Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
Beknopte informatie over de Arbeidsmiddelenrichtlijn
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Inleiding Arbeidsmiddelenrichtlijn..............................................................................2 Arbeidsmiddelen, werkgevers en werknemers .......................................................3 De praktijk van de Arbeidsmiddelenrichtlijn.............................................................4 Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) ................................................................6 Beleidsregels en normen............................................................................................9 Voorlichting en Onderricht ........................................................................................11 Boeteoplegging ..........................................................................................................12 De Arbeidsmiddelenrichtlijn en CE .........................................................................12 De artikelen van de Arbeidsmiddelenrichtlijn ........................................................13 De hoofdstukken in de Arbo-wetgeving .............................................................14 Meer informatie ......................................................................................................15
Laatst gewijzigd op 3-9-03
1
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
1. Inleiding Arbeidsmiddelenrichtlijn Doel:
Bevorderen van een veilig en gezond arbeidsmilieu voor werknemers binnen de Europese Unie. De richtlijn stelt minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften vast voor arbeidsmiddelen. Het betreft een richtlijn voor - de werkgever die de arbeidsmiddelen ter beschikking stelt, en - de werknemer die de arbeidsmiddelen gebruikt.
Officiële titel:
Richtlijn 89/655/EEG van Raad [van Europa] van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats.
De Arbeidsmiddelenrichtlijn (AR) (89/655/EEG) is gewijzigd en aangevuld met een wijzigingsrichtlijn (95/63/EEG). De richtlijn en de aanvullingen/wijzigingen zijn geïmplementeerd in de nationale wetgeving van de lidstaten. De wijzigingsrichtlijn is van kracht geworden op 5 december 1998. De AR heeft betrekking op - arbeidsmiddelen in de meest ruime zin van het woord. Het betreft alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten en gereedschappen, van telefoontoestel tot productielijn. - het gebruik hiervan in de meest ruime zin van het woord. Elke handeling met het arbeidsmiddel is onderwerp van de richtlijn. Dus normaal gebruik, reiniging, reparatie, vervoer of ontmanteling. Alle handelingen moeten geschieden binnen de gestelde minimum veiligheids- en gezondheidsvoorschriften. - de verschaffers (werkgevers) en gebruikers (werknemers) van de arbeidsmiddelen. Werkgevers en werknemers hebben doorgaans met meerdere Europese richtlijnen betreffende arbeidsmiddelen en -omstandigheden te maken, zoals Richtlijn Richtlijn Arbeidsplaatsen Richtlijn Fysieke Belasting Richtlijn Gevaarlijke Stoffen Richtlijn Beeldschermwerk
EEG-Nummer 89/654/EEG 90/269/EEG 98/24/EEG 90/270/EEG
Al deze richtlijnen zijn, evenals de arbeidsmiddelenrichtlijn, specifieke uitwerkingen van de zogenaamde kaderrichtlijn (89/391/EEG) die ontworpen is op basis van de sociale bepalingen van het oude verdrag van Rome uit 1957. Het doel van de kaderrichtlijn is om binnen de Europese Gemeenschap te komen tot een geharmoniseerde wetgeving op het brede gebied van veiligheid en gezondheid op de werkplek.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
2
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
