Beheerplan Nieuwe Plantsoen Januari 2010
Voorkant
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Leeswijzer
3 3 3
2. Het Nieuwe Plantsoen, huidige situatie
4
2.1 Het park 2.2 Het beheer 2.3 Beheergroepen en knelpunten
4 5 6
2.3.1 Groen 2.3.2 Verhardingen 2.3.3 Parkmeubilair, voorzieningen en afrasteringen 2.3.4 Schoonhouden
6 8 9 10
3. Visie
11
4. Gewenste situatie
12
4.1 Groen
12
4.1.1 Bomen 4.1.2 Groenvlakken 4.1.3 Water
12 12 14
4.2 Verhardingen 4.3 Parkmeubilair, voorzieningen en afrasteringen 4.4 Schoonhouden 4.5 Flora en fauna
5. Richtlijnen reguliere maatregelen
14 14 15 15
17
5.1 Groen
17
5.1.1 Bomen 5.1.2 Groenvlakken
17 19
5.2 Verhardingen 5.3 Parkmeubilair, voorzieningen en afrasteringen 5.4 Schoonhouden
22 24 26
Bijlage; A. Beheerkaart Nieuwe Plantsoen B. Leverancierslijst C. Belangrijkste punten uit samenwerkingsovereenkomst Het Nieuwe Plantsoen
2
1. Inleiding Dit plan geeft het beheer aan voor het bospark Nieuwe Plantsoen binnen de gemeente Deventer. Het Nieuwe Plantsoen is een multifunctioneel stadspark in het noordwesten van Deventer met een oppervlakte van circa 18 hectare en is oorspronkelijk aangelegd in 1915 naar ontwerp van Leonard Springer. In het park ligt ook de drinkwaterwinning Deventer-Ceintuurbaan, welke in eigendom is van Vitens. De gemeente Deventer en Vitens werken de komende jaren aan het herstellen van het park volgens de oorspronkelijke uitgangspunten. Het beheerplan maakt hier onderdeel van uit. Op afbeelding 1.1 is de ligging van het Nieuwe plantsoen weergegeven.
Afb 1.1 Ligging Nieuwe plantsoen
1.1 Aanleiding Dit beheerplan gaat in op het Nieuwe Plantsoen. Het beheerplan bestrijkt een periode van 10 jaar, van 2009 tot en met 2019 en heeft een integraal karakter, alle aspecten van de buitenruimte zijn erin opgenomen.
1.2 Doelstelling Voor het opstellen van het beheerplan voor het Nieuwe Plantsoen zijn verschillende aspecten van belang. Het gaat erom welk doel men voor ogen heeft en hoe deze gerealiseerd kan worden. De doelstelling voor het beheerplan is; “Een plan, dat past binnen de gemeentebegroting, voor optimaal groenbeheer en ontwikkeling van het groen in het Nieuwe Plantsoen te Deventer, waarbij rekening is gehouden met de verschillende partijen die een deel van het park bezitten en gebruiken.” Om dit doel te bereiken worden verschillende fases doorlopen. Van sfeerbeelden naar doelen en concrete beheermaatregelen welke vervolgens vertaald kunnen worden tot een onderhoudsbestek.
1.3 Leeswijzer Het beheerplan wordt geschreven vanuit de huidige situatie, deze is beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt de visie beschreven, hierin staat wat men met het park wil. Het beeld, het gebruik en het doel worden globaal beschreven. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de streefbeelden die men voor ogen heeft beschreven, hierbij worden alle beheergroepen benoemt. Hieruit volgen in hoofdstuk 5 en 6 de maatregelen die getroffen moeten worden om tot dit beeld te komen. Het gaat hier zowel om eenmalige als reguliere maatregelen. Tot slot zal er een planning worden getoond en de globale kosten die de uitvoering van het beheerplan met zich meebrengen.
3
2. Het Nieuwe Plantsoen, huidige situatie 2.1 Het park Het Nieuwe plantsoen kent verschillende gezichten. Het is enerzijds een extensief bosgebied waar waterwinning plaatsvindt, een rivierenlandschap met kolken en dijken en anderzijds een intensief park met een dierenweide, speelvoorzieningen, vijver en gazons, met een maatschappelijke betekenis voor de stad. Het Nieuwe plantsoen is op de monumentenlijst geplaatst, het veiligstellen van de verschijningsvorm is mede daarom van belang voor Deventer. Binnen dit kader zijn echter wel aanpassingen nodig om in te kunnen spelen op de recreatieve potenties en natuurwaarden van het park. Hoewel in de loop van de tijd het één en ander is gewijzigd in het oorspronkelijke plan van L. Springer, is de opzet en het karakter nog goed herkenbaar. Op afbeelding 2.1 is het nieuwe ontwerp van het park weergegeven.
Afb. 2.1 Ontwerp Nieuwe plantsoen
Ecologie Het Nieuwe plantsoen vertegenwoordigt in stedelijk-ecologisch opzicht een park met veel mogelijkheden. Er is een grote variatie aan leefmilieus (oude bomen, kolken, grasland), een lage gebruikersdruk en er is een redelijk goede verbinding met het buitengebied. De soortenrijkdom is behoorlijk, zo is bijvoorbeeld de vogelstand erg gevarieerd. Recreatie De Klinkenbeltskolk en de dierenweide hebben een grote recreatieve aantrekkingskracht. Deventernaren uit heel Deventer komen naar het park om met hun gezin de dieren te voeren en de nabijgelegen speelvoorzieningen te gebruiken. Waterwinning In tegenstelling tot vroeger wordt dit water op grote diepte gewonnen. Negatieve effecten van grondwaterstandverlaging, zoals die uit het verleden bekend zijn, blijven daardoor achterwege. De
4
gebouwen en pompputten op het terrein zijn functioneel en dit stelt eisen aan de inrichting en gebruik van het terrein. De waterwinningsfunctie sluit niet uit dat het waterwingebied al lange tijd voor wandelen en fietsen wordt gebruikt. Al deze waardevolle aspecten hebben ertoe geleid dat het strategisch Beheerplan “Stadspark Nieuwe Plantsoen” van Marcelis Wolak, een bescheiden karakter heeft. Via gericht beheer en eenvoudige maatregelen dient het park zichtbaar, herkenbaar en beleefbaar te blijven. Eigendom Zowel de gemeente Deventer als Vitens bezitten delen van het park. De Ceintuurbaan deelt het park in tweeën, het noordelijke deel is grotendeels van de gemeente Deventer, het zuidelijke deel is van Vitens. Gemeente Vitens
Afb 2.2 Eigendommen Nieuwe Plantsoen
2.2 Het beheer Het huidige beheer wordt uitgevoerd onder verantwoording van Vitens en gemeente Deventer. De uitvoering voor het dagelijkse beheer van het gehele park, dus beide eigenaardelen, ligt bij gemeente Deventer, uitgezonderd de pompputten, watertoren en bijgebouwen. Groot onderhoud valt buiten dit beheerplan en bijbehorende opdracht. Groot onderhoud wordt besproken tijdens de jaarlijkse evaluatie. Voor de werkzaamheden wordt een aparte prijs opgevraagd. De belangrijkste punten uit de opdracht staan beschreven in bijlage C van dit beheerplan. Toezicht Er zijn een tweetal toetsingsmomenten vastgesteld, waarop het uitgevoerde beheer wordt beoordeeld. Extra toezicht is gewenst tegen oneigenlijk parkgebruik, in het bijzonder inrijden van auto‟s. Dit speelt met name aan de rand van de Driebergenbuurt. Daarnaast is er toezicht op pompputten en de bedrijfsgebouwen, de verantwoording en uitvoering hiervan ligt bij de Vitens.
