Kenmerk
Pagina
1 van 7
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mailadres
E. de Kogel
030 296 82 83
[email protected]
Kenmerk
Onderwerp
Datum
Transparantie in de GGZ
25 juli 2011
Geachte, De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft onderzocht in hoeverre sprake is van transparantie in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Reden hiervoor was dat de NZa een actueel beeld wil hebben in het kader van invoering van prestatiebekostiging. In maart 2011 heeft u een bijeenkomst bijgewoond waarin de NZa de uitkomsten uit het onderzoek heeft teruggekoppeld. Naar aanleiding van de opmerkingen van de aanwezigen heeft de NZa opnieuw beoordeeld of ontwikkelingen in de sector in voldoende mate bijdragen aan meer transparantie in de GGZ. In het veld ziet de NZa verschillende initiatieven die bijdragen aan het vergroten van de transparantie. Voorbeelden zijn het meten van het effect van behandeling en cliëntervaringen, de (door)ontwikkeling van richtlijnen en de publicatie van wachttijden. Een aantal activiteiten van de NZa zelf dragen bij aan het vergroten van de transparantie. Zo is de NZa voornemens om vanaf 2012 productstructuur aan te passen door zeven prestaties vast te stellen voor verblijf. De geleverde prestaties voor verblijf zullen meer informatie bevatten over hetgeen een zorgaanbieder daadwerkelijk levert. Daarnaast toetst de NZa via twee richtsnoeren of de informatieverstrekking van enerzijds de zorgverzekeraars en anderzijds van de zorgaanbieders aan de consument aan de normen voldoet. Dit jaar zal de NZa de naleving van het richtsnoer informatieverstrekking door zorgaanbieders toetsen. Op basis van bovenstaande bevindingen ziet de NZa geen reden tot het opleggen van een extra informatieplicht aan de sector. De NZa ziet vooruitgang in de bevordering van de transparantie voor zowel de zorginkoper (de verzekeraar) als de consument (patiënt). De NZa legt het initiatief voor het oppakken van de aandachtspunten die de NZa heeft benoemd bij het veld.
De NZa zal de transparantie in de GGZ blijven monitoren. De NZa heeft daarbij altijd de mogelijkheid om in te grijpen of maatregelen te nemen als dat nodig is.
Kenmerk
Pagina
2 van 7
Met vriendelijke groet, Nederlandse Zorgautoriteit,
drs. M.S. Mulder Directeur Zorgmarkten Cure Bijlage: NZa standpunt ten aanzien van de transparantie in de GGZ
Bijlage: standpunt NZa ten aanzien van de transparantie in de GGZ
Kenmerk
Pagina
3 van 7
Eind 2010 heeft de NZa vanuit het programma Transparantie onderzoek gedaan naar de transparantie in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Om te onderzoeken of en hoe de NZa zich zou moeten inzetten voor (meer) transparantie is een aantal stappen gezet: aan de hand van interne en externe schriftelijke en digitale bronnen is een probleemanalyse opgesteld; deze probleemanalyse is bij ZN/Agis en het LPGGZ geconsulteerd. Hieruit zijn verschillende mogelijkheden naar voren gekomen om de transparantie in de GGZ te verhogen. in maart 2011 heeft de NZa een bijeenkomst georganiseerd met meerdere veldpartijen waarin de uitkomsten zijn gepresenteerd. Deze bijeenkomst is beschouwd als een tweede consultatieronde. In bovenstaand traject is het begrip transparantie van de GGZ opgesplitst in een aantal deelonderwerpen: 1. de productstructuur a. verblijf b. declaratiebepalingen 2. de kwaliteit van de geleverde zorg. 3. de prijs en vergoeding van zorg voor de consument. 4. de toegankelijkheid van de zorg. Voor de zorginkoper is transparantie van zorg van belang voor een goede zorginkoop. Door eenduidige en herkenbare prestaties weet de zorginkoper welke zorg hij inkoopt en kunnen zorgaanbieders onderling met elkaar worden vergeleken. Herkenbaarheid betekent dat de prestatieomschrijvingen aansluiten bij terminologie van de GGZ-praktijk zoals de diagnose, de zorgvraag, de zorgactiviteiten of een beschrijving van het traject van de geleverde zorg. Voor de consument/patiënt is transparantie van belang om een goede keuze te kunnen maken tussen verschillende zorgaanbieders. Hiervoor is informatie nodig over de aangeboden zorgprestaties, de prijs ervan, de wachttijd voor een behandeling en wie deze moet betalen (verzekerde zorg of onverzekerde zorg). In dit document beoordeelt de NZa of ontwikkelingen op de bovenstaande deelonderwerpen in voldoende mate bijdragen aan meer transparantie in de GGZ. Bij onvoldoende vooruitgang zou de NZa nadere regels kunnen ontwerpen om de transparantie te bevorderen. Uitgangspunt bij het transparantiebeleid van de NZa is dat er pas een verplichting door de NZa wordt opgelegd wanneer de sector zelf geen vooruitgang in transparantie bewerkstelligt. Als de informatie beschikbaar is voor de zorgverzekeraar of de consument of beschikbaar te krijgen is dan is het niet gewenst dat de zorgaanbieder een extra informatieplicht opgelegd krijgt door de NZa. Daarnaast vraagt de NZa zich bij de ontwikkeling van beleidsregels of nadere regels af of de regelgeving echt nodig is en niet bijvoorbeeld aan andere partijen kan worden overgelaten om administratieve lasten te minimaliseren.
