Beheerplan Baggerwerken Waterschap Hollandse Delta 2014 - 2028 Beheerplan voor het baggeronderhoud t.b.v. een financiële voorziening voor de uitvoering
AUTEUR STATUS DATUM
Martijn Timmermans Definitief mei 2013
i
Inhoudsopgave
1
Inleiding ..................................................................................................... 3 1.1 1.2 1.3 1.4
2
Lengte watersysteem .................................................................................... 7 Hoeveelheden baggerspecie ........................................................................... 7 Afzet van baggerspecie .................................................................................. 8 Ontvangstplicht bij derden ............................................................................ 10 Baggerspecie onder de legger in stedelijk gebied ............................................. 10 Duikers schonen .......................................................................................... 11 Maaiwerk voorafgaand aan het baggerwerk ..................................................... 11 Maatregelen ten behoeve van flora en fauna ................................................... 11 Fysieke obstakels ......................................................................................... 12 Afvoeren baggerspecie uit waterbergingen ...................................................... 12 Vergoeding grote hoeveelheden baggerspecie.................................................. 12 Kosten voor WSHD door kwaliteit baggerspecie ............................................... 12 In - en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen .................................................... 12 Eenheidsprijzen regulier onderhoud ................................................................ 13 Totale kosten regulier baggerwerk ................................................................. 14
Projectmatig onderhoud ........................................................................... 15 4.1 4.2 4.3
5
Regulier baggerwerk...................................................................................... 5 Vigerend beleid voor regulier onderhoud .......................................................... 5 Projectmatige werkzaamheden ....................................................................... 6
Regulier onderhoud .................................................................................... 7 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15
4
3 3 4 4
Baggeronderhoud ....................................................................................... 5 2.1 2.2 2.3
3
Baggerwerken binnen waterschap Hollandse Delta ............................................ Baggervoorziening en beheerplan baggerwerken 2014 - 2028 ............................ Uitgangspunten en nauwkeurigheid van ramingen ............................................. Leeswijzer ....................................................................................................
Programma voor projectmatig onderhoud ....................................................... 15 Eenheidsprijzen projectmatig baggerwerk ....................................................... 16 Totale kosten voor projectmatig baggerwerk ................................................... 16
Begroting baggeronderhoud ..................................................................... 17 5.1 5.2 5.3
Totale kosten per uitvoeringsjaar ................................................................... 17 Jaarlijkse inleg baggervoorziening .................................................................. 17 Rapportage en evaluatie ............................................................................... 19
Bijlage 1 Kaarten regulier en projectmatig baggeronderhoud .......................... 20 Bijlage 2 Uitgangspunten ................................................................................. 22 Bijlage 3 Beleid WSHD t.a.v. baggeren ............................................................. 24 Bijlage 4 Kostenraming regulier baggerwerk WSHD 2014-2028 ...................... 28 Bijlage 5 Lijst grote wateren incl. kostenraming (projectmatig onderhoud) .... 30
2
1
Inleiding
1.1
Baggerwerken binnen waterschap Hollandse Delta
Waterschap Hollandse Delta is verantwoordelijk voor het op orde houden van het watersysteem, de waterkeringen en de wegen. Een onderdeel hiervan is het baggeren en maaien van watergangen in eigen beheer. Jaarlijks baggert WSHD een groot aantal watergangen binnen haar beheergebied. Tijdens dit baggerwerk wordt het maaiwerk (gewoon onderhoud) gecombineerd uitgevoerd. Bij baggerwerk wordt onderscheid gemaakt tussen regulier baggerwerk en projectmatig baggerwerk. Projectmatig baggerwerk vindt plaats bij watergangen die meer dan twee cycli niet gebaggerd worden. Redenen dat ze meer dan twee cycli niet gebaggerd worden, kunnen zijn: Omwille van de omvang; Deze watergangen zoveel baggerspecie bevatten dat deze niet te bergen is op de kant en dat hiervoor in projectvorm een bestemming wordt gezocht; Omwille van andere belangen zoals samenwerkingsverbanden. Projectmatige baggerwerken worden via een investering gedekt. Echter dit is volgens de regeling Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW) niet meer toegestaan. Alleen de kosten van het voor de eerste keer op diepte brengen van een watergang mogen worden geactiveerd. De baggerwerkzaamheden die daarna worden uitgevoerd betreffen het op diepte houden van een watergang en moeten volgens de voorschriften worden getypeerd als groot onderhoud. Groot onderhoud moet of direct ten laste van de exploitatie worden gebracht of ten laste van een onderhoudsvoorziening. De overige baggerwerken worden regulier baggerwerk genoemd. Ook dit betreft groot onderhoud. De kosten hiervoor worden tot nu toe in de exploitatie begroot. De hoogte van de jaarlijkse kosten worden bepaald door de in dat specifieke jaar verwachte werkzaamheden. Hierdoor kan het begrote bedrag in de loop van de jaren sterk fluctueren.
1.2
Baggervoorziening en beheerplan baggerwerken 2014 - 2028 (NB! Dit deel over de financiële voorziening is gewijzigd na besluit van de DR op 3 april 2013; zie DH-voorstel)
Voorgesteld wordt om vanaf 2014 de kosten voor regulier en projectmatig onderhoud ten laste van een 'voorziening baggerwerken' te brengen. De baggervoorziening wordt in eerste instantie opgezet voor een periode van 15 jaar. Dat betekent dat de eerste looptijd van 2014 tot en met 2028 is. Deze voorziening wordt gevoed door jaarlijkse dotaties vanuit de exploitatie. Om het juiste bedrag van de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening te bepalen is dit Beheerplan Baggerwerken 2014 - 2028 opgesteld. Het beheerplan wordt om de vier jaar geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie kan besloten worden of het werken met een voorziening gecontinueerd wordt. En als dit het geval is, moet dan tevens worden bepaald worden of de jaarlijkse dotatie aangepast moet worden. Doel van het beheerplan is om: de baggeropgaven voor deze periode weer te geven; de kosten voor het baggerwerk voor de periode 2014 - 2028 inzichtelijk te maken.; een onderbouwing te hebben voor de in te stellen 'voorziening baggerwerken'. Voorziening baggerwerken Op basis van de opgaven en de kosten kan een meerjarenbegroting worden gemaakt voor het baggerwerk. Deze kosten worden vanaf 2014 ten laste van een in te stellen 'voorziening baggerwerken' gebracht. Aan deze voorziening wordt jaarlijks een vast bedrag gedoneerd vanuit de exploitatie. Dit bedrag wordt bepaald aan de hand van de geraamde uitvoeringskosten over de periode 2014 - 2028. 3
Om inzicht te krijgen in de baggerspecie die de komende 15 jaren vrijkomt en daaraan de kosten te verbinden is dit Beheerplan Baggerwerken opgesteld. In dit beheerplan zijn de volgende zaken weergegeven: 1. Beleid dat mede bepalend is voor de kosten voor voorbereiding en uitvoering van de baggerwerkzaamheden; 2. Hoeveelheden baggerspecie die jaarlijks vrijkomen, weergegeven voor WSHD breed, over een periode van 2014 tot en met 2028; 3. De kosten voor uitvoering van de baggerwerkzaamheden over een periode van 2014 tot en met 2028. NB! Kosten in dit document zijn uitvoeringskosten t.b.v. de uitvoering van het baggerwerk in algemene zin. Hierin zijn geen personeelskosten of voorbereidingskosten meegenomen. Ook is niet specifiek rekening gehouden met op zichzelf staande projecten of toekomstige plannen welke raakvlak kan of kunnen hebben met het baggerwerk. De nu te voorziene baggerwerken (via de onderhoudsvakkenindeling) incl. de daaruit voortvloeiende werkzaamheden zijn in dit stuk leidend. Tevens wordt in dit document uitgegaan van het baggeren tot op de vaste bodem. Bij veenbodems wordt uitgegaan van het profiel van de watergang i.c.m. met inpeilingen van de waterbodem.
1.3
Uitgangspunten en nauwkeurigheid van ramingen
De gegevens die in dit beheerplan worden weergegeven zijn ramingen; schattingen op basis van beschikbare gegevens en daarop gebaseerde aannamen. Met de komst van het meerjarenbaggerplan in 2011 is nieuw beleid ingevoerd welke in de komende jaren zijn plaats zal vinden in de uitvoering. De nauwkeurigheid van de ramingen (werkelijke hoeveelheden en uitgaven) worden tijdens de looptijd van dit beheerplan verbeterd door uitvoering van peilingen aan de sliblaag en betere inzichten naar mate er met nieuw uitvoeringsbeleid wordt gewerkt. Dit beheerplan blijft daardoor dynamisch en wordt mede daarom elke 4 jaar herzien. In dit document komen diverse kosten voor. Waar gesproken wordt over kosten per eenheid betreffen dit eenheidsprijzen die gebaseerd zijn op gemiddelde kengetallen uit inschrijfstaten voor baggerwerken van 2010 tot en met 2013. De overige kosten zijn gebaseerd om ervaringscijfers bij eerdere werkzaamheden. In de raming van de kosten is geen rekening gehouden met financiële risico's ten gevolge van marktwerking of onvoorziene zaken. Er wordt gebruik gemaakt van gemiddelde kengetallen. Bij de evaluatie van het beheerplan, na een looptijd van 4 jaar, kan bij een eventueel tekort in de voorziening worden bijgestuurd op de dotatie. Hiervoor dienen te zijner tijd ook de kengetallen te worden geëvalueerd om de op dat moment geldende marktwerking goed in beeld te brengen. Overige uitgangspunten voor dit beheerplan zijn verder toegelicht in bijlage 2.
1.4
Leeswijzer
Onderstaande figuur bevat de leeswijzer van dit beheerplan. Inhoud Hoofdstuk 2
bevat een toelichting op de werkwijze en het beleid van waterschap Hollandse Delta dat van toepassing is op het baggerwerk.
Hoofdstuk 3
geeft de opgave aan baggerwerkzaamheden die behoren bij het regulier onderhoud. Ook worden de kosten voor het regulier baggerwerk per uitvoeringsjaar weergegeven.
Hoofdstuk 4
geeft de watergangen weer die buiten de reguliere cyclus onderhouden worden. Deze watergangen en de vrijkomende hoeveelheden zijn per uitvoeringsjaar weergegeven. Ook zijn de jaarlijkse kosten voor het onderhouden van deze watergangen weergegeven.
Hoofdstuk 5
geeft de (totale) kosten weer per uitvoeringsjaar voor de uitvoering van het totale baggerwerk in de periode 2014 tot en met 2028. Tevens wordt een voorstel gedaan voor de jaarlijkse dotatie in de baggervoorziening en worden de consequenties voor de meerjarenbegroting aangegeven.
Figuur 1: Leeswijzer
4
2
Baggeronderhoud
2.1
Regulier baggerwerk
Het baggerwerk van WSHD wordt uitgevoerd binnen een vastgestelde cyclus. WSHD kent voor de regio's Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard en IJsselmonde een onderhoudscyclus van 6 jaar. Op Voorne-Putten geldt een cyclus van 7 jaar. Een onderhoudscyclus houdt in dat de betreffende regio in 6 of 7 onderhoudsvakken is gedeeld (zie figuur 2) en zodanig wordt onderhouden. Een klein deel aan watergangen hebben een cyclus van 12 of 16 jaar. Elk vak wordt in opeenvolgende jaren onderhouden. Na afronding van de cyclus wordt in het eerste onderhoudsvak herstart. Het baggerwerk dat binnen het vastgesteld stramien van de onderhoudsvakken wordt uitgevoerd wordt regulier baggerwerk genoemd. Het moment dat ook daadwerkelijk gebaggerd moet worden is vastgelegd in het baggerprotocol van WSHD. Voorafgaand aan elk uitvoeringsjaar wordt de dikte van de aanwezige sliblaag in de watergangen bepaald. Indien de dikte van de sliblaag de ingreepmaat (maatgevende slibdikte waarbij het waterschap geacht wordt tot uitvoering over te gaan) van het baggerprotocol overschrijdt, moet de betreffende watergang gebaggerd worden. Als de dikte van de sliblaag onder de ingreepmaat van het baggerprotocol ligt, slaat de watergang een cyclus over. Tot het reguliere werk worden alleen watergangen gerekend die binnen maximaal 12 jaar (voor de regio's IJsselmonde, Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee) of 14 jaar (voor Voorne-Putten) gebaggerd worden. Alle watergangen die standaard minimaal twee cycli overgeslagen worden, worden gerekend tot het projectmatige baggerwerk.