2.3 Beheergroepen en knelpunten In het Nieuwe plantsoen komen verschillende beheergroepen voor. Van deze beheergroepen wordt hieronder een beschrijving van de sfeer en kwaliteit gegeven. Het is belangrijk dat in dit stuk de knelpunten van het park naar voren komen zodat het beheer hierop kan worden afgestemd. 2.3.1 Groen Hieronder staat voor alle aanwezige beheergroepen die gerelateerd zijn aan groen, de huidige situatie beschreven. De codes die erbij staan corresponderen met de legenda van de beheerkaart. Plantsoenbomen Alle bomen in het Nieuwe plantsoen –behalve de bomen die onderdeel zijn van het bosgebied– hebben een parkachtige uitstraling. De meeste van de bomen in deze categorie zijn in het verleden min of meer opgekroond. Op sommige locaties staan de bomen zo dicht opeen dat het onderscheid met het bos moeilijk te maken is. 5
Het boomassortiment is vrij gevarieerd en kent bomen van een vrij hoge leeftijd en omvang. Solitaire of groepsgewijs geplaatste bomen met een esthetische en architectonische waarde of die van belang zijn voor cultuurhistorie zijn als plantsoenboom aangemerkt. In beperkte mate speelt ecologie een rol, met name bij de inheemse boomsoorten. Het huidige boombestand in het park is vitaal. Van beheerachterstand is wel sprake, doordat bomen te dicht opeen staan. Acute onderhoudsproblemen doen zich niet voor, maar de situatie is voorafgaand aan het herstelplan niet optimaal qua onderhoud en qua locatie. Bomen zijn niet altijd gunstig geplaatst, zoals de metasequoia‟s dicht langs de Ceintuurbaan. Aandachtspunt is de verarming in het assortiment waardoor het onderscheid tussen plantsoenboom en bos vaak veel te klein is. Bospark Onder deze beheergroep vallen alle bosgebieden van het Nieuwe plantsoen. Het bospark bestaat uit twee aaneengesloten bospercelen die gelegen zijn aan weerszijden van de Ceintuurbaan en die gezamenlijk de kern van het park vormen. Daarnaast zijn enkele kleine deelgebieden en soms kleine vakken te onderscheiden van een verschillende samenstelling. Deze worden hieronder beschreven. HHB-1: Bospark ten noorden van de Ceintuurbaan Dit bosgebied bestaat uit voornamelijk zomereik en beuk. De struiklaag is opgebouwd uit sneeuwbes, hulst, gewone vlier, Europese vogelkers. De bodem is begroeid met klimop, paarse dovenetel, klein springzaad, geel nagelkruid, hier en daar grote brandnetel, reuzenbalsemien en framboos. Daarnaast is er veel opslag van gewone en Noorse esdoorn, beuk, boswilg en ruwe iep. Er is geen sprake van een onderhoudsachterstand, er zijn geen takophopingen en zwerfvuil e.d., waardoor het beeld fraai is. De ondergroei wijst echter op verstoring of verhoogd voedselaanbod. Ook komen in het bos vrij veel vergravingen voor, waardoor op termijn de verruiging zal toenemen. De bosstrook is een belangrijk wandelgebied en fungeert als doorsteek voor fietsers. Het is een element dat het park zijn bijzondere karakter geeft. Opvallend is het ontbreken van een gelaagdheid in het bosbeeld. Er zit een grote afstand tussen boomkronen en ondergroei. Dit geeft het bos een ‟hol‟ karakter. Daarnaast is er sprake van een zeer homogene leeftijdsopbouw, waarin jonge en oude bomen ontbreken. Op kruisingen van wegen zijn in het historische ontwerp van Springer verdichtingen aangebracht in de vorm van wintergroene heesters. Restanten van deze beplanting zijn nog aanwezig. De situatie is echter verre van optimaal en soms verruigd of door zware schaduwdruk sterk in de verdrukking geraakt. Het betreft veelal groepen rhododendron, taxus, chamaecyparis, thuja of sierframboos. Recreatie is de hoofdfunctie in dit deel, zodat het bos een echt stadsparkfunctie heeft voor de gemeente Deventer, het wordt vrij intensief gebruikt. Het bosgebied speelt in ook ecologisch opzicht een rol voor Deventer. HHB-2: Bospark ten zuiden van de Ceintuurbaan Dit bosgebied heeft een bomenlaag van fijnspar, lariks, zomereik en beuk. De struiklaag ontbreekt grotendeels (slechts 5% bedekking). In de kruidlaag is veel klimop aanwezig, echter overheerst de framboos. Daarnaast komt veel grote brandnetel voor en in mindere mate stinkende gouwe, vogelmelk, geel nagelkruid, braam. Er is veel jonge opslag aanwezig van gewone esdoorn en gewone vlier. Ook hier ontbreekt de gelaagdheid van het bosbeeld, is de leeftijdsopbouw erg uniform en zit er een grote afstand tussen boomkronen en ondergroei. De houtopstand heeft bosbouwkundige waarde hoewel houtproductie niet meer wordt nagestreefd. Waterwinning is de hoofdfunctie van het bosgebied, al spelen recreatie en natuur een belangrijke rol. De overeenkomst met het bosgebied ten noorden van de Ceintuurbaan is groot. Ook hier zijn weer opvallende heestergroepen of solitaire wintergroene struiken/bomen aangeplant, veelal op kruisingen, en is het Springerontwerp nog herkenbaar in de padenstructuur en in een enkele zicht-as. Deze elementen geven het bos een parkachtig karkater. Kleinere bosvakken en verbijzonderheden: ten noorden van de Ceintuurbaan HHB-1a. Smalle bosstrook tussen Klinkenbeltskolk en Ceintuurbaan: Deze strook bestaat uit zomereik, beuk, haagbeuk, grove den en enkele doorgeschoten veldesdoorns. De struiklaag is opgebouwd uit sneeuwbes, struikkamperfoelie, ribus, Europese en Amerikaanse vogelkers, eenstammige meidoorn en gewone vlier. De bodem is begroeid met klimop, geel nagelkruid, grote brandnetel en framboos. Daarnaast is er veel opslag van gewone en Noorse
6
esdoorn en iep. Er is sprake van een onderhoudsachterstand. De bosstrook fungeert als een natuurlijke begroeiingsrand en is een fraaie overgang van boslandschap naar IJssellandschap. HHB-1b. Bos rondom de speelplek: Bos bestaande uit enkele zware, fraaie zilveresdoorns en 10 m hoge sparren. De ondergroei is bosachtig, met veel sneeuwbes. Op de hoek zijn rhododendrons aangeplant, deze zijn in slechte staat. Behalve de zilveresdoorns is de situatie weinig bijzonder en is omvorming/renovatie wenselijk. HHB-1c. Beplanting rondom kwekerij: Het bos rondom de kwekerij bestaat uit hakhout, waarin veel hazelaar voorkomt en een boomlaag van cultuursoorten als christusdoorn, rode beuk, plataan, maar ook essen. De boomlaag is dicht en de cultuursoorten zijn weinig passend bij het natuurlijke beeld van de ondergroei. Aansluitend hieraan bevindt zich een bossage met voornamelijk boskriek. De beplanting verkeert in slechte staat, met een ruige ondergroei van grote brandnetel en springzaad. Daarnaast is er veel opslag van gewone vlier. HHB-1d Boslanen Een bijzonder fraai element in het noordelijk bospark is de zware laan van beuk langs de kwekerij. Deze is waardevol en heeft een historisch uitstraling. De laan is breed en is beeldbepalend. Een 10 m brede strook ondergroei scheidt de laan van de naastgelegen kwekerij. Centraal in het noordelijk bosvak ligt een jonge laan van zomereik. De laan is nog weinig duidelijk zichtbaar. Op lange termijn kan deze laan uitgroeien tot een prominent onderdeel van het park. HHB-1e. Bosranden De hoek van de Laan van Borgele en Ceintuurbaan wordt gevormd door een sterk verruigde bossage met een provisorisch hekwerkje en diverse cultuurheesters. De situatie oogt rommelig en kent veel achterstallig onderhoud. Dit in tegenstelling tot de boshoek van de Overstichtlaan en Hendrik Heukelslaan. Ook hier is de beplanting cultuurlijk, maar deze oogt verzorgd. Het bos met de beplanting van vlakvullende Euonymus fortunei vormt de entree van de nieuwe woonwijk. De boomlaag bestaat overwegend uit beuk. Aan de achterzijde van de villa op de hoek van Overstichtlaan en Laan van Borgele is het doorzicht groot, waardoor er geen visuele afscherming is tussen particuliere tuin en openbaar bosgebied. Kleinere bosvakken en verbijzonderheden: ten zuiden van de Ceintuurbaan HHB-2a Bosstrook met een geheel afwijkend bosbeeld. Hier overheerst een „stakenbeplanting‟ van gewone esdoorn en hazelaar. De staken staan dicht tot zeer dicht opeen. Zijtakken worden nauwelijks gevormd, zodat de stammen dun en hoog opgroeien. Dergelijk bosbeeld is niet passend bij de rest van het parkachtig uiterlijk en het cultuurhistorische karakter van het bosgebied. HHB-2b Bosstrook hoek De Heuvel tot/met Burgersdijkstraat Dit bosvak is vrijwel gelijk aan het overige deel van het bosgebied van Vitens, maar ligt langs de rand van de zuidelijk gelegen woonwijk. De boomlaag is identiek, maar de struikenlaag is iets dichter en vrij laag (gemiddeld 2 m). Hier overheersen gewone vlier, hazelaar, sneeuwbes, aalbes en gewone esdoorn als opslag. De kruidlaag bestaat uit: bosaardbei, grote brandnetel, klimop, zenegroen, ridderzuring, stinkende gouwe, bosbraam. Er zijn veel jonge zaailingen van zomereik. Waterwinning is de belangrijkste functie van dit bosgebied Daarnaast is extensieve recreatie mogelijk. Het bosgebied speelt in ecologisch opzicht een rol voor Deventer. Knelpunten in dit bosvak zijn de onduidelijke entree, inrijdende auto‟s, zwerfvuil en beperkte (sociale) veiligheid. Het doorzicht van en naar de achterliggende woonwijk is erg beperkt. De aanplant aan de achterzijde van woningen is erg dicht en daardoor aantrekkelijk als dumpplek voor tuinafval. HHB-2c Boslanen Midden door het zuidelijke hoofdbosvak ligt een vrij brede laan gesitueerd bestaande uit een wandelpad met aan weerszijde een rij naaldbomen. De laan is weinig fraai, maar als doorgaande lijn belangrijk voor het park en voor de ontsluiting van en naar de achterliggende wijk. Gesloten bosplantsoen Tot deze beheergroep behoort de hoek Overstichtlaan en Hendrik Heukelslaan, ter hoogte van de monumentale woning op de hoek van de Laan van Borgele. De strook bestaat uit veel struiken van
