Cursisten Service in samenwerking met Project Taal & Rekenen
Begeleidingswijzer Dyscalculie
Dyscalculie De term dyscalculie komt uit het Latijn (dys = slecht) en Grieks (calculus = rekenen) en kan vertaald worden als ‘het niet kunnen uitvoeren van berekeningen’. Voor 1990 werd er nog maar weinig onderzoek gedaan naar dyscalculie en werd er weinig over geschreven. Leesproblemen hadden de prioriteit. Maar de laatste jaren komen rekenproblemen en dyscalculie steeds meer in de belangstelling te staan. Steeds meer mensen hebben een dyscalculieverklaring. In de literatuur wordt er een prevalentie genoemd van 2% tot 3%. Iedereen die bij Rijn IJssel werkt, kan dus te maken krijgen met studenten met dyscalculie. In deze brochure wordt informatie gegeven over dyscalculie. Daarnaast zijn hierin adviezen opgenomen om studenten met dyscalculie te ondersteunen.
Signalen Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en vlot/ accuraat oproepen/toepassen van rekenwiskundekennis (feiten/ afspraken), die blijvend zijn, ook na gedegen onderwijs. ( Ruijssenaars, van Luit & van Lieshout, 2004, H1, p. 28)
Dyscalculie gaat niet over, je houdt hier je leven lang last van. Gerichte oefening en het aanleren van strategieën helpen wel om het maximale niveau van rekenen te behalen. Verder is het belangrijk dat een student leert om compenserende strategieën in te zetten om zo goed mogelijk om te kunnen gaan met de dyscalculie.
Bij mensen met dyscalculie verlopen rekenprocessen niet geautomatiseerd. Hierdoor rekenen ze traag, omslachtig en maken ze veel fouten bij het rekenen. Verder hebben ze moeite met het onthouden van rekenafspraken, rekenfeiten en formules. Wetenschappers zijn het nog niet eens over oorzaken en verklaringen van dyscalculie. De definitie die op dit moment gehanteerd wordt, is de volgende:
2
Begeleidingswijzer Dyscalculie
Dyscalculie kan zich op verschillende manieren uiten. De accenten op de problemen verschillen. Hieronder worden signalen genoemd die mogelijke aanwijzingen geven voor dyscalculie. Informatie uit de voorgeschiedenis • In de eerste leerjaren van de basisschool waren er moeilijkheden met de rekenvoorwaarden (ordenen, classificeren en het tellen); • Er was sprake van een didactische achterstand (bijvoorbeeld in groep 8 meerekenen met groep 7); • De student heeft veel remedial teaching gehad voor het rekenen; • Er is steeds een verschil geweest in prestaties op reken/wiskunde gebied en prestaties op andere leergebieden. Getallen, getalbegrip, getalstructuur en de telrij De student: • heeft een verstoord of onvolledig inzicht in de getalstructuur en positiewaarde van de getallen (wat is de ‘9’ waard in 18.900); • heeft moeite met het correct onder elkaar plaatsen van grote getallen (tientallen onder tientallen, honderdtallen onder honderdtallen); • heeft moeite met het lezen en schrijven van getallen boven de 10.000 en decimale getallen; • heeft moeite met plaatsen van getallen op een getallenlijn en het navigeren op een getallenlijn. Begeleidingswijzer Dyscalculie
Hoofdrekenen / toepassen basisbewerkingen rekenen De student: • heeft moeite met het automatiseren van de tafels; • heeft een niet-leeftijdsadequate rekenstrategie (bijvoorbeeld blijven tellen op de vingers); • heeft moeite om oplossingen van eenvoudige sommen uit het hoofd te leren (bijvoorbeeld 7+5 tellend oplossen); • maakt veel fouten in het rekenproces (bijvoorbeeld één getal te veel of te weinig tellen); • heeft tempoproblemen bij hoofdrekenen.
