BEHEERDERSHANDLEIDING
Versie 1.1
Inhoudsopgave 1. 2.
Inleiding ................................................................................................... 1 Learning Management System ............................................................. 2 2.1.
2.2.
3.
Dapter beheer ......................................................................................18 3.1. 3.2.
3.3. 3.4.
4. 5.
Terugkerende taken LMS ............................................................................................ 2 2.1.1. Accountbeheer ....................................................................................................2 2.1.2. Accountaanvragen .............................................................................................9 2.1.3. Wachtwoord wijzigen .................................................................................... 11 2.1.4. Prullenbak ......................................................................................................... 11 Incidentele taken LMS ................................................................................................ 12 2.2.1. Serverinstellingen ............................................................................................ 12 2.2.2. Systeemvariabelen ......................................................................................... 15 Gebruikers ................................................................................................................... 18 3.1.1. Dapter-omgeving aanmaken........................................................................ 19 Sjablonen ...................................................................................................................... 20 3.2.1. Tabblad Producten ......................................................................................... 21 3.2.2. Tabblad Portfolio's ......................................................................................... 23 Standaard portfolio's................................................................................................. 24 Formulieren ................................................................................................................... 24 3.4.1. Formulierenbouwer ......................................................................................... 25
Glossary of Terms ................................................................................29 Index.......................................................................................................31
1. Inleiding Als beheerder zorgt u voor de randvoorwaarden voor het gebruik van Dapter. U maakt bijvoorbeeld gebruikers en Dapter-omgevingen aan. U zult uw beheerderstaken verrichten in het Learning Management System (LMS) en in het Dapter beheer. Uw werkzaamheden in het LMS zijn onder te verdelen in 2 soorten taken:
Incidentele taken (zie "Incidentele taken LMS" op pagina 12); dit zijn taken die u meestal verricht vóórdat uw school met Dapter aan de slag gaat.
Terugkerende taken (zie "Terugkerende taken LMS" op pagina 2); dit zijn taken die u één of meerdere keren per jaar zult uitvoeren.
In het Dapter beheer (op pagina 18) zult u de volgende werkzaamheden verrichten:
aanmaken van Dapter-sjablonen, ontwikkelen van formulieren, ontwikkelen van standaard portfolio's, toewijzen van gebruikers aan een Dapter-sjabloon.
Deze handleiding behandelt de mogelijkheden die alleen de beheerder heeft. Deze mogelijkheden zijn aanvullend op de mogelijkheden van een eindgebruiker. Het is daarom raadzaam ook de handleiding voor deze doelgroep door te nemen.
1
2. Learning Management System Het Learning Management System, afgekort tot LMS, is een onderdeel van Dapter waar alleen een beheerder toegang tot heeft. U kunt het LMS openen door in het Ga naar menu voor Learning Management System te kiezen. Dapter kent maximaal drie soorten beheerders:
De rol 'Beheerder' heeft toegang tot het volledige LMS. De rol 'Helpdesk' heeft toegang tot het menuonderdeel Wachtwoord wijzigen. De rol 'Administratie' is een uitbreiding op de rol 'Helpdesk'. Deze rol heeft ook toegang tot het menuonderdeel Accountaanvragen.
De hierboven genoemde menuonderdelen zijn bereikbaar vanuit het Hoofdmenu van het LMS. Vanuit dit menu zijn de terugkerende taken (zie "Terugkerende taken LMS" op pagina 2) uit te voeren. De incidentele taken (zie "Incidentele taken LMS" op pagina 12) die vanuit het LMS verricht kunnen worden (bereikbaar vanuit het menuonderdeel Beheer), zijn alleen voor de rol 'Beheerder' beschikbaar.
2.1. Terugkerende taken LMS Wanneer u via het Ga naar menu het Learning Management System opent, ziet u de menuonderdelen van uw terugkerende taken. Deze menuonderdelen hebben allemaal betrekking op accounts.
Figuur 1: Menuonderdelen terugkerende taken
Via het menuonderdeel Beheer komt u in het menu voor uw incidentele taken terecht. 2.1.1.
Accountbeheer Wanneer iemand Dapter wil gebruiken, moet hij een account hebben. Een account bestaat uit een gebruikersnaam en wachtwoord, maar bijvoorbeeld ook uit de rol van deze
2
gebruiker. Het account speelt een belangrijke rol bij de beveiliging. Het zorgt dat niet iedereen zomaar in uw Dapter-installatie kan en dat ook binnen Dapter onderscheid kan worden gemaakt welke onderdelen wel en niet getoond moeten worden. Een leerling heeft bijvoorbeeld geen toegang tot het LMS en het Dapter beheer. Daarnaast wordt een account gebruikt om zichtbaar te maken wie een item heeft toegevoegd. Anoniem berichten plaatsen in bijvoorbeeld een gastenboek is hierdoor niet mogelijk. Het is ook mogelijk om Dapter extra te beveiligen middels SSL. Hierdoor wordt bepaalde data, zoals bijvoorbeeld de inloggegevens, versleuteld verstuurd. Dit betreft een aparte functionaliteit, die door uw school kan worden aangeschaft. In het menuonderdeel Accountbeheer kunt u accounts aanmaken, bewerken of verwijderen. Dit kunt u handmatig doen, maar u kunt ook de importfunctie gebruiken. Zo kunt u bijvoorbeeld eenvoudig gegevens uit uw administratiepakket importeren. Voor bestaande accounts kunt u ook de persoonlijke instellingen van de gebruiker bekijken.
Figuur 2: Voorbeeld van accountbeheer
Wanneer u een account wilt bekijken, bewerken of verwijderen, moet u het account eerst opzoeken. Hierbij kunt u direct zoeken met de getoonde zoekcriteria, maar het is ook mogelijk om gebruik te maken van het Geavanceerd zoeken. Nieuw account maken In Dapter kunt u één voor één accounts aanmaken. Wanneer u veel accounts moet maken, kost dit erg veel tijd. Het is dan raadzaam te kijken naar het importeren van accounts. Om een nieuw account aan te maken, klikt u in het menuonderdeel Accountbeheer op de knop Nieuw. Er verschijnt een formulier, waarvan de meeste velden voor zich spreken. Een aantal velden verdienen een nadere toelichting. Uit de lijst Gebruikersrol kunt u de rol van de gebruiker aangeven. Deze rol kunt u gebruiken bij het zoeken naar gebruikers, maar bepaalt ook de toegang tot onderdelen van Teletop.
de rol Beheerder heeft toegang tot alle onderdelen van Dapter;
3
de rol Administratie heeft beperkt toegang tot het LMS en geen toegang tot Dapter beheer;
de rol Helpdesk kan in het LMS wachtwoorden wijzigen en heeft geen toegang tot Dapter beheer;
de rollen Docent en Leerling hebben geen toegang tot het LMS en het Dapter beheer;
de rol Gast heeft geen toegang tot het LMS, Dapter beheer en de persoonlijke instellingen.
De Gebruikersnaam is na het aanmaken van de gebruiker niet wijzigbaar en mag alleen maar uit letters, cijfers en de karakters '-' (minteken), '_' (underscore) en '.' (punt) bestaan. Het Wachtwoord mag niet beginnen met het teken '('.
