Begeleidend leermenu periode 8
Werkprocessen Intake Voorlichting en Advies 1.1 staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag 1.2 zorg dragen voor intake, voorlichting en advies geven 3.1 werkt aan deskundigheidsbevordering Werkprocessen Medische Zorg 2.1 maakt de behandelruimte, materialen en middelen gereed voor de behandeling 2.2 assisteert de behandelaar bij de medische handeling 2.3 voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg 2.4 begeleidt en informeert de zorgvrager
Inhoud Inleiding: ................................................................................................................................ 3 Betrouwbare sites voor gebruik van de leeropdrachten: ........................................................ 4 Resultatenoverzicht leeropdrachten Leermenu periode 8 ...................................................... 5 Thema 1: Psoriasis ................................................................................................................ 7 Thema 2: Huidaandoeningen met jeuk .................................................................................. 9 Thema 3: Oogaandoeningen……………………………………………………………………….11 Thema 4: Vergiftiging en traumatologie bij kinderen .............................................................13 Thema 5: Ongevallen in en rond het huis bij volwassenen ...................................................17 Thema 6: Zwangerschap en kraambed ................................................................................19 Thema 7: Moe en duizelig ....................................................................................................22 Thema 8: Hypertensie ..........................................................................................................24 Thema 9: Herpesinfecties .....................................................................................................26 Thema 10: Herhalen en afronden .........................................................................................28
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 2
Inleiding: Je gaat na de vakantie werken in een nieuwe huisartsenpraktijk, polikliniek afdeling of andere instelling. Omdat je dan een derdejaars student bent, zijn de verwachtingen van jouw functioneren hoger dan die van het afgelopen jaar. Er wordt ook van je verwacht dat je patiëntgericht, patiëntvriendelijk en met alle soorten patiëntenpopulatie om kunt gaan. Om te laten zien en horen dat je als een meer ervaren en professionele doktersassistent kunt werken, ga jij je extra verdiepen in de onderwerpen die in dit leermenu aan bod komen. Bovendien ga je oefenen met triageren, voorlichting geven en je gaat medisch technische vaardigheden herhalen en aftekenen. Dit leermemenu wordt je anders aangeboden dan dat je bent gewend. Het bestaat ditmaal alleen uit opdrachten voor geneesmiddelenkennis plus intake voorlichting en advies met daar aan toegevoegd opdrachten voor medische zorg en aandacht voor intervisie. Ziektekunde wordt in een apart programma aangeboden. Door met medestudenten stage ervaringen te delen (intervisie) en kritisch te kijken naar jouw eigen functioneren, kan je groeien in jouw werkzaamheden als doktersassistent. Intervisie geeft je herkenning en duidelijkheid over mogelijke problemen rondom communicatie, samenwerking, grenzen stellen, waarden en normen en het uitvoeren van intake, voorlichting en advies plus medisch technische handelingen. Wij wensen je plezier en succes met dit leermenu! Tip: Maak tijdens het observeren en feedback geven tijdens rolspeloefeningen gebruik van onderstaand voorbeeld: Wat valt je op: wat zie/ hoor je
Wat was het effect daarvan
Welke tips en suggesties heb je voor de assistente
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 3
Betrouwbare sites voor gebruik van de leeropdrachten: www.thuisarts.nl:
voor ziektebeelden a t/m z, huisartsenzorg en zoeken op lichaamsdeel www.dokterdokter.nl aandoeningen, artikelen, medicijnen, medische encyclopedie, specials, reisapotheek, TV dokter www.medicinfo.nl: voor med. encyclopedie, geneesmiddelen atlas virtueel lichaam en interactief www.merckmanual.nl medisch handboek (encyclopedie) www.consumed.nl: voor ziektebeelden A t/m Z, allerlei video beelden, zelftests en medicijnen www.artsenapotheker.nl: voor aandoeningen, voorlichting en bijsluiters www.spreekuurassistent.nl: voor NHG standaarden, probleeminfo, filmpjes, voorlichting, organisatie www.ziekenhuis.nl: voor ziektebeelden en filmpjes www.eerstelijnsprotocollen.nl:zie: inhoudsopgave en bijlagen voor diabetes anamnese, diagnose, onderzoeken, verwijzing, controle, stappenplan en leefstijl www.fk.cvz.nl: voor het farmacotherapeutisch kompas www.agcontext.nl: voor allerlei informatie via google: naar NHG patiëntenfolders Bovengenoemde sites zijn ook via google te vinden.
Leervloerkastboeken die goede informatie geven: zie lokaal 406 Medisch Handboek (Lifetime of Merck) Eigen spreekuur en chronische ziekten Poliklinieken, jeugdgezondheidszorg en arbodienst voor info onderzoeken en aandoeningen Triage voor klacht- en patiëntgerichte telefonische communicatie, Zakwoordenboek Coëlho Eigen boeken: Verpleegtechnisch Handelen Geneesmiddelenkennisboek NHG-Triagewijzer
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 4
Resultatenoverzicht leeropdrachten Leermenu periode 8 Naam:
Groep: Praktijkinstelling en/ of School
Leeropdrachten
Handtekening
School
Leeropdracht 1: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 1: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 2: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 2: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 3: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 3: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 4: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 4: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 5: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 5: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 6: IVA
Vakdocent
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 5
Leeropdracht 6: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 7: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 7: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 8: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 8: MZ
Vakdocent
Leeropdracht 9: IVA
Vakdocent
Leeropdracht 9: MZ
Vakdocent
Reflectieverslag leermenu 8
Studieloopbaandocent
Onvoldoende / Voldoende
Datum afronding:
Naam student:
Naam studieloopbaanbegeleider:
Handtekening:
Handtekening:
Toelichting en leerpunten:
Dit leermenu resultatenoverzicht opnemen in je portfolio.
