Basisschool op islamitische grondslag Bilalschool

Colofon Basisschool op islamitische grondslag Bilalschool Hoofdgebouw: Miereveldstraat 72 3817 RP Amersfoort  033 4617889 Dependance: Leusderweg 249 3818 AE Amersfoort  033 4624039 E-mail:[email protected] [email protected] Website: www.bilalschool.nl

Directie Directeur: Rob van Beek

Schooltijden Groep 1 t/m 3 maandag, dinsdag en donderdag 08.45 uur - 14.45 uur woensdag en vrijdag 08.45 uur - 12.15 uur Groep 4 en 5 maandag, dinsdag, woensdag, donderdag 08.45 uur - 14.45 uur vrijdag 08.45 uur - 12.15 uur Groep 6 t/m 8 maandag, dinsdag, woensdag, donderdag 8.45 uur - 15.00 uur vrijdag 8.45 uur - 12.30 uur

Bestuursbureau: Bestuursbureau SIMON De Mulderij 10 3831 NV Leusden Postadres: Postbus 11 3830 AD Leusden  033-4337336 E-mail: [email protected] 1 Schoolgids van de Bilalschool 2015-2019

Inhoudsopgave

1. Voorwoord. ................................................................................................................ Blz.

3

2. De Stichting en haar bestuur...................................................................................... Blz.

5

3. De school. ................................................................................................................... Blz.

7

4. Waar de school voor staat. ........................................................................................ Blz.

8

5. De praktijk. ................................................................................................................. Blz.

13

6. Zorg voor kinderen. .................................................................................................... Blz.

21

7. Het team..................................................................................................................... Blz.

24

8. School in beweging. ................................................................................................... Blz.

25

9. Ouders en school........................................................................................................ Blz.

27

10. Activiteiten en festiviteiten. ....................................................................................... Blz.

29

11. Praktische punten. ..................................................................................................... Blz.

30

12. Afspraken voor iedereen ............................................................................................ Blz.

34

13. Namen en adressen. .................................................................................................. Blz.

38

2 Schoolgids van de Bilalschool 2015-2019

1. Voorwoord De basisschool is de plek waar je als kind een groot deel van je dag hebt doorgebracht. Iedereen heeft zo zijn of haar herinneringen aan die tijd. Je leerde rekenen en lezen, je had een aardige of een strenge meester of juf en je leerde er vriendjes en/of vriendinnetjes kennen. Het was heel spannend om voor het eerst naar een nieuwe school te gaan. Dat geldt ook voor de kinderen van nu. Veel kinderen komen op de Bilalschool wanneer ze vier jaar zijn en ze bekijken de wereld van de school nog met grote verwonderde ogen. Andere kinderen zijn al ouder als ze voor het eerst op de Bilalschool komen en hebben al een ervaring op een andere school. Zo’n overgang is minstens net zo spannend: hoe is de nieuwe juf of meester, zijn de kinderen aardig en waar moet ik heen in zo’n onbekend gebouw? Voordat de stap wordt gezet om bij de Bilalschool naar binnen te lopen, heeft u misschien al via anderen een indruk van de school gekregen. Echter een school voor je kinderen kies je met zorg en daarbij gaat het niet alleen om de eerste indruk. Basisscholen verschillen in identiteit, werkwijze, resultaten en sfeer. In deze schoolgids wordt beschreven hoe het er op de Bilalschool aan toegaat. Deze gids is in de eerste plaats bedoeld voor ouders die op dit moment kinderen op onze school hebben. Voor hen is deze gids een verantwoording van onze manier van werken. Deze gids is ook bedoeld voor de ouders van toekomstige leerlingen. Aan deze ouders leggen wij uit wat zij van ons mogen verwachten en wat wij van hen verwachten als hun kind bij ons op school komt. Tevens staat er allerlei praktische informatie in over de komende schooljaren. Mocht u vragen hebben, mail of bel ons. En vergeet niet onze websites te bezoeken; www.bilalschool.nl of www.simonscholen.nl Namens het team van de Bilalschool, Rob van Beek.