Figuur 3: Nieuw account aanmaken
Onder de categorie Eigenschappen staan één tot 4 systeemvariabelen (UserKey1 t/m
4
UserKey3 en UserGroup), die u als beheerder aan het account kunt toekennen. Met behulp van deze variabelen kunnen u en andere Dapter-gebruikers naar accounts zoeken. Voor de UserKeys kunt u meerdere waarden aan het account toekennen. Voor de UserGroup mag dit er maar één zijn. Onder de categorie Rechten kunt u het inloggen voor dit account onmogelijk maken, door de optie Toegang voor deze gebruiker blokkeren aan te vinken. Het kan ongeveer een half uur duren voordat een blokkering actief wordt. Alle velden met een sterretje (*) zijn verplicht. Van gebruikers die u handmatig aanmaakt, krijgt u per e-mail een bevestiging als het account is aangemaakt. Hoe importeer ik een account? (zie "Accounts importeren" op pagina 5) Hoe pas ik de systeemvariabelen aan? (zie "Systeemvariabelen" op pagina 15) Wat zijn de mogelijkheden van accountbeheer? (zie "Accountbeheer" op pagina 2) Accounts importeren Accounts kunnen in het csv-formaat worden geïmporteerd. Bij het importeren kunt u aan gebruikers systeemvariabelen (op pagina 15) (UserGroup, UserKeys) toewijzen. Deze moeten dan wel eerst aangemaakt zijn. Wanneer u voor het eerst accounts wilt importeren, kunt u gebruik maken van een voorbeeldbestand. Dit bestand kunt u vinden door in het menuonderdeel Accountbeheer voor Importeren > Accounts te kiezen. Klik op de link Import+Accounts.csv om het voorbeeldbestand te openen. Dit gebeurt meestal in Microsoft Excel. Het (voorbeeld)bestand bestaat uit een aantal kolommen. In de bovenste regel staat een toelichting voor elke kolom. Daaronder staat een regel met de kolom-id's. Voor elke verplichte kolom moet de kolom-id in het importbestand zijn opgenomen. De volgorde van de kolommen is echter vrij. Heeft u al eerder accounts aangemaakt, dan kunt u deze accounts exporteren (op pagina 9). Dit bestand kunt u bewerken en vervolgens weer importeren. Wanneer een kolom meerdere waarden mag bevatten, plaatst u tussen elke waarde een tilde ('~'). Kolom
Waarde(n)
Voornaam
tekst
Tussenvoegsel
tekst
Achternaam*
tekst
5
Initialen
tekst
Geslacht
'm' (man), of 'f' (vrouw)
Gebruikersrol*
't' (docent), 's' (leerling), 'g' (gast), 'ad' (beheerder), 'sp' (administratie) of 'hd' (helpdesk)
Gebruikersnaa m*
tekst, zonder spaties en speciale karakters op '-' en '_' na
Wachtwoord*
tekst
E-mail*
e-mailadres
UserKey1
één of meer waarden van UserKey1, of '
; om gekoppelde waarden te verwijderen.
UserKey2
één of meer waarden van UserKey2, of '; om gekoppelde waarden te verwijderen.
UserKey3
één of meer waarden van UserKey3, of '; om gekoppelde waarden te verwijderen.
UserGroup
één waarde van UserGroup
Dapter activeren
'1' = Dapter-omgeving aanmaken, leeg = niet aanmaken
Daptersjabloon
wanneer u een Dapter-omgeving activeert (verplicht) de naam van het sjabloon
Toegang blokkeren
'1' = ja, leeg = nee
* verplicht De meeste administratiepakketten hebben de mogelijkheid om gebruikersgegevens te exporteren. Deze exportbestanden kunt u, bijvoorbeeld in Microsoft Excel, redelijk eenvoudig omzetten naar het gewenste importformaat. Sla het bestand op als csvbestand. Om het bestand te importeren, klikt u op de knop Browse of Bladeren en selecteert u het bestand van uw computer. Klik vervolgens op de knop Importeren om het bestand in de wachtrij te zetten. Het bestand meestal niet direct verwerkt. U kunt er vanuit gaan dat het bestand binnen één uur wordt verwerkt.
6
U kunt een geïmporteerd account altijd bewerken. Dit kan handmatig in Dapter of met een nieuwe import. Bij een import worden gebruikers geïdentificeerd door de gebruikersnaam. Het veld Gebruikersnaam kunt u niet meer wijzigen. Importlog Zolang een bestand in de wachtrij staat, ziet u onder het kopje Importlog het icoon vóór het bestand. Wanneer de import succesvol is verlopen, ziet u dit aan het icoon
. Wanneer zich
problemen hebben voorgedaan tijdens de import, ziet u het icoon
.
Om de details van een import te bekijken, klikt u op de datum van de import in de kolom Toegevoegd. Accounts zoeken en bewerken Om een account te bekijken, bewerken of verwijderen, dient u het eerst op te zoeken. Account zoeken In de lijst Gebruikers staan de rollen (docenten, leerlingen, etc.) die binnen uw Dapterinstallatie gebruikt worden. Bij het aanmaken van een gebruiker wordt deze rol toegewezen. Daarnaast heeft u ook de keuze Geblokkeerde, waarmee u gebruikers kunt vinden die u heeft geblokkeerd . U kunt gebruikers ook vinden met de systeemvariabelen (op pagina 15) UserGroup en UserKey1 t/m UserKey3. De naam en inhoud van deze variabelen kunt u als beheerder bepalen. Bij het aanmaken of bewerken van een gebruiker kunt u voor elke variabele één of meerdere waarden aan een gebruiker toekennen.
Figuur 4: Voorbeeld van UserGroup en UserKeys
Account bekijken en bewerken Wanneer u een account wilt bekijken, klikt u op de naam van het account. Het scherm dat
7
opent kent 2 tabbladen:
Op het tabblad Accountgegevens ziet u dezelfde velden als bij het aanmaken van een nieuw account;
De Gebruikersnaam kan niet worden gewijzigd.
Op het tabblad Voorkeuren ziet u de persoonlijke instellingen van dit account.
Als beheerder kunt u de gegevens op alle tabbladen bewerken. Eigenschappen bewerken Om in één keer de toegekende systeemvariabelen voor meerdere accounts te wijzigen, vinkt u deze aan en kiest u voor Selectie > Eigenschappen. In het scherm dat opent geeft u aan welke nieuwe waarde(n) u aan de selectie wilt toekennen. Account verwijderen Om een account te verwijderen vinkt u deze aan en klikt u op de knop Verwijderen. Hierdoor kan de gebruiker niet meer inloggen en wordt ook een eventuele Dapteromgeving verwijderd. Geavanceerd zoeken Wanneer u direct vanuit Accountbeheer zoekt (zie "Accounts zoeken en bewerken" op pagina 7), kunt u uit een aantal keuzelijsten één waarde selecteren. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken naar alle docenten. Het is echter ook mogelijk om een bredere zoekopdracht te geven. Hiervoor klikt u op de knop Geavanceerd zoeken. Het formulier dat opent kan worden onderverdeeld in 3 categorieën:
gebruikersrol systeemvariabelen geblokkeerde gebruikers
Gebruikersrol In het veld Gebruikersrol kunt u de rollen selecteren die in de zoekresultaten terug mogen komen. Standaard staat de waarde Alle in dit veld. Systeemvariabelen U kunt ook zoeken op waarden van de in gebruik zijnde systeemvariabelen, zoals bijvoorbeeld de systeemvariabele UserGroup. Door de waarde van een systeemvariabele aan te vinken, wordt deze aan de zoekopdracht meegegeven. Met de optie Alle (de)selecteert u alle waarden van een systeemvariabele.
