Auditieve oefeningen – kunst
Hakken en plakken (hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen)
beeld-je por-tret pa-let te-ke-naar et-sen
ver-ven stil-le-ven mu-se-um fo-to e-zel
plak-ken schil-de-rij ten-toon-stel-ling lijst-je kun-ste-naar
Nazeggen van eenvoudige zinnen. (lees rustig de zin voor, laat de kinderen de hele zin herhalen)
De kunstenaar is aan het werk. Hij heeft een ezel en verf. Geen echte ezel, maar één van hout. Op de ezel staat het doek. De kunstenaar heeft een palet met verf. In zijn hand heeft hij een penseel. De kunstenaar begint met blauwe verf. Hij schildert een stilleven. Een blauwe vaas op een rood kleed. Ziezo, het schilderij is af!
Nazeggen van woorden.
doek kunstenaar steen verven hout lijst model kwast boetseren beeldentuin
ezel tekening beeld beeldhouwen kunst doek krijt atelier tekenen opdracht
verf houtskool museum etsen portret handtekening plakken zelfportret collage kunstenares
palet verf foto tekenen stilleven ezel penseel steen kunst tentoonstelling
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(lees de vier woorden voor, laat de kinderen alle vier de woorden herhalen)
1
Welk woord hoor je 2 keer? (lees de vier woorden voor, wie weet welk woord je twee keer zei?)
kunst kunstenaar portret museum ezel krijt penseel model tentoonstelling beeld
ezel doek verven tuin doek steen penseel lijst foto foto
doek doek penseel museum kwast krijt kwast krijt tentoonstelling foto
kunst kunstenares portret foto ezel hout palet lijst schilderen steen
Welk woord is het langste / kortste? (Lees steeds 2 woorden voor, wie weet welk woord het langste is? Kun je later nog eens doen, maar dan welk woord het kortste is?)
tentoonstelling museum hout kunstenaar krijt zelfportret verf kwast ezel stilleven
foto steen collage lijst boetseren portret penselen beeldhouwen kunstenares doek
Wat is het eerste woord, middelste woord of laatste woord?
ezel verf kunstenaar etsen museum penseel tentoonstelling opdracht beeld verf
doek klei museum schilderen foto palet stilleven model schilderij boetseren
kwast hout tekenaar beeldhouwen collage ezel portret lijst foto klei
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Lees steeds 3 woorden voor, wie weet welk woord je het eerste zei? Kun je later nog eens doen, maar dan welk woord het middelste of laatste woord was.)
2
Welk woord hoort er niet bij? (Lees de woorden voor, welk woord hoort niet bij dit thema?)
schilderen verf ezel museum schilderij kwast kunstenaar doek mier museum
tekenen chocolade doek ziekenhuis vuurwerk foto schilder theedoek ezel collage
boetseren klei kwast tentoonstelling portret krijt beeldhouwer palet kunstenares regenbui
koken steen egel stilleven model kuikentje vuilnisman verf etsen beeldentuin
Reactiewoord herkennen (Bij het vetgedrukte woord, gaan de kinderen staan, klappen in hun handen of …)
ezel – doek – schilder – ezel – ezel – palet – verf – ezel – ezel – model – verf – ezel lijst – doek – ezel – palet – lijst – lijst – lijst – ezel – schilderij – lijst – portret – lijst collage – verf – doek – collage – collage – palet – plak – collage – lijst – collage – ezel museum – model – museum – museum – kunstenaar – lijst – museum – ezel – verf verf – verf – schilderij – model – beeld – verf – krijt – plak – verf – houtskool – verf foto – foto – doek – ezel – doek – foto – museum – foto – schilderij – ezel – foto kunstenaar – portret – ezel – kunstenaar – tekenaar – kunstenaar – ezel – portret beeld – beeldhouwer – beeld – beeldhouwen – beeld – foto – kunst – verf – museum palet – palet – portret – stilleven – palet – schilder – palet – verf – penseel – palet kunst – ezel – doek – kunst – kunstenaar – kunst – kunst – verf – kunst – schilderij
Een zin langer maken.
De kunstenaar … De schilder … Op het schilderij … In de beeldentuin … Het model … Op het palet … In het museum … Aan de muur … Verf, krijt, steen … Op het doek …
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Lees het begin van iedere zin voor. Wie kan die zin afmaken? Moet natuurlijk wel bij het thema passen.)
3
Tegenstellingen (Lees voor, wie weet wat het tegenovergestelde is?)
Het schilderij is niet klein, maar De verf droogt niet langzaam, maar In het museum hangen niet weinig schilderijen, maar Het beeldje is niet groot, maar De kwast is niet dik, maar Het beeld is niet zacht, maar De beeldentuin is niet klein, maar De verftube is niet leeg, maar De kunstenaar is niet jong, maar Het model is niet groot, maar
groot snel veel klein dun hard groot vol oud klein
Rijmen (Wat rijmt er op …?)
LIJST; wijst, reist, hijst, Zeist, krijst DOEK; hoek, koek, zoek, boek PLAK; klak, slak, vlak Rara, …
Het is soms van hout en soms een dier. Het zit in een tube? Het heeft haren en je kunt er mee schilderen. Ze zit heel stil en wordt nageschilderd. Hier hangen schilderijen bij elkaar. In deze tuin staan beelden. Je kunt het mengen en dan krijg je een andere kleur. Het zit om een schilderij. Zij maakt kunst. Hij hakt een beeld uit.
Rara, wat is het?
een ezel
Rara, wat is het? Rara, wat is het?
verf een penseel
Rara, wie is het?
een model
Rara, waar is het? Rara, wat is het? Rara, wat is het?
een museum
Rara, wat is het? Rara, wie is het? Rara, wie is het?
lijst een kunstenares een beeldhouwer
een beeldentuin verf
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
(Leuke raadsels!)
4
Goed of fout? (Lees voor, is het goed of fout? Is het fout, wat moet het dan eigenlijk zijn?)
fout (de schilder) goed fout (stil zitten) fout (daar sta je zelf op) fout (ezel) fout (verf en penselen) goed goed fout (haren) goed
Deze oefeningen zijn bedacht door voordejuf.nl
Een beeldhouwer maakt een schilderij. In een museum kun je kunst bekijken. Een model moet de hele tijd bewegen. Op een zelfportret staat de buurman. Op het paard staat het doek. Schilderen doe je met stiften. Een schilderij zit in een lijst. Een meisje dat kunst maakt heet een kunstenares. Een penseel heeft veren. Een beeldhouwer, tekenaar en schilder zijn allemaal kunstenaars.
5