Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht
Stichting OZIS Drechtsteden T.a.v. De heer R. Peters Espenhof 2 3355 BM PAPENDRECHT
Postbus 3017 3502 GA Utrecht 030 296 81 11 030 296 82 96 E
[email protected] I www.nza.nl T F
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mailadres
Kenmerk
Onderwerp
Datum
Last onder dwangsom
31 juli 2012
BESCHIKKING Geachte heer Peters, De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) heeft naar aanleiding van een melding een onderzoek ingesteld en geconstateerd dat de deelnemersovereenkomst van Stichting OZIS Drechtsteden (hierna: Drechtsteden) voor toetreding tot het OZIS-netwerk niet voldoet aan de Regeling voorwaarden voor overeenkomsten inzake elektronische netwerken met betrekking tot zorg1 (hierna: Regeling). De NZa legt Drechtsteden derhalve een last onder dwangsom op. Dat wordt hierna toegelicht.
Relevante regelgeving NZa is op grond van artikel 16, sub a, van de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg) onder meer belast met markttoezicht. Artikel 45 van de Wmg geeft de NZa de bevoegdheid om, met het oog op de inzichtelijkheid van de zorgmarkten of de bevordering van de concurrentie, regels te stellen betreffende de wijze van totstandkoming van overeenkomsten met betrekking tot zorg of tarieven en betreffende de voorwaarden in die overeenkomsten. Op grond van artikel 45 Wmg heeft de NZa de Regeling vastgesteld. Deze Regeling is op 25 december 2009 in werking getreden. De NZa kan ingevolge artikel 82 Wmg zorgaanbieders die het bepaalde bij of krachtens artikel 45 Wmg niet naleven een last onder dwangsom opleggen. De voor deze last onder dwangsom relevante bepaling is artikel 2 van de Regeling. 1
Regeling voorwaarden voor overeenkomsten inzake elektronische netwerken met betrekking tot zorg. met kenmerk CI/NR-100.099, Stcrt. 2009, 20257.
Kenmerk
Artikel 2 Algemene eisen Pagina
1. Een overeenkomst tussen zorgaanbieders met betrekking tot het oprichten en in stand houden van een elektronisch netwerk met betrekking tot zorg, mag geen bepalingen bevatten die de latere toetreding van nieuwe deelnemers aan die overeenkomst belemmeren. 2. De voorwaarden voor deelname aan een overeenkomst inzake een elektronisch netwerk dienen redelijk en objectief te zijn. 3. De voorwaarden mogen niet discrimineren. Zij zijn voor alle vergelijkbare (potentiële) deelnemers van het elektronische netwerk gelijk.
Voorwaarden voor toetreding tot het OZIS-netwerk Hierna volgen de voorwaarden die Drechtsteden hanteert voor toetreding tot het OZIS-netwerk. Deze voorwaarden staan in de Deelnemersovereenkomst Stichting OZIS Drechtsteden. Deelnemersreglement Stichting OZIS Drechtsteden Artikel 2 Deelneming 1.
2. 3.
4.
5.
Deelnemers kunnen slechts zijn zorgverleners die (i) gevestigd zijn in het werkgebied van OZIS, (ii) hoofdzakelijk in dit werkgebied zorg verlenen aan in dit zorggebied woonachtige patiënten en (iii) ingeschreven zijn in het BIG-register. Door ondertekening van onderhavige overeenkomst accepteert de Deelnemer de hierin gelegde verplichtingen De Deelnemer legt, voor zover van toepassing, aan alle medewerkers de verplichting op tot naleving van de bepalingen van deze overeenkomst, de bepalingen van de bijbehorende reglementen en protocollen en de statuten van OZIS. Indien de Deelnemer niet zelfstandig gevestigd is, maar in loondienst werkzaam is bij een rechtspersoon, zal deze overeenkomst mede ondertekend worden door de rechtspersoon. De rechtspersoon wordt daarmee geen Deelnemer in onderhavige overeenkomst. De rechtspersoon zal haar hoedanigheid van werkgever niet zodanig gebruiken dat Zorgverlener op enigerlei wijze belemmerd wordt bij de nakoming van de van de verplichtingen die voor hem uit deze overeenkomst voortvloeien. OZIS verplicht zich jegens de Deelnemer om – voor zover dat binnen haar mogelijkheden ligt – met alle daarvoor in aanmerking komende Zorgverleners of Zorgaanbieders in het verzorgingsgebied overeenkomsten als de onderhavige aan te gaan.