2. Arbeidsmiddelen, werkgevers en werknemers De AR, zoals beschreven in EEG publicatieblad L393 van 30-12-1989 (wijzigingen in L335 van 30-12-1995), is vergeleken bij een aantal andere richtlijnen een gemakkelijk leesbaar document. Veelzeggend zijn de definities uit artikel 2: In deze richtlijn wordt verstaan onder: a) arbeidsmiddelen: alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties; b) gebruik van arbeidsmiddelen: elke activiteit met betrekking tot een arbeidsmiddel, zoals ingebruikneming of buitengebruikstelling, aanwending, vervoer, reparatie, ombouwing, onderhoud, verzorging, waaronder met name ook reiniging; c) gevaarlijke zone: elke zone in en/of rondom een arbeidsmiddel waar de aanwezigheid van een blootgestelde werknemer een gevaar voor diens veiligheid of gezondheid oplevert; d) blootgestelde werknemer: elke werknemer die zich geheel of gedeeltelijk in een gevaarlijke zone bevindt; e) bediener: de werknemer(s) die tot taak heeft (hebben) een arbeidsmiddel te gebruiken. De AR richt zich dus op - de bediener van arbeidsmiddelen en de blootgestelde werknemer die zich in een gevaarlijke zone bevindt; - de werkgever die zowel arbeidsmiddelen ter beschikking stelt als werknemers een gevaarlijke zone laat betreden.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
3
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
3. De praktijk van de Arbeidsmiddelenrichtlijn Met de AR is getracht om bij alle lidstaten minimumeisen te waarborgen betreffende de veiligheids- en gezondheidseisen ten aanzien van het verschaffen en gebruiken van arbeidsmiddelen. Een richtlijn van de Europese unie is te beschouwen als een Europese wet. Een Europese richtlijn is juridisch bindend en staat als zodanig boven de wetten van de individuele lidstaten. Iedere lidstaat moet de eisen uit deze richtlijn opnemen in de nationale wetgeving De machinerichtlijn is dan ook in de Nederlandse wetgeving opgenomen, en wel in de • Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet ’98). Deze is in werking getreden op 1 november 1998. In de Nederlandse praktijk hebben werkgever en werknemer met betrekking tot arbeidsmiddelen dus vooral te maken met de Arbo-wetgeving. We zullen ons in deze inleiding dan ook vooral richten op de implementatie van de AR in deze wetgeving. De Arbowet ’98 is verder uitgewerkt en gespecificeerd in 1. het Arbobesluit 2. de Arboregeling 3. de Arbo-beleidsregels Een en ander is in oplopende mate van concretisering. De beleidsregels zijn het meest specifiek en verschaffen een praktische uitwerking van de wetgeving op dit punt. Hierin wordt bijvoorbeeld verwezen naar normen. De status van de beleidsregels kan als volgt worden gekenmerkt: - enerzijds hebben ze geen wettelijke status; ze zijn niet bindend; - anderzijds mag men ervan uitgaan dat naleving van de beleidsregels betekent dat er aan de van toepassing zijnde wettelijke regels voldaan is. Enkele opmerkingen: 1. Toezicht op de uitvoering en naleving van Arbowetgeving berust bij de Arbeidsinspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (CZW). Dit geldt niet voor de sectoren luchtvaart en zeescheepvaart. Die hebben hun eigen inspectie. 2. De relatie tussen Arbowet, Arbobesluit, Arboregeling en de Beleidsregels is terug te vinden in de bijbehorende documentatie. Doorgaans is er op ieder niveau van de wetgeving een eenduidige hoofdstuk- en artikelnummering doorgevoerd. Zo is in alle vier gevallen hoofdstuk 7 gewijd aan arbeidsmiddelen (zie ook de voorlaatste paragraaf van deze inleiding). 3. Voorlichting omtrent de beleidsregels is te vinden in de Arbo-Informatiebladen. Deze vertalen de beleidsregels (per item of deelgebied) op een concrete en praktische manier. 4. Op een aantal punten stelt het Arbobesluit strengere eisen aan arbeidsmiddelen dan de AR. Tevens zijn er meerdere richtlijnen geïmplementeerd in de Arbowetgeving, zoals de eerder genoemde richtlijnen Arbeidsplaatsen, Fysieke Belasting, Gevaarlijke Stoffen en Beeldschermwerk.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
4
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