2. De stichting en haar bestuur

6.

Inleiding De Stichting Simon heeft voor de komende 4 jaar in een Strategisch Beleidsplan richtinggevende uitspraken gedaan over de koers van het onderwijs op haar scholen. Deze uitspraken zijn vertaald in thema’s die hieronder beschreven zijn. De thema’s zijn een uitwerking van islamitische kernwaarden, uitgedrukt in “de parels van onderwijs” van onze Stichting. Het werken aan deze parels vraagt ook om actieplannen van onze scholen. De inspectie ontvangt onze plannen in het document dat het ‘schoolplan’ heet. Wat zijn de thema’s van onze scholen voor de komende 4 jaar? 1. De schoolleider zorgt voor een goed communicatiebeleid, zowel in de school als daarbuiten. Daarmee verbetert en onderhoudt de school zijn goede imago (transparantie). 2. De schoolleider zorgt ervoor dat de leerlingen, die veelal verschillende culturele achtergronden hebben, met elkaar leren omgaan en zo ook met de omgeving (verdraagzaamheid). 3. De schoolleider zorgt voor een kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod op het gebied van ontwikkeling van karakter, zelfvertrouwen, zelfkennis, zelfmotivatie, Akhlaaq, Dit aanbod zit vervat in een continue leerlijn van groep een t/m groep acht (rechtvaardigheid). 4. De schoolleider verstevigt de samenwerking tussen ouders en leerkrachten. Het aanbod is ook gericht op verwijzingen naar opvoedkundige ondersteuning. 5. De schoolleider en de Ib-er sturen aan en controleren op maximale opbrengsten voor alle leerlingen voor de basisvakken, taal (woordenschat) lezen/rekenen van groep een t/m acht. In 2015 voldoet 90% van de

7.

8.

9.

leerlingen aan de normen van de inspectie (kwaliteit op de kennisgebieden). De schoolleider zorgt voor een kwalitatief aanbod op actief burgerschap en sociale integratie (samenwerking). De schoolleiders zorgen voor onderhoud en verbetering van de door Simon gekozen methodes, leerlijnen en middelen. De schoolleider zorgt ervoor dat alle leerkrachten werken vanuit een persoonlijk ontwikkelingsplan. De schoolleider stuurt de kwaliteit van de school aan en evalueert de kwaliteit van de school met behulp van kwaliteitskaarten (WMK). Daarmee is een structurele zorg voor de kwaliteit van het onderwijs ingebouwd.

Visie, missie en identiteit Levensbeschouwelijke identiteit SIMON scholen ''Worden wie je bent'' Bij ons bepaalt de islamitische levensbeschouwelijke identiteit het voornaamste verschil in het onderwijs. We streven ernaar onze leerlingen een sterk islamitisch bewustzijn mee te geven. We willen bereiken dat ze zich niet alleen moslim voelen, maar ook de islamitische waarden begrijpen en overtuigd en zelfstandig kunnen toepassen. We zijn erop gericht onze leerlingen te brengen tot kennis van de schepper Allah (swt) en hen te leren op welke wijze er sprake kan zijn van een persoonlijke geloofsrelatie met Allah (swt) vanuit de gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Door onze leerlingen te ondersteunen in hun bewustwording hiervan, helpen we de kinderen te “worden wie ze zijn”. Door op jonge leeftijd al op een positieve manier bewust te zijn van hun identiteit, geven we ze een stevige basis mee om in hun verdere leven vanuit hun eigen geloofsovertuiging de wereld te verkennen, anderen te ontmoeten en hun waarden te delen. We streven ernaar 5