8
Bij de UserKeys, kunt u instellen of de zoekresultaten Minimaal één van deze waarden gekoppeld moeten hebben, of dat de zoekresultaten moeten voldoen aan de Exacte selectie. Geblokkeerde gebruikers Met het veld Geblokkeerde gebruikers bepaalt u in welke mate geblokkeerde gebruikers in de zoekresultaten terug moeten komen. Kiest u voor Inclusief, dan kunnen ook geblokkeerde gebruikers gevonden worden. Wanneer u voor Exclusief kiest, kan dit niet. Tot slot kunt u met de optie Uitsluitend opgeven dat u alleen geblokkeerde accounts wilt vinden. Zoeken Klik op de knop
Zoeken om uw zoekopdracht uit te voeren. Indien de zoekresultaten
niet naar wens zijn, kunt u uw zoekopdracht met de knop aanpassen.
Verfijn zoekopdracht
Op de zoekresultaten kunnen dezelfde acties uitgevoerd worden als bij het eenvoudig zoeken. Exporteren Het is mogelijk om gevonden accounts te exporteren volgens hetzelfde formaat dat wordt gebruikt voor het importeren (zie "Accounts importeren" op pagina 5) van accounts. Hiervoor kiest u in de actiebalk voor
Exporteren >
Accounts.
Er wordt een csv-bestand gegenereerd dat u kunt opslaan op uw computer. Na eventuele aanpassingen kunt u het bestand opnieuw importeren. Begeleiders In Dapter kunt u een begeleider (mentor) aan een leerling koppelen. Het is mogelijk om bij het accountbeheer een gebruiker als begeleider aan één of meer andere gebruikers te koppelen. Vervolgens kan op het sjabloon (zie "Tabblad Portfolio's" op pagina 23) worden ingesteld dat deze begeleider alle portfolio’s mag inzien van leerlingen die hij begeleid (en aan dat sjabloon zijn gekoppeld). Er kan ook voor worden gekozen om bij een standaard portfolio in te stellen dat de begeleider als standaard bezoeker moet worden toegevoegd. 2.1.2.
Accountaanvragen Wat u in het menuonderdeel Accountaanvragen kunt, is afhankelijk van uw rol:
Gebruikers met de rol Administratie kunnen een aanvraag voor een nieuwe gebruiker indienen.
9
Gebruikers met de rol Beheerder kunnen aangevraagde accounts goedkeuren.
Figuur 5: Overzicht accountaanvragen
Administratie Klik op de knop Nieuw om een nieuwe accountaanvraag (zie "Nieuw account maken" op pagina 3) in te dienen. Het formulier dat opent, is hetzelfde als bij het aanmaken van een nieuwe gebruiker onder het menuonderdeel Accountbeheer. Het enige verschil is dat er geen gebruikersnaam kan worden opgegeven. Na opslaan komt het account in het overzicht onder Aangevraagd te staan. U krijgt via email bericht of een account is goedgekeurd. Beheerder Wanneer u het kopje Aangevraagd ziet staan, zijn er accounts aangevraagd. Klik op het plusje om de aanvragen te tonen en vervolgens op de naam van één account om de details te bekijken. Om een account goed- of af te keuren, klikt u op de knop Bewerken. Wanneer u het account wilt goedkeuren, voert u een Gebruikersnaam in en klikt u op de knop Goedkeuren. Wanneer u het account niet goedkeurt, klikt u op de knop Afkeuren.
10
2.1.3.
Wachtwoord wijzigen Alle gebruikers die toegang hebben tot het LMS kunnen het wachtwoord van een gebruiker wijzigen. De rol Beheerder kan dit ook bij het menuonderdeel Accountbeheer, door een account te bewerken. De rollen Administratie en Helpdesk kunnen dit alleen in het menuonderdeel Wachtwoord wijzigen.
Figuur 6: Wachtwoord wijzigen
Om een wachtwoord te wijzigen, moet de Gebruikersnaam van het account worden ingevoerd. Wanneer u op de knop Volgende klikt, wordt gekeken of deze gebruikersnaam bestaat. Indien dit het geval is opent een formulier waar u twee keer het nieuwe wachtwoord in moet vullen. Klik tot slot op de knop
Wachtwoord wijzigen.
Het wachtwoord mag niet beginnen met het teken '('. 2.1.4.
Prullenbak In het menuonderdeel Prullenbak kunt u accounts die u heeft weggegooid terugplaatsen of definitief verwijderen.
Figuur 7: Voorbeeld van de prullenbak
Om een item terug te plaatsen, vinkt u het aan en kiest u in de balk voor Terugplaatsen.
Selectie >
Om een item definitief te verwijderen, vinkt u het aan en kiest u in de balk voor >
Selectie
Verwijderen. U kunt ook alle items in uw prullenbak in één keer verwijderen.
Hiervoor klikt u op de knop
Leegmaken.
Automatisch verwijderen Het definitief verwijderen van items gebeurt standaard automatisch na 2 dagen. Dit kun u als beheerder in de serverinstellingen aanpassen. Om de instelling alleen voor u aan te
11
passen, klikt u in de balk op
Instellingen.
In het formulier dat opent kunt u in het veld Automatisch verwijderen ervoor kiezen om dit Uit te zetten. U kunt ook in het veld Verwijderen na # dagen instellen na hoeveel dagen een item definitief verwijderd moet worden.
2.2. Incidentele taken LMS Incidentele taken zijn taken die u meestal verricht vóórdat uw school met Dapter aan de slag gaat. Uiteraard kunt u altijd wijzigingen doorvoeren, maar dit kan directe gevolgen hebben voor gebruikers. Met het menuonderdeel Beheer komt u bij de incidentele taken terecht.
Figuur 8: Menuonderdelen incidentele taken
In het menuonderdeel Serverinstellingen (op pagina 12) stelt u Dapter af op uw school. Bijvoorbeeld met welke gebruikersrollen u wilt werken.
In het menuonderdeel Systeemvariabelen (op pagina 15) geeft u onder andere de mogelijke zoekcriteria voor accounts op.
Met het menuonderdeel Hoofdmenu keert u terug naar de terugkerende taken. 2.2.1.
Serverinstellingen In het menuonderdeel Serverinstellingen kunt u instellingen opgeven die op uw Dapterinstallatie van invloed zijn. Deze instellingen zijn onderverdeeld onder een aantal tabbladen.