Legenda
Figuur 2: Onderhoudsindeling regulier baggerwerk
2.2
Vigerend beleid voor regulier onderhoud
De voorbereiding en uitvoering van baggerwerkzaamheden is gebonden aan wet- en regelgeving en beleid. Zo kan gedacht worden aan nationaal beleid als de Flora en Faunawet (regelt de bescherming van specifieke dier- en plantensoorten) of aan een bestemmingsplan (regelt de invulling van de ruimtelijke ordening).
5
WSHD heeft haar eigen beleid vastgelegd in het Meerjarenbaggerplan dat op 24 november 2011 is vastgesteld door de VV. Belangrijke onderwerpen voor dit beheerplan met betrekking tot het vigerende beleid zijn: Vergoeding voor ontvangst grote hoeveelheden baggerspecie. Regeling fysieke obstakels. Vijfdagen regeling. Samenwerking met andere (semi)overheden. Onderhoud vergunningsplichtige werken en particuliere watergangen in het stedelijk gebied. Een toelichting op de bovenstaande beleidsmatige uitgangspunten is opgenomen in de bijlagen. Aan deze beleidspunten zijn kosten verbonden, de kosten zijn grotendeels toegelicht in het Meerjarenbaggerplan van 2011. Voor een uitgebreide toelichting op het beleid en de bijbehorende kosten wordt verwezen naar bijlage 3.
2.3
Projectmatige werkzaamheden
Naast de reguliere onderhoudscyclus kent WSHD een aantal 'bijzondere' watergangen die niet binnen de reguliere cyclus worden uitgevoerd. Dit heeft met name te maken met de omvang van de watergang en de te verwachten hoeveelheid vrijkomende baggerspecie. Deze 'bijzondere' watergangen worden daarom in de wandelgangen ook aangeduid als "de grote wateren". Daarbij kan gedacht worden aan watergangen zoals de Waal, de Bernisse of de Binnenmaas. Voor het baggeren van deze watergangen worden afzonderlijke projecten opgestart die buiten de onderhoudscyclus vallen. Het baggerwerk van deze grote wateren wordt daarom in dit plan projectmatig baggerwerk genoemd. De grote wateren zijn hierin gedefinieerd als: "wateren die in onderhoud standaard meer dan 2 cycli niet gebaggerd hoeven te worden". In bijlage 5 zijn de betreffen watergangen weergegeven. Het gaat hierbij om ca. 262 km watergangen die geclassificeerd zijn als projectmatige baggerwerk. Daarvan wordt ongeveer 65 km in de periode 2014 tot en met 2028 gebaggerd.
Figuur 3: Schematische ligging projectmatige baggerwerken (rood gearceerd) 2014 - 2028
6
3
Regulier onderhoud
3.1
Lengte watersysteem
Waterschap Hollandse delta heeft ca. 4.359 km aan watergangen en duikervakken in beheer. Hiervan is ca. 262 km geclassificeerd als projectmatig baggerwerk. Er blijft daardoor ca. 4.097 km aan regulier baggerwerk. Dit reguliere werk wordt grotendeels in cycli van 6 en 7 jaar worden onderhouden. Het watersysteem in onderverdeeld in diverse typen wateren. Een deel van het watersysteem bestaat uit duikervakken. Dit zijn overkluizingen van watergangen in het watersysteem. WSHD heeft circa 154 km duikers in onderhoud. Vanaf 2014 neemt WSHD ook particuliere watergangen in stedelijk gebied mee in de uitvoering. Het gaat om ca. 149 km aan particuliere watergangen in stedelijk gebied. De lengteverdeling van de watergangen in de eerstvolgende cyclus is weergegeven in figuur 4. Voor 2020 zijn alleen de kilometers watergangen op Voorne-Putten weergegeven i.v.m. de 7-jarig cyclus én een aantal kilometers watergangen (voornamelijk op eiland van Dordt) die met een cyclus van 12 jaar in 2020 worden gebaggerd. Zodoende is een volledig beeld van de opgave over een cyclus gegeven. In figuur 4 zijn de watergangen die projectmatig worden onderhouden buiten beschouwing gelaten. Lengte per uitvoeringsjaar in KM Type watergang
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
TOTAAL
193
280
245
258
256
276
49
1557
30
15
3
31
4
6
24
113
Wegsloot
157
174
201
213
259
199
53
1256
Dijksloot
98
60
43
66
50
91
6
414
103
57
56
82
76
74
6
454
25
25
25
19
24
29
2
149
Hoofdwatergang Boezemwater en uitmondingen
Overige watergangen Particuliere watergangen Duikervakken TOTAAL
16
30
28
23
27
27
3
154
622
641
601
692
696
702
143
4097
Figuur 4: Overzicht lengten watergangen in onderhoud bij WSHD in een cyclus van 7 jaar
3.2
Hoeveelheden baggerspecie
Het areaal aan watergangen in beheer bij WSHD is opgedeeld in onderhoudsvakken. De onderhoudsvakken zijn opgenomen in een uitvoeringsprogramma, elk vak is verbonden aan een uitvoeringsjaar (onderhoudsjaar). Een inschatting van de hoeveelheden aanwezige baggerspecie in de watergangen is verkregen door de lengten van de watergangen per onderhoudsjaar te koppelen aan een verwachtte hoeveelheid baggerspecie per m1 watergang. Door periodieke inpeilingen vanaf 2006 van de bij WSHD in beheer zijnde watergangen is een hoeveelheid m3 baggerspecie per m1 watergang weer te geven. De hoeveelheden baggerspecie per meter watergang verschilt echter ook per type watergang. In figuur 5 is de gemiddelde hoeveelheid m3 per m1 watergang per type watergang weergegeven. Gemiddelde m3 baggerspecie per m1 watergang
Type watergang Hoofdwatergang
1,65
Boezemwater en uitmondingen
2,17
Wegsloot
0,58
Dijksloot
0,47
Overige
1,40
Particuliere watergangen
1,40 3
1
Figuur 5: Gemiddelde m baggerspecie per m watergang o.b.v. inpeilingen vanaf 2006
7
Door de lengte van de watergangen te combineren met de gemiddelde aantal m3's baggerspecie per meter watergang zijn de hoeveelheden per jaar en per regio te bepalen. Van de duikervakken zijn geen inpeilingen aanwezig, het aantal aanwezig m3 baggerspecie in de duikers is daarmee niet nauwkeurig te ramen. Voor de raming van de kosten is dit echter geen probleem, aangezien de eenheidsprijs per meter duiker is geraamd i.p.v. per m3 baggerspecie. De totale lengte watergangen excl. duikervakken en de totale geraamde hoeveelheden baggerspecie voor waterschap Hollandse Delta zijn per onderhoudsjaar weergegeven in figuur 6. Lengte watergang [m1]
Hoeveelheid baggerspecie [m3]
2014
605.651
699.267
2015
609.821
736.994
2016
573.211
661.640
2017
669.037
789.415
2018
669.528
746.287
2019
675.058
770.589
2020
620.463
708.794
2021
559.922
664.466
2022
611.389
737.631
2023
643.639
743.033
2024
715.395
823.912
2025
618.054
700.897
2026
715.615
830.751
2027
593.973
705.038
2028
551.852
650.673
Totaal
9.432.608
10.969.387
Figuur 6: m1 en m3 te baggeren per uitvoeringsjaar
In 15 jaar wordt via het reguliere onderhoudsprogramma ca. 9.432 km watergangen gebaggerd, waarbij ca. 10.969.400 m3 baggerspecie vrijkomt. Hoeveelheden baggerspecie uit o.a. projectmatig baggerwerk, het baggeren van in- en uitlaatgeulen en het baggerwerk van waterbergingen zijn hierin nog niet meegenomen. Deze worden verderop in dit document behandeld. Op basis van deze gegevens kan worden gesteld dat per meter watergang ongeveer 1,16 m³ baggerspecie vrijkomt gedurende reguliere baggerwerkzaamheden.
3.3
Afzet van baggerspecie
Een groot deel van de vrijkomende baggerspecie kan op de kant worden afgezet. Echter moet ook een deel worden afgevoerd naar een andere bestemming. De noodzaak om baggerspecie af te voeren komt voort uit het gebrek aan ruimte nabij de watergang of de kwaliteit van de baggerspecie. De hoeveelheid baggerspecie die op de kant kan worden afgezet verschilt per regio. Zo kan op GoereeOverflakkee meer baggerspecie, op basis van ruimte en kwaliteit, op de kant worden afgezet dan in de regio IJsselmonde. Afzet baggerspecie op basis van kwaliteit Voor de afzet van baggerspecie wordt in eerste instantie gekeken naar het afzetten op het aangrenzend perceel. Voor de kwalitatieve beoordeling geldt hiervoor een eenvoudige vergelijking tussen verspreidbare specie en niet-verspreidbare specie. Deze classificatie is afgeleid van het Besluit Bodemkwaliteit. Voor de regio's zijn in totaal 813 toetsingen van waterbodemmonsters voor baggerwerk uit 2010 en 2012 bekeken. Op basis van deze toetsingen kan een inschatting van de kwaliteit worden gegeven.
8
Regio
Totaal aantal bekeken toetsingen
Percentage verspreidbaar
Percentage niet verspreidbaar
Voorne Putten
284
97%
3%
Goeree-Overflakkee
118
97%
3%
IJsselmonde
205
93%
7%
Hoeksche Waard
206
87%
13%
Totaal
813
92%
8%
Figuur 7: % verspreidbaarheid op aangrenzend perceel per regio per uitvoeringsjaar
Op basis van 813 toetsingen kan worden gesteld dat circa 92% van de baggerspecie, op basis van de kwaliteit conform het Besluit bodemkwaliteit, binnen het beheergebied van WSHD kan worden verspreid op het aangrenzend perceel. Afzet baggerspecie op basis van ruimte Niet overal kan de baggerspecie echter op basis van de kwaliteit op het aangrenzend perceel worden afgezet. Hiervoor dient voldoende ruimte beschikbaar en geen obstakels aanwezig te zijn. Met name in het stedelijk gebied leidt dit tot knelpunten in de afzet van de baggerspecie. In dit beheerplan wordt aangenomen dat ca. 90% van de verspreidbare baggerspecie binnen het stedelijk gebied alsnog afgevoerd moet worden. In het landelijk gebied ligt dit percentage op ca. 10%. In figuur 8 is per regio het percentage stedelijk en landelijk gebied dat in onderhoud is bij WSHD weergegeven. Regio
km2 totaal
km2 stedelijk
km2 landelijk
% stedelijk
% landelijk
Voorne Putten
209
36
173
17
83
Goeree-Overflakkee
256
15
241
5
95
IJsselmonde
152
88
64
58
42
Hoeksche Waard
331
53
278
16
84
WSHD totaal
948
192
756
20
80
Figuur 8: % op de kant te bergen en te storten baggerspecie per regio
Uit de tabel blijkt dat mn. in de regio's Hoeksche Waard, Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee de ruimtelijke factoren bij de afzet een kleinere rol speelt. Met name in de regio IJsselmonde speelt het gebrek aan voldoende afzetruimte op het aangrenzend perceel een rol. Afzet van baggerspecie binnen WSHD tot en met 2030 In figuur 9 is de afzet van baggerspecie tot en met 2030 weergegeven, verdeeld in afzet op het aangrenzend perceel en afvoeren naar een erkend verwerker. Er is gebruik gemaakt van de volgende criteria: 20% van de op basis van kwaliteitsnormen geclassificeerde verspreidbare baggerspecie in het stedelijk gebied kan op het aangrenzend perceel worden afgezet; 90% van de op basis van kwaliteitsnormen geclassificeerde verspreidbare baggerspecie in het landelijk gebied kan op het aangrenzend perceel worden afgezet; De overige baggerspecie, inclusief baggerspecie die op basis van kwaliteitsnormen geclassificeerde niet-verspreidbare is, wordt afgevoerd naar een erkend verwerker.
