3 Het grootboek
Beginbalans
Verlies- en winstrekening en eindbalans
Financiële feiten
Proef- en saldibalans
Journaal
Grootboek
In dit hoofdstuk behandelen we de grootboekrekeningen. Je leert in dit hoofdstuk hoe je grootboekrekeningen moet openen en hoe je de mutaties dient te verwerken op de grootboekrekeningen. Verder worden in dit hoofdstuk de hulprekeningen van het eigen vermogen behandeld. Bij deze hulprekeningen maak je tevens kennis met een aantal nieuwe boekingsregels. We breiden het stappenplan verder uit met enkele nieuwe kolommen. Met behulp van de boekingsregels gaan we het stappenplan invullen. In de cirkel zijn de vlakken ‘grootboek’ en ‘financiële feiten’ geaccentueerd. De financiële feiten gaan we verwerken in het grootboek. Het grootboek
3.1 Grootboekrekeningen openen In hoofdstuk 2 hebben we geleerd hoe een balans moet worden opgesteld. Daarnaast hebben we ook gezien dat elke transactie door de onderneming gevolgen heeft voor de bezittingen en schulden. Met andere woorden: door de transacties veranderen elke keer de gegevens op de balans. In hoofdstuk 2 heb je omwille van de oefening steeds na elke transactie een nieuwe balans gemaakt. In de praktijk gebeurt dit uiteraard niet! Om toch een duidelijk overzicht per bezitting en schuld te behouden en niet steeds een nieuwe balans te hoeven maken, is men in de praktijk gaan werken met grootboekrekeningen. In het verleden gebeurde dit op losse kaarten in een boek dat grootboek wordt genoemd. Het grootboek is dus een verzameling van alle grootboekrekeningen. Iedere grootboekrekening wordt geopend vanaf de balans. Dit doen we aan de hand van de openingsregels. Openingsregels Regel A Een rekening van bezit wordt bij opening van het grootboek gedebiteerd voor het bedrag waarvoor die rekening debet op de balans staat. Regel B Een rekening van schuld wordt bij opening van het grootboek gecrediteerd voor het bedrag waarvoor die rekening credit op de balans staat. Regel C De rekening Eigen vermogen wordt bij opening van de grootboekrekening Eigen vermogen gecrediteerd voor het bedrag waarvoor het eigen vermogen credit op de balans staat. Opmerkingen 1. Debiteren = het noteren van geldbedragen of aantallen aan de debetzijde. 2. Crediteren = het noteren van geldbedragen of aantallen aan de creditzijde. 3. Muteren = het aanbrengen van veranderingen in bezittingen, schulden of eigen vermogen. 4. Voor iedere bezitting en voor iedere schuld wordt meestal één grootboekrekening geopend. Op deze rekening worden dan alle financiële feiten die betrekking hebben op deze rekening, geboekt.
Grootboekrekeningen worden aan dezelfde zijde en met hetzelfde bedrag geopend waarmee ze op de balans staan. Hoofdstuk 3
In de praktijk hebben alle grootboekrekeningen naast een naam ook een nummer. In hoofdstuk 5 worden de grootboekrekeningnummers besproken; deze nummers worden ook wel codes genoemd. In de bijlage tref je de grootboekrekeningen aan die je moet gebruiken bij de opgaven. Voorbeeld Debet
Balans van P. Pronk per 1 januari 2009 €
Winkelpand Inventaris
170.000,— Eigen vermogen
Credit €
48.000,— Hypotheek o/g
Voorraad goederen
27.000,— Crediteuren
Debiteuren
13.000,— Rabobank
ING Bank
131.000,— 115.000,— 21.000,— 8.000,—
5.000,—
Kas
12.000,— €
275.000,—
€
275.000,—
Deze balans bevat aan de debetzijde zes posten en aan de creditzijde vier posten. De boekhouding gaan we nu openen door voor elk van deze tien balansposten een grootboekrekening aan te leggen. Mutaties die zich in de loop der tijd voordoen kunnen dan op deze kaarten worden aangetekend. Als we de grootboekrekeningen van de heer Pronk openen aan de hand van de openingsregels, ziet het grootboek er als volgt uit: Winkelpand Datum Stuknr. Omschr. 1/1
van Balans €
Bedrag Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag
170.000,—
Inventaris Datum Stuknr. Omschr. 1/1
van Balans €
Bedrag Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag
48.000,—
Het grootboek
Voorraad goederen Datum Stuknr. Omschr. van Balans €
1/1
Bedrag Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag
27.000,—
Debiteuren Datum Stuknr. Omschr. van Balans €
1/1
Bedrag Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag
13.000,—
ING Bank Datum Stuknr. Omschr. van Balans €
1/1
Bedrag Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag
5.000,—
Kas Datum Stuknr. Omschr. van Balans €
1/1
Bedrag Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag
12.000,—
Eigen vermogen Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag Datum Stuknr. Omschr. 1/1
van Balans €
Bedrag 131.000,—
Hypotheek o/g Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag Datum Stuknr. Omschr. 1/1
van Balans €
Bedrag 115.000,—
Crediteuren Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag Datum Stuknr. Omschr. 1/1
Hoofdstuk 3
van Balans €
Bedrag 21.000,—
Rabobank Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag Datum Stuknr. Omschr.