Figuur 9: Tabbladen Serverinstellingen
Het is raadzaam voorzichtig te zijn met het wijzigen van de serverinstellingen, wanneer er reeds met Dapter gewerkt wordt op uw school. Verkeerde instellingen kunnen ervoor zorgen dat Dapter niet meer bereikbaar is of leiden tot verlies van gegevens. Op de tabbladen kunt u de serverinstellingen bekijken. Om instellingen te wijzigen, klikt u in de balk op de knop
Bewerken.
Tabblad 'General' Wanneer u Dapter extern laat hosten, hoeft u op het tabblad General niets in te stellen.
12
In het veld Server URL hoort het adres van uw Dapter-omgeving te staan. Dit adres wordt gebruikt om directe links aan te bieden in e-mails die vanuit Dapter worden verstuurt. Het is mogelijk om binnen Dapter gebruikt te maken van een beveiligde verbinding met internet (SSL). Indien uw school Dapter zelf host, is het mogelijk om directories zoals Microsoft AD of Novell eDirectory leidend te laten zijn voor het accountbeheer in Dapter. Hiervoor wordt het LDAP-protocol gebruikt. De diverse instellingen die hiervoor gedaan moeten worden, zullen in samenwerking met de supportafdeling van Dactique worden ingesteld. Tabblad 'Im-/export' Op het tabblad Im-/export kunt u 2 dingen:
u kunt afspraken voor het interpreteren van de importbestanden wijzigen u kunt een IMS enterprise configuratie opgeven
Afspraken importbestand Er zijn een aantal afspraken met betrekking tot het interpreteren van de gegevens uit de importbestanden (zie "Accounts importeren" op pagina 5):
In het veld Batch import - delimiter kunt u het karakter wijzigen waarmee gegevens worden gescheiden. Bijvoorbeeld 'gebruikersnaam;wachtwoord', waarbij het karakter ';' de scheiding tussen de twee waarden aangeeft.
In het veld Batch import -multi value separator kunt u het karakter wijzigen waarmee meerdere waarden voor dezelfde variabele kunnen worden opgegeven. Bijvoorbeeld als u via import meerdere clusters voor een leerling wilt opgeven ('cluster1~cluster2~cluster3~etc.').
Uit de lijst Batch import - date format kunt u opgeven of data in het formaat ddmm-yyyy of mm-dd-yyyy worden geïmporteerd.
Tot slot kunt u er voor kiezen om de importbestanden te verwijderen na import. Hiervoor zet u de instelling Batch import - delete files after import op Yes. IMS enterprise configuratie Voor een koppeling met bijvoorbeeld het administratiepakket kan er ook gebruik gemaakt worden van IMS enterprise services. Hiermee kunnen wijzigingen in het andere pakket direct of 's nachts in Dapter worden doorgevoerd. Wanneer u gebruik wilt maken van deze koppeling, dient eerst voor een aantal variabelen uit het importbestand de vertaling naar systeemvariabelen opgegeven te worden. Dit gebeurt in overleg met Dactique. Neem voor meer informatie contact op met uw contactpersoon van Dactique. Tabblad 'Regional settings' Op het tabblad Regional settings heeft u een aantal instellingen met betrekking tot de
13
talen in Dapter. Onder de instelling Available languages geeft u aan welke talen in Dapter gebruikt mogen worden. Momenteel is in Dapter alleen de Nederlandse taal beschikbaar zijn. Tot slot kunt u in het veld Default language aangeven wat de standaard taal moet zijn. Een gebruiker kan onder Instellingen de taal veranderen. Tabblad 'Account settings' Op het tabblad Account settings kunt u een instellingen opgeven die van invloed zijn op het accountbeheer en het gebruikersprofiel. Accountbeheer Bij de optie User types kunt u aangeven welke rollen u binnen Dapter wilt gebruiken:
Administrator (Beheerder) Support (Administratie) Helpdesk (Helpdesk) Teacher (Docent) Student (Leerling) Guest (Gast)
Als u een rol uitvinkt, kunt u deze niet aan een nieuwe gebruiker toekennen. Voor bestaande gebruikers heeft dit geen gevolgen. Wanneer u de optie Deny access to users op Enabled zet, heeft u bij het bewerken van een account de optie Toegang voor deze gebruiker blokkeren. De standaard groep waarin geblokkeerde gebruikers komen te staan (deny access group) kunt u, als u Dapter laat hosten, niet wijzigen. Wanneer een gebruiker zijn wachtwoord mag wijzigen, kunt u eisen aan de kwaliteit van de wachtwoord stellen. Hiervoor heeft u in de lijst password quality de volgende opties:
No requirements Weak Average Strong
Voorbeelden van een bepaalde sterkte staan rechts van de lijst. De eisen voor de sterkte van een wachtwoord gelden niet voor het wijzigen van het wachtwoord in het LMS. U kunt bepaalde gebruikers verbieden het wachtwoord te wijzigen. Voor deze gebruikers voert u in het veld exceptions de gebruikersnaam in. U kunt hierbij ook werken met een
14
voorvoegsel (prefix). Om bijvoorbeeld accounts die beginnen met een '0' uit te sluiten, voert u in dit veld het voorvoegsel '0*' in. Tabblad 'Other' Op het tabblad Other staat de link naar de standaard online help van Dapter. Indien gewenst kunt u in het veld URL to Help de url naar een alternatieve online help opnemen. Als u dit veld leeg opslaat, verdwijnt de knop Help uit het hoofdmenu. 2.2.2.
Systeemvariabelen In Dapter kunt u systeemvariabelen onderhouden die op diverse plaatsen terugkomen. Zo kunt u bijvoorbeeld variabelen aanmaken, waarmee u gebruikers terug kunt vinden. Globaal gezien kunnen systeemvariabelen in 2 categorieën worden onderverdeeld:
accounts notificaties (e-mail)
Accounts Voor accounts kunt u 2 typen variabelen opgeven, die worden gebruikt bij het aanmaken van en het zoeken naar gebruikers.
U kunt maximaal 3 UserKeys opgeven, die u vervolgens aan gebruikers kunt toekennen. Op de plekken waar er naar gebruikers gezocht kan worden, bijvoorbeeld bij het uitnodigen van bezoekers voor een portfolio, kunnen deze UserKeys gebruikt worden.
De systeemvariabele UserGroup heeft dezelfde kenmerken als een UserKey, met het verschil dat de UserGroup ook gebruikt kan worden om de toegang tot portfolio's te bepalen.
Notificatie Binnen Dapter kunnen diverse automatisch gegenereerde berichten worden verstuurd. Deze berichten kunt u deels opmaken en van een standaard tekst voorzien. Voor deze notificaties kunt u de volgende variabelen instellen:
Bovenaan het e-mailbericht kunt u een kop aanmaken. Dit doet u met de variabele NotificationHeader.
De standaard teksten voor uitnodigingen voor het portfolio geeft u op met de variabele Notification: DPF invitation.
Systeemvariabelen voor accounts Voor accounts kunt u 3 UserKeys en de systeemvariabele UserGroup definiëren. Om een nieuwe systeemvariabele aan te maken klikt u in het menuonderdeel Systeemvariabelen op de knop
Nieuw.