7
inheemse herkomst, zoals hazelaar, gewone vlier, iep, eenstammige meidoorn, kornoelje, hulst en sneeuwbes. Het vak is verruigd door sterke kruidengroei van reuzenberenklauw en grote brandnetel. Daarnaast komen grote vlakken voor met bonte dovenetel en look zonder look. Er zijn diverse ophopingen van zand en organisch materiaal. De soortenrijkdom van de boomlaag is beperkt, met name wilg en populieren. Het vak heeft veel achterstallig onderhoud. Centraal in het vak ligt een vroegere heemtuin, bestaande uit gras/kruiden met een parkachtige beplanting rondom. Heesters Tot deze beheergroep behoren de 3 jaar oude heestervakken. De plantkeuze is afgestemd op de locatie en bestaat naast afschermende, grove en wintergroene heesters; laurierkers, sorbaria, cheanomelis, rhododendron en uit bloeiende sierheesters zoals ganzerik. De grove en wintergroene beplantingen overheersen het beeld en schermen de achterliggende woningen af. Ze hebben een ondergroei van klimop. De sierheester aanplant heeft een decoratieve waarden en is in goede staat. Knelpunt is de dichte plantafstanden, waardoor verdringen optreedt en „overkoken‟, zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde. Ook het wintergroene plantvak langs de Laan van Borgele met rhododendrons en de herfstpaardenkastanje valt in deze beheeromschrijving. De woning nabij de kwekerij heeft een smalle beplanting van rhododendrons. Deze is in zeer matige tot slechte staat. Naast een te dichte plantafstand, is het blad sterk vergeeld, komen er veel wortelonkruiden voor en ontbreken delen in de aanplant. Bodembedekkende beplanting Tot deze beheergroep hoort de recent aangeplante begroeiing van klimop tegen het hekwerk achter de dierenweide. De aanplant schermt het zicht op de achterliggende privé-woning af. Gazon Het deel van het Nieuwe plantsoen rondom de Klinkenbeltskolk bestaat uit gazon. Dit zorgt voor een open karakter. Het wordt matig intensief gebruikt door de bezoekers voornamelijk als wandelgebied, hondenuitlaatzone en voor het voeren van eenden. Nabij de dierenweide en nabij de nieuwste woonwijk is het gebruik van het gazon het meest intensief. Bloemgras laag Het talud en bermen van de Lookersdijk en de recent ingeplante boomweide ten zuiden van de watertoren vallen binnen de beheergroep Bloemgras laag. Het heeft een matig voedselrijk karakter, hetgeen passend is bij dergelijke locaties. Ook op plaatsen waar een intensief beheer moeilijk uitvoerbaar is, speelt bloemrijk gras een rol, zoals rond de stamvoet van bomen. Knelpunten in het huidige beheer zijn beperkt tot de hoge voedselrijkdom, waardoor verschraling moeilijk haalbaar is. Ook de zone langs de waterrand valt onder de beheergroep Bloemgras laag. Deze zone dient t.b.v. veiligheid, beeld en gebruik als spoelvijver een vrij korte, maar ook natuurlijke vegetatierand te hebben. Water De poel en de Klinkenbeltskolk inclusief de waterrand vallen onder de beheergroep water. De beheerverantwoording valt onder Vitens. 2.3.2 Verhardingen Hieronder staat voor alle aanwezige beheergroepen die gerelateerd zijn aan verhardingen, de huidige situatie beschreven. Trottoirs en voetgangersgebieden Een padenpatroon van 1,5-2,5m breedte, uitgevoerd in zand of halfverharding (Nobrecal). Diverse paden zijn recent hersteld of aangelegd naar cultuurhistorisch voorbeeld t.b.v wandel- en verblijfsfunctie. Enkele brede paden worden gebruikt door fietsers als verbindingsweg tussen de diverse woonwijken. Kantopsluitingen komen niet voor. De halfverharding maakt dat het park gedurende alle seizoenen toegankelijk is, hoewel de begaanbaarheid bij natte omstandigheden minder kan zijn. Vitens gebruikt een aantal paden voor onderhoudswerkzaamheden bij de waterwinputten. De gemeente gebruikt de paden om de afvalbakken te schonen. Het is zaak de toegankelijkheid van de paden goed in stand te houden. Dit voorkomt dat parkgebruikers en -beheerders het gras gebruiken
8
(en daarmee voor insporing zorgen). De huidige staat van de nieuwe paden is goed, de uitstraling is verzorgd. Grasbetontegels, het bordes en inritten Onder deze beheergroep vallen de grasbetontegels langs de Lookersdijk ter hoogte van de pompput en de inrit naar de watertoren vanaf de middelweg. Deze verharding is bedoeld om de toegankelijkheid van de pompput en de watertoren te garanderen, deze bestaat uit oude straatklinkers. De pompputverharding wordt door bezoekers/omwonenden als parkeerplaats gebruikt. Dit parkeergebruik is ongewenst. Het functionele en groene karakter van de tegels is passend bij het park. Daarnaast is ook het bordes aan de ceintuurbaar uitgevoerd in klinkerverharding. Tegelpad Naast het pompgebouw en rondom de parkeerplaats liggen 30*30 tegels. Het is zaak de toegankelijkheid van de paden goed in stand te houden. 2.3.3 Parkmeubilair, voorzieningen en afrasteringen Hieronder staat voor alle aanwezige beheergroepen die gerelateerd zijn aan meubilair, voorzieningen en afrasteringen, de huidige situatie beschreven. Banken, picknicksets en afvalbakken Bij de herinrichting is het park voorzien van nieuw parkmeubilair. Sets van banken met een bijbehorende afvalbak zijn op enkele strategische plaatsen langs de paden gesitueerd. Het parkmeubilair is stevig en sluit aan bij het karakter van het park. Er zijn geen knelpunten te verwachten. In het bosgebied resteren nog veel van de oudere banken. Deze worden in de komende tijd vervangen. Afzetpalen en voethekken Onder deze beheergroep vallen de houten routepaaltjes (wandelroutes), anti-inrijpalen bij enkele toegangspaden en enkele authentieke grenspalen. Vrijwel alle palen zijn sterk verouderd en veelal niet afdoende, alleen de grenspalen zijn bijzonder vanwege de cultuurhistorische betekenis. Palen die te maken hebben met de waterwinning of andere nutsvoorzieningen zijn niet in beheer bij de gemeente. Bewegwijzering en bebording: Onder deze beheergroep vallen de verkeersgeleidende en informatieborden van het park. Er is gebruik gemaakt van zakelijk standaardassortiment; het is niet specifiek afgestemd op het cultuurhistorische karakter van het park. Opvallend is dat er zeer terughoudend is omgegaan met het plaatsen van borden. Verlichting Het huidige park is onverlicht. Alleen de verkeerswegen, Ceintuurbaan, de Middelweg en de Laan van Borgele, zijn van verlichting voorzien, evenals de aangrenzende wijken. De verlichting is geen onderdeel van het beheerplan. Het is een standaard uitvoering, verouderd, niet passend bij de uitstraling van het park en kent een aanzienlijke onderhoudsachterstand. Houten afrastering, palen met draden In de smalle bosstrook tussen Klinkenbeltkolk en Ceintuurbaan is een tijdelijk raster geplaatst om doorloop tegen te gaan. Hetzelfde is gedaan langs de Burgersdijkstraat nabij De Heuvel. Beide rasters zijn sterk verouderd en in slechte staat. Trappen In het park zijn 2 trappen aanwezig van beton. Metalen afrastering, spijlenhekwerk en poort Onder deze beheergroep valt het hekwerk rondom de dierenweide. Dit hekwerk is nieuw en in uitstekende staat. Het is stevig en qua uitstraling passend bij het parkbeeld. Onder deze beheergroep valt ook het hekwerk rondom de watertoren en bijgebouwen. Het hekwerk is in beheer bij Vitens en daarom geen onderdeel van dit beheerplan.
9
Pompputten, afsluiters en elektriciteitsvoorzieningen In het park zijn diverse voorzieningen aangebracht die te maken hebben met waterwinning. Dit zijn pompputten, afsluiters of elektriciteitsvoorzieningen. De constructies zijn beperkt van omvang en veelal zakelijk en eenvoudig. Het zijn functionele voorzieningen. 2.3.4 Schoonhouden Blad en vuil Onder deze beheergroep valt het gehele parkgebied. Het park in de huidige staat is vrij schoon: alleen langs de randen van het park is er sprake van een hoge vuildruk. Hier is tuinafval, takkenhopen en zwerfvuil aanwezig. Afvalbakken en containers worden frequent geleegd. Afvalbakken worden in het zomerhalfjaar dagelijks geleegd. In het winterhalfjaar twee tot drie maal per week. Niet onder een beheergroep onder te verdelen maar wel belangrijke aspecten zijn de volgende; - Sociale veiligheid Vanwege de sociale veiligheid zal openheid in het bosgebied de nodige aandacht moeten krijgen. Er zal een situatie moeten blijven van „zien en gezien worden‟, zonder het oorspronkelijke bospark-karakter teniet te doen. Pleksgewijze verdichting is mogelijk, maar op strategische locaties langs randen en entrees, langs paden en bij bebouwingsgrenzen is extra alertheid op voldoende openheid gewenst.
