SGP-fractie Zuidhollandsedijk 44 5161 HL SPRANG-CAPELLE
ons kenmerk
Z14-011266
behandeld door
uw schrijven
e-mail
uw kenmerk
telefoonnummer
*14-0059707*
Mevr. J.A. Beerens
[email protected] 0416 683593
doc.nr. RSO-14-0059707 verzonden
D14-011850 onderwerp
37 vragen RvO schriftelijke vragen op grond van artikel 37artikel RvO Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening artikel 37 vragen RvO Schuldhulpverlening
Geachte heer Tiemstra, Op 4 augustus 2014 hebben wij uw op grond van artikel 37 van het Reglement van orde ingediende vragen ontvangen. U heeft deze vragen gesteld naar aanleiding van een ingezonden brief in de Waalwijker gedateerd op 27 juli jongstleden. Vraag 1: Hebt u kennis genomen van voornoemd artikel; wat vindt u van de inhoud? Antwoord vraag 1: Wij hebben kennis genomen van de ingezonden brief van de heer Beauvois in de Waalwijker van 27 juli 2014. Wij vonden de inhoud van dermate karakter dat wij eerst intern en bij de Kredietbank zijn gaan informeren. Wij reageren niet primair op dergelijke publicaties zonder de desbetreffende medewerkers of de organisatie die zij vertegenwoordigen hierover gehoord te hebben. Vanuit zorgvuldigheid in combinatie met de vakantie kost dit extra tijd. U vraagt onze mening over de inhoud van dit artikel. Wij herkennen ons hierin niet. Vraag 2: Herkent u het beeld dat dit artikel oproept van de gevolgde gedragslijn vanuit de gemeentelijke organisatie jegens vraagstellingen vanuit een schuldhulpverleningssituatie? Antwoord vraag 2: Wij herkennen het beeld dat de briefschrijver is zijn brief oproept niet. Met name de passage over de toon en de sfeer van de gesprekken tussen medewerkers van de Kredietbank/ gemeente en inwoners/ adviseurs zien wij niet als een representatief beeld van de normale gang van zaken. De gemeente Waalwijk hecht grote waarde aan de kwaliteit van de dienstverlening bij de schuldhulpverlening. In januari 2012 heeft een een onafhankelijk bureau in onze opdracht een klanttevredenheidsrapportage schuldhulpverlening uitgebracht. De kwaliteit van de dienstverlening van het
1/5
gemeentelijk meldpunt schuldhulpverlening wordt door de klanten beoordeeld met een 8,1 en de Kredietbank kreeg een beoordeling van 7.0. Deze cijfers geven geen aanleiding te veronderstellen dat de bejegening niet correct is. Vraag 3: Wanneer u dit beeld herkent, kunt u aangeven welk door de raad vastgesteld beleid hier richtinggevend is? Antwoord vraag 3: Zoals aangegeven bij antwoord 2 herkennen wij ons niet in het beeld dat geschetst wordt. Vraag 4: Loopt het beleid van de gemeente Waalwijk in de pas met beleid in deze van de ons omliggende gemeenten, of zijn hier grote onderlinge verschillen zichtbaar? Antwoord vraag 4: Per 1 juli 2013 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Gemeenten hebben hiermee de wettelijke taak gekregen om regie op de schuldhulpverlening te voeren en integraal beleid te ontwikkelen. Op basis van de verplichtingen van deze materiewet zijn er veel overeenkomsten. Daar waar er ruimte is voor autonome beleidsvrijheid zijn er verschillen. In de regiogemeenten zijn geen grote onderlinge verschillen zichtbaar. Vraag 5. Wanneer u dit beeld niet herkent, vraag 2, kunt u aangeven waar het artikel volgens u de werkelijkheid verkeerd beschrijft dan wel interpreteert? Kunt u aangeven hoe de werkelijkheid, dan wel de te volgen gedragslijn, er volgens u uit zou moeten zien / uit had moeten zien? Antwoord vraag 5: Op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening stelt de gemeenteraad een plan vast waarin wordt beschreven op welke wijze de regierol ingevuld wordt en op welke wijze de schuldhulpverlening wordt uitgevoerd. Dit plan heeft de raad in september 2012 vastgesteld. Op pagina 5 van dit plan wordt de Waalwijkse aanpak in een schema weergegeven. Onderstaand treft u dit schema ter informatie aan. Hierin is te zien dat het schuldhulpverlening diverse fasen kent.