9
m3 baggerspecie afzetten op aangrenzend perceel
m3 baggerspecie afvoeren naar verwerker
m3 baggerspecie totaal
2014
506.370
192.897
699.267
2015
525.067
211.927
736.994
2016
471.682
189.958
661.640
2017
576.523
212.892
789.415
2018
534.148
212.139
746.287
2019
549.793
220.797
770.589
2020
514.604
194.191
708.794
2021
470.064
194.402
664.466
2022
526.481
211.150
737.631
2023
540.815
202.217
743.033
2024
593.133
230.778
823.912
2025
496.259
204.638
700.897
2026
610.668
220.083
830.751
2027
501.135
203.903
705.038
2028
462.364
188.309
650.673
Totaal 7.879.106 3.090.281 10.969.387 Figuur 9: m3 baggerspecie dat op de kant kan of moet worden afgevoerd per uitvoeringsjaar
Uit figuur 9 blijkt dat van de hoeveelheid vrijkomende baggerspecie binnen de planperiode, ongeveer 28% moet worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Ongeveer 72% van alle vrijkomende baggerspecie kan, op basis van de chemische kwaliteit, op het aangrenzend perceel worden verwerkt. Het afzetten van baggerspecie op de kant is goedkoper dan het afvoeren naar een erkend verwerker. In figuur 10 en 11 zijn de kosten inclusief 21% BTW weergegeven. De kosten betreffen gemiddelde eenheidsprijzen uit inschrijfstaten voor baggerwerken van 2010 tot en 2013. Hierbij is onderscheid gemaakt in landelijke en stedelijke baggerwerken. Baggeren en op kant afzetten stedelijk gebied
Baggeren en op kant afzetten landelijk gebied €0,95 per m3
€1,50 per m3
3
Figuur 10: Kosten per m baggerspecie dat op de kant kan per uitvoeringsjaar Baggeren, transport- en stortkosten baggerspecie uit landelijk gebied
Baggeren en opladen op transport in stedelijk gebied
Transport en afzet baggerspecie stedelijk gebied
€12,50 per m3
€3,50 per m3
€15,75 per m3
3
Figuur 11: Kosten per m baggerspecie dat moet worden afgevoerd per uitvoeringsjaar
3.4
Ontvangstplicht bij derden
De kosten voor transport en afzet anders dan op het aangrenzende perceel worden in rekening gebracht bij de ontvangstplichtigen, voor het leeuwendeel gemeenten. Deze kosten worden vooraf of direct achteraf bij de ontvangstplichtigen geïnd. Het voornemen is om in de toekomst deze kosten direct door de aannemer bij gemeenten in rekening te laten brengen. Voor de kostenraming is aangenomen dat 90% van de kosten voor transport en afzet van baggerspecie in stedelijk gebied in rekening wordt gebracht bij derden. NB! De kosten voor het baggeren zelf horen hier niet bij.
3.5
Baggerspecie onder de legger in stedelijk gebied
Het waterschap heeft zich in het meerjarenbaggerplan verbonden aan het baggeren tot de vaste bodem. In de meeste gevallen ligt de vaste bodem onder de vastgestelde leggerdiepte. In stedelijk gebied is de gemeente in veel gevallen ontvangstplichtig voor de baggerspecie boven de leggerdiepte. Zij draagt de kosten voor de transport en afzet van baggerspecie in het stedelijk gebied. Indien het waterschap tot de vaste bodem baggert dient zij de kosten te dragen voor de baggerspecie onder leggerdiepte. De kosten voor deze maatregel worden geschat op circa € 250.000 inclusief BTW per jaar. Gedurende de uitvoering van de eerste cyclus wordt de legger aangepast naar een gemiddeld vastbodemprofiel. Per 2019 komen de kosten daarmee te vervallen. 10
3.6
Duikers schonen
De in de te baggeren watergang gelegen duikers (inclusief die aan de kopzijden van de te baggeren watergang) worden geschoond tijdens de baggerwerkzaamheden. In figuur 12 zijn de lengten van de duikers weergegeven binnen de periode van dit beheerplan. In totaal wordt in 15 jaar tijd ca. 362.000 m aan duikers geschoond. Het schonen van de duikers kost per meter € 5,45 inclusief BTW. Meters duikers die geschoond worden 2014
16.325
2015
29.789
2016
27.602
2017
22.968
2018
27.007
2019
26.837
2020
17.258
2021
19.500
2022
34.571
2023
23.382
2024
29.523
2025
22.244
2026
17.857
2027
21.245
2028
26.270
Totaal
362.378 1
Figuur 12: m duikers per uitvoeringsjaar
3.7
Maaiwerk voorafgaand aan het baggerwerk
Voorafgaand aan de uitvoering van het baggerwerk wordt het maaiwerk aan de te baggeren watergangen uitgevoerd. Dit voorkomt overlast bij ingelanden en geeft een korter verstorend effect op de leefomgeving van flora en fauna. Het maaiwerk vindt plaats van insteek tot insteek aan de betreffende watergangen. Het maaien van de watergangen kost circa €0,35 inclusief BTW per meter watergang. Een deel van het maaisel wordt vanwege de ruimtelijke afzetcapaciteit afgevoerd. Dit is jaarlijks ongeveer 390 ton. Hiervoor is een vast bedrag van €15.600,- in dit beheerplan opgenomen gebaseerd op een eenheidsprijs van €40,- inclusief BTW per ton maaisel.
3.8
Maatregelen ten behoeve van flora en fauna
Tijdens het baggerwerk kan het nodig zijn om, naar aanleiding van de Flora en faunawet en de bijbehorende gedragscode waterschappen, maatregelen te treffen om flora en faunasoorten te beschermen en verstoring van hun habitat te minimaliseren. Een voorbeeld van dergelijke maatregelen is het afvangen van vissen en deze elders uitzetten. Voor deze maatregelen wordt per bestek een bestekspost opgenomen van €20.000,- excl. BTW (€24.200,- incl. BTW per bestek). De werkelijke kosten zijn afhankelijk van de maatregel. Over het algemeen wordt slechts ten dele gebruik gemaakt van deze post.
11
3.9
Fysieke obstakels
Obstakels langs de watergang leveren knelpunten op bij de afzet van baggerspecie op het aangrenzend perceel. Het waterschap draagt zorg voor de afzet van de specie die vrijkomt bij percelen waar fysieke obstakels die berging van specie in de weg staan aanwezig zijn. In dit soort situaties kan de bagger of het maaisel op het vrijliggende perceel aan de overzijde van de watergang worden geborgen. Bij fysieke obstakels aan beide zijde van de watergang wordt de specie afgevoerd naar een locatie elders (depot of nabij gelegen perceel). Uit een eerste inventarisatie van de obstakels voor de uitvoeringsjaren 2013 en 2014 i.c.m. de reeds bekende uitgaven voor 2012 is de verwachting dat ongeveer €200.000,- inclusief BTW per jaar. De kosten voor deze maatregel zijn opgenomen in de kosten voor afvoer van baggerspecie uit landelijk gebied.
3.10
Afvoeren baggerspecie uit waterbergingen
Een aantal van de waterbergingen binnen het waterschap heeft hogere natuurpotentie. De baggerspecie die vrijkomt uit deze waterbergingen kan op basis van kwaliteit en ruimte veelal langs de waterbergingen worden afgezet. Gelet op de natuurwaarde is dit niet altijd wenselijk. Om die reden heeft de VV op 28 juni 2012 besloten om de baggerspecie in een aantal van deze waterbergingen af te voeren. De kosten die hiervoor geraamd zijn bedragen €76.000,- inclusief BTW per jaar. Deze kosten zijn apart weergegeven als "vaste kosten" in het kostenoverzicht in bijlage 3.
3.11
Vergoeding grote hoeveelheden baggerspecie
Het waterschap kiest er voor een financiële tegemoetkoming toe te kennen bij de verspreiding van bovenmatig grote hoeveelheden bagger over aangrenzend perceel. Bij brede watergangen kan een aanzienlijke hoeveelheid bagger vrijkomen waarop de ontvangstplicht voor particulieren van toepassing is. Om in de verspreiding van dergelijke hoeveelheden baggerspecie tegemoet te komen heeft het waterschap een onkostenvergoedingsregeling opgesteld. Het gaat daarbij om de extra kosten voor de ontvangst van grotere hoeveelheden vrijkomende baggerspecie door particulieren. Dit houdt tevens in dat het waterschap geen aanvullende uitvoeringsmaatregelen neemt bij de verspreiding van de specie door bijvoorbeeld het inzetten van een bulldozer. Voor de uitvoering van deze maatregel is, o.b.v. de reeds bekende uitgaven voor 2012, de verwachting dat ongeveer €100.000,- inclusief BTW per jaar nodig is. Deze kosten zijn apart weergegeven als "vaste kosten" in het kostenoverzicht in bijlage 3.
3.12
Kosten voor WSHD door kwaliteit baggerspecie
Waterschap Hollandse Delta is verantwoordelijk voor de vrijkomende baggerspecie met een bepaalde kwaliteitsclassificering, ook als normaliter de onderhoudsplicht of ontvangstplicht bij een derde partij ligt. Baggerspecie met een kwaliteitsclassificatie hoger dan Verspreidbaar conform het Besluit Bodemkwaliteit vervalt in deze gevallen aan het waterschap. De betreffende derde partijen worden daarbij ontheven van de ontvangstplicht en WSHD wordt verantwoordelijk voor de afzet van de verontreinigde baggerspecie. Voor de uitvoering van deze maatregel is o.b.v. expertisecijfers de verwachting dat ongeveer €45.000,- inclusief BTW per jaar nodig. De kosten voor deze maatregel zijn opgenomen in de kosten voor afvoer van baggerspecie uit stedelijk gebied (merendeel van deze betreffende gevallen zijn gelegen in stedelijk gebied).
3.13
In - en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen
In- en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen zijn primaire watergangen waarvan enkele ook in onderhoud van het waterschap zijn. Ze zijn voor de aan- en afvoer van water en de scheepvaart van groot belang. De meeste van deze wateren worden via de reguliere cyclus gebaggerd en een deel wordt vanwege een veel grotere cyclus ( > 2 cycli) gerekend tot de grote wateren (projectmatig baggerwerk). Voor een aantal van deze watergangen is echter een hogere uitvoeringsfrequentie nodig. Het betreft gevallen waar de sedimentatie zo snel plaats vindt dat een voldoende aan- en afvoer niet gewaarborgd is en waar sluisdeuren niet naar behoren functioneren door de aanwezige sliblaag. De gevallen waar eerder dan de normale cyclus ingegrepen moet worden werken kostenverhogend. Het betreft de watergangen opgenomen in figuur 13. 12
Regio
Naam watergang
GoereeOverflakkee Hoeksche Waard en Eiland van Dordt
Gemaal De Haas van Dorsser Gemaal Staring
IJsselmonde
Laatst bekende jaar gebaggerd onbekend
Benodigde frequentie 1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
2008
1x1jr
elk jaar
2008
1x1jr
elk jaar
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
2008
1x1jr
elk jaar
Inlaatsluis Piershil
2008
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
Gemaal Raepshille
2008
1x1jr
elk jaar
Gemaal De Volharding
2008
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
Sluis Nieuw Beijerland
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
Gemaal Westersepolder
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
Hevel Strooppot
elk jaar
Inlaat Haven van Heinenoord Inlaatgeul hevel Goidschalxoord Sluis bij gemaal Hogezandsepolder Inlaatsluis Brakelsveer
onbekend
1x1jr
Hevel Gusto
2010
1x1jr
elk jaar
Hevel Develsluis
2012
1x2jr
2011
1x1jr
2014, 2016, 2018, 2020, 2022, 2024, 2026, 2028 elk jaar
Keersluis Toldijk
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
Inlaat Molenhaven
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
Voornsesluis Spijkenisse (binnenzijde) Inlaat Hellevoetsluis
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
onbekend
1x3jr
2014, 2017, 2020, 2023, 2026
Hevel Haven Heerjansdam VoornePutten
Volgende baggerjaren
Figuur 13: Overzicht van in- en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen die frequenter binnen de normale cyclus gebaggerd worden
De kosten hiervoor zijn, o.b.v. ervaringscijfers geschat op ongeveer €180.000,- per jaar.
