BEDIENUNGSANWEISUNG mit Montageanweisungen
Instructions for use and installation instructions Instructions d’ utilisation et avis de montage Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding
07 22 21 G51
EEB 670.0
Ter informatie
Inhoud
Gelieve de informatie in deze handleiding zorgvuldig te lezen. U vindt hier belangrijke instructies m.b.t. de veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Het apparaat dient uitsluitend voor de bereiding van levensmiddelen in het huishouden. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Volg de instructies en gegevens in deze handleiding. Alleen zo vermijdt u fouten bij de bediening en beschadiging van het apparaat. Voor schade die het gevolg is van ondeskundige bediening kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gemaakt.
Overzicht van het apparaat . . . . . . . . . . . . 58 Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . 59 Bedieningselementen en display’s Opmerkingen i.v.m. de bediening
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . 60 voor inbouw, aansluiting en werking voor de oven voor de vleesthermometer
De ökotherm®-katalysator . . . . . . . . . . . . . 60 Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . 60 Verpakking en het oud apparaat verwijderen Eerste schoonmaak Tijd instellen Timer
Typeplaatje
De kinderveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Het typeplaatje vindt u rechts aan de zijkant en is zichtbaar als u de ovendeur opent. Gelieve voor eventuele vragen aan onze klantenservice de volgende gegevens te noteren:
De ovenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 De backmobil® . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Kinderveiligheid gebruiken Kinderveiligheid buiten werking zetten
Gebruik van de backmobil® Inschuifmogelijkheden Bakplaten en roosters
F-nummer
Gebruik van de oven . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Oven inschakelen Oven uitschakelen Programma kiezen Bereidingstemperatuur wijzigen Werkelijke temperatuur oproepen Bereidingsduur instellen of wijzigen Kerntemperatuur instellen of wijzigen
Typenaam oven
Programma’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Verwarmingsprogramma’s Braad- en bakprogramma’s
De vleesthermometer . . . . . . . . . . . . . . . 65 Gebruik van de vleesthermometer Tips voor het juiste gebruik Richtwaarden kerntemperaturen
Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Braden Richtwaarden braden Bakken Richtwaarden bakken Pizza bakken Ontdooien en laten rijzen Inmaken Grillen
Schoonmaak en onderhoud. . . . . . . . . . . . 72 backmobil® Oven ® ökotherm -katalysator regenereren
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Montage-instructies. . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Elektriciteit Inbouwmaten Inbouw in het keukenmeubel
EEB 670.0
57
Overzicht van het apparaat
1 klokje 2 symboolvelden verwarmingsprogramma’s, bak- en braadprogramma’s 3 draaiknop programmakeuze 4 draaiknop oventemperatuur 5 bedieningspaneel 6 neerklapbare grill (bovenverwarming/grill) 7 stopcontact voor vleesthermometer 8 aanzuigopening hete lucht 9 richel backmobil® 10 frame backmobil® 11 backmobil® 12 ovendeur
Verkrijgbare accessoires: pizzasteen grillrooster met lichter braadrooster braadslede bakplaat (email) bakplaat (aluminium) druippan
58
Acc.-nr. 145 Acc.-nr. 125 Acc.-nr. 124 Acc.-nr. 441 Acc.-nr. 541 Acc.-nr. 542 Acc.-nr. 543
EEB 670.0
Het bedieningspaneel Via het bedieningspaneel worden alle functies van de oven en de kookplaat geregeld. Met draaiknoppen, regelknoppen en sensortoetsen worden functies gekozen en waarden ingesteld. In de display’s zijn de ingestelde waarden voor temperatuur en tijd te zien. De symboolvelden tonen de programma’s aan. De bedieningselementen hebben de volgende betekenis:
Bedieningselementen en display’s 1 2
Symboolvelden braad- en bakprogramma’s, Symboolvelden verwarmingsprogramma’s
hebben een groene achtergrondverlichting als de oven ingeschakeld is, het symboolveld van een geselecteerd programma licht rood op.
3
Draaiknop programmakeuze
om de bak-, braad- en verwarmingsprogramma’s te selecteren, om de klok in te stellen, naar rechts en links draaibaar.
4
Draaiknop oventemperatuur
om de oventemperatuur in te stellen en te wijzigen.
5
Aanduiding oventemperatuur met oproeptoets werkelijke temperatuur
toont permanent de ingestelde oventemperatuur aan; wanneer u op de oproeptoets werkelijke temperatuur drukt, verschijnt gedurende een paar ogenblikken de werkelijke temperatuur.
6
Oproeptoets werkelijke temperatuur
Wanneer u op deze toets drukt, wordt de werkelijke temperatuur aangetoond. Het controlelampje toont aan dat de vleesthermometer ingestoken is.
7
Aanduiding timer, kooktijd en kerntemperatuur met insteltoetsen
Tijdaanduiding indien de timer ingesteld is, kooktijdaanduiding indien de timer geactiveerd is, kerntemperatuur indien de vleesthermometer ingestoken is, insteltoetsen om de waarden te wijzigen.
Toets automatische uitschakeling
om de automatische uitschakeling te activeren.
Toets kinderveiligheid AAN
vergrendelt de ovenfuncties en de voorste kookzones.
10
Toets oven AAN
om de oven in te schakelen.
11
Toets oven UIT
om de oven uit te schakelen, zet alle functies buiten werking.
12
Klokje
toont permanent de actuele tijd, het klokje heeft geen schakelfunctie.
8 9
Opmerkingen i.v.m. de bediening – – –
Alle toetsen zijn sensortoetsen, die reeds op licht contact reageren. Raak de sensortoetsen aan in de gevoelige zone (sensoren) boven het symbool. In de afbeelding onderaan op deze pagina zijn de gevoelige zones van de sensortoetsen duidelijk weergegeven. Op de sensortoetsen zelf is er geen markering. Alle draaiknoppen en regelknoppen zijn indrukbaar. Door er eventjes op te drukken worden ze weer uitgehaald. Met ingedrukte draaiknoppen en regelknoppen kan niet geschakeld worden. Alle draaiknoppen en regelknoppen kunnen naar rechts en links worden gedraaid.
