Machinerichtlijn 98/37/EG
Beknopte informatie over de Machinerichtlijn
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inleiding Machinerichtlijn (98/37/EG) ........................................................................2 De praktijk van de machinerichtlijn ...........................................................................2 Machi nes .......................................................................................................................4 Richtlijnen en normen .................................................................................................6 De Machinerichtlijn in vogelvlucht.............................................................................8 Machines en de Arbeidsmiddelenrichtlijn ..............................................................11 Toekomstige ontwikkelingen....................................................................................12 Meer informatie ..........................................................................................................13
Laatst gewijzigd op 30-08-03
1
Machinerichtlijn 98/37/EG
1. Inleiding Machinerichtlijn (98/37/EG) Doel:
Bevorderen van het vrije handelsverkeer binnen de Europese Unie. Een machine die aan deze richtlijn voldoet, mag vrij binnen Europa verhandeld worden. Het betreft richtlijnen voor de fabrikant van machines.
Officiële titel:
Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines.
De Machinerichtlijn (MR) bestaat uit de oorspronkelijke richtlijn (89/392/EEG1) aangevuld met een drietal wijzigingen (91/368/EEG, 93/44/EEG, 93/68/EEG). De richtlijn is in werking getreden op 12 augustus 1998. Er zijn meerdere richtlijnen waar de fabrikant van machines mee te maken kan krijgen, zoals Richtlijn Laagspanningsrichtlijn Richtlijn drukvaten van eenvoudige vorm Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) Medische hulpmiddelen Apparatuur voor explosieve omgeving (ATEX) Liften
EEG-Nummer 73/23/EEG 87/404/EEG 89/336/EEG 93/42/EEG 94/9/EG 95/16/EG
Er is ook een belangrijke richtlijn voor de gebruiker van machines: de Arbeidsmiddelenrichtlijn (AR). Deze richtlijn is ten aanzien van de veiligheidseisen over het algemeen iets soepeler dan de Machinerichtlijn. Maar de Arbeidsmiddelenrichtlijn stelt tevens eisen op een veel breder terrein (zoals werkomgeving en scholing van personeel).
2. De praktijk van de machinerichtlijn Met de MR is getracht eenheid te brengen in de veiligheids- en gezondheidseisen van de lidstaten ten aanzien van het ontwerp en de constructie van machines en veiligheidscomponenten. Een richtlijn van de Europese unie is te beschouwen als een Europese wet. Een Europese richtlijn is juridisch bindend en staat als zodanig boven de wetten van de individuele lidstaten. Iedere lidstaat moet de eisen uit deze richtlijn opnemen in de nationale wetgeving De machinerichtlijn is dan ook in de Nederlandse wetgeving opgenomen, en wel in § De Wet op de Gevaarlijke Werktuigen; voor machines met een voornamelijk beroepsmatige toepassing (Besluit machines van 25 februari 1993, Staatsblad 1993, nr.134);
1
Per 1 januari 1994 is de naam Europese Economische Gemeenschap (EEG) gewijzigd in Europese Gemeenschap (EG) teneinde de ruimere werkingssfeer van de geldende verdragen te benadrukken.
Laatst gewijzigd op 30-08-03
2
Machinerichtlijn 98/37/EG §
Warenwet: voor machines die in het huishouden worden gebruikt (Besluit machines van 30 juni 1992, Staatsblad 1992, nr.379);
Veiligheid:
Een machine wordt geacht veilig te zijn 1. Indien het ontwerp en de constructie voldoen aan alle van toepassing zijnde geharmoniseerde normen, of 2. Indien op een andere wijze en in overeenstemming met de huidige stand van de techniek de risico’s vermeden zijn.