10
3. Visie Het beheer is gericht op behoud van een historisch park, waar natuur- en bosbeleving in een parkachtige setting, samengaan met waterwinning en extensieve recreatie. Er vinden geen grootschalige ingrepen plaats, via gericht beheer en eenvoudige maatregelen dient het park zichtbaar, herkenbaar en beleefbaar te worden en te blijven. Het gaat hierbij dus om ontwikkelingsbeheer. In 2002 is een strategisch beheerplan voor het Nieuwe Plantsoen opgesteld door Marcelis Wolak. In dit plan worden een aantal speerpunten genoemd die als uitgangspunten voor dit beheerplan dienen: 1. Behoud van identiteit van het park, waarbij het park een samenhangend geheel moet vormen, de ziel van het park (rivierenlandschap, Boschpark, villa‟s en watertoren) behouden en versterkt en de sfeer van „buiten‟ moet zichtbaar en voelbaar zijn. 2. Opbouw van het park, waarbij een harde (visuele en infrastructurele) begrenzing nodig is, versterking van de kern (watertoren en Klinkenbeltskolk) gewenst is en behoud van de afwisseling open en dicht en benutting van zichtlijnen. 3. Kenmerkend elementen voor het park moeten behouden blijven. Voor het dichte bos zijn dit de oude bomen, zichtlijnen en wandelpaden. Kenmerkend voor het open rivierengebied is de openheid, en voor de zone met woningen is het wonen in het groen een kenmerkende kwaliteit. Duidelijk kenmerk voor het waterwingebied is de Watertoren als symbool, met de waterwinfunctie als uitgangspunt. 4. Behoud van monumentale waarden, van het Boschpark van L. Springer met zijn typische kenmerken. Zoals de watertoren (gemeentelijk monument) als oudste cultuurhistorische element in het park (rijksmonument), inclusief bijgebouwen, van cultuurhistorische objecten (grenspalen, villa‟s) en archeologische waarden van de kolken en dijken. 5. Verbetering in de ontsluiting, waarbij er meer hiërarchie moet komen in het padenpatroon en onderscheidt in wandelpaden en doorgaande routes, herstel van de Springerpaden en het tegengaan van doorlopen. 6. Zichtbaar maken van de waterwinning, waarbij de watertoren meer toegankelijk kan worden in de toekomst, verbetering van de uitstraling en functie van de bijgebouwen gewenst is, de herkenbaarheid van waterwinputten en het waterwingebied wordt vergroot. Waterwinning De waterwingebieden hebben primair de functie van waterwinning. Vitens ziet echter ecologische en recreatieve functies als belangrijke nevendoelstellingen. Voor wat betreft de natuurwaarden wordt gestreefd naar ontwikkeling van inheemse natuur. In het geval van de waterwinning DeventerCeintuurbaan is het beheer echter gericht op het in stand houden van het ontwerp van Springer en bevat daarmee ook exoten.
11
4. Gewenste situatie In dit hoofdstuk wordt de gewenste situatie beschreven. Er wordt hier ingegaan op de streefbeelden die men voor ogen heeft voor het groen, de verhardingen, de inrichtingselementen en het schoon houden van het park. Het streefbeeld is het beeld dat men uiteindelijk voor ogen heeft voor de betreffende beheergroep, hierbij gaat men ook uit van het beheer. Het kwaliteitsniveau dat de gemeente Deventer en Vitens hanteren voor het Nieuwe plantsoen is de basiskwaliteit. Tot slot wordt er nog kort iets beschreven hoe er om gegaan dient te worden met de flora en fauna in het gebied.
4.1 Groen 4.1.1 Bomen Plantsoenbomen wel en niet opgekroond (BBN) Streven is gericht op behoud van beeldbepalende bomen en bijzondere boomsoorten, passend bij het cultuurhistorische karakter van het park. Uitgangspunt is om het huidige boombestand te handhaven, hoewel deze niet optimaal is qua locatie en/of samenstelling. Waar mogelijk is het verkrijgen van een natuurlijke habitus gewenst, waar bomen binnen 4 meter van wegen en/of paden of in zichtassen staan is beperkt opkronen noodzakelijk. Daarnaast moeten solitaire bomen duidelijk te onderscheiden zijn van bomen uit het bosgebied. Einddoel is het verkrijgen van solitaire bomen van hoge tot zeer hoge ouderdom. Bosbomen (HHB-1) Deze bomen zijn geen onderdeel van het bomenbestand, maar behoren bij de reguliere bosopstand. De bomen staan aan de rand van het bos en vormen zo de overgang van bos naar open landschap. Het beheer is gericht op het tot ontwikkeling laten komen van de soorteigen verschijningsvormen waarbij rekeninggehouden moet worden met de begaanbaarheid van de paden waar zij langs staan. In die gevallen moet aandacht besteed worden aan de opkroonhoogte en het behouden van veilige situatie. Straatbomen (BBS-1) Deze straatbomen hebben het karakter van een bosboom, derhalve is het beeld en beheer dat bij een straatboom hoort niet van toepassing omdat zij grotendeels opgenomen worden in het bos. De bomen in laan met Douglas in het park moeten wel als straatboom beheert worden. Voor deze bomen is het beheer gericht op het behoud van de laan als geheel. Belangrijk hierbij is om aandacht te besteden aan voldoende opkroonhoogte en het behouden van een veilige situatie. Bij een uitval van 40% van de bomen in een laan wordt overgegaan tot gehele vervanging van de bomenlaan. 4.1.2 Groenvakken Bospark (HHB) Het beheer heeft instandhouding van de bosvakken als doel, bestaande uit gebiedseigen bostype en bijbehorende ondergroei. Het beheer is natuurvolgend, gericht op een inheems bosbeeld. Gelaagdheid en afwisseling in boom- en struiklaag en kruidlaag is gewenst. Langs de randen is het beheer gericht op voldoende doorzicht en begaanbaarheid van de paden te houden i.v.m. veiligheid. Vervolgens is het gewenst om verruiging, verstoringen, e.d. te verminderen en te voorkomen. Naast het natuurdoel dient in het bosgebied de parkfunctie en ontwerp van Springer versterkt te worden. Mede daardoor heeft het bosgebied een recreatief doel, het beheer dient goede en veilig bosgebruik na te streven. Behalve toezicht, betekent dit alert reageren op vernielingen en vervuilingen. Naast dit alles blijft waterwinning een hoofdfunctie van het gebied. Bovenstaande beschrijving is een algemeen beeld wat men wil bereiken met het bospark. Hieronder staan nog een aantal bijzondere groepen benoemd. Hoofdvakken HHB-1 en HHB-2: Bospark aan beide zijden van de Ceintuurbaan Het bospark aan de noordelijke en de zuidelijke kant van de Ceintuurbaan, zijn gericht op een inheems bosbeeld met een parkachtige uitstraling (wandel, fiets en verblijffunctie) en met voldoende doorzicht. Het bosgebied moet als stadspark fungeren. Versterking van de parkfunctie en behoud (en versterking) van het ontwerp van Springer moet het belangrijkste uitgangspunt zijn. Daarnaast is 12
bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden van belang. Waterwinning is, met name in het zuidelijk deel, een hoofdfunctie. Naast deze functionele doelen zijn er beheerdoelen die te maken hebben met bosbouwkundige aspecten. Dit betreft het vergroten van de gelaagdheid en afwisseling en het verkrijgen van een gevarieerdere leeftijdsopbouw. Kleinere bosvakken en verbijzonderheden: Deel ten noorden van de Ceintuurbaan Het beheer van de smalle strook langs de Ceintuurbaan, HHB-1 is gericht op een inheems bosbeeld, met voldoende doorzicht. Het beheer van de beplantingsvakken langs de kwekerij, HHB-1c, is gericht op behoud van het hakhoutbeheer van voornamelijk hazelaar met een beperkte boomlaag van cultuursoorten. In de aangrenzende strook zal boskriek het beeld moeten bepalen. Het beheer van de lanen, HHB-1d, is gericht op behoud en versterking van de historische karakter. Een imposante, vitale en oude bomenlaan is het einddoel. Hierbij moet het beeldbepalend aspect (wandellaan, zicht-as) worden benadrukt. Dit betekent dat het kronendak van de laan moet worden vrij gezet van opslag en ongewenste ondergroei. Hetzelfde geldt voor de jonge eikenlaan. Het beheer van de boshoeken, HHB-1e, is gericht op herstel en omvorming naar inheems bos voor wat betreft de verrommelde en verruigde delen. Behoud van de huidige situatie is echter al voldoende bij de boshoek aan de Hendrik Heukelslaan. Hier zal het beheer gericht moeten blijven op behoud van de huidige boomlaag met een cultuurlijke bodembedekkende ondergroei. Kleinere bosvakken en verbijzonderheden: Deel ten zuiden van de Ceintuurbaan Het beheer van de bosvakken langs de zuidelijke bosrand, HHB-2b, is gericht op een inheems bosbeeld, echter met een lage ondergroei, veel doorzicht en goede toegankelijkheid vanuit de aangrenzende woonwijk. Dit gebeurd door de openheid naar de achterzijde van de huizen te vergroten. Daarnaast zijn de bosbouwkundige maatregelen, zoals verwoord bij het hoofdvak, ook gewenst in dit deel van het parkgebied. Het stakenbos, HHB-2a, krijgt te maken met omvormingsbeheer gericht op het verkrijgen van een inheems bosbeeld met een evenwichtige verdeling in bomen, stuiken en kruidlaag. Evenals het vak HHB-2b is het ook hier nodig de openheid en het doorzicht te vergroten. Het beheer van de laan, HHB-2c, is gericht op vervanging van het naaldhout door inheemse bomen. In aansluiting op de laan in het noordelijke parkdeel is ook hier het beeldbepalend aspect belangrijk. Het betreft een hoofdroute door het park en deze mag vrij zwaar worden aangezet. Een zware laanbeplanting is hier gewenst. Bosplantsoen gesloten (HHG) Streven ligt in verbetering van de huidige structuur en het versterking van het natuurlijke karakter. Verruiging of verstoring is daarbij ongewenst. Bomen en struiken moeten een duurzame samenstelling hebben conform hun natuurlijke standplaats. Tevens dient er aandacht te zijn voor het cultuurhistorische aspect van de plek, d.w.z. behoud van de openbare ruimte en cultuurlijke beplantingsrestanten. Wel is het nodig om ook hier de verruiging terug te dringen. Heesters (HHH) Het beheer van de heestervakken is gericht op het verkrijgen, en daarna in stand houden, van een aaneengesloten, middelhoge, representatieve beplanting met functie sierwaarde en afscherming. De hoogte varieert van 0,5m tot 3-4 m. Bodembedekkende beplanting (HHD) Het beheer van de klimopbegroeiing is gericht op het verkrijgen, en daarna instandhouden, van een aaneengesloten, 2m hoge, vlakke en dichte begroeiingswand van klimplanten. Gazon met bollen en knollen (GGG) Het beheer is gericht op behoud van het gazon. Uitdaging daarbij is om het gazon goed af te stemmen op het parkgebruik en parkbeeld. Dit betekent dat de intensief gebruikte delen, GGG-1, meer aandacht vragen dan de extensievere delen, GGG-2. Daarnaast is aanplant en vervolgens
13
instandhouding van het bollen- en knollenassortiment, GGG-3, van belang, waarbij het verkrijgen van verdere bloeirijkdom in voorjaar, zomer- en beperkte najaarbegroeiing wordt bereikt. Bloemgras laag (GGL) Het beheer van het bloemrijk grasland, GGL-1, is gericht op het verkrijgen en behouden van grote delen met bloemrijke vegetaties waarbij ook de ecologische waarde een belangrijke rol speelt. Het beheer is gericht op een visueel aantrekkelijk grasland met een hoge ecologische waarde. Uitdaging daarbij is om het bloemrijk gras te integreren in het parkgebruik. Aanvullend is het gewenst om de bloemrijkdom en soortenrijkdom te vergroten. Langs de waterrand, GGL-2, is het beheer gericht op het creëren van een veilige en functionele begroeiingsrand waarbij verhouting en verruiging tegengaan wordt. 4.1.3 Water Waterpartijen Het beheer van de waterpartij is gericht op de functie als waterberging, oa het verwijderen van drijfvuil is hiervoor van belang. Daarnaast hebben de oevers een natuurlijke uitstraling. Ook dit moet de komende jaren gehandhaafd blijven.