3.14
Eenheidsprijzen regulier onderhoud
De eenheidsprijzen die gebruikt zijn voor het berekenen van de kosten voor het regulier onderhoud zijn gebaseerd op ervaringscijfers (inschrijvingsstaten uit aanbestedingen van 2010 t/m 2012) uit voorgaande onderhoudsjaren. In figuur 14 zijn de eenheidsprijzen, inclusief BTW, weergegeven. De verwachting is dat de marktprijs de komende jaren stabiel blijft. Na een looptijd van 4 jaar wordt dit plan geëvalueerd en eventueel aangepast. Ook de marktprijs op dat moment zal worden beschouwd. Naast de uitvoeringskosten zijn "staartkosten" en "vaste kosten" meegenomen. Over het totale bedrag voor het baggerwerk wordt een percentage van 10% aan staartkosten. In figuur 15 zijn de percentage staartkosten en vaste kosten inclusief BTW hiervan weergegeven. Ook is een percentage van 0,1% over het subtotaal gerekend t.b.v. het vergroten van het areaal. Gemiddelde eenheidsprijs [incl. BTW]
Kosten per eenheid
Baggeren en op de kant zetten in landelijk gebied
€ 0,95
m3
Baggeren en op de kant zetten in stedelijk gebied
€ 1,50
m3
€ 12,50
m3
€ 3,50
m3
€ 15,75
m3
Duikers schonen binnen het betreffende schouwvak
€ 5,45
m1
Uitvoering van maaiwerk aan de watergangen binnen schouwvak
€ 0,35
m1
€ 40,00
ton
Baggeren, transport- en stortkosten landelijke baggerspecie Baggeren van baggerspecie dat afgevoerd wordt uit stedelijk gebied Transport- en stortkosten stedelijke baggerspecie
Jaarlijks circa 390 ton maaisel afvoeren naar composteerder Figuur 14: kosten per eenheid inclusief BTW
13
Kostenpost
Kosten per jaar [incl. BTW]
Baggeren tot de vaste bodem in stedelijk gebied
€ 250.000 (tm uitvoeringsjaar 2019)
In- en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen
€ 180.000
Regeling fysieke obstakels
€ 200.000 (opgenomen onder " Baggeren, transport- en stortkosten landelijke baggerspecie")
Kosten voor WSHD door kwaliteit baggerspecie
€ 45.000 (opgenomen onder " Transporten stortkosten stedelijke baggerspecie ")
Regeling vergoeding ontvangst grote hoeveelheden baggerspecie
€ 100.000
Afvoeren baggerspecie uit waterbergingen (Motie Platteeuw)
€ 76.000
Kosten voor flora en faunamaatregelen
€ 24.200
Vergroting areaal tot en met 2027
0,1% van subtotaal
Staartkosten
10% van subtotaal
Figuur 15: kosten per kostenpost per jaar inclusief BTW
3.15
Totale kosten regulier baggerwerk
In onderstaande figuur worden de totale kosten incl. BTW voor het regulier baggerwerk weergegeven. Een deel van de uitvoeringskosten wordt door derden vergoed o.b.v. de ontvangstplicht. Het betreft in dat geval de gemaakte transport- en stortkosten door WSHD, veelal gemaakt voor gemeenten. Deze worden verrekend met de uitvoeringskosten. In de laatste kolom staan de feitelijke kosten voor WSHD voor het regulier onderhoud. De totale berekening van deze getallen zijn terug te vinden in de bijlagen. Jaar
Totale uitvoeringskosten baggerwerken
verrekening met derden o.b.v. ontvangstplicht
Totale kosten regulier onderhoud
2014
€ 5.175.000
-€ 1.437.000
€ 3.738.000
2015
€ 5.785.000
-€ 1.780.000
€ 4.005.000
2016
€ 5.280.000
-€ 1.557.000
€ 3.723.000
2017
€ 5.789.000
-€ 1.696.000
€ 4.093.000
2018
€ 5.743.000
-€ 1.667.000
€ 4.076.000
2019
€ 5.944.000
-€ 1.788.000
€ 4.156.000
2020
€ 5.010.000
-€ 1.456.000
€ 3.554.000
2021
€ 5.057.000
-€ 1.643.000
€ 3.414.000
2022
€ 5.498.000
-€ 1.721.000
€ 3.777.000
2023
€ 5.274.000
-€ 1.606.000
€ 3.668.000
2024
€ 5.898.000
-€ 1.815.000
€ 4.083.000
2025
€ 5.268.000
-€ 1.652.000
€ 3.616.000
2026
€ 5.593.000
-€ 1.616.000
€ 3.977.000
2027
€ 5.283.000
-€ 1.717.000
€ 3.566.000
2028
€ 4.947.000
-€ 1.548.000
€ 3.399.000
Totaal
€ 81.544.000
-€ 24.699.000
€ 56.845.000
Figuur 16: totale kosten voor regulier onderhoud 2014 tm 2028
In de komende 15 jaar is circa € 56.845.000,- nodig om het reguliere baggerwerk conform beleid uit te voeren. Dit komt jaarlijks neer op gemiddeld € 3,79 mln. aan benodigde financiën om het regulier baggerwerk uit te voeren. Dit is exclusief de kosten om het projectmatig baggerwerk uit te voeren. Bij de raming van de kosten is rekening gehouden met de verrekening van kosten met derden op basis van de ontvangstplicht; over 15 jaar circa € 24,7 mln. Gemiddeld verrekent het waterschap jaarlijks € 1,65 mln. met derden.
14
4
Projectmatig onderhoud
4.1
Programma voor projectmatig onderhoud
Het komt voor dat een watergang een cyclus overslaat omdat de noodzaak tot baggeren op het betreffende moment niet aanwezig is. Een aantal watergangen wordt structureel meer dan twee cycli overgeslagen. In dat geval is er geen sprake meer van regulier baggerwerk maar worden deze 'grote' watergangen als projectmatig beschouwd. Binnen de periode 2014 - 2028 worden 28 watergangen gebaggerd die aangemerkt zijn als grote watergangen. Van de watergangen die projectmatig gebaggerd worden is op basis van inpeilingen en het laatst bekende jaar van baggeren berekend wanneer deze watergangen weer gebaggerd moeten worden. Er is een beeld geschetst van de werken die zich in de komende jaren aandienen. Deze baggerwerken worden op dit moment nog gedekt middels investeringen terwijl het reguliere onderhoud wordt gedekt vanuit de exploitatie. Echter is het dekken vanuit een investering, volgens de regeling Beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW), niet meer toegestaan. Alleen de kosten van het voor de eerste keer op diepte brengen van een watergang mogen worden geactiveerd. De baggerwerkzaamheden die daarna worden uitgevoerd betreffen het op diepte houden van een watergang en moeten volgens de voorschriften worden getypeerd als groot onderhoud. Groot onderhoud moet of direct ten laste van de exploitatie worden gebracht of ten laste van een onderhoudsvoorziening. De projectmatige watergangen die binnen de planperiode van dit beheerplan gebaggerd worden zijn in figuur 17 weergegeven. De uitvoering van de projectmatige werkzaamheden vinden plaats vanaf 2016. De reden is dat hierdoor een buffer kan worden ingebouwd binnen de voorziening; simpel gezegd wordt de voorziening in de eerste uitvoeringsjaren niet volledig benut waardoor knelpunten met de dekking worden voorkomen. Ook de geschatte hoeveelheden zijn weergegeven in figuur 17. Deze hoeveelheden zijn ingeschat op basis van het wateroppervlak i.c.m. een gemiddelde slibaanwas. De gemiddelde slibaanwas is berekend door middel van eerder uitgevoerde inpeilingen. Waar geen inpeilingen hebben plaatsgevonden is een gemiddelde aanwas van 1,5 cm per jaar (regulier voorkomende aanwas bij grote watergangen) aangehouden. Uitvoeringsjaar
Laatste jaar van uitvoering
Geschatte hoeveelheid baggerspecie [m3]
Keen
1990
14.051
Nieuwe Haven
1990
22.525
Strijens As
1990
11.960
De Boezem van Dirksland
niet bekend
18.304
Haven van Stellendam
niet bekend
26.579
Gaatkensplas (vak 2)
2000
26.182
Oud-Beijerlandse Kreek
2000
43.380
2019
Spui in Goedereede
1994
17.200
2020
Gaatkensplas (vak 3)
2000
25.090
Oude Diep westelijk deel
2004
6.480
2016
2017
2018
Te baggeren wateren (of delen daarvan)
2021
'Haven' van Dirksland
niet bekend
45.507
2022
Gaatkensplas (vak 4)
2000
26.851
Voorhaven Voornsesluis
2011
14.000
Het Brielsche Spui
1998
8.868
Binnengracht en Haven Brielle
1998
31.191
2023
15
Uitvoeringsjaar
Laatste jaar van uitvoering
Geschatte hoeveelheid baggerspecie [m3]
natuurplas langs Dromkreek
2003
5.950
Koedoodseplas (vak 1)
2005
20.317
Koedood
2005
23.393
West binnenvaart
2004
15.867
De Vliet
2000
31.275
Oude Haven
2002
8.704
Piershilsche gat
2004
24.192
2026
Koedoodseplas (vak 2)
2005
25.374
2027
Binnenbedijkte Maas oostelijke kom
niet bekend
82.500
Schuringse haven
2004
26.887
Vissersvliet
2000
54.012
Koedoodseplas (vak 3)
2005
25.996
2024
2025
2028
Te baggeren wateren (of delen daarvan)
TOTAAL
682.635 3
Figuur 17: Grote wateren en de vrijkomende hoeveelheden [m ] per uitvoeringsjaar
4.2
Eenheidsprijzen projectmatig baggerwerk
Voor de uitvoering van het projectmatig baggerwerk is een eenheidsprijs van € 18 per m3 incl.BTW aangehouden, gebaseerd op ervaringscijfers van eerder uitgevoerd projectmatig baggerwerk. In deze kosten zijn meegenomen: Het baggerwerk van de wateren die als projectmatig baggerwerk zijn geclassificeerd; Het transport van de baggerspecie naar de verwerkingslocatie; De verwerking van de baggerspecie. Uitzondering op bovenstaande zijn de Koedoodseplas en Gaatkensplas. Voor deze plassen zijn de gemeenten Barendrecht en Albrandswaard ontvangstplichtig voor de baggerspecie. Het waterschap onderhoud de watergangen. De plassen zijn beiden opgedeeld in 4 vakken (8 vakken totaal, waarvan 7 vakken binnen de planperiode vallen). De kosten hiervoor zijn € 5,- per m3 en betreffen alleen het verwijderen van de baggerspecie uit de plassen. Transport- en afzetkosten zijn voor rekening van de gemeenten Barendrecht en Albrandswaard. Eventueel maaiwerk aan watergangen binnen het projectmatig baggerwerk zijn niet meegenomen in de kosten. De maaiwerkzaamheden worden bij het projectmatig baggerwerk niet gecombineerd uitgevoerd.