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 6
Thema 1: Psoriasis
Ongeveer 80 miljoen mensen over de gehele wereld hebben te maken met de chronische ziekte psoriasis. In Nederland hebben ongeveer 2 op de 100 mensen psoriasis. Casus: De moeder van Mary Loomans (12 jaar) belt naar de praktijk omdat Mary sinds een maand nu ook last heeft van ruwe, schilferende plekken op haar rug. Zij is al bekend met deze klachten op het behaarde hoofd, de knieën en de ellebogen. Bovendien wil ze weten of lichttherapie voor Mary een optie is. En welke therapie dan het meest geschikt voor haar is? Wanneer je de naam van Mary in Medicom invoert, zie je dat haar vader ook psoriasis heeft. Beiden gebruiken het middel calcitriol. Voor het behaarde hoofd gebruikt Mary een shampoo met koolteer en menthol. Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Bereid je voor op de diagnostische toets voor deze week of volgende week. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer vervolgens je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. - Wat weet jij over de oorzaak van psoriasis? - Welke psoriasis symptomen kan je noemen? - Welke vormen van psoriasis zijn er allemaal? - Wat kan je vertellen over die vormen van psoriasis? - Wat is het beloop van psoriasis? - Welke behandelingen kunnen worden toegepast? - Welke huidaandoeningen (buiten psoriasis) kunnen ook schilfering van de huid geven? Noem er tenminste 3. - Wanneer worden corticosteroïden voor de huid voorgeschreven? Opdracht: Zoek antwoorden op de voorkennis vragen waar je geen (volledig) antwoord op hebt kunnen geven. Ga hiervoor naar de site huidinfo.nl en klik de volgende folder info van de alfabetische huidziekten aan: Psoriasis (algemeen) Psoriasis behaarde hoofd Psoriasis van de gewrichten Psoriasis handpalmen en voetzolen Psoriasis van de nagels - Welke vragen ga je de moeder van Mary stellen en de hulpvragen van patiënten uit de overige te oefenen casuïstiek? - Welk beleid kies je? (motiveer steeds je antwoord). Werk de informatie uit in jouw eigen woorden en gebruik je samengestelde “folder” tijdens het oefenen met voorlichting geven. Toepassen kennis: (maak gebruik van het observatie/feedback schema, zie inleiding) Oefen de triage casuïstiek uit de inleiding en de volgende beschreven casuistiek: Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 7
De moeder van Selima Oztas (6 jaar) belt naar de praktijk, omdat Selima sinds een week een rode schilferende plek op de onderarm heeft die langzaam aan de rand groter wordt. Mw. van Haperen (31 jaar) belt, omdat zij in het gezicht last heeft van roodheid en schilfertjes in de wenkbrauwen en naast haar neus. De moeder van Joselie van der Does (2 maanden oud) belt, omdat hij op zijn hoofd donker gekleurde schilfers heeft die hardnekkig vastzitten. De moeder van Danielle Roggeveen ( 11 jaar) belt, omdat zij steeds meer last krijgt van haar droge huid. Oefen het geven van voorlichting over de verschillende vormen van psoriasis. Gebruik hiervoor jouw uitwerkingen vanuit de info van de site huidinfo.nl. Oefen het geven van voorlichting over UV-A therapie, UV-B Therapie en PUVA therapie (voor welke aandoeningen bestemd, hoe werkt het, hoe lang duurt het en moet de patiënt nog ergens rekening mee houden? Praktijk ervaring uitwisselen: (intervisie) Indien er nog tijd over is kan er vanuit de groep een praktijkervaring worden ingebracht. Geef een voorbeeld van een urgent (huid)probleem vanuit de praktijk en bespreek dit met elkaar: welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groep van 2 – 3 studenten. Maak daarbij gebruik van je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Wat kan je vertellen over rode, gele en zwarte wonden? - Welke verbandsoorten kunnen daarvoor worden toegepast? - Wanneer zal de arts een huidbiopsie uitvoeren en hoe gaat dit in zijn werk? - Wat ga je de patiënt vertellen indien deze voor een tetanus vaccinatie in aanmerking komt? - Welke maatregelen kunnen de behandelend arts of doktersassistent\ en de patiënt nemen om een goede wondgenezing te bereiken? - Kennis vragen (juist/onjuist) over brandwonden: (omcirkel het juiste antwoord) Met de regel van negen meet je bij brandwonden de grootte van het brandwondgebied door de oppervlakte van het gebied te meten met een vlakke gesloten hand (= 1%) juist onjuist Een patiënt heeft aan zijn linker been een 1% grote brandwond met rode randen en een witte centrale laesie, die leerachtig aanvoelt. Bewering: dit is een 3e graads brandwond juist onjuist Bovengenoemde brandwond kan het beste met Flammazine gazen worden behandeld juist onjuist Zorg dat jij je goed hebt voorbereid op de daarbij behorende kennis. Wanneer je de vaardigheden vlot en volgens protocol beheerst ga je in overleg met de docent betreffende vaardigheden een 2e keer aftekenen. Deze week en volgende week ga je de volgende MZ vaardigheden herhalen: - Wond bedekkende verbanden aanbrengen - Wondrandomgeving reinigen + rode wond uitspoelen - Rode wond verzorgen - Gele wond verzorgen Vooruitkijken week 2: Volgende week komen er nog meer huidaandoeningen aan bod. Bereid je voor op de lessen (zie opdrachten thema 2).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 8
Thema 2: Huidaandoeningen met jeuk
Veel huidaandoeningen gaan gepaard met jeuk (pruritis). Wanneer men jeuk heeft kan men de drang om te krabben of wrijven meestal niet tegenhouden Men ervaart jeuk dan ook als iets onplezierigs. Casus: Miranda Versluijs (21 jaar) belt naar de praktijk, omdat ze acute jeukklachten heeft. Ze heeft wel eens eerder jeuk aan haar rug en armen gehad, maar nu geeft ze aan dat ze er helemaal gek van wordt! Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groepje van 2 – 3 studenten. - Welke huidaandoeningen kunnen jeuk geven? - Wat kun je allemaal vertellen over jeuk bij huidaandoeningen? - Welke eczeemvormen kunnen er in het gezicht en rond de ogen voorkomen? - Welke beestjes kunnen jeuk, roodheid en pijn veroorzaken en wat kan je erover vertellen? - Welke medicatie kan er worden voorgeschreven bij klachten van jeuk en een droge huid? Opdracht: - Vul de antwoorden op je voorkennis vragen aan. Ga hiervoor naar de site huidinfo.nl en tik de zoekterm ‘jeuk- een overzicht’ in of folders (alfabetische volgorde) en klik door voor verdere info. Ga ook naar de site www.isala.nl/patienten/folders/5249-jeuk. Maak van de gevonden informatie zo veel mogelijk in eigen woorden een duidelijk overzicht. Deze informatie ga je gebruiken tijdens het oefenen met intake en voorlichting geven. - Welke vragen ga je Miranda Versluijs en de overige patiënten uit de te oefenen casuïstiek stellen? - Welk beleid kies je? (motiveer je antwoord). Toepassen kennis: Maak gebruik van de NHG-Triagewijzer Oefen de triage casuïstiek uit de inleiding en onderstaande casuïstiek: Mw. Manders (27 jaar) belt omdat zij vijf dagen geleden van de huisarts voor een week een antibioticakuur voorgeschreven heeft gekregen. Ze heeft nu echter acuut last van rode vlekken en jeuk over het gehele lichaam. Ze heeft op internet gelezen, dat dit door de antibiotica kan komen. Maar wat moet ze nu doen, want de arts had gezegd dat zij de kuur af moest maken?! Ditta Zundert heeft sinds vannacht last van een hevige jeuk aan de armen. De rode plekjes worden nu dikker. De heer Leidekker belt omdat hij last heeft van erge jeuk en roodheid aan twee tenen van zijn linker voet. Mw. Kalloe heeft al lange tijd aan haar rechter been jeukende plekken. Ze kan er niet van af blijven en moet constant krabben of wrijven. De jeuk is nu echter heviger en het lijkt ook wel of de jeukplekken wat donkerder van kleur worden.