3
Strategiegebruik en toepassen procedurele kennis De student: • heeft moeite met het herkennen en onthouden van rekenkundige symbolen (% ≤ ≠); • heeft veel tussenstappen nodig om een uitkomst te berekenen. Dit kost veel tijd; • heeft moeite met het onthouden van stappen om tot een goede oplossing te komen, bijvoorbeeld algoritmes bij cijferend rekenen; • heeft moeite om de draad vast te houden bij bewerkingen die bestaan uit verschillende stappen, tussenoplossingen worden snel vergeten; • heeft moeite met contextrijke opgaven (rekenvraagstukken): welke strategie is nodig om tot een oplossing van het probleem te komen; • heeft moeite met opgaven die betrekking hebben op inzicht in deel/ geheelrelaties en verhoudingen (breuken, procenten). Overige signalen De student: • heeft problemen met schatten; • heeft moeite met het correct interpreteren van tabellen en grafieken; • heeft moeite met opdrachten die een beroep doen op visueel-ruimtelijke vaardigheden; • heeft moeite met oriëntatie in de tijd;
4
• heeft digitale kloktijden niet snel beschikbaar; • heeft een beperkte geheugenspan, bijvoorbeeld het onthouden van telefoonnummers gaat moeizaam; • heeft in het dagelijks leven ook problemen met taken die een beroep doen op rekenen (bijvoorbeeld kassa, recepten lezen en goed interpreteren); • heeft problemen op het gebied van werkhouding en taakwerkgedrag bij rekenen (bijvoorbeeld snel opgeven, in paniek raken, faalangst, snel gefrustreerd).
Algemeen • Organiseer bij rekenvakken extra hulp door de vakdocent (herhaalde instructie, extra oefening met feedback, aanleren van technieken om zo goed mogelijk grip te krijgen op specifieke stof); • ………………………………………………………… Planning • Deel nieuwe stof op in stukken en behandel elke les één onderdeel waarna de studenten daar eerst zelf mee aan de slag gaan voordat een nieuw onderdeel wordt aangeboden; • Verstrek aan het begin van een lessenreeks planningen van de lessen zodat de student elke les kan voorbereiden; • …………………………………………………………
Begeleidingsadviezen De begeleiding van studenten met dyscalculie vraagt speciale aandacht. Hieronder volgen algemene tips en adviezen voor de onderwijsleersituatie en de beroepspraktijkvorming. De opleiding moet zelf een beoordeling maken in hoeverre het uitvoeren van deze maatregelen wel/niet strijdig is met de eindtermen/vereiste competenties. Wanneer deze begeleidingswijzer bedoeld is voor een specifieke student, zijn de tips en adviezen die in het bijzonder van toepassing zijn op deze student aangevinkt. Begeleidingswijzer Dyscalculie
Begeleidingswijzer Dyscalculie
Rekenprocedures • Breng overzicht in de rekenprocedures. Voorkom dat er verschillende strategieën worden aangeboden om een bepaald rekenkundig probleem op te lossen, een eenduidige benadering is het makkelijkst. Onderzoek samen met de student welke aanpak voor hem het meest duidelijk is en laat hem alleen volgens die aanpak werken; • Zorg voor een stap voor stap uitwerking van de rekenprocedures; • Leer de student om bij het oplossen van contextrijke opgaven (bijvoorbeeld verhaaltjessommen) in stappen te werk te gaan: - Opgave doorlezen; - Bijbehorende plaatjes, tabellen, grafieken etc. bekijken; - Bepalen wat het probleem is in de opgave; - De informatie die belangrijk is voor het oplossen van het probleem uit de opgave filteren; - Bedenken welke bewerking van de gegevens gedaan moet worden; - Uitkomst uitrekenen; - Uitkomst controleren (narekenen en door logisch redeneren bedenken of het kan kloppen). • …………………………………………………………
5
