Begroting 2012- 2015 ‘Plassen tegen de wind in’
1
Inleiding De gepresenteerde begroting 2012-2015 voor de gemeente BodegravenReeuwijk lijkt op ‘plassen tegen de wind in’. Het geeft kortstondig een gevoel van opluchting en warmte, maar op de lange termijn krijg je het koud. Natuurlijk ligt er een uitdaging om de financiën op orde te krijgen, natuurlijk willen we niet droeftoeterig zijn, natuurlijk willen we op de SS BodegravenReeuwijk meer dan brood eten, maar de realiteit zegt ons dat we de komende jaren vooral te maken krijgen met tegenwind. Deze tegenwind voegt helaas niets toe aan onze duurzame ambities, net zoals de begroting 2012-2015 dit niet doet. (zie foto) De realiteit zegt ons dat we onze hoge ambities vooral in moeten zetten door middel van een daadkrachtig ingrijpen in onze financiële boekhouding. Dit is en wordt te lang uitgesteld, daarom: “eerst het zuur en dan het zoet”. Dit wil zeggen: kortstondig pijnlijden, maar op de lange termijn daar de winst uit
behalen. Dit vraagt nu om een heldere visie over de toekomst en daar waar er onzekerheden zijn, die zo spoedig mogelijk afromen of verlies nemen. Het met een sluitende begroting (2012) tijd kopen, is voor het laatst geweest. De komende jaren moeten we veel ombuigen. GroenLinks doet dit graag met vaart en in samenwerking met gehele Raad en College. Constructief, zoals deze coalitie dit van GroenLinks gewend is. Kritische noten zullen wel steeds meer zichtbaar worden, omdat de keuzes die gemaakt moeten worden heel dicht bij de politieke voorkeuren gaan komen. We hopen in een goede verstandhouding zowel te geven als te krijgen, zodat we keuzes ook goed kunnen uitleggen aan onze achterban. GroenLinks mag toch verwachten dat de kaft van deze begroting niet de verpakking is van de realiteit. Immers, in werkelijkheid is de zonnecollector op het milieustation in een belabberde toestand geraakt. Wij gaan er voor.
2
Algemene reactie en gedachtelijn GroenLinks wil graag de beleidskeuzes benaderen vanuit de Triple P gedachte. Hieronder volgt onze reactie en gedachte-benadering vanuit de 3 P’s. Daarna hebben voor de programma’s aangegeven waar wij graag aandacht voor zien of wat nog beter kan. In onze reactie zal natuurlijk de gedachtelijn ‘Groen en Sociaal’ de boventoon voeren. De centrale vragen voor GroenLinks m.b.t. de toekomst zijn: Hoe duurzaam is onze nieuwe gemeente? Hoe duurzaam willen we zijn? Hoe kunnen we in deze politiek en economisch lastige tijd voor de kwetsbaren in onze samenleving toch de lasten eerlijk verdelen? People en participatie De gemeente heeft het hoog op met een vanuit de nieuwe regie-gemeente participerende burger. GroenLinks is het daarmee grotendeels eens, alleen willen wij dit bezien m.b.v. de sociale dimensie P van People vanuit de Triple P benadering, ofwel sociale duurzaamheid. Hierbij gaat het om de ‘zachte’ en ‘harde’ indicatoren die aangeven hoe de mens in het leven staat. De ‘zachte’ indicatoren kenmerken zich in het aandeel van de bevolking dat participeert in vrijwilligerswerk en bv. de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen. Deze geven inzicht in de mate waarin de inwoners betrokken zijn bij hun samenleving. De ‘harde’ indicatoren, waar GroenLinks zich meer verantwoordelijk voor voelt, zijn: de mate waarin iedereen kan participeren in de maatschappij, zoals dat in de WMO is gedefinieerd. Vanuit ons gedachtegoed gaat het er dan vooral om mensen in achterstandssituaties (bijstand e.d.) weer in de samenleving te betrekken, het liefst door ze aan het werk te krijgen, maar als dat niet lukt door ze een bestaansminimum te bieden. De grote vraag die bij de invulling van een regie- gemeente speelt, is in hoeverre Bodegraven-Reeuwijk een lage of hoge sociale duurzaamheid vertoont. Dit heeft alles te maken met de samenstelling van de bevolking in relatie tot werk, voorzieningen en sociale cohesie. Maar, weten wij als gemeente hoe onze bevolking wat dit betreft is samengesteld? Pas als je dit weet kun je namelijk een inschatting maken van de slagingskans dat inwoners meer gaan participeren of uit achterstand terug kunnen komen in de samenleving. M.b.t. de participerende inwoner wil je weten hoeveel mensen ‘de handen uit de mouwen’ kunnen en willen steken ? GroenLinks vindt ook dat jeugdbeleid de jeugdparticipatie een grote impuls kan geven. Immers, jeugdparticipatie versterkt de sociale cohesie. Het 3
voorstel van BBRB met betrekking tot een Jeugdadviesraad ondersteunen wij dan ook.
