Behandeling van een overactieve blaas met Botox
2
Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft uw uroloog met u besproken dat er een overactiviteit van uw blaas is vastgesteld. Er is gesproken over de mogelijkheid om deze te behandelen door middel van het toedienen van Botox-injecties. In deze informatiefolder kunt u thuis alles nog eens rustig nalezen. We hebben geprobeerd voor u alle belangrijke informatie zo goed mogelijk op een rijtje te zetten. Het is niet de bedoeling dat deze folder de persoonlijke gesprekken met uw uroloog vervangt. Met problemen of vragen, ook naar aanleiding van deze folder, kunt u altijd bij hem terecht.
Wat is een overactieve blaas? De klachten van een overactieve blaas kunnen heel verschillend zijn. Het kan variëren van meer dan acht keer op een dag - en vaak ook ‘s nachts - moeten plassen, een plotselinge aandrang (urge) om te plassen óf volstrekt onvrijwillig urineverlies (incontinentie). Een overactieve blaas hoeft niet altijd te leiden tot urineverlies; veel mensen met een overactieve blaas moeten vaak naar het toilet maar hebben geen of weinig urineverlies. Het is vaak moeilijk om de oorzaak van een overactieve blaas vast te stellen. Er gaat soms iets fout in de overdracht van informatie vanuit de hersenen naar de blaas en andersom. Waarom dat gebeurt is lang niet altijd duidelijk. Een overactieve blaas kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een neurologische aandoening. We praten dan over een neurogene blaas. Er zijn meerdere mogelijkheden voor de behandeling van een overactieve blaas, namelijk: bekkenbodemtherapie en/of gebruik van medicatie (anti-cholinergica). Deze behandelingen hebben u echter onvoldoende resultaat gegeven. Dan kan gekozen worden voor de toediening van Botox-injecties.
3
Wat is de werking van Botox? ‘Botuline-toxine’ is een medicinale stof die de signaaloverdracht van zenuwvezels naar spieren onderbreekt. Als Botox in een spier wordt gespoten, kan die spier geen signaal meer ontvangen en wordt die spier daardoor verlamd. Botox blokkeert de signaaloverdracht van de zenuwuiteinden naar de blaasspier waardoor er een afname in de contractiekracht (samentrekking) van de blaas ontstaat. Hierdoor ervaren mensen minder (vaak) een aandranggevoel en vindt er een afname van de frequentie van het plassen plaats. De werking van Botox is 6-9 maanden. Het toedienen van de injecties kan worden herhaald. De toediening van Botox De toediening van de Botox-injecties (Dysport) vindt plaats op de operatiekamer. Omdat het injecteren van de Botox in de blaasspier pijnlijk kan zijn, wordt de toediening verricht onder spinaal anesthesie (ruggeprik) of narcose. De ingreep duurt gemiddeld 30 minuten. Na de behandeling blijft u een nacht ter observatie op de verpleegafdeling. Voorbereiding Botox-behandeling Voor de behandeling en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatieve voorbereiding genoemd. Daarom bezoekt u het spreekuur van de anesthesioloog. De afspraak bij de anesthesie wordt gekoppeld aan een afspraak bij de verpleegkundige voor het urologisch verpleegkundig spreekuur. Zij geeft u aanvullende informatie rondom de opname en de behandeling, doet het ‘opnamegesprek’ en plant in overleg met u de behandeldatum.
4
Opname verpleegafdeling B44 of C42 Nuchtere opname Als u op de dag van de behandeling wordt opgenomen, blijft u nuchter volgens de afspraken met de anesthesioloog en de verpleegkundige. Uw arts of anesthesioloog geeft aan of u eventueel moet stoppen met (bloedverdunnende) geneesmiddelen. Zie hiervoor de informatiefolder “Verdoving (anesthesie) bij volwassenen”. U meldt zich op de afgesproken tijd op de verpleegafdeling. Opnamedag voor de behandeling Als er meer voorbereidingen nodig zijn, wordt u de dag voor de operatie opgenomen. De opnameplanning geeft u de afdeling en de afgesproken tijd door. De behandeling Tijdens de behandeling ligt u op uw rug met uw benen in de beensteunen. Allereerst wordt een hol buisje, met daarop aangesloten een camera, via uw plasbuis ingebracht tot in de blaas. Via dit holle buisje kan de uroloog de blaas bekijken en de injectienaald tot in de blaas brengen. Op ongeveer 15 plaatsen in de blaasspier wordt een kleine hoeveelheid Botox ingespoten. De blaas wordt tot ontplooiing gebracht door een vaste hoeveelheid vloeistof in de blaas in te brengen.