Schoolgids van de Bilalschool 2015-2019

elk kind zelfbewust en weerbaar te maken om straks zijn plaats in de samenleving te kunnen innemen vanuit een islamitische levensbeschouwelijke identiteit. De Profeet Mohammed (vzmh) heeft gezegd: “Ik ben slechts gezonden om de gunsten van het goede gedrag (akhlaaq) te voltooien.” Als je voor SIMON kiest, kies je voor een schoolklimaat waar akhlaaq centraal staat. Wij geloven dat een kind pas kan slagen in de samenleving wanneer zijn of haar karakter en gedrag goed gevormd zijn. Ontwikkeling van sociaal-emotionele intelligentie (gedrag) vinden wij minstens zo belangrijk als cognitieve intelligentie (kennis). De boodschap van de koran en het voorbeeld van de Profeet Mohammed (vzmh) vormen daarbij het uitgangspunt.

Kwaliteit Een ander belangrijk doel van ons onderwijs is kwaliteit. Wij geloven dat onze islamitische identiteit het ons verplicht het best mogelijke onderwijs aan onze kinderen te bieden. Door ons onderwijs regelmatig te evalueren en te verbeteren, proberen wij hierin perfectie (ihsaan) na te streven. Wij geloven dat ieder kind talent in zich heeft en dat het onze taak is het kind de mogelijkheid te geven dat optimaal te ontwikkelen. Bij SIMON gaat talent niet verloren. We houden daarbij rekening met de specifieke behoeften dat ieder kind heeft. Ieder kind is er één en goed gedrag is nodig voor goede kwaliteit.

De stichting Met ingang van 1 augustus 2011 is het bestuursmodel gewijzigd. Het model met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht is ingevoerd. In dit kader geven we hier een korte beschrijving van de procesgang en de redenen van dit reorganisatiemodel. Allereerst dient opgemerkt te worden dat per 1 augustus 2011 de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ van kracht is.Op grond van deze wet, wordt ieder bestuur geacht te functioneren volgens algemene principes van goed bestuur. Als onderdeel daarvan stelt de wet als voorwaarde dat iedere rechtspersoon die met publieke gelden scholen in stand houdt, het interne toezicht op het bestuur goed regelt. Scholen hebben door de jaren heen meer autonomie gekregen, zodat meer nadruk is komen te liggen op aandacht voor toezicht en de keuzes die binnen het bestuur worden gemaakt. De functiescheiding tussen intern toezicht en het bestuur is dan ook een vereiste geworden, waaraan de scholen in het primair en voortgezet onderwijs per 1 augustus 2011 dienen te voldoen. SIMON heeft de bovengenoemde wetwijziging aangemerkt als een mogelijkheid om zich te ontwikkelen tot een professionele organisatie. Bij de keuze voor een model heeft SIMON rekening gehouden met twee belangrijke aspecten, namelijk de waarborg voor de continuïteit en het verder verbeteren van de kwaliteit. SIMON heeft ervoor gekozen de functiescheiding te bereiken door het creëren van twee organen: een professioneel College van Bestuur en een Raad van Toezicht. In dit model is de scheiding helder: het bestuur is geen vrijwilligersbestuur meer maar een bestuur dat de mogelijkheid heeft om de bestuurlijke taken zelf uit te voeren en de toezichthouders kunnen zich volledig richten op hun toezichthoudende taken. Doordat de bestuurders zich volledig kunnen bezighouden met de bestuurlijke taken is er sprake van 6


professionele bestuurders. Ten aanzien van het ontwikkelen van beleid, het vergaderen en de besluitvorming zullen de bestuurders ook slagvaardiger kunnen handelen. In dit kader is de functie van algemeen directeur opgeheven en vervangen door een College van Bestuur, dat directe contacten heeft met de schooldirecteuren. Daarnaast is er sprake van een toezichthoudend orgaan binnen de organisatie. De professionaliteit, de slagvaardigheid en het intern toezicht zullen ervoor zorgen dat de kwaliteit van de organisatie toeneemt. In de statuten is vastgelegd welke bevoegdheden behoren tot de Raad van Toezicht. Naast de wettelijke bevoegdheden zijn er ook een aantal bevoegdheden opgenomen om preventief toezicht mogelijk te maken. Onze school maakt deel uit van de Stichting voor Onderwijs op islamitische grondslag in Midden- en Oost Nederland (SIMON). De Stichting omvat per 1 augustus 2015 elf scholen. De Stichting wordt ondersteund door het bestuursbureau, gevestigd in Leusden. De schooldirecties zijn verantwoordelijk voor het gezamenlijk uitvoeren van het stichtingsbeleid. Dit is van belang voor alle 11 scholen. Daarom overleggen alle directeuren frequent in het zogenoemde directieberaad (DB).