EEB 670.0
59
Veiligheidsinstructies
Voor het eerste gebruik
Aansluiting en gebruik
Verpakking en het oud apparaat verwijderen
Alleen KÜPPERSBUSCH-inbouwkookvlakken zijn geconstrueerd en getest voor gebruik boven een Küppersbusch-inbouwoven. Andere kookvlakken mogen niet worden gebruikt. Aansluiting op het net, onderhoud en reparatie van het apparaat mogen alleen door een erkend vakman volgens de geldende veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden vormen een risico voor uw veiligheid. Het apparaat uitsluitend gebruiken als het is ingebouwd! Het oppervlak van de bakoven wordt tijdens bedrijf heet. Kleine kinderen steeds uit de buurt houden. Het netsnoer van elektrische apparaten niet tussen de ovendeur klemmen. Damp- en/of drukreinigingsapparaten mogen niet worden gebruikt om de bakoven schoon te maken! Het apparaat kan dusdanig worden beschadigd dat het levensgevaarlijk voor u is. Het apparaat dient uitsluitend voor de bereiding van levensmiddelen in het huishouden.
Verwijder de transportverpakking altijd op een zo milieubewust mogelijke manier. In Duitsland neemt de handelaar, bij wie u het apparaat hebt gekocht, de transportverpakking terug. De recyclage van het verpakkingsmateriaal spaart grondstoffen en vermindert de afvalberg. Oude apparaten bevatten nog waardevolle stoffen. Breng uw oud apparaat naar een recyclagecentrum. Oude apparaten moeten eerst onbruikbaar worden gemaakt, vooraleer ze worden weggebracht. Zo wordt misbruik voorkomen.
Eerste schoonmaak Losse onderdelen en verpakking verwijderen. Vooraleer u de eerste keer levensmiddelen bereidt, moeten de binnenkant van de oven en alle accessoires grondig worden schoongemaakt. Vitrokeramische kookplaat, bakplaten, druippan, rooster, vleesthermometer enz. met een vochtige doek en wat afwasmiddel schoonmaken. Oven opwarmen: Ovendeur sluiten, oven met boven- en onderverwarming op 250 °C 60 minuten opwarmen; tegelijk de keuken goed verluchten.
Oven Bij reparaties en het vervangen van de ovengloeilampen moet het apparaat stroomloos worden gemaakt (zekering uitschakelen). Nooit voorwerpen in de oven bewaren die een risico kunnen vormen als de oven per ongeluk wordt aangezet. Opgelet bij het werken in de hete oven. Pannenlappen, handschoenen of dergelijke gebruiken. De ovendeur moet goed sluiten. Bij beschadigingen aan de deurpakking, de scharnieren, de deurafdichtvlakken of bij een gebroken deurglas het apparaat onmiddellijk buiten bedrijf stellen tot het door een vakman gerepareerd en gecontroleerd is. Opgelet! Bij het openen en sluiten van de ovendeur niet in de deurscharnieren grijpen. Gevaar voor verwondingen! Ovendeur bij het bereiden van gerechten in de oven altijd volledig sluiten. Minstens 5 cm afstand van de grill en de bovenverwarming bewaren.
Tijd instellen Het klokje toont altijd de actuele tijd aan. Het werkt onafhankelijk van de functies van het fornuis. De tijd stelt u als volgt in: - Raak het glas rechts naast de cijfers aan tot u een signaal hoort. De cijfers knipperen. - Stel nu met de draaiknop programmakeuze (1e schakelaar van links) de juiste tijd in. Ca. 5 seconden na de instelling knippert het klokje niet meer. Het klokje heeft de nieuwe tijd aangenomen. Om het klokje opnieuw in te stellen, moet u dezelfde stappen herhalen.
Vleesthermometer Alleen de originele vleesthermometer gebruiken. Kabel van de vleesthermometer niet tussen de ovendeur klemmen. De vleesthermometer uit de oven nemen als hij niet wordt gebruikt. Minstens 5 cm afstand van de grill en de bovenverwarming bewaren.
Timer De timer kan met of zonder uitschakelfunctie worden gebruikt. Voor de tijdinstelling van de bak- en braadprogramma’s en de verwarmingsprogramma’s van de oven heeft de timer een uitschakelfunctie. Is de oven niet ingeschakeld, heeft hij geen uitschakelfunctie.
De ökotherm®-katalysator De ökotherm-katalysator reinigt de ovenlucht van vet- en geurstoffen en zwevende partikels reeds tijdens het braden en bakken. Geuren en vetdampen worden reeds in de oven zelf in reukloze en vochtige lucht omgezet. Daarbij wordt geen energie gebruikt; er komt integendeel energie vrij. Uit de oven komt schone lucht. Vetslierten op de keukenmeubels worden vermeden. Wanneer het reinigingseffect vermindert, kunt u de ökotherm®-katalysator gewoon regenereren (zie pag. 72).
of de tijd in. - Stel met de insteltoetsen Uw gewenste tijd verschijnt in het display. - Na afloop van de tijd hoort u een akoestisch signaal. aanraken. Om het signaal af te zetten de toets
60
EEB 670.0
De kinderveiligheid Uw fornuis beschikt over een kinderveiligheid, die u kunt activeren om te verhinderen dat het fornuis per ongeluk of door onbevoegden wordt ingeschakeld.
Kinderveiligheid gebruiken
Gebruik van de backmobil® Opgelet! De backmobil® en de blokkeringstoets kunnen zeer heet zijn. Gebruik pannenlappen, handschoenen o.d. backmobil® uitschuiven: Hefboom naar beneden drukken
Met de met de sleutel gemarkeerde toets activeert u de kinderveiligheid. De kinderveiligheid kan alleen worden ingeschakeld als de oven is ingeschakeld. - Druk op de toets kinderveiligheid.
Op het bedieningspaneel knipperen de volgende drie controlelampjes: , - toets Oven Aan - toets Timer . - toets Vleesthermometer Na ca. 10 minuten wordt het apparaat uitgeschakeld. De kinderveiligheid blokkeert de instelling van de oven. De beide voorste kookzones worden uitgeschakeld. De achterste kookzones kunnen normaal voortgebruikt worden. De bestaande instellingen van de oven blijven behouden of kunnen verlaagd worden. Nieuwe temperatuurinstellingen zijn niet mogelijk. Wanneer het fornuis weer wordt ingeschakeld, blijft alles uitgeschakeld, met uitzondering van de achterste kookzones.
backmobil® inschuiven: Langzaam naar binnen schuiven tot de backmobil® vastklikt.