15
UserKey Kies uit de lijst Identificatie voor één van de 3 UserKeys. U kunt alleen de UserKeys aanmaken die nog niet bestaan. Bestaande UserKeys kunt u wel bewerken. In het veld Naam voert u de naam van de variabele in. In het veld Waarde(n) kunt u de mogelijke waarden voor deze variabele opgeven. Het veld Toelichting is alleen voor beheerders zichtbaar. Om achteraf een waarde voor een systeemvariabele toe te voegen, klikt u op de naam van deze variabele en vervolgens op de knop
Nieuwe waarde. Klik op de knop
Opslaan en nieuw om een volgende waarde toe te voegen, of op alleen deze waarde op te slaan.
Opslaan om
Toegevoegde waarden kunt u bewerken, door de systeemvariabele te openen en op het icoon
vóór de waarde te klikken.
Wanneer u een waarde wijzigt, is deze vanaf dat moment toe te kennen aan nieuwe accounts. De oude waarde blijft echter gekoppeld aan bestaande accounts. Wilt u dit aanpassen, dan zult u deze accounts moeten bewerken. Als u een waarde bewerkt, kunt u deze ook verwijderen. Klik hiervoor in de actiebalk op de knop
Verwijderen.
Wanneer een waarde zelf wordt verwijderd, wordt deze ook bij alle accounts weggehaald. UserGroup Kies uit de lijst Identificatie voor UserGroup. Indien deze niet meer in de lijst staat, bestaat deze variabele al. U kunt deze wel bewerken. In het veld Naam voert u de naam van de variabele in. De keuzemogelijkheden voor deze variabele voert u in het veld Waarde(n) in. Na elke keuzemogelijkheid drukt u op de ENTER-toets om een nieuwe keuzemogelijkheid toe te voegen. U kunt altijd later keuzemogelijkheden toevoegen of verwijderen. In het veld Toelichting kunt u een toelichting op de variabele geven. Deze is alleen voor beheerders zichtbaar. De systeemvariabele UserGroup is meer dan alleen een kenmerk voor accounts, maar wordt bijvoorbeeld ook gebruikt voor autorisaties. Geadviseerd wordt om de klas in deze variabele onder te brengen. Systeemvariabelen voor notificaties Voor notificaties kunt u 2 variabelen aanmaken. Om een nieuwe systeemvariabele aan te maken klikt u in het menuonderdeel Systeemvariabelen op de knop
Nieuw.
16
Bovenaan het e-mailbericht kunt u een kop aanmaken. Dit doet u met de variabele NotificationHeader.
De standaard teksten voor uitnodigingen voor het portfolio geeft u op met de variabele Notification: DPF invitation.
NotificationHeader Kies uit de lijst Identificatie voor NotificationHeader. Indien deze niet meer in de lijst staat, bestaat deze variabele al. U kunt deze wel bewerken. De tekst en de opmaak voor de koptekst voert u in het veld Waarde(n) in. Hierbij kunt u gebruik maken van HTML-code. In het veld Toelichting kunt u een toelichting op de variabele geven. Deze is alleen voor beheerders zichtbaar. Notification: Dapter invitation Kies uit de lijst Identificatie voor Notification: Dapter invitation. Indien deze niet meer in de lijst staat, bestaat deze variabele al. U kunt deze wel bewerken. Vink voor de instelling Taal aan, voor welke talen (English of Nederlands) dit bericht is bedoeld. Bij de persoonlijke instellingen kan een gebruiker instellen wat zijn voorkeurstaal is. Het onderwerp van het bericht voert u in het veld Berichtonderwerp in. De tekst van het bericht voert u in het veld Berichttekst in. Hierbij kunt u gebruik maken van HTML-code. Met betrekking tot de eigenaar van het portfolio kunt u de variabele {owner} gebruiken. Ten aanzien van de genodigde kunt u de variabelen {firstname}, {middlename}, {lastname} en {invitee} gebruiken. Tot slot biedt u met de variabele {link} een snelkoppeling naar het portfolio van de eigenaar aan. In het veld Toelichting kunt u een toelichting op de variabele geven. Deze is alleen voor beheerders zichtbaar.
17
3. Dapter beheer In het onderdeel Dapter beheer kunt u als beheerder globaal gezien 2 dingen:
De Dapter-sjablonen van uw school onderhouden; Accounts die in het LMS zijn aangemaakt een Dapter-omgeving geven.
Figuur 10: Menu Dapter beheer
In het menuonderdeel Sjablonen kunt u Dapter-sjablonen aanmaken en bewerken. Bij elk sjabloon is het mogelijk om portfolio's en formulieren mee te leveren. Deze kunt u aanmaken in de menuonderdelen Standaard portfolio's en Formulieren. Wanneer u minimaal één sjabloon heeft aangemaakt, kunt u accounts op basis van dit sjabloon een Dapter-omgeving geven. Dit doet u in het menuonderdeel Gebruikers.
3.1. Gebruikers In het LMS kunt u accounts beheren. In het onderdeel Dapter beheer is het mogelijk om :
accounts een Dapter-omgeving te geven; de Dapter-omgeving van een gebruiker te openen; een ander Dapter-sjabloon aan een gebruiker toe te wijzen. de Dapter-omgeving van een gebruiker te verwijderen;
Hoe u voor één of meer accounts een Dapter-omgeving aanmaakt (zie "Dapter-omgeving aanmaken" op pagina 19), wordt apart toegelicht. De overige acties worden hieronder uitgelegd. Om de Dapter-omgeving van een gebruiker te kunnen bekijken, bewerken of verwijderen, dient u deze eerst op te zoeken (zie "Accounts zoeken en bewerken" op pagina 7). Dit werkt grotendeels op dezelfde manier als bij Accountbeheer in het LMS. Aanvullend heeft u het filter Sjabloon ter beschikking, waarmee u op zoek kunt gaan naar gebruikers die een Dapter-omgeving op basis een specifiek sjabloon hebben.
18
Dapter-omgeving openen Wanneer u op de naam van een gevonden gebruiker klikt, opent de Dapter-omgeving van deze gebruiker in een nieuw venster of tabblad (afhankelijk van de browserinstellingen). Als beheerder heeft u in deze omgeving dezelfde rechten als de gebruiker zelf. Sjabloon wijzigen Elke Dapter-omgeving is gebaseerd op een sjabloon (zie "Sjablonen" op pagina 20). Op dit sjabloon zijn onder andere de mogelijkheden voor de gebruiker vastgelegd. Door aan een gebruiker een ander sjabloon toe te wijzen, worden in zijn Dapter-omgeving de instellingen van dit sjabloon van toepassing. Portfolio's en producten die door de gebruiker zijn bewerkt worden niet verwijderd bij het wijzigen van het sjabloon. Om het sjabloon voor één of meerdere accounts te wijzigen, vinkt u deze aan en kiest u voor Selectie > Eigenschappen. In het scherm dat opent kiest u uit de lijst het gewenste Sjabloon. Dapter-omgeving verwijderen Om een Dapter-omgeving te verwijderen, vinkt u deze aan en kiest u voor
Selectie >
Verwijderen. De Dapter-omgeving van deze gebruiker(s) en de bijbehorende inhoud wordt hierbij verwijderd. Deze actie kan niet ongedaan gemaakt worden! 3.1.1.
