Behandeling
ACDF bij nekhernia
Verpleegafdeling Neurochirurgie Telefoon 020 510 8238 Route 81 Bezoek 11.00-12.00, 16.30-19.30 Bent u verhinderd? Geef dit zo snel mogelijk door aan de OK-planner Neurochirurgie via telefoonnummer (020) 510 8496.
Uw afspraak is op ________-________-________ om ________:________ uur.
Tijdens de operatie van de nekhernia wordt de hernia van voren uit verwijderd. Dit wordt de anterieure cervicale discectomie (ADCF) genoemd. Anterieur = van voren, cervicale = nek, discectomie = verwijderen van de tussenwervelschijf en hernia.
Voorbereiding Medicijnen: De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Sommige combinaties van geneesmiddelen kunnen namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, het liefst in de originele verpakking, bij opname mee te nemen. Bloedverdunners: Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt zoals ascal, plavix, kinderaspirine, acetylsalicylzuur, sintrom(mitis) of marcoumar, is het belangrijk dat u daar minstens een week voor de operatie in overleg met u behandelaar mee stopt, soms moet dit eerst besproken worden met de specialist die dit heeft voorgeschreven. Stop nooit op eigen initiatief met het gebruik van bloedverdunners. Dieet: Als u een bepaald dieet volgt, vragen wij u dit aan de verpleegkundige mede te delen. Dan wordt bekeken of wijzigingen hierin al dan niet noodzakelijk zijn. Allergie: Wanneer u weet dat u voor bepaalde stoffen of voedingsmiddelen allergisch of overgevoelig, bent, is het belangrijk dit te melden. Hiermee wordt dan rekening gehouden bij uw behandeling en verpleging.
U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de afdeling opname. Van daaruit wordt u naar de afdeling gebracht, waar u wordt opgenomen. Op de afdeling krijgt u een kort opnamegesprek met de verpleegkundige. Dit is om te controleren of er de laatste weken nog veranderingen zijn opgetreden in uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden. Tevens vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn. Tevens vindt er een gesprek met de afdelingsarts plaats en verricht deze een lichamelijk onderzoek wat gericht is op de medische gegevens. Eventuele inhoudelijke vragen over de operatie kunt u aan de arts stellen. Mogelijk kan een deel van deze taken in
V.20140331
De dag voor de operatie
de toekomst door een physician assistant, de rechterhand van afdelingsarts, worden overgenomen. De verpleegkundige bespreekt met u de gang van zaken rondom de operatie. Denkt u hierbij aan het tijdstip van de operatie, het nuchter zijn, de verkoeverkamer en het beleid na terugkomst op de afdeling. Wanneer u problemen heeft met de ontlasting kan het noodzakelijk zijn om de darmen te laxeren. Dit om complicaties, zoals verstopping van de darmen, na de operatie te voorkomen. De verpleegkundige bespreekt met u of het noodzakelijk is om gelaxeerd te worden en zal u hierin begeleiden. De dag na de operatie krijgt u medicatie om de ontlasting op gang te helpen.
Verdoving De operatie wordt uitgevoerd onder algehele anesthesie, dat wil zeggen dat u slaapt. U zult tijdens de operatie geen pijn voelen. Voor de operatie en de anesthesie zijn enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of pre-assessment genoemd. Daarvoor gaat u naar het spreekuur van de anesthesioloog. De anesthesioloog schat in welke risicos in uw geval aan de operatie en de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. De anesthesioloog spreekt ook overige voorbereidingen met u af zoals medicijngebruik, bloedverdunners, en nuchter zijn voor de operatie. Nuchter zijn Uit veiligheidsoverwegingen moet u voor de operatie nuchter zijn. Dit geldt voor alle vormen van verdoving door de anesthesioloog. Dat betekent dat u voor de operatie vanaf middernacht niets mag eten. Wel mag u tot 2 uur voor uw operatie 2 glazen heldere vloeistof drinken, zoals: water limonade thee of koffie met suiker maar zonder melk Als u zich niet aan deze afspraken houdt, kan uw operatie niet op de afgesproken tijd doorgaan. Soms zal de anesthesioloog met u afspreken dat u langere tijd voorafgaande aan de operatie niet mag drinken. Dit kan het geval zijn naar aanleiding van uw gezondheidstoestand.
Dag van de operatie Op de dag van de operatie start u met pijnmedicatie, dit heeft als doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat tijdens de operatie de pijnmedicatie meer effect heeft. Tevens krijgt u een injectie ter voorkoming van trombose. Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u de voorbereidende medicatie voor de anesthesie, premedicatie. Het is belangrijk dat u deze medicatie inneemt. Ook is het belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. U mag tijdens de operatie geen sieraden dragen. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje dat u op de afdeling alvast aantrekt. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. Ongeveer een kwartier voor de ingreep, wordt u naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling gebracht. Hier wordt u nog wat vragen gesteld en krijgt u een kunststof naaldje in een bloedvat in uw arm, waarop het infuus wordt aangesloten. U gaat in uw bed naar de operatiekamer. De anesthesioloog geeft u de verdoving. Ook zal er voordat de operatie begint bewakingsapparatuur aangesloten worden, om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren.