3. De school De SIMON scholen De Bilalschool is één van de inmiddels vele islamitische scholen in Nederland. De school is na 13 jaar hard werken onder eigen bestuur vanaf 1 augustus 2003 gaan participeren in de nieuwe onderwijsorganisatie SIMON (Stichting voor Onderwijs op islamitische grondslag in Midden en Oost Nederland), één schoolbestuur voor 11 basisscholen op islamitische grondslag, te weten: Hidaya Al-Ummah Bedir El Boukhari Ibn-i Sina Nour Bilal Mozaïek Zonnebloem Hilal De Tulp

`

(Nijmegen) (Enschede) (Uden) (Leerdam) (Arnhem) (Den Bosch) (Amersfoort) (Oss) (Deventer) (Zwolle) (Hengelo)

De naam van de school De eerste oproep tot het gebed werd vanaf het dak van de moskee van de profeet (vzmh) in Medina geroepen door Bilal, de Ethiopiër. Hij had een buitengewoon mooie en ver dragende stem. Hieronder volgt de korte geschiedenis van het ontstaan van de oproep tot het gebed (de adhaan). Toen de moslims naar Medina waren geëmigreerd, kwamen zij samen om te bidden. Er was toen nog geen oproep. Op een dag sprak de profeet (vzmh) hierover met zijn metgezellen en er werden verschillende voorstellen gedaan. Iemand zei: ‘Laten we een bel luiden, zoals de Christenen’. Anderen zeiden: ‘Laten we een hoorn blazen, zoals de Joden’. De bijeenkomst ging uit elkaar zonder dat er een beslissing was genomen. Die nacht hadden twee metgezellen van de profeet (vzmh), Umaribn al-Khattab en AbdoellahibnZaid dezelfde droom waarin aan hen de oproep werd geleerd. Deze woorden kunnen trouwens ook aan de profeet (vzmh) zelf geopenbaard zijn. Er zijn hierover 7


verschillende overleveringen. Het was in ieder geval een gebod van de profeet (vzmh) aan Bilal de Ethiopiër, om tot het gebed op te roepen met de woorden die nu nog steeds gebruikt worden.

De geschiedenis van de school De oprichting van de school geschiedde in de jaren 1989-1990. De leden van de initiatiefgroep waren vooral woonachtig in Amersfoort en namen tevens zitting in het bestuur. Er was sprake van een lokaal initiatief. De school was georganiseerd in de vorm van een stichting en werd geleid door een zelfstandig bestuur. Sinds februari 1990 hebben de meeste basisscholen op islamitische grondslag hun krachten gebundeld. Er werd ook een landelijke besturenorganisatie in het leven geroepen, genaamd: ISBO.

Twee vestigingen Onze school staat in de wijk Leusderkwartier. De school heeft twee vestigingen: een hoofdgebouw aan de Miereveldstraat en een dependance aan de Leusderweg. Miereveldstraat Aan de Miereveldstraat is de hoofdlocatie, waarin wij momenteel beschikken over negen leslokalen. Op deze locatie krijgen op dit moment de groepen ėėn tot en met vijf les.Op de begane grond is een speellokaal. In de school is een ontmoetingsruimte voor ouders. Deze hoofdlocatie is een schoolgebouw uit 1976, dat in 1994 ingrijpend is verbouwd.