4.2 Verhardingen Voetgangerspaden en het bordes (VTA) Het beheer is gericht op instandhouding van het profiel, begaanbaarheid en uitstraling. Uitdaging is om de huidige staat goed te beheren en onregelmatigheden tijdig te signaleren en te herstellen. Bij de voetpaden van zand/leemgrind, VTA-1, is het beheer gericht op een goed mogelijke begaanbaarheid voor parkbezoekers en gebruik. Voor het asfaltpad, VTA-2, is het beheer gericht op behoud van redelijke functionaliteit. Dit laatste geldt ook voor de tegel- en klinkerpaden. Verhardingen in het groen (VPG en VGG) Daar waar het ongewenste paden betreft is het beheer gericht op ontmoediging van gebruik. Alleen wanneer de paden een logische verbinding vormen en er geen alternatief verhard pad nabij is, dienen ze geaccepteerd te worden. Daar waar het halfgroene verhardingen betreft, zoals grasbetontegels, VPG-1, is de instandhouding van de verharding en functioneel gebruik het beheerdoel. Het gewenste eindbeeld bestaat uit een functioneel beheerpad, met een grasbegroeiing, waardoor er geen onderscheid is tussen tegels en de rest van het dijkprofiel.
4.3 Parkmeubilair, voorzieningen en afrasteringen Banken en picknicksets, afvalbakken (MMB/MMA) Het nieuwe parkmeubilair, MMB/MMA-1, onderhouden t.b.v. parkbeeld en -gebruik. Een schoon, functioneel en goed ogend meubilair kan het parkbeeld versterken, en het beheer is daar op gericht. Voor het oude meubilair, MMB/MMA-2, wordt geen beheerdoel vastgesteld, anders dan het voorkomen van onveilige situaties. Binnen de beheerperiode vallen kleinschalige herstel- en vervangingswerkzaamheden, alhoewel die gezien de komende herinrichting, beperkt zullen blijven tot wat incidentele schades. Houtstapels Op een tweetal plaatsen kom op de kruising houtstapels te liggen. Deze houtstapels zorgen voor afscheiding en kinderen kunnen erop spelen. Het beheer is dan ook gericht op het in standhouden van de stapels waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheid en functionaliteit ervan. Palen (MMP) De huidige palen hoeven niet of nauwelijks beheerd te worden in afwachting van de herinrichting. Beheer is alleen nodig indien de veiligheid in geding raakt. Voor nieuw geplaatste palen geldt een beheer gericht op zo goed mogelijk onderhouden t.b.v. parkbeeld en -gebruik. Binnen de beheerperiode vallen kleinschalige herstel- en vervangingswerkzaamheden. Voor wat betreft de wandelroute-palen is er geen beheerdoel vastgelegd in afwachting van de herinrichtingsplannen.
14
Bewegwijzering (BBB) Het beheer is gericht op het in stand houden van de borden en het waarborgen van de functionaliteit. Binnen de beheerperiode vallen kleinschalige herstel- en vervangingswerkzaamheden. Er zal ook een nieuw informatiebord geplaatst worden, het beheer hiervan is ook gericht op het waarborgen van de functionaliteit op het up-to-date houden van de informatie. Houten afrastering, palen met draden (AAH) Het beheer is gericht op functionaliteit en veiligheid. Het beheer heeft een tijdelijk karakter. Na 5 jaar wordt verwacht dat de huidige afrastering niet meer functioneel is en verwijderd kan worden. Tot die tijd moeten de afrasteringen wel worden onderhouden. Pompputten, afsluiters en elektriciteitsvoorzieningen De huidige voorzieningen beheren t.b.v. functionaliteit. De bereikbaarheid dient gegarandeerd te zijn en deksels e.d. eenvoudig te vinden. Verantwoording en uitvoering van het beheer van de voorzieningen ligt overigens bij de beherende instantie, zoals de afsluiters in beheer zijn bij Vitens. Aandachtspunt is het vrijhouden van een opstelplaats voor onderhoudsmateriaal tbv de pompputten. Fontein De fontein is een sierelement in het park. Het beheer is gericht op werking en het goed functioneren ervan. Het beheer is jaarlijks voor een half jaar, in de wintermaanden wordt de fontein uit het water gehaald. De trappen Het beheer is gericht op in standhouding, functionaliteit en veiligheid. Binnen de beheerperiode vallen kleinschalige herstel- en vervangingswerkzaamheden. De Gedichtenroute De sokkels met kunststofplaten maken deel uit van de gedichtenroute. Het beheer is gericht op instandhouding en functionaliteit. Binnen de beheerperiode vallen kleinschalige herstel- en vervangingswerkzaamheden. De slagbomen Als autowerende maatregel zijn er op diverse plekken witte slagbomen geplaatst. Het beheer hiervan is gericht op instandhouding en functionaliteit. Binnen de beheerperiode vallen kleinschalige herstelen vervangingswerkzaamheden.
4.4 Schoonhouden Het schoonhouden van het park is essentieel om het park te laten functioneren waarvoor het bedoelt is. Wanneer het park er slecht verzorgt en rommelig uitziet zal dit het bezoekersaantal niet ten goede komen. Hieronder staan de streefbeelden voor het schoonhouden van het Nieuwe plantsoen. Blad en zwerfvuil Het schoonhouden van het park en de kolken is gericht op het regelmatig verwijderen van blad en zwerfvuil waardoor de basiskwaliteit gehandhaafd blijft. Hierbij mag de overlast voor het gebruik en het beeld slechts beperkt voorkomen. Na mooie, zonnige weekenden zal de vuildruk verhoogd zijn en is de noodzaak van schoonmaken hoog. Het zwerfvuil moet in het gehele park opgeruimd worden, het blad hoeft alleen van de verharde paden verwijderd te worden.
4.5 Flora en fauna De kans op een conflict met de flora- & faunawet is reëel bij onderhoudswerken in het Nieuwe Plantsoen. Dit heeft te maken met de gevarieerde flora en fauna van het park. Er dient met name alertheid te zijn bij werkzaamheden op de aanwezigheid van broedvogels, kleine zoogdieren en vleermuizen. Vooral bij boswerkzaamheden dient rekening gehouden te worden met nest- en broedholten, met het ouder worden van het bos neemt dit toe. De kans op een conflict met de flora en faunawet bij de uitvoer van onderhoudswerkzaamheden is aanzienlijk. Dit betekent dat werkzaamheden altijd buiten het broedseizoen uitgevoerd moeten worden en dat hieraan voorafgaand een ecologische verkenning nodig is. Bij het uitvoeren van dunnings- en/of vellingswerkzaamheden is „hoge alertheid‟ gewenst, zowel bij de bomen als in de ondergroei. 15
Ieder jaar vindt de paddentrek plaats. De kikkers en padden verplaatsen zich over de ceintuurbaan van het zuidelijke naar het noordelijke deel van het park. Om ervoor te zorgen dat zij niet platgereden worden, worden er half februari langs de weg schermen en emmers geplaatst. Gradient zorgt voor het plaatsen van de schermen en emmers, vrijwilligers zetten de padden 1-3 per dag over gedurende 8 weken.
16
5. Richtlijnen reguliere maatregelen De regulieren maatregelen zijn maatregelen die frequent voorkomen. Dit kan wekelijks, maandelijks, jaarlijks maar ook eens in de 3 jaar zijn. Hieronder staan voor alle beheergroepen de richtlijnen waar het beheer aan moet voldoen, zij dienen als uitgangspunten bij het maken van het bestek. Het onderhoudsniveau van het Nieuwe plantsoen is door zowel gemeente Deventer als Vitens vastgesteld op basis. De beheerkaart is terug te vinden in bijlage A.