Voor het vervaardigen van een veilige machine zijn drie soorten acties voorgeschreven: 1. Een machine moet intrinsiek veilig ontworpen worden (volgens de betreffende geharmoniseerde normen). 2. Indien dit in het geheel of op onderdelen niet mogelijk is, moeten afschermingen aangebracht worden om risico’s te vermijden. 3. Wanneer afschermingen niet afdoende zijn, moet er in voldoende mate op de risico’s gewezen te worden. Men moet duidelijke waarschuwingen geven. Nadat de fabrikant aldus een machine vervaardigd heeft en bovendien het nodige advies heeft ingewonnen over de veiligheid – ondermeer d.m.v. een risico-analyse – zet hij of zijn gevolmachtigde uiteindelijk zijn handtekening onder de zogenaamde IIA-verklaring. Hiermee verklaart hij dat de machine ontworpen en geproduceerd is conform fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de Machinerichtlijn. Hiermee wordt officieel verklaard dat de machine veilig is. De machine wordt dan voorzien van een CEmarkering. De veiligheid van het bedienend personeel is gebaat bij goede scholing. Een machine mag in principe alleen maar bediend worden door deskundig en adequaat geschoold personeel. Mede daarom schrijft de machinerichtlijn een CE-gebruikershandleiding (bedienings- en onderhoudshandleiding) bij de machine voor. De richtlijn zegt hierover: Bij iedere machine moet een gebruiksaanwijzing zijn gevoegd in de officiële Gemeenschapstaal (of talen) die de lidstaat waar de machine in de handel wordt gebracht en/of in bedrijf wordt genomen overeenkomstig het Verdrag kan voorschrijven. De eisen die aan de handleiding zijn gesteld, zijn ook vervat in Nederlandse norm NEN 5509. De fabrikant van is verplicht om m.b.t. de productie van een machine een technisch constructiedossier samen te stellen. Het dossier moet ondermeer bevatten 3. een overzichtsplan van de machine met tekeningen van de bedieningsschakelingen, 4. gedetailleerde tekeningen, berekeningen en testresultaten waaruit kan worden opgemaakt dat de machine aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen voldoet, 5. een lijst met eisen van alle van toepassing zijnde richtlijnen, de bijbehorende normen en overige technische specificaties waarmee in het ontwerp rekening is gehouden, 6. een risico-analyse die in opdracht van de fabrikant is uitgevoerd, 7. een beschrijving van alle preventieve veiligheidsvoorzieningen, 8. uitslagen van proefnemingen en van een mogelijk EG-typeonderzoek,
Laatst gewijzigd op 30-08-03
3
Machinerichtlijn 98/37/EG 9. een exemplaar van de bedienings- en onderhoudshandleiding. Het dossier moet minimaal 10 jaar lang oproepbaar zijn.
Productaansprakelijkheid: Het voldoen aan de fundamentele eisen van de Machinerichtlijn biedt geen garantie tegen vorderingen met betrekking tot productaansprakelijkheid. De Machinerichtlijn schrijft namelijk slechts een minimum veiligheidsniveau voor. Tevens zijn de voorschriften gerelateerd aan 1. de economische haalbaarheid 2. de stand van de techniek op moment van beoordeling. Op grond van de Europese Richtlijn Productaansprakelijkheid (85/374/EEG) is de producent aansprakelijk voor de schade die veroorzaakt wordt door een gebrek in het geleverde product. Richtlijn 85/374/EEG zegt onder andere: Een product vertoont een gebrek indien het niet de veiligheid biedt die de gebruiker ervan mag verwachten. De fabrikant dient zich hierbij ondermeer af te vragen: 1. Wie is mogelijkerwijs allemaal gebruiker van de machine? 2. Wat zijn de specifieke gebruiksomstandigheden? De beantwoording van dergelijke vragen kan voor de fabrikant reden zijn om extra veiligheidsvoorzieningen aan te brengen met het oog op bepaalde categorieën gebruikers en specifieke gebruiksomstandigheden.