De tendens is dat men steeds meer voor zichzelf kiest en tijd investeren in een ander het liefst afkoopt. In dit kader bezien moeten we ons goed afvragen hoe de regie-gemeente ingericht gaat worden. Tot nog toe lijkt het een term die vooral gebruikt wordt om een aantal faciliterende taken niet meer te hoeven doen, ofwel een simpele bezuinigingsvorm onder het mom van professionalisering. Inwoners van onze kernen hoeven niet meer op de gemeente te rekenen; terwijl de insteek juist moet zijn, de maatschappelijke betrokkenheid van de inwoners te vergroten. Het feit dat de seniorenraad en de huurdersvereniging, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld (participerende burgers), ronduit afgeserveerd worden, geeft ons het signaal dat de vurig gewenste participatie nog heel wat bijstelling moet krijgen. M.b.t. de mensen in achterstandssituaties vraagt GroenLinks aandacht voor die burger die niet deel kan nemen aan de sociale en maatschappelijke ontwikkelingen. Zijn wij als gemeente in staat grote inspanning te verrichten deze mensen aan werk te helpen? Groen Links denkt van wel. Positief wordt gezien de inspanning die de gemeente wil gaan verrichten op het gebied van Bravo en het kernenbeleid. Planet en landelijk gebied GroenLinks wil dit programma beschouwen vanuit de P van Planet ofwel de ecologische duurzaamheid.4 | Bij ecologische duurzaamheid gaat het erom in hoeverre de gemeente beschikt over de kenmerken die nodig zijn om de ruimtelijke kwaliteit in stand te houden.
Natuur en cultuurhistorie in de gemeente zijn de primaire dragers van de ecologische duurzaamheid. Maar voor ons voortbestaan is het ook noodzakelijk dat de huidige generatie de aarde op zodanige wijze bewoont, dat dit niet ten koste gaat van de leefbaarheid voor toekomstige generaties. Dit ‘goed rentmeesterschap’ is afhankelijk van de aanwezigheid en het gedrag van zowel bevolking (sociale dimensie) als bedrijfsleven (economische dimensie). Het begrip ‘natuur’ geeft de mate aan waarin in een gebied sprake is van duurzaamheid qua natuur en landschap. Hiervoor is in de eerste plaats grondgebruik belangrijk. Daarnaast speelt de kwaliteit van de natuurlijke omgeving een rol. Hiervoor kijken we naar de flora en fauna in het gebied op basis van het aanwezige aantal (bedreigde) planten- en diersoorten. Behalve de natuur dragen culturele elementen bij aan de ruimtelijke kwaliteit en daarmee de ecologische duurzaamheid van onze gemeente. Hiervoor 4
brengen we het aantal beschermde gezichten en de aanwezigheid van monumenten en cultuurhistorische elementen in beeld (erfgoed). Daarnaast is de ecologische duurzaamheid afhankelijk van de druk die de bevolking en het bedrijfsleven leggen op de natuurlijke omgeving. De mens vormt alleen al door zijn aanwezigheid een belasting voor het milieu, maar ook het menselijk gedrag is van invloed op het milieu, bijvoorbeeld door autobezit en stroomverbruik. Ten slotte wordt de ecologische duurzaamheid beïnvloed door de aanwezigheid en het gedrag van het bedrijfsleven. Bijvoorbeeld het gebruik van machines en het transport van goederen heeft invloed op de ecologische duurzaamheid. Onze gemeente bestaat voor een groot gedeelte uit polderlandschap. Hierin is de agrarische sector alom vertegenwoordigd en al eeuwen lang actief grondbeheerder. Deze sector heeft in de loop van de jaren al voortdurend moeten wijken voor de aanleg van woonwijken en bedrijventerreinen. Volgens GroenLinks wordt met het oorspronkelijke polderlandschap ook een natuurlijke omgeving geboden waarin bovendien gerecreëerd en natuur ‘beleefd’ kan worden. Agrariërs spelen in op de mogelijkheden door steeds meer aandacht te besteden aan plattelandstoerisme (het aanleggen van wandelpaden, kamperen bij de boer, et cetera) en het bieden van faciliteiten