De geactiveerde kinderveiligheid - ook voor de kookzones - is alleen te herkennen als de oven ingeschakeld is. Om het fornuis weer volledig te kunnen gebruiken, moet de kinderveiligheid buiten werking worden gezet.
Kinderveiligheid buiten werking zetten
Inschuifmogelijkheden De backmobil® heeft een frame en zeven richels. De inschuifhoogten worden van onder geteld. Voorbeeld: Inschuifhoogte 5: bakplaat op richel 5 van onder inschuiven. In het frame kan b.v. de braadslede worden ingeschoven. In de richels worden al naargelang van de bereiding het rooster en de bakplaten ingeschoven. Gegevens i.v.m. de inschuifhoogten vindt u bij de verschillende toepassingen en in de richtwaardetabellen. Op de volgende tekening van de backmobil® zijn de richels aangeduid en voorbeelden voor de braadslede in het frame en een bakplaat op inschuifhoogte 5 afgebeeld.
Dat gebeurt m.b.v. de toetsen van de drie knipperende controlelampjes.
1 - 7 Richels A Frame B Braadslede in het frame C Bakplaat op inschuifhoogte 5 - Druk op de toetsen van de drie knipperende controlelampjes (in de tekening met een pijl aangeduid), eerst op de beide linker toetsen en dan op de rechter toets. U hoort een akoestisch signaal als de kinderveiligheid weer buiten gebruik genomen is. De controlelampjes knipperen niet meer. U beschikt weer over alle functies van uw fornuis.
De ovenverlichting De ovenverlichting is ingeschakeld als de indrukbare knop programmakeuze (1e schakelaar van links) niet ingedrukt is. De verlichting functioneert onafhankelijk van de keuze van een werkwijze. Ook bij het gebruik van de oven kan de verlichting uitgeschakeld worden. Op die manier spaart u energie. De ovenverlichting is uitgeschakeld als de indrukbare knop programmakeuze ingedrukt is. Zodra u opnieuw op de knop drukt, wordt de verlichting weer ingeschakeld. Na het gebruik van de oven de knop programmakeuze weer indrukken!
EEB 670.0
Bakplaten en roosters De bodem van de oven niet met aluminiumfolie afdekken! Bakplaten: Bij het uitnemen lichtjes optillen. Als ze weer zijn ingeschoven, moet de schuine kant van de platen naar de ovendeur gericht zijn. Druippan en bakplaat met de beide gaten naar achter in de oven schuiven. Rooster: Let erop dat de inkeping in de roosters altijd naar achter is gericht.
61
Gebruik van de oven
Bereidingstemperatuur wijzigen
Gelieve rekening te houden met de veiligheidsrichtlijnen op pag. 60! Opmerkingen: Raak de sensortoetsen voor het in- of uitschakelen aan de bovenkant aan (boven de symbolen). Daar zitten de sensoren (zie pag. 59). Elke activering van een toets wordt door een akoestisch signaal begeleid. De oven werkt alleen als de ovendeur gesloten is. Bij het werken met de oven wordt de oven warm. Bij temperaturen boven 95 °C draait de koelventilator - ook als de oven uitgeschakeld is. - Draai de knop oventemperatuur (2e schakelaar van links) naar rechts of links tot de gewenste temperatuur in het display voor de bereidingstemperatuur verschijnt.
Oven inschakelen - Druk op de Aan-toets. Een controlelampje in de toets toont aan dat de oven gebruiksklaar is. De symboolvelden van de bak-, braad- en verwarmingsprogramma’s hebben een groen verlichte achtergrond. Alle functies van de oven kunnen nu gebruikt worden. Indien na het inschakelen geen andere functie gekozen wordt, hoort u na 10 seconden een akoestisch signaal. Na nog eens 10 seconden wordt de oven weer uitgeschakeld.
Werkelijke temperatuur oproepen Tijdens het volledige bereidings- of bakproces wordt de ingestelde temperatuur aangetoond. Als u tussendoor de werkelijke temperatuur wilt weten, kunt u die als volgt oproepen: - Druk op de toets bereidingstemperatuur. Gedurende 3 seconden verschijnt de actuele temperatuur in het display.
Oven uitschakelen - Druk op de Uit-toets. Het controlelampje dooft uit. De symboolvelden van de ovenprogramma’s zijn niet meer verlicht. Alle functies van de oven zijn buiten werking gezet. De oven heeft een gebruiksduurbegrenzing (veiligheidsbegrenzing). Na ca. 6 uur wordt de oven automatisch uitgeschakeld.
Bereidingsduur instellen of wijzigen U kunt met de timer : 1. de duur van een bereidingsprogramma instellen 2. de vast ingestelde duur van een bak- of braadprogramma wijzigen.
Programma kiezen - Druk op de toets timer.
- Stel met de toetsen of de gewenste waarde in. De waarde verschijnt in het display. Tijdens de bereiding wordt continu de nog resterende tijd aangetoond.
- Draai de knop programmakeuze (linker schakelaar) naar rechts of links tot het gewenste verwarmingsprogramma of bak- en braadprogramma bereikt is en het symbool rood verlicht is. De oven begint na 3 seconden te werken. U hoort een akoestisch signaal. Is de ovendeur gesloten, warmt de oven op. Zolang de ovendeur open is, wordt niet opgewarmd.
Kerntemperatuur instellen of wijzigen
Elk verwarmingsprogramma start met een vast ingestelde bereidingstemperatuur. De temperatuur verschijnt in het display . Elk bak- en braadprogramma start met een vast ingestelde bereidingstemperatuur en -duur (of baktemperatuur en -duur). De ingestelde waarden voor temperatuur en duur kunt u wijzigen.
62
- Als de vleesthermometer ingestoken is, brandt de toets vleesthermometer. - Stel met de toetsen of de vast ingestelde kerntemperatuur op de gewenste waarde in. De gewijzigde temperatuur verschijnt in het display.
EEB 670.0
Programma’s Uw fornuis beschikt over twaalf verwarmingsprogramma’s en twaalf braad- en bakprogramma’s. Met een draai aan de knop hoeft u alleen nog het passende symbool op het bedieningspaneel te kiezen. Het multitherm plus® verwarmingssysteem combineert acht verwarmingswijzen tot 24 verwarmings-, braad- en bakprogramma’s. Bij verschillende programma’s wisselt de verwarmingswijze tijdens de bereiding. De heteluchtventilater wordt daarbij, afhankelijk van het programma, afwisselend aan- en uitgeschakeld. Dat hoort tot het normale programmaverloop!
