2
OVERZICHTSARTIKELEN
Behandeling van doorbraakpijn bij patiënten met kanker Treatment of cancer-related breakthrough pain dr. A. de Graeff1
Samenvatting
Summary
Doorbraakpijn kan worden gedefinieerd als ‘een voorbijgaande toename van pijn, die spontaan optreedt of optreedt als gevolg van een specifieke, voorspelbare of onvoorspelbare factor, ondanks relatief stabiele en voldoende gereguleerde achtergrondpijn’. Doorbraakpijn komt bij ruim de helft van de patiënten met kanker voor en heeft een grote impact op hun functioneren en kwaliteit van leven. Adequate behandeling ervan is van groot belang. Van oudsher wordt doorbraakpijn behandeld met oraal toegediende ‘immediate release’ (IR) opioïden (vooral morfine en oxycodon). Tegenwoordig zijn snelwerkende fentanylpreparaten beschikbaar voor oromucosale, sublinguale, buccale of intranasale toediening. Alle preparaten zijn effectiever dan placebo bij de behandeling van doorbraakpijn. Direct en indirect vergelijkend onderzoek suggereert dat de snelwerken-
Breakthrough pain may be defined as ‘a transient exacerbation of pain that occurs either spontaneously, or in relation to a specific predictable or unpredictable trigger, despite relatively stable and adequately controlled background pain’. Breakthrough pain occurs in over 50% of patients with cancer and has a great impact on their functioning and quality of life. Adequate treatment is essential. In the past, breakthrough pain has been treated with orally administered immediate release (IR)
de fentanylpreparaten sneller werken dan IR-morfine. Er is onvoldoende grond om een voorkeur uit te spreken voor een specifiek preparaat. De kosten van deze preparaten (ongeveer 6-7 euro per toediening) zijn een groot probleem. Er is behoefte aan een landelijk standpunt over de plaats van snelwerkende fentanylpreparaten bij de behandeling van doorbraakpijn bij patiënten met kanker. (Ned Tijdschr Oncol 2014;11:46-50)
Inleiding Pijn komt voor bij 59% van de patiënten met kanker tijdens behandeling, bij 33% na in opzet curatieve behandeling en bij 64% bij vergevorderde ziekte.1,2 Pijn bij patiënten met kanker wordt meestal veroorzaakt door directe doorgroei van de tumor of metastasen (70%), 1
opioids (in particular morphine en oxycodone). Recently, rapid-onset fentanyl products have become available for oromucosal, sublingual, buccal and intranasal administration. All products are more effective than placebo in the treatment of breakthrough pain. Direct and indirect evidence suggests that rapid-onset fentanyl has a faster mode of action than IR morphine. There is insufficient evidence to recommend a specific product. The costs of treatment (about 6-7 Euro for each administration) are a major problem. A consensus on the use of rapidonset fentanyl products in the treatment of breakthrough pain in patients with cancer is needed.