voor de inwoners van het stedelijk gebied. Met de aanwezigheid van de agrarische sector in het gebied wordt bijgedragen aan alle drie de dimensies van duurzaamheid: er worden - in het landschap in te passen - economische activiteiten ontwikkeld (profit), er worden recreatieve en functionele faciliteiten geboden voor de bevolking (people), waarbij bovendien met duurzame landbouw en ruimte voor natuur het oorspronkelijke polderlandschap behouden kan blijven (planet). Door deze ontwikkelingen verder te faciliteren en in goede banen te leiden, kan een positieve impuls worden gegeven aan de algemene duurzaamheid van onze gemeente. Op het gebied van recreatie en toerisme rond de Reeuwijkse Plassen vindt GroenLinks dat we al een heel aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van kleinschalig toerisme hebben. Uitbreiding hiervan heeft niet onze prioriteit. De economische opbrengsten zullen in ieder geval niet direct in de gemeentekas terugvloeien, eerder zal er meer onderhoud van deze gebieden noodzakelijk worden. Als dit in de visie van het College moet gebeuren, willen wij als voorwaarde opnemen: met behoud van landschappelijke waarde. Profit en economie Bij de economische duurzaamheid van onze gemeente gaat het om de vraag of de gemeente over de kenmerken beschikt die ervoor zorgen dat de welvaart in stand gehouden kan worden. Kunnen we onze huidige en toekomstige werkelozen voldoende werkgelegenheid bieden om deze mensen volop in het arbeidsproces te kunnen behouden, is de vraag die hierbij opdoemt. 5
Het bedrijfsleven in onze gemeente is de belangrijkste drager van de economische duurzaamheid en draagt hieraan bij door welvaartscreatie en economische vernieuwing. Maar economische duurzaamheid is ook afhankelijk van de bevolking als afzet- en arbeidsmarkt (sociale dimensie) en de mogelijkheden die de fysieke ruimte biedt voor het ontplooien van economische activiteiten (ecologische dimensie). Het eerste, een gezond bedrijfsleven is immers productief, zodat het welvaart tot stand brengt en kan investeren in producten en activiteiten. Voor het voortbestaan van de economie in de toekomst speelt ten slotte de werkgelegenheidscreatie door ondernemingen een rol. Het begrip ‘vernieuwing’ geeft de mate weer waarin het bedrijfsleven zich aanpast aan de voortdurend veranderende omstandigheden. Dit ‘fit’ zijn van het bedrijfsleven uit zich in het algemeen in investeringen. Daarnaast is ook de creatie van een geheel nieuwe onderneming een vorm van vernieuwing. In dit verband is de ruimte die het bedrijfsleven en de agrarische sector in beslag nemen relevant. Daarnaast hebben bedrijven infrastructuur nodig voor transport en bereikbaarheid voor werknemers, klanten en toeleveranciers. Het bedrijfsleven in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk creëert een hoge welvaart en draagt daarmee gunstig bij aan de economische duurzaamheid van het gebied. De gemeente biedt in de meeste opzichten een duurzame omgeving voor het bedrijfsleven. De regio heeft een sterke economische basis. Dit met name als gevolg van de ligging aan twee snelwegen, A12 en N11, en aan het grote afzetgebied met grote steden op relatief korte afstand van onze gemeente. Om de toekomstige economische duurzaamheid op peil te houden zou de gemeente meer in moeten zetten op de startende ondernemer. Nieuwe bedrijven zorgen voor verjonging en vernieuwing van de economische structuur. Bovendien zijn starters doorgaans een drijvende kracht achter het innovatieve vermogen van de economie en een belangrijke bron van werkgelegenheid. Aandacht voor de huidige ondernemingen zal vooral moeten liggen op het gebied van verduurzaming. De gemeente zal natuurlijk zelf het voorbeeld moeten geven m.b.t. maatschappelijk verantwoord ondernemen in de breedste zin.