5.1 Groen 5.1.1 Bomen Op de bomenkaart worden verschillende bomen aangeduid. Dit heeft te maken met de leeftijd van de boom. Het verschil in leeftijd zorgt voor verschillende maatregelen. Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende leeftijdscategorieën; BBN-1a. Volwassen bomen niet opgekroond: gericht op behoud en verkrijgen natuurlijke habitus BBN-1b. Volwassen bomen opgekroond: gericht op behoud, verkrijgen doorzicht en/of voldoende doorrijhoogte BBN-2. Jonge bomen: gericht op begeleiding BBN-3. Aanplant: PM Plantsoenbomen wel en niet opgekroond (BBN) Regulier onderhoud uitvoeren voor plantsoenbomen op kwaliteitsniveau Basis. Dit omvat: 1. Controle incl. boompalen en kleine beschadigingen bijwerken eens per 4 jaar. 2. Bomen ouder dan 30 jaar VTA-controleren. 3. Snoeien kroon: niet of één-/tweemalig, bij niet opgekroonde bomen. Snoeien kroon en verwijderen stamschot eens per 7 jaar, bij opgekroonde bomen. 4. Vrijkomend materiaal afvoeren. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. De plantsoenbomen in gazons dienen zoveel mogelijk tot aan de grond toe vertakt te zijn, conform de natuurlijke habitus van de bomen. Het verwijderen van stamschot en wortelopslag kan daar achterwege blijven. 2. Op plaatsen langs paden of waar doorzicht nodig is, dient beperkt opgekroond te worden om vrij doorzicht of doorgang niet te belemmeren. In die gevallen is een vrije doorkijk/doorrijhoogte van 23 m gewenst en dient stamschot en wortelopslag verwijderd te worden. Bomen langs doorgaande wegen moeten verder op worden gekroond (4-5m). Het opkronen kan eenzijdig uitgevoerd worden, alleen aan de wegzijde. 3. Het gazon onder de kroonprojectie dient bij voorkeur twee maal per jaar gemaaid en alleen met licht materieel. Waar nodig i.v.m. parkbeeld en -gebruik kan eventueel vier maal per jaar gemaaid, eveneens met licht materieel. Waar het heesteraanplant betreft, zal deze bij niet opgekroonde bomen t.z.t. verwijderd moeten worden omdat er een conflict ontstaat met heestergroei en de onderste kroontakken. In dat geval hebben de vrije groei van de kroontakken de voorkeur. Dit speelt een rol nabij de aanplant rondom de nieuwe woonwijk. 4. Overige aandachtspunten: - 5 a 10 bomen per jaar nader onderzoeken - gemiddeld 1 maal per 5 jaar snoeien Bosbomen (HHB-1) Deze bomen zijn geen onderdeel van het bomenbestand, maar behoren bij een reguliere bosopstand. Het onderhoud dient te bestaan uit bosmaatregelen, zoals dunning, vellling, etc. Vorm- en ander onderhoudssnoei, anders dan gericht op veiligheid en ziektebestrijding, dient achterwege te blijven. Onderhoud is conform de bosbouwkundige beschrijvingen bij de beheergroep Bospark. Dit betekent pleksgewijze dunningen uit voeren en/of enkele open plekken te creëren. Bij het beheer van de komende jaren zal in het zuidelijk deel gefaseerd de verdere omvorming van het naaldhout naar loofhout moeten plaatsvinden
17
Straatbomen (BBS-1) Onderhoud dient uitgevoerd te worden op kwaliteitsniveau basis en omvat: 1. Controle eens per 2 jaar. Bomen ouder dan 30 jaar VTA-controle. 2. Snoeien kroon/stamschot/opkronen eens per 2-3 jaar, waarbij de vrije doorrijhoogte 4-5m dient te zijn. Vormsnoei of andere corrigerende onderhoudsmaatregelen kunnen achterwege blijven, anders dan die werkzaamheden die gericht zijn op veiligheid en bestrijding van aantastingen. 3. Bij uitval/sterfte is geen vervangende aanplant vereist. De codes die achter de beheergroepen corresponderen met de legenda van de onderstaande bomenkaart. Deze kaart zit vergroot in de bijlage.
18
5.1.2 Groenvakken Bospark (HHB) Regulier onderhoud uitvoeren voor bos op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Uitmaaien bosvak: eens per jaar, 20% van de oppervlakte, waarbij maaisel wordt gekneusd en blijft liggen. 2. Dunnen (rand)beplanting 37,5% eens per 3 jaar 3 stuks per 20 wegnemen. 3. Snoeien randen: gehele lengte eens per jaar. 4. Vrijkomend houtig materiaal gedeeltelijk versnipperen en afvoeren en gedeeltelijk op rillen verwerken. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. Vrijkomend maaisel en hout geheel afvoeren. Alleen hakhout (en in beperkte mate stamhout) kan op rillen worden gelegd. 2. Kruidlaag: Indien de aanwezigheid van ongewenste kruiden, zoals reuzenberenklauw of grote brandnetel, een probleem vormen is bestrijding gewenst. Dit vindt plaats op aangeven van de beheerder. 3. Exoten en ongewenst opslag (Amerikaanse eik, Amerikaanse vogelkers, gewone vlier, gewone en noorse esdoorn) eens in de 3 jaar verwijderen. 4. Struiklaag: Jaarlijks afzetten hoog opgroeiende soorten. Max. hoogte 1,5 m. pleksgewijs een struik in volle habitus handhaven. 5. Boomlaag: 10% bomen dunnen eens per 10 jaar. Vrijstellen van zomereik, linde en iep. Pleksgewijs dunnen van naaldhoutsoorten. Bestrijden van gewone esdoorn als opgaande boomvormer. Hoofdvakken HHB-1 en HHB-2: Bospark aan beide zijden van de Ceintuurbaan Twee aspecten in het beheer zijn van belang: 1. Beheer richten op bosbouwkundige aspecten/natuurtechnisch bosbeheer: - Beheer dient zoveel mogelijk natuurvolgend te zijn, d.w.z. aandeel dood hout vergroten door dode bomen te laten staan en omgevallen bomen laten liggen, hogere ouderdom van bomen nastreven en richten op natuurlijke verjonging. - Herstellen maaiveld, d.w.z. vergravingen, maar ook insporingen ongedaan maken. 2. Versterken parkfunctie/Springerontwerp. Dit vindt plaats door ontwerptechnische ingrepen. Voor beheer betekent dit: - Doorzicht is belangrijk en dient zo‟n 50 m te zijn, maar ook weer niet verder dan het volgende pad, zodat wandelaars/fietsers op verschillende routes elkaar niet zien. Op kruisingen van paden is het juist wenselijk om te verdichten, conform de historische opzet. Kleinere bosvakken en verbijzonderheden: Deel ten noorden van de Ceintuurbaan Bosvak HHB-1a: Smalle bosstrook langs Ceintuurbaan. Ruigte en pioniersoorten verwijderen (uitmaaien en afvoeren) twee maal per jaar. Jonge opslag van vlier en exoten verwijderen. Klimop accepteren en voorrang geven. Bosvak HHB-1c: Beplanting rond kwekerij: Hakhoutbeheer (eens per 7 jaar afzetten) uitvoeren. Heesters in hakhoutbeheer nemen. Ruige ondergroei frequent uitmaaien in groeiseizoen (2x per jaar, gehele verruiging). Bosvak HHB-1d: Lanen Historische laan jaarlijks beoordelen en waar nodig maatregelen nemen ter behoud en versterking. Jonge eikenlaan: nader te bepalen. Bosvak HHB-1e: Boshoek Laan van Borsele en Ceintuurbaan Natuurlijke bosontwikkeling, d.w.z. niets doen. Bij sterke verruiging jaarlijks kruidachtigen uitmaaien en ongewenste houtige gewassen verwijderen. Na verloop van tijd is begeleiding van de opgekomen bosbomen/struiken nodig. Boshoek Hendrik Heukeslaan: Bodembedekkende ondergroei eens per drie jaar afmaaien. Ongewenste onkruiden/ongewenst opslag handmatig verwijderen. In beperkte mate natuurlijke verjonging handhaven.
19
Kleinere bosvakken en verbijzonderheden: Deel ten zuiden van de Ceintuurbaan Bosvak HHB-2b: zuidelijke bosrand Openmaken bosgebied t.b.v. doorzicht, d.w.z. bosbomen dunnen en struiklaag afzetten/verwijderen. Lage kruidlaag handhaven/bevorderen. Daarnaast snoeiafval verwijderen (regelmatig) en waar nodig handhavend optreden. Inrijden auto‟s tegengaan.