maar kan ook het gevolg zijn van de behandeling (20%) of van bijkomende ziekten of factoren (10%).2 Pijn bij patiënten met kanker is nociceptief in 65-68% van de gevallen en neuropathisch in 8-9% van de gevallen; bij 23-27% is er sprake van zowel nociceptieve als neuropathische pijn.2
internist-oncoloog en hospice-arts, Academisch Hospice Demeter, De Bilt en afdeling Medische Oncologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht,
Heidelberglaan 100, 3584 CX Utrecht, tel.: 088 755 62 65, e-mailadres:
[email protected] Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: doorbraakmedicatie, doorbraakpijn, fentanyl, morfine Keywords: breakthrough medication, breakthrough pain, fentanyl, morphine
Nederlands Tijdschrift voor Oncologie
Jaargang 11 - nr. 2 - maart 2014
46
OVERZICHTSARTIKELEN Pijn bij patiënten met kanker is meestal chronisch van karakter. Tegen de achtergrond van deze chronische pijn kan een plotselinge toename van pijn optreden, de zogenoemde doorbraakpijn. Doorbraakpijn kan worden gedefinieerd als ‘een voorbijgaande toename van pijn, die spontaan optreedt of optreedt als gevolg van een specifieke, voorspelbare of onvoorspelbare factor, ondanks relatief stabiele en voldoende gereguleerde achtergrondpijn’.3 Er kan dus niet van doorbraakpijn worden gesproken als de achtergrondpijn onvoldoende onder controle is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen spontane doorbraakpijn (42-44% van alle gevallen van doorbraakpijn bij kanker), incidentele doorbraakpijn (gerelateerd aan een aanwijsbare en vaak ook voorspelbare uitlokkende factor, zoals bijvoorbeeld lopen, houding, hoesten of verzorging; 39-44%) en mengvormen (15-17%).3-5 Doorbraakpijn wordt meestal onderscheiden van ‘end-of-dose pain’: pijn die optreedt als het effect van eerdere analgetica, toegediend als onderhoudsbehandeling, is uitgewerkt. Doorbraakpijn wordt gezien bij 59% (range 40-80%) van de patiënten met kanker.6 Drie procent van de patiënten gradeert de doorbraakpijn als mild, 37% als matig en 60% als ernstig.4 Doorbraakpijn treedt gemiddeld 2-6 keer per dag op. Het duurt 3-15 minuten totdat de maximale intensiteit optreedt. De duur ervan is korter dan 15 minuten bij 31% van de gevallen, 15-30 minuten bij 33% en 30-60 minuten bij 23%. Het optreden van doorbraakpijn heeft grote gevolgen voor het fysiek, psychisch en sociaal functioneren en de kwaliteit van leven.4,5,7-10 Het optreden van doorbraakpijn is gecorreleerd met frequentere polikliniekbezoeken en opnamen.11 In een Amerikaans onderzoek bedroegen de kosten van pijngerelateerde bezoeken aan de polikliniek en de spoedeisende hulp en opnamen 12.000 USD per jaar voor patiënten met kanker met doorbraakpijn en 2.400 USD per jaar voor patiënten zonder doorbraakpijn.11 Als er sprake is van oorzakelijke of uitlokkende factoren voor het optreden van doorbraakpijn, wordt (indien mogelijk) geprobeerd om deze te behandelen (bijvoorbeeld door palliatieve radiotherapie of systeemtherapie, of door hoesten te behandelen als dat de uitlokkende factor van de pijn is) of te vermijden.3 Niet-medicamenteuze symptomatische behandeling, zoals massage, toepassing van warmte of het gebruik van een brace bij bewegingsgerelateerde pijn, kan effectief zijn, maar het effect ervan op doorbraakpijn is niet systematisch onderzocht.3 Medicatie ter symptomatische behandeling van doorbraakpijn wordt doorbraakmedicatie of ‘rescue-medicatie’ genoemd. Van oudsher wordt hiervoor gebruikgemaakt van snelwerkende opioïden, vooral ‘immediate release’ (IR) morfine en later ook IR-oxycodon en IR-hydromorfon.2,12 In de afgelopen jaren zijn ook snelwerkende fen-