Verwarmingsprogramma’s U kunt onder twaalf verwarmingsprogramma’s het programma kiezen dat voor uw bereiding het beste is. Elk verwarmingsprogramma wordt met een vast ingestelde temperatuur ingeschakeld. Deze bereidingstemperatuur kan gewijzigd worden.
Verwarmingsprogramma
Toepassingen
Voorgestelde temperatuur in °C
> 4 9 : ? 5 8 ; = 9
7 <
Grill voor grote oppervlakken
Grillen van grote hoeveelheden, b.v. steaks, vis en worstjes, maar ook voor het overbakken van toast en gratins.
220 *
Grill
Grillen van kleine hoeveelheden. Stukken vlees in het midden van het braadrooster leggen.
220 *
Onderverwarming
Voorbakken van zeer vochtig gebak, inkoken
180
Bovenverwarming
Gratineren
220
Boven- en onderverwarming
Voorverwarmen, bakken van biscuit en vochtig gebak
175
Boven- en onderverwarming met snelle opwarming
Snel opwarmen
200
ökotherm®-braadgrillen
Braden van vlees, vis en gevogelte
160
ökotherm®-pizzastand
Bakken van brood, pizza en vochtig gebak, inkoken
160
ökotherm®-intensieve hetelucht
Bakken van plaatkoek met droog beleg, b.v. kruimelkoek; intensief braden van grote stukken gebraad of gevogelte zoals gans en kalkoen.
180
ökotherm®-hetelucht
Braden, bakken, bereidingen op verschillende niveau’s
160
ökotherm®-hetelucht met snelle opwarming
Snel opwarmen
175
Ontdooi- en rijsstand
Ontdooien en laten rijzen van gistdeeg
Opmerking: de standen met snelle opwarming schakelen na het snelle opwarmen over op het normale verwarmingsprogramma. * Bij het grillen van dikke stukken vlees of van volledige vis moet de aanbevolen temperatuur in 220 tot 240 °C worden veranderd.
EEB 670.0
63
bis 35
Braad- en bakprogramma’s Uw fornuis biedt u twaalf comfortabele braad- en bakprogramma’s, waarvan zes braad- en zes bakprogramma’s, waarmee het bakken en braden u gemakkelijk wordt gemaakt. Als u een braadprogramma kiest, moet u er wel aan denken het gebraad één keer te draaien. U kiest gewoon het gewenste programma en de rest voert uw oven automatisch uit. Bereidingstemperatuur en -duur zijn reeds ingesteld. De vast ingestelde waarden kunnen gewijzigd worden. We adviseren de richtwaarden die in deze gebruiksaanwijzing worden gegeven zo nauwkeurig mogelijk te volgen. Belangrijk: De voorgegeven temperatuur en duur van de braad- en bakprogramma’s gelden voor de bereiding van 1 kg vlees, gebak van 500 g meel of 1 kg rauwe aardappelen en rauwe groenten. Als u grotere of kleinere hoeveelheden gebruikt, moet u de bereidings- of bakduur en de temperatuur aan de hoeveelheid aanpassen (zie pag. 62 - bereidingstemperatuur wijzigen). Richtwaarden voor de bereiding van grotere hoeveelheden vlees vindt u in de tabel braadprogramma’s. Maak gebruik van de vleesthermometer. Daarmee bent u niet afhankelijk van het gewicht en de dikte van het vlees of gevogelte (zie pag. 65).
Braadprogramma
Toepassingen
Temperatuur in °C
Bereidingsduur in min. 1 kg
2 kg
Kerntemperatuur
3 kg
in °C
Varkensgebraad
Varken, everzwijn, wild
160
90
110
120
80
Kalfsgebraad
Kalf, varkensrug, Casseler rib, gevuld gebraad, wildrug, gehaktbrood
160
70
90
100
70
Volledig gevogelte
Kip
180
45
90
120
85
Eend, gans, kalkoen
160
Filet
Rund, kalf, varken, wild, rosbief
180
50
50
60
50
q
Volledige vis
Vis in zijn geheel
160
45
50
60
75
r
Rundergebraad
Rund, lam, kalfsschenkel
160
100
110
120
85
Bakprogramma
Toepassing
Temperatuur
Bereidingsduur
in °C
in min
Niveau
Tulband
Gebak in bakblik van roerdeeg, gistdeeg, kaastaart, kerstbrood
160
60
rooster op richel 3
Plaatkoek met fruit
Plaatkoek van gistdeeg, kruimeldeeg of roerdeeg met appels, pruimen enz.
170
50
richel 3
Pizza voorverwarmen tot signaaltoon
Gistdeeg, kwark-oliedeeg (pizza pas na de signaaltoon in de oven schuiven)
250
12
bakplaat in frame
Brood voorverwarmen tot signaaltoon
Zuurdesem- en gistbrood, (brood pas na de signaaltoon in de oven schuiven)
160
60
richel 3
Aardappelgratin
Gratins van rauwe aardappelen en rauwe groenten
180
50
richel 3
Maccaronischotel
Ovenschotels van gekookte deegwaren en gekookte groenten
180
40
richel 3
64
EEB 670.0
De vleesthermometer De vleesthermometer meet de temperatuur binnen in de bereiding. Bij het gebruik van de vleesthermometer wordt het bereidingsproces gestuurd door de te bereiken kerntemperatuur die voor het gebraad nodig is. Zodra die kerntemperatuur bereikt is, wordt de oven automatisch uitgeschakeld. De bereiding is klaar.
Richtwaarden kerntemperaturen Gerecht
Kerntemperatuur voor alle verwarmingsprogramma’s in °C
Rundvlees Rosbief/runderfilet De vleesthermometer gebruikt hetzelfde display als de timer. Beide hebben een uitschakelfunctie. Het gebruik van de vleesthermometer is zeer sterk aan te bevelen voor de bereiding van gebraad waarvan de kerntemperatuur een bepaalde waarde niet mag overschrijden, zoals rosbief.
saignant
40-45
roze
50-55
doorbakken
60-65
Rundergebraad
80-85
Varkensvlees
Gebruik van de vleesthermometer De vleesthermometer kunt u als volgt gebruiken: 1. Bij het braden met bak- en braadprogramma’s. Daarbij is de kerntemperatuur voor het gebraad reeds ingesteld. U kunt deze kerntemperatuur ook wijzigen (zie pag. 62 - kerntemperatuur instellen of wijzigen).