Dapter-omgeving aanmaken Om voor één of meer gebruikers een Dapter-omgeving aan te maken, klikt u op de knop Nieuw. Indien u nog geen Dapter-sjabloon (zie "Sjablonen" op pagina 20) hebt aangemaakt, doe dit dan eerst. In het venster dat opent, selecteert u op basis van welk Sjabloon de Dapter-omgeving aangemaakt moet worden. Vervolgens selecteert (zie "Accounts zoeken en bewerken" op pagina 7) u bij Gebruikers de accounts waarvoor u een omgeving aan wilt maken. Dit doet u door op de knop Selecteer gebruikers te klikken en met behulp van het venster dat opent de gewenste accounts te zoeken. Het zoeken naar gebruikers gaat op dezelfde manier als het zoeken bij Accountbeheer in het LMS. Gevonden accounts kunnen worden toegevoegd door deze te selecteren en op de knop Toevoegen > te klikken. Om alle gevonden gebruikers toe te voegen, klikt u op
19
de knop Allen toevoegen >>. U kunt het veld Huidige selectie met meerdere zoekopdrachten vullen. Klik op de knop Ok om de gebruikers uit het veld Huidige selectie mee te nemen naar het onderliggende formulier. Klik tot slot op de knop Opslaan om op basis van het geselecteerde sjabloon voor de geselecteerde gebruikers een Dapter-omgeving aan te maken.
3.2. Sjablonen Elke Dapter-omgeving is gebaseerd op een sjabloon. Op basis van een sjabloon kunt u een Dapter-omgeving een standaard structuur meegeven. Daarnaast legt u in het sjabloon vast, welke mogelijkheden de gebruiker heeft. In het overzicht van aanwezig sjablonen, kunt u zien hoeveel gebruikers een Dapteromgeving op basis van een bepaald sjabloon hebben. Vanuit het overzicht kunt u de volgende acties uitvoeren:
Bekijk de instellingen van een sjabloon, door op de naam van dit sjabloon te klikken.
Bewerk een bestaand sjabloon, door op het icoon
Verwijder één of meer sjablonen, door deze aan te vinken en voor Verwijderen te kiezen. Deze actie moet worden bevestigd.
Maak een nieuw sjabloon aan, door op de knop
vóór de naam te klikken. Selectie >
Nieuw te klikken.
Het verwijderen van een sjabloon is alleen mogelijk wanneer deze niet aan één of meer gebruikers is gekoppeld. Het aanmaken of bewerken van een sjabloon, gebeurt in een formulier met 3 tabbladen:
Algemeen Producten Portfolio's
Algemeen Geef in het veld Naam de naam voor dit sjabloon op. Deze naam wordt alleen in het Dapter-beheer gebruikt. Kies de standaard taal voor dit sjabloon. U heeft de keuze uit Nederlands en Engels. Daarnaast kunt u het sjabloon aanwijzen als Standaard sjabloon. Dit is het sjabloon dat wordt gebruikt, wanneer u bij een accountimport (zie "Accounts importeren" op pagina 5) aangeeft dat er een Dapter-omgeving voor een gebruiker geactiveerd moet worden, maar daarbij geen sjabloon opgeeft. Er kan altijd maar één standaard sjabloon zijn.
20
Producten De instellingen op dit tabblad worden apart toegelicht. Portfolio's De instellingen op dit tabblad worden apart toegelicht. 3.2.1.
Tabblad Producten De instellingen op het tabblad Producten zijn van toepassing op het gelijknamige onderdeel in de Dapter-omgeving van een gebruiker. Op dit tabblad bepaalt u de structuur en de mogelijkheden voor dit onderdeel.
Figuur 11: Voorbeeld tabblad Producten
Eigenaar mag mappen aanmaken Met de instellingen Eigenaar mag mappen aanmaken, bepaalt u of de gebruiker in het onderdeel Producten de knop map toevoegen ter beschikking heeft. Wenst u dit niet, bijvoorbeeld om wildgroei van mappen te voorkomen, dan is het mogelijk een voorgedefinieerde mappenstructuur aan te bieden. Standaard mappen & producten In het onderdeel Standaard mappen & producten is het mogelijk een mappenstructuur
21
aan te maken, die standaard wordt meegeleverd bij een Dapter-omgeving gebaseerd op dit sjabloon. Tevens is het mogelijk om op sjabloonniveau bestanden toe te voegen, die als product beschikbaar moeten komen. De hoofdmap heet standaard Mijn mappen. Het is mogelijk deze naam te wijzigen, door op het icoon te klikken. Met de knop map toevoegen is het mogelijk om een submap aan te maken in de geselecteerde map. Op de hoofdmap na, kunnen alle mappen weer verwijderd worden, door op het icoon te klikken. Het verplaatsen van mappen is mogelijk door deze te verslepen. U plaats producten in een map, door op de knop bestand toevoegen te klikken. Vervolgens kunt u vanaf de computer een bestand in de geselecteerde map plaatsen. Het is ook mogelijk om formulieren als product in een map beschikbaar te stellen. Hiervoor klikt u op de knop formulier toevoegen en selecteert u het gewenste formulier. Met de instelling Eigenaar mag standaard mappen & producten verwijderen bepaalt u of de gebruiker de standaard mappen en producten mag verwijderen. Favorieten Wanneer u de optie Producten markeren als favoriet op Ja hebt staan, is het mogelijk om een product als favoriet te markeren. Daarnaast kan in het onderdeel Portfolio's gebruik worden gemaakt van de bouwsteen Favorieten. Afbeeldingen verkleinen Met de instelling Afbeelding automatisch verkleinen kunt u het mogelijk maken dat elke geüploade afbeelding in resolutie wordt teruggebracht. Hiermee neemt ook de bestandsgrootte af. Formulieren Indien u met behulp van de formulierenbouwer (op pagina 25) één of meer formulieren heeft gemaakt, kunt u bij Formulieren aangeven welke formulieren in de sjabloon gebruikt mogen worden. Dit doet u door deze formulieren aan te vinken. De gebruiker zal deze formulieren kunnen kiezen wanneer hij in het onderdeel Producten op de knop formulier toevoegen klikt. Externe bronnen Onder de categorie Gebruik externe bronnen toegestaan stelt u in van welke externe bronnen de gebruiker een product kan toevoegen. Hierbij heeft u de volgende opties:
Bijlage(n) beoordeelde opdrachten uit vaksite: deze optie biedt de mogelijkheid om werk dat in een vaksite van Teletop is ingeleverd na beoordeling als product op te nemen;
Youtube-video's: deze optie maakt het mogelijk om een video die op Youtube
22
staat toe te voegen als product.
Weblinks: deze optie biedt de mogelijkheid om de link naar een website als product op te nemen.
Indien één of meer van bovenstaande opties op Ja staan, krijgt de gebruiker de keuzelijst Overige toevoegen beschikbaar. 3.2.2.