47
Nederlands Tijdschrift voor Oncologie
tanylpreparaten beschikbaar gekomen, die oromucosaal (oraal transmucosaal fentanylcitraat; Actiq®), sublinguaal (Abstral® , Recivit®), buccaal (als tablet; Effentora®), als oplosbare film (Breakyl®) of intranasaal (als neusspray; Instanyl®) worden toegediend.13-20 Verder is onderzoek gepubliceerd met fentanyl-pectine-neusspray en fentanylsublinguaalspray.21,22 In februari 2014 waren deze middelen (nog) niet geregistreerd in Nederland. In dit artikel wordt ingegaan op de symptomatische medicamenteuze behandeling van doorbraakpijn bij patiënten met kanker in relatie tot de kenmerken van bovengenoemde middelen. Medicatie voor behandeling van doorbraakpijn De keuze van een middel ter behandeling van doorbraakpijn wordt bepaald door: - de effectiviteit - de snelheid en duur van de werking in relatie tot de aard van de doorbraakpijn - het gebruiksgemak - bijwerkingen en kosten Idealiter passen de farmacokinetische eigenschappen van de doorbraakmedicatie bij het profiel van de doorbraakpijn van de patiënt. Het ideale middel voor de behandeling van doorbraakpijn is effectief, werkt snel en niet langer dan de duur van de doorbraakpijn.23 Effectiviteit De effectiviteit van IR-morfine, IR-oxycodon en IR-hydromorfon ten opzichte van placebo is nooit systematisch onderzocht. Gezien de langdurige klinische ervaring met deze middelen kan er geen twijfel over bestaan dat deze middelen effectief zijn bij de behandeling van doorbraakpijn. De vraag kan wel worden gesteld of IR-morfine, IR-oxycodon en IR-hydromorfon voldoende snel werken (zie verder). Ten aanzien van de dosis van de doorbraakmedicatie wordt (zonder wetenschappelijke onderbouwing) meestal een zesde van de dagdosering van het langwerkende opioïd geadviseerd.12 De tijd tot maximale plasmaconcentratie na orale toediening bedraagt 30-90 minuten voor IR-morfine, 85 minuten voor IR-oxycodon en 54-84 minuten voor IR-hydromorfon.23 De gemiddelde ‘tijd tot betekenisvolle pijnverlichting’ voor deze middelen bedraagt 35-40 minuten. Voor alle bovengenoemde snelwerkende fentanylpreparaten is gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek gepubliceerd dat laat zien dat snelwerkend fentanyl effectiever is dan placebo bij de behandeling van doorbraakpijn bij patiënten met kanker.13-22,24-26 In alle studies komt naar voren dat de dosering van deze preparaten onafhankelijk is van de dosering van de Jaargang 11 - nr. 2 - maart 2014
2 Tabel 1. Afname van pijnscore na behandeling van doorbraakpijn in vergelijking met placebo.25 Gemiddeld verschil in pijnintensiteit t.o.v. placebo (95%-BI)
OTFC
Sublinguale tablet
Buccale tablet
Oplosbare film
Pectine neusspray
IR-morfine
15 min
0,5 (0,1-0,8)
0,5 (0-1,1)
0,5 (0,3-0,7)
0,2 (-0,1-0,5)
0,6 (0,1-1,0)
0,1 (-0,4-0,6)
30 min
1,0 (0,6-1,4)
0,83 (0,2-1,5)
1,0 (0,6-1,3)
0,6 (0,3-1,0)
1,1 (0,6-1,7)
0,5 (-0,1-1,2)
45 min
1,3 (0,8-1,8)
0,9 (0,4-1,4)
1,4 (1,1-1,8)
0,7 (0,3-1,1)
1,3 (0,7-1,9)
0,8 (0,1-1,5)
60 min
1,5 (1,0-2,1)
0,9 (0,2-1,7)
1,7 (1,3-2,0)
0,9 (0,5-1,3)
1,6 (0,9-2,2)
1,0 (0,2-1,8)
BI=betrouwbaarheidsinterval, OTFC=oromucosaal toegediend fentanylcitraat.