4.3
Totale kosten voor projectmatig baggerwerk
In onderstaande figuur worden de totale kosten voor het projectmatig onderhoud weergegeven. Jaar
Kosten projectmatig onderhoud
Jaar
Kosten projectmatig onderhoud
2014
-
2022
€ 386.254
2015
-
2023
€ 721.068
2016
€ 999.414
2024
€ 629.755
2017
€ 807.897
2025
€ 1.440.676
2018
€ 911.748
2026
€ 126.870
2019
€ 309.600
2027
€ 1.968.966
2020
€ 242.089
2028
€ 1.102.195
2021
€ 819.126
Totaal
€ 10.465.658
Figuur 18: totale kosten voor projectmatig onderhoud 2014 tm 2028
16
5
Begroting baggeronderhoud
5.1
Totale kosten per uitvoeringsjaar
Uit de totalen voor het onderhoud benoemd in de paragrafen 3.5 en 4.3 kan een meerjarenbegroting van het baggerwerk worden gemaakt. Van de periode 2014 tot en met 2028 zijn kosten voor het baggerwerk in figuur 19 weergegeven. Bij deze kosten wordt onderscheid gemaakt tussen regulier en projectmatig onderhoud. Regulier onderhoud [inclusief BTW]
Projectmatig onderhoud [inclusief BTW]
Totale kosten per jaar [inclusief BTW]
2014
€ 3.738.000
€0
€ 3.738.000
2015
€ 4.005.000
€0
€ 4.005.000
2016
€ 3.723.000
€ 999.000
€ 4.722.000
2017
€ 4.093.000
€ 808.000
€ 4.901.000
2018
€ 4.076.000
€ 912.000
€ 4.988.000
2019
€ 4.156.000
€ 310.000
€ 4.466.000
2020
€ 3.554.000
€ 242.000
€ 3.796.000
2021
€ 3.414.000
€ 819.000
€ 4.233.000
2022
€ 3.777.000
€ 386.000
€ 4.163.000
2023
€ 3.668.000
€ 721.000
€ 4.389.000
2024
€ 4.083.000
€ 630.000
€ 4.713.000
2025
€ 3.616.000
€ 1.441.000
€ 5.057.000
2026
€ 3.977.000
€ 127.000
€ 4.104.000
2027
€ 3.566.000
€ 1.969.000
€ 5.535.000
2028
€ 3.399.000
€ 1.102.000
€ 4.501.000
Totaal
€ 56.845.000
€ 10.466.000
€ 67.311.000
€ 3.790.000
€ 698.000
€ 4.488.000
Gemiddeld 3
Figuur 19: m Totale kosten voor baggerwerk binnen het beheergebied van WSHD tot en met 2028
Uit figuur 19 blijkt dat de meeste kosten (84% van de totale kosten) voor het baggerwerk in de periode 2014 tot en met 2028 zitten in het regulier onderhoud. Voor het projectmatig onderhoud is ongeveer €10,5 mln. nodig om het werk uit te kunnen voeren. In totaal is ongeveer €67,3 mln. nodig om alle watergangen die gepland staan in de periode 2014 tot en 2028 te kunnen baggeren.
5.2
Jaarlijkse inleg baggervoorziening (NB! Dit deel over de financiële voorziening is gewijzigd na besluit van de DR op 3 april 2013; zie DH-voorstel)
Voorgesteld wordt dat Waterschap Hollandse Delta vanaf 2014 haar baggerwerk ten laste van een 'voorzienig baggerwerken' brengt. Jaarlijks wordt een vast bedrag gedoteerd aan deze voorziening ten laste van de exploitatie. De dotatie moet aansluiten bij de in dit beheerplan berekende kosten, waarbij de voorziening niet negatief mag worden in enig jaar. De periode waarvoor deze voorziening wordt ingesteld is van 2014 tot en met 2028.
17
Voor de jaarlijkse inleg in de voorziening wordt voorgesteld om vanaf 2014 jaarlijks een bedrag van € 4.500.000,- aan de voorziening te doteren Dit bedrag is nodig om alle werkzaamheden te bekostigen. Als het beheerplan na vier jaar wordt geactualiseerd, wordt ook beoordeeld of de voorziening toereikend is. In figuur 20 zijn de inkomsten en uitgaven binnen de voorziening in de periode 2014 - 2028 inzichtelijk gemaakt. Jaar
Restant van het voorgaande uitvoeringsjaar
Jaarlijkse inleg in de voorziening
Kosten voor de uitvoering van het baggerwerk
Restant in voorziening na uitvoering baggerwerk
2014
€ 0,-
+ € 4.500.000,-
-€ 3.738.000
€ 762.000
2015
€ 762.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.005.000
€ 1.257.000
2016
€ 1.257.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.722.000
€ 1.035.000
2017
€ 1.035.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.901.000
€ 634.000
2018
€ 634.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.988.000
€ 146.000
2019
€ 180.000
€ 146.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.466.000
2020
€ 180.000
+ € 4.500.000,-
-€ 3.796.000
€ 884.000
2021
€ 884.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.233.000
€ 1.151.000
2022
€ 1.151.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.163.000
€ 1.488.000
2023
€ 1.488.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.389.000
€ 1.599.000
2024
€ 1.599.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.713.000
€ 1.386.000
2025
€ 1.386.000
+ € 4.500.000,-
-€ 5.057.000
€ 829.000
2026
€ 829.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.104.000
€ 1.225.000
2027
€ 1.225.000
+ € 4.500.000,-
-€ 5.535.000
€ 190.000
€ 190.000
+ € 4.500.000,-
-€ 4.501.000
€ 189.000
€ 67.500.000
-€ 67.311.000
€ 189.000
2028 Totaal
Figuur 20: Totaalkosten voor baggerwerk voor heel WSHD in de periode 2014 tm 2028
Het beheerplan baggeren heeft de volgende consequenties voor de meerjarenramingen, waarbij uitgegaan wordt van het instellen van een 'voorziening baggeren': Omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
netto budgetten regulier baggeren
€ 2.126.000
€ 1.925.000
€ 1.976.000
€ 1.976.000
€ 1.976.000
geraamde kapitaallasten investeringen
€0
€0
€ 12.000
€ 87.000
€ 87.000
€ 2.126.000
€ 1.925.000
€ 1.988.000
€ 2.063.000
€ 2.063.000
2014
2015
2016
2017
2018
Projectmatige baggerwerk; gemiddeld € 698.000 per jaar
€ 698.000
€ 698.000
€ 698.000
€ 698.000
€ 698.000
Meer vrijkomende baggerspecie geraamd a.g.v aangepaste lengtedata i.c.m. aangepaste aanwasgegevens na wijziging van het meetprotocol; gemiddeld € 900.000,- per jaar
€ 900.000
€ 900.000
€ 900.000
€ 900.000
€ 900.000
Vastgesteld beleid dat voortvloeit vanuit het Meerjarenbaggerplan 2012-2019; gemiddeld €380.000,per jaar
€ 380.000
€ 380.000
€ 380.000
€ 380.000
€ 380.000
Beschikbare dekkingsmiddelen
TOTAAL BESCHIKBAAR Omschrijving Extra benodigde middelen
18
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
Baggerwerk aan bagger onder de legger in stedelijk gebied waarbij WSHD kosten draagt voor baggerwerk, transport en afzet; gemiddeld €110.000,- per jaar
€ 110.000
€ 110.000
€ 110.000
€ 110.000
€ 110.000
Baggerwerk aan in- en uitlaatgeulen; gemiddelde €180.000,- per jaar
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 72.000
€ 72.000
€ 72.000
€ 72.000
€ 72.000
EXTRA KOSTEN PER JAAR
€ 2.340.000
€ 2.340.000
€ 2.340.000
€ 2.340.000
€ 2.340.000
BESCHIKBAAR & EXTRA
€ 4.466.000
€ 4.265.000
€ 4.328.000
€ 4.403.000
€ 4.403.000
Jaarlijkse dotatie aan voorziening
€ 4.500.000
€ 4.500.000
€ 4.500.000
€ 4.500.000
€ 4.500.000
Extra lasten programmabegroting (jaarlijkse dotatie -/beschikbaar)
€ 2.374.000
€ 2.575.000
€ 2.512.000
€ 2.437.000
€ 2.437.000
Doorgevoerde BTW-verhoging per 1-10-2012; gemiddeld € 72.000,per jaar
Figuur 20: Overzicht verschillen tussen huidige programmabegroting en in te stellen voorziening
5.3
Rapportage en evaluatie
Om de voortgang van het baggerwerk en de bijbehorende benutting van de voorziening te bewaken, zal er 3 maal per jaar een rapportage gemaakt worden: bij Burap 1, Burap 2 en de jaarrekening. Per regio en voor het totaal zullen de cijfers uit figuur 21 aangeleverd worden. Prognose hoeveelheid (einde jaar)
Afwijking hoeveelheid prognose minus begroting (einde jaar)
Baggeren en op de kant zetten landelijk
m3
m3
Baggeren en op de kant zetten stedelijk
m3
m3
Baggeren, transport- en stortkosten landelijk
m3
m3
Baggeren stedelijke bagger dat afgevoerd wordt
m3
m3
Transport- en stortkosten stedelijke bagger
m3
m3
Duikers schonen
m1
m1
Uitvoering van maaiwerk binnen schouwvak
m1
m1
Jaarlijks circa 390 ton maaisel afvoeren
ton
ton
Baggeren tot de vaste bodem stedelijk gebied
m3
m3
In- en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen
m3
m3
Vergoeding grote hoeveelheden baggerspecie
m3
m3
Afvoeren baggerspecie uit waterbergingen
m3
m3
-
-
Kosten voor flora en faunamaatregelen Vergroting areaal tot en met 2027
m1
m1
Verrekening met derden
-
-
Totaal
-
-
Prognose (einde jaar) in € incl. BTW
Afwijking (einde jaar) prognose minus begroting in € incl. BTW
Figuur 21: Voorbeeld inhoud rapportage
In de begroting wordt jaarlijks op basis van de realisatie beoordeeld of de voorziening toereikend is voor het realiseren van de baggerwerken in de periode 2014-2028.