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 9
Oefen het geven van voorlichting over huidaandoeningen met jeuk zoals: Eczeem in het gezicht (zie de site huidinfo) Constitutioneel eczeem, seborroïsch eczeem, contact allergisch eczeem, nummulair eczeem, handeczeem, eczeem rond de ogen en zwemmerseczeem Droge huid Schurft Jeuk, veroorzaakt door beestjes (zie de site huidinfo) Schimmelinfectie Jeuk aan de vulva Zo nodig nog eens oefenen: Hoofdluis Galbulten (urticaria) Praktijk ervaring uitwisselen: (intervisie) Indien er nog tijd over is kan er vanuit de groep een praktijkervaring worden ingebracht. Geef een voorbeeld van een (urgent) probleem vanuit de praktijk en bespreek dit met elkaar: welk probleem betreft het? komt het vaak voor? Zo nodig: wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groep van 2 – 3 studenten. Maak daarbij gebruik van je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Wat kan je vertellen over het aanbrengen van hechtingen, de soorten hechtmaterialen en het verdoven voor een ingreep? - Welke instrumenten heelkunde ken je nog? (naam en doel) - Hoe zou jij het in jouw assisterende rol bij een ingreep of onderzoek aanpakken, wanneer de arts er tijdens een ingreep of onderzoek achter komt dat hij/zij een instrument mist, of dat een instrument kapot is? - Wat kan je vertellen over het aantal minuten dat je een wrat moet bevriezen en bij welke temperatuur is dat? - Welke andere manieren kan je noemen om wratten te verwijderen? - Welke hechtdraadsoorten ken je? - Wanneer wordt weefsellijm gebruikt? En welke merkvoorbeelden kan je geven? - Wat zijn voordelen en nadelen van hechten met steristrips? - Wat zijn staplers en hoe worden deze aangebracht? - Wat is bij verdoven het verschil tussen Xylocaine 2% en Xylocaine 2% met adrenaline 1:80.000? - Welke andere lokale anesthetica ken je en wat is daarvan de inwerktijd en werkingsduur? Bereid je goed voor op de bij de vaardigheden behorende kennis. Oefen tijdens onderstaande vaardigheden en teken deze voor een 2e keer af wanneer je over voldoende kennis en vaardigheid beschikt: - Wratten behandelen - Klaarleggen van materialen voor een chirurgische ingreep: atheroomcyste plus wondrandexcisie en hechtingen inbrengen - Wondrandomgeving reinigen + rode wond uitspoelen - Wondbedekkende verbanden aanbrengen - Zo nodig nog een rode en gele wond verzorgen Vooruitkijken week 3: Volgende week komt het thema oogaandoeningen aan bod. Bereid je hier goed op voor (zie opdrachten).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 10
Thema 3: Oogaandoeningen
Het oog is een gevoelig en kwetsbaar orgaan. Daarom moet men patiënten die bellen met klachten aan het oog altijd serieus nemen. Casus: Faisal Hilali (24 jaar) belt met zijn mobiel naar de praktijk omdat hij zojuist op het werk (hij werkt in de bouw) iets in zijn oog heeft gekregen. Het oog doet erge pijn. Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Tijdens dit hoorcollege wordt aandacht besteed aan medicatie bij oogaandoeningen en druppelinstructie. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. - Welke oogziekten ken je en wat kan je hierover vertellen? - Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van een rood oog? - Wat zijn de meest voorkomende klachten aan en rondom de oogleden? - Wat zijn oorzaken en klachten bij droge ogen en tranende ogen? - Over welke onderzoeken van het oog kan je al voorlichting geven en welke nog niet? - Welke medicatie voor oogklachten ken je en wat kan je vertellen over de toediening, indicaties, bijwerkingen en interacties? Maak hier een schema van. - Welke groepen lopen een verhoogd risico voor glaucoom? - Wat zijn voor een arts en een doktersassistent alarmsymptomen, wanneer het gaat om een patiënt met klachten aan het oog? Opdracht: - Vul de antwoorden op je voorkennis vragen aan. Maak gebruik van je boek medische kennis (zie hoofdstuk 13), de site oogziekenhuis.nl. en de NHG- Tragewijzer. - Welke vragen stel je aan Faisal Hilali en de overige patiënten uit de te oefenen casuïstiek? - Welk beleid kies je? (motiveer je antwoord). Toepassen kennis: Maak gebruik van de NHG-Triagewijzer Oefen de triage casuïstiek uit de inleiding en onderstaande casuïstiek: Mw. Diessen (38 jaar) belt naar de praktijk omdat zij last heeft van rode ogen. Het oog is wat gezwollen en voelt branderig aan. De moeder van Melvin Valerio (12 dagen oud) belt ongerust naar de praktijk omdat er in zijn rechter oogje vieze prut zit. Ze zitten helemaal dichtgeplak, maar niet rood. Mw. Meuleman (67 jaar) geeft aan sinds een half jaar een vermindert zicht te hebben aan het rechter oog. Het valt anderen nu ook op dat dit oog er wat troebel uitziet. De heer Wijzenbroek (71 jaar) belt omdat hij al een tijdje last heeft van minder zicht, het is net alsof er een vlek voor zijn ogen zit. Mw. Ferreira (56) belt omdat zij omdat zij erge last heeft van tranende ogen. Lesley Hogendorst (19 jaar) draagt sinds kort contactlezen en heeft de laatste dagen last van droge en pijnlijke ogen. Mw. Wiering (34 jaar) heeft tijdens het schoonmaken van de wc chloor in haar oog gekregen. Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 11
Oefen het geven van voorlichting over oogaandoeningen: Zet voor jezelf vooraf aan de voorlichting aandachtspunten op een rij (zie voor folders: www.oogheelkunde.org/patienten/patientenvoorlichting (of via google naar NOG – patiënten folders). Denk daarbij aan: wat is het, oorzaak, klachten/ verschijnselen, onderzoek en behandelingen. Vul zo nodig informatie aan met behulp van andere bronnen. Amblyopie (lui oog) Arteriële vaatafsluiting in het oog Blefaritis (ooglid ontsteking) Cataract (staar) Complicaties bij het dragen van contactlenzen Conjunctivitis (bindvlies ontsteking) Droge ogen Fluorescentie Angiografie (FAG) van het netvlies Glaucoom Laserbehandeling van het oog Macula degeneratie Strabismus (scheelzien) Suikerziekte en het oog Tranende ogen Vlekken en flitsen Praktijkervaring uitwisselen: (intervisie indien er tijd voor is) Geef een voorbeeld van een urgent oogprobleem of een ander probleem vanuit de praktijk en