Unilocatie De gemeente Amersfoort heeft in mei 2011 het besluit genomen tot het vestigen van de Bilalschool op een unilocatie. Deze zal middels verbouw en nieuwbouw gerealiseerd worden op de plek van de voormalige Koningin Wilhelminaschool aan de Stevinstraat 2. In dit gebouw kan de Bilalschool alle groepen van 1 tot en met 8 huisvesten. Door diverse vertragingen in de besluitvormings- en vergunningsprocedures heeft het realiseren van bovengenoemde plannen vertraging opgelopen. De verwachting is nu dat de Unilocatie medio 2016 gerealiseerd zal zijn.

Adres van de school Hoofdlocatie Miereveldstraat 72 3817 RP Amersfoort Tel: (033) 461 78 89 Dependance Leusderweg 249 3818 AE Amersfoort Tel: (033) 462 40 39 E-mail: [email protected] Website: www.bilalschool.nl

4. Waar de school voor staat

Leusderweg Op de dependance aan de Leusderweg krijgen de groepen zes tot en met acht les in 6 lokalen. Er is een ruimte ingericht als bibliotheek en er is een gebedsruimte ingericht voor de salaat. Een leuk historisch detail is dat ons schoolgebouw aan de Leusderweg op de plaats is gebouwd, waar ooit de eerste basisschool van Amersfoort gevestigd was.


Het opvoedkundige uitgangspunt De visie van de school is verwoord in de vijf pijlers van de Bilalschool: Pijler een: moslim in de Nederlandse samenleving In de levensbeschouwelijke identiteit staan de koran, de traditie en de islamitische cultuur centraal. We leren de kinderen een levenshouding bepaald door islamitische waarden uit de parels van Simon, waarvan de kernwaarden godsbesef, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, zelfbeschikking, kwaliteit, transparantie en samenwerking zijn. We willen een islamitische basisschool zijn waar we verschillend mogen zijn. Een vreedzaam schoolklimaat, de godsdienstige opvoeding en de leefregels vanuit de islam zijn integraal met elkaar verbonden. Ouders zijn onze partners en zij genieten ons vertrouwen: er is wederkerigheid in wat we van elkaar verwachten en hoe we met elkaar omgaan. Pijler twee: burger in een wereld van verschillen Onze kinderen voelen zich thuis in hun eigen cultuur die herkenbaar is, vertrouwen geeft en bescherming biedt. Vanuit deze veilige plaats doen we mee in de wereld van vandaag en we leren onszelf te zijn en anderen te begrijpen. Kinderen zijn op weg moslim te worden in een wereld met grote verschillen en een samenleving die veel van hen vraagt. We leren hen een plek in de wereld om ons heen in te nemen en de dialoog te durven voeren. Door informatie te geven over en bewust ontmoetingen te organiseren met mensen van andere culturen en geloof, bieden we zowel onze kinderen als de samenleving om ons heen de gelegenheid om vooroordelen weg te nemen en elkaar beter te begrijpen. Pijler drie: een vreedzaam schoolklimaat In een vreedzaam schoolklimaat ben je welkom, voel je je geaccepteerd en gewaardeerd en mag je het verschil maken. Daarin mag gesproken worden over je

