BEDIENUNGSANWEISUNG mit Montageanweisungen
Instructions for use and installation instructions Instructions d’utilisation et avis de montage Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding Istruzioni di uso e di montaggio Instrucciones de uso y de montaje Instruções de uso e de montagem Ðtv³wuÒ xvÒvÒ ÊËw Ò´ÎËxÑÐÌгvÒvÒ
224200 K93
GWS 457.0
Hier vindt u...
Inhoud
Lees eerst zorgvuldig de informatie in dit boekje door vooraleer u uw kookplaat in gebruik neemt. Hier vindt u belangrijke richtlijnen voor uw veiligheid, het gebruik, het schoonmaken en het onderhoud van het apparaat, zodat u er lang plezier aan beleeft.
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Als er een storing optreedt, kijk dan eerst na in het hoofdstuk „Als iets niet functioneert”. Kleinere storingen kunt u vaak zelf verhelpen en u spaart op die manier onnodige servicekosten. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. Geef deze gebruiksaanwijzing ter informatie en veiligheid aan een nieuwe eigenaar door.
Voor aansluiting en werking voor het gebruik
Overzicht van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Het gebruik van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Eerste reiniging Brander in- en uitschakelen Tips voor de juiste pannen
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Branderdeksel/branderring/pannendrager
Verpakking en het oude apparaat verwijderen Verwijder de transportverpakking op een zo milieubewust mogelijke manier. In Duitsland neemt de handelaar, bij wie u het apparaat hebt gekocht, de transportverpakking terug. De recyclage van het verpakkingsmateriaal bespaart grondstoffen en vermindert de afvalberg. Oude apparaten bevatten nog bruikbare materialen. Breng uw oude apparaat naar een recyclagecentrum. Oude apparaten moeten eerst onbruikbaar worden gemaakt voor ze worden weggebracht. Zo wordt misbruik voorkomen.
Garantie Voor het aangeschafte apparaat gelden de garantiebepalingen die door de vertegenwoordiging van de moederorganisatie in het land van aankoop zijn uitgegeven. Eventuele bijzonderheden hiervoor zal de leverancier, bij wie het apparaat is gekocht, desgevraagd verschaffen. Om aanspraak te kunnen maken op eventuele garantie is het overleggen van de rekening in ieder geval vereist.
36
Als iets niet functioneert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Typeplaatje
Montage en installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Veiligheidsinstructies Inbouwvoorwaarden Inbouwmaten Montage van de keramische kookplaat Gasaansluiting Elektrische aansluiting
Aanpassen aan een andere gassoort . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Spuitstukdiameters Speciale spuitstukkensets Kookzonebranders aanpassen Werkingstest
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Tabel met de toegelaten gassoorten en drukken Tabel van de belasting Elektrische aansluitwaarden Calorische waarde volgens EN 437
GWS 457.0
Veiligheidsinstructies Voor aansluiting en werking ■
■
■
■ ■
■
■
■ ■
■
■
■
■
■ ■
■
■
Deze handleiding moet samen met de gebruiker worden overlopen. Daarna moet ze aan hem worden overhandigd. Het apparaat mag alleen met aardgas of vloeibaar gas (butaan/propaan of een mengsel van beide) worden gebruikt. De juiste aansluitdruk voor de verschillende Europese landen staat in de tabel „Tabel met de toegelaten gassoorten en drukken” (zie pag. 46) vermeld. Er mogen alleen de nationaal toegelaten drukregelaars worden gebruikt. De elektrische aansluiting van het apparaat is voorzien voor 220-240 V/50 Hz. Het stroomverbruik bedraagt minder dan 20 W. Vóór de aansluiting van het apparaat moet worden gecontroleerd of de plaatselijke aansluitvoorwaarden (gassoort en gasdruk) met de instelling van het apparaat overeenkomen. Alle instelwaarden voor het apparaat zijn in deze handleiding vermeld. Op het apparaat staan ze op een informatieplaatje (of op het typeplaatje). Als een instelling wordt gewijzigd, moet deze worden vermeld. Dit apparaat wordt niet op een afvoerschouw voor verbrande gassen aangesloten. Het moet volgens de geldende installatievoorwaarden worden opgesteld en aangesloten. Het gebruik van een kooktoestel op gas veroorzaakt warmte en vochtigheid in de plaats waar het staat opgesteld. Daarom mag het apparaat alleen in een goed verluchte ruimte worden gebruikt. De gasaansluiting, de ingebruikname evenals het instellen en aanpassen mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. Daarbij moeten de wettelijke voorschriften en aansluitvoorwaarden van de plaatselijke gasmaatschappij strikt worden nageleefd. Onderhoud en reparatie van de apparaten mogen enkel door een door de fabrikant opgeleide service-technicus worden uitgevoerd. Bij reparaties aan onderdelen waar gas doorstroomt moet altijd de energietoevoer worden afgesloten. Ondeskundig uitgevoerde werken vormen een risico voor uw veiligheid. Wanneer met vloeibaar gas (butaan/propaan) wordt gewerkt, moeten alle verbindingen tussen de fles en het apparaat absoluut gasdicht vastgedraaid zijn. Vrij verlopende toevoerslangen niet inklemmen of op de kookplaat leggen. Afzuigkappen of muurkasten die boven de kookplaat zijn aangebracht moeten een minimumafstand van 650 mm hebben. Til het kookveld niet met een schroevendraaier uit de uitsparing – u beschadigt anders het kader van het kookveld. Druk het kookveld bij het demonteren langs onder uit de uitsparing. Wij adviseren het apparaat op regelmatige tijdstippen door een erkend vakman te laten nakijken (onderhoudscontract).
