Stichting Omrop Fryslân t.a.v. het bestuur Postbus 7600 8903 JP LEEUWARDEN
Datum 31 maart 2005
Onderwerp bezwaarschrift
Uw kenmerk 050120.01-PG/BD
Ons kenmerk FTZ-002333-sw
Contactpersoon drs. S. Windt
Doorkiesnummer (035) 7737 743
Geacht bestuur, Hierbij doen wij u onze beslissing van 29 maart 2005 toekomen, inzake u bezwaarschrift tegen onze beslissing van 13 december 2004. Uw bezwaar is niet ontvankelijk verklaard. Het Commissariaat is ten overvloede wel inhoudelijk ingegaan op het ingediende bezwaarschrift. Wij wijzen u erop dat u tegen bijgevoegd besluit op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep kunt instellen bij de Arrondissementsrechtbank Leeuwarden, postbus 1702, 8901 CA Leeuwarden. Dit beroepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof.dr. Tineke Bahlmann commissaris
Aantal bijlagen: 1
Het Commissariaat voor de Media, Gezien het besluit van 13 december 2004 van het Commissariaat, Gezien het daartegen ingediende bezwaarschrift, Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), Gelet op artikel 134 en 135 van de Mediawet (MW), Overwegende, 1. Procedure Bij brief van 25 maart 2004 (kenmerk B&P -001259-mvl) heeft het Commissariaat de management letter van de Omrop Fryslân opgevraagd Bij brief van 25 oktober 2004 (kenmerk FTZ-007041-mvl) heeft het Commissariaat de management letter ten tweede male opgevraagd Bij brief (kenmerk 041101.03-PG/BD) van 1 november 2004, door het Commissariaat ontvangen op 2 november 2004, heeft Omrop Fryslân de management letter aangeleverd. Bij besluit van 13 december 2004 heeft het Commissariaat een voorlopig oordeel gegeven omtrent het naleven van de mediawettelijke voorschriften door Omrop Fryslân. In dit besluit is gemotiveerd waarom de management letter is opgevraagd. Bij brief van 20 januari 2005 bij brief (kenmerk 050120.01-PG/BD), door het Commissariaat ontvangen op 21 januari, heeft Omrop Fryslân bezwaar gemaakt, Bij brief van 31 januari 2005 (kenmerk FTZ-000796-sw) heeft het Commissariaat Omrop Fryslân uitgenodigd om gehoord te worden op maandag 21 februari 2005. Bij brief van 9 februari 2005 (kenmerk 050209.02-PG/BD), door het Commissariaat ontvangen op 9 februari, heeft Omrop Fryslân aangegeven af te zien van de mogelijkheid gehoord te worden. 2. Voorgeschiedenis Omrop Fryslân heeft na een tweede verzoek de management letter aangeleverd op 2 november 2004. Echter, deze aanlevering gebeurde onder protest. De omroep heeft de management letter aangeleverd om de werkzaamheden bij het Commissariaat niet nodeloos op te houden maar is van mening dat de management letter een vertrouwelijk document betreft dat de accountant maakt in opdracht van de Raad van Commissarissen en uitsluitend ter informatie van deze Raad. Hierbij heeft Omrop Fryslân het Commissariaat verzocht een voor beroep vatbaar besluit te nemen ten aanzien van de management letter. Bij besluit van 13 december 2004 heeft het Commissariaat gemotiveerd waartoe het Commissariaat de management letter opvraagt.
FTZ-002333-sw • blad 2
3. Ontvankelijkheid Primair merkt het Commissariaat op dat de overweging aangaande de aanlevering van de managementletter in zijn brief van 13 december 2004 strikt genomen niet voor bezwaar vatbaar is omdat het niet op enig rechtsgevolg gericht is. Het Commissariaat heeft in deze brief zijn juridische bevoegdheid om de management letter op te vragen toegelicht, ter redelijke uitoefening van zijn toezichthoudende taak. Omdat deze brief evenwel een bezwaarclausule bevat, zal het Commissariaat de brief van 21 januari 2005 van Omrop Fryslân toch als bezwaarschrift behandelen. Aangezien het bestreden besluit op 13 december 2004 is verzonden en Omrop Fryslân bij brief van 21 januari 2005 een gemotiveerd bezwaarschrift daartegen heeft ingediend, is Omrop Fryslân tijdig in bezwaar gekomen. Voor de ontvankelijkheid in bezwaar is ook vereist dat de belanghebbende een belang heeft bij het voeren van een procedure. Een procesbelang is aanwezig indien het doel dat degene met het beroep voor ogen staat, met het bezwaar bereikt kan worden. Gelet op het feit dat Omrop Fryslân de management letter heeft aangeleverd en de beoordeling ervan er mede toe heeft geleid dat het Commissariaat voorlopig heeft geoordeeld dat u de mediawettelijke voorschriften heeft nageleefd, ziet het Commissariaat hierin geen procesbelang voor Omrop Fryslân. Hiermee samenhangend kan het verzoek om een principiële uitspraak van het Commissariaat met betrekking tot het opvragen van de management letter, ook geen procesbelang opleveren voor Omrop Fryslân. Derhalve verklaren wij u niet-ontvankelijk in uw bezwaar van 21 januari 2005. 