bezieling en over je weerstanden. We hebben een cultuur van ontmoeting en dialoog voeren. Leerkrachten wijzen kinderen de weg en leren hen de ruimte van de vrijheid en autonomie, zodat ze later vanuit eigen keuze tot hun bestemming kunnen komen. We zien graag dat kinderen betrokken en competent zijn. Dat zij vertrouwen hebben in zichzelf en de ander en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leren en leven. In een vreedzaam schoolklimaat krijgt de ander de ruimte en weet je dat hij/zij iets nieuws toevoegt. Pijler vier: taal en rekenen als speerpunten We bieden leerlingen optimale kansen met het oog op het innemen van een plek in de moderne samenleving met een focus op taal, rekenen en een adequaat zorgsysteem. We stellen hoge verwachtingen aan kinderen en bieden onderwijs dat resulteert in hoge resultaten. We willen onderwijs geven waarin we rekening houden met verschillen in potentie en persoonlijke leerstijlen. We willen een rijk taalaanbod realiseren. We dagen kinderen uit om eruit te halen wat er in zit. Pijler vijf: een lerende school In onze organisatie ben je professional en word je uitgenodigd om je plek te veroveren in het kleine en grote verband. Het kleine verband is je klas met leerlingen en de begeleiding van je taal- en zorgcoördinatoren. Het grote verband is je verbinding met de visie, de betrokkenheid bij de schoolorganisatie en de inbreng van je persoonlijke kwaliteiten in de bouw en in het team. De richting wordt aan de ene kant bepaald van buitenaf door de regelgeving, de kwaliteitseisen van de inspectie en het bestuur van Simon. En aan de andere kant van binnenuit door de ruimte die ieder lid in de organisatie inneemt door de ontwikkeling van zijn/haar professionaliteit, door verschillende persoonlijkheden die we zijn en de rollen die we bij voorkeur innemen in het team. Er is ruimte voor eigen inbreng en initiatief. We ontwikkelen ons in persoonlijk meesterschap en dat doen we in kleine zelfsturende teams (bouwen) die planmatig werken vanuit de visie en doelen van de school. 9


en je bent helder, duidelijk en consequent, dan straal je ook gezag uit. Je bent “voorspelbaar” in je gedrag en dat biedt veiligheid. Kinderen weten immers waar ze aan toe zijn!

De pedagogische huisstijl van de school Sinds augustus 2004 werken we met de methode “De Vreedzame school”. De richtlijnen van “De Vreedzame school” zijn:    







  

     

De leerkracht verwelkomt de leerlingen elke ochtend. De leerkracht benoemt het luistergedrag van leerlingen positief. De leerkracht gebruikt de termen opsteker en afbreker. De leerkracht besteedt regelmatig aandacht aan omgangsafspraken op een constructieve manier. De leerkracht voert regelmatig activiteiten of werkvormen uit die de saamhorigheid in de groep versterken. De leerkracht heeft een takenlijst opgesteld in samenwerking met de leerlingen en werkt daarmee. In de klas wordt bij conflicten gewerkt met het stappenplan: Praat het uit. Dit stappenplan hangt ook in de klas. Er is zowel binnen als buiten een afkoelplek voor de kinderen. De leerkracht maakt in taalgebruik onderscheid tussen conflict en ruzie. De leerkracht probeert bij conflicten, die leerlingen niet zelf op kunnen lossen zoveel mogelijk te mediëren en pas in tweede instantie te arbitreren. De leerkracht evalueert regelmatig de communicatie in de groep. De leerkracht gebruikt de term: “misverstand” i.p.v. “ je hebt het niet begrepen.” De leerkracht stimuleert de kinderen hun gevoelens onder woorden te brengen. De leerkracht brengt zijn of haar eigen gevoelens onder woorden. De leerkracht gebruikt “ik-boodschappen” om aan te geven wat hem of haar niet bevalt. De leerkracht vertoont stevig gedrag. M.a.w. als je als leerkracht “staat” achter je aanpak

Ahadith We zijn een islamitische school. Door de waarden van de Islam te integreren kunnen we onze pedagogische huisstijl versterken. De Profeet Mohammed (vzmh) zegt:







  