bespreek dit met elkaar: welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groep van 2 – 3 studenten. Maak een notitie van je antwoorden. Maak daarbij onder andere gebruik van de site www.oogartsen.nl > oog > instructies oog druppelen/zalven en aanbrengen oogverbanden en je boek Verpleegtechnisch Handelen. - Op welke manieren kan een vuiltje in het oog worden verwijderd? Noem er drie. - Op welke wijze worden oogdruppels/ zalf en een oogverband aangebracht? - Welke oogdruppels kunnen er worden toegepast voor verdoving en het verwijden van de pupil? En welke klachten kan men krijgen na het druppelen van betreffende druppels? - Op welke manieren kan de gezichtsscherpte allemaal worden bepaald? - Op welke manieren kan een corpus alienum of vloeistof uit het oog worden verwijderd? En hoe gaat dat in zijn werk? - Wat kan je vertellen over een kleurenblindheidstest en een diepte zien test? Tijdens de les Medische Zorg ga je onderstaande vaardigheden herhalen en aftekenen wanneer je de vaardigheid en kennis goed beheerst: - Benoemen van ooginstrumenten en doel ervan - visus bepalen - oog druppelen - oogspoelen - oogkompres aanbrengen Vooruitkijken week 4: Volgende week komt het thema vergiftiging en traumatologie bij kinderen aan bod. Bereid je hier goed op voor (zie opdrachten).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 12
Thema 4: Vergiftiging en traumatologie bij kinderen
Bij kinderen komen vergiftigingen, brandwonden en valpartijen regelmatig voor. Jaarlijks komen er duizenden kinderen bij de huisarts terecht, waarvan er ongeveer tweeduizend in het ziekenhuis moeten worden opgenomen, soms met dodelijke afloop. Casus Tigo Festila: Tigo is een ondernemend knulletje van 2 jaar. Hij heeft op zijn zoektocht ontdekt dat er in het keukenkastje allemaal mooi gekleurde flessen staan. Hij heeft een fles met een keukenreinigingsmiddel open weten te draaien en er een onbekende hoeveelheid van ingenomen, waarna hij begon te huilen. De moeder van Tigo belt vervolgens in paniek naar de praktijk. Casus Sabine van Zomeren: Sabine (7 jaar) is tijdens het buiten spelen van het klimrek gevallen. De moeder zag het gebeuren en is zo snel mogelijk naar haar toe gerend. Omdat Sabine een enorme bult op haar voorhoofd heeft en klaagt over misselijkheid en duizeligheid, belt de moeder naar de praktijk. Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Voorkennis vragen IVA: vul onderstaand schema in en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. Te gebruiken bron: o.a. www.kring-apotheek.nl en www.apotheek.nl (zie thema: Kinderen en medicijnvergiftiging) en www.e-gezondheid.be (zie uw gezondheid > ongevallen). Bestudeer ook de achtergrondinformatie ‘intoxicatie’ in de NHG- Triagewijzer (zie algemeen). Soort vergiftiging Afwasmiddel Alcohol overdosis Kerstster (plant) Knoopbatterij Lampolie Mieren- en muizengif Ontkalkings- bleekmiddel Gootsteenontstopper Vliegenzwam (paddenstoel) Paracetamol en Ibruprofen Schoonmaakazijn Sigaretten peuk(en) Slaap- en kalmeringsmiddel Tandpasta met fluoride Taxus bessen Vitamine D preparaat Waspoeder/ was vloeistof
Klachten
Te bieden hulp en advies
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 13
Beantwoord onderstaande vragen in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer vervolgens op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. Maak daarbij onder andere gebruik van de NHG- Triagewijzer. Wat verstaat men precies onder een vergiftiging en een trauma? - In welke leeftijdsgroep komen er bij kinderen de meeste vergiftigingen en ongelukken voor? En wat is daarvan de reden? - Hoe herken je vergiftigingen bij een kind? - Hoe kan men vergiftiging bij kinderen voorkomen? - Welk nummer kan worden gebeld wanneer er onzekerheid is over de manier van behandelen? - Welke adviezen kan je als doktersassistent geven als er bij een kind sprake is van: > een gekneusde vinger nadat deze b.v. tussen de deur heeft gezeten > er een vingertopje ontbreekt > er een tand uit de mond is door een val > een verslikking > een verstikking door een knoop of ander voorwerp > een beet van een hond of kat > hersenschudding > een schaafwond > een brandwond > een wespensteek in de keel Maak hier notities van en controleer je antwoorden. Werk het schema uit op pagina 15. Toepassen IVA kennis: Maak gebruik van de NHG-Triagewijzer Oefen de triage casuïstiek uit de inleiding en onderstaande casuïstiek: Floris (3 jaar) heeft 9 anticonceptiepillen ingenomen. Bea de Lange (7 jaar) is voor het huis gevallen en heeft daarbij een reeds gewisselde voortand verloren. De tand is door haar vader gevonden. Daniël Verbruggen (4 jaar) heeft zojuist een of meerdere slokjes lampenolie naar binnen heeft gekregen. Zijn moeder belt in paniek naar de praktijk Memet Faiz (2 jaar) heeft zojuist hete thee over zijn gehele linker arm gekregen. Hij krijst het uit en de moeder belt nu huilend naar de praktijk. Evelien Groothuis (9 jaar) heeft met een scherp mes haar vingertopje er afgesneden. Iedereen is overstuur. Onno Meeuwisen (4 jaar) heeft zeker 20 vitamine AD pillen ingenomen. Zijn moeder wil weten of dit kwaad kan. De moeder van Francien Molenwijk (5 jaar) belt hevig in paniek omdat Francien zich heeft verslikt in een snoepje en het nu erg benauwd heeft. Harry Beuk heeft (3 jaar) zojuist zeker 5 tabletten paracetamol 240 mg ingenomen. Reena Buwalda (11 jaar) is met haar fiets op straat gevallen. Ze heeft een lelijke schaafwond op haar rechter knie. Nadir Kalouchi (8 jaar) is 5 minuten geleden door een hond gebeten. De wond bloed. Sabrina van de Vlugt (3 jaar) heeft volgens de moeder een batterijtje ingeslikt. Melvis Starke (4 jaar) heeft tijdens het spelen in de zandbak zand in zijn ogen gekregen. Hij heeft pijn en rode tranende ogen waarin hij steeds wrijft. Jesse de Ruiter (6 jaar) heeft tijdens het stoeien een trap tegen zijn balletjes gekregen. Hij gilt het nu uit van de pijn. Vilan de Roode (5 jaar) is gestoken door een bij. Doe moeder ziet nog iets zitten. Nadine Wanrooy (2 jaar) heeft ijzertabletten ingenomen, de moeder denkt dat zij er wel een stuk of 10 heeft binnen gekregen.