3. Machines In artikel 1, lid 2, van de Machinerichtlijn wordt een machine gedefinieerd als: een samenstel van onderling verbonden onderdelen of organen waarvan er ten minste één kan bewegen, alsmede, in voorkomend geval, van aandrijfmechanismen, bedienings- en vermogensschakelingen enzovoort die in hun samenhang bestemd zijn voor een bepaalde toepassing, met name voor de verwerking, de bewerking, de verplaatsing en de verpakking van een materiaal Kort door de bocht:
Een machine is een samenstel waarin zich een bewegend voorwerp bevindt en dat mechanisch aangedreven wordt.
Al dergelijke samenstellen moeten aan de MR voldoen. Tevens geldt dit voor: een samenstel van machines die, ten einde tot eenzelfde resultaat bij te dragen, zodanig zijn opgesteld en worden bediend dat zij in samenhang functioneren. En ook: een verwisselbaar uitrustingsstuk waardoor de functie van de machine wordt gewijzigd en dat op de markt is gebracht om door de bediener zelf aan een machine of aan een aantal verschillende machines dan wel aan een trekker te worden gekoppeld, voor zover dit uitrustingsstuk geen vervangingsonderdeel of werktuig is.
Laatst gewijzigd op 30-08-03
4
Machinerichtlijn 98/37/EG Onder de werkingssfeer van de MR vallen tevens de zogenaamde veiligheids-componenten. Het betreft in dit geval een component, voor zover die geen verwisselbaar uitrustingsstuk is, die door de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gevolmachtigde op de markt wordt gebracht om bij gebruik een veiligheidsfunctie te vervullen en die bij een gebrekkige of slechte werking een gevaar vormt voor de veiligheid of de gezondheid van de blootgestelde personen. Uitzonderingen: niet onder de werkingssfeer van de MR vallen ondermeer § de meeste machines die uitsluitend fysieke energie van de mens als krachtbron hebben, § een aantal machines voor medisch gebruik, § vast opgestelde en verplaatsbare attractietoestellen, § stoomketels en drukvaten, § machines voor nucleair gebruik en radioactieve bronnen die in een machine zijn ingebouwd, § vuurwapens, § voertuigen en aanhangwagens voor het vervoer van personen en goederen door de lucht, over het water, via openbare wegen of spoorwegnetten, behalve voertuigen die in de mijnbouwindustrie worden gebruikt, § kabelinstallaties, voor het openbaar of niet-openbaar personenvervoer, § landbouw- en bosbouwtrekkers, § machines voor militaire doeleinden of het handhaven van de orde, § de meeste permanente personen- en goederenliften bij gebouwen, mijnliften, toneelhefwerktuigen, bouwliften Nieuwe machines:
In principe geldt dat alle machines die na 1 januari 1995 voor de eerste maal binnen de Europese Economische Ruimte (EER)2 in zijn gebruik gesteld, aan de MR moeten voldoen.
Tweedehands machines
In principe geldt dat alle tweedehands machines die van buiten de EER komen en na 1 januari 1995 binnen de EER zijn verhandeld, aan de MR moeten voldoen.
Een nieuwe of tweedehands machine die na het aanbrengen van de CE-markering niet meer gewijzigd is, kan zonder bezwaar binnen de EER verhandeld worden, onder voorwaarde dat de staat van de machine overeenkomt met de oorspronkelijke staat ten tijde van het CE markeren. Een tweedehands machine van binnen de EER van vóór 1 januari 1995 maar die sinds 1 januari 1995 niet gewijzigd is, hoeft niet te voldoen aan de eisen van de MR. De machine moet overigens wel volledig voldoen aan de eisen van de AR. Bij reparatie :
Versleten of defect deel vervangen door identiek deel à Geen aanvullende actie MR.
Bij revisie:
Identieke onderdelen, functies en risico' s à Geen aanvullende actie MR.
2
Tot de EER behoren de 15 lidstaten van de EU, te weten: België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Nederland, Portugal, Spanje en Zweden. Tevens behoren de leden van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) tot de EER. Het betreft Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Niet tot de EER toegetreden is EVA-lid Zwitserland, maar het werkt wel nauw samen op het gebied van richtlijnen en normalisatie.