voor het gebruik ■
■
■
■
■ ■ ■ ■ ■
■
■
■
■
■
■
■ ■
■
■
■
GWS 457.0
Neem het apparaat pas in gebruik nadat de vakman die het heeft geïnstalleerd u het gebruik ervan heeft uitgelegd. Gelieve de informatie in deze handleiding zorgvuldig te lezen. Hierin vindt u belangrijke richtlijnen voor de veiligheid en het gebruik van het apparaat. Denk eraan dat beschadigingen die te wijten zijn aan een foutief gebruik niet door de garantie worden gedekt. Het gebruik van een kooktoestel op gas veroorzaakt warmte en vochtigheid in de plaats waar het staat opgesteld. Daarom mag het apparaat alleen in een goed verluchte ruimte worden gebruikt. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor de bereiding van levensmiddelen in het huishouden. Het apparaat niet gebruiken om de kamer te verwarmen. Bij storingen onmiddellijk de gastoevoer afsluiten. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. De branders alleen gebruiken als er een pan opstaat. Erop letten dat de potten en pannen in het midden op de brander staan. Alleen potten of wokpannen gebruiken die voldoende stabiel zijn. Het gebruikte kookservies (pannen, potten, wokpannen) mag niet buiten de rand van het kookveld uitsteken! Bij het gebruik van servies met een groter oppervlak stromen de hete verbrandingsgassen onder de bodem van het servies naar buiten en kunnen ze het aanrechtblad beschadigen! De kookapparaten worden heet bij het werken. Kinderen steeds uit de buurt houden. Wegens brandgevaar geen brandbare voorwerpen in de buurt van de kookzones leggen. Oververhitte vetten en olie kunnen spontaan ontbranden. Bij het bereiden van gerechten met vet en olie, bijv. frieten, steeds in de buurt blijven. Brandend vet of olie nooit met water blussen! Een deksel op de pan leggen en de kookzone uitschakelen. De keramische plaat is zeer stevig en verdraagt zonder meer lichte tot middelmatige schokken en vlakke belastingen. Vermijd echter puntvormige belastingen, bijv. vallende kruidenpotjes of flessen. Bij scheuren, barsten of een breuk in de keramische kookplaat het apparaat onmiddellijk uitschakelen en de klantenservice contacteren. Geen aansluitkabels van elektrische apparaten op hete branders leggen. Snelkookpannen voortdurend in het oog houden tot de juiste druk bereikt is. De brander eerst op maximumvermogen instellen en dan (volgens de gebruiksaanwijzing van de pan) op tijd verlagen. Let erop dat de kookzones schoon zijn; verontreinigingen hebben een negatieve invloed op de werking. De tussenring, de branderring en het branderdeksel steeds exact op het bovenste gedeelte van de brander leggen. Bij het herinzetten is verwisseling niet mogelijk. De branderelementen moeten precies in hun voorgeschreven positie (paspennen) worden ingezet (draaien tot ze merkbaar vastklikken). De spleten aan de branderkop moeten altijd vrij zijn. In geval van een stroomstoring of als de bougies vochtig zijn, kan het uitstromende gas ook met een lucifer of een gasontsteker worden aangestoken.
37
Overzicht van het apparaat
Het gebruik van het apparaat [ Lees zorgvuldig de veiligheidsinstructies op pag. 37! Eerste reiniging – Maak de kookplaat met water en wat afwasmiddel schoon. – Met zuiver water afwassen en vervolgens droogwrijven.