“Ik ben gezonden om de gunsten van goed gedrag te voltooien”. Ook zegt hij: “ de meest geliefde onder jullie is degene met de beste manieren, die anderen helpt, anderen lief heeft, en geliefd is bij anderen” De leerlingen zijn bekend met een aantal ahadith (overleveringen van de profeet (vzmh) die de godsdienstleerkracht met de leerlingen behandeld en die in de klas hangen, ter herinnering voor de leerlingen. De volgende ahadith komen uitgebreid aan bod: "Sterk is niet degene die een ander op de grond kan gooien, sterk is diegene die zichzelf beheerst, als hij/zij boos wordt" "Een echte moslim is hij/zij wiens tong en handen veilig zijn voor anderen." Volgens de islam krijg je beloning van Allah (swt) als je als eerste spijt betoont, ook al is het niet jouw schuld “De meest geliefde onder jullie is degene met de beste manieren, die anderen helpt, anderen lief heeft en geliefd is bij anderen.” “Wat je voor jezelf wilt moet je ook voor een ander willen!” “Als je niets goeds kan zeggen, kan je beter je mond houden.” “Raadpleeg je hart….het goede is datgene waar je eigen hart vrede mee heeft.” Deze overleveringen geven ons genoeg aanleiding om extra aandacht te besteden aan het naleven van goed gedrag door onze kinderen. 10


Daarnaast zien we dat de meeste kinderen wel goed gedrag tonen bij de eigen leerkracht, maar bij een invalleerkracht, TSO moeder of andere volwassenen ander gedrag vertonen. Goed gedrag komt dus voort uit de relatie die het kind met de leerkracht heeft. Wij streven ernaar dat het kind er zelf voor kiest om zich op de juiste manier te gedragen. We willen dan ook graag dat de kinderen mede-eigenaar worden van een probleem en actief een bijdrage leveren aan een oplossing.

over eens wat te doen bij grensoverschrijdend gedrag. Dit wordt bij ouders bekend gemaakt bij de inschrijving, door middel van de schoolgids en de nieuwsbrief.

Wat doen de leerkrachten? 

 



We tonen kinderen voorbeeldgedrag. Wij geven eerst goed gedrag om het later terug te ontvangen. Dat hoort bij de ontwikkeling van de Akhlaaq. We geven duidelijk aan wat we van de kinderen verwachten. We spreken in de gemeenschappelijke ruimte en op het schoolplein alle kinderen aan. De pedagogische huisstijl is groepsoverstijgend. Als we moeite hebben met het gedrag van een kind, bespreken we dit met een collega of ib-er.

Wat te doen als leerlingen over de grens gaan?

Het doel van de pedagogische huisstijl 

   





Een veilig leefklimaat bieden, zodat de kinderen ontspannen en met plezier naar school gaan. De methode Vreedzaam verbinden met de Islam. De kinderen medeverantwoordelijk maken. De ouders betrekken en ondersteunen bij de opvoeding In onze houding naar kinderen werken we aan een doorgaande lijn: er ontstaat een pedagogische huisstijl door de hele school heen van groep 1 tot en met groep 8. Door een duidelijke visie te hebben over gewenst en ongewenst gedrag en hoe we daarop reageren, maken we het pedagogische klimaat samen zo sterk, dat we alleen straffen in het uiterste geval. We hebben een antwoord op blijvend ongewenst gedrag. We zijn het er als team

Er treedt een protocol in werking, als er sprake is van structureel grensoverschrijdend gedrag m.b.t. het uitvoeren van regels en afspraken. Maar ook bij gedrag waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht en bij gedrag dat de voortgang van de les blijvend verhindert. Het gaat ook om situaties waarbij leerlingen in hun houding naar leerkrachten en leerlingen onacceptabel gedrag vertonen. Uitlokgedrag naar andere leerlingen hoort hier ook bij. In het Gedragsreglement staat beschreven welke stappen we nemen in dit soort situaties.

Hoe maken we leerlingen medeverantwoordelijk? Leerkrachten maken de klassenregels samen met de kinderen. De regels zijn positief geformuleerd en hangen in de klas. We praten met onze leerlingen over hoe zij kunnen handelen in situaties die zich voordoen. Dat heet vooruitzien zodat je je gedrag beter kunt regelen. We evalueren met hen op verschillende momenten wat ze hebben gedaan om het wel en niet goed te hebben met elkaar in de klas en erbuiten. 11


We wijzen leerlingen aan die bij conflicten en ruzies tussenbeide komen: mediatoren. We leren kinderen vooral eigen gedrag zelf onder woorden te brengen. Op school is een leerlingenraad die met een leerkracht o.a. praat over een veilig en prettig schoolklimaat.