Laatst gewijzigd op 30-08-03
5
Machinerichtlijn 98/37/EG Bij aanpassing:
Veranderen of toevoegen van een functie; mogelijke wijzigingen in de aard en omvang van risico' s à machine moet opnieuw voldoen aan de MR à een risicobeoordeling van de wijziging uitvoeren à de aanpassing moet eveneens voldoen aan de AR à zo nodig de werkinstructies aanpassen
Bij functieverandering:
Wanneer de functie van de machine als geheel verandert, is er sprake van een nieuwe machine. Deze dient aan de MR te voldoen.
E.e.a. geldt ook voor grotere gehelen, zoals productielijnen. Indien bijvoorbeeld een lijn wordt uitgebreid met een nieuwe machine: à de nieuwe machine moet aan de MR voldoen à de gehele productielijn moet na aanpassing opnieuw voldoen aan de AR.
4. Richtlijnen en normen Zoals gezegd zijn Europese richtlijnen te beschouwen als wetten. Ze zijn dus verplichtend. Om de eisen van de richtlijnen te vertalen in praktische en concrete voorschriften en restricties zijn er normen van de richtlijn afgeleid. Normen hebben geen wettelijke status. Hoewel de toepassing van normen wordt aanbevolen, is het niet verplicht. Er zijn diverse (vaak landelijke) standaarden voor producten en machine-onderdelen (bijvoorbeeld DIN- en NEN-normen). Geharmoniseerde norm:
Europese norm (EN) die speciaal is ontworpen ter vertaling van de richtlijn. Het betreft binnen de EG algemeen geaccepteerde normen.
Soorten normen: A-Normen B-Normen C-Normen
Fundamentele veiligheidsnormen voor alle machines; basisbegrippen en algemene aspecten Groepsnormen voor bepaalde groepen veiligheidsaspecten (B1) of bepaalde groepen machines (B2) Productnormen voor specifieke machines of groep machines
Wanneer een machine voldoet aan alle van toepassing zijnde geharmoniseerde normen resulteert dit in het vermoeden van overeenstemming met de relevante richtlijnbepalingen. Een belangrijke Europese norm voor de algemene veiligheid van producten is de EN 92 norm. De machinerichtlijn is hier overigens van afgeleid. Voor sommige gevaarlijke machines die onder de MR vallen geldt dat de fabrikant ze zelf niet mag beoordelen. De beoordeling hiervan – een zogenaamd EG-typeonderzoek – dient uitgevoerd te worden door een aangewezen keuringsinstantie (notified body). Wanneer een
Laatst gewijzigd op 30-08-03
6
Machinerichtlijn 98/37/EG dergelijke machine ‘met een verhoogd risico’ is goedgekeurd, wordt de CEcertificering uitgevoerd door de betreffende keuringsinstantie. Het betreft hier ondermeer - cirkelzagen, - diverse typen zaagmachines, - vlakschaafmachines, - pennenbanken, - pers- en buigmachines, - spuitgietmachines, en - hefbruggen. Ook diverse veiligheidscomponenten dienen speciaal gekeurd te worden. Onderstaande tabel toont de belangrijkste geharmoniseerde normen met betrekking tot de Machinerichtlijn. A- Normen (voor alle machines) NEN-EN 292-1/2 NEN-EN 1050 B- Normen (groepsnormen) Veilige NEN-EN 294 afstanden NEN-EN 349 NEN-EN 811 Ergonomische principes
Afschermingen
NEN-EN 614-1 NEN-EN 894 NEN-EN 842 NEN-EN 981 NEN-EN 574 NEN-EN 953 NEN-EN 1088 NEN-EN 954 NEN-EN 999
Noodstop Temperat uur Elektrische veiligheid
Straling, lasers, geluid
NEN-EN 418 NEN-EN 1037 NEN-EN 563 NEN-EN 1127 NEN-EN 60204 -1 NEN-EN-IEC 61010-1 NEN-EN 50110 NEN-EN 605191/2 NEN-EN 500811/2 NEN-EN 500821/2 NEN-EN 55011