Brander in- en uitschakelen De brander met dubbele kring heeft slechts een knop waarmee alle functies worden ingesteld. De symbolen daarvoor bevinden zich in een cirkel rond de knop voor de hoofd- (buiten) en kleine brander (binnen). Ze betekenen:
Uit Vol-open Kleinstand
Brander ontsteken en instellen – Om aan te steken de kookzoneknop naar links op vol-open (ontstekingsstand) draaien. De knop lichtjes indrukken om ze uit de arrêteerstand te halen.
1 Bovenste gedeelte van de kookbrander 2 Tussenring
– De kookzoneknop tot aan de aanslag indrukken. Een duidelijk hoorbaar impulsgeluid toont aan dat er een ontstekingsvonk wordt afgegeven die na korte tijd het uitstromende gas ontsteekt. – Na de ontsteking de knop nog ca. 10 seconden ingedrukt houden tot de thermovoeler voldoende is verwarmd en de vlam stabiel blijft.
3 Branderring (buitenste kring) 4 Branderdeksel (binnenste kring) 5 Kookplaat 6 Knop voor brander
– Daarna kann de vlamgrootte tussen buitenste kring vol-open en binnenste kring kleinstand worden gereguleerd. Buiten dit bereik is de vlam niet stabiel.
7 Pannendrager 8 Sierring
– Op een zo hoog mogelijke stand aan de kook brengen en op een kleinere stand gaarkoken. 9 Gesloten (UIT) 10 Binnenste kring vol-open (ontstekingsstand)
F
Als de brander na 10 seconden niet is ontstoken of als de vlam uitdooft, de ontsteking alleen als volgt herhalen: de knop op stand (Uit) draaien en vervolgens 1 minuut wachten (het gas vervliegt). Pas dan de ontsteking herhalen.
F
In geval van een stroomstoring of als de bougies vochtig zijn, kan het uitstromende gas ook met een lucifer of een gasontsteker worden aangestoken.
11 Buitenste kring vol-open 12 Buitenste kring kleinstand 13 Buitenste kring gesloten 14 Binnenste kring kleinstand
Brander uitschakelen – Om uit te schakelen de knop naar rechts op positie
38
(Uit) draaien.
GWS 457.0
Tips voor de juiste pannen
Reiniging en onderhoud
letten dat de potten en pannen in het midden op de brander staan. [ Erop Alleen potten of wokpannen gebruiken die voldoende stabiel zijn.
apparaat mag in geen geval met een stoomreinigingsapparaat of der[ Het gelijke worden schoongemaakt!
gebruikte kookservies (pannen, potten, wokpannen) mag niet buiten [ Het de rand van het kookveld uitsteken!
■
Geen schurende schoonmaakproducten gebruiken! Meestal is het voldoende het apparaat na elk gebruik met een vochtige doek en wat afwasmiddel schoon te maken. Vervolgens droogwrijven.
■
Verkorstingen en overgekookte levensmiddelen weekt u het best eerst met een natte doek in. Dan met een glasschraper verwijderen. Suiker en gesmolten kunststof onmiddellijk verwijderen zolang de kookplaat nog heet is. Behandel de keramische kookplaat één keer per week met een onderhoudsproduct. Door de behandeling wordt een beschermlaag gevormd. Ook de dagelijkse reiniging wordt vergemakkelijkt. Neem de instructies van de fabrikant van de reinigings- en onderhoudsproducten in acht. Ook hardnekkige vlekken kunt u met een onderhoudsproduct behandelen. Vervolgens altijd met voldoende water afspoelen en met een doek droogwrijven.
Bij het gebruik van servies met een groter oppervlak stromen de hete verbrandingsgassen onder de bodem van het servies naar buiten en kunnen ze het aanrechtblad beschadigen!
Met de juiste pannen spaart u kooktijd en energie. Kies een pandiameter die bij de brandergrootte past.
Stem de grootte van de pan en van de kookzone op elkaar af. De vlam dient de bodem van de pan volledig te bedekken. Ze mag niet onder de panbodem uit komen.
■
Leg steeds een deksel op de pan.
Branderdeksel/branderring/pannendrager De pan kookt alleen over als de ingestelde vlam te groot is. Met een beetje oefening zult u er snel in slagen de vlam zo te regelen dat ook wanneer het deksel op de pan ligt, niets meer overkookt.
[
■
■
Om gastechnische redenen is het niet toegestaan oplegplaatjes op de branders te gebruiken.