Varkenslende
65-70
Varkensgebraad/ham
80-85
Nek, poot
80-85
Kotelet, rug
75-80
Kotelet zonder been
2. Bij het braden met verwarmingsprogramma’s. In het display verschijnt een voorkeur-kerntemperatuur, die u afhankelijk van de vleessoort op de vereiste waarde moet instellen.
70
Casseler rib
65-70
Gehaktbrood
70-75
Kalfsvlees
Tips voor het juiste gebruik
Kalfsgebraad
70-75
De vleesthermometer altijd tot aan het handvat insteken, zodat de punt zich ongeveer in het midden van het gebraad en niet in de buurt van vet of beenderen bevindt. De vleesthermometer opzij insteken. Ga daarbij als volgt tewerk en let op de tekeningen:
Kalfsnierengebraad
75-80
Kalfsschenkel
80-85
- Steek de punt van de vleesthermometer in het midden van de bereiding.
Wildvlees
75-80
- Let er bij gevogelte op dat u de vleesthermometer zo insteekt dat hij geen beenderen raakt.
Wildrug
60-70
Wildfilet saignant
40-45
Wildfilet roze
50-55
Wildfilet doorbakken
60-65
Lam
80-85
Gevuld gebraad
70-75
Gevogelte
85-90
Vis
70-80
juist
fout - Steek de stekker van de vleesthermometer in het contact. De ingestelde temperatuur verschijnt in het display. - Sluit de ovendeur. Het gekozen braad- of verwarmingsprogramma start nu. - Zodra de kerntemperatur bereikt is, hoort u een akoestisch signaal en de oven wordt uitgeschakeld.
EEB 670.0
Wild
De kerntemperaturen die in de braadprogramma’s vooraf ingesteld zijn, vindt u in de tabel met de braadprogramma’s.
65
Toepassingen =ökotherm -intensieve hetelucht Druippan in frame en rooster in 1e richel van onder Programma filet
Braden
®
1. Braadprogramma instellen. Het braadproces verloopt automatisch met een vast ingestelde bereidingstemperatuur en -duur. U hoeft alleen het gebraad één keer te draaien. Braadprogramma’s met toepassingsvoorbeelden vindt u op pag. 64.
Druippan in 2e en rooster in 3e richel van onder
6
of 2. Verwarmingsprogramma kiezen. Elk verwarmingsprogramma wordt met een vast ingestelde bereidingstemperatuur ingeschakeld. Deze temperatuur kan gewijzigd worden (zie pag. 62). De braadduur bepaalt u zelf en stelt u met de timer in (zie pag. 62).
Hetelucht Druippan in 1e en rooster in 2e richel van onder
Gebruik voor het braden de vleesthermometer. Daarmee lukt het gebraad altijd goed. Tips voor het juiste gebruik vindt u op pagina 65. De braadduur is afhankelijk van de vleessoort en -dikte. Om de vleesdikte te meten, moet u het vlees lichtjes optillen omdat het door zijn eigen gewicht inzakt. Bij vlees met een vetlaag kan de nodige braadduur duidelijk langer worden, ev. zelfs dubbel zolang.
Braden in de pan (oven)
?
Boven- en onderverwarming Druippan in 1e en rooster in 2e richel van onder
=
Kies het verwarmingsprogramma ökotherm®-intensieve hetelucht op 180 tot 200 °C. U kunt elke pan (staal, email, gietijzer of glas) gebruiken die geen kunststofhandvatten heeft. Als u een Römertopf gebruikt, moet u de richtlijnen van de fabrikant volgen. Wij bevelen de volgende werkwijze aan:
Tips i.v.m. de inschuifhoogten altijd respecteren! Druippan en rooster (braadslede als accessoire)
- Pan met water uitspoelen of wat vet in de pan doen.
8 ökotherm -braadgrillen
- Voorbereid (gekruid) gebraad in de pan leggen, het deksel erop leggen en in de koude oven op het rooster plaatsen.
®
1 tot 2 kg vlees: druippan in 1e en rooster in 2e richel van onder 3 kg vlees: druippan in frame, rooster in 1e richel.
-
= ökotherm®-intensieve hetelucht met een temperatuur van 180 tot
200 °C instellen. Na afloop van de braadtijd maakt u de saus op de normale manier klaar.
Richtwaarden braden De richtwaarden gelden als de gerechten in de koude oven worden gezet.
Gerecht
Programma
8ökotherm®- ? boven- en braadgrillen
Het gebraad altijd keren Rundergebraad Rosbief Filet Kalfsvlees Varkensgebraad Casseler rib Varkensschouder, varkensgebraad met zwoerd Wild Everzwijn Filet - wild Schapevlees Eend Gans Kip Kalkoen Vis
r
q
Bereidingsduur
onderverwarming intensieve hetelucht
voor 1 kg vlees
r
=ökotherm®-
Temperatuur in °C
in min. per cm vleesdikte 18
160
180-220
180
220-240
180-200
8-10
180
220-240
180-200
8
160
180-220
160-180
12
160
180-220
160-180
12-15
160
180-220
160-180
8
180-200
160-180
10-15
160 160
180-220
15
160
180-220
15
180
220-240
8-10
160
180-220
15
160
180-200
160-180
12
160
180-200
160-180
12
180
180-200
160-180
8
160
180-200
160-180
12
160
200-220
66
in min.
45-60
8
EEB 670.0
Bakken 1. Bakprogramma instellen. Het bakproces verloopt automatisch met een vast ingestelde baktemperatuur en -duur. of 2. Verwarmingsprogramma kiezen. Elk verwarmingsprogramma start met een vast ingestelde temperatuur. Deze temperatuur kan gewijzigd worden. De bakduur moet ingesteld worden. Gebruik bij voorkeur de gegevens in de tabel met richtwaarden voor het bakken. Opmerkingen i.v.m. het bakken De bodem van de oven mag niet met aluminiumfolie worden afgedekt. ökotherm®-hetelucht met snelle Gebruik de verwarmingsprogramma’s boven- en onderverwarming met snelle opwarming om opwarming en de door u gewenste temperatuur sneller te bereiken. brood- en pizza-programma de oven voorBij het bakken met het verwarmen.