Oefen het geven van voorlichting over: Brandwonden Verstuikte enkel Insectensteek Zonnebrand
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 14
Opdracht: Zie voor het invullen van onderstaand schema o.a. de NHG-Triagewijzer (zie huid > insectensteek en de site www.huidinfo en www.medicinfo.nl. Insect
Klachten
Behandeling/ advies
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 15
Praktijkervaring uitwisselen: (intervisie indien hier tijd voor is) Geef een voorbeeld van een vergiftiging of traumaprobleem of andere eigen inbreng vanuit de praktijk en bespreek dit met elkaar: welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groep van 2 – 3 studenten. Maak daarbij gebruik van je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Welke verbandmiddelen kunnen er worden toegepast, indien er sprake is van een kneuzing of sportletsel? - Wat is een aandachtspunt bij het aanbrengen van een steun/ en drukverband aan de enkel? En waarom is dat een aandachtspunt? - Waar pak je een steriele handschoen vast, wanneer je er al één steriel hebt aangetrokken? - Welke desinfectans kan je opnoemen en welke worden er bij jou in de praktijk gebruikt? - Wat is de functie van een vette gaas bij een brandwond? - Welke andere toepassingen van brandwondverzorging ken je? - Welke aandachtspunten gelden er bij het verwijderen van een teek? Tijdens de les Medische Zorg ga je onderstaande vaardigheden herhalen en aftekenen wanneer je de vaardigheid en kennis goed beheerst: - Verzorgen van een bijtwond - Verzorgen van een brandwond (vette gaas en zalf) - Aanbrengen van steun- en drukverbanden - Aan-uittrekken en aangeven van steriele handschoenen - Verwijderen van een teek en verzorgen van een beet
Vooruitkijken week 5: Volgende week komt het thema ongevallen bij ouderen in en om het huis aan bod. Bereid je hier goed op voor (zie opdrachten).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 16
Thema 5: Ongevallen in en rond het huis bij volwassenen
Het is bekend dat de meeste ongevallen bij volwassenen in en rondom het huis gebeuren. Ongevallen door een val van de trap of een huishoudtrapje, struikelen over een voorwerp of mat, verwondingen tijdens het klussen in huis, het werken in de tuin of tijdens het bereiden van een maaltijd. Casus: De heer Solleveld (43 jaar) is van de trap gevallen en ligt nu bewusteloos onder aan de trap. Zijn vrouw belt totaal overstuur naar de praktijk. Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. Maak daarbij onder andere gebruik van de NHG- Triagewijzer. - Bij welke soort ongevallen vallen er volgens jou de meeste verwondingen? - Hoe kan het bij de heer Solleveld uit de casus het bewustzijn worden gecontroleerd? - Wat moet men vooral wel/ en niet doen bij een slachtoffer na een val van de trap? - Wat kan er met een slachtoffer na een val van de trap allemaal aan de hand zijn? - Waarom komen ernstige valongelukken bij ouderen vaak voor? Noem verschillende redenen. - Wat is het verschil tussen een gesloten en een open botbreuk? - Wat kan je vertellen over de criteria van een 1e, een 2e en een 3e graads brandwond? - Wat kan je vertellen over een acuut uitstralende pijn vanuit de onderrug na het verplaatsen van iets zwaars? Toepassen IVA kennis: Maak gebruik van de NHG-Triagewijzer Oefen de triage casuïstiek uit de inleiding en onderstaande casuïstiek: Mw. Uiterwaard (38 jaar) is zojuist van het keukentrapje gevallen en heeft daarbij haar enkel lelijk bezeerd. De enkel ziet blauw en wordt dik. Mw. Ilaria (43 jaar heeft zich hard gestoten tegen de punt van een keukenkastje. Zij heeft in de spiegel gekeken en zag een diepe wond op haar voorhoofd die hevig bloed. De heer Hermans heeft tijdens het klussen in huis een diepe splinter in zijn hand opgelopen. Mw. van Schijndel belt in paniek omdat haar moeder (81 jaar) zojuist gevallen is en haar linker been niet kan bewegen omdat dit haar teveel pijn doet. Ze ligt nog op de grond. Haar moeder logeert bij haar en is geen patiënt van de praktijk. Mw. De Paap (30 jaar) heeft zich lelijk aan het strijkijzer verbrand. Er is een enorme blaar ontstaan. Mw. Oosterveer belt omdat haar man (66 jaar) tijdens het tillen van een zware balk acuut pijn in zijn onderrug heeft gekregen. De pijn straalt uit naar zijn rechter been. Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 17
Mw. Buwalda (50 jaar) is gevallen op haar borst. Ze heeft belt omdat ze erge pijn aan haar ribben heeft. Jurriaan Vermeer (16 jaar) is gevallen tijdens het stunten met zijn fiets. Hij is hard op zijn rug gevallen en volgens de moeder kan hij zijn benen niet goed bewegen. Hij ligt nog op het tuinpad en de buurvrouw is bij hem. Mw. Schrijver (48 jaar) is geprikt door een wesp tijdens het werken in de tuin. Ze ziet op de plek waar ze is gestoken nog iets zitten. De heer Kersten (45 jaar) heeft zich in de garage verstapt. Hij heeft nu erge pijn aan zijn kuit en kan daardoor niet goed lopen. Praktijkervaring uitwisselen: (intervisie) Indien er nog tijd over is kan er vanuit de groep een praktijkervaring worden ingebracht over dit onderwerp of een andere eigen inbreng vanuit de praktijk en bespreek dit met elkaar: welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groep van 2 – 3 studenten. Maak daarbij gebruik van je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Waarom moet je bij meer dan 5 aangebrachte hechtingen, deze om en om verwijderen? - Wanneer raadpleeg je de arts bij het verwijderen van hechtingen? - Waar pak je de hechtdraad precies vast bij het verwijderen ervan? - Waar knip/snijd je de hechtdraad precies door? - Welk advies geef je de patiënt na het verwijderen van hechtingen? Tijdens de les Medische Zorg ga je onderstaande vaardigheden herhalen en aftekenen wanneer je de vaardigheid en kennis goed beheerst: - Hechtingen verwijderen - Nog niet afgeronde vaardigheden week 1 t/m 4 Vooruitkijken week 6: Volgende week komt het thema zwangerschap en kraambed aan bod. Bereid je hier goed op voor (zie opdrachten).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 18
Thema 6: Zwangerschap en kraambed