Laatst gewijzigd op 30-08-03
Basisbegrippen, algemene ontwerpprincipes Risico beoordeling Veilige afstanden: Bereiken van gevaarlijke zones door de bovenste ledematen. Minimum afstanden ter voorkoming van het bekneld raken van het menselijk lichaam Veilige afstanden: Bereiken van gevaarlijke zones door de onderste ledematen. Ergonomische ontwerpprincipes. Ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen. Visuele gevaarsignalen Akoestische en optische gevaarsignalen en informatieve signalen Tweehanden bediening Algemene eisen voor het ontwerp en constructie van afschermingen. Blokkeerinrichtingen gekoppeld aan afschermingen Besturingen met een veiligheidsfunctie. Plaatsing van veiligheidsvoorzieningen in verband met naderingssnelheid van lichaamsdelen. Noodstopvoorziening Voorkomen van onbedoeld starten Temperatuur van aan te raken oppervlakken Voorkomen van brand en ontploffing op machines Veiligheid van Machines - Elektrische uitrusting van machines. Deel 1: Algemene eisen Veiligheidseisen voor elektrisch materieel voor meet- en regeltechniek en laboratoriumgebruik Bedrijfsvoering van elektrische installaties Veiligheid van elektrowarmte installaties EMC Algemene emissie-eisen EMC Algemene immuniteitseisen Industrial, medical and scientific equipment; Radiostoringkenmerken: EMC grenswaarden en meetmethoden.
7
Machinerichtlijn 98/37/EG
NEN-EN-IEC 60825-4 NEN-EN 11553 NEN-EN-ISO 12001 Overig NEN-EN 626 EN 5509 C-Normen (productnormen) NEN-EN 692 NEN-EN 693 NEN-EN 775 NEN-EN 289
Lasers; afschermingen Machines die gebruik maken van lasers Akoestiek - Geluid uitgestraald door machines en apparaten Emissie gevaarlijke stoffen. Gebruikershandleiding. Mechanische persen Hydraulische persen Robots Machines voor rubber- en kunststoffen - pers- en spuitpersmachines - veiligheidseisen voor ontwerp
5. De Machinerichtlijn in vogelvlucht De richtlijn heeft drie hoofdonderdelen: • Overwegingen (totaal 25; achtergrondinformatie over de totstandkoming van de richtlijn) • Artikelen (totaal 16) • Bijlagen (totaal 9) Hoewel de overwegingen in sommige gevallen van belang kunnen zijn voor de interpretatie van onderdelen van de richtlijn, zijn ze voor de producent van machines van ondergeschikt belang. Van belang zijn vooral een aantal artikelen en bijlage I. Hieronder volgt een samenvatting. De volgende artikelen zijn bedoeld om het vrij handelsverkeer te reguleren. Artikel 1:
Definities en bepalingen 1. Voor welke machines is de richtlijn bedoeld? 2. Wat is een machine? Wat is een veiligheidscomponent? 3. Uitsluitingen van de Machinerichtlijn. - Handmatig aangedreven machines, behalve hijs- en hefmachines - Machines waar andere (specifiekere) richtlijnen voor gelden, zoals liften Let op: elk werktuig valt onder de Arbeidsmiddelenrichtlijn. 4. Hoe verhoudt zich de Machinerichtlijn tot andere richtlijnen? - Er zijn meer specifieke richtlijnen (zoals voor liften) - Er zijn complementaire richtlijnen (zoals de laagspanningsrichtlijn). Deze richtlijnen gelden naast de Machinerichtlijn.
Artikel 2:
Plichten van de lidstaten t.a.v. het verhandelen en in bedrijf nemen van machines, als mede het tentoonstellen ervan.