■
■ ■
■
■
GWS 457.0
Gebruik voor het schoonmaken in geen geval krassende of bijtende schoonmaakproducten zoals schuurmiddelen, staalwol, ingezeepte staalwol, metalen sponsjes, plastic sponsjes of sponsjes met een krassend oppervlak. Laat de branderelementen afkoelen voor u ze schoonmaakt. Het branderdeksel, de branderring en de pannendrager in warm water met wat afwasmiddel schoonmaken. Vervolgens goed afdrogen. Let er vooral op dat de openingen van de brander vrij zijn. De thermovoeler en de bougie met een zachte borstel schoonmaken. Branderonderdelen nooit met soda of chloorhoudende schoonmaakproducten behandelen. Alkalische schoonmaakproducten en ovensprays kunnen de oppervlakken beschadigen. Bij het terugplaatsen van het branderdeksel en de branderring moeten de pennen in de uitsparingen klikken. Vermijd het vastbranden van verontreinigingen. Sterke verontreinigingen en ingebrande etensresten voor het schoonmaken eerst laten inweken.
39
Als iets niet functioneert
Montage en installatie
mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitge[ Reparaties voerd.
Veiligheidsinstructies
Een aantal storingen kunt u zelf verhelpen. Kijk eerst na of u geen bedieningsfout hebt gemaakt. Reparaties tijdens de garantieperiode zijn niet kosteloos als het probleem aan een bedieningsfout te wijten is of als u één van de volgende instructies niet hebt nageleefd.
Lees ook de veiligheidsinstructies op pag. 37!
Storing
Oorzaak
Oplossing
Branders gaan niet aan.
Stroomtoevoer onderbroken.
Stroomtoevoer controleren.
■
■
Etensresten of resten Voorzichtig vrijmaken en van reinigingsmiddelen schoonmaken. tussen bougie en brander. Bougie defect.
Service contacteren. Tijdelijk lucifers gebruiken.
Vlambeeld van de kookzonebrander ineens veranderd.
Branderdeksel of bran- Branderdeksel resp. branderderring liggen scheef. ring laten inklikken.
De regelknop van de brander moet ineens langer worden ingedrukt tot de vlam brandt.
Temperatuurvoeler verbogen.
Gaslucht in de kamer.
Gasleiding of gaskraan Hoofdgaskraan sluiten, ondicht of brander van kamer luchten, de kookzone defect. geen elektrische schakelaars bedienen, geen open vlam aansteken, installateur, gasmaatschappij of klantenservice onmiddellijk waarschuwen.
■
Temperatuursensor voorzichtig weer recht buigen.
Branderdeksel of bran- Branderdeksel resp. branderderring liggen scheef. ring laten inklikken. ■
■
■
Typeplaatje ■
F
Als u de klantenservice nodig hebt of als u reservedelen bestelt, vermeld dan de gegevens op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van de kookplaat. Het is bovendien op de titelpagina van een meegeleverde gebruiksaanwijzing geplakt.
■
■
40
Opgelet! De voor de aansluiting van de apparaten toegelaten categorie kan regionaal verschillen. In geval van twijfel bij de plaatselijke gasmaatschappij informeren welke apparatencategorie in aanmerking komt. Controleer of de gegevens op het typeplaatje met de plaatselijke aansluitvoorwaarden (gastype en gasdruk) en de instelling van het apparaat overeenkomen. Bij afwijkingen moet het apparaat desbetreffend worden aangepast! Bij de aansluiting op het gasnet moeten in het bijzonder de specifieke voorschriften en richtlijnen worden nageleefd van het land waar het apparaat wordt gebruikt. In Duitsland en Oostenrijk zijn dat: DVGW-TRGI 1986/96 Technische regels voor gasinstallatie (Duitsland) TRF 1996 Technische regels vloeibaar gas (Duitsland) ÖVGW-TRGI en TRG 2 Deel 1 Technische regels (Oostenrijk) Voorschriften van de plaatselijke gasmaatschappij en van de overheid (bijv. brandveiligheid) moeten eveneens worden nageleefd. Aansluiting en ingebruikneming evenals onderhoud, reparaties en het instellen en aanpassen mogen uitsluitend door een erkend gasinstallateur en in overeenstemming met de geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Daarbij moeten de wettelijk erkende voorschriften en de aansluitvoorwaarden van de plaatselijke gasmaatschappij strikt worden nageleefd. Ondeskundig uitgevoerde werken vormen een risico voor de veiligheid van de gebruiker! Dit apparaat wordt niet op een afvoerschouw voor verbrande gassen aangesloten. Het moet volgens de geldende installatievoorwaarden worden opgesteld en aangesloten. In het bijzonder moet op een aangepaste ventilatie worden gelet. Wanneer de aansluitstekker van het apparaat niet toegankelijk is, het apparaat door LS-schakelaars, zekeringen of contactoren met minstens 3 mm contactopeningswijdte beveiligen. Bij alle reparaties het apparaat altijd met één van deze installaties stroomloos maken en de gastoevoer afsluiten. Bij het omschakelen van aardgas op vloeibaar gas moeten in elk geval het hoofd- en kleinstandspuitstuk worden vervangen. Dat geldt ook in het omgekeerde geval. De aanpassing mag uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. Aanpassingen aan andere gassoorten moeten blijvend op het typeplaatje worden vermeld. Wijzigingen aan het apparaat zijn alleen met uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant toegelaten.