Bedrag
van Balans €
1/1
8.000,—
Opmerkingen 1. Het totaal van de debetzijden van de grootboekrekeningen moet gelijk zijn aan het balanstotaal. 2. Het totaal van de creditzijden van de grootboekrekeningen moet gelijk zijn aan het balanstotaal.
De liniatuur die bij bovenstaande grootboekrekeningen is gekozen, wordt de scontrovorm genoemd. Een andere liniatuur, die vandaag de dag meer wordt gehanteerd, is de gewijzigde scontrovorm. Bij deze vorm wordt de rekening niet verdeeld in een debet- en creditzijde maar worden de bedragen van de debet- en creditzijde rechts naast elkaar geplaatst. Het aantal kolommen wordt daardoor verminderd; de kolommen Datum, Stuknr. en Omschrijving komen maar één keer voor. In dit boek maken we de grootboekrekeningen steeds in de gewijzigde scontrovorm op. Het grootboek van de heer Pronk ziet er dan als volgt uit: Winkelpand Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving van Balans
Debet €
Credit
170.000,—
Inventaris Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving van Balans
Debet €
Credit
48.000,—
Voorraad goederen Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving van Balans
Debet €
Credit
27.000,—
Debiteuren Datum 1/1
Stuknr.
Omschrijving van Balans
Debet €
Credit
13.000,—
Het grootboek
ING Bank Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving van Balans
Debet €
Credit
5.000,—
Kas Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving van Balans
Debet €
Credit
12.000,—
Eigen vermogen Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving
Debet
Credit €
van Balans
131.000,—
Hypotheek o/g Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving
Debet
Credit €
van Balans
115.000,—
Crediteuren Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving
Debet
Credit €
van Balans
21.000,—
Rabobank Datum
Stuknr.
1/1
Omschrijving
Debet
van Balans
Credit €
8.000,—
3.2 Veranderingen in de grootboekrekeningen In de praktijk worden veranderingen (mutaties) geboekt op de betreffende grootboekrekeningen van bezit en schuld of op de rekening Eigen vermogen. Dit boeken gebeurt volgens bepaalde regels: de boekingsregels. Voor het correct boeken van veranderingen is het daarom absoluut noodzakelijk dat je de boekingsregels goed kent!
Hoofdstuk 3
Boekingsregels Regel 1 Een rekening van bezit wordt gedebiteerd voor het ontstaan en als het bezit toeneemt. Regel 2 Een rekening van bezit wordt gecrediteerd als het bezit afneemt. Regel 3 Een rekening van schuld wordt gecrediteerd voor het ontstaan en als de schuld toeneemt. Regel 4 Een rekening van schuld wordt gedebiteerd als de schuld afneemt. Regel 5 De rekening Eigen vermogen wordt gedebiteerd als het eigen vermogen afneemt. Regel 6 De rekening Eigen vermogen wordt gecrediteerd als het eigen vermogen toeneemt.