14-0059707
2/5
U vraagt aan ons aan te geven waar de ingezonden brief de werkelijkheid verkeerd beschrijft danwel interpreteert. Een schuldhulpverleningstraject kent verschillende fasen. De briefschrijver koppelt alle verschillende fasen in het traject aan elkaar. Enerzijds spreekt hij over het opgenomen zijn in een schuldhulpverleningstraject (fase uitvoering), dan over onderhandelingen (fase poging tot opstart) en dan weer over beheren van het inkomen (fase budgetbeheer). Dit maakt het lastig om uw vraag concreet te beantwoorden. De gemeente kent overigens twee rollen, namelijk de rol van regievoerder schuldhulpverlening en de rol van schuldeiser. In zijn algemeenheid kunnen wij ten aanzien van onze rol als schuldeiser in dit traject het volgende aangeven. Burgers die in betalingsproblemen komen en zich aanmelden bij de Kredietbank voor schuldhulpverlening komen in de praktijk terecht in het traject van de minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP). Deze regeling is in het leven geroepen om ter voorkoming van een wettelijke schuldsanering (WSNP) een buitengerechtelijk akkoord te bereiken. Doel is om burgers zonder een WSNP uitzicht te bieden op een schone lei. De medewerkers Invordering hanteren het Handboek invordering gemeente Waalwijk. Hierin is bepaald, dat tijdens het onderzoek MSNP de invorderingsmaatregelen niet opgeheven c.q. opgeschort worden. Wij volgen daarmee de officiële gedragslijn waarmee we onze positie als schuldeiser veilig stellen. Omdat wij regievoerder schuldhulpverlening zijn wekt dat kennelijk soms de verwachting dat daarmee alle gemeentelijke vorderingen (zoals bijvoorbeeld, belastingschulden, boetes, dwangsommen, fraudeschulden etc) direct buiten invordering gesteld worden. Het uitgangspunt van de schuldhulpverlening is, dat wie schulden maakt deze ook betaalt. Daarnaast heeft de ervaring ons inmiddels geleerd dat er schuldeisers zijn die niet willen meewerken en door middel van incasso en beslaglegging zorgen dat andere schuldeisers worden benadeeld. De gemeente gaat in deze fase niet over tot beslaglegging en wil andere schuldeisers niet benadelen maar wil wel duidelijk maken dat ook gemeentelijke schulden terug betaald moeten worden. De gemeente stemt overigens in principe altijd in met het voorstel van de Kredietbank voor een terugbetalingsregeling of voorstel tot sanering. Dit om het minnelijk traject te laten slagen, en te voorkomen dat de schuldenaar in een persoonlijk faillissement traject (WSNP) terecht komt. Ook als dat betekent dat we de vordering voor een groot deel moeten afboeken. Vraag 6 Hoe kijkt u aan tegen het opschrift van het artikel “Volgens Waalwijk is er geen hulpvraag bij ouderen”? Is dit volgens u juist? Wanneer, op welke wijze, en met welke uitkomsten, hebt u hier onderzoek naar gedaan? Wanneer een dergelijk onderzoek tot nu toe is nagelaten, bent u bereid om dit alsnog te onderzoeken, en zo ja op welke wijze en op welke termijn? Antwoord vraag 6: De gemeente Waalwijk heeft ervaren dat er wel degelijk hulpvragen zijn. Daarom zijn er in de gemeente ouderenadviseurs actief. De briefschrijver geeft aan de hij als vrijwillige ouderenadviseur bij de ANBO actief is. De gemeentelijke ouderencoördinator coördineert en draagt zorg dat de vrijwillige ouderenadviseurs geïnformeerd en opgeleid worden. Vragen komen via verschillende kanalen bij de gemeentelijke ouderencoördinator binnen (Casade, Zorgloket, huisartsen, startpunt en de zelfmelders). Afhankelijk van het type vraag zet de gemeentelijke ouderencoördinator deze vragen uit bij de vrijwillige ouderenadviseurs of neemt deze zelf ter hand. De gemeentelijke ouderencoördinator inventariseert de ontvangen hulpvragen en vraagt de ouderenbonden vragen die rechtstreeks bij hen binnen zijn gekomen te melden om daarmee een volledig beeld te krijgen. De ANBO heeft nimmer van deze uitnodiging gebruik gemaakt. Het verbaast