Artikel 3:
Dit is een verwijzing naar de eisen in de belangrijke bijlage I.
Laatst gewijzigd op 30-08-03
8
Machinerichtlijn 98/37/EG Artikel 4:
Verbod, restrictie of weren van machines van de markt.
Artikel 5: -
-
Dit artikel behandelt de verklaringen van overeenstemming IIA-verklaring: een eenvoudige verklaring met juridische geldigheid. In deze verklaring wordt tevens verwezen naar complementaire richtlijnen. Hij wordt ondertekend door degene die de machine op de markt brengt. Deze persoon houdt ook het technisch constructiedossier bij. Een en ander geldt voor machines die zelfstandig kunnen functioneren. Machines die onder deze verklaring vallen, krijgen een CE-markering. IIB-verklaring: Voor niet zelfstandig functionerende machines. Machines die ingebouwd dienen te worden in een systeem. Deze machines krijgen geen CE-markering IIC-verklaring: Voor veiligheidscomponenten. Geen CE-markering. Let wel: wanneer een machine geïmporteerd is van buiten de Europese Gemeenschap, dan is de importeur de verantwoordelijke de betreffende verklaringen moet ondertekenen. Algemeen geldt dat degene verantwoordelijk is die de machine in de Europese Economische Ruimte plaatst.
Artikel 6:
Comité voor de behandeling van bezwaren
Artikel 7:
Actie bij overtredingen
De volgende artikelen hebben betrekking op het onderzoek naar overeenstemming. Artikel 8:
Eisen aan de fabrikant t.a.v. • Verklaring van overeenstemming • Certificering • Technisch constructiedossier • E.a.
Artikel 9:
Eisen voor de lidstaten m.b.t. aangewezen (keurings-) instanties.
CE-markering Artikel 10:
Over de CE-markering. Deze moet duidelijk leesbaar en onuitwisbaar aangebracht zijn. De markering hoeft niet gecombineerd te worden met de machineplaat. Er mogen geen misleidende markeringen toegepast worden.
Artikel 11 t/m 16:
Slotbepalingen
De bijlagen: Bijlage I:
Voor de machinebouwer is Bijlage I van de MR praktisch gezien de belangrijkste tekst van de richtlijn. Hier worden de fundamentele veiligheidsen gezondheidseisen betreffende het ontwerp en de bouw van machines beschreven. In artikel 1.1 worden de drie mogelijke maatregelen bij te verwachten veiligheidsproblemen aangegeven. Bovendien in welke volgorde deze maatregelen toegepast dienen te worden. 1. Een machine moet intrinsiek veilig ontworpen worden (met onderdelen volgens geharmoniseerde normen).
Laatst gewijzigd op 30-08-03
9
Machinerichtlijn 98/37/EG 2. Indien bovenstaande niet mogelijk is moeten afschermingen aangebracht worden om risico’s te vermijden. 3. Wanneer afschermingen niet afdoende zijn, moet er in voldoende mate op de risico’s gewezen te worden. Men moet duidelijke waarschuwingen geven. Er moet sprake zijn van een redelijkerwijze te verwachten gebruik. Hieronder vallen ook te voorziene onverwachte situaties. Denk aan onoplettendheid, schrikken, struikelen, etc. Tevens worden in artikel 1.1 enkele ergonomische aspecten van de machine naar voren gebracht, alsmede een aantal facetten van toe te passen materialen en producten. Vervolgens komen de eisen aan de orde met betrekking tot de verschillende aspecten van de machine. De aspecten zijn gegroepeerd volgens de volgende onderwerpen: Artikel 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Aspect Bediening Beveiliging tegen mechanische gevaren Vereiste eigenschappen van schermen en beveiligingsinrichtingen Beveiliging tegen andere gevaren, zoals statische elektriciteit en ontploffingsgevaar Onderhoud Aanduidingen en informatievoorziening
In artikel 2 komen de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen voor enkele specifieke categorieën machines ter sprake, te weten: § Machines voor agro-levensmiddelen § Met de hand vastgehouden - geleide draagbare machines § Houtbewerkings- en soortgelijke machines Ook de nu volgende artikelen betreffen meer specifieke voorschriften: Artikel 3 4 5 6
Betreft Bijzondere risico’s wegens de mobiliteit van machines Bijzondere gevaren verbonden aan hijs- of hefverrichtingen Machines uitsluitend bestemd voor gebruik bij ondergrondse werkzaamheden Bijzondere risico’s bij het heffen of verplaatsen van personen
Bijlage II:
Betreft de inhoud van de eerder genoemde IIA/IIB/IIC-verklaring.