7
5
?
Boven- en onderverwarming Voorverwarmen – bakken op één niveau. Bij het voorverwarmen met boven- en onderverwarming met snelle opwaris de gewenste temperatuur snel bereikt. Bakvormen van zwarte ming plaat en aluminium zijn bijzonder geschikt.
5
= ökotherm -intensieve hetelucht ®
Niet voorverwarmen - bakken op één niveau. Alleen voor plaatkoek met droog beleg, b.v. kruimelkoek.
; ökotherm -pizzastand ®
Bakken op één niveau - voor vochtig gebak, - voor pizza: voorverwarmen met bakplaat of pizzasteen (accessoire), - voor brood.
9
Hetelucht Niet voorverwarmen – bakken op verschillende niveau’s tegelijk mogelijk.
Inschuifhoogten één plaat 3e richel van onder, twee platen 3e en 6e richel, drie platen 1e, 4e en 7e richel, vier platen 1e, 3e, 5e en 7. richel. Bij het bakken van meerdere bakplaten met gebak duurt de baktijd per bakplaat ca. 5 tot 10 minuten langer. Haal de bakplaten uit de oven naargelang van de bruintegraad. Bak met 9 hetelucht op 160 °C als in uw recept geen informatie over het bakken met hetelucht staat. Belangrijk: Bij gebak met vochtig fruitbeleg is de vochtontwikkeling bijzonder hoog. In dat geval niet meer dan twee taarten tegelijk bakken.
EEB 670.0
Brood- en pizzaprogramma Brood en pizza pas na het akoestisch signaal (voorverwarmen beëindigd!) in de oven schuiven.
67
Richtwaarden bakken De waarden van de bij voorkeur te gebruiken verwarmings- of bakprogramma’s zijn vet gedrukt.
Gebak
Programma
9 Hete lucht
? Boven- en
onderverwarming Richel
Temperatuur in °C
Richel
Temperatuur
=ökotherm® - intensieve hetelucht ;ökotherm®-pizzastand Richel
Temperatuur in °C
Bakduur
in min.
in °C Roerdeeg
3
160
1
175-180
50-60
3
160
1
175-180
50-70
3
150-160
1
160-170
60-70
3
160
1
175-190
40-60
3
180
2
200
20-30
3
160
1
175-190
3
150
2
180-200
3
180
2
180-200
3
3
170
2
175-190
3
Taartbodem
3
180
2
180-200
Kaastaart
3
150
1
160-180
Klein gebak
3
150
2
180-200
3
180
2
180-200
3
3
170
2
175-190
3
3
160
1
175-190
40-60
3
160
2
175-190
40-50
3
voorverw. 160
2
175-190
50-70
3
150
2
180-200
12-25
3
180
2
180-200
3
3
170
2
180-200
3
Tulband Rechthoekige cake Zandgebak Taarten Taartbodems Fijne fruittaarten
Klein gebak
3
Vochtig beleg
45-60 15-30
Plaatkoek: Droog beleg
; 160 =180 ; 170
25-35 35-50
Kneeddeeg
3
Vochtig beleg:
70-90 15-35
Plaatkoek: Droog beleg
;150-160
25-35
=180 ; 170
25-35 30-50
Gistdeeg Tulband Kransgebak Kerstbrood
Klein gebak Plaatkoek: voor kwark-oliedeeg gelden dezelfde gegevens
Droog beleg Vochtig beleg
68
=180 ;170
25-35 35-50
EEB 670.0
Vervolg richtwaarden bakken Gebak
Programma
9 Hete lucht
? Boven- en
onderverwarming
= ökotherm® intensieve hetelucht ;ökotherm®-pizzastand Richel
Temperatuur in °C
Bakduur
Richel
Temperatuur in °C
Richel
Temperatuur in °C
in min.
Taarten
3
160
2
175-180
30-40
Rolgebak
3
180
2
190-210
12-25
Schuimpjes
3
90
2
140
80-90
Kaneelsterren
3
140
2
150-160
15-20
Macarons
3
140
2
150-160
20-40
Klein gebak
3
180
2
200-220
15-30
Gistbladerdeeg
3
180
2
200-220
30-40
Kwarkbladerdeeg
3
180
2
200-220
30-40
Sudderdeeg
3
180
2
200-220
30-40
Honingkoek
3
160
2
170-180
20-35
2
180
3
; 160
50-60
2
200
3
; 180
50-60
2
220
Biscuitdeeg
Eiwitgebak
Bladerdeeg
Brood en pizza Brood met zuurdesem of gist, voorverwarmen: 230 °C 10 min. op 230 °C Gistbrood/wit brood
Zoute broodjes / zoute krakelingen, voorverwarmen: 10 min. op 230 °C Pizza, voorverwarmen op 250 °C
EEB 670.0
3
200
15-20
1
69
; 250
8-12
Pizza bakken
Inmaken - Kies ; ökotherm®-pizzastand.
1. Bakprogramma Pizza kiezen. Het bakproces verloopt automatisch met de vast ingestelde temperatuur van 250 °C en de voorgegeven bakduur (zie bakprogramma’s). U kunt de vooraf ingestelde temperatuur- en tijdwaarden wijzigen. of
De vast ingestelde temperatuur van 160 °C verschijnt in het display. De temperatuur moet veranderd worden op 180 °C.
- Stel de inmaakduur in. Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen. Bereid de levensmiddelen volgens de gebruikelijke recepten voor. Maximum 6 inmaakglazen van 1-1,5 liter inmaken. Alleen voor het inmaken geschikte glazen van gelijke hoogte gebruiken en met gelijke inhoud vullen. De glazen mogen elkaar niet raken.
;
ökotherm®-pizzastand kiezen. 2. Verwarmingsprogramma De vast ingestelde temperatuur van 160 °C verschijnt in het display. Deze temperatuur moet u op 250 °C instellen. De voorziene bakduur bepaalt u zelf. Voorbeeld
Fruit
Basisrecept pizza 375 g meel 20 g gist 1/8 l lauwwarm water 3 eetlepels olie, zout
- Druippan in 1e of 2e richtel van onder schuiven, ca. Een kopje water in de druippan gieten.