GWS 457.0
Inbouwvoorwaarden De opstellingsplaats moet een volume van min. 20 m3 hebben en door een venster of een deur naar buiten kunnen worden gelucht. ■ De kookplaat wordt in een uitsparing in het aanrechtblad ingebouwd; deze uitsparing moet volgens de aangegeven inbouwmaten worden uitgezaagd. ■ Het aanrechtblad moet horizontaal liggen en zuiver uitgezaagd worden! ■ De afstanden van de kookplaatuitsparing voor, achter en aan de zijkant tegen de muur vindt u in de maatschets. Deze afstanden moeten gerespecteerd worden. De afstand aan de zijkant t.o.v. hoge kasten moet ten minste 300 mm bedragen om goed te kunnen werken. ■ De afstanden van de kookplaatuitsparing voor, achter en aan de zijkant vindt u in de maatschetsen. Deze afstanden moeten gerespecteerd worden. De breedte van de voorste en achterste rand geldt voor een aanrechtblad met een diepte van 600 mm. Bij een aanrechtblad met een grotere diepte, is de achterste rand breder. ■ De muurstrip moet uit hittebestendig materiaal bestaan en mag achter de kookplaat geen contactdozen hebben. Aanbevolen is een draaglijst van kunststof met een deklijst van aluminium. Het gedeelte dat op het aanrechtblad ligt, mag niet breder dan 30 mm zijn. ■ De muur boven de muurstrip moet in de nabijheid van het apparaat uit onbrandbaar materiaal bestaan. Hout, kunststof, PVC-folie enz. voldoen niet aan deze vereisten. ■ Bij normaal gebruik kunnen op de omringende meubels verhoogde temperaturen inwerken. De meubels moeten aan de eisen voor warmteapparatuur voldoen. Bij inbouwmeubels moet de kunststofbekleding of het fineer met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn aangebracht. ■ Onder de uitsparing in het aanrechtblad mogen geen dwarslijsten liggen. Eventuele dwarslijsten moeten minstens tot aan de rand van de uitsparing worden weggezaagd. ■ Het correct ingebouwde apparaat moet door een afdekking zo worden beveiligd dat een toevallige aanraking van de onderkant van de kookplaat niet mogelijk is. Deze afdekking mag alleen met behulp van gereedschap kunnen worden verwijderd en moet met een mininumafstand van 20 mm van de onderkant van de kookplaat worden aangebracht, zodat de aansluitkabel de onderkant van de kookplaat niet raakt. Het is aanbevolen het snijvlak van de uitsparingen in het aanrechtblad voor inbouwgootstenen en kookplaten met een waterdichte beschermlaag te verzegelen.
Inbouwmaten
■
Na een eventueel verwijderen van de kookplaat moet de inbouwpakking worden vervangen. Bij aanrechtbladen met keramieken tegels is een extra afdichting met blijvend elastisch materiaal noodzakelijk. Dit dichtingsmateriaal vindt u bij ons als reservedeel met het nr. 53 55 69. kookplaat in geen geval met silicone vastkleven! [ De Anders is het later niet meer mogelijk de kookplaat weer te verwijderen
Als meerdere kookplaten naast elkaar worden ingebouwd, moeten de in de volgende tekening afgebeelde minimumafstanden tussen de uitsparingen worden gerespecteerd:
Bovenaanzicht
kookplaat
Detail
aanrechtblad
Montage van de keramische kookplaat De clip-techniek maakt de montage voor u eenvoudiger, sneller en probleemlozer. De kookplaat kan volledig langs boven worden gemonteerd. ■
■
Wees voorzichtig bij het inbouwen van de keramische kookplaat! Geen scherpe en puntige voorwerpen (schroevendraaier enz.) op de glazen plaat leggen of laten vallen! De keramische kookplaat moet absoluut horizontaal en op gelijke hoogte met het aanrechtblad liggen. Eventuele spanningen kunnen de glazen plaat doen breken.
Uitsparing in het aanrechtblad uitvoeren – De uitsparing in het aanrechtblad volgens de opgegeven maten in de afbeeldingen zo exact mogelijk met een goed, recht zaagblad of een bovenfrees uitzagen. – De snijkanten dienen daarna te worden verzegeld zodat er geen vocht kan binnendringen.
zonder ze te vernielen.