Bosplantsoen gesloten (HHG) Regulier onderhoud uitvoeren voor Bosplantsoen gesloten op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Onkruidbeheer op niveau basis. 2. Snoei randen eens per jaar. 3. Dunnen beplanting( 85%) eens in de 3 jaar. 4. Vrijkomend materiaal gedeeltelijk afvoeren en gedeeltelijk op rillen verwerken. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. De gewenste hoogte van het bosplantsoen is 2-5 m; Enkele solitaire bomen (wilg, populier) komen daarboven uit. 2. Het onkruidbeheer mag op een extensieve wijze worden uitgevoerd. Uitmaaien 2x maal per jaar is daarbij voldoende. Indien specifiek kruiden als grote brandnetel en reuzenberenklauw een probleem vormen is bestrijding gewenst. Dit vindt plaats op aangeven van de beheerder. 3. Snoei van de randen hoeft alleen aan de zijde van het trottoir te worden uitgevoerd en langs de Hendrik Heukelsweg. 4. De vleugelnoot dient ruimte te krijgen voor vrije uitgroei. 5. De open plek handhaven, c.q. verruiging uitmaaien en afvoeren 6. Bodembedekkende begroeiing als bonte dovenetel, klimop, e.d. handhaven/bevoordelen. Heesters (HHH) Regulier onderhoud uitvoeren voor heesters op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Onkruidbeheersing op niveau basis. 2. Snoeien heesters eens per 6-7 jaar. 3. Snoeien rand eens per jaar. 4. Vrijkomend materiaal afvoeren. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. De sierheesters snoeien tot een hoogte van 0,7-1,5 m en 2-4 m voor de afschermende en / of wintergroene heesters. 2. Waar uitval optreedt, dient deze binnen één plantseizoen ingeboet te worden. Vervanging moet geschieden door heesters in een vergelijkbare maat en kwaliteit. 3. Op een aantal plekken (kale plekken) dient de komende 2 jaar het beheer gericht te zijn op het schoonhouden van het beplantingsvak van ongewenste kruidengroei. Dit heeft als doel om de nieuwe aanplant snel tot sluiting te krijgen. 4. Raster aan de achterzijde dient voor 0,5 m. vrij geknipt te worden (eens per 2-3 jaar). Aandachtspunt in het beheer: - Onkruid dient handmatig verwijderd te worden (wegplukken), schoffelen is i.v.m. wortelgroei (rhodo‟s) of klimopbegroeiing niet gewenst. Op locaties waar wortelonkruiden, zoals kweek overheersen, is het noodzakelijk de plek geheel op te rooien, te schonen en opnieuw aan te planten. Bodembedekkende beplanting (HHD) Regulier onderhoud uitvoeren voor bodembedekkers op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Onkruidbeheersing op niveau basis. 2. Snoeien randen eens per jaar. 3. Knippen bodembedekkers eens per 2-3 jaar. 4. Vrijkomend materiaal afvoeren. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen:
20
1. Het snoeien van de klimop dient eens per 2 jaar plaats te vinden. De 2-jarige scheuten dienen sterk teruggesnoeid te worden, tot op de aanhechtingsplek, echter zonder dat er kale plekken ontstaan. 2. Onkruidbeheersing is nodig bij de wortelvoet. Gazon (GGG) Regulier onderhoud uitvoeren voor gazons op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Maaien gras op niveau basis. 2. Bijmaaien rond bomen 2x per jaar. 3. Knippen/Afsteken graskanten resp. 3/2x per jaar. 4. Slepen grasveld eens per jaar. 5. Gaten/kuilen aanvullen met grond waar en indien nodig eens per jaar. 6. Vrijkomend materiaal afvoeren. Aandachtspunten - Picknick, BBQ, e.d. toestaan mits dit geen belemmering vormt voor medegebruikers, het parkbeeld of het maaibeheer. - In de gazons mogen onkruiden voorkomen, zolang parkgebruik en -beeld niet in geding komen. Bloemgras laag (GGL) Regulier onderhoud uitvoeren voor bloemrijk gras op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Maaien en verwerken vegetatie 2x per jaar. 2. Bijmaaien rond bomen/obstakels eens per jaar. 3. Vrijkomend materiaal afvoeren. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. Vergravingen, e.d. dienen eens per jaar hersteld te worden. Dit betekent aanvullen met „gebiedseigen‟ grond. De plekken moeten door spontane vestiging van kruiden weer dichtgroeien. Indien nodig dienen deze plekken tijdelijk af te zetten. 2. Uitspoeling vanwege overstorten uit de waterwinning dient hersteld te worden door de Vitens binnen redelijke termijn. 3. Mollenbestrijding vindt plaats op aangeven van de beheerder. 4. Langs de waterrand dient jaarlijks 30% van de begroeiing gehandhaafd te blijven, met name locaties waar opvallende vegetatie aanwezig is, zoals gele lissen, zwanenbloemen of lisdoddes. Eens per drie jaar dienen deze locaties gemaaid te worden om verhouting/verruiging tegen te gaan. 5. Op en langs de boomweide dient jaarlijks, op wisselende locaties, 15% van de begroeiing gehandhaafd te blijven t.b.v. ecologische meerwaarde. De codes die achter de beheergroepen corresponderen met de legenda van de onderstaande kaart. Deze kaart zit vergroot in de bijlage.
21
5.2 Verhardingen Voetgangerspaden (VTA) Uitvoeren van regulier onderhoud volgens algemeen geldende normen voor halfverharding op basis van kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Alertheid op schades, plasvorming, onstabiliteit is gewenst. Indien dit optreedt kan er sprake zijn van fouten in de ondergrond. Hiervoor dient het eerste jaar controle uitgevoerd te worden. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. Jaarlijks zal het nodig zijn om kleine reparaties uitvoeren met gelijkwaardig materiaal/kleur (opvullen gaten/herprofilering). 2. Onkruidbestrijding dient uitgevoerd te worden op milieuvriendelijke wijze (branden). Verhardingen in het groen (VPG en VGG) Geen of wanneer doorlooppaden geaccepteerd worden is het regulier onderhoud van toepassing zoals uitgevoerd dient te worden voor zandpaden binnen bebouwde kom op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Schonen van 60% oppervlakte 2x per jaar. 22
2. Herprofileren (losspitten) en verdichten slechte delen. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. Voor wat betreft de „doorloop‟-paden in het bosgebied dienen ontmoedigende maatregelen genomen te worden of dient het bestaande padenpatroon aangepast te worden. Door het blokkeren van de weg met groot en zwaar stamhout. Grasbetontegels Het regulier onderhoud uitvoeren conform beheerniveau Basis/Sober. Dit omvat: 1. Grasbetontegels meemaaien in het beheer van de dijk. Zie beheergroep gazon basis. Ongewenste opslag, ruigtekruiden en bladophopingen ter plekke van de grasbetontegels in het bos dienen verwijderd te worden. 2. Eens per jaar controle op verzakkingen/ plasvorming. Waar nodig de situatie herstellen. Op onderstaande kaart zijn de verschillende verhardingen weergegeven. Deze kaart zit vergroot in bijlage C.
23
5.3 Parkmeubilair, voorzieningen en afrasteringen Banken en picknicksets, afvalbakken (MMB/MMA) Regulier onderhoud uitvoeren voor meubilair op basis van kwaliteitsniveau basis (incl. herstelwerkzaamheden). Dit omvat: 1. Controle op constructie en veiligheid eens per jaar. Indien nodig uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden (uitgangspunt: 30% te herstellen meubilair per jaar). 2. Schoonmaken van het meubilair: aanslag, algengroei, graffiti en ander vuil verwijderen eens per jaar. 3. Legen afvalbakken; Half jaar 3x per week (zomermaanden), half jaar 2x per week (wintermaanden) Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. Ondergrond dient vlak te zijn en op de juiste hoogte. Jaarlijks controle en waar nodig de uitgangssituatie herstellen is gewenst. 2. De verouderde banken kunnen toe met een lager onderhoudsniveau voor zover de veiligheid niet in geding komt. Houtstapels Regulier onderhoud uitvoeren voor meubilair op kwaliteitsniveau basis (incl. herstelwerkzaamheden). Dit omvat: - Controle op constructie en veiligheid eens per jaar. Indien nodig uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden (uitgangspunt: 30% te herstellen meubilair per jaar). - Schoonmaken van het meubilair: aanslag, algengroei, graffiti en ander vuil verwijderen eens per jaar Palen, voethekken en slagbomen (MMP) Regulier onderhoud uitvoeren voor meubilair op kwaliteitsniveau basis (incl. herstelwerkzaamheden). Dit omvat: 1. Houten routepalen/anti-inrijpalen: geen beheer. 2. Nieuwe palen/historische palen: - Controle op constructie eens per jaar. Indien nodig uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden (uitgangspunt: 30% te herstellen meubilair per jaar). - Schoonmaken van het meubilair: aanslag, algengroei, graffiti en ander vuil verwijderen eens per jaar. Aandachtpunten - Het is wenselijk de hoeveelheid anti-inrijpalen e.d. zo beperkt mogelijk te houden. Dit komt het parkbeeld ten goede. - Historische grenspalen: herkenning/informatieverstrekking richting burger. Trappen Regulier onderhoud uitvoeren voor meubilair op kwaliteitsniveau basis (incl. herstelwerkzaamheden). Dit omvat: - Controle op constructie en veiligheid eens per jaar. Indien nodig uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden. - Schoonmaken van het meubilair: aanslag, algengroei, graffiti en ander vuil verwijderen eens per jaar Bewegwijzering, informatieborden en borden gedichtenroute (BBB) Regulier onderhoud uitvoeren voor meubilair op kwaliteitsniveau basis (incl. herstelwerkzaamheden). Dit omvat: 1. Controle op constructie en goede leesbaarheid eens per jaar. Indien nodig uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden (uitgangspunt: 30% te herstellen meubilair per jaar). 2. Schoonmaken van de bebording: aanslag, algengroei, graffiti en ander vuil verwijderen eens per jaar. 3. Bebording in gazon: onkruid moet worden weggemaaid conform de omschrijving voor obstakels in de beheergroep gazon.