19
Bijlage 1
Kaarten regulier en projectmatig baggeronderhoud
20
#
#
# Oostvoornse Meer na 2060 Het Brielse Meer na 2060
## #
Binnengracht en haven Brielle 2017
# # Brielse Spui 2017
# # #
# #
#
# # #
#
# #
Strypsche Wetering 2030
#
# # Scheepvaart/Voedingskanaal 2030
#
# # ## # #
Kanaal door Voorne 2040
#
Voorhaven Voornsesluis 2022
#
# #
#
#
#
## #
#
Het Oostenrijk 2029
# #
Vierambachtenboezem 2027
##
#
Koedoodse Plas (vak 1) 2024 Koedoodse Plas (vak 4) Koedood 2030 2027 Koedoodse Plas (vak 3) 2028 Koedoodse Plas (vak 2) 2026
#
Gaatkensplas (vak 2) 2018
#
Gaatkensplas (vak 1) 2016
Gaatkensplas (vak 3) 2020
# #
# # ## # Waal ## # 2029 # ###
Gaatkensplas (vak 4) 2022
#
Waalboezem 2029
# ##
# #
# # # ## # # # # #
#
#
# ## Spui in Goedereede 2021
#
#
Devel Heerjansdam 2028
Welvliet onbekend
#
De Vliet 2021
Bernisse en waterpartijen 2040
##
#
#
# Oud-Beijerlandse Kreek 2016
#
##
Develsluise haven 2033
##
# Haven van Stellendam 2021
## # #
# #
Devel Zwijndrecht 2027
#
#
#
#
Zuiderdiep en Zuiderdiepboezem 2032
#
# #
Binnenbedijkte Maas bocht tot aan Lage Vliet 2052
#
#
#
Boezemvliet 2024
#
#
# Natuurplas langs Dromkreek 2024
#
# Binnenbedijkte Maas westelijke deel na 2060
# #
#
# # #
Binnenbedijkte Maas oostelijke kom 2025
Haven van Dirksland 2017
#
Piershilsche Gat 2024
Kleine Gat 2028
#
West binnenhaven 2021
De Boezem van Dirksland 2019
Vissersvliet 2023
# # #
Oude Diep westelijk deel 2024 Toevoer gemaal Johannes Vis 2029
#
# ## # Keen 2018
#
Oude Haven Strijen 2021
Cutterleiding 2030 Nieuwe Haven Strijen 2018
# # #
Watergangen Watergatseweg Oostflakkee 2028
Strijens As 2016 Schuringse haven 2026
Spui van Oude-Tonge na 2060
#
Spuikom van Oude-Tonge 2027
Legenda uitwisselpunten
jaar van baggeren
primair inlaatpunt
2013
primair in- en uitlaatpunt
2014
primair uitlaatpunt
2015
Overzichtskaart grote wateren Lokatie en jaar van onderhoud, onderhoudsvakken en in- en uitlaatgeulen
#
secundair in- en uitlaatpunt
2016
#
secundair inlaatpunt
2017
#
secundair uitlaatpunt
2018 Onderhoud na 2018
Beheersgebied waterschap Hollandse Delta Versie
: 26-03-2013
BBP product
Schaal
: 1:50.000
Behoort bij : -
Project
: HD-WAB-0121
Referentie
: 10328G07_overzicht_mrt2013
Auteur
: C. Kemperman
Blad 1 van 1 Gezien :
Planvorming
Voorbereiding
Beheer Onderhoud
Handelsweg 100 Postbus 4103 2980 GC RIDDERKERK tel. 088 - 974 30 00 fax 088 - 974 30 01 www.wshd.nl
[email protected] Topografische Ondergrond (c) Topografische Dienst Kadaster, Emmen
Oostvoornse Meer na 2060 Het Brielse Meer na 2060
Inlaat Molenhaven
)
Binnengracht en haven Brielle 2017
Brielse Spui 2017
Hevel Gusto
) Strypsche Wetering 2030
Scheepvaart/Voedingskanaal 2030
)
Keersluis Toldijk
Voornse Sluis
Voorhaven Voornsesluis 2022
)
Kanaal door Voorne 2040
Koedoodse Plas (vak 1) 2024 Koedoodse Plas (vak 4) Koedood 2030 2027 Het Oostenrijk 2029
Koedoodse Plas (vak 3) 2028 Koedoodse Plas (vak 2) 2026
Vierambachtenboezem 2027
Waalboezem 2029 Waal 2029
Gaatkensplas (vak 2) 2018
Gaatkensplas (vak 3) 2020
Gaatkensplas (vak 1) 2016
Gaatkensplas (vak 4) 2022
)
Welvliet onbekend
Inlaat Hellevoetsluis Spui in Goedereede 2021
Hevelleiding Goidschalxoord
Bernisse en waterpartijen 2040
De Vliet 2021
Inlaat Brakelsveer Gemaal De Volharding
)
Inlaat Haven Heinenoord
)
Hevel Heerjansdam
Devel Heerjansdam 2028
)
Hevel Strooppot
Develsluise haven 2033
)
) Oud-Beijerlandse Kreek 2016
)
)
Hevel Develsluis
Devel Zwijndrecht 2027
Inlaat Nieuw-Beijerland
Haven van Stellendam 2021
)
Zuiderdiep en Zuiderdiepboezem 2032
Inlaat Piershil
)
Binnenbedijkte Maas bocht tot aan Lage Vliet 2052
Boezemvliet 2024
Natuurplas langs Dromkreek 2024 Binnenbedijkte Maas westelijke deel na 2060 Binnenbedijkte Maas oostelijke kom 2025
Haven van Dirksland 2017
Piershilsche Gat 2024
Vissersvliet 2023
Kleine Gat 2028
West binnenhaven 2021
Oude Diep westelijk deel 2024 Toevoer gemaal Johannes Vis 2029
De Boezem van Dirksland 2019
Keen 2018
Oude Haven Strijen 2021
Cutterleiding 2030 Nieuwe Haven Strijen 2018
Gemaal Westersepolder
) Watergangen Watergatseweg Oostflakkee 2028
Strijens As 2016 Schuringse haven 2026
Sluis bij gemaal Hoogezandsepolder
)
SpuiGemaal van Oude-Tonge De Haas na 2060
) Gemaal Raepshille
van Dorsser
)
Spuikom van Oude-Tonge 2027
Overzichtskaart grote wateren In- en uitlaatgeulen met hogere onderhoudsfrequentie dan de normale cyclus
Beheersgebied waterschap Hollandse Delta Versie
: 27-03-2013
BBP product
Schaal
: 1:50.000
Behoort bij : -
Project
: HD-WAB-0121
Referentie
: 10328G07_selectie_in_uitlaten_mrt2013
Auteur
: C. Kemperman
Blad 1 van 1 Gezien :
Planvorming
Voorbereiding
Beheer Onderhoud
Handelsweg 100 Postbus 4103 2980 GC RIDDERKERK tel. 088 - 974 30 00 fax 088 - 974 30 01 www.wshd.nl
[email protected] Topografische Ondergrond (c) Topografische Dienst Kadaster, Emmen
Bijlage 2
Uitgangspunten
1. Wat is regulier baggerwerk? Regulier baggerwerk is baggerwerk dat wordt uitgevoerd conform de normale onderhoudscyclus waarbij één maal de cyclus overgeslagen kan worden. In Voorne Putten vallen daardoor alle watergangen die binnen een periode van maximaal 14 jaar worden gebaggerd onder regulier baggerwerk. Voor de overige regio's is dit maximaal 12 jaar. 2. Wat is projectmatig baggerwerk? Projectmatig baggerwerk is baggerwerk aan watergangen waarbij de onderhoudscyclus groter is dan twee maal de normale cyclus. 3. Lengte watergangen in beheer De lengte van de watergangen in onderhoud bij het waterschap zijn overgenomen uit het beheerregister dd. 29 augustus 2012. Hierop is een wijziging gekomen op 1 februari 2013 t.a.v. de overige watergangen. In totaal gaat het om 4.326km aan watergangen in onderhoud bij het waterschap. 242km van deze watergangen zijn geclassificeerd als projectmatig baggerwerk. 4.084km van alle watergangen zijn geclassificeerd als regulier baggerwerk. De lengten zijn onderverdeeld in de schouwjaren conform het beheerregister. 4. Eenheidsprijzen en kostenwijzigingen door inflatie, marktwerking, rentewijzigingen, etc. De financiële onderbouwing is gebaseerd op eenheidsprijzen uit inschrijfstaten van 2010 tot en met 2013. De eenheidsprijzen zijn gemiddelden. In de kostenraming wordt geen rekening gehouden met inflatie en rentewijzigingen; deze wijzigingen worden door de afdeling FN in het betreffende boekingsjaar ondervangen. Met marktwerking is, mede gelet op de looptijd, geen rekening te houden. De eenheidsprijzen hebben jaren een dalend karakter gehad en zijn de laatste jaren iets gestegen. In het plan is hier rekening mee gehouden door na 4 jaar een evaluatie van het plan op te nemen. Op dat moment worden ook de vigerende eenheidsprijzen beschouwd. Mogelijk wordt de dotatie hierop aangepast. De dotatie wordt ook aangepast als blijkt dat binnen de looptijd de voorziening een tekort of overschot heeft; een van dien aard dat de dotatie daarop aangepast dient te worden. 5. Hoeveelheden baggerspecie (§3.1 en §3.2) Van de watergangen in onderhoud bij het waterschap zijn jaarlijks inpeilingen van de waterbodem gedaan. Van de inpeilingen vanaf 2006 tot en met 2013 is een realistische hoeveelheid baggerspecie per meter berekend voor zes type watergangen. Hierin zijn de m3's per m1 van de projectmatige watergangen buiten beschouwing gelaten. Door de lengte van de watergangen per onderhoudsjaar (m1) te vermenigvuldigen met de hoeveelheid specie per meter (m3/m1) kan een inschatting worden gegeven van de hoeveelheden per uitvoeringsjaar. 6. Afzet van baggerspecie (§3.3) Indien baggerspecie niet op de kant kan heeft dit twee redenen: 1) kwalitatieve redenen (verontreinigde specie) en 2) ruimtelijke redenen (geen ruimte). Voor de kwaliteit is gekeken naar 813 toetsingen van bemonsteringen van de waterbodem. De monsters zijn genomen in de periode 2010 tot en met 2012. Hieruit zijn de percentages verspreidbare baggerspecie en niet-verspreidbare baggerspecie gehaald. Niet-verspreidbare baggerspecie wordt zondermeer afgevoerd naar een erkend verwerker. Van de verspreidbare baggerspecie is aangenomen dat 80% van de baggerspecie in stedelijk gebied en 10% van de baggerspecie in landelijk gebied wordt afgevoerd.