De productstructuur Verblijf In de productstructuur voor de GGZ wordt onderscheid gemaakt in behandel-DBC’s en verblijfs-DBC’s. Een verblijfs-DBC wordt in rekening gebracht indien het nodig is om een patiënt op te nemen. In de huidige systematiek worden de totale kosten die aan een patiënt toegerekend kunnen worden voor verblijf, afgeleid naar een prestatie die wordt gekenmerkt door de kosten en duur van het verblijf. De NZa is voornemens dit vanaf 2012 te veranderen door zeven prestaties vast te stellen. Hierbij is de hoeveelheid personeel dat wordt ingezet per bed leidend. De bekostiging voor verblijf zal per dag plaatsvinden. De zorgaanbieder krijgt daardoor betaald voor de zorg die daadwerkelijk is geleverd. In de bekostiging wordt gewaarborgd dat de zorg (zowel behandeling als verblijf) die aan een patiënt wordt geleverd inzichtelijk blijft. Hierbij geeft de geleverde prestatie voor verblijf meer informatie over hetgeen een zorgaanbieder daadwerkelijk levert. Dit maakt de nieuwe prestaties, in tegenstelling tot de huidige structuur, geschikt voor zorginkoop. Daarnaast wordt het voor een zorgverzekeraar ook zichtbaar hoe zorgaanbieders presteren ten opzichte van elkaar. De factuur zal door de bekostiging per dag meer inhoudelijke informatie bevatten over de geleverde zorg. Deze verandering in de bekostiging vergroot dus ook de transparantie voor de verzekeraar en de patiënt. Declaratiebepalingen (werkelijk bestede tijd) In de consultatieronde is door ZN voorgesteld om de werkelijk bestede tijd (eventueel inclusief indirecte tijd) op de factuur van de patiënt te vermelden. De argumentatie is de volgende. In de huidige productstructuur DBC GGZ zou door het systeem van tijdgrenzen een risico op upcoding bestaan. Door de verplichting aan zorgaanbieders op te leggen om de werkelijk bestede tijd op de factuur te vermelden krijgen zorgverzekeraars de mogelijkheid om upcoding tegen te gaan. De NZa zou deze informatieverplichting op kunnen leggen in de Nadere Regeling Declaratiebepalingen. Het vermelden van deze informatie vergroot de transparantie voor de zorginkoper en kan op die manier het zorginkoop proces verbeteren. De NZa heeft inmiddels besloten deze verplichting niet op te leggen aan de sector. Belangrijkste argumenten hiervoor zijn: 1. Zorgverzekeraars kunnen deze informatie in principe zelf verkrijgen van de zorgaanbieders met wie zij contractafspraken hebben of willen maken. 2. De factuur is niet het geëigende middel om deze informatie transparant te maken. 3. De werkelijk bestede tijd in een DBC is onderdeel van de Minimale Dataset (MDS). Zorgaanbieders zijn verplicht deze informatie aan te leveren aan het DIS. Afspraken kunnen gemaakt worden tussen verzekeraars en zorgaanbieders over de uitwisseling van deze gegevens op ‘geaggregeerd niveau’. Kwaliteit De NZa ziet verschillende initiatieven vanuit het veld tot stand komen om de kwaliteit in de GGZ transparant(er) te maken. Doorontwikkeling van prestatie-indicatoren speelt een belangrijke rol.