Begrippen • Gebruik begrippen en termen zoals ze zijn aangeleerd. Voorkom het gebruik van onverwachte synoniemen en vertaalde begrippen; • Leg nieuwe begrippen uit, probeer ze te verduidelijken met praktijkvoorbeelden en herhaal de begrippen regelmatig; • ………………………………………………………… Tijdens de les • Probeer rekenkundige bewerkingen uit te leggen door middel van concrete situaties; • Geef de student voldoende tijd om informatie te verwerken en om opdrachten uit te voeren; • Help met het maken van goede aantekeningen; bekijk in overleg met de student of een van de onderstaande oplossingen geboden kan worden: - Voorafgaand aan de les een overzicht verstrekken van wat er in de les behandeld wordt; - Voorafgaand aan de les de hand outs verstrekken; - Een puntsgewijze samenvatting van de te behandelen / behandelde stof verstrekken; - De aantekeningen van een klasgenoot over laten nemen; - Een geluidsopname maken. • Geef tijdens de les zoveel mogelijk aan wat belangrijk is voor de toets; • …………………………………………………………
6
Inhoud van toetsen • Geef per toets met betrekking tot rekenonderdelen aan wat er minimaal goed gemaakt moet worden voor een voldoende resultaat. Zo kan de student zelf een selectie maken van de opdrachten die hij als eerste maakt, zodat hij de grootste kans heeft op een voldoende; • Ken niet alleen punten toe aan een goed antwoord, maar beoordeel ook het proces dat de student heeft doorlopen om tot het antwoord te komen; • Bespreek onvoldoende gemaakte toetsen na, zodat de student weet wat er mis is gegaan en hij daar rekening mee kan houden wanneer hij gaat leren voor een volgende toets; • …………………………………………………………
Begeleidingswijzer Dyscalculie
- de student de formulekaart voorafgaand aan de toets mee naar huis te geven, zodat hij kan oefenen met die kaart. • Deel toetsen op in deeltoetsen, zodat de student de stof in delen kan leren; • …………………………………………………………
Aangepaste toetsing • Bied de mogelijkheid tot verlenging van tijd bij toetsing; het betreft vooral de toetsen waarbij gewerkt wordt met cijfers en getallen; • Bied toetsen aan in een vergroot lettertype, dit geldt vooral voor toetsen met tabellen en grafieken; • Sta het gebruik van rekenmachine en kladblaadjes toe bij toetsing; • Sta bij toetsing het gebruik van geheugensteuntjes (bijvoorbeeld formulekaarten, stappenplannen, opzoektabellen) toe. Zo kan de student alle aandacht besteden aan een goede analyse van de opgave en aan de vertaling naar de juiste procedure om het probleem op te lossen. Om het leerproces te stimuleren kan ervoor gekozen worden: - de student voorafgaand aan de toets zijn eigen formulekaarten te laten maken en die door een docent te laten controleren en goedkeuren;
Begeleidingswijzer Dyscalculie
Compensatie • Bied, bij de vakken waarbij rekenvaardigheid een rol speelt, de mogelijkheid om onvoldoende resultaten bij de rekenonderdelen te compenseren met betere prestaties bij andere onderdelen van dat vak, bijvoorbeeld theoretische kennis of bepaalde handelingsvaardigheden; • Kies, indien de resultaten daartoe aanleiding geven, voor gevarieerde toetsvormen van rekenvakken. Bijvoorbeeld open boek tentamens, take-home opdrachten en mondelingen; • ………………………………………………………… Voor verdere toelichting of vragen over deze adviezen kan contact opgenomen worden met de orthopedagogen van Cursisten Service: Monique Janssen (
[email protected]) Fieke Verberk (
[email protected]) Voor informatie over het project Taal & Rekenen, mail naar
[email protected] of kijk op Intranet > Strategieën > Onderwijs > Taal & Rekenen.
7
Cursisten Service in samenwerking met Project Taal & Rekenen
Begeleidingswijzer Dyscalculie