22
Er is geen onderscheid gemaakt in kwaliteitsklassen voor toepassing op landbodem of toepassing in oppervlaktewater. Indien de kwaliteit van de baggerspecie groter is dan de interventiewaarde (BBk) dan moet de watergang gesaneerd worden. De kosten hiervan zijn opgenomen in de staartkosten en dus als zodanig ondervangen. Ditzelfde geldt voor alle overige kwaliteitsmaatregelen die niet ondervangen worden door de classificatie verspreidbaar en niet-verspreidbaar. Te denken valt hierbij aan riooloverstortlocaties of asbestverdachte locaties. Om te bepalen hoeveel m1 watergangen liggen in landelijk en stedelijk gebied zijn m.b.v. de stedelijke contouren (ingegeven vanuit de baggerplannen 2013) de oppervlakten stedelijk gebied per regio bepaald. Vervolgens zijn deze van het totale oppervlak per regio de stedelijke oppervlakten per regio afgetrokken, waardoor de oppervlakten landelijk gebied per regio zichtbaar zijn gemaakt. Als laatste zijn de percentages per regio weergegeven. 7. Eenheidsprijzen voor baggeren, transport en afzet (§3.3) De toegepaste eenheidsprijzen voor het baggerwerk, het transport en de afzet zijn genomen gemiddelden van bestekken uit 2010 tot en met 2013. Er is onderscheid gemaakt tussen bestekken voor stedelijk baggerwerk en landelijk baggerwerk. 8. Ontvangstplicht bij derden (§3.4) WSHD verrekent kosten met derden voor het transport en de afzet van baggerspecie waarvoor derden ontvangstplicht hebben. Dit geldt voor het stedelijk gebied en betreft met name de gemeente. Aangenomen is dat circa 90% van de kosten die WSHD maakt voor transport en afzet van baggerspecie in het stedelijk gebied op conto van de gemeenten komen. Deze kosten zijn als zodanig op de exploitatie geminderd. 9. Baggerspecie onder de legger (§3.5) Gemeenten zijn binnen het stedelijk gebied ontvangstplichtig voor de baggerspecie boven de leggermaat. De leggermaat is echter in veel gevallen in theoretisch profiel waarbij de werkelijke (vaste) bodem veel lager ligt. Met het Meerjarenbaggerplan heeft het waterschap zich verbonden aan het baggeren tot de vaste bodem. In het stedelijk gebied is daardoor het waterschap verantwoordelijk voor de kosten voor transport en afzet van baggerspecie onder de legger. Het waterschap past in de komende cyclus de leggermaat in het stedelijk gebied aan, aan de baggerdiepte (de diepte tot waar gebaggerd is) van het betreffende uitvoeringsjaar. De extra kosten voor WSHD zijn circa €250.000,- euro (gebaseerd op een gemiddelde diepte onder de legger i.c.m. de eenheidsprijzen zoals genoemd in §3.3) en gelden tot en met 2019. Hierna is de legger aangepast en zijn de kosten voortaan voor de gemeenten. 10. Fysieke obstakels (§3.9), vergoeding grote hoeveelheden baggerspecie (§3.10), Kosten WSHD door kwaliteit specie (§3.11) Een aantal zaken zijn als vaste kosten opgenomen. Het betreffen met name de beleidsuitgangspunten van WSHD die voortvloeien vanuit het Meerjarenbaggerplan 2012-2019. Voor deze vaste kosten zijn indertijd aannamen gemaakt op basis van ervaringscijfers. Na uitvoering van het jaar 2012 is een meer realistische inschatting te maken van de werkelijke kosten. Hiervoor is samen met de directievoerders een evaluatie en inschatting gemaakt. De kosten liggen rondom de bedragen in die vermeld zijn in het Meerjarenbaggerplan 2012-2019. De gevolgen voor de exploitatiebegroting zijn ten opzichte van de totaalraming als nihil te beschouwen. 11. In- en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen Een aantal in- en uitlaatgeulen, voorhavens en sluizen slibben sneller dicht dan de normale cyclus. Omdat deze wateren van belang zijn voor aan- en afvoer van water binnen de regio's is het van belang deze wateren regelmatig te baggeren. Bij sluizen is het van belang dat er geen sediment voor de deuren ligt om de opening en sluiting van de deuren te waarborgen. Een aantal van deze wateren moeten dan ook frequenter dan de normale cyclus worden gebaggerd. Kosten hiervoor zijn hiervoor op basis van ervaringscijfers ingeschat. 23
Bijlage 3
Beleid WSHD t.a.v. baggeren
VERGOEDING VOOR ONTVANGST GROTE HOEVEELHEDEN BAGGERSPECIE Bij brede watergangen kan een aanzienlijke hoeveelheid bagger vrijkomen waarop de ontvangstplicht voor particulieren van toepassing is. Om in de verspreiding van de dergelijke hoeveelheden baggerspecie tegemoet te komen heeft het waterschap een onkostenvergoedingsregeling opgesteld. Het gaat daarbij om de extra kosten voor de ontvangst van grotere hoeveelheden vrijkomende baggerspecie door particulieren. Het waterschap kiest er voor een financiële tegemoetkoming toe te kennen bij de verspreiding van bovenmatig grote hoeveelheden bagger over aangrenzend perceel. Dit houdt tevens in dat het waterschap geen aanvullende uitvoeringsmaatregelen neemt bij de verspreiding van de specie door bijvoorbeeld het inzetten van een bulldozer. In onderstaande vergoedingstabel zijn de vergoedingen aangegeven voor de perceeleigenaar gebaseerd op de in situ baggerspecie ("vaste m3's" gemeten in de watergang). Deze zijn gerelateerd aan de kosten die moeten worden gemaakt voor de verspreiding van de bagger over het perceel. Dit zijn vaste bedragen die op termijn kunnen worden bijgesteld: Grondgebruik
Vergoeding vanaf
vergoeding per m3 tot 4 m3/m1
vergoeding per m3 boven 4 m3/m1
akkerbouwland
2 m3/m1
€ 0,75
€ 1,50
3
€ 1,50
€ 3,00
grasland
1 m /m
1
Figuur A: vergoedingentabel bij ontvangst van bovenmatige hoeveelheden
REGELING FYSIEKE OBSTAKELS Uitgangspunt bij de afzet van baggerspecie is dat, waar mogelijk, gebruik gemaakt wordt van de ontvangstplicht voor baggerspecie en maaisel op de aanliggende percelen. Ondanks het feit dat de ontvangstplicht onverminderd van kracht is, hebben percelen met fysieke obstakels veelal geen oplossing voor de afzet en verspreiding van de vrijkomende baggerspecie en het maaisel. Voorbeelden van zijn fysieke obstakels: Sier(tuinen); Woningen en beplanting; Bedrijfsmatige bebouwing; Windsingels; Dijken en wegen; Natuurvriendelijke oevers en natuurgebieden; Percelen die d.m.v. een vergunning of een notariële acte zijn vrijgesteld van ontvangstplicht. Als oplossing voor deze situaties heeft het waterschap de regeling fysieke obstakels omschreven. In die situaties waar baggerspecie of maaisel niet op de kant kan door aanwezigheid van obstakels kan de baggerspecie of het maaisel alsnog op twee manieren worden afgezet: Afzetten op het perceel aan de andere zijde van de watergang; Af te voeren naar een ander perceel of een depot elders; De kosten worden gedragen door het waterschap.
24
VIJFDAGEN REGELING Het waterschap heeft een vijfdagenregeling opgesteld. De achtergrond hiervan is dat een agrariër een belang heeft bij een snelle uitvoering van het baggeronderhoud indien het perceel na het oogsten weer in een korte tijd ingezaaid wordt voor het nieuwe jaar. Voor de uitvoering van het onderhoud aan het watersysteem is het in de meeste situaties noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van de percelen gelegen langs de watergangen. Machines zoals kranen en tractoren rijden over het (landbouw)perceel langs de watergang en maaien de taluds en deponeren de uitkomende specie en het maaisel op hetzelfde perceel. Dit betredingsrecht wordt gerechtvaardigd door de Waterwet. Hierdoor wordt het voor ons mogelijk gemaakt om voor de uitvoering van het onderhoud gebruik te maken van de veelal particuliere percelen langs de watergangen die geen eigendom zijn van het waterschap. Met het gebruik van dit recht moeten we met gepaste zorgvuldigheid omgaan. De betreffende eigenaren/gebruikers mogen geen overmatige hinder ondervinden bij het gebruik van deze percelen door het waterschap. Hierbij wordt door het waterschap zoveel ingegaan op de wensen die gesteld worden door de eigenaren/gebruikers. Het betreft door het gehele beheergebied veelal dezelfde wensen en gebruiken waarbij het redelijk is dat het waterschap hiermee rekening mee houdt. De wensen en gebruiken waar het waterschap rekening mee houdt bij het gebruik van het betredingsrecht zijn: Er naar streven geen te schade rijden aan de te velden staande gewassen; Er naar streven geen overtollige schade te rijden aan de bodemstructuur; Eigenaren/gebruikers vooraf informeren over het gebruik van de percelen door het waterschap; Afspraken maken over de wijze en locatie van het te ontvangen maaisel en specie die in het kader van de ontvangstplicht wordt aangeboden; Bij agrariërs de werkzaamheden zo spoedig mogelijk uitvoeren voor de zaaiwerkzaamheden voor het volgende groeiseizoen; In het najaar worden de onderhoudswerkzaamheden bij de agrariërs zoals het maaien en baggeren van de watergangen uitgevoerd nadat het gewas van het land is geoogst. Het perceel is dan vrij toegankelijk voor het onderhoud en het bergen van de specie en het maaisel zonder dat hierbij schade ontstaat aan gewassen. In een aantal gevallen wordt na de oogst het perceel weer ingezaaid (veelal met wintertarwe) voor het volgende jaar. Het oogsten gebeurd in het najaar (september t/m november) waarna het perceel zo spoedig mogelijk weer wordt ingezaaid. Dit inzaaien moet onder relatief droge omstandigheden worden uitgevoerd waarbij het noodzakelijk is dat het gezaaide nog een groeiontwikkeling doormaakt om rotting of verstoring te voorkomen. De tijdsperiode tussen oogsten en het opnieuw inzaaien van het perceel voor het volgende jaar is hierdoor kort. Om schade aan het nieuw ingezaaide perceel te voorkomen wordt het door de eigenaar/gebruiker niet op prijs gesteld dat het onderhoud wordt uitgevoerd door het zaaibed. Ook het spreiden van de bagger en het maaisel uit de watergang op het nieuwe zaaibed veroorzaakt schade en wordt hierdoor niet op prijsgesteld. Hier wordt door het waterschap op ingespeeld door in dit soort situaties het onderhoud uit te voeren in de korte periode tussen het oogsten van het gewas en het nieuw inzaaien van het perceel voor het volgende jaar. Deze "service" vergt wel een inspanning van zowel het waterschap als ook de aannemer die het werk uitvoert. Er wordt door het waterschap een inspanning geleverd om in de tijdsperiode van 5 dagen na het oogsten van het gewas het onderhoud aan de langs gelegen watergangen uit te voeren. Vandaar de naam 5-dagenregeling. De regeling is niet van toepassing als het perceel slechts winterklaar gemaakt wordt waarbij er alleen geploegd wordt en niet meer ingezaaid. Na oogsten is er ruim voldoende tijd om het perceel winterklaar te maken en is er geen noodzaak aanwezig om de onderhoudswerkzaamheden in een zeer kort tijdsbestek uit te voeren. De aannemer heeft een bestek en tekening waar op de locatie en het soort onderhoud staat aangegeven wat moet worden uitgevoerd. In het bestek staat een tussentijdse oplevering en de einddatum (-data) vermeld en een verplichting om in zijn uitvoeringsplanning rekening te houden 25
met de 5-dagenregeling. Vooraf is echter niet bekend welke percelen precies gebruik willen maken van de 5-dagenregeling. Wel is een globale inschatting gemaakt voor de aannemer zodat hij hierop kan inspelen met zijn personele inzet en machines.
SAMENWERKING MET ANDERE (SEMI)OVERHEDEN WSHD streeft naar meer samenwerking met andere (semi)overheden. Samenwerking kan betrekking hebben op de voorbereiding en uitvoering van het onderhoud aan watergangen. In het geval van het baggerwerk kan samenwerking ook zijn gericht op de verwerking van de vrijkomende onderhoudspecie en/of gezamenlijk depotbeheer.
VERGUNNINGSPLICHTIGE WERKEN Onderhoud vergunningsplichtige werken Het waterschap onderhoud de hoofdwatergangen en de dijk- en wegsloten. Door het verlenen van vergunningen in het watersysteem wordt in sommige situaties het profiel van de watergang aangepast. We kunnen 2 categorieën van vergunningsplichtige werken onderscheiden: 1. Objecten die één geheel vormen met het watersysteem. Na aanleg van deze objecten is in het veld veelal niet meer te achterhalen, te zien, en in de legger weer te geven dat deze objecten vergunningsplichtige werken zijn die in onderhoud zijn bij de vergunninghouder. Momenteel wordt bij deze veelal kleinere objecten het onderhoud in de meeste situaties door en op kosten van het waterschap uitgevoerd. Het onderhoud van vergunningsplichtige werken van derden dat niet of beperkt afwijkt van het doorgaande profiel van de watergang wordt door het waterschap uitgevoerd. Het uitgangspunten hierbij is dat het onderhoud met hetzelfde onderhoudsmaterieel uitgevoerd kan worden als de rest van de watergang. Daarnaast wordt als uitgangspunten gehanteerd dat: o Vergraven watergangen maximaal 2x zo breed mogen zijn als het doorgaande profiel van dezelfde watergang; o Natuurvriendelijke oevers een breedte mogen hebben van maximaal 2 meter of niet meer dan 2 meter breder worden dan de bestaande natuurvriendelijke oever; 2. Objecten die afwijkend zijn van het aanwezige watersysteem. Deze objecten onderscheiden zich duidelijk van het aanwezige watersysteem. Het betreft bijvoorbeeld langs de watergang gelegen waterbergingen of een afwijkende inrichting van een gebied. Deze objecten hebben veelal een secundaire doelstelling en onderhoudsregime. Ook hebben de vergunninghouders van deze werken veelal een belang bij deze objecten. Door de herkenbaarheid van deze objecten kunnen ze apart in de legger worden opgenomen met een onderhoudsplichtige (niet zijnde waterschap). Het onderhoud van vergunningsplichtige werken van derden dat duidelijk herkenbaar is op de locatie (en meer is dan bij de eerste bullit vermeld) ook als zodanig vast te leggen in de legger voor zover dit nog niet gebeurd is. Het onderhoud hiervan wordt door de vergunninghouder uitgevoerd. Hierbij valt te denken aan langs de watergang gelegen waterbergingen, sterk verbrede watergangen, locaties met afwijkende doelstellingen van het waterschap zoals b.v. laarzenpaden e.d. Via het onderhoudsproces kunnen de waterschapsdoelstellingen voor het onderhoud van de watergangen gecontroleerd worden (b.v. bergend vermogen van een waterberging);
26
Onderhoud particuliere watergangen stedelijk gebied In het stedelijk gebied wordt het merendeel van de watergangen onderhouden door het waterschap, gemeenten of andere (semi)overheden. Bij een relatief beperkt aantal overige watergangen in het stedelijke gebied zijn de overige watergangen geheel of gedeeltelijk in onderhoud bij particulieren. In totaliteit is 149 km overige watergangen in stedelijke gebieden in onderhoud bij particulieren waarbij dit onderhoud is verdeeld over < 6000 particuliere eigenaren. Om dit beter te stroomlijnen worden deze watergangen per 2014 door het waterschap in onderhoud genomen.