Tabblad Portfolio's De instellingen op het tabblad Portfolio's zijn van toepassing op het gelijknamige onderdeel in de Dapter-omgeving van een gebruiker. Op dit tabblad bepaalt u de mogelijkheden die de gebruiker binnen dit onderdeel heeft. Daarnaast kunt u standaard portfolio's opgeven, die gekoppelde gebruikers ter beschikking krijgen. Bezoekers Bij Begeleider(s) automatisch toevoegen als bezoeker geeft u aan of begeleiders toegang krijgen tot de portfolio's van leerlingen die ze begeleiden. Met de instelling Eigenaar mag bezoekers uitnodigen bepaalt u of het voor de gebruiker mogelijk is om personen toegang te geven tot een portfolio. Indien u dit toestaat, kunt u bij Geregistreerde gebruikers opgeven welke accounts uitgenodigd mogen worden:
Geen: kies deze optie als u alleen niet geregistreerde gebruikers wilt laten uitnodigen
Leerlingen: gebruikers die in het accountbeheer de leerlingrol hebben, mogen worden uitgenodigd.
Docenten: gebruikers die in het accountbeheer de docentrol hebben, mogen worden uitgenodigd.
Leerlingen en docenten: beide rollen mogen worden uitgenodigd.
Leerlingen beperken tot klas: met deze optie beperkt u de leerlingen die kunnen worden uitgenodigd, tot leerlingen uit dezelfde klas (de systeemvariabele (zie "Systeemvariabelen voor accounts" op pagina 15) Usergroup).
Alle geregistreerde gebruikers: alle gebruikers die in het accountbeheer zijn aangemaakt, kunnen worden uitgenodigd.
Daarnaast kunt u met de optie Niet geregistreerde gebruikers het mogelijk maken om (op basis van e-mailadres) personen uit te nodigen die geen account voor Dapter hebben. Eigenaar mag portfolio's aanmaken Als beheerder bepaalt u of gebruikers, die op basis van dit sjabloon een Dapteromgeving hebben gekregen, zelf portfolio's aan mogen maken. Indien toegestaan zet u de optie Eigenaar mag portfolio's aanmaken op Ja. Aanvullend kunt u bepalen welke bouwstenen een gebruiker aan een portfolio toe mag voegen. Dit doet u door bij Beschikbare bouwstenen de bouwstenen die u toestaat aan
23
te vinken. Standaard portfolio's Bij de optie Standaard portfolio's bepaalt u welke portfolio's gekoppelde gebruikers standaard ter beschikking moeten krijgen. De gewenste standaard portfolio's (op pagina 24) vinkt u hiervoor aan. Standaard portfolio's kunt u in het gelijknamige menuonderdeel aanmaken.
3.3. Standaard portfolio's In het onderdeel Standaard portfolio's kunt u portfolio's aanmaken die u vervolgens aan een Dapter-sjabloon kunt koppelen. Per portfolio kunt u het volgende instellen:
de naam van het portfolio de beschrijving (inleidende tekst) van het portfolio welke bouwstenen op het portfolio staan de naam en beschrijving van deze bouwstenen het logo het thema standaard bezoekers
Om een nieuw standaard portfolio aan te maken, klikt u op de knop
Nieuw.
In het formulier dat opent, dient u minimaal het veld Naam in te vullen. Eventueel kunt u, in het veld Beschrijving, een toelichting op dit standaard portfolio geven. Beide velden zijn alleen voor beheerders van toepassing. Daarnaast kun u bij het veld Logo een afbeelding van uw computer selecteren, die als logo voor dit portfolio moet dienen. Sla deze gegevens op, door op de klop Opslaan te klikken. Het (nu nog lege) aangemaakte standaard portfolio staat nu in het overzicht van standaard portfolio's. Om structuur en inhoud aan dit standaard portfolio te geven, opent u het door op de naam te klikken. Er opent een venster, waarin u vrijwel dezelfde mogelijkheden hebt als een eigenaar in het onderdeel Portfolio's. Het is hierbij niet mogelijk om, op de naam en beschrijving na, inhoud aan een bouwsteen te geven. Wijzigingen worden automatisch opgeslagen. Wanneer u klaar bent, sluit u het venster door op het kruisje rechtsboven te klikken.
3.4. Formulieren Formulieren kunnen worden ingezet om een gebruiker gestructureerd bepaalde gegevens in te laten vullen, zoals bijvoorbeeld een activiteitenplan of reflectieformulier. Een formulier bestaan uit één of meer tabbladen. Op elk tabblad kunt u diverse soorten invoermogelijkheden aanbieden.
24
Via een Dapter-sjabloon (zie "Tabblad Producten" op pagina 21) stelt u een formulier beschikbaar. Gebruikers die aan dit sjabloon zijn gekoppeld, kunnen dit formulier selecteren door in het onderdeel Producten op de knop formulier toevoegen te klikken. Vanuit het overzicht van formulieren kunt u een nieuw formulier ontwikkelen, of bestaande formulieren bekijken, bewerken of verwijderen.
Om een formulier te bekijken, klikt u in het overzicht op de naam van dit formulier;
Om een formulier te bewerken, klikt u op het icoon formulier
Om een nieuw formulier aan te maken, klikt u op de knop
Om één of meer formulieren te verwijderen, vinkt u deze aan en kiest u voor Selectie > Verwijderen. U kunt alleen formulieren verwijderen die niet aan een sjabloon zijn gekoppeld; vóór de naam van dit Nieuw;
Bij de laatste 2 acties wordt de formulierenbouwer (op pagina 25) geopend. Deze wordt apart toegelicht. 3.4.1.
Formulierenbouwer De formulierenbouwer maakt het mogelijk om eenvoudig formulieren te ontwikkelen, die in Dapter kunnen worden gebruikt. Wanneer u een nieuw formulier maakt, heeft deze standaard één tabblad (zie "Tabbladen" op pagina 26). Dit tabblad bevat nog geen velden. Bewerkt u een formulier, dan kunnen er meerdere tabbladen aanwezig zijn en kunnen er reeds velden op deze tabbladen staan. Aan de rechterkant van het scherm staan 3 blokken, waarmee u het formulier inhoud en structuur kunt geven:
Instellingen formulier Eigenschappen Toevoegen
Deze blokken worden hieronder toegelicht.