De Programma’s Maatschappelijke Participatie Net zoals het programma uit de begroting is GroenLinks voor een hoge sociale duurzaamheid (zie hierboven). GroenLinks vindt dat het moet beginnen bij jeugd en jongeren. Op deze leeftijden wordt een basis gelegd voor toekomstig gedrag. Met name gewenst gedrag zal d.m.v. 6
onderwijsprogramma’s op o.a. het gebied van milieu nog meer aandacht mogen krijgen. GroenLinks maakt zich m.b.t. dit programma zorgen over de decentralisatie van de AWBZ naar de WMO. De gemeente weet nog niet hoeveel geld ze van het Rijk mag ontvangen. Ook de inhoud van de wet is nog niet geheel duidelijk. De contouren van de wet geven aan dat gemeenten verbindingen moeten gaan leggen met schuldhulpverlening, woningaanpassingen, reintegratie en bijstand en woonbeleid. Onze begroting op dit gebied geeft geen ruimte als dit gevraagd zou worden. De vrees is dat de uitvoering halfslachtig zal worden. GroenLinks wil dat de gemeente op dit gebeid een actieve, alerte en financieel flexibele rol vervult. Uitgangspunt op dit terrein moet zijn dat er niemand van de kwetsbare groepen op achteruit gaat. Wonen en Leven Naast de bankencrisis en de staatsschuldcrisis is er nog een crisis waar de gemeenten en haar inwoners een grote dreun van krijgen, namelijk de onroerendgoedcrisis. Na vette jaren, waarin de winsten niet op konden, komen nu de jaren van verlies. De gemeenten hebben jaren geprofiteerd van de verkoop van grond, maar dat tijdperk is nu ten einde. Het devies wordt minder of niet meer bouwen en dan gaat het hierbij om zowel huizen als om kantoren en bedrijfsterreinen, en afwaarderen. Diverse grondexploitaties moeten uit de boeken, het is dood geld geworden. Stop de rente wordt het devies. De ambitie die de gemeente op het programma wonen heeft, vindt Groen Links ronduit veel te hoog. Het Companen onderzoek toont dit nog maar eens aan. Kwantitatief geeft de confrontatie van de behoefte met het bouwprogramma een flinke clash. Wij zien de geprognosticeerde behoefte nog als te royaal geschat. 50 woningen in Bodegraven en 20 in Reeuwijk wordt de komende jaren door ons als meer reëel gezien. Naast de economische crisis met allerlei beperkingen op het gebied van hypotheek verstrekking, moet de snel groeiende ‘restschuld’ van bezitters van huizen ook in ogenschouw genomen worden, nu landelijk al een half miljoen mensen een hogere hypotheek hebben dan hun huis waard is. En dit aantal groeit nog iedere maand door zolang de huizenprijzen zakken. Dit betekent dat deze groeiende groep de eerste vijf tot tien jaar geen huis kan kopen vanwege de niet te financieren restschuld, een onderschatte factor die de woningsituatie nog verder verslechtert. In de bouwplannen moet dan ook drastisch gesneden worden. Zo snel mogelijk, liefst nu meteen. Daarom nu afschrijven, plannen stoppen en of evt. grondwaarden verlagen. Wat overblijft moet ingevuld worden op basis van de kwalitatieve woning behoefte. De resterende woningbouw moet absoluut gestuurd worden naar behoefte. Groen Links wil hierbij de invulling van starterswoningen voor jongeren (rond €120.000), huurwoningen voor de groep net boven sociaal die geen huis kan kopen en geschikte woningen voor ouderen absoluut als 1e prioriteit 7