24
4. Bebording in bestrating: onkruid moet worden weggemaaid conform de omschrijving voor obstakels in de beheergroep verharding. 5. Het up-to-date houden van de informatie op het informatiebord Aandachtspunt - Het is i.v.m. het parkbeeld gewenst de hoeveelheid bebording zeer laag te houden t.b.v. het rustige parkbeeld. Jaarlijks dient de functionaliteit van een bord beoordeeld te worden. Bij geringe functionaliteit heeft het de voorkeur het bord (incl. paal) te verwijderen. Houten afrastering, palen met draden (AAH) Regulier onderhoud uitvoeren voor afrasteringen op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Controle op constructie en indien nodig uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden eens per jaar. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. Extra aandacht is nodig voor plaatsen waar doorloop ontstaat of dreigt te ontstaan. 2. Na een periode van 5 jaar is het raster alleen nog wenselijk op plaatsen waar doorloop kan ontstaan. Is dit niet het geval, dan dient het raster verwijderd te worden. 3. Slechte afrasteringen of overbodig geworden rasters dienen te worden verwijderd. Dit is bijvoorbeeld het geval in de smalle bosstrook tussen de Klinkenbeltkolk en de Ceintuurbaan en langs de Burgersdijkstraat nabij De Heuvel. Metalen afrastering, spijlenhekwerk/poort Regulier onderhoud uitvoeren voor afrasteringen op kwaliteitsniveau basis. Dit omvat: 1. Controle op constructie en veiligheid eens per jaar. Indien nodig uitvoeren van kleine herstelwerkzaamheden (uitgangspunt: 0% te herstellen meubilair de eerste 5 jaar, daarna 10% per jaar). 2. Schoonmaken van de hekwerken: aanslag, algengroei, graffiti en ander vuil verwijderen eens per jaar. Naast de standaard onderhoudsmaatregelen zijn er nog een aantal aanvullende richtlijnen speciaal voor het Nieuwe plantsoen: 1. Maaiveld ter hoogte van het hekwerk dient vlak te zijn en op de juiste hoogte. Jaarlijks controle en waar nodig de uitgangssituatie herstellen is gewenst. De grasbegroeiing 4 tot 6 maal per jaar bijmaaien en waar nodig gladsteken. Pompputten, afsluiters en elektriciteitsvoorzieningen Regulier onderhoud uitvoeren conform beheerniveau basis. Dit omvat: 1. Wegmaaien van ongewenste kruiden (grote brandnetel, e.d.), verwijderen van houtige opslag, blad en zandophopingen. 2. Toegang van en naar de voorziening jaarlijks controleren op bruikbaarheid en bereikbaarheid. Waar nodig herstelwerkzaamheden uitvoeren. Fontein Regulier onderhoud uitvoeren conform beheerniveau basis. Dit omvat: 1. Periodiek onderhoud Twee keer per seizoen wordt de installatie nagekeken. (Optische controle sproeibeeld, controle stroomkast/ doormeten stroomafname en reinigen sproei nozzle en filterhuis) 2. Najaar / winter onderhoud (uitvoeren media november) • Optische controle sproeibeeld • Controle stroomkast/ doormeten stroomafname • Demonteren fontein • Reinigen gehele fontein • Opslaan fontein in winteropslag 3. Voorjaarsonderhoud • Plaatsen fontein • Optische controle sproeibeeld Aandachtspunten - De onderhoudswerkzaamheden aan de fonteininstallatie worden uitgevoerd d.m.v. een roeiboot
25
-
Bij aandachtspunten of calamiteiten wordt direct melding gemaakt Een maal per jaar worden werkbonnen (door Bos watertechniek) en rapportage toegestuurd naar de gemeente Extra werkzaamheden worden in overleg uitgevoerd
Op onderstaande kaart zijn de beheergroepen weergegeven. Deze kaart zit vergroot in de bijlage.
5.4 Schoonhouden Blad en vuil Verwijderen blad en vuil op kwaliteitsniveau Basis. Dit omvat: 1. Grasveld en beplantingsvakken ontdoen van blad en bloesem, zand- en vuilophopingen 2x per jaar 100% en eens per jaar 50%. 2. Grasveld en beplantingsvakken ontdoen van zwerf- en grofvuil, 2-3x per jaar. 3. Verhardingsoppervlakten ontdoen van blad en bloesem, zand- en vuilophopingen 2x per jaar 100% en eens per jaar 50%. 4. Vrijkomend materiaal afvoeren. Extra nadruk op de aanwezigheid van vuil langs de randen van het park (met name de zuidrand). Tijdig ruimen/schonen is wenselijk om verdere vuilophoping te voorkomen. 26
BIJLAGE A; BEHEERKAART NIEUWE PLANTSOEN
27
28
BIJLAGE B; LEVERANCIERSLIJST Product Hekwerken en slagbomen
Organisatie Arfman hekwerken bv
Contactpersoon Riny Ulfman
Natuurspeelplaats
Buro Blad
Rien van Vliet
Informatieborden
Bergslot bv
Gedichtenroute
Ellen Brouwers
Ellen Brouwers
29
Adresgegevens Ondernemersweg 15 7451 PK Holten 06 50515872
[email protected] De Meenthe 1 5012 TH Tilburg 06 13361735
[email protected] Edisonstraat 2 7701 BT Dedemsvaart 0523 628911
[email protected] Laarakker 26 5061 JR Oisterwijk 06 651524493
[email protected]
BIJLAGE C; BELANGRIJKSTE PUNTEN UIT SAMENWERKINGSOVEREENKOMST NIEUWE PLANTSOEN Belangrijke punten uit de samenwerkingsovereenkomst tussen Vitens en de gemeente Deventer per hoofdstuk zijn hieronder weergegeven. De belangrijkste punten staan cursief gedrukt. 1. Overwegende dat; o De intentie van de partijen bij het ontwikkelen van een plan voor het waterwingebied is dat er naar de toekomst een goede borging plaatsvindt van de kwaliteit van het grondwater voor de waterwinning in samenhang met een verbetering in samenhang met een verbetering van de natuur in het park. Het streven is deze aspecten elkaar in onderlinge samenhang te laten versterken en kansen te benutten. o Ook de ontsluiting van het park voor wandelaars en fietsers zal worden verbeterd en auto‟s zullen zoveel mogelijk worden geweerd in het park door het plaatsen van slagbomen. De hoofdfunctie waterwinning mag door zowel parkinrichting en beheer niet onder druk komen te staan. o Er zal jaarlijks in september een evaluatie plaatsvinden en zal de eindafrekening worden vastgesteld. De parkbeheerder zal hiervoor het initiatief nemen en een en ander voorbereiden. o Het gedichtenpad zal iedere 2 jaar worden uitgebreid met 4 gedichten tot het maximum van 15 gedichten is bereikt. De gemeente Deventer neemt hierbij het initiatief tijdens het benoemen van de nieuwe Stadsdichter. 2. Samenwerking De samenwerking omvat het beheer van een natuur/cultuurpark en waterwingebied “Het Nieuwe Plantsoen”. Het park zal recht doen aan de unieke kenmerken van een waterwingebied. Accenten kunnen gelegd worden op educatieve, ecologische en recreatieve vorming van haar bezoekers. Partijen verplichten zich elkaar tijdig van informatie te voorzien welke voor de realisatie en beheer van dit project noodzakelijk is. 3. Kosten o Uitgangspunt is dat er één beheerplan komt en één hoofdaannemer die het beheer uitvoert. Dit om eenheid van het park te waarborgen. o In de beheer- en onderhoudskosten zullen ook vernielingen worden meegenomen. Als deze na een goed toezicht en handhaving plaatsvinden zullen de kosten ook hier in beginsel verdeeld worden in de verhouding 20% voor Vitens en 80% voor de gemeente Deventer. 4. Verantwoordelijkheden o Na overdracht van het inrichtingsproject zal het daaropvolgend technisch beheer aan de gemeente worden overgedragen. De gemeente is eerste verantwoordelijke voor beheer en onderhoud en met de contacten naar omwonenden. Ook hier geldt dat alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd conform de richtlijnen “Voorwaarden voor het verrichten van werkzaamheden op terreinen en gebouwen Vitens” (6.3-90-AM-W01 v1) o Vitens blijft verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de in het waterwinpark aanwezige voorzieningen ten behoeve van de drinkwatervoorziening. 5. Jaarlijkse evaluatie Tussen Vitens en de gemeente worden op de jaarlijkse evaluatiemomenten zo nodig verdere detail afspraken gemaakt om het beheer te borgen. Deze zullen na goedkeuring in een separate overeenkomst worden aangevuld en vastgelegd. De evaluatie is in september. De gemeente Deventer neemt jaarlijks het initiatief en verstuurd de uitnodiging. 6. Communicatie met omwonenden o Er zal gebruik worden gemaakt van één algemeen klachten nummer “meldpunt openbare ruimte van de gemeente Deventer”. Het nummer is overdag bereikbaar en „s avonds kunnen er berichten worden ingesproken. De gemeente zal deze de volgende werkdag in behandeling nemen. Beide partijen hechten hier een groot belang aan om de imago schade te voorkomen. o Activiteiten in het park worden met beide partijen doorgesproken en gecommuniceerd naar de bewoners. Dit geld ook voor activiteiten binnen de poorten van het Vitens terrein rond
30
waterthema‟s. Deze kunnen worden gemeld bij “meldpunt openbare ruimte van de gemeente Deventer” o Ingrijpende beheermaatregelen in het parken zullen 2 weken voor aanvang van de werkzaamheden aan de belanghebbende worden vermeldt zodat de bezoekers op de hoogte kunnen brengen over hoe en waarom deze maatregelen plaatsvinden. De krant en de sites zullen hiervoor ingezet worden. Parkbeheer en Productie van Vitens zijn hiervoor verantwoordelijk. 7.
Aandachtspunten naar de toekomst o Veilige oversteek plaatsen bij de Ceintuurbaan o Passages voor amfibien bij de reconstructie van de Ceintuurbaan o Natuur inventarisaties en monitoringsresultaten van vrijwilligers meenemen in de evaluaties
31