onderhoudsbehandeling. Er wordt geadviseerd om te starten met de laagste dosering en de dosering te titreren aan de hand van het effect op de doorbraakpijn.3 Drie studies hebben de effectiviteit vergeleken van een snelwerkend fentanylpreparaat met morfine bij patiënten met kanker.27-30 Coluzzi et al. vergeleken in een gerandomiseerd, dubbelblind, dubbel-dummy, crossover-onderzoek bij 93 patiënten met kanker oromucosaal toegediend fentanylcitraat (OTFC) met IR-morfine.27 De pijnintensiteitsscores na 15, 30, 45 en 60 minuten waren significant lager bij gebruik van OTFC dan bij gebruik van IR-morfine. Tweeënveertig procent van de patiënten had bij gebruik van OTFC een afname van de pijnscore na 15 minuten van >33% versus 32% van de patiënten bij gebruik van IR-morfine (p<0,001). Mercadante et al. vergeleken in een gerandomiseerde, open-label, crossover-studie OTFC met morfine i.v. bij 25 patiënten met kanker.28 De pijnintensiteit 15 minuten na toediening was significant lager bij gebruik van morfine i.v.; na 30 minuten was er een niet-significante trend voor een lagere pijnscore bij gebruik van morfine i.v. Fentanyl-pectine-neusspray gaf in een dubbelblinde, crossover-studie bij 110 patiënten met kanker een significant snellere verlichting van pijn dan IR-morfine.29,30 Significant meer patiënten waren tevreden over het effect bij gebruik van de neusspray na 30 en 60 minuten dan bij gebruik van IR-morfine oraal. Slechts 1 studie heeft 2 fentanylpreparaten onderling direct vergeleken.31 Mercadante et al. vergeleken in een gerandomiseerde, open-label, crossover-studie het gebruik van fentanylneusspray met OTFC bij 139 patiënten met kanker. De ‘European Medicines Agency’ heeft echter geoordeeld dat er grote twijfels bestonden over de bevindingen van deze studie.32 De biologische beschikbaarheid van oraal transmucosaal fentanylcitraat is 50%. Voor de vorige snelwerkende fentanylpreparaten varieert de biologische beschikbaarheid Nederlands Tijdschrift voor Oncologie
van 70-89%.33 Zeppetella et al. verrichtten een indirecte vergelijking tussen snelwerkende fentanylpreparaten en IR-morfine op basis van gepubliceerd vergelijkend onderzoek.12-21,25,27,29,31 IR-morfine gaf pas een significante daling van de pijnscore ten opzichte van placebo vanaf 45 minuten na toediening. Alle onderzochte fentanylpreparaten gaven een significante daling van de pijnscore ten opzichte van placebo na 15, 30, 45 en 60 minuten (zie Tabel 1). In deze tabel zijn de resultaten van de op wetenschappelijke gronden verworpen studie van Mercadante (waarin de neusspray werd onderzocht) weggelaten.31 In de studie van Kress et al. werden na 10, 20, 40 en 60 minuten significante verschillen gezien in gemiddelde pijnintensiteit tussen de neusspray en placebo (respectievelijk 1,3, 1,9, 2,1 en 2,1).20 Gebruiksgemak, bijwerkingen en kosten Voor patiënten die moeite hebben met slikken van medicatie hebben de snelwerkende fentanylpreparaten een duidelijk voordeel. Stomatitis en verkoudheid zijn geen contra-indicatie voor het gebruik van fentanylpreparaten die via het mondslijmvlies of het neusslijmvlies worden toegediend. Neusbloedingen zijn een contra-indicatie voor het gebruik van intranasaal toegediende fentanyl. England et al. vergeleken de placeboversies van een buccale, sublinguale en intranasale toedieningsvorm zoals die bij fentanyl worden gebruikt (van respectievelijk Effentora®, Abstral® en Instanyl®) bij 30 patiënten met kanker, die reeds IR-morfine of IR-oxycodon als doorbraakmedicatie gebruikten.34 Toegankelijkheid van de medicatie, gemak van toediening, smaak en algemene beoordeling werden gescoord op een schaal van 1 (zeer positief) tot 7 (zeer negatief). Met betrekking tot toegankelijkheid, gemak van toediening en smaak scoorde de sublinguale toedieningsvorm het beste. De mediane score voor de algemene beoordeling was 3 (range 1-6) voor de sublinguale toedieningsvorm, 4 (4-6) voor de buccale tablet en 4 (2-6) voor de intranasale toedieningsvorm (p<0,01). Jaargang 11 - nr. 2 - maart 2014
48
OVERZICHTSARTIKELEN Aanwijzingen voor de praktijk 1.
Bij de behandeling van patiënten met kanker die worden behandeld met een opioïd wordt standaard medicatie voor doorbraakpijn voorgeschreven.
2.
Hierbij wordt een keuze gemaakt tussen IR-morfine of IR-oxycodon enerzijds of een snelwerkend fentanylprepraat anderzijds.
3.
Indien er behoefte is aan een snel effect, wordt een snelwerkend fentanylpreparaat voorgeschreven.
4.
Bij de keuze voor een snelwerkend fentanylpreparaat wordt rekening gehouden met het gebruiksgemak van de toedieningsvorm, de voorkeur van de patiënt en de kosten.