ingevuld zien. Hierin ondersteunen wij de initiatieven die de VVD op dit punt onderneemt. De vraag die dit programma oproept is: wat is de visie op de lange termijn? De visie moet gaan over: wat voor gemeente willen wij zijn met wat voor mensen en welke woningbehoefte hebben onze inwoners? Dat duurzaamheid bij de bouw van woningen een doelstelling mag zijn, is bezien vanuit het rentmeesterschap toch eigenlijk geen opgave meer, maar een vanzelfsprekendheid Landelijk gebied Het programma begint met de te bereiken doelstelling: ‘een gezonde en duurzame gemeente waarbij energie, klimaat en duurzaam bouwen voldoende aandacht krijgen’. Is dat niet zoiets als: de doelstelling is flexibel in te vullen, het komt altijd goed? Groen Links wil dit programma beschouwen vanuit de P van Planet ofwel de ecologische duurzaamheid. (zie hierboven). De maatschappelijk effecten gemeten m.b.v. de lokale duurzaamheidsmeter. Hier staan wij volledig achter. Maar wij moeten constateren dat de gemeente hier totaal geen ambitie uitstraalt. Het slechts 1x in de 2 jaar meten geeft geen ambitie weer. Het is triest te moeten constateren dat bij de metingen van de duurzaamheidsmeter 2009/2010 Bodegraven op de 110e plaats en Reeuwijk op de 123e plaats van de 190 deelnemende gemeenten stond. De ambitie van onze gemeente op de integrale duurzaamheidsindicator moet zeker leiden tot een plaats in het linker rijtje (ca 50). Als aansluiting wordt gezocht bij de bovengenoemde Triple P benadering is een hoge klassering een vanzelfsprekendheid. De ombuiging milieu vindt GroenLinks ver gezocht. 1) De ISMH ombuiging is in deze tijd niet meer dan logisch. 2) Bezuiniging op de milieuraad moet een vergissing zijn. De milieuraad krijgt per jaar ca € 200. Hoeveel moet hier dan nog op bezuinigd worden? Deze participerende burgers geven on-en gevraagd advies op het gebied van milieu. Ze steken hier vele privé uren per jaar in. Zij ontvangen hier persoonlijk geen onkostenvergoeding voor. Slechts andere onkosten worden van de jaarlijkse fooi betaald. Hoe kun je dan met droge ogen op deze club bezuinigen? Als de gemeente geen prijs meer stelt op participatie, moet dat gewoon hardop gezegd worden. GroenLinks komt hierop terug in de begrotingsbehandeling. 3) SLOK subsidie loopt vanzelf af vanuit het rijksbeleid. Openbare ruimte Gezien het negatieve meerjarenperspectief zet GroenLinks voorlopig grote vraagtekens bij de investeringen in de rondweg in Reeuwijk. Omdat de begroting geen duidelijk beeld geeft omtrent de financiële situatie m.b.t. de rondweg, wil GroenLinks graag weten welke financiële middelen er 8
gereserveerd zijn voor de rondweg en in welk jaar en welke dotaties er nog moeten worden opgebracht? Tijdens de komende bezuinigingsdiscussie wil GroenLinks alle middelen op tafel hebben en bespreekbaar maken. Zo ook de ‘geoormerkte’ middelen voor de rondweg, zodat we een eerlijke keuze kunnen maken tussen de verschillende bezuinigingsopties. In de financieel krappe tijd waarin we verkeren ziet GroenLinks de rondweg in Reeuwijk als een luxe die we ons niet kunnen permitteren. Wij maken hierbij duidelijk de keus voor mensen en tegen steen of asfalt, ook al snappen we dat een (klein) gedeelte van de inwoners van Reeuwijk dagelijks last heeft van de verkeerssituatie op de Raadhuisweg. Aangezien er op meerdere plekken in onze gemeente soortgelijke verkeerssituaties zijn, is het onredelijk voor deze rondweg zo’n groot financieel offer te vragen van alle inwoners van Bodegraven-Reeuwijk. Daarnaast zien wij een andere oplossing van deze verkeerssituatie d.m.v. een regionale aanpak. Het autovrij maken van het centrum van Bodegraven d.m.v. paaltjes is mislukt. Groen Links wil dat er een proef met een tijdelijke afsluiting, bv. van vrijdagmiddag t/m zaterdagavond, gestart wordt. Mocht deze proef slagen, dan willen wij dit graag definitief maken. Een autovrij centrum draagt bij aan de sociale cohesie, groter winkelgenot, een veiliger verkeerssituatie en een beter milieu. Er is tot nog