Bijlage III:
Betreft de CE-markering.
Bijlage IV:
Geeft een opsomming van machines en veiligheidscomponenten waarvoor een EG-typeonderzoek vereist is.
Bijlage V:
Beschrijft de procedure die leidt tot de EG-verklaring van overeenstemming.
Laatst gewijzigd op 30-08-03
10
Machinerichtlijn 98/37/EG
Bijlage VI:
Betreft het EG-typeonderzoek.
Bijlage VI:
Betreft minimum criteria m.b.t. de aangewezen instanties
Overige bijlagen
6. Machines en de Arbeidsmiddelenrichtlijn De Arbeidsmiddelenrichtlijn (richtlijn 89/655/EEG met wijziging 95/63/EEG) richt zich tot de gebruiker van machines. Werkgevers zijn verplicht om een veilig en gezond arbeidsmilieu te bevorderen, met name door • hun personeel veilige arbeidsmiddelen ter beschikking te stellen en • het personeel goed voor te lichten over een veilig gebruik van deze middelen. Officiële titel: Richtlijn 89/655/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende . minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG3) De AR is met enige aanpassingen opgenomen in )hoofdstuk 7 van) het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) Op 1 november 1999 is een nieuwe Arbeidsomstandighedenwet van kracht geworden: de Arbowet '98. De praktische uitwerking hiervan vindt plaats in het Arbobesluit. Dit besluit is verder uitgewerkt in de Arboregeling en Arbobeleidsregels. Artikel 3 van de AR zegt: De werkgever neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat arbeidsmiddelen die in de onderneming en/of de inrichting ter beschikking van de werknemers worden gesteld, geschikt zijn voor het uit te voeren werk of daartoe behoorlijk zijn aangepast, zodat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers tijdens het gebruik van deze arbeidsmiddelen kunnen worden gewaarborgd. En ook: Wanneer het niet mogelijk is de veiligheid en de gezondheid van de werknemers aldus volledig te waarborgen bij het gebruik van arbeidsmiddelen, treft de werkgever passende maatregelen om de risico's tot een minimum te beperken. Volgens de Arbeidsmiddelenrichtlijn zijn werkgevers verantwoordelijk voor de veiligheid van machines. De ter beschikking gestelde machines moeten voldoen aan de minimumvoorschriften van • de Arbeidsmiddelenrichtlijn • indien van toepassing, de voorschriften van de Machinerichtlijn (geldt bijvoorbeeld voor machines van na 1 jan 1995). Werkgevers zijn tevens verantwoordelijk voor het juiste onderhoud van de machines, een gezonde werkomgeving, een veilige organisatie van het werk en de scholing van het personeel. 3
Richtlijn 89/391/EEG is de zogenaamde Kaderrichtlijn. Deze vormt de grondslag voor meer specifieke richtlijnen zoals de Arbeidsmiddelenrichtlijn.
Laatst gewijzigd op 30-08-03
11
Machinerichtlijn 98/37/EG
In het algemeen geldt dat een machine die aan de eisen van de Machinerichtlijn voldoet ook aan de minimumvoorschriften van de bijlage I van de Arbeidsmiddelenrichtlijn voldoet. Let op:
Wanneer het machinepark voldoet aan de Machinerichtlijn, wordt niet per se automatisch voldaan aan alle eisen van de Arbeidsmiddelenrichtlijn. Immers de AR bestrijkt een veel bredere werkingssfeer dan de MR.