Beoordeling NZa Artikel 2, lid 1, van de Deelnemersovereenkomst bevat twee voorwaarden (te weten dat slechts zorgverleners die (i) gevestigd zijn in het werkgebied van Drechtsteden, (ii) en hoofdzakelijk in dit werkgebied zorg verlenen aan in dit zorggebied woonachtige patiënten, toegang verleend krijgen) die de toetreding tot het OZIS-netwerk door de melder belemmert.
2 van 6
Het doel van de Regeling is de concurrentie op zorgmarkten te Kenmerk bevorderen door middel van het stellen van voorwaarden voor toegang van zorgaanbieders tot elektronische netwerken met betrekking tot zorg. Pagina 3 van 6 Een voordeel van een elektronisch netwerk voor de consument is bijvoorbeeld verbetering van de patiëntveiligheid, doordat het netwerk een betere medicatiebewaking mogelijk maakt. Een voordeel voor een zorgaanbieder is een betere dienstverlening, doordat medicijnen sneller kunnen worden afgeleverd2. Als aansluiting op een elektronisch netwerk belangrijke economische en kwalitatieve voordelen met zich meebrengt die niet (voldoende) op een andere manier door een zorgaanbieder zelfstandig kunnen worden behaald, dan kan een situatie ontstaan waarbij het voor een zorgaanbieder moeilijk wordt om zich op de markt te vestigen of te handhaven3. Wanneer de Deelnemersovereenkomst wordt bezien in het licht van de Regeling, constateert de NZa dat de voorwaarden voor toetreding tot het OZIS-netwerk die opgenomen zijn in artikel 2, lid 1 (i) en (ii), van de Deelnemersovereenkomst een belemmerend effect hebben op de (opkomende) concurrentie. Deze voorwaarden zijn aldus in strijd met artikel 2, lid 1, van de Regeling en maken het onmogelijk voor een zorgaanbieder van buiten de regio om zich op die markt te vestigen. Immers, zelfstandige en concurrerende apotheken kunnen zich van elkaar onderscheiden op prijs, kwaliteit en service. Door betere service te bieden, zoals de medicatieveiligheid die via toegang tot het OZISnetwerk beter en sneller geborgd wordt, kunnen zij (extra) patiënten naar zich toe trekken. Concurrerende apotheken worden hierdoor ook geprikkeld om goed te blijven presteren/beter te presteren. Een belangrijke prikkel om tot betere prestaties te komen kan door de (potentiële) komst van nieuwkomers ontstaan. Deze zullen proberen om zich te onderscheiden op prijs, kwaliteit en/of service om marktaandeel te verwerven. Dit geeft, of kan een belangrijke prikkel geven, aan reeds gevestigde apotheken om beter te presteren. Dit heeft daarmee positieve gevolgen voor de consument. De voorwaarden voor toetreding tot het OZIS-netwerk die opgenomen zijn in artikel 2, lid 1 (i) en (ii), van de Deelnemersovereenkomst zijn daarnaast onredelijk en niet objectief en derhalve in strijd met artikel 2, lid 2, van de Regeling. Naar het oordeel van de NZa is het niet noodzakelijk voor het functioneren van het OZIS-netwerk dat elke apotheek die wil toetreden tot het netwerk gevestigd moet zijn in het werkgebied van Drechtsteden en hoofdzakelijk in dat werkgebied zorg moet leveren. Uit de argumenten van Drechtsteden blijkt niet dat de genoemde voorwaarden redelijk en objectief zouden zijn. Doordat zorgaanbieders gevestigd moeten zijn in de regio en hoofdzakelijk daar zorg dienen te leveren, wordt er door Drechtsteden een onredelijke drempel opgeworpen om toe te treden. Dit vormt een belemmering voor potentiële concurrentie en hierdoor kan de consument uit minder apotheken in haar regio kiezen. Voor de NZa staan deze belangen van consumenten centraal. 2
Besluit van de DG NMa van 21 juni 2004 in zaak 2501-123, Dienstapotheek regio Assen, ro. 45, 87. 3 NMa, Richtsnoeren voor de zorgsector (2010), randnummer 295.