Van de opgegeven ingrediënten een gistdeeg maken. Het deeg laten rijzen tot het volume verdubbeld is (ca. 30 minuten). Daarna het deeg opnieuw enkele minuten kneden en nog eens 15 minuten laten rijzen. De hoeveelheid deeg in 2 tot 3 stukken verdelen, rond uitrollen, een rand vormen en vervolgens naar smaak beleggen; hierbij snel te werk gaan, zodat het deeg niet vochtig wordt.
- Dan de oven uitschakelen en de glazen nog 30 minuten (ca. 15 minuten bij gevoelig fruit, b.v. aardbeien) in de gesloten oven laten staan.
-
- Als de vloeistof parelt, de temperatuur op 150 °C verlagen en nog 60 tot 90 minuten laten doorkoken.
-
; ökotherm®-pizzastand op 180 °C instellen.
- Het inmaakproces in het oog houden. Na 20-40 minuten begint de vloeistof in de eerste glazen te parelen, meestal eerst rechts voor.
Groenten en vlees - Inmaakglazen voorbereiden, in de druippan in de oven schuiven en de temperatuur instellen zoals boven.
Pizza-bakprogramma instellen,
- bakplaat in het frame van de backmobil schuiven,
- Dan de oven uitschakelen en de glazen nog 30 minuten in de gesloten oven laten staan.
- u hoort een akoestisch signaal als de oven voorverwarmd is, - belegde pizza op de bakplaat leggen,
Levensmiddelen
- de oven schakelt na 12 minuten uit. of
- voorverwarmen met - bakken met
; ökotherm®-pizzastand op 250 °C en
Inkookduur (doorkoken)
Nawarmte in min.
; op 250 °C gedurende ca. 12 minuten.
Bloemkool
60-80
30
Bonen
60-80
30
Erwten
80-90
30
Komkommer
uitschakelen
30
- Leg de diepgevroren produkten zonder verpakking als volgt in de oven: Vlees of gevogelte Druippan 1e richel Rooster 2e richel Roomtaarten, gebak Rooster 3e richel
Wortelen
60-80
30
Paddestoelen
60-80
30
Spruien
60-70
30
- Stel de ontdooitijd in b.v. roomtaart op ca. 35 °C 60 minuten kip op ca. 30 °C 90 minuten
Asperges
80-90
30
Tomaten
uitschakelen
30
Ontdooien en laten rijzen Om te ontdooien kiest u < koude lucht of een temperatuur tot 35 °C.
Om te laten rijzen kiest u
< met een temperatuur van 35 °C.
Opgelet! Tijdens het inmaken wordt door het verdampen van het water in de ovenruimte zeer veel vochtigheid ontwikkeld; deze vochtigheid komt door de dampopeningen naar buiten. Daardoor kan het bedieningspaneel heet worden.
- Laten rijzen van gist- en zuurdesemdeeg
70
EEB 670.0
Grillen 1. Stel Grill
4 voor kleine hoeveelheden
of voor grotere hoeveelheden in. 2. Oppervlaktegrill De vast ingestelde temperatuur van 220 °C verschijnt in het display. Afhankelijk van de te grillen gerechten kan de temperatuur aangepast worden.
>
Op de inschuifhoogte: Druippan met braadslede (accessoire) in de 1e richel van onder, braadrooster in richel volgens tabel. Let erop dat het verwarmingselement van de grill tijdens het grillen automatisch uit- en weer ingeschakeld wordt. Dat is normaal.
- Bij het grillen van dikke stukken vlees of van volledige vis moet de aanbevolen temperatuur in 220 tot 240 °C worden veranderd. - De oven 5 tot 10 minuten voorverwarmen. - Leg de te grillen levensmiddelen in de oven en stel de grillduur in. Richtwaarden voor de grillduur vindt u in de onderstaande tabel. - Uitsluitend met gesloten ovendeur grillen!
Gerecht
4 Grill
Ovenrichel
> Oppervlaktegrill
van onder
1e kant in min.
2e kant in min.
1e kant in min.
2e kant in min.
Varkenskotelet/-schnitzel
6
8-10
6-8
10-15
8-10
Varkensfilet
6
10-12
8-10
14-16
10-12
Braadworst
6
8-10
6-8
15-20
10-15
Brochettes
6
7-8
5-6
18-20
8-10
Gehaktballen
6
8-10
6-8
10-15
10-12
Runderfiletsteak
7
6-7
5-6
10-11
9-10
Lever
7
3-4
2-3
7-8
6-7
Kalfsschnitzel
6
5-7
4-5
9-11
8-9
Kalfssteak
6
6-8
4-6
10-12
8-10
Schapenkotelet
6
8-10
6-8
12-14
10-12
Lamskotelet
6
8-10
6-8
12-14
10-12
Halve kip
3
10-12
5-7
14-16
9-11
Visfilet
7
6-7
4-5
10-11
8-9
Forellen
4
4-7
3-6
8-11
7-10
Toastbrood
5
2-3
2-3
6-7
6-7
Belegd toastbrood
4
6-8
EEB 670.0
10-12
71
Schoonmaak en onderhoud Laat het apparaat en het bedieningspaneel voor het schoonmaken altijd eerst volledig afkoelen! Meestal is het voldoende het apparaat na gebruik met een vochtige doek en een scheutje afwasmiddel schoon te maken. Vervolgens droogwrijven. Gebruik voor het schoonmaken geen krassende of agressieve reinigings- of schuurmiddelen, zoals staalwol, verzeepte staalwol, metalen of plastieken sponsjes o.d. met een krassend oppervlak. Geen blekende en chloorhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. Verwijder kalk, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken zo snel mogelijk. Anders kan bij apparaten in roestvrij stalen design door het gebrek aan luchttoevoer onder deze lagen corrosie optreden. Gebruik voor het onderhoud van apparaten in roestvrij stalen design normaal in de handel verkrijgbare onderhoudsprodukten voor roestvrij staal. Lees aandachtig de voorschriften van de fabrikant en probeer het produkt eerst op een klein plekje, voor u het voor het volledige oppervlak gebruikt. Na het schoonmaken resten van reinigingsmiddelen volledig verwijderen. De afdichtingsvlakken van de ovendeur moeten steeds schoon blijven.
Oven Af en toe is een grondige reiniging van de oven noodzakelijk. Daarvoor is het aan te bevelen een aantal onderdelen te demonteren. Ovendeur uitnemen Ovendeur volledig openen. De beugels aan de deurscharnieren opklappen.