Kenmerk
Pagina
4 van 7
Kenmerk
In het project Zichtbare Zorg GGZ werkt een aantal partijen samen aan één uniforme manier om kwaliteitsgegevens uit te vragen. Dit systeem Pagina moet betrouwbare, vergelijkbare en valide kwaliteitsgegevens opleveren. 5 van 7 ZiZo is meerdere malen genoemd als ontwikkelaar van breed gedragen prestatie indicatoren die openbaar gemaakt gaan worden. De NZa ziet het traject rondom ZiZo niet als enige traject en vat transparantie van kwaliteit breder op. Dit sluit aan bij de ontwikkelingen in het veld. Het meten van het effect van een behandeling en cliëntervaringen worden binnen de GGZ belangrijke indicatoren gevonden. In 2010 hebben GGZ-NL en ZN een kwaliteitsbenchmark opgezet, waarmee geïnvesteerd is in het op een vergelijkbare manier meten van effecten van de behandeling door middel van ‘ROM’ (Routine Outcome Measurement) en de klantervaringen met behulp van de CQ-index. Patiënten krijgen op basis van uitkomstenmetingen een beter beeld van het beloop van hun klachten en ziekte en zorgaanbieders kunnen de zorg in overleg met de patiënten tijdig bijsturen. Zorgverzekeraars kunnen de uitkomsten gebruiken om een goed beeld te krijgen van de kwaliteit van de GGZ, zodat bij de zorginkoop afspraken gemaakt kunnen worden over verbetering van de zorg. De bekostiging van ROM is naar de mening van de NZa geen hindernis voor een verdere ontwikkeling. Eind 2010 heeft ZN gezamenlijk met GGZ-NL een verzoek ingediend bij de NZa om een prestatiebeschrijving te maken voor een module kwaliteitsbenchmark GGZ, zodat de stichting die de effectiviteitgegevens van de instellingen gaat benchmarken bekostigd kon worden. Daarnaast heeft GGZ-NL bij de NZa geïnformeerd over toeslagen op de tarieven vanwege de extra activiteiten die zorgaanbieders moeten ondernemen om ROM te registreren. Een belangrijk uitgangspunt van de NZa voor dergelijke verzoeken is dat het principe van kostengeoriënteerde tarieven bewerkstelligt dat de kosten van kwaliteitsactiviteiten in tarieven worden verwerkt. ROMregistratie is inmiddels een reguliere activiteit van zorgaanbieders geworden. Het vooruitlopen op tariefaanpassingen door middel van een opslag per 1 januari 2012 betekent voorfinanciering, hetgeen de NZa onwenselijk acht. Daarbij komt dat het organiseren en financieren van benchmarkactiviteiten de verantwoordelijkheid is van de partijen zelf. Op basis van deze uitgangspunten zijn deze verzoeken niet gehonoreerd. Het veld geeft aan dat er veel aandacht is voor het (door)ontwikkelen van richtlijnen. Ontwikkeling van richtlijnen is essentieel. Het bevorderen van adequate richtlijnen voor de zorg maakt deel uit van de opdracht van het op te richten nationaal kwaliteitsinstituut voor de zorg. Voor het opstellen van zorgstandaarden, in nauw overleg met veldpartijen, wordt gebruik gemaakt van (al opgestelde) richtlijnen en handleidingen. De NZa ziet met betrekking tot het opstellen van richtlijnen geen rol voor zichzelf. Voor de NZa is het bij initiatieven vanuit het veld van belang dat de informatie voor de consument op een betrouwbare en juiste manier gegeven wordt. Als de zorgaanbieders en zorgverzekeraars het eens zijn over een initiatief, zal de NZa slechts een marginale toets uitvoeren op betrouwbaarheid en juistheid van gegevens.