5. Voor diverse arbeidsmiddelen zijn ook andere richtlijnen en wetgeving van toepassing. Denk aan de Machinerichtlijn (en de Wet op de Gevaarlijke Werktuigen) betreffende het ontwerp en de productie van arbeidsmiddelen. 6. De AR kan niet los gezien worden van het streven van de Europese Unie om te komen tot een solide Europese Economische Ruimte (EER). In dit verband kan de AR gezien worden als een concreet element in het kader van de verwezenlijking van de sociale dimensie van de interne markt. Een van de uitgangspunten van de AR is dat vermeden moet worden dat er zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen ontstaan die de oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen kunnen hinderen. Het gaat in de AR dus om veiligheid en gezondheid enerzijds en werkbaarheid anderzijds.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
5
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
4. Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Gesteld wordt in de AR dat de werkgever gepaste arbeidsmiddelen ter beschikking stelt, aangepast aan de arbeidsomstandigheden en alle bijkomende risico’s betreffende veiligheid en gezondheid. Dit impliceert dat de werkgever zich bewust moet zijn van alle bijkomende risico’s. Hoewel de AR dit niet expliciet vermeldt, wordt de werkgever geacht een planmatige risicoinventarisatie en -evaluatie uit te voeren met betrekking tot de arbeidsmiddelen. In algemenere zin – met betrekking tot de arbeidsomstandigheden – wordt dit wel expliciet vermeld in het belangrijke artikel 5 van de Arbowet ’98: 1. Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico's de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze inventarisatie en evaluatie bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico's voor bijzondere categorieën van werknemers. De werkgever is tevens verplicht om als onderdeel van de inventarisatie en evaluatie een registratie bij te houden van arbeidsongevallen die voor de werknemers hebben geleid tot een ziekteverzuim. 2. Een plan van aanpak, waarin is aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de bedoelde risico's en de samenhang daartussen een en ander overeenkomstig artikel 3, maakt deel uit van de inventarisatie en evaluatie. In het plan van aanpak, over de uitvoering waarvan jaarlijks schriftelijk wordt gerapporteerd, wordt tevens aangegeven binnen welke termijn deze maatregelen zullen worden genomen. De werkgever voert over de jaarlijkse rapportage vooraf overleg met de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging, of, bij het ontbreken daarvan, met de belanghebbende werknemers. Bij dit overleg komt in ieder geval aan de orde het al dan niet meer actueel zijn van de risico-inventarisatie en -evaluatie. 3. De inventarisatie en evaluatie wordt aangepast zo dikwijls als de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven. 4. De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer kennis kan nemen van de inventarisatie en evaluatie. 5. Indien de werkgever arbeid doet verrichten door een werknemer die hem ter beschikking wordt gesteld, verstrekt hij de inventarisatie en evaluatie tijdig voor de aanvang van de werkzaamheden aan degene die de werknemer ter beschikking stelt, ter doorgeleiding van dat document naar die werknemer. Een planmatige risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) in het kader van de Arbowet ’98 omvat vele aspecten van de arbeidsomstandigheden. Om er een paar te noemen: 1. Aard van het personeel, met speciale aandacht voor jeugdige werknemers, thuiswerkgevers en -nemers, zwangere werknemers en werknemers die borstvoeding geven. 2. Werkinhoud, werkprocedures 3. Aspecten van de werkplek, zoals ruimte, belichting, ventilatie en meubilair
Laatst gewijzigd op 3-9-03
6
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