De ovendeur met beide handen opzij vastnemen en langzaam sluiten. Ongeveer halverwege komen de scharnieren uit de arretering los. De ovendeur kan nu worden afgenomen.
Geleiderails demonteren Schroeven uitdraaien. Geleiderails uittrekken.
backmobil® Het apparaat is standaard met de backmobil® uitgerust. Om de backmobil® schoon te maken zijn volgende stappen nodig: Geleiderails weer inzetten Geleiderails met de schroeven in de oven vastmaken. M.b.v. de stelschroeven kan de stand van de geleiderails in de oven worden ingesteld.
backmobil® uitnemen De hefboom links onder aan het frame van de backmobil® naar beneden drukken. backmobil® uitschuiven en schuin naar boven uitnemen.
backmobil® demonteren Houderstaven van het inschuifrooster eerst uit de voorste en dan uit de achterste boringen in het frame van de backmobil® nemen. De inschuifroosters kunnen dan afgenomen worden. backmobil® ineenzetten Houderstaven van de inschuifroosters in de omgekeerde volgorde als bij de demontage weer in de boringen in het frame van de backmobil® steken. De backmobil® in de oven schuiven en de hefboom laten inklikken.
Verwarmingselement (bovenverwarming/grill) neerklappen Schroef uitdraaien en verwarmingselement neerklappen. Verwarmingselement opklappen en met de schroef bevestigen.
Ovendeur inzetten Ovendeur met beide handen opzij vastnemen en de scharnieren in de overeenkomstige openingen in de oven schuiven. De ovendeur langzaam openen. De beugels aan de deurscharnieren weer neerklappen. Ovendeur sluiten.
ökotherm®-katalysator regenereren De lege oven met intensieve hetelucht op maximale temperatuur gedurende 60 min. opwarmen.
72
EEB 670.0
Hulp bij storingen
Montage-instructies Küppersbusch-inbouwfornuizen mogen alleen met de bijhorende Küppersbusch-inbouwkookplaten door een erkend vakman worden aaneengesloten. De wettelijke voorschriften en aansluitvoorwaarden van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij moeten nauwgezet worden nageleefd. Bij de aansluiting van het apparaat moet een installatie voorzien worden die het mogelijk maakt het apparaat met een contactopeningswijdte van tenminste 3 mm met alle polen van het net te scheiden. Geschikte scheidingsinstallaties zijn LS-schakelaars, zekeringen en contactoren. Bij aansluiting, reparatie en vervangen van de ovengloeilamp moet het apparaat met één van deze voorzieningen stroomloos worden gemaakt. Bij de inbouw moet ervoor gezorgd worden dat geen contact met stroomvoerende onderdelen mogelijk is. De aardingskabel moet zo lang zijn dat bij een defect van de trekontlasting de aarding pas na de stroomvoerende aders van de aansluitkabel met trek wordt belast.
Reparaties uitsluitend door een erkend vakman! Controleer eerst of het probleem niet aan een bedieningsfout te wijten is. Een aantal storingen kunt u zelf oplossen.
Storing
Oorzaak
Oplossing
Bedieningspaneel niet verlicht.
Lichtgevende diode defect.
Service contacteren.
Uitschakelen van oven is Elektronisch niet mogelijk. onderdeel defect.
Zekering uitschakelen, service contacteren.
Oven warmt niet op.
Huishoudzekering defect.
Zekering controleren of vervangen.
Oventemperatuurregelaar of werkwijzeschakelaar is niet ingeschakeld.
Oventemperatuurregelaar of werkwijzeschakelaar instellen.
Heteluchtventilator gaat afwisselend aan en uit.
Geprogrammeerde wissel van verwarmingswijzen.
Geen storing.
Ovenverlichting is uitgevallen.
Lamp defect.
Service vragen de lamp te vervangen.
Ovendeur sluit niet.
Deur of deurpakking vuil.
Vuil alleen met zeepsop en een vochtige doek van de deur en de pakking verwijderen.
Deurglas is gebroken.
Ventilator blijft langer dan 30 min. na het uitschakelen van de oven draaien (normaal 20-30 min.).
Totale vermogen Aansluiting waarden: Aansluiting zekering
bij 230 V: 3,5 kW, bij 235 V 3,6 kW 230 - 240 V, 50 Hz met geaarde stekker in stopcontact 16 A
Inbouwmaten
Apparaat uitschakelen, service contacteren. Automatische uitschakeling defect.
Bewegende tekens in de Vleesthermometer kerntemperatuur- weer- defect. gave zichtbaar, tegelijk is een geluidssignaal hoorbaar.
Zekering uitschakelen, service contacteren.
Vleesthermometer naar de klantenservice opsturen.
Bewegende tekens in de Oventemperatuurweerg Service contacteren. oventemperatuurweerga- ave defect. ve zichtbaar, tegelijk is een geluidssignaal hoorbaar. Versterkte geurvorming ondanks ökotherm-katalysator.
ökotherm®kathalysator moet geregenereerd worden.
Lege oven met intensieve hetelucht op max. temperatuur 60 min. doorverwarmen.
Sterke azijngeur bij de bereiding.
Bereiding met alcohol, gebak met zuurdesem, gebak met gist.
Onvermijdbare geurhinder.
Fruitsap of eiwitvlekken op geëmailleerde onderdelen.
Sap van vochtig gebak of vleesnat.
Onschadelijke verandering van het email, niet te verhelpen.
EEB 670.0
Elektriciteit
Inbouw in het keukenmeubel Het apparaat is m.b.t. de bescherming tegen oververhitting van de omliggende vlakken (meubeldelen) een apparaat van het type Y. De kunststofbekleding of het fineer moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) afgewerkt zijn. Deze lijn verhindert het vervormen of loskomen van de bekleding, vooral aan de smalle kanten van de inbouwmeubels. Het apparaat moet in elk geval horizontaal worden ingebouwd. Apparaat inbouwen De stekker in het stopcontact steken. Het apparaat volledig in de kastopening schuiven. Daarbij de aansluiting van het apparaat niet inklemmen! Apparaat bevestigen Ovendeur openen. Apparaat met de bijgevoegde schroeven aan de inbouwkast vastschroeven. De schroeven schuin van binnen naar buiten indraaien.
73