Kenmerk
De door Drechtsteden genoemde afbreuk aan het vertrouwelijk karakter van de regionale structuur als de melder zou worden toegelaten is niet Pagina 4 van 6 (voldoende) onderbouwd. Hoe om moet worden gegaan met vertrouwelijke gegevens, moet worden vastgelegd in de deelnemersovereenkomst en is onafhankelijk van het feit of een aanbieder in meerdere regio’s actief is. De Regeling stelt ook expliciet dat privacy gewaarborgd moet worden en wijst daarbij op artikel 13 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Drechtsteden verwijst in haar deelnemersovereenkomst zelf ook naar de Wbp, alsmede naar de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst, de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en de wettelijke geheimhoudingsplicht van partijen. Er wordt niet onderbouwd waarom een zorgverlener buiten de regio niet hetzelfde vertrouwen geniet als een zorgverlener binnen de regio. Hier is ook geen redelijk argument voor. Vertrouwen in een bepaalde zorgverlener bestaat onafhankelijk van de locatie van deze zorgverlener. Daarnaast wordt, door de melder niet toe te laten, hem de mogelijkheid ontnomen een vertrouwensband zoals Drechtsteden die noemt op te bouwen. Bovendien speelt dit argument in andere regio’s ook niet. Het toelaten van een landelijke speler tot een regionaal netwerk betekent niet dat er sprake is van een landelijk netwerk. De regionale netwerken zijn op zichzelf staande netwerken en ze worden niet met elkaar verbonden tot één netwerk als de melder toetreedt. Dit argument kan dan ook niet tegen handhaving van de Regeling worden gebruikt. Conclusie naar aanleiding van de beoordeling van de NZa Op basis van bovenstaande beoordeling komt de NZa tot de conclusie dat de Deelnemersovereenkomst van Drechtsteden niet voldoet aan hetgeen bepaald is in de Regeling. Meer specifiek, voorwaarden (i) en (ii) van artikel 2, lid 1, van de Deelnemersovereenkomst zijn in strijd met artikel 2, lid 1 en 2, van de Regeling. De Regeling geeft expliciet aan dat regionale samenwerkingsvormen mogelijk zijn, maar dat deze niet mogen leiden tot marktafschotting, en dat is hier wel het geval. De NZa is aldus van oordeel dat er sprake is van een overtreding. Gelet hierop legt de NZa Drechtsteden een sanctie op. In het bestuursrecht geldt de beginselplicht tot handhaving. Slechts in bijzondere gevallen zou een bestuursorgaan kunnen afzien van handhaving als het constateert dat er sprake is van een overtreding. Dergelijke omstandigheden, zoals voorzienbare legalisering of prioriteitstelling, doen zich hier niet voor. Voor de ontwikkeling van de markt is toegang tot elektronische netwerken van groot belang. Last onder dwangsom Er kan geen twijfel bestaan over de verplichting om de melder toe te laten tot het OZIS-netwerk. De reden hiervoor is dat de norm volstrekt helder is en in een eerder geval al eens met een gepubliceerde aanwijzing is bevestigd. Gezien de weigering van de overtreder om de melder toch toe te laten, is het in casu wederom opleggen van een aanwijzing dan ook minder passend als sanctie. Een strengere sanctie in de vorm van een dwangsom voorziet naar de mening van de NZa namelijk meer in het doel dat deze sanctie beoogt, te weten naleving van de Regeling door Drechtsteden.