In een recente survey bij 320 patiënten met kanker in Denemarken, Duitsland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk gaf 9% aan een oromucosale toedieningsvorm en 26% de intranasale toedieningsvorm niet te willen overwegen.4 Van deze patiënten had 26% ervaring met de oromucosale toedieningsvorm en geen van de patiënten ervaring met de neusspray. De bijwerkingen (vooral sufheid, duizeligheid, misselijkheid/braken en obstipatie) van de snelwerkende fentanylpreparaten zijn niet anders dan die van opioïden in het algemeen.13-22 Tabletten van 10 mg IR-morfine of 5 mg IR-oxycodon kosten respectievelijk 0,29 en 0,10 euro. De prijs van snelwerkende fentanylpreparaten per toediening varieert (afhankelijk van het product, maar ongeacht de dosering) van 5,72 (buccale oplosbare film) tot 7,36 euro (neusspray) per toediening. De medicatiekosten moeten worden afgewogen tegen het (mogelijk) kostenbesparend effect van adequate behandeling, omdat betere controle van doorbraakpijn zou kunnen leiden tot minder bezoek aan de polikliniek en spoedeisende hulp en minder ziekenhuisopnamen.11 Onderzoek in Zweden suggereert dat het gebruik van snelwerkende fentanylpreparaten (vooral van de neusspray) kosteneffectief zou kunnen zijn.35 Conclusie De klassieke rol van oraal toegediende IR-opioïden bij de behandeling van doorbraakpijn bij patiënten met kanker kan ter discussie worden gesteld, gelet op de verschillen in farmacokinetisch profiel tussen IR-morfine, IR-oxycodon en IR-hydromorfon enerzijds en snelwerkende fentanylpreparaten anderzijds. Directe en indirecte vergelijkingen laten zien dat de fentanylpreparaten aanmerkelijk sneller werken dan oraal toegediend IR-opioïden. De recent herziene richtlijn van de ‘European Association for Palliatieve Care’ (EAPC) adviseert het gebruik van snelwerkende fentanylpreparaten als een snel effect gewenst is (hetgeen in de meeste situaties het geval is).36 Het voordeel van de snelwerkende fentanylpreparaten
49
Nederlands Tijdschrift voor Oncologie
is niet van toepassing bij vergelijking met subcutaan of intraveneus toegediende morfine of oxycodon.27 Parenterale toediening van opioïden is echter in de dagelijkse praktijk meestal geen gewenste of haalbare mogelijkheid. In theorie is ook de kortere werkingsduur van snelwerkende fentanylpreparaten (in vergelijking met oraal toegediende IR-opioïden) een voordeel, omdat doorbraakpijn meestal minder dan een uur duurt en de langere werking van IR-opioïden meer blootstelling aan de mogelijke bijwerkingen van opioïden impliceert in een periode waarin het pijnstillend effect niet meer relevant is. Deze veronderstelling is niet onderbouwd door onderzoek. Er is (bij gebrek aan direct vergelijkend onderzoek) onvoldoende grond om een voorkeur uit te spreken voor 1 van de snelwerkende fentanylpreparaten. De voorkeur van een individuele patiënt voor een specifieke toedieningsvorm kan een belangrijke overweging zijn bij de keuze. Het grootste obstakel voor het gebruik van de snelwerkende fentanylpreparaten wordt gevormd door de kosten. In hoeverre het gebruik van snelwerkende fentanylpreparaten kan leiden tot kostenbesparing als gevolg van betere controle van doorbraakpijn en daardoor minder artsenbezoek en ziekenhuisopname, zal moeten worden onderzocht voor de Nederlandse situatie. De richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van pijn bij patiënten met kanker’ van 2008 zal op korte termijn worden herzien.2 Het is te hopen dat deze herziening leidt tot een landelijk gedragen standpunt over de behandeling van doorbraakpijn bij patiënten met kanker en de plaats van de snelwerkende fentanylpreparaten daarbij. Referenties 1. Van den Beuken-van Everdingen MH, De Rijke JM, Kessels AG, et al. Prevalence of pain in patients with cancer: a systematic review of the past 40 years. Ann Oncol 2007;18:1437-49. 2. CBO (Kwaliteitsorgaan voor de gezondheidszorg)/VIKC. Richtlijn Pijn bij kanker. Utrecht: Kwaliteit voor de Gezondheidszorg (CBO), 2008. 3. Davies AN, Dickman A, Reid C, et al. The management of cancer-related breakthrough pain: recommendations of a task group of the Science Com-
Jaargang 11 - nr. 2 - maart 2014
2 mittee of the Association for Palliative Medicine of Great Britain and Ireland.