toe te veel gehoopt op een verluwing. De huidige situatie met paaltjes heeft echter alleen maar geleid tot een onveiliger verkeerssituatie, met name voor fietsers. GroenLinks vindt dat je een totaalpakket moet bieden om zowel de bezoekers met auto en fiets als de winkeliers tevreden te stellen. Wij gaan uit van een verstandige en snelle oplossing voor de huidige situatie. Bij de bouw van Reesvelt 1 in Reeuwijk Dorp is indertijd opgenomen dat er een speelterrein zou komen. In een later stadium is er ook een plek aangewezen en zijn er voorwaarden verbonden aan het speelterrein (afsluitbaar, ecologisch enz). De gemeenteraad van voormalig Reeuwijk heeft hiervoor € 60.00 0 gereserveerd. GroenLinks zou graag zien dat dit speelterrein komend jaar gerealiseerd wordt. Wij komen met een voorstel. GroenLinks vindt de doelstelling om in 2014 op de landelijke norm van 60% afvalscheiding te komen een duidelijke en reële doelstelling. Tegelijkertijd worden nu al bij grondgebonden woningen alle restafvalcontainers ingewisseld voor ondergrondse containers. GroenLinks wil hierin meegaan, mits de mogelijkheid voor tariefdifferentiatie open blijft. Immers, het mes kan hierbij aan twee kanten snijden: betere scheiding, dus minder restafval en individuele inwoners belonen. GroenLinks wil wel extra aandacht voor degenen die zeer slecht ter been zijn en geen 150 m. naar een ondergrondse container kunnen lopen. Daarnaast zouden wij graag een discussie in de Raad willen voeren over deze wijziging, op welke manier dit ingevoerd gaat worden en de toekomst naar hogere scheidingspercentages. Economie en arbeidsparticipatie 9
In dit programma wordt de term duurzaamheid wel echt op proef gesteld. Inzetten op een duurzame uitstroom naar werk! Het klinkt goed maar het bekt niet! De visie van GroenLinks is hierboven beschreven bij de P van Profit, ofwel economische duurzaamheid, waarin aandacht gevraagd wordt voor de jonge startende ondernemer. GroenLinks ziet voorlopig geen behoefte om het werklint Nieuwerbrug te realiseren. Wel wordt begrepen dat de huidige situatie m.b.t. de overlast van de ondernemers opgelost moet worden. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk biedt hierop voldoende gelegenheden voor bedrijven om zich op een van de bestaande bedrijfsterreinen te vestigen. Wij staan hierbij achter de bezwaren van de Provincie.
Bestuur en Dienstverlening GroenLinks kan zich prima vinden in dit programma. Het realiseren van gemakkelijk bereikbare, goed toegankelijke, vraaggerichte en betaalbare dienstverlening vinden wij een belangrijk item uit dit programma. Een financieel gezonde gemeente willen wij allemaal, maar over of ons dit met de voorliggende begroting gaat lukken, hebben wij nog grote twijfels. Groen Links denkt dat we er nog lang niet zijn en dat ons nog meer te wachten staat. Daarom is het zaak zo snel mogelijk aan de slag te gaan met ombuigingen en afschrijvingen. GroenLinks wil de gemeente erop wijzen dat slim inkopen loont! Samenwerken met meerdere gemeenten op het gebied van inkoop kan vele schaalvoordelen opleveren. Uit de praktijk is bekend dat besparingen op kunnen lopen tot wel tientallen procenten (bv inkoop energie). Regionale aanbestedingen en intensieve samenwerking met omliggende gemeenten kunnen nog meer besparingen opleveren. Lokale heffingen Het College heeft voor 2012 een sluitende begroting opgesteld en daarbij zelfs de lasten voor burgers en bedrijfsleven met in totaal € 0,6 miljoen kunnen verlagen. Dat lijkt een uitstekende prestatie. Wie kan daar eigenlijk op tegen zijn in deze onzekere tijden? Het financieel meerjarenperspectief laat