Op de afdeling gynaecologie en in huisartsenpraktijken zal je als doktersassistent te maken krijgen met vragen over zwangerschappen en het kraambed. Met name wanneer het een eerste zwangerschap betreft. Men is dan vaak onzeker en snel bezorgd. Mw. Degenaars (27 jaar) is twee maanden zwanger en voelt zich erg moe en duizelig. Ze is zwanger van haar eerste kindje en wil weten wat ze kan doen om van deze klachten af te komen. Bovendien geeft ze aan, wat meer last van afscheiding te hebben. De afscheiding ruikt niet. Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. Wanneer je twijfelt over antwoorden maak je gebruik van de NHG-Triage wijzer (zie advieskaarten: zwangerschap) plus betrouwbare bronnen, zie leermenu. - Welk medicijn is verstandig om voor een zwangerschap te gebruiken? En waarom is dat? - Welke klachten kunnen er voorkomen tijdens een zwangerschap? Zet dit in een schema. - Welke behandelingen en adviezen passen bij die klachten? Vul dit in het schema aan. - Hoe zou je bovenstaande casus in een SOEP verwerken? - Wat kunnen risico’s zijn van geneesmiddelen voor een zwangere en de foetus? - Welke adviezen geef je een vrouw die 20 weken zwanger is en aangeeft dat zij vakantie plannen heeft voor het buitenland en een vliegreis wil maken? - Welke kinderziekten kunnen welk gevaar vormen voor een zwangere vrouw? - Welke adviezen kan je zwangere vrouwen geven bij klachten over zuurbranden? - Welke adviezen kan je zwangere vrouwen geven ten aanzien van voeding? - Welke adviezen kan je zwangere vrouwen geven over zonbescherming, zonnebank en saunagebruik geven? - Hoe lang duurt een kraamperiode? - Welke klachten kunnen zich voordoen bij een kraamvrouw? Zet dit in een schema. - Welke behandelingen en adviezen passen bij die klachten? Vul dit in het schema aan. - Welke vorm van vitamine is verstandig voor een zwangere of tijdens de borstvoeding? > Wanneer er sprake is van een urineweginfectie bij een zwangere mag penicilline worden voorgeschreven, maar nooit nitrofurantoïne. Is dit JUIST of ONJUIST? > NSAID’s kunnen tijdens de gehele zwangerschap veilig worden gebruikt in een zo laag mogelijke dosis en voor een zo kort mogelijke tijd. Is dit JUIST of ONJUIST? > Kortwerkende betamimetica, zoals salbutamol kunnen tijdens een zwangerschap en de borstvoeding veilig worden gebruikt. Is dit JUIST of ONJUIST? > Methyldopa is een veelgebruikt en veilig medicijn tijdens behandeling van hypertensie in de zwangerschap. Is dit JUIST of ONJUIST? > Het gebruik van diuretica is een eerste keus tijdens de zwangerschap. Is dit JUIST of ONJUIST? > Een zwangere met diabetes type 2 die goed is ingesteld op antidiabetica mag doorgaan met deze orale medicatie. Is dit JUIST of ONJUIST? Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 19
In brieven die je ontvangt of moet uittikken komen regelmatig de volgende medische termen voor: apcar score, primi para, multipara, solutio praevia, solutio placentae, mastitis, endometritis, PKU prikje, spina bifida, asfyxie, rhesusantagonisme, lochia, het “tekenen”, partus immaturus, extra- uteriene graviditeit, sectio caesarea, hyperemesis, gravidum. Maak een notitie waarin je uitlegt wat deze woorden betekenen. Toepassen IVA kennis: Maak gebruik van de NHG-Triagewijzer Oefen de triage casuïstiek uit de inleiding en onderstaande casuïstiek: Casus zie inleiding. Mw. Hoogendijk (38 jaar) is 8 weken zwanger en heeft last van misselijkheid en braken. Mw. Sital (29 jaar) is 7 maanden zwanger. Ze heeft erg veel last van aambeien en geeft aan dat eerder geprobeerde zelfzorgmiddelen niet helpen. Ze maakt zich zorgen, want er zit elke keer na een toiletgang bloed bij de ontlasting en het doet erge pijn. Ze wil iets tegen de pijn en een middel om zonder problemen te kunnen laxeren. Mw. Talsma (40 jaar) is 4 maanden zwanger en heeft erge last van zuurbranden. Mw. van Driel (31 jaar) is 3 maanden zwanger en heeft last van een branderig gevoel bij het plassen en bloed in de urine. Mw. Önal (26 jaar) is 2 maanden zwanger en belt overstuur naar de praktijk omdat ze vannacht erge pijn in de buik had en nu verliest ze sinds 10 minuten bloed. Ze heeft een maandverbandje aan moeten doen. Mw. Rodriquez (35 jaar) is twee weken geleden bevallen van een gezonde zoon en heeft sinds vannacht last van pijnlijke en harde borst die warm aanvoelt. Ze heeft ook koorts. Ze heeft wel voldoende melk voor de kleine. Mw. de Graaf (30 jaar) is 7 maanden zwanger en nu belt haar man omdat zij hevig bloedverlies heeft met erge buikkrampen. Ze zijn beiden in paniek. Mw. Wouters (26 jaar) is 5 maanden zwanger en zojuist op haar buik gevallen toen ze een misstap maakte. Ze is hevig geschrokken en erg bezorgd. Mw. van Tholen (25 jaar) is 2 maanden zwanger. Ze is bekend met hooikoorts, waar ze nu ook weer flink last van heeft. Ze wil weten of de neusspray met beclometason kwaad kan voor de foetus. Mw. de Witte (30 jaar) is 8 maanden zwanger. Ze heeft sinds gisteravond last van erge tintelende vingers. Als je in Medicom kijkt, zie je dat zij bekend is met een verhoogde bloeddruk. Mw. Maris (42 jaar) is 5 maanden zwanger. Omdat de gynaecoloog de hartslag van de foetus niet goed kan waarnemen wordt zij voor een CTG onderzoek doorgestuurd. Ze wil van jou weten wat dit onderzoek inhoudt en hoe dit in zijn werk gaat. Praktijkervaring uitwisselen: (intervisie indien er tijd voor is) Bespreek een praktijkervaring dat te maken heeft met dit thema of anders. welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groep van 2 – 3 studenten. Maak daarbij gebruik van je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Waar staat de afkorting HCG voor? En vanaf welk (betrouwbaar) moment test je dit? - Wanneer is er sprake van een hematurie? - Wanneer verschijnt er glucose in de urine? - Van welke stof zijn ketonen de afbraakproducten? - Waar kan urine met een aanwezigheid van ketonen naar ruiken? - Wat zijn oorzaken van ketonen in urine? - Wanneer is proteïnurie niet pathologisch? En wanneer wel? Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 20
- Welke bacteriën kunnen een UWI veroorzaken? - Wat kan je vertellen over de Mc. Conkey en de GLED zijde van een uricult (dipslide)? - Hoe wordt een uitslag van een uricult onderzoek genoteerd? En vanaf welke waarde spreekt men van een UWI? - Welke bestanddelen in een urinesediment onderzoek kunnen wijzen op een UWI? - Bij welke vergroting zoek je beeld? En bij welke vergroting beoordeel je het urinesediment? - Wat zijn de referentiewaarden voor bloedglucose? - Wat heeft de voorkeur? De vinger desinfecteren voordat je gaat prikken of de patiënt de handen laten wassen? En waarom is dat? Tijdens de les Medische Zorg ga je onderstaande vaardigheden herhalen en aftekenen wanneer je de vaardigheid en kennis goed beheerst: - zwangerschapstest uitvoeren - urineonderzoek op glucose, ketonen, bloed, eiwit, nitriet en leukocyten - dipslide inzetten en beoordelen - urinesediment onderzoek - bloedglucose bepalen
Vooruitkijken week 7: Volgende week komt het thema moe en duizelig aan bod. Bereid je hier goed op voor (zie opdrachten).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 21
Thema 7: Moe en duizelig
Moeheid en duizeligheid zijn veel voorkomende klachten in de praktijk en kunnen te maken hebben met een groot aantal aandoeningen/ oorzaken. Mw. Mensink (69 jaar) is de laatste tijd erg moe en heeft regelmatig last van duizeligheid, vooral bij het opstaan en bukken.
Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. Maak bij het controleren van de antwoorden gebruik van de NHG- standaard anemie (M67) en duizeligheid (M75), de NHG-Triage wijzer of een andere betrouwbare bron. - Welke aandoeningen/ oorzaken passen bij de hulpvraag ‘ik voel me de laatste tijd zo moe’? Noem er minimaal 5. - Welke andere klachten kan men hebben als er sprake is van vermoeidheid? - Welke behandeling/medicatie/advies past bij klachten van moeheid? - Welk voorbeeld van een chronische vermoeidheid kan je geven? - Wanneer moet men altijd contact opnemen met de huisarts als er sprake is van moeheid? Geef minimaal 5 voorbeelden. - Welke aandoeningen/oorzaken passen bij de hulpvraag ‘ik ben de laatste tijd duizelig’? Noem er minimaal 5. - Welke aandoeningen/ oorzaken passen bij draaiduizeligheid? Noem er minimaal 2. - Welke behandeling/medicatie/advies past bij duizeligheid en draaiduizeligheid? > Werk met je groep 3 casussen uit over vermoeidheidsklachten en 1 casus over een chronische vermoeidheidsklacht. > Werk met je groep 3 casussen uit over duizeligheid en 1 casus over draaiduizeligheid. Toepassen IVA kennis: Maak gebruik van de NHG-Triagewijzer Oefen de volgende triage casuïstiek: Casus zie inleiding. Eigen casuïstiek. Praktijkervaring uitwisselen: (intervisie indien er tijd voor is) Bespreek een praktijkervaring dat te maken heeft met dit thema of anders. welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 22
Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groep van 2 – 3 studenten. Maak daarbij gebruik van je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Wat zijn de referentiewaarden voor hemoglobine bij een man, vrouw, zwangere, kind? - Wat zijn oorzaken van een anemie? - Wat zijn oorzaken van een te hoog hemoglobine (polycytemie)? - Welke aandachtspunten bij het afnemen van een venapunctie kan je allemaal noemen? - Welke kleur venapunctiebuis wordt er gebruikt als het gaat om onderzoek van anemie? - Waarom moet bij aanprikken van een vene de opening van de naald zichtbaar zijn? - Wat kun je doen als er sprake is van rollende vaten? - Welke maatregelen kun/moet je nemen als er geen bloed bij het aanprikken in de bloedbuis komt? Tijdens de les Medische Zorg ga je onderstaande vaardigheden herhalen en aftekenen wanneer je de vaardigheid en kennis goed beheerst: - Hemoglobine bepalen in capillair bloed - Venapunctie afnemen - Vaardigheden van vorige week of eerder, indien je hier niet aan toe bent gekomen
Vooruitkijken week 8: Volgende week komt het thema hypertensie aan bod. Bereid je hier goed op voor (zie opdrachten).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 23
Thema 8: Hypertensie
Hypertensie geeft geen specifieke klachten, maar zorgt wel voor de meest voorkomende risicofactor van hart- en vaatziekten. In Nederland heeft ongeveer 30% van alle volwassenen een te hoge bloeddruk. Bijna de helft van mensen boven de vijfenzestig jaar heeft te maken met hypertensie. De heer Thomassen (66 jaar) is voor controle op het spreekuur van de assistente voor een bloeddrukmeting met behulp van de sfygmanometer. Het betreft een man die altijd gezond en goed op gewicht is geweest en tot zijn 65ste jaar als leraar Nederlands werkzaam was. Omdat zijn vader is overleden aan de gevolgen van een hartinfarct en zijn broer bekend is met een hoge bloeddruk, vindt er vandaag voor de tweede keer bij de heer Thomassen een bloeddrukmeting plaats vindt. De assistente heeft de eerste keer en bloeddruk van 150/90 mmHg waargenomen en nu is de bloeddruk 150/85 mmHg.
Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. Maak bij het controleren van de antwoorden gebruik van de NHG- standaard hypertensie (M75). - Is er op grond van de informatie in de inleiding sprake van hypertensie? Leg uit waarom wel/niet. - Hoe leg je een patiënt uit hoe de bloeddruk in het lichaam wordt geregeld? - Hypertensie kan leiden tot atherosclerose, naast factoren waar men zelf geen invloed op kan uitoefenen, zoals genetische belasting (familieanamnese), etniciteit, leeftijd en geslacht, diabetes, reumatoïde artritis en een slechte nierfunctie, zijn er factoren waar men wel invloed op kan uitoefenen. Welke zijn dit? - Wat verstaat men onder een therapieresistente hypertensie? En wie heeft dit vastgesteld? - Welke vier verschillende soorten antihypertensiva kan een patiënt voorgeschreven krijgen? - Welke niet medicamenteuze mogelijkheden zijn er om een bloeddruk te verlagen? - Wat is het verschil tussen een primaire hypertensie en een secundaire hypertensie? - Welke medicatie en welke middelen kunnen bloeddruk verhogend werken? - Welke streefwaarden hanteert de NHG ten opzichte van hypertensie bij diabetespatiënten? > Bekijk klassikaal het filmpje over de bloedsomloop op de site van de Hartstichting, zie http://www.hartstichting.nl/ hart_en_vaten/_hoe_werkt_het_hart/bloedsomloop/. Toepassen IVA kennis: Oefen de volgende triage casuïstiek:
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 24
Mike Brouwers (26 jaar) is een fanatieke voetballer. Hij traint wekelijks 2 tot 3 keer en in het weekend heeft hij wedstrijden. Hij heeft afgelopen weekend zijn bloeddruk gemeten (een vriend had een polsmeter bij zich). Hij bleek een waarde te hebben van 120/50 en vraagt zich nu af of dit niet te laag is voor een normale bloeddruk. Mw. Kalloe (55 jaar) moet thuis zeven dagen haar bloeddruk gaan bijhouden. Wat leg je haar uit/ instrueer je haar? Op het registratieformulier moet zij in de betreffende kolommen de datum, het tijdstip, de uitslag van de meting en eventuele bijzonderheden noteren. Zie: www.hartstichting.nl/risicofactoren/hoge_bloeddruk/bloeddrukmetingthuis Bij mw. Heller (60 jaar) moet een 24-uurs bloeddrukmeting worden uitgevoerd. Leg hem uit hoe dit precies in zijn werk gaat. Bij de heer Kortenaar (63 jaar) moet een inspanningstest (fietsergometrie) worden uitgevoerd. Leg uit hoe dit in zijn werk gaat. Bij mevrouw Annema (58 jaar) moet een doppleronderzoek worden uitgevoerd. Leg uit hoe dit in zijn werk gaat. Praktijkervaring uitwisselen: (intervisie indien er tijd voor is) Bespreek een praktijkervaring dat te maken heeft met dit thema of anders. welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Voorkennis vragen Medische Zorg: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer je antwoorden op school in een groep van 2 – 3 studenten. Maak daarbij gebruik van je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Welke uitleg geef je iemand die jou vraagt wat een bloeddruk eigenlijk inhoudt? - Wat zijn volgens de NHG criteria de referentiewaarden voor een bloeddruk? - Waarom wordt bij een eerste bloeddrukmeting aan beide armen een meting uitgevoerd? - Stel dat je bij de patiënt een uitslag waarneemt van 150/80 mmHg en de patiënt aangeeft dat de bloeddruk thuis een waarde van 125/75 mmHg liet zien. Wat kan een reden zijn van dit verschil? - Hoe komt het dat een meting tijdens het bloeddrukmeten waarbij de patiënt heeft gepraat 17 mmHg hoger uitvalt? - Wat kan buiten praten tijdens een meting nog meer zorgen voor een niet betrouwbare uitslag van de bloeddruk? - Welke aandachtpunten kan je noemen om een doppler onderzoek goed uit te kunnen voeren? Tijdens de les Medische Zorg ga je onderstaande vaardigheden herhalen en aftekenen wanneer je de vaardigheid en kennis goed beheerst: - Bloeddrukmeten - Doppler onderzoek - Vaardigheden waar je niet aan toe bent gekomen Vooruitkijken week 9: Volgende week komt het thema herpesinfecties aan bod. Bereid je hier goed op voor (zie opdrachten).