Figuur 12: Formulierenbouwer bij leeg formulier
25
Toevoegen Vanuit dit blok kunt u velden toevoegen (zie "Velden" op pagina 27) op een tabblad. De typen van de velden worden elders toegelicht. Eigenschappen In dit blok kunt u de eigenschappen van het geselecteerde element aanpassen. Dit kunnen de eigenschappen van een tabblad of van een veld zijn. Instellingen formulier In dit blok staan de instellingen van het formulier. In het veld Naam vult u de naam voor dit formulier in. In het veld Beschrijving kunt u een toelichting op dit formulier geven. Beide velden komen zowel in het beheer als in Dapteromgeving van een gebruiker terug. Tot slot kunt u in het veld Bewerken toestaan opgeven of een gebruiker het formulier, na het ingevuld te hebben, mag bewerken. Tabbladen Een formulier bestaat uit één of meer tabbladen. Dit maakt het mogelijk om een formulier onder te verdelen in verschillende stappen, hoofdstukken, onderwerpen, etc. Standaard kent elk formulier één tabblad. Vanuit het blok Toevoegen kunnen velden aan een tabblad worden toegevoegd. Nieuw tabblad Door rechts van de aanwezige tabbladen op + tabblad toevoegen te klikken, wordt een nieuw tabblad aangemaakt. Naam wijzigen Door op een tabblad te klikken, wordt deze geopend en geselecteerd. In het blok Eigenschappen kunt u vervolgens bij Naam het label van dit tabblad wijzigen. Tabblad verwijderen Wanneer een tabblad is geselecteerd, kunt u deze verwijderen door op het icoon rechts naast Eigenschappen te klikken. Deze actie moet worden bevestigd. Tabblad verplaatsen Een tabblad kan worden verplaatst door deze naar links of rechts te verslepen. Hoe voeg ik velden aan een tabblad toe? (zie "Velden" op pagina 27) Wat is de formulierenbouwer? (zie "Formulierenbouwer" op pagina 25)
26
Velden Op elk tabblad kunt u diverse types velden plaatsen. Hiermee bepaalt u de mogelijkheden op dit tabblad. In het blok Toevoegen staan alle mogelijk type velden. Deze typen worden verderop toegelicht. Een veld kan op 2 manieren aan een tabblad worden toegevoegd:
door op een type veld te klikken, wordt deze onder reeds aanwezige velden op het geselecteerde tabblad geplaatst;
door een type veld te slepen, bepaalt u zelf waar u het veld geplaatst wilt hebben.
Ook velden die reeds zijn toegevoegd, kunnen worden verplaatst door deze te verslepen. Tevens is het mogelijk een veld naar een ander tabblad te slepen. Door op een toegevoegd veld te klikken, wordt deze geselecteerd en kunt u in het blok Eigenschappen de eigenschappen voor dit veld aanpassen. Elk veld heeft een aantal algemene eigenschappen en acties. Daarnaast kan een veld, afhankelijk van het type, ook specifieke eigenschappen hebben. Deze worden per type veld toegelicht. Algemene eigenschappen en acties De volgende eigenschappen en acties zijn voor elk type veld beschikbaar:
Elk veld kan een toelichting krijgen. Deze kunt u bij Beschrijving opgeven.
Een veld kan worden gekopiëerd door op het icoon
Het verwijderen van een veld, doet u door op het icoon Eigenschappen te klikken.
rechts naast
te klikken.
Uitleg Dit type veld kent geen invoermogelijkheid, maar geeft de mogelijkheid om een korte toelichting of instructie te geven. Invoerveld (enkele regel) In een invoerveld met een enkele regel kan een gebruiker een korte tekst kwijt. Invoerveld (meerdere regels) Een invoerveld met meerdere regels biedt aan de gebruiker de mogelijkheid om een uitgebreide tekst in te voeren. U kunt het mogelijk maken om hierbij de tekstbewerker aan te bieden. Hiervoor zet u de instelling Opmaken toestaan op Ja. Enkelvoudige selectie Bij een enkelvoudige selectie worden aan de gebruiker meerdere keuzeopties aangeboden, waarvan hij er één kan selecteren. Alle keuzes zijn direct zichtbaar. Standaard worden er 3 keuzeopties aangeboden. Onder Keuzes kunt u de labels hiervoor opgeven. Daarnaast is het mogelijk om een keuzeoptie toe te voegen ( ) of te
27
verwijderen ( ). Meervoudige selectie Voor u als beheerder werkt de meervoudige selectie hetzelfde als de enkelvoudige selectie. De gebruiker heeft bij een meervoudige selectie echter ook de mogelijkheid om geen of meerdere keuzeopties aan te vinken. Keuzelijst Uit een keuzelijst kan de gebruiker één van de keuzeopties selecteren. De keuzes zijn pas zichtbaar als de lijst wordt opengeklapt. Naast de eigenschappen die ook de enkel- en meervoudige selectie kennen, heeft de keuzelijst nog één extra optie. Door de optie Eigen keuze toestaan op Ja te zetten, heeft de gebruiker de mogelijkheid om (in plaats van de beschikbare keuzeopties) zelf een alternatief in te vullen. Hiervoor verschijnt rechts naast de lijst een invoerregel. Datum- / periodeselectie Dit type veld maakt het voor de gebruiker mogelijk om met behulp van een kalender één (Datum) of twee data (Periode) te selecteren. Bestandselectie De gebruiker kan met dit type veld producten als bijlagen aan het formulier toevoegen. Hierbij kunt u instellen of deze producten van de computer mogen komen, uit de producten van de gebruiker of beide. Groep Een groep biedt geen aparte invoermogelijkheden, maar maakt het mogelijk om velden te bundelen. Deze gebundelde velden kunnen vervolgens vaker aangeboden worden. U kunt velden in de groep slepen, zoals u ook velden op een tabblad sleept. Bij de eigenschappen van een groep kunt u met de lijst Standaard aantal aangeven hoeveel keer de groep standaard aangeboden moet worden. Het standaard aantal instanties van de groep ziet u direct terug op het tabblad. Met Aantal aanpasbaar kunt u aangeven of de eindgebruiker zelf het aantal instanties van deze groep mag bepalen. Bijvoorbeeld wanneer u een aantal vragen wilt stellen over de verschillende bijbanen die de gebruiker heeft gehad. Van tevoren weer u niet hoeveel bijbanen dit zijn geweest. Met de lijst Maximum stelt u de limiet voor het aantal instanties van deze groep in. Hoe bewerk ik de tabbladen op een formulier? (zie "Tabbladen" op pagina 26) Wat is de formulierenbouwer? (zie "Formulierenbouwer" op pagina 25)
28
4. Glossary of Terms
5. Index
V Velden • 25, 26
W Wachtwoord wijzigen • 11
A Accountaanvragen • 9 Accountbeheer • 2, 5 Accounts importeren • 5, 9, 13, 20 Accounts zoeken en bewerken • 7, 8, 18, 19
B Begeleiders • 9
D Dapter beheer • 1, 18 Dapter-omgeving aanmaken • 18, 19
E Exporteren • 5, 9
F Formulieren • 24 Formulierenbouwer • 22, 25, 26, 28
G Geavanceerd zoeken • 8 Gebruikers • 18
I Incidentele taken LMS • 1, 2, 12 Inleiding • 1
L Learning Management System • 2
N Nieuw account maken • 3, 10
P Prullenbak • 11
S Serverinstellingen • 12 Sjablonen • 19, 20 Standaard portfolio's • 24 Systeemvariabelen • 5, 7, 12, 15 Systeemvariabelen voor accounts • 15, 23 Systeemvariabelen voor notificaties • 16
T Tabblad 'Account settings' • 14 Tabblad 'General' • 12 Tabblad 'Im-/export' • 13 Tabblad 'Other' • 15 Tabblad Portfolio's • 9, 23 Tabblad Producten • 21, 24 Tabblad 'Regional settings' • 13 Tabbladen • 25, 26, 28 Terugkerende taken LMS • 1, 2