Ther 2009;31:1177-91.
Eur J Pain 2009;13:331-8.
21. Portenoy RK, Burton AW, Gabrail N, et al. A multicenter, placebo-con-
4. Davies A, Zeppetella G, Andersen S, et al. Multi-centre European study of
trolled, double-blind, multiple-crossover study of fentanyl pectin nasal spray
breakthrough cancer pain: pain characteristics and patient perceptions of
(FPNS) in the treatment of breakthrough cancer pain. Pain 2010;151:617-24.
current and potential management strategies. Eur J Pain 2011;13:756-63.
22. Rauck R, Geach LRJ, Bull J, et al. Efficacy and safety of fentanyl sublingual
5. Davies A, Buchanan A, Zeppetella G, et al. Breakthrough cancer pain: an
spray for the treatment of breakthrough cancer pain: a randomized, double-
observational study of 1000 European oncology patients. J Pain Symptom
blind, placebo-controlled study. Curr Med Res Opin 2012;28:859-70.
Manage 2013;46(5):619-28.
23. Zeppetella G. Dynamics of breakthrough pain vs. pharmacokinetics of oral
6. Deandrea S, Corti O, Consonni D, et al. Prevalence of breakthrough cancer
morphine: implications for management. Eur J Cancer Care 2009;18:331-7.
pain: a systematic review and a pooled analysis of published literature.
24. Zeppetella G. Opioids for the management of breakthrough cancer pain
J Pain Symptom Manage 2014;47(1):57-76.
in adults: a systematic review undertaken as part of an EAPC opioid guide-
7. Portenoy RK. Breakthrough pain: definition, prevalence and characteristics.
lines project. Palliat Med 2010;25:516-24.
Pain 1990:41:273-81.
25. Zeppetella G, Davies A, Eijgelshoven I, et al. A network meta-analysis of
8. Portenoy RK, Payne D, Jacobsen P. Breakthrough pain: characteristics
the efficacy of opioid analgesics for the management of breakthrough cancer
and impact in patients with cancer pain. Pain 1999;81:129-34.
pain episodes. J Pain Symptom Manage 2013, 24 Aug [Epub ahead of print].
9. Zeppetella G, O’Doherty CA, Collins S. Prevalence and characteristics of
26. Zeppetella G, Davies AN. Opioids for the management of breakthrough
breakthrough pain in cancer patients admitted to a hospice. J Pain Symptom
pain in cancer patients. Cochrane Database Syst Rev 2013;10:CD004311.
Manage 2000;20:87-92.
27. Coluzzi PH, Schwartzberg L, Conroy JD, et al. Breakthrough cancer
10. Caraceni A, A, Martini C, Zecca E, et al. Breakthrough pain characteristics
pain: a randomized trial comparing oral transmucosal fentanyl citrate (OTFC)
and syndromes in patients with cancer pain. An international survey. Palliat
and morphine sulphate immediate release ((MSIR). Pain 2001;91:1123-30.
Med 2004;18:177-83.
28. Mercadante S, Villari P, Ferrera P, et al. Transmucosal fentanyl vs intra-
11. Fortner BV, Okon TA, Portenoy RK. A survey of pain-related hospitalizations,
venous morphine in doses proportional to basal opioid regimen for episodic-
emergency department visits, and physician office visits reported by cancer
breakthrough pain. Br J Cancer 2007;96:1828-33.
patients with and without history of breakthrough pain. J Pain 2002;3:38-44.