GWS 457.0
41
Pakking controleren of vervangen
Speciaal geval: montage in een stenen aanrechtblad
– Controleer of de pakking goed zit en er geen opening bestaat.
Bij een aanrechtblad van marmer, graniet of dergelijke worden de clips niet aan de uitsparing, maar aan de kookplaat geschroefd:
Bij inbouw van de kookplaat in een oneffen aanrechtblad, bijv. met een keramieken of vergelijkbaar oppervlak (tegels enz.) moet de pakking, die zich ev. aan de kookplaat bevindt, worden verwijderd. In de plaats daarvan moet de verbinding tussen kookplaat en aanrechtblad met plastische afdichtmaterialen (niet meegeleverd) worden afgedicht. Dit dichtingsmateriaal vindt u bij ons als reservedeel met het nr. 53 55 69.
bij een 30 mm diep aanrechtblad:
– Vlakken schoonmaken, dichtingsmassa in de vorm van een worst aanbrengen en de kookplaat erop drukken. – De uitstekende dichtingsmassa wegsnijden en het dichtingsvlak rondom onmiddellijk met water schoonmaken.
bij een 40 mm diep aanrechtblad:
Clips inslaan
F
Bij stenen aanrechtbladen gebeurt de bevestiging van de clips zoals in „Speciaal geval: montage in een stenen aanrechtblad” beschreven.
– Clips zorgvuldig uitlijnen en met een hamer inslaan.
– Kookplaat langs achter met de rand inzetten en voorzichtig laten zakken. Daarbij de clips met de handen indrukken. – Kookplaat omlaag drukken tot ze volledig op het aanrechtblad ligt.
Aanrechtbladen met meer dan 30 mm dikte:
F
Als de uitsparing in het aanrechtblad wat te groot geworden is, bestaat de mogelijkheid de veerspanning te verhogen door de lippen van de clips naar buiten te buigen.
Bij aanrechtbladen met een dikte van meer dan 30 mm moeten de clips met twee schroeven (niet meegeleverd) worden vastgeschroefd!
Kookplaat inclipsen – Nu de kookplaat links inzetten (1), justeren (2) en vastclipsen (3). Daarbij de aansluitkabel niet inklemmen!
kookplaat moet absoluut vlak en effen liggen; een kookplaat die onder [ De spanning staat, kan bij het opwarmen barsten.
F
42
Als de kookplaat niet vast in de uitsparing zit, is de uitsparing iets te groot geworden. Schroef in dat geval de clips elk met twee schroeven vast (niet meegeleverd) om hun veerspanning te verhogen.
GWS 457.0
Gasaansluiting Controleer eerst of het juiste gas en de juiste aansluitdruk voorhanden zijn. Informatie over de aansluitdruk vindt u in deze handleiding in het hoofdstuk „Technische gegevens” (zie pag. 46). Op de gastype-sticker (bevindt zich aan de onderkant van het apparaat) kunt u zien voor welk gastype de inbouwkookplaat is ingesteld. Een aanpassing aan een andere gassoort is mogelijk en wordt in deze handleiding in het hoofdstuk „Aanpassen aan een andere gassoort” (pag. 43) uitgelegd. De pijp voor de gasaansluiting bevindt zich aan de onderkant van het apparaat in het midden. De vereiste gasaansluiting R 1/2" kan ofwel vast met een gasafsluitkraan conform DIN 3354 of met behulp van een door de DVGW toegelaten veiligheidsgasslang met contactdoos (DIN 3383, blad 1) gebeuren. Daarbij moet erop worden gelet dat de onderdelen van de leiding zo worden gelegd dat ze tijdens het gebruik niet door de warmte kunnen worden beschadigd en dat ze niet met de beweeglijke onderdelen van de keukenelementen in aanraking komen.
Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een geaarde veiligheidswandcontactdoos vereist. De elektrische aansluiting moet overeenkomstig de VDE-richtlijnen worden uitgevoerd. De elektrische aansluiting van het apparaat is voorzien voor 220-240 V/50 Hz. Het stroomverbruik bedraagt minder dan 20 W. De aansluitleiding moet zo worden gelegd dat ze bij het werken met het apparaat niet door de warmte wordt beschadigd.
Aanpassen aan een andere gassoort Dit apparaat kan aan andere gassoorten worden aangepast. en aanpassingswerkzaamheden mogen alleen door erkende gasin[ Instelstallateurs met inachtname van de toepasselijke voorschriften worden uitgevoerd! Apparaat volledig spanningsvrij maken. gassoort en de verbruiksdruk moeten met de gasinstelling die op het [ De apparaat is aangegeven, overeenkomen. De gasinstelling bij levering is op een informatieplaatje of op het typeplaatje vermeld. aan andere gassoorten die achteraf worden uitgevoerd, [ Aanpassingen moeten blijvend op het typeplaatje worden vermeld.