4. Mogelijke schadelijke invloed op de werkplek van geluid, ioniserende straling, beeldschermgebruik, andere dan atmosferische druk 5. Werk- en rusttijden 6. Werkvoorzieningen, zoals arbeidsmiddelen, technische voorzieningen en persoonlijke beschermingsmiddelen 7. Werkhouding en lichamelijke belasting 8. Veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsprocedures Een RI&E bevat een aantal aandachtspunten uit de AR, met name terug te vinden in bovengenoemde aspecten 4, 6, 7 en 8. Het betreft alle aspecten die te maken hebben met A. de ter beschikking gestelde arbeidsmiddelen, B. het gebruik hiervan in alle normale en specifieke omstandigheden, C. de gezondheids- en veiligheidsrisico’s die hiermee gepaard gaan, en D. de maatregelen en procedures om een veilig gebruik te waarborgen Het inventariseren en evalueren hiervan is geen eenmalig gebeuren maar een voortdurend proces. Immers de arbeidsomstandigheden en de bijgaande veiligheidsrisico’s zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Bijvoorbeeld als gevolg van - slijtage en veroudering, maar ook aanpassing en modernisering van arbeidsmiddelen, - verandering van bedrijfs- en productieprocessen - verandering, vernieuwing en doorstroom van personeel; verandering van arbeidscultuur, - voortdurende wijziging in de stand van de techniek, - verandering van veiligheidseisen, - verandering van arbeids- en veiligheidsprocedures, kwaliteitssystemen en certificering. Een RI&E stappenplan is dan ook een jaarlijks terugkerend gebeuren, waarbij enkele algemene stappen ieder jaar herhaald worden. Schematisch kan het als volgt worden weergegeven.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
7
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
Inventarisatie van de knelpunten
Risico-inschatting van ieder knelpunt
Bepaling mogelijke oplossingen
Plan van aanpak
Evaluatie van het plan van aanpak Urgentiebepaling van een nieuwe risico-inventarisatie (komend jaar) + bepaling aandachtspunten
Een substantieel deel van de RI&E bestaat dus uit de toetsing van arbeidsmiddelen aan de eisen van de Arbowetgeving. Deze toetsing veronderstelt een gedegen kennis van de Arbowet en de bijbehorende beleidsregels. Hierbij is deskundigheid vereist op het gebied van - de betreffende wet- en regelgeving, - de normen die in de beleidsregels aangehaald worden, - specifieke arbeidsomstandigheden in relatie tot gezondheid en veiligheid, - specifieke gevaren bij diverse arbeidsmiddelen, - veiligheidsvoorzieningen, - veiligheidsprocedures en -instructies, - de huidige stand van de techniek. Met name de laatste aandachtspunten veronderstellen een gespecialiseerde technische kennis die niet standaard bij Arbo-diensten voor handen is. Technisch adviseurs, zoals bij ProMath, en Arbo-diensten kunnen hierbij aanvullend werk verrichten. Om het midden- en kleinbedrijf tot een verantwoord veiligheidsbeleid aan te zetten heeft het ministerie van SZW een checklist met aandachtspunten ontwikkeld, aan de hand waarvan de arbeidsomstandigheden globaal getoetst kunnen worden.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
8
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
5. Beleidsregels en normen Zoals gezegd zijn Europese richtlijnen te beschouwen als wetten. Ze zijn dan ook geïmplementeerd in de nationale wetgeving. Om de eisen van de wet- en regelgeving te vertalen in praktische en concrete voorschriften en restricties zijn er normen opgesteld. Normen hebben geen wettelijke status. Hoewel de toepassing van normen wordt aanbevolen, is het niet verplicht. Wel kan worden gesteld dat de juiste mate van veiligheid en gezondheid op de werkvloer is bereikt wanneer aan de betreffende normen is voldaan. Er zijn diverse (vaak landelijke) standaarden voor producten en machine-onderdelen (bijvoorbeeld DIN- en NEN-normen). Geharmoniseerde norm:
Europese norm (EN) die speciaal is ontworpen ter vertaling van de richtlijn. Het betreft binnen de EG algemeen geaccepteerde normen.