Ook bij het toepassen van deze boekingsregels maken we gebruik van een stappenplan. Stappenplan Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
Stap 1 Rekening
Welke grootboekrekening ondergaat een verandering? Bepaal of de grootboekrekening een rekening van bezit, schuld of eigen vermogen is. Geef aan of de rekening toe- of afneemt. Bepaal of de rekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd en voor welk bedrag. Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Eigen vermogen
(+/–)
Stap 4 Debet
Credit
Als we de laatste stap hebben doorlopen, moeten we ten slotte de betreffende grootboekrekeningen nog debiteren en/of crediteren. We spreken daarbij af dat de rekening(en) die wordt/worden gedebiteerd het eerst wordt/worden vermeld en de rekening(en) die wordt/ worden gecrediteerd als laatste wordt/worden genoteerd. We gaan nu zeven transacties in de grootboekrekeningen van de heer Pronk aan de orde stellen. We maken daarbij gebruik van bovenvermeld stappenplan en passen de boekingsregels toe. We gebruiken de volgende afkortingen: K: Kas IB: ING Bank IF: Inkoopfactuur VF: Verkoopfactuur
Voorbeeld
Het grootboek
(IB2)
Debiteur A. van Piggelen heeft zijn rekening ad € 3.100,– per ING Bank aan de heer Pronk voldaan op 10 januari 2009.
Stap 1 Rekening
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Eigen vermogen
(+/–)
ING
B
+
Debiteuren
B
–
(K4)
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Eigen vermogen
(+/–)
Crediteuren
S
–
Kas
B
–
Rekening
Rekening
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Eigen vermogen
(+/–)
Hypoth. lening o/g
S
–
ING
B
–
3.100,— 3.100,—
Stap 4 Debet
Credit
5.000,— 5.000,—
Stap 4 Debet
Credit
3.100,— 3.100,—
Op 15 januari 2009 worden op rekening goederen gekocht bij de firma Hansen voor € 3.000,–.
Stap 1 Rekening
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Eigen vermogen
(+/–)
Voorraad goederen
B
+
Crediteuren
S
+
Hoofdstuk 3
Credit
De heer Pronk lost op 12 januari 2009 per ING Bank € 3.100,– af van zijn hypothecaire lening.
Stap 1
(IF2)
Debet
De heer Pronk heeft op 10 januari 2009 de vordering van crediteur Idee Huis ad € 5.000,– per kas voldaan.
Stap 1
(IB4)
Stap 4
Stap 4 Debet
Credit
3.000,— 3.000,—
(K6)
Op 16 januari 2009 verkoopt de heer Pronk contant goederen voor € 6.000,– aan de firma Beneke. De goederen waren ingekocht voor € 4.000,–.
Stap 1 Rekening
Kas
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Stap 4
Eigen vermogen
(+/–)
B
+
Debet
Credit
6.000,—
Voorraad goederen
B
–
4.000,—
Eigen vermogen
EV
+
2.000,—
(IB7)
Op 19 januari 2009 betaalt de heer Pronk voor drukwerk € 110,– per ING Bank.
Stap 1
Stap 2
Rekening
Stap 3
Stap 4
Bezit/Schuld/
Toename
Afname
Eigen vermogen
(+)
(–)
Eigen vermogen
EV
–
ING
B
–
(VF2)
Debet
Credit
110,— 110,—
Op 20 januari 2009 verkoopt de heer Pronk op rekening goederen voor € 4.000,–. Inkoopprijs € 3.000,–.
Stap 1 Rekening
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Eigen vermogen
(+/–)
Debiteuren
B
+
Voorraad goederen
B
–
3.000,—
Eigen vermogen
EV
+
1.000,—
Debet
Credit
4.000,—
Je kunt nu de opgaven 1 t/m 5 van paragraaf 3.1 en 3.2 maken.
3.3 Hulprekeningen van het eigen vermogen In het vorige hoofdstuk hebben we de balans besproken. Het eigen vermogen zorgt er steeds voor dat de balans in evenwicht is.