7. Toekomstige ontwikkelingen In 2001 heeft de Europese Unie een voorstel gedaan tot wijziging van de huidige Machinerichtlijn. De gewijzigde richtlijn ligt bij de lidstaten ter beoordeling. Na de raadplegings- en vaststellingsprocedures zal het voorstel vermoedelijk in 2004 definitief worden. En na de gebruikelijk overgangstermijn wordt het opgenomen in de nationale wetgeving (vermoedelijk januari 2006) §
Er zijn een aantal machines aan de werkingssfeer van de richtlijn toegevoegd, zoals hefmachines die aangedreven worden door menselijke spierkracht, en draagbare werktuigen met explosieve lading bestemd voor industriële doeleinden.
§
Men vindt het huidige begrip ‘machine-onderdeel’ te rekbaar en heeft het vervangen door het begrip pseudo-machine. Het betreft volgens artikel 2i een samenstel, voorzien van of bestemd om te worden voorzien van een aandrijfsysteem, van met elkaar verbonden mechanische onderdelen of organen die bijna een machine vormen, maar die niet zelfstandig een bepaalde toepassing kunnen realiseren. De pseudo-machine is bedoeld om te worden ingebouwd in of te worden samengebouwd met een of meer machines of andere pseudo-machines tot een machine waarop deze richtlijn van toepassing is Voor pseudomachines gelden de volgende verplichtingen: • er moet een inbouwverklaring (de oude IIB verklaring) worden bijgevoegd, • een montagehandleiding worden opgesteld en bijgevoegd, • Een technisch constructiedossier moet oproepbaar zijn.
§
Een aantal veiligheidscomponenten wordt nader gespecificeerd.
§
Er wordt voorgesteld een aantal fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen aan te passen met betrekking tot bepaalde categorieën machines. Daarnaast betreft het ook fundamentele eisen ter vermindering van de risico’s in verband met de mobiliteit van machines; in verband met de bediening en met werkplekken en cabines.
Discussie is er ten aanzien van een aantal voorgestelde wijzigingen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de administratieve procedures en de formele kant van de richtlijn ten aanzien van machines ‘zonder intrinsiek gevaar’. Artikel 12 punt 2 zegt hierover: Wanneer op grond van de risicoanalyse kan worden geconcludeerd dat de richtlijn geen nuttige gevolgen heeft, past de fabrikant of zijn gemachtigde de in bijlage VIII beschreven vereenvoudigde procedure toe. Het subjectieve beoordeling van de begrippen ‘nuttige gevolgen’ en intrinsiek gevaar’ kan wellicht verstrekkende gevolgen hebben ten aanzien van te volgen procedures.
Laatst gewijzigd op 30-08-03
12
Machinerichtlijn 98/37/EG
8. Meer informatie URL
Omschrijving site
www.europa.eu.int/eur-lex/nl/lif/index.html of www.newapproach.org/directives/default.asp www.europa.eu.int/comm/enterprise/newappr oach/index.htm
Site van de Europese Commissie m.b.t. Europese richtlijnen; richtlijnteksten gratis te downloaden. Site van de Europese Commissie m.b.t. wetteksten en aangemelde keuringsinstanties. Site van de Europese Commissie m.b.t. geharmoniseerde normen (MR).
www.newapproach.org/directivelist.asp of www.europa.eu.int/comm/enterprise/newappr oach/standardization/harmstds/index.html www.nen.nl Site van het Nederlands Normalisatieinstituut. Hier zijn normteksten te bestellen (niet gratis). www.iso.ch Site van de International Organisation for Standardisation m.b.t. ISO-normen. www.nni.nl Site van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI).
Laatst gewijzigd op 30-08-03
13