[ Alleen speciale spuitstukken van de klantenservice gebruiken. de aanpassing aan een andere gassoort moeten in elk geval de vol[ Bij open- en kleinstandspuitstukken worden vervangen; zie verder in deze handleiding. Eerst moeten de gas- en elektriciteitstoevoer worden afgesloten.
Spuitstukdiameters Spuitstukmarkering vol-open- / kleinstandspuitstuk Gassoort Binnenste Buitenste brander brander Aardgas H, E, E+ G 20 (20/25 mbar) Aardgas LL G 25 (20 mbar) Aardgas L G 25 (25 mbar) Vloeibaar gas butaan/propaan G 30 (50 mbar) Vloeibaar gas butaan/propaan G 30 (28-30/37 mbar)
Y / 36
173 / 74
P / 40
192 / 88
Y / 36
173 / 74
C / 20
100 / 46
E / 23
112 / 52
op: Uitsluitend de speciale, bij de klantenservice bestelde spuitstuk[ Let ken gebruiken! De waarden uit de tabel zijn in de spuitstukken gegraveerd! Het gebruik van spuitstukken die groter zijn dan voor het gas en de aansluitdruk toegelaten, leidt tot vernieling van het apparaat en schaadt de gezondheid van de gebruiker (CO-emissie)!
Speciale spuitstukkensets Gassoort, druk Aardgas H, E, E+ G 20 (20/25 mbar) Aardgas LL G 25 (20 mbar) Aardgas L G 25 (25 mbar) Vloeibaar gas butaan/propaan G 30 (50 mbar) Vloeibaar gas butaan/propaan G 30 (28-30/37 mbar)
GWS 457.0
Spuitstukken bij de klantenservice informeren. bij de klantenservice informeren. bij de klantenservice informeren. bij de klantenservice informeren. bij de klantenservice informeren.
43
Kookzonebranders aanpassen [ Sluit de gaskraan! Trek de stekker uit het stopcontact! de nieuwe spuitstukken aan de hand van de tabel „Spuitstuk[ Controleer diameters”! Let erop dat voor elke brander het juiste spuitstuk wordt ge-
Kleinbrandspuitstukken aan de gaskraan vervangen – De beide kleinstandspuitstukken met een schroevendraaier losmaken en eruit trekken. – Nieuwe spuitstukken inzetten en aanhalen.
bruikt.
Kookplaat uitbouwen – Pannendrager, branderdeksel, branderring en tussenring afnemen. – Bedieningsknop aftrekken. – Kookplaat langs onder uit het aanrechtblad drukken en eruit nemen. Til de kookplaat niet met een schroevendraaier uit de uitsparing – u beschadigt anders het kader van de kookplaat. – De kookplaat met de bovenkant naar beneden op een vlakke ondergrond leggen. Bescherm de keramische plaat tegen krassen door er iets zachts onder te leggen.
Vol-open-spuitstukken vervangen.
– De bodem van het apparaat verwijderen.
Kraanbuis met gaskraan demonteren – Schroeven uitdraaien. – De versterkingsplaat in de richting van de gasaansluiting verschuiven en rechts door de uitsparingen in het frame eruit tillen.
Buitenste brander:
– Bevestigingsschroef van de mengbuis losmaken. – De schroefverbinding van de grote toevoerbuis aan de kookbranderkraan volledig losmaken. – De branderhoek en de mengbuis in de richting van de brander verschuiven. Daarbij de toevoerbuis uit de schroefverbinding trekken. – De schroefverbinding van de kleine toevoerbuis aan de binnenste brander volledig losmaken. – Thermo-element van de kraan afschroeven. – De kabels van de ontstekingsschakelaar van de aansluitklem en het ontstekingssysteem aftrekken. – De 4 schroeven waarmee de houders van de kraanbuis aan de behuizing zijn bevestigd, verwijderen. – De kraanbuis uit de behuizing tillen en zo draaien dat de as voor de bedieningsknop naar boven gericht is.
44
– Het vol-open-spuitstuk ! met een gaffelsleutel (SW 10) vervangen. Indien nodig hiervoor de volledige branderhoek eruit trekken. de kraanbuis later weer wordt ingebouwd, moet de primaire luchtspleet [ Als (afstand „A”) volgens de gegevens in onderstaande tabel worden ingesteld. – Om de primaire luchtspleet in te stellen bevestigingsschroef van de mengbuis losmaken, afstand „A” instellen en weer aanhalen. Binnenste brander: – Spuitstukhouder uit de binnenste brander schroeven. – Het vol-open-spuitstuk
(SW 4) dat zich daarin bevindt, vervangen.