Het grootboek
Telkens wanneer er winst gemaakt wordt, heeft de ondernemer geld verdiend waardoor zijn eigen vermogen is toegenomen. Uitgaven, bijvoorbeeld de reparatie van de zakenauto, kosten de ondernemer geld. Hierdoor zal zijn eigen vermogen afnemen. Ook als een ondernemer geld aan de zaak onttrekt dat hij gebruikt voor privédoeleinden, neemt het eigen vermogen af. We spreken in dit geval van privéopnamen. Echter, wanneer hij geld uit zijn privévermogen in de zaak stort neemt het eigen vermogen toe. Dit noemen we privéstortingen. De grootboekrekening Privé bespreken we uitgebreid in paragraaf 4.2. Als de ondernemer alle veranderingen direct op de rekening Eigen vermogen verwerkt, ziet hij aan het einde van een periode alleen hoe groot de verandering van het eigen vermogen is. Waaruit deze veranderingen bestaan, kan hij echter niet zien. We willen dit illustreren aan de hand van een voorbeeld. Ondernemer K. Laars heeft op 1 december 2008 een eigen vermogen van € 20.000,–. Op 31 december 2008 is zijn eigen vermogen toegenomen met € 5.000,–. De heer Laars had verwacht, gezien de grote omzet in de maand december, dat zijn eigen vermogen een grotere stijging had ondergaan. Hij gaat onderzoeken hoe deze stijging van het eigen vermogen is ontstaan.
Voorbeeld
De netto-omzet bedroeg € 200.000,–. De inkoopwaarde van de omzet was € 100.000,–. De kosten bedroegen € 90.000,–. De privéopnamen bedroegen € 5.000,–. €
Eigen vermogen op 1-12-2008 Opbrengst verkopen Inkoopwaarde van de omzet Brutowinst verkopen Kosten
€
100.000,—
– €
100.000,— 90.000,— -/-
Nettowinst december
10.000,— +/+ 5.000,— -/-
Privéopnamen Eigen vermogen op 31-12-2008
Hoofdstuk 3
20.000,—
200.000,—
€
25.000,—
Uit bovenstaand voorbeeld blijkt echter niet waaruit de kosten, groot € 90.000,–, bestaan. Voor elke ondernemer is het echter zeer belangrijk te weten hoeveel omzet hij heeft behaald in een bepaalde periode en welke kosten daarmee gepaard gingen. Daarom zal hij de veranderingen niet rechtstreeks op de rekening Eigen vermogen boeken maar op de hulprekeningen van het eigen vermogen. Als de heer Laars aparte grootboekrekeningen zou gebruiken voor alle kosten, opbrengsten, privéopnamen en -stortingen, zou hij op eenvoudige wijze de bovengenoemde cijfers kunnen achterhalen. De heer Laars besluit dan ook aparte grootboekrekeningen aan te leggen. De rekening Eigen vermogen gaf over december het volgende beeld: Eigen vermogen Datum
Stuknr.
Omschrijving
Debet €
1 dec
Van balans
5 dec
Inkopen
9 dec
Huurkosten
27 dec
Huisvestingskosten
4.000,—
29 dec
Autokosten
1.000,—
30 dec
Privéopname
5.000,—
31 dec
Opbrengst verkopen
31 dec
Naar balans
Credit
€
20.000,—
100.000,— 85.000,—
200.000,— 25.000,— €
220.000,— €
220.000,—
Voor alle kosten en opbrengsten kan de heer Laars aparte kosten- en opbrengstenrekeningen aanleggen. Welke grootboekrekeningen de heer Laars aanlegt bepaalt hij zelf. Het ligt voor de hand dat hij die grootboekrekeningen aanlegt die vaak een verandering ondergaan. In dit boek maken we dan ook gebruik van een aantal grootboekrekeningen. We komen hierop terug in hoofdstuk 4. We hebben in paragraaf 3.2 kennisgemaakt met zes boekingsregels. Deze boekingsregels hadden betrekking op de rekeningen van bezit en schuld en op de rekening Eigen vermogen. Voor de boekingsregels 5 en 6 komen nu twee nieuwe boekingsregels in de plaats. Deze twee boekingsregels luiden als volgt:
Het grootboek
Regel 5 Een hulprekening van het eigen vermogen wordt gecrediteerd als het eigen vermogen toeneemt. Regel 6 Een hulprekening van het eigen vermogen wordt gedebiteerd als het eigen vermogen afneemt.