Hieronder volgt een opsomming van belangrijke Arbo-beleidsregels ten aanzien van arbeidsmiddelen en de hierin vermelde normen. Arbo-beleidsregel Norm NEN 1010 Beleidsregel 3.4 Aanleg en gebruik van elektrische NEN 1041:1982 installaties NEN 3140:1998 De normen NEN 3140, 3840 en 50110-1 gelden ook voor:
NEN 3840:1998
Beleidsregel 3.5 Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden NEN-EN 50110Beleidsregel 5.1 Beeldschermarbeid; apparatuur en meubilair
1:1998 NEN 1812:2000
NEN 2449:1990
De ergonomische criteria voor kantoorstoelen en tafels gelden ook bij:
Beleidsregel 5.4 –1 Zittend werk, staand werk, gebruik van een stasteun Beleidsregel 6.3 Verlichting Beleidsregel 6.7 Beoordelen en zo nodig meten van het geluid op de arbeidsplaats
Laatst gewijzigd op 3-9-03
NEN-ISO 92413:1997 NEN 2294:1986 NEN 3087:1997 NEN 3419:1992 NEN 3418:1992
Omschrijving Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Veiligheidsbepalingen voor hoogspanningsinstallaties Bedrijfsvoering van elektrische installaties; Aanvullende Nederlandse bepalingen voor laagspanningsinstallaties Bedrijfsvoering van elektrische installaties; Aanvullende Nederlandse bepalingen voor hoogspanningsinstallaties Bedrijfsvoering van elektrische installaties; Algemene bepalingen Ergonomie. Ergonomische criteria voor kantoorstoelen. Eisen voor afmetingen en uitvoering. Meet en beproevingsmethoden Ergonomie. Ergonomische criteria voor kantoortafels. Eisen voor afmetingen en uitvoering. Beproevingsmethoden Ergonomische eisen voor kantoorarbeid met beeldschermen. Deel 3: eisen voor het beeldscherm Toetsenborden voor schrijfmachines en gegevensverwerkingsapparatuur Visuele ergonomie in relatie tot verlichting - Principes en toepassingen Ergonomie. Meting van geluid op de arbeidsplaats. Uitgebreid onderzoek Ergonomie. Meting van geluid op de arbeidsplaats. Oriënterende meetmethode
9
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
Beleidsregel 6.8 Voorkomen of beperken van schadelijk geluid
Beleidsregel 7.3 –4 Inventarisatie en evaluatie van gevaren van arbeidsmiddelen Beleidsregel 7.4 –2 Deugdelijkheid hijs- en hefgereedschap Beleidsregel 7.4 –4 Deugdelijkheid ladders Beleidsregel 7.7 Veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen
NEN-EN-ISO 11689:1997
Akoestiek. Procedure voor de vergelijking van geluidsemissiegegevens van machines en apparaten NEN-EN 458:1994 Gehoorbeschermers - Aanbevelingen voor keuze, gebruik, verzorging en onderhoud. Praktijkrichtlijn NEN-EN Veiligheid van machines. Principes voor 1050:1997 de risicobeoordeling NEN-EN 14921/2:2000 NEN 3359, 3360, 3508 en 3575 NEN 2484:1989
NEN-EN 2921:1994 & 2:1996 NEN-EN 294:1994
NEN-EN 349:1994
NEN-EN 574:1997 NEN-EN 811:1996
NEN-EN 953:1998
NEN-EN 999:1998
NEN-EN 563:1997 Beleidsregel 7.9 Voorkoming aanraking arbeidsmiddelen met zeer hoge of zeer lage temperatuur
Beleidsregel 7.13 Bedieningssystemen Beleidsregel 7.14 In werking stellen van arbeidsmiddelen
NEN-EN 9541:1997
Hijsbanden - Veiligheid – Deel 1 en 2 Richtlijnen m.b.t. veiligheid van hijs- en hefgereedschap Draagbaar klimmaterieel. Ladders en trappen. Termen, definities, eisen, beproevingsmethoden, gebruik en onderhoud Veiligheid van machines, Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen. Deel 1 en 2 Veiligheid van machines, veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones met de bovenste ledematen Veiligheid van machines, minimum afstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen Veiligheid van machines, tweehandenbediening Veiligheid van machines, veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones met de onderste ledematen Veiligheid van machines, algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van afschermingen (vast, beweegbaar) Veiligheid van machines. De plaatsing van beveiligingsinrichtingen in verband met naderingssnelheden van lichaamsdelen Veiligheid van machines. Temperaturen van aan te raken oppervlakken. Ergonomische gegevens om temperatuurgrenswaarden voor hete oppervlakken vast te stellen Veiligheid van machines - Onderdelen van besturingssystemen met een veiligheidsfunctie - Deel 1: Algemene ontwerpbeginselen
Beleidsregel 7.15 Stopzetten van arbeidsmiddelen Beleidsregel 7.16 Noodstopvoorziening
Laatst gewijzigd op 3-9-03
10
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