27
Bijlage 4
Kostenraming regulier baggerwerk WSHD 2014-2028
28
Kostenraming regulier baggerwerk Waterschap Hollandse Delta 2014-2028 Hoeveelheden m.b.t. de uitvoering van het baggerwerk 2014-2028 Eenheid
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Lengte watergangen binnen het schouwvak excl duikers
m1
605.651
609.821
573.211
669.037
669.528
675.058
620.463
559.922
611.389
643.639
715.395
618.054
715.615
593.973
551.852
Bagger totaal (lengte watergang * gemiddelde aanwas)
m3
699.267
736.994
661.640
789.415
746.287
770.589
708.794
664.466
737.631
743.033
823.912
700.897
830.751
705.038
650.673
Baggeren en op de kant zetten in landelijk gebied
m3
484.139
496.977
447.331
549.731
508.189
521.713
492.004
444.302
499.438
515.594
564.651
470.530
585.413
474.106
438.180
Baggeren en op de kant zetten in stedelijk gebied
m3
22.231
28.090
24.350
26.792
25.959
28.079
22.599
25.762
27.044
25.221
28.483
25.728
25.255
27.029
24.184
Baggeren, transport- en stortkosten landelijke baggerspecie
m3
94.323
89.189
83.006
96.074
97.405
97.518
94.310
81.353
92.552
91.794
105.579
90.959
108.964
85.605
81.918
Baggeren van baggerspecie dat afgevoerd wordt uit stedelijk gebied
m3
98.574
122.738
106.952
116.817
114.734
123.279
99.881
113.049
118.598
110.423
125.200
113.680
111.119
118.298
106.391
Transport- en stortkosten stedelijke baggerspecie
m3
98.574
122.738
106.952
116.817
114.734
123.279
99.881
113.049
118.598
110.423
125.200
113.680
111.119
118.298
106.391
Duikers schonen binnen het betreffende schouwvak
m1
16.325
29.789
27.602
22.968
27.007
26.837
17.258
19.500
34.571
23.382
29.523
22.244
17.857
21.245
26.270
Uitvoering van maaiwerk aan de watergangen binnen schouwvak
m1
605.651
609.821
573.211
669.037
669.528
675.058
620.463
559.922
611.389
643.639
715.395
618.054
715.615
593.973
551.852
Jaarlijks circa 390 ton maaisel afvoeren naar composteerder
ton
390
390
390
390
390
390
390
390
390
390
390
390
390
390
390
Kosten voor baggerwerkzaamheden 2014 - 2028 incl. BTW 2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Baggeren en op de kant zetten in landelijk gebied
€ 459.932
€ 472.128
€ 424.965
€ 522.245
€ 482.780
€ 495.628
€ 467.404
€ 422.087
€ 474.466
€ 489.814
€ 536.418
€ 447.004
€ 556.142
€ 450.401
€ 416.271
Baggeren en op de kant zetten in stedelijk gebied
€ 33.346
€ 42.134
€ 36.526
€ 40.188
€ 38.939
€ 42.119
€ 33.899
€ 38.643
€ 40.565
€ 37.832
€ 42.724
€ 38.592
€ 37.883
€ 40.544
€ 36.277
Baggeren, transport- en stortkosten landelijke baggerspecie
€ 1.379.038
€ 1.314.864
€ 1.237.579
€ 1.400.931
€ 1.417.559
€ 1.418.974
€ 1.378.875
€ 1.216.907
€ 1.356.896
€ 1.347.423
€ 1.519.733
€ 1.336.982
€ 1.562.056
€ 1.270.065
€ 1.223.978
Baggeren van baggerspecie dat afgevoerd wordt uit stedelijk gebied
€ 345.009
€ 429.584
€ 374.332
€ 408.860
€ 401.570
€ 431.475
€ 349.583
€ 395.672
€ 415.094
€ 386.482
€ 438.198
€ 397.879
€ 388.916
€ 414.042
€ 372.369
Transport- en stortkosten stedelijke baggerspecie
€ 1.597.540
€ 1.978.127
€ 1.729.492
€ 1.884.871
€ 1.852.065
€ 1.986.638
€ 1.618.123
€ 1.825.526
€ 1.912.921
€ 1.784.170
€ 2.016.892
€ 1.835.454
€ 1.795.121
€ 1.908.190
€ 1.720.661
€ 88.971
€ 162.350
€ 150.431
€ 125.176
€ 147.188
€ 146.262
€ 94.056
€ 106.275
€ 188.412
€ 127.432
€ 160.900
€ 121.230
€ 97.321
€ 115.785
€ 143.172
€ 211.978
€ 213.437
€ 200.624
€ 234.163
€ 234.335
€ 236.270
€ 217.162
€ 195.973
€ 213.986
€ 225.274
€ 250.388
€ 216.319
€ 250.465
€ 207.891
€ 193.148
Jaarlijks circa 390 ton maaisel afvoeren naar composteerder
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
€ 15.600
Vergoedingen voor ontvangst overmatige hoeveelheden baggerspecie
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
Baggeren van de waterbodem tussen legger en vaste bodem (conform criteria en tm 2019)
€ 250.000
€ 250.000
€ 250.000
€ 250.000
€ 250.000
€ 250.000
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
Het nemen van maatregelen t.g.v. flora en fauna ingegeven vanuit de gedragscode flora en fauna
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
Afvoeren baggerspecie uit waterbergingen (Motie Platteeuw)
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
€ 76.000
Baggeren van inlaatgeulen, sluizen en voorhavens
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
€ 180.000
staartkosten 10%
€ 413.141
€ 525.422
€ 479.555
€ 525.803
€ 521.604
€ 539.897
€ 455.070
€ 459.268
€ 499.394
€ 479.003
€ 535.685
€ 478.506
€ 507.950
€ 479.852
€ 449.747
€ 4.757
€ 5.254
€ 4.796
€ 5.258
€ 5.216
€ 5.399
€ 4.551
€ 4.593
€ 4.994
€ 4.790
€ 5.357
€ 4.785
€ 5.080
€ 4.799
€0
Totaal (inclusief BTW)
€ 5.175.312
€ 5.784.901
€ 5.279.898
€ 5.789.095
€ 5.742.856
€ 5.944.261
€ 5.010.323
€ 5.056.544
€ 5.498.329
€ 5.273.819
€ 5.897.897
€ 5.268.350
€ 5.592.534
€ 5.283.168
€ 4.947.222
Verrekening kosten voor baggerwerk met derden o.b.v. de ontvangstplicht
-€ 1.437.786
-€ 1.780.314
-€ 1.556.543
-€ 1.696.384
-€ 1.666.859
-€ 1.787.974
-€ 1.456.311
-€ 1.642.973
-€ 1.721.629
-€ 1.605.753
-€ 1.815.203
-€ 1.651.908
-€ 1.615.609
-€ 1.717.371
-€ 1.548.595
Totale kosten baggerwerk voor WSHD incl. BTW
€ 3.737.526
€ 4.004.587
€ 3.723.355
€ 4.092.710
€ 4.075.997
€ 4.156.287
€ 3.554.012
€ 3.413.571
€ 3.776.700
€ 3.668.066
€ 4.082.694
€ 3.616.441
€ 3.976.925
€ 3.565.797
€ 3.398.627
Duikers schonen binnen het betreffende schouwvak Uitvoering van maaiwerk aan de watergangen binnen schouwvak
Vergroting areaal tot en met 2027 (0,1% van subtotaal)
29
Bijlage 5
Lijst grote wateren incl. kostenraming (projectmatig onderhoud)
Uitvoeringsjaren 2014-2028 (betreft periode van dit beheerplan) UITVOERINGS-
NAAM OF LOCATIE
M3 BIJ UITVOERING
KOSTEN PER M3 INCL BTW
KOSTEN TOTAAL
Gaatkensplas (vak 1) Keen Nieuwe Haven Strijens As De Boezem van Dirksland Haven van Stellendam Gaatkensplas (vak 2) Oud-Beijerlandse Kreek Spui in Goedereede Gaatkensplas (vak 3) Oude Diep westelijk deel 'Haven' van Dirksland Gaatkensplas (vak 4) Voorhaven Voornsesluis Het Brielsche Spui Binnengracht en Haven Brielle natuurplas langs Dromkreek Koedoodseplas (vak 1) Koedood
25.152 14.051 22.525 11.960 18.304 26.579 26.182 43.380 17.200 25.090 6.480 45.507 26.851 14.000 8.868 31.191 5.950 20.317 23.393 15.867 31.275 8.704 24.192 25.374 82.500 26.887 54.012 25.996
€5 € 18 € 18 € 18 € 18 € 18 €5 € 18 € 18 €5 € 18 € 18 €5 € 18 € 18 € 18 € 18 €5 € 18 € 18 € 18 € 18 € 18 €5 € 18 € 18 € 18 €5
€ 125.760 € 252.923 € 405.451 € 215.280 € 329.470 € 478.426 € 130.908 € 780.840 € 309.600 € 125.449 € 116.640 € 819.126 € 134.254 € 252.000 € 159.622 € 561.447 € 107.100 € 101.585 € 421.070 € 285.598 € 562.950 € 156.672 € 435.456 € 126.870 € 1.485.000 € 483.966 € 972.216 € 129.979
JAAR
2016 2016 2016 2016 2017 2017 2018 2018 2019 2020 2020 2021 2022 2022 2023 2023 2024 2024 2024 2025 2025 2025 2025 2026 2027 2027 2028 2028
West binnenvaart De Vliet Oude Haven Piershilsche gat Koedoodseplas (vak 2) Binnenbedijkte Maas oostelijke kom Schuringse haven Vissersvliet Koedoodseplas (vak 3)
Uitvoeringsjaren 2029-2060 (betreft periode na dit beheerplan) 2029 2029 2029 2029 2029 2029 2029 2029 2029 2029 2030 2030 2030 2030 2030 2031 2032 2033 2040 2040
Spuikom Vierambachtboezem Devel in Zwijndrecht Devel in Heerjansdam Kleine Gat Boezemvliet Het Oostenrijk Waalboezem Toevoer Johannes Vis gemaal Waal Cutterleiding Scheepvaart-voedingskanaal Watergangen Watergatseweg Oosftflakkee Strypsche watering Koedood (vak 4) Welvliet Zuiderdiep en Zuiderdiepboezem Develsluise Haven Bernisse en waterpartijen Kanaal door Voorne
30
37.955 29.964 56.544 20.833 64.473 29.853 24.781 83.250 2.180 123.615 143.469 657.756 21.604 38.214 24.105 89.580 1.002.126 9.396 95.160 189.000
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18
€ 683.197 € 539.361 € 1.017.792 € 374.998 € 1.160.513 € 537.346 € 446.056 € 1.498.500 € 39.240 € 2.225.070 € 2.582.440 € 11.839.608 € 388.870 € 687.852 € 433.882 € 1.612.448 € 18.038.268 € 169.128 € 1.712.880 € 3.402.000
Uitvoeringsjaren 2061 en verder (betreft periode na 2060 waarvan het uitvoeringjaar nog onbekend is) na 2060
Binnenbedijkte Maas Bocht tot aan Lage Vliet
Ntb
€ 18
Ntb
na 2060
Ntb
€ 18
Ntb
na 2060
Binnenbedijkte Maas westelijk deel Oostvoornse Meer
Ntb
€ 18
Ntb
na 2060
Spui van Oude Tonge
Ntb
€ 18
Ntb
na 2060
Brielse meer
Ntb
€ 18
Ntb
31