Na de behandeling Na de behandeling heeft u een infuus in uw hand of arm om wat extra vocht toe te kunnen dienen. Als u weer heeft gegeten en gedronken en uw bloeddruk en pols stabiel is, zal het infuus worden afgekoppeld. De uroloog laat na de behandeling een blaaskatheter achter. Via de blaaskatheter kan de urine uit de blaas lopen en hoeft u niet zelf te plassen.
5
Als u goed mobiel bent mag de katheter verwijderd worden. Als u zelf weer heeft geplast, controleert de verpleegkundige met een echoapparaat of er geen urine in de blaas achterblijft. Als het plassen goed gaat, mag u met ontslag. De effecten van de behandeling zijn na ongeveer drie dagen tot enkele weken merkbaar.
Complicaties na de toediening van de Botox-injecties De effecten van de Botox-behandeling kunnen individueel erg verschillend zijn. Het effect kan soms wat tegenvallen. Ook kan het resultaat van de Botox op de blaasspier zodanig hoog zijn dat het moeilijk is om de blaas leeg te plassen. Als er hierdoor urine achterblijft, spreken we van urineretentie. Om de blaas te ledigen moet u deze dan (tijdelijk) via zelfkatheterisatie leegmaken. Als dit niet mogelijk is krijgt u tijdelijk een verblijfskatheter. Dit is zeldzaam en gaat vanzelf weer over, naarmate de Botox uitgewerkt raakt. Ook zou u na de ingreep een blaasontsteking kunnen krijgen. Om de kans hierop te verkleinen/weg te nemen krijgt u voor de ingreep antibiotica toegediend. Wat u thuis kunt verwachten? In de eerste dagen na de behandeling kan er nog wat bloed in de urine zitten. Om te voorkomen dat het bloed in de blaas gaat stollen, is het belangrijk dat u ongeveer 2 liter op een dag drinkt.
6
Contact opnemen Neemt u tot de eerste poliklinische controle na ontslag uit het ziekenhuis contact op: - Als u plotselinge hevige of aanhoudende buikpijn heeft die met vier maal daags- om de zes uur- twee tabletten paracetamol van 500mg. niet verdwijnt; - Bij hevig bloedverlies en het plassen van grote bloedstolsels; - Als u plotseling niet meer kunt plassen of u het gevoel hebt niet goed uit te kunnen plassen; - Als u kort na de operatie koorts heeft boven de 38 graden of langer dan 24 uur vanaf 38,5 graden. Tijdens kantooruren belt u de polikliniek urologie (024) 365 82 55. Buiten kantooruren belt u met de verpleegafdeling urologie (024) 365 78 00.
Controle Na zes weken komt u bij uw uroloog op controle om de resultaten van de behandeling te bespreken. Indien mogelijk mag u met een volle blaas naar de afspraak komen. Op de polikliniek mag u dan uitplassen op een speciaal metingentoilet (flow). U krijgt bij ontslag op de afdeling een plaslijst mee. De bedoeling is dat u thuis gedurende 24 uur bijhoudt hoeveel u drinkt, wanneer en hoeveel u plast en of er sprake is van urineverlies. U mag deze lijst meenemen naar de polikliniekafspraak. Bericht van verhindering Bent u op het afgesproken tijdstip voor controle verhinderd, belt u dan zo snel mogelijk de polikliniek urologie. Er kan dan nog een andere patiënt in uw plaats komen.
7
Adres en telefoonnummers Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Polikliniek urologie B28 Telefoon (024) 365 82 55 (op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur)
8
G432 / 04-14
Website: www.urologie.cwz.nl