Dus in plaats van de rekening Eigen vermogen wordt nu de betreffende hulprekening van het eigen vermogen gedebiteerd of gecrediteerd. Als de heer Laars de veranderingen van de rekening Eigen vermogen in de maand december op aparte grootboekrekeningen had geboekt, had dit het volgende beeld gegeven: Eigen vermogen Datum
Omschrijving
1/12
Van balans
Debet
Credit €
20.000,—
Kostprijs verkopen Datum
Omschrijving
5/12
Factuur 101
Debet €
Credit
100.000,—
Huurkosten Datum
Omschrijving
9/12
4e kwartaal
Debet €
Credit
85.000,—
Huisvestingskosten Datum
Omschrijving
27/12
Schilder
Debet €
Credit
4.000,—
Autokosten Datum
Omschrijving
29/12
Beurt 15.000 km 16 FR ZX
Debet €
Credit
1.000,—
Privé Datum
Omschrijving
30/12
Opname mevr. Laars
Hoofdstuk 3
Debet €
5.000,—
Credit
Opbrengst verkopen Datum
Omschrijving
31/12
December
Debet
Credit €
200.000,—
We zien dat de rekening Eigen vermogen alleen maar wordt geopend met het bedrag van de beginbalans. Alle andere wijzigingen met betrekking tot het eigen vermogen worden geboekt op de hulprekeningen van het eigen vermogen. We komen nog eens terug op het eerdere voorbeeld waarbij de bruto- en nettowinst over de maand december wordt bepaald voor de heer Laars. In hoofdstuk 2 werd de brutowinst geboekt op de rekening Eigen vermogen (verkoopprijs -/- inkoopprijs). Een ondernemer wil echter in zijn boekhouding ook een duidelijk beeld van de inkoopprijs. We noemen dit ook wel de inkoopwaarde van de verkopen. Voortaan zullen we deze rekening echter niet Inkoopwaarde van de verkopen noemen maar Kostprijs verkopen, omdat deze rekening het totaal aan kosten weergeeft die men maakt bij een inkoop. De brutowinst is dus het verschil tussen de rekeningen Opbrengst verkopen (omzet) en Kostprijs verkopen (inkoopwaarde van de verkopen). Schematisch geeft dit het volgende beeld: Kostprijs verkopen Datum
Omschrijving
31/12
December
Debet €
Credit
100.000,—
Opbrengst verkopen Datum
Omschrijving
31/12
December
Debet
Credit €
200.000,—
De heer Laars kan nu in één oogopslag zien hoeveel zijn brutowinst op verkopen is. Indien we de brutowinst verminderen met alle kosten resulteert de nettowinst. Voor de heer Laars geeft dit het volgende beeld:
Het grootboek
Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Brutowinst Kosten Nettowinst
€
200.000,— 100.000,— – €
100.000,— 90.000,— – €
10.000,—
We zullen de winkelverkopen voor de maand december nog eens doorlopen via ons stappenplan. Stappenplan Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
Welke grootboekrekening ondergaat een verandering? Bepaal of de grootboekrekening een rekening van of hulprekening van het eigen vermogen ( ) is. Geef aan of de rekening toe- of afneemt. Bepaal of de rekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd en voor welk bedrag.
De heer Laars heeft dus per 31 december contant goederen verkocht voor € 200.000,—. De inkoopwaarde bedroeg € 100.000,—.
Voorbeeld
Stappenplan Stap 1
Stap 2 Stap 3 Stap 4
Hoofdstuk 3
Welke grootboekrekening ondergaat een verandering? De rekening verandert, doordat we contant goederen verkopen. De rekening hulprekening van het eigen vermogen) verandert, doordat er een verkoop plaatsvindt. De rekening verandert, doordat we goederen verkopen. De rekening gebruiken we als hulprekening van het eigen vermogen om de brutowinst te kunnen bepalen. Bepaal of de grootboekrekening een rekening van , of hulprekening van het eigen vermogen ( ) is. Geef aan of de rekening toe- of afneemt. Bepaal of de rekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd en voor welk bedrag.