– De primaire luchtopening „B” volgens de gegevens in onderstaande tabel instellen. – Spuitstukhouder weer in de binnenste brander schroeven.
Instelling primaire luchtspleet Gassoort Binnenste brander (opening B) Aardgas H, E, E+ G 20 (20/25 mbar) Aardgas LL G 25 (20 mbar) Aardgas L G 25 (25 mbar) Vloeibaar gas butaan/propaan G 30 (50 mbar) Vloeibaar gas butaan/propaan G 30 (28-30/37 mbar)
Buitenste brander (afmeting A)
½ open (
)
5,0 mm
¼ open (
)
4,0 mm
¼ open (
)
5,0 mm
volledig open (
)
6,0 mm
volledig open (
)
7,0 mm
GWS 457.0
Montage van het apparaat – De montage van het apparaat gebeurt in de omgekeerde volgorde als de demontage. Voor de bevestigingsschroef van de mengbuis wordt aangehaald, [ moet altijd eerst de primaire luchtspleet „A” worden ingesteld. Zie hiervoor „Vol-open-spuitstukken vervangen.” op pagina 44.
Kookplaat weer inbouwen – Pakking controleren. – Nu de kookplaat links inzetten (1), justeren (2) en vastclipsen (3). Daarbij de aansluitkabel niet inklemmen! – Bedieningsknop opsteken.
– Tussenring, branderring, branderdeksel en pannendrager opleggen en erop letten dat deze juist zijn geplaatst. De pen moet in de uitsparing passen.
Werkingstest het apparaat weer volledig is gemonteerd, moet een werkingstest [ Nadat worden uitgevoerd! – Het apparaat volgens de gebruiksaanwijzing in gebruik nemen. – Apparaat op gasdichtheid controleren (zie DVGW-werkblad G600 (DVGW TRG1 1986/96 / TRF 1996). – Ontsteking en vlamstabiliteit van de branders controleren (ook in kleinstand).
GWS 457.0
45
Technische gegevens Tabel met de toegelaten gassoorten en drukken Land
Aardgas H, E (G 20)
Aardgas LL (G 25)
Aardgas L (G 25)
Drukpaar Aardgas E+ (G 20/25)
mbar
mbar
mbar
mbar
Duitsland (DE)
20
20
Denemarken (DK) Finland (FI) Zweden (SE)
20
(ISO-afkorting)
Nederland (NL)
Drukpaar Butaan (Butaan/Propaan) (Butaan/Propaan) (G 30/31) (G 30) mbar
25
Frankrijk (FR)
20/25
Ver. Koninkrijk (GB) Spanje (ES) Italië (IT) Portugal (PT) Ierland (IE) Griekenland (GR)
20
Oostenrijk (AT)
20
Luxemburg (LU) België (BE)
20
mbar
mbar
50
II2ELL3B/P
28-30
II2H3B/P
28-30
II2L3B/P
28-30/37
II2E+3+
28-30/37
II2H3+
50
II2H3B/P
28-30/37
Tabel van de belasting Branders
Categorie
I2E, I3+
Calorische waarde volgens EN 437 Aardgas 20 mbar 25 mbar
Butaan/propaan
Gassoort
Calorische waarde Hs 15 °C 3
MJ/m
kWh/m3
Aardgas H (G 20)
37,78
10,5
Aardgas L (G 25)
32,49
9,03
MJ/kg
kWh/kg
Belasting kW
Belasting kW
Gasdebiet g/h
Buitenste brander groot
5,6
5,6
408
Butaan (G 30)
49,47
13,75
klein
1,2
1,2
88
Propaan (G 31)
50,37
14,00
Binnenste brander groot klein
0,4
0,4
29
< 0,18
< 0,18
< 14
De calorische bedrijfswaarde HSB moet bij de verantwoordelijke gasmaatschappij worden nagevraagd. Het gasdebiet wordt als volgt berekend.
Totale nominale warmtebelasting = 6,0 kW Aansluitwaarde van het apparaat = 437 g/h
gasdebiet in l/min =
belasting kW x 1000 bedrijfswaarde kWh/m3 x 60
Elektrische aansluitwaarden Aansluiting
gebeurt via de stekker in een contactdoos.
Totaal vermogen
< 20 W
Aansluitwaarden
230 - 240 V, 50 Hz
Zekering
16 A
46
GWS 457.0