6. Voorlichting en Onderricht Zowel in de AR als in de Arbowetgeving wordt expliciet aandacht besteed aan het belang van goede voorlichting en scholing van personeel. Artikel 8 van de Arbowet ’98 zegt onder andere: 1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken. Tevens zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de wijze waarop de deskundige bijstand […] in zijn bedrijf of inrichting is georganiseerd. 2. De werkgever zorgt ervoor dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken aangepast onderricht wordt verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. 3. Indien persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en indien op arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zijn aangebracht, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers op de hoogte zijn van hun doel en werking en de wijze waarop zij deze dienen te gebruiken. 4. De werkgever ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van de in het eerste lid genoemde risico’s alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Voorlichting en onderricht dienen een regelmatig terugkerend beleidsonderwerp te zijn binnen een bedrijf. In de praktijk kan dit beleid zich vertalen in - Schriftelijke werkinstructies, instructiekaarten, manuals - Schriftelijke veiligheidsinstructies en -procedures, calamiteiten- en ontruimingsplan - Geregeld overleg: briefings, wekelijks ‘ochtendgebed’ - Speciale cursussen en trainingen, vak- en branche-opleidingen - Meester – gezel relaties met nieuwe en/of jonge werknemers, mentoraat - Persoonlijk ontwikkelingsplan van werknemers, functiedifferentiatie en prestatiebeloning op basis van kennis en competentie Bij de eerste twee aandachtspunten kan ProMath u van dienst zijn. Speciale aandacht is er voor het leer- en vormingsproces van minderjarige werknemers. Tevens wordt het belang van medezeggenschap benadrukt.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
11
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
7. Boeteoplegging In de Arbowet ’98 wordt de rol van de controlerende instanties en de sancties bij overtreding nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. Sommige boetes liegen er niet om. Beleidsregel 33 (Boeteoplegging) zegt: De boete die per boetebeschikking aan een werkgever (rechtspersoon of een natuurlijk persoon) of anderen dan de werkgever, bedoeld in het tweede lid van deze beleidsregel, kan worden opgelegd bedraagt a. minimaal € 113; b. maximaal € 45.000 […] De boete die per boetebeschikking aan een werknemer kan worden opgelegd bedraagt maximaal € 225. De hoogte van de boete is afhankelijk van een aantal factoren, zoals - de aard van het letsel; dodelijke afloop - het aantal slachtoffers - de grootte van het bedrijf (klein, middelgroot, groot) - de ongevallen historie van het bedrijf - de verwijtbaarheid van werkgever en/of werknemer - bijzondere omstandigheden, zoals overmacht, nieuwe feiten, evidente fouten
8. De Arbeidsmiddelenrichtlijn en CE In het algemeen geldt dat een machine die aan de eisen van de Machinerichtlijn voldoet, ook aan de minimumvoorschriften van de bijlage I van de Arbeidsmiddelenrichtlijn voldoet. Het ligt dan ook voor de hand om in het kader van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) een risicobeoordeling uit te voeren zoals gebruikelijk bij de Machinerichtlijn. Zo vermeldt Arbobeleidsregel 7.3 –4 (Inventarisatie en evaluatie van gevaren van arbeidsmiddelen) Voor machines en vergelijkbare arbeidsmiddelen wordt aan het gestelde in artikel 7.3, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit voldaan indien de risico-inventarisatie en -evaluatie is uitgevoerd volgens NEN-EN 1050:1997 "Veiligheid van machines. Principes voor de risicobeoordeling". Maar let op:
Wanneer het machinepark voldoet aan de Machinerichtlijn, wordt niet per se automatisch voldaan aan alle eisen van de Arbeidsmiddelenrichtlijn. Immers de Arbeidsmiddelenrichtlijn bestrijkt een veel bredere werkingssfeer dan de Machinerichtlijn.
De CE-waardigheid van arbeidsmiddelen zegt alleen iets over de risico’s bij het te verwachten gebruik. Maar bij de beoordeling van de arbeidsmiddelen moet ook rekening gehouden moeten worden met alle overige aspecten van de arbeidsomstandigheden. Denk hierbij aan onbedoeld gebruik, kennisniveau van de bedieners en slijtage van arbeidsmiddelen.