Stap 1
Stap 2
Rekening
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Stap 3
Hulprekening
(+/–)
Stap 4 Debet
Credit
eigen vermogen Kas Opbrengst verkopen
B
+
HEV
+
Stap 1
Stap 2
Rekening
Bezit/Schuld/
Toename/Afname
Hulprekening
(+/–)
Stap 3
200.000,— 200.000,—
Stap 4 Debet
Credit
eigen vermogen Kostprijs verkopen
HEV
–
Voorraad goederen
B
–
100.000,— 100.000,—
In plaats van de rekening Eigen vermogen gebruiken we nu twee nieuwe hulprekeningen van het eigen vermogen, te weten Opbrengst verkopen en Kostprijs verkopen. Indien de heer Laars de goederen op rekening had verkocht, dienden we in plaats van de rekening Kas de rekening Debiteuren te hanteren. We willen de nieuwe boekingsregels nog eens aan de orde stellen aan de hand van een voorbeeld. Gemakshalve zetten we alle boekingsregels opnieuw op een rijtje: Openingsregels Regel A Een rekening van bezit wordt bij opening van het grootboek gedebiteerd voor het bedrag waarvoor die rekening debet op de balans staat. Regel B Een rekening van schuld wordt bij opening van het grootboek gecrediteerd voor het bedrag waarvoor die rekening credit op de balans staat. Regel C De rekening Eigen vermogen wordt bij opening van de grootboekrekening Eigen vermogen gecrediteerd voor het bedrag waarvoor het eigen vermogen credit op de balans staat. Boekingsregels Regel 1 Een rekening van bezit wordt gedebiteerd als het bezit toeneemt. Regel 2 Een rekening van bezit wordt gecrediteerd als het bezit afneemt.
Het grootboek
Regel 3 Een rekening van schuld wordt gecrediteerd als de schuld toeneemt. Regel 4 Een rekening van schuld wordt gedebiteerd als de schuld afneemt. Regel 5 Een hulprekening van het eigen vermogen wordt gecrediteerd als het eigen vermogen toeneemt. Regel 6 Een hulprekening van het eigen vermogen wordt gedebiteerd als het eigen vermogen afneemt.
Mevrouw P. van den Bosch is eigenaresse van een drogisterij. Haar balans geeft op 1 september 2009 het volgende beeld:
Voorbeeld
Debet
Balans drogisterij P. van den Bosch per 1-9-2009 €
Bedrijfspand
258.500,— Eigen vermogen
Inventaris
12.000,— 6% Hypotheek o/g
Voorraad goederen
12.000,— Crediteuren
Debiteuren
4.000,—
SNS Bank
5.000,—
Rabobank
2.000,—
Kas
6.000,— €
299.500,—
Credit €
99.500,— 183.000,— 17.000,—
€
299.500,—
In de maand september doen zich de volgende mutaties voor: 03-09 05-09 09-09 15-09 17-09 19-09
Betaald per kas voor postzegels € 41,50 (K1). Betaald per kas de jaarlijkse contributie voor het reclamebord van de plaatselijke atletiekvereniging € 250,– (K2). Opgenomen uit de kas voor huishoudgeld € 200,– (K3). Op rekening goederen verkocht aan de firma Graus voor € 500,–. De goederen hadden een inkoopwaarde van € 300,– (VF1). Per Rabobank de nota betaald voor schilderwerk € 1.100,– (B1). Per kas goederen verkocht aan de firma Nelissen voor € 600,–. De inkoopwaarde van deze goederen bedroeg € 350,– (K4).
Bovenstaande transacties zouden ook in de vorm van boekingsdocumenten kunnen worden aangeboden. a. Open het grootboek. b. Geef via het stappenplan aan welke rekeningen worden gedebiteerd en welke worden gecrediteerd. c. Verwerk vervolgens via de uitwerkingen van het stappenplan de mutaties in het grootboek. Hoofdstuk 3
Uitwerkingen b Stap 1
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/
Hulprekening
Afname
eigen vermogen
(+/–)
03-09 Portokosten
HEV
–
Kas
B
–
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/
Hulprekening
Afname
eigen vermogen
(+/–)
HEV
–
B
–
Datum Rekening
Stap 1 Datum Rekening
05-09 Reclamekosten Kas
Stap 1 Datum Rekening
09-09 Privé Kas
Stap 1 Datum Rekening
15-09 Debiteuren
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/
Hulprekening
Afname
eigen vermogen
(+/–)
HEV
–
B
–
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/
Hulprekening
Afname
eigen vermogen
(+/–)
B
+
Opbrengst verkopen
HEV
+
Kostprijs verkopen
HEV
–
Voorraad goederen
B
–
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/
Hulprekening
Afname
eigen vermogen
(+/–)
17-09 Huisvestingskosten
HEV
–
Rabobank
B
–
Stap 1 Datum Rekening
Stap 4 Debet
Credit
41,50 41,50
Stap 4 Debet
Credit
250,— 250,—
Stap 4 Debet
Credit
200,— 200,—
Stap 4 Debet
Credit
500,— 500,— 300,— 300,—
Stap 4 Debet
Credit
1.100,— 1.100,— Het grootboek
Stap 1 Datum Rekening
19-09 Kas
Stap 2
Stap 3
Bezit/Schuld/
Toename/
Hulprekening
Afname
eigen vermogen
(+/–)
B
+
Opbrengst verkopen
HEV
+
Kostprijs verkopen
HEV
–
Voorraad goederen
B
–
Stap 4 Debet
Credit
600,— 600,— 350,— 350,—
Uitwerkingen a en c Bedrijfspand Datum
Stuknr.
