangebied. Een deel van de historische verbindingswegen tussen de kernen op de Heuvelrug is vervormd en aangepast ten behoeve van de verkeersafwikkeling of vanwege ruimtelijke ingrepen in de directe omgeving. De Utrechtse weg volgt nog nagenoeg het tracé van 1850. Op een enkele rotonde of overgang na is het wegprofiel behouden gebleven. Rijdend op deze weg heeft men een ver zicht door een bosrijke omgeving. Het heeft de voorkeur dat het oorspronkelijke tracé met bijbehorende verre zichten behouden blijft. Variant 1 komt hier het best aan tegemoet, mits de overspanning groot genoeg is om prettig onder het ecoduct door te kijken. Varianten 2 en 3 onderbreken het doorgaande karakter van de weg en blokkeren het zicht over de weg.
Passeersnelheid De snelheid waarmee de ongelijkvloerse kruising van ecoduct en Utrechtse weg wordt gepasseerd, verschilt aanzienlijk. Het verkeer over de Utrechtse weg zal overwegend een veel grotere snelheid hebben dan de dieren en recreanten die het ecoduct oversteken. Algemeen kan gezegd worden dat bij een hogere snelheid een ver zicht belangrijker is. Variant 1 behoudt het beste zicht op de Utrechtse weg, mits de overspanning groot genoeg.
Geluid De huidige verharding van de Utrechtse weg bestaat uit betonplaten. De verharding wordt binnenkort vervangen door een asfaltverharding. Deze vervanging betekent een aanzienlijke
geluidsreductie vanaf deze weg. Bovendien wordt de maximum snelheid teruggebracht van 80 naar 60 km/u. De geluidreductie door de vervanging van de verharding is veel groter dan die veroorzaakt zal worden door de verschillende varianten onderling.
Landschappelijke eenheid Soms biedt de aanleg van een ecoduct tevens de mogelijkheid om de twee natuurgebieden die aan weerszijden van de barrière liggen ‘aan elkaar te smeden’. Een voorbeeld hiervan is faunapassage de ‘Woeste Hoeve’, waarmee de uitgestrekte bos/heide gebieden aan weerszijden aan elkaar geklonken worden. De A50, een relatief recentelijke toevoeging die door de Veluwe snijdt wordt hiermee ondergeschikt gemaakt aan het bos/heide landschap. Een dergelijke ‘aaneensmeding’ van landschapseenheden die aan weerszijden van de barrière liggen kan op deze locatie waarschijnlijk het beste door middel van variant 3. Waarschijnlijk, want hoewel de recreatieve route en de ‘ecologische route’ op maaiveld doorlopen, vormt het ingraven van de Utrechtse weg een ingreep met een grote ruimtelijke invloed. Bovendien wordt de heuvelrug deels gekenmerkt door het mozaïek-landschap dat een meer divers beeld geeft. Er is hier dus minder dan op de Veluwe sprake van het aaneensmeden van uniforme landschapseenheden.
De ingreep Variant 1 heeft als onvermijdelijke bijkomstigheid dat het grondlichaam voor het talud zo’n 50 meter aan weerszijden het bos in steekt. Waarschijnlijk hoeven hiervoor geen bomen uit de beukenlaan geruimd te worden. Als dit wel zo is, zou dat zwaar moeten wegen. Aan de westzijde steekt het talud in een gebied met beschermde status. De kap van bomen past deels binnen de doelstelling om een meer open bos/heide milieu te creëren aan weerszijden van de Utrechtse weg. Voor de varianten 2 en 3 moeten over een aanzienlijke lengte langs de Utrechtse weg ankers worden gelegd voor het talud. Hiervoor moeten volwassen bomen geruimd worden. Vanwege het bosrijke karakter zal de zichtbaarheid op afstand van de ingreep na enige tijd (opslag beplanting) beperkt zijn.
Voorkeur Bovenstaande in overweging nemend hebben we een voorlopige voorkeur voor variant 1, mits: • de overspanning van het ecoduct groot is; • het een lichte (zich verjongende) constructie wordt; • de beukenlaan aan de oostzijde niet aangetast wordt. Thor Hendriks, Bosch Slabbers.
Kaart ~1850
Kaart ~1900