14-0059707
3/5
ons dat juist een adviseur van de ANBO in een ingezonden brief aangeeft dat er volgens de gemeente geen hulpvragen zijn terwijl wij hen regelmatig informeren en uitnodigen. Vraag 7 In het artikel staat aangegeven dat “de gemeente dit beleid voert en er niet van af wijkt”. Bent u met ons van mening dat het goed is om dit beleid ( vraag 3) eens tegen het licht te houden, welke suggesties hebt u daarbij? Antwoord vraag 7 De context waarin deze vraag gesteld is heeft te maken met het al dan niet stoppen met invorderen in onze rol als schuldeiser en doelt dus op het invorderingsbeleid. Als de gemeente Waalwijk een belastingaanslag aan iemand oplegt dan is het uitgangspunt dat deze belastingaanslag ook moet worden betaald. De invorderingswet 1990 schept hiervoor het wettelijk kader. Binnen deze kaders hebben de gemeenten beleidsvrijheid. De VNG heeft daarom een model Leidraad invordering op gesteld. De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen met daarin opgenomen het incassoreglement van de gemeente Waalwijk is hierop gebaseerd. Er is de keuze gemaakt om als gemeente Waalwijk de rol van schuldeiser “zuiver” te houden en net zoals andere schuldeisers die acties te ondernemen die leiden tot het zeker stellen van de vordering. Zoals eerder aangegeven heeft de ervaring geleerd dat bij het stoppen van het sturen van aanmaningen de gemeente in zijn rol van schuldeiser buiten spel wordt gezet in de situatie waarin er andere schuldeisers zijn, die niet bereid zijn het minnelijk traject te laten slagen. Het uitgangspunt van de gemeente is, en daar ligt een link naar het beleid schuldhulpverlening het minnelijk traject altijd te laten slagen en we stemmen daarom in principe altijd in met een voorstel van de Kredietbank. In de aanloop naar de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is er (landelijk) gediscussieerd over het wel of niet invoeren van een moratorium. In eerste instantie zou de gemeente via de nieuwe wet de bevoegdheid krijgen om via de rechtbank een moratorium aan te vragen. Daarmee kunnen alle schuldeisers gedwongen worden om gedurende zes maanden de incassoprocedure te staken. De wetgever heeft hiervan afgezien en op dit moment kan de schuldenaar zelf rechtstreeks bij de Rechtbank een moratorium aanvragen als hij in een bedreigende situatie terecht gaat komen. Hieronder wordt verstaan huisuitzetting, afsluiting energie en water en opzegging ziektekosten verzekering. Verder kan een schuldenaar naar de rechter stappen en een dwangakkoord aanvragen als niet alle schuldeisers willen meewerken. Met een afgegeven dwangakkoord worden schuldeisers gedwongen in te stemmen met de voorgestelde schuldregeling. Dit verzoek moet samen met een verzoek om toelating door de WSNP gedaan worden. In onze overeenkomst met de Kredietbank hebben wij opgenomen dat de Kredietbank schuldenaren ondersteunt in de gang naar de rechter om een moratorium, dwangakkoord of een WSNP verklaring aan te vragen. Het schuldhulpverleningbeleid hierop aanpassen heeft geen zin, omdat de gemeente geen enkele juridische maatregel kan treffen om alle schuldeisers te dwingen tijdelijk pas op de plaats te maken of te dwingen in te stemmen met een voorgestelde schuldregeling.
14-0059707
4/5
Vooralsnog zien wij geen aanleiding het incassobeleid aan te passen. Wij zijn van plan om met de Kredietbank in gesprek te gaan over de stabilisatiefase in het schulphulpverleningstraject met daarbij als uitgangspunt dat we zowel het gemeentelijk schuldhulpverleningsbeleid als het gemeentelijk incassobeleid in stand willen houden en onze beide rollen zuiver willen blijven benaderen. In de verwachting u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, HET COLLEGE VAN WAALWIJK, de secretaris,
de burgemeester,
J.H. Lagendijk
drs. A.M.P. Kleijngeld
14-0059707
5/5