01-09
Omschrijving Van balans
Debet €
Credit
258.500,—
Inventaris Datum
Stuknr.
01-09
Omschrijving Van balans
Debet €
Credit
12.000,—
Voorraad goederen Datum
Stuknr.
01-09
Omschrijving Van balans
15-09
VF1
Graus
19-09
K4
Nelissen
Stuknr.
Omschrijving
VF1
Graus
Stuknr.
Omschrijving
Debet €
Credit
12.000,— €
300,— 350,—
Debiteuren Datum 01-09 15-09
Van balans
Debet €
Credit
4.000,— 500,—
SNS Bank Datum 01-09
Van balans
Debet €
Credit
5.000,—
Rabobank Datum
Stuknr.
Omschrijving
B1
Schilder
01-09 17-09
Van balans
Hoofdstuk 3
Debet €
Credit
2.000,— €
1.100,—
Kas Datum
Stuknr.
01-09
Omschrijving Van balans
03-09
K1
Portokosten
05-09
K2
Reclamekosten
09-09
K3
Privé
19-09
K4
Nelissen
Debet €
Credit
6.000,— €
41,50 250,— 200,—
600,—
Eigen vermogen Datum
Stuknr.
01-09
Omschrijving
Debet
Credit €
Van balans
99.500,—
6% Hypotheek o/g Datum
Stuknr.
01-09
Omschrijving
Debet
Credit €
Van balans
183.000,—
Crediteuren Datum
Stuknr.
01-09
Omschrijving
Debet
Credit €
Van balans
17.000,—
Portokosten Datum
Stuknr.
Omschrijving
03-09
K1
Postzegels
Debet €
Credit
41,50
Reclamekosten Datum
Stuknr.
Omschrijving
05-09
K2
Contributie atletiekvereniging
Debet €
Credit
250,—
Privé Datum
Stuknr.
Omschrijving
09-09
K3
Huishoudgeld
Debet €
Credit
200,—
Opbrengst verkopen Datum
Stuknr.
Omschrijving
15-09
VF1
Graus
19-09
K4
Nelissen
Debet
Credit €
500,— 600,—
Het grootboek
Kostprijs verkopen Datum
Stuknr.
Omschrijving
15-09
VF1
Graus op rekening
19-09
K4
Nelissen contant
Debet €
Credit
300,— 350,—
Huisvestingskosten Datum
Stuknr.
Omschrijving
17-09
B1
Schilder
Debet €
Credit
1.100,—
Maak eerst de kennisvragen van hoofdstuk 3 en vervolgens de opgaven 1 t/m 10 van paragraaf 3.3.
3.4 Samenvatting hoofdstuk 3 Het grootboek is een verzameling van alle grootboekrekeningen. Iedere grootboekrekening wordt geopend vanaf de balans. Dit doen we aan de hand van de openingsregels. Deze staan achter in het boek en op de losse inlegkaart. Debiteren: het noteren van geldbedragen of aantallen aan de debetzijde. Crediteren: het noteren van geldbedragen of aantallen aan de creditzijde. Muteren: het aanbrengen van veranderingen in bezittingen, schulden of eigen vermogen. Het boeken van veranderingen in de grootboekrekeningen van bezit en schuld en de rekening Eigen vermogen gebeurt volgens boekingsregels. Deze staan achter in het boek en op de losse inlegkaart.
Hoofdstuk 3