De operatie Er wordt een snee van ongeveer vijf centimeter gemaakt voor in de hals. De snee valt meestal in een huidplooi en
is na verloop van tijd nog nauwelijks zichtbaar. Tussen de structuren aan de voorzijde van de hals door kan de wervelkolom vrij gemakkelijk worden bereikt. Er wordt dan een röntgenfoto gemaakt om zeker te zijn dat we op de goede tussenwervelschijf zitten. Vervolgens wordt de tussenwervelschijf verwijderd met de hernia en de eventuele botrichels die op de zenuw of het ruggenmerg drukken. Dit gebeurt met de operatie microscoop zodat zeer nauwkeurig gewerkt kan worden. Als de tussenwervelschijf en de hernia volledig zijn verwijderd en de zenuw weer vrij ligt, wordt de ruimte tussen de wervels opgevuld door het plaatsen van een kunststof ring, een cage, tussen de wervels. Hierdoor blijven de hoogte van de tussenwervelschijf en het kanaal waar de zenuw doorheen loopt behouden. Ook blijven de nekwervels hierdoor in een goede onderlinge stand. Op den duur groeit er bot door en rond de cage, zodat de twee wervels aan elkaar vastgroeien. Hiervan merkt u in de praktijk echter niets, omdat de normale beweeglijkheid tussen twee wervels maar gering is. De beweeglijkheid van de nek wordt immers bepaald door alle nekwervels samen, waarbij de hoogste twee wervels het grootste deel van de bewegingen voor hun rekening nemen. In sommige gevallen is plaatsing van een discusprothese mogelijk. Hierbij wordt na het verwijderen van een tussenwervelschijf een kunsttussenwervelschijf, een prothese, geïmplanteerd, waardoor de beweeglijkheid van de wervels behouden blijft. Het is op dit moment echter nog niet zeker of dit op langere termijn ook voordelen biedt. Aan het eind van de operatie wordt de wond gesloten met oplosbare hechtingen en wordt er een wonddrain achtergelaten om bloed en wondvocht in de eerste uren na de operatie te laten aflopen. De operatie zal een snelle vermindering van zenuwpijn met zich meebrengen dankzij het verwijderen van de druk op de zenuwwortel.
Kans op complicaties Gelukkig treden na een cervicale discectomie niet vaak complicaties op. Toch zijn er een aantal complicaties mogelijk. Er zijn algemene complicaties en complicaties die specifiek bij deze operatie horen. Algemene complicaties bij een operatie: Er kan een verstopping van een bloedvat in het been, trombose, ontstaan. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben. In het ziekenhuis krijgt u een injectie ter voorkoming van trombose. Trombose is herkenbaar aan een dikke en pijnlijke kuit. Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doofgevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend. Er kan een nabloeding optreden. Een infectie is een vervelende complicatie. De kans hierop is erg klein, maar het kan ernstige gevolgen hebben voor het wervellichaam. Specifieke complicaties bij de discectomie: Beschadiging van de stembandzenuw, bij twee procent van de geopereerde mensen, in de helft van de gevallen is de beschadiging blijvend. Slikstoornissen, bij veertig procent van de geopereerde mensen, bij de meesten zijn de slikproblemen na één tot twee dagen verdwenen, een enkeling heeft hier nog paar weken tot maanden last van.
Na de operatie Na de ingreep gaat u naar de verkoeverkamer. Op deze afdeling worden extra controles uitgevoerd om complicaties tijdig te signaleren en te behandelen. De verpleegkundigen controleren regelmatig de ademhaling, pols, bloeddruk en de wond. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Met behulp van pijnstillende medicijnen wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie
herstelt. Tegen de misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen. Zodra u voldoende wakker bent en uw toestand stabiel is, gaat u weer terug naar de verpleegafdeling neurochirurgie.
Infuus en drain Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Het infuus wordt na een dag verwijderd. Ook heeft u een wonddrain. Dit is een slangetje dat uit de wond komt met daarop aangesloten een opvangpot. Deze wonddrain is bedoeld om overtollig bloed en wondvocht af te voeren. Deze drain zal de ochtend na de operatie verwijderd worden.
Liggen Direct na de operatie mag u op de rug of zij liggen, bij voorkeur niet op de buik. Wanneer u het prettig vindt, mag u een extra kussen ter ondersteuning van de nek gebruiken. De nek is na de operatie oefenstabiel. Na de operatie mag u om te plassen eventueel naast het bed gaan staan.
Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u vrij snel beginnen met het drinken van water. Uitbreiding daarvan is afhankelijk van uw misselijkheidsklachten.
De eerste dagen na de operatie De eerste dag heeft u bij uw lichamelijke verzorging nog hulp nodig van de verpleegkundige. Het is echter de bedoeling dat u zo snel mogelijk weer dingen zelf gaat doen. De drain en het infuus worden verwijderd. De zaalarts komt langs en beslist wanneer u naar huis mag. De verpleegkundige heeft met u een ontslaggesprek. Besproken wordt of alles volgens verwachting is verlopen en of alles voor het verder herstel thuis geregeld is. De verpleegkundige vraagt u ook hoe u het verblijf op de afdeling neurochirurgie hebt ervaren. Uw mening is belangrijk om de kwaliteit van zorg te verbeteren
Revalideren Van de fysiotherapeut ontvangt u instructies en uitleg over het mobiliseren, het uit bed komen, lopen, zitten enzovoorts. Speciale revalidatie is in de meeste gevallen echter niet nodig.
Röntgenfoto De dag na de operatie en bij uw bezoek aan de polikliniek wordt er een controlefoto van uw nek gemaakt.
Hechtingen De huid is gesloten met speciale hechtingen. Deze lossen binnen enkele weken vanzelf op.
Naar huis De secretaresse van de afdeling heeft voor u een afspraak gemaakt voor een poliklinische controle na zes weken. Daarnaast krijgt u een brief voor de huisarts mee en eventueel een recept voor medicijnen. Ook krijgt u een aanvraag mee voor een controlefoto van uw nek. Deze foto laat u maken op de dag van de poliklinische controle. U meldt zich dan 45 minuten voor uw bezoek aan de polikliniek, met het röntgenaanvraagformulier op de afdeling Radiologie. Als u denkt na ontslag hulp van de bijvoorbeeld de thuiszorg nodig te hebben, dan is het van belang dit vooraf zelf te regelen!
Resultaat van de operatie De eerste tijd na de operatie zal uw nek en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk minder. Ook heeft u mogelijk bloeduitstortingen of blauwe plekken bij de wond. Die verdwijnen vanzelf. Als u beenklachten heeft, is het nog maar de vraag of die volledig verdwijnen. Meestal is de operatie in dergelijke situatie bedoeld om de klachten niet erger te laten worden.
Wanneer contact opnemen? Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact met ons opneemt: Als de operatiewond gaat lekken. Als de wond steeds dikker wordt. Als de wond steeds meer pijn gaat doen ook al bent u minder gaan oefenen en bewegen. Als er toenemend krachtverlies aan één of beide armen ontstaat. Als u koorts heeft hoger dan 38,5º C.
Nazorg Afhankelijk van de operatie en uw persoonlijke situatie, ondervindt u na de operatie nog enige tijd hinder van het operatiegebied. Na het douchen dient u de wond droog te deppen. U mag de eerste week niet baden en zwemmen. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing, dus kunt u beter geen afsluitende pleister gebruiken.
Pijnbestrijding Als u nog pijnklachten heeft, is paracetamol een goede pijnstiller. U mag vier maal daags twee tabletten van 500 mg gebruiken. Daarna bouwt u dit langzaam weer af. Dit doet u als volgt: De eerste twee dagen neemt u vier maal daags - om de zes uur - twee tabletten paracetamol van 500 mg. Dan neemt u twee dagen vier maal daags - om de zes uur - één tablet paracetamol van 500 mg. Daarna stopt u met de pijnstilling en gebruikt u alleen als u pijn heeft twee tabletten paracetamol van 500 mg, maximaal 4 maal daags. Als u onvoldoende baat hebt bij deze pijnstilling, neemt u dan contact op met de huisarts.
Weer thuis De eerste week thuis houdt u zoveel mogelijk rust. Rust is van belang voor een goede genezing. Uw dagelijkse activiteit is in deze periode beperkt tot het lopen in en rondom uw huis. Daarnaast is een goede afwisseling van houding belangrijk. Dat wil zeggen dat u liggen, lopen, staan en zitten met elkaar afwisselt.
Het hervatten van het dagelijks leven en werkzaamheden U gaat steeds beter bewegen. Ook de kracht en coördinatie van de spieren nemen toe. Als u na drie weken uw nek weer voldoende kunt draaien, mag u beginnen met fietsen en autorijden. Afhankelijk van het soort werk dat u doet, kunt u in deze periode weer beginnen. De hervatting van uw werk wordt begeleid door de bedrijfsarts. Neem daarover contact op. Als u weer wilt gaan sporten is het verstandig dat met uw arts te bespreken.
Vragen Heeft u nog vragen, stel die dan gerust aan de arts of verpleegkundige. Of bel met de afdeling Neurochirurgie.