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 25
Thema 9: Herpesinfecties
Herpesinfecties kunnen een eerste keer asymptomatisch verlopen (zonder klachten en verschijnselen), maar je zal in de praktijk ook zeker te maken kunnen krijgen met milde of zelfs heftige reacties. Er zijn momenteel 8 soorten herpesvirussen bekend die infecties bij de mens kunnen veroorzaken. De heer Haaksberg (32 jaar) heeft aan zijn rechter zijde sinds een paar dagen pijnlijke blaasjes. Vooral onder de oksel doen de plekken veel pijn.
Volg het hoorcollege geneesmiddelenkennis. Voorkennis vragen IVA: noteer je antwoorden in steekwoorden op een A4 en bespreek/ controleer op school je antwoorden in een groepje van 2 – 3 studenten. Maak bij het controleren van de antwoorden o.a. gebruik van het Medisch Handboek (Lifetime). Vraag de docent om enkele exemplaren uit het 406 lokaal. - De 8 humane herpesvirussen die er momenteel bekend zijn betreffen het type HHV-1 t/m het HHV-8 virus. Om welke synoniemen gaat het hier? - Wat verstaat men onder een primo-infectie? - Leg uit waarom na besmetting van waterpokken herpes zoster zich op latere leeftijd kan uiten? - Waarom wordt bij een (vermoedelijke) primaire herpes genitalis infectie in de laatste 6 weken van de zwangerschap een keizersnede aanbevolen? - Is een HIV-virus een herpesvirus? - Onder welk type herpes valt de ziekte van Pfeiffer? En hoe vindt besmetting plaats? - Voor welke herpesvirussen geldt, dat deze na een primo-infectie levenslang in het lichaam aanwezig blijven? - Wanneer is een koortslip niet meer besmettelijk? - Waarom wordt een koortslip ook wel een ‘sluimerend virus’ genoemd? - Waarom wordt er bij een koortslip geen antibiotica voorgeschreven? - Wat wordt er bij een koortslip bedoeld met ‘uitlokkende factoren’? > Verwerk van alle HHV virussen in een schema het volgende: het type, het synoniem, om welke virusinfectie het gaat (pathofysiologie), op welke leeftijd het kan voorkomen (primo-infectie), de oorzaak, plaats van de aandoening, de symptomen, de behandeling/ medicatie en besmettelijkheid en of het virus kwaad kan voor zwangeren. Toepassen IVA kennis: Maak gebruik van de NHG-Triagewijzer Oefen de volgende triage casuïstiek: Zie inleiding Petra de Lange (16 jaar) wil een afspraak voor een pijnlijk plekje aan de onderlip. Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 26
Halima Elazizi (1 jaar) heeft sinds gister koorts (Gister 38,7 en nu 39,2°C). De moeder belt nu omdat Halima niet wil eten en drinken, de moeder ziet blaasjes op het wangslijmvlies en op het tandvlees en de tong. De heer Ottens (50 jaar) heeft sinds 2 dagen een pijnlijk linkeroog. Vanmorgen zag hij in de spiegel een rood plekje aan het ooglid met een paar blaasjes. Hij wil weten of hij hiermee naar de dokter moet of dat dit vanzelf overgaat. Daan Mulders (2 jaar) zit volgens de moeder onder de blaasjes op zijn lichaam die jeuken, want Daan kan niet ophouden met krabben. Mw. Ekinci (27 jaar) is voor de eerste keer zwanger. Zij is bekend met re-activatie van herpes genitalis. Op dit moment heeft ze geen klachten, maar wil weten wat ze kan verwachten als ze een reactie heeft vlak voor of tijdens de bevalling. Tilly Goedhart (30 jaar) is bekend met een koortslip. Ze belt nu naar de praktijk omdat ze wil weten of het branderig aanvoelende rode plekje met blaasjes bij haar rechter wenkbrauw ook een herpesinfectie kan zijn. Johan Stronk (42 jaar) zag vanmorgen tijdens het plassen rare blaasjes op zijn voorhuid. Lia Schuurman (1,5 jaar) had volgens de moeder eergisteravond hoge koorts (39.3°C) zonder verdere klachten. Ook gister had zij 38.8°C zonder verdere klachten en vanmorgen was de koorts 38.6. Bij het verschonen zag de moeder nu speldenknopgrote rode vlekjes op haar romp en een paar in haar nek. De moeder wil weten wat er met Lia aan de hand kan zijn. Mw. Eeftink (30 jaar) is 3 maanden zwanger van haar tweede kindje. Nu blijkt er op de crèche van haar zoontje waterpokken te heersen. Ze weet dat waterpokken besmettelijk zijn en ze wil nu weten of ze voorzorgsmaatregelen moet treffen voor zichzelf en haar zoontje? Praktijkervaring uitwisselen: (intervisie indien er tijd voor is) Bespreek een praktijkervaring dat te maken heeft met dit thema of anders. welk probleem betreft het? komt het vaak voor? wat was de urgentie? hoe werd dit probleem opgelost? zijn er meerdere oplossingen mogelijk? Zo ja, welke? Kennis opdracht Medische Zorg: Maak daarbij gebruik van je aantekeningen, je abc map en je Verpleegtechnisch Handelen boek. - Noteer individueel op kleine kaartjes over alle behandelde Medische Zorg onderwerpen: begrippen, weetjes, referentiewaarden, etc. Noteer vervolgens op de achterzijde het antwoord en bewaar de kaartjes om straks en in week 10 in groepjes elkaar de genoteerde vragen te stellen en te beantwoorden. Zorg voor een flinke verzameling. Tijdens de les Medische Zorg ga je vaardigheden herhalen en aftekenen wanneer je de vaardigheid en kennis goed beheerst: - Temperatuur meten (oor) - Injecteren (i.m. en s.c.) - Vaardigheden waar je niet aan toe bent gekomen
Volgende week gaat het om herhalen en afronden. Kijk alvast wat je hier voor moet doen.
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 27
Thema 10: Herhalen, afronden en reflecteren
Deze week zorg je dat: -
Al jouw opdrachten zijn afgerond en afgetekend op het resultatenoverzicht.
-
Je een reflectieverslag hebt geschreven en afgetekend over: wat je wel/ niet hebt gedaan, hoe je dit hebt gedaan (ook de samenwerking), wat de resultaten ervan waren/wat je ervan hebt geleerd en wat je het derde jaar beter gaat doen. Duidelijk is wat je tijdens het hoorcollege geneesmiddelenkennis moet doen.
Je met de IVA docent afpreekt welke casuïstiek je gaat herhalen/ wat je die les verder gaat doen. Je tijdens de les medische zorg ervoor zorgt dat je al jouw uitgewerkte kenniskaarten bij je hebt om elkaar vragen te kunnen stellen en vragen te kunnen beantwoorden. De docent kan er voor kiezen om dit klassikaal of in groepjes te doen.
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 28
Begeleidend leermenu periode 8, ROC Mondriaan, DA BOL niveau 4, versie april 2014
Pagina 29