De NZa legt Drechtsteden een last onder dwangsom op tot het doen van het volgende.
Kenmerk
Pagina
5 van 6
-
Drechtsteden dient specifiek artikel 2 lid 1, van de Deelnemersovereenkomst in overeenstemming te brengen met artikel 2, lid 1 en 2 van de Regeling, door het verwijderen dan wel aanpassen van voorwaarden (i) en (ii), van artikel 2 lid 1, van de Deelnemersovereenkomst.
Tevens dient – wellicht ten overvloede - in het algemeen de Deelnemersovereenkomst in overeenstemming te zijn met de Regeling. De Deelnemersovereenkomst mag geen voorwaarden voor deelname aan het OZIS-netwerk bevatten die de toetreding van nieuwe deelnemers aan het OZIS-netwerk belemmeren en de voorwaarden van de Deelnemersovereenkomst moeten redelijk, objectief en niet discriminerend zijn. Drechtsteden dient uiterlijk 10 werkdagen na dagtekening van deze brief uitvoering te geven aan de last onder dwangsom en de Deelnemersovereenkomst in overeenstemming met de Regeling te hebben gebracht. Drechtsteden dient de NZa van de uitvoering van deze last op de hoogte te stellen door middel van het doen toekomen aan de NZa van de gewijzigde Deelnemersovereenkomst. Dwangsom Indien Drechtsteden niet binnen de termijn van 10 werkdagen voldoet aan deze last, dan moet Drechtsteden een of meerdere dwangsommen betalen. Per werkdag of gedeelte van een werkdag is Drechtsteden een dwangsom van 3.000 euro verschuldigd. De totale dwangsom kan oplopen tot 60.000 euro. Deze bedragen zijn gericht op wat in lasten onder dwangsom bij NZa gebruikelijk is als financiële prikkel per dag om naleving van een wettelijke verplichting af te dwingen. Betalingsverplichting De verplichting tot betaling van de dwangsom ontstaat onmiddellijk zodra u de dwangsom verschuldigd bent. Als u over meerdere dagen dwangsommen verschuldigd bent, moet u betalen binnen zes weken nadat u de laatste dwangsom verschuldigd bent. U wordt daarover nader geïnformeerd. De NZa zal eventuele kosten voor aanmaning tot betaling van de verschuldigde dwangsom, de kosten in verband met eventueel te nemen invorderingsmaatregelen en de eventuele wettelijke rente voor uw rekening laten komen. Publicatie De NZa zal op grond van artikel 8 Wet openbaarheid van bestuur deze last onder dwangsom ter openbare kennis brengen, nadat na dagtekening van dit besluit tien werkdagen zijn verstreken. Dit betekent dat op de website van de NZa en/of in landelijke of plaatselijke media de last onder dwangsom –met naam en toenaam van uw instellingopenbaar wordt gemaakt.
Op grond van de artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht kan Drechsteden een voorlopige voorziening vragen tegen openbaarmaking van de last onder dwangsom.
Kenmerk
Pagina
6 van 6
Bezwaarclausule Als u het met deze last onder dwangsom niet eens bent, kunt u bezwaar bij de NZa indienen. Het indienen van bezwaar schorst de werking van deze beschikking niet. Hieronder leest u hoe u bezwaar kunt maken. Ingevolge artikel 105 van de Wet marktordening gezondheidszorg juncto artikel 7:1 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit een bezwaarschrift, per post of per fax (dus niet via email), indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit, Unit Juridische Zaken, Postbus 3017, 3502 GA Utrecht. In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift. Het bezwaar moet volgens artikel 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend worden ingediend en moet ten minste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar. Wij verzoeken u een kopie van het bestreden besluit bij te voegen.
Hoogachtend, Nederlandse Zorgautoriteit,
Daan Molenaar