29. Fallon M, Reale C, Davies A, et al. Efficacy and safety of fentanyl pectin
12. Hanks GW, Conno F, Cherny N, et al. Morphine and alternative opioids
nasal spray compared to immediate-release morphine sulphate tablets in
in cancer pain: the EAPC recommendations. Br J Cancer 2001;84:587-93.
the treatment of breakthrough cancer pain: a multicenter, randomized, con-
13. Farrar JT, Cleary J, Rauck R, et al. Oral transmucosal fentanyl citrate:
trolled, double-blind, double-dummy multiple crossover study. J Support
randomized double-blinded, placebo-controlled trial for treatment of
Oncol 2011;9:224-31.
breakthrough pain in cancer patients. J Natl Cancer Inst 1998;90:611-6.
30. Davies A, Sitte T, Elsner F, et al. Consistency of efficacy, patient accep-
14. Rauck RL, Tark M, Reues E, et al. Efficacy and long-term tolerability of
tability and nasal tolerability of fentanyl pectin nasal spray compared with
sublingual fentanyl orally disintegrated tablet in the treatment of breakthrough
immediate-release morphine suphate in breakthrough cancer pain. J Pain
cancer pain. Curr Med Res Opin 2009;25:2877-85.
Symptom Manage 2011;41:358-66.
15. Lennernäs B, Frank-Lissbrant I, Lennernas H, et al. Sublingual administration
31. Mercadante S, Radbruch L, Davies A, et al. A comparison of intranasal
of fentanyl to cancer patients is an effective treatment for breakthrough pain:
fentanyl spray with oral transmucosal fentanyl citrate for the treatment of
results from a randomized phase II study. Palliat Med 2010;24:286-93.
breakthrough cancer pain: an open-label, randomised, crossover trial. Curr
16. Novotna S, Valentova K, Fricova J, et al. A randomized, placebo-controlled
Med Opin 2009;11:2805-15.
study of a new sublingual formulation of fentanyl citrate (Fentanyl Etypharm)
32. European Medicines Agency. Assessment report for Instanyl. Procedure
for breakthrough pain in opioid-treated patients with cancer. Clin Ther 2014;
No. EMEA/H/C/959. London, 2009.
Febr 5 [Epub ahead of print].
33. Lötsch J, Walter C, Parnham MJ, et al. Pharmocokinetics of non-ontra-
17. Portenoy RK, Taylor D, Messina J, et al. A randomized, placebo-controlled
venous formulations of fentanyl. Clin Pharmacokinet 2013;52:23-36.
study of fentanyl buccal tablet for breakthrough pain in opioid-treated patients
34. England R, Maddocks M, Manderson C, et al. How practical are trans-
with cancer. Clin J Pain 2006;22:805-11.
mucosal fentanyl products for breakthrough cancer pain? Novel use of placebo
18. Slatkin NL, Xie F, Messina J, et al. Fentanyl buccal tablet for relief of
formulations to survey user opinion. BMJ Supp Palliat Care 2011;doi
breakthrough pain in opioid-tolerant patients with cancer-related pain. J Support
10.1136/bmjspcare-2011-000037.
Oncol 2007;5:327-34.
35. Vissers DC, Lenre M, Tolley K, et al. An economic evaluation of short-
19. Rauck R, North J, Gever LN, et al. Fentanyl buccal soluble film (FBSF) for
acting opioids for treatment of breakthroguh pain in patients with cancer.
breakthrough pain in patients with cancer: a randomized, double-blind,
Value Health 2011;14:274-81.
placebo-controlled study. Ann Oncol 2010;21:1308-14.
36. Caraceni A, Hanks G, Kaasa S, et al. Use of opioid analgesics in the
´ 20. Kress HG, Oronska A, Kaczmarek Z, et al. Efficacy and tolerability of intra-
treatment of cancer pain: evidence-based recommendations from the
nasal fental spray 50 to 200 microg for breakthrough pain in patients with
EAPC. Lancet Oncol 2012;13:e58-68.
cancer: a phase III, multinational, randomized, double-blind, placebo-controlled, crossover trial with a 10-month, open-label extension treatment period. Clin
Nederlands Tijdschrift voor Oncologie
Ontvangen 23 oktober 2013, geaccepteerd 10 januari 2014.
Jaargang 11 - nr. 2 - maart 2014
50