Prijs en vergoeding van zorg voor de consument Kenmerk De NZa heeft een tweetal richtsnoeren opgesteld; informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars en informatieverstrekking zorgaanbieders. Pagina Hiermee stuurt de NZa aan op betere informatieverstrekking richting de 6 van 7 consument. In de richtsnoeren is een aantal open normen op het gebied van product, prijs, toegankelijkheid en kwaliteit genoemd waaraan informatieverstrekking van zorgverzekeraars en zorgaanbieders aan de consumenten moet voldoen. In de richtsnoeren is onder andere opgesteld wat de informatie-eisen zijn voor zorgverzekeraars ten aanzien van vergoeding voor zorg en wat de informatie-eisen zijn voor zorgaanbieders ten aanzien van prijzen en inhoud van geleverde zorg. Voor de NZa is het noodzakelijk om bij deze informatie-eisen rekening te houden welke informatie voor een consument daadwerkelijk van belang is voor het maken van een keuze en dat eisen niet dubbel worden gesteld. Vorig jaar heeft de NZa een toets uitgevoerd op de naleving van het richtsnoer door zorgverzekeraars. Hieruit bleek dat een tiental zorgverzekeraars geen volledig overzicht beschikbaar had op de website van de zorgaanbieders die zij voor het komende jaar had gecontracteerd. Bij een na-controle bleek dat verzekeraars hun informatie na de opmerkingen van de NZa alsnog hadden aangepast. Dit jaar zal de NZa de naleving van het richtsnoer informatieverstrekking door zorgaanbieders toetsen bij een nog nader te bepalen doelgroep. Toegankelijkheid van zorg Alle gebudgetteerde en niet-gebudgetteerde instellingen alsmede alle vrijgevestigde aanbieders in de tweedelijns curatieve geestelijke gezondheidszorg dienen hun wachttijden op hun website te publiceren volgens vaste, landelijke definities. De wachttijdpublicatie is alleen van toepassing op ambulante zorgverlening. Deze informatieverplichting is opgenomen in een Nadere Regeling van de NZa en is omschreven op basis van definities en afspraken gemaakt in de ‘Werkgroep Wachttijden’, waarin GGZ Nederland, LPGGZ, VWS, RIVM, ZN, NVZ, NFU, OMS en NZa vertegenwoordigd zijn. Het hoofddoel van deze regeling is de beschikbaarheid van keuze-informatie voor de cliënt en de verwijzer. Om transparantie van toegankelijkheid in de GGZ te vergroten zou Kiesbeter de wachttijden op de website publiceren. Dit is echter tot op heden niet mogelijk, omdat de indeling in locaties per concern niet strookt met de indeling zoals die door de concerns op hun websites wordt gehanteerd. De NZa zal in eerste instantie niet handhavend optreden ten aanzien van de Regeling die bepaald dat wachttijden openbaar gemaakt moeten worden. Dit omdat deze Regeling een initiatief is van het veld en het is aan de koepels om hun eigen initiatief op gang te brengen. De NZa past een stimulerende rol. De NZa vindt het wenselijk dat betrokkenen een technische oplossing doorvoeren voor het publicatieprobleem, zodat de patiënt deze informatie in de nabije toekomst mee kan nemen in de keuze voor een zorgaanbieder. Conclusie De NZa heeft als marktmeester en toezichthouder een verantwoordelijkheid voor transparantie. Toetsing aan de uitgangspunten van het transparantiebeleid van de NZa wijst uit dat de NZa geen reden
ziet de transparantie in de GGZ te bevorderen door regulering. De NZa ziet vooruitgang in het bevorderen van de transparantie voor zowel de zorginkoper (de verzekeraar) als de consument (patiënt).
Kenmerk
Pagina
7 van 7
De NZa ziet vooruitgang in de transparantie in de curatieve GGZ vanwege de volgende ontwikkelingen. Ten eerste ondernemen marktpartijen zelf verschillende initiatieven. Voorbeelden zijn het meten van het effect van behandeling (ROM) en cliëntervaringen, de (door)ontwikkeling van richtlijnen en de publicatie van wachttijden. Deze beweging kan een stap verder komen als de genoemde aandachtspunten verder worden opgepakt. De NZa legt hierbij de verantwoordelijkheid bij het veld. Ten tweede zal vanaf 2012 naar verwachting de productstructuur verblijf aangepast worden. De nieuwe prestaties voor verblijf zullen meer informatie bevatten over hetgeen een zorgaanbieder daadwerkelijk levert. Deze verandering in de bekostiging vergroot de transparantie voor de verzekeraar en de patiënt. Om vast te kunnen stellen of op een verantwoorde wijze prestatiebekostiging ingevoerd kan worden, zal de NZa de transparantie in de GGZ blijven monitoren. Ook toetst de NZa via twee richtsnoeren of de informatieverstrekking van enerzijds de zorgverzekeraars en anderzijds van de zorgaanbieders aan de consument aan de normen voldoet. Dit jaar zal de NZa de naleving van het richtsnoer informatieverstrekking door zorgaanbieders toetsen. De NZa heeft de mogelijkheid om in te grijpen of maatregelen te nemen als dat nodig is.