Laatst gewijzigd op 3-9-03
12
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
9. De artikelen van de Arbeidsmiddelenrichtlijn Afdeling I
Algemene bepalingen
Artikel 1:
Het doel van de richtlijn
Artikel 2:
Gehanteerde definities
Afdeling II
Verplichtingen van de werkgevers
Artikel 3:
Algemene verplichtingen
Artikel 4:
Voorschriften betreffende de arbeidsmiddelen
Artikel 4bis:
Keuring van arbeidsmiddelen
Artikel 5:
Arbeidsmiddelen met een specifiek gevaar
Artikel 5bis:
Ergonomie en gezondheid op het werk
Artikel 6:
Voorlichting van de werknemers
Artikel 7:
Opleiding van de werknemers
Artikel 8:
Raadpleging en medezeggenschap van de werknemers
Afdeling III
Diverse bepalingen
Artikel 9:
Wijziging van de bijlagen
Artikel 10:
Slotbepalingen
Laatst gewijzigd op 3-9-03
13
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
10.
De hoofdstukken in de Arbo-wetgeving
Arbobesluit
Arboregeling
Arbobeleidsregels H1.
H1. H2. H3. H4. H5. H6. H7.
H8.
H9.
Definities en toepassingsgebied Arbozorg en organisatie van de arbeid Inrichting arbeidsplaatsen Gevaarlijke stoffen en biologische agentia Fysieke belasting Fysische factoren
H1.
Beleidsregels arbeidsomstandighedenwet H2. Beleidsregels arbeidsomstandighedenbesluit H2-P1. Definities en toepassingsgebied H2-P2. Arbozorg en organisatie van de arbeid H2-P3. Inrichting arbeidsplaatsen
H2.
Algemene bepalingen Arbodiensten
H3.
Bouwproces
H4.
Gevaarlijke stoffen Beeldschermarbeid Arbeid onder overdruk Arbeidsmiddelen
H2-P4. Gevaarlijke stoffen en biologische agentia H2-P5. Fysieke belasting H2-P6. Fysische factoren
Veiligheids- en gezondheidssignalering
H2-P8. Persoonlijke beschermingsmiddelen, veiligheids- en gezondheidssignalering
H5. H6.
Arbeidsmiddelen en H7. specifieke werkzaamheden Persoonlijke H8. beschermingsmiddelen, veiligheids- en gezondheidssignalering Verplichtingen, strafbare H9. feiten, beboetbare feiten, bestuursrechtelijke bepalingen en overgangs- en slotbepalingen
H2-P7. Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden
Overgangs- en slotbepalingen
H3. H4. Bijlagen
Laatst gewijzigd op 3-9-03
Bijlagen
Beleidsregels Slotbepalingen Bijlagen
14
Arbeidsmiddelenrichtlijn 89/655/EEG
11.
Meer informatie
URL
Omschrijving site
www.europa.eu.int/eur-lex/nl/lif/index.html:
Site van de Europese Commissie m.b.t. Europese richtlijnen; gratis te downloaden. www.europa.eu.int/comm/enterprise/newappr Site van de Europese Commissie m.b.t. oach/index.htm: wetteksten en aangemelde keuringsinstanties. www.europa.eu.int/comm/enterprise/newappr Site van de Europese Commissie m .b.t. oach/standardization/harmstds/index.html: geharmoniseerde normen (MR). www.arbo.nl Site met allerlei Arbo-informatie, waaronder een Checklist Gezondheidsrisico’s (min. SZ&W) voor werkgevers met één werknemer. www.arbobondgenoten.nl Links naar Arbo-wetteksten http://nl.osha.eu.int Diverse Arbo-informatie www.nen.nl: Site van het Nederlands Normalisatieinstituut. Hier zijn normteksten te bestellen (niet gratis). www.iso.ch: Site van de International Organisation for Standardisation m.b.t. ISO-normen. www.nni.nl Site van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI).
Laatst gewijzigd op 3-9-03
15