echter nog een structureel tekort zien van € 1,9 miljoen in 2013 tot bijna € 4,4 miljoen in 2015. Ingrijpende bezuinigingen en lastenverhogingen zijn nodig om de gemeentebegroting ook voor de toekomst in evenwicht te brengen. Met de lastenverlichting in 2012 en bezuinigingen en/of lastenverhogingen in 2013 – 2015 heeft de meerjarenbegroting dan ook het karakter van eerst het zoet en dan het zuur. GroenLinks vindt dit geen verstandig beleid. We kunnen beter kiezen voor een meer gelijkmatige ontwikkeling van de lasten door in 2012 de lasten niet 10
met € 0,6 miljoen te verlagen, maar met € 0,3 miljoen of € 0,45 miljoen. Let wel, ook GroenLinks wil een lastenverlichting. We sparen dan in 2012 wat om in latere jaren minder te hoeven bezuinigen. Want voor die bezuinigingen zijn pijnlijke keuzes noodzakelijk. Misschien staan we daarbij voor de vraag of bijvoorbeeld niet een van de zwembaden in de nieuwe gemeente moet worden gesloten. GroenLinks gaat de discussie over de pijnlijke keuzes niet uit de weg, maar we moeten niet voor 2012 het signaal afgeven dat het wel goed gaat. Laten we nog een appeltje voor de dorst houden. Financieel evenwicht? Door de recente herschikking van reserves en voorzieningen is het totale weerstandsvermogen nog uitgekomen op een schamele 0,97, ofwel MATIG. Wij vragen komende tijd aandacht voor dit matige perspectief. GroenLinks maakt zich ernstig zorgen over de almaar groeiende leningenportefeuille, tot wel € 151 miljoen in 2015. En wat is de totale boekwaarde die hier tegenover staat, exclusief de in deze tijd onbetrouwbare bouwgrondexploitaties? Wij begrijpen niet dat de gemeente blijft lenen als we over deze lening nu al meer dan 4 miljoen euro per jaar aan rente betalen. Als we ervan uitgaan dat slechts 10 % van de begroting vrij te besteden is, blijft in ons geval nog maar 2 miljoen over ofwel ca 3 % van de begroting! De algemene reserve vormt een te magere buffer om toekomstige tegenvallers op te vangen. Het is daarom verstandig voorlopig geen geld meer uit deze algemene reserve te halen, maar er geld in te gaan stoppen. Groen Links wil z.s.m. alle mogelijke offers op tafel hebben en dit in de Efficiencycommissie besproken hebben, zodat het meerjarenperspectief weer ‘toonbaar’ wordt en we kunnen spreken van een meerjarig sluitende begroting. De verdeling van de pijn moet gebaseerd zijn op wat de gemeente wil betekenen, nu en in de toekomst. Landelijk beleid draagt er in grote mate toe bij dat onze gemeente komende jaren erg krap komt te zitten. Korting op het gemeentefonds, afschaffen en korten op specifieke uitkeringen, overhevelen van taken naar gemeenten zonder voldoende middelen en doorwerking van rijksbezuinigingen, die leiden tot extra kosten voor de gemeente, zijn de hoofdmoot van deze krapte. Tenslotte Groen Links wil zich graag richten op de mens en zijn omgeving vanuit de Triple P gedachte. Het voorliggende meerjarenperspectief bevat een aantal elementen die wij ook graag zien. Over de invulling en uitvoering verschillen we af en toe van mening en dat is logisch. Dat wil niet zeggen dat wij niet constructief mee willen denken om de lastige opgaven van de komende jaren tot een grote uitdaging te maken. Maar hiervoor hebben we wel volledige transparantie, vertrouwen en medewerking van het College en alle fracties 11
nodig. Wij wensen het College veel sterkte toe met de te kiezen richting. Een mooie eerste daad zou zijn de zonnecollectoren op het milieustation weer in leven te herstellen,
Succes
Fractie GroenLinks, Robèrt Smits, Broos de Groot, Jaouida Hadi, Ronald Fredriksz, Sabine Wiers en Mirjam Lindenhovius
12