4. Opmerkingen ten overvloede Ten overvloede merken wij het volgende op. Omrop Fryslân plaatst het opvragen van de management letter door het Commissariaat in het licht van de problemen die zich in 2003 hebben voorgedaan bij een tweetal regionale omroepen. Hierbij haalt Omrop Fryslân een uitspraak aan van het Hof in Den Haag gedaan op 30 december 2004 (rolnr. 04/682 KG). Omrop Fryslân stelt dat als gevolg van de situatie zoals die bij de regionale omroepen in Zuid-Holland is ontstaan, het Commissariaat over zoveel mogelijk informatie wil beschikken waaronder de management letter. Omrop Fryslân stelt dat het Commissariaat op grond van de aangeleverde informatie de verantwoording van Omrop Fryslân als helder en inzichtelijk heeft beoordeeld. Derhalve acht Omrop Fryslân het niet redelijk dat het Commissariaat zich op het algemene standpunt stelt altijd het recht te hebben een afschrift van de management letter te vorderen. Temeer daar de management letter bedoeld is ter informatie van het management en de Raad van Commissarissen. Tevens acht Omrop Fryslân het niet redelijk dat Omrop Fryslân over één kam wordt geschoren met organisaties die er blijk van hebben gegeven onvoldoende zorgvuldig management te hebben gevoerd. Tenslotte merkt Omrop Fryslân op dat het Hof in Den Haag in de FTZ-002333-sw • blad 3
zaak tussen het Commissariaat en Ernst & Young in zijn uitspraak de specifieke omstandigheden bij RTV West nadrukkelijk heeft laten meewegen. Het Commissariaat merkt op dat ter uitoefening van het financiële toezicht het Commissariaat de regionale omroepen jaarlijks verzoekt informatie te verstrekken. Elke omroep wordt hierbij in beginsel op dezelfde wijze benaderd en bij elke omroep wordt dezelfde informatie opgevraagd. Deze informatie wordt bedrijfsvertrouwelijk behandeld. In het kader van de controle op de jaarrekening 2003 is de management letter van iedere regionale omroep opgevraagd als onderdeel van de gekozen controle-aanpak. Het Commissariaat is als toezichthouder bevoegd ingevolge artikel 134 van de Mediawet en de artikelen 5:16 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, alle informatie op te vragen die redelijkerwijs nodig is voor het toezicht op de naleving van mediawettelijke voorschriften. Zoals aangegeven in zijn besluit van 13 december 2004 heeft het Commissariaat de management letter opgevraagd omdat deze inzicht verschaft in de (administratieve/interne) organisatie van Omrop Fryslân, de gevolgde procedures en mogelijke integriteitskwesties. Het financiële toezicht op deze aspecten is onder meer vastgelegd in de artikelen 55 en 56 van de Mediawet en artikel 25a van het Mediabesluit. Een door een accountant goedgekeurde jaarrekening verschaft het Commissariaat onvoldoende informatie omtrent de (administratieve/interne) organisatie van Omrop Fryslân, de gevolgde procedures en mogelijke integriteitskwesties aangezien deze informatie niet is opgenomen in de jaarrekening. Daardoor verschaft de jaarrekening onvoldoende informatie voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de bestedingen. De management letter is medebepalend geweest voor de bevindingen van het Commissariaat. Ook de bevinding dat de verantwoording van Omrop Fryslân helder is en goed inzicht geeft, stoelt deels op de informatie die met de management letter beschikbaar is gesteld. Voor wat betreft de verwijzing van Omrop Fryslân naar eerdergenoemde uitspraak van het Hof, merkt het Commissariaat op dat aan de betreffende zaak een ander feitencomplex ten grondslag ligt. Ten overvloede merkt het Commissariaat op dat in onderhavige zaak het Hof heeft bepaald dat de toezichthouder niet alleen degenen, op wie hij toezicht houdt tot medewerking kan verplichten, maar ook derden, die voor dat toezicht op een ander dan zichzelf, informatie kunnen verstrekken. Kortheidshalve verwijzen wij u naar het vonnis van het Hof zoals uitgesproken op 30 december 2004 (rolnr. 04/682 KG).
FTZ-002333-sw • blad 4
5. Besluit Het Commissariaat besluit tot het niet ontvankelijk verklaren van de bezwaren van Omrop Fryslân tegen zijn besluit van 13 december 2004. Hilversum, 29 maart 2005 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof.dr. Tineke Bahlmann commissaris
Prof.dr. Jan van Cuilenburg voorzitter
Wij wijzen u erop dat u tegen dit besluit op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep kunt instellen bij de Arrondissementsrechtbank Leeuwarden, postbus 1702, 8901 CA Leeuwarden. Dit beroepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.
FTZ-002333-sw • blad 5