Hoge verwachtingen van kinderen We streven ernaar het beste uit de kinderen te halen. We kunnen niet met alle kinderen dezelfde resultaten halen maar wel voor ieder kind het optimale bereiken.

Groepsplannen

Onderwijskundig uitgangspunt Taal en rekenen Als basisschool steken we veel tijd in vaardigheden als lezen, rekenen, taal en schrijven. Vooral het aanleren van de Nederlandse taal krijgt bij ons extra aandacht.

We werken met groepsplannen. Dit betekent dat we met elke leerling het einddoel van het leerjaar willen halen maar dat we rekening houden met de verschillen tussen leerlingen. Drie keer per jaar stellen wij vast welke resultaten wij met de leerlingen nastreven.

Jaarklassensysteem Op de Bilalschool wordt gewerkt volgens het jaarklassensysteem. Dit betekent dat de leerstof per leerjaar vastgesteld is. Maar kinderen verschillen. Aan die verschillen komen we tegemoet in ons onderwijs door differentiatie. Concreet betekent dit dat kinderen in één lesmoment verschillende opdrachten kunnen hebben en hieraan kunnen werken in een eigen tempo. Soms wordt er om organisatorische redenen in combinatieklassen gewerkt.

Instructie Directe activerende instructie is in onze onderwijskundige aanpak heel belangrijk. Hierbij doen alle kinderen actief mee met als doel de leerstof zo effectief mogelijk in te oefenen. Dat kan voor het ene kind na één keer uitleg voldoende zijn, terwijl een ander kind een aantal keren en/of andersoortige uitleg nodig heeft. Het principe is dat kinderen, die hebben laten zien dat zij de leerstof beheersen, verder gaan met hun taak. We streven naar een ononderbroken leerproces. Moderne methoden en duidelijke doelen per leerjaar bieden ons daarbij hulp. Om het proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen, volgen we de ontwikkeling van alle kinderen nauwgezet met behulp van ons Cito leerlingvolgsysteem.


5. De Praktijk Opening en sluiting van de dag Godsdienstonderwijs Godsdienstonderwijs wordt op onze school gegeven door een godsdienstleerkracht. We hebben samen met de andere Simonscholen gekozen, om uit de godsdienstmethode van de ISBO/IPC te werken. Vier maal in een schooljaar vindt er een studiedag plaats, waarin de godsdienstleerkrachten van alle Simonscholen bij elkaar komen, om de gang van zaken te evalueren en het godsdienstonderwijs waar nodig te verbeteren. Godsdienstles wordt gegeven aan de groepen een tot en met acht. In de onderbouw wordt twee keer een half uur en in de bovenbouw een keer drie kwartier godsdienstles gegeven. Wij bieden daarnaast een keer per week drie kwartier Koranles aan vanaf groep vier. Hierin zullen de kinderen de Koran leren lezen, reciteren en begrijpen. In de godsdienstlessen behandelen we:  fiqh, (geloofspraktijk: bv; de woedoe, de rituele wassing voor het gebed,.. etc. )  âqieda, (geloofsleer: bv; de 99 Schone Namen van Allah)  siera (het levensverhaal van de profeet (vzmh) en andere profeten) en  akhlaaq (normen en waarden). Gedurende een bepaalde periode wordt er volgens een thema gewerkt. Dat is een serie lessen over een bepaald onderwerp met informatie en werkbladen. Het thema staat dicht bij de belevingswereld van de kinderen. Naast het thema worden ook verhalen verteld, vinden regelmatig kringgesprekken plaats en wordt er gezongen en gedramatiseerd. Voor de kinderen van groep een tot en met drie heeft dit een voorbereidend karakter. In de Koranlessen zullen een groot aantal soewar en ayat (hoofdstukken en verzen uit de Qor’aan) tafsier (uitleg) en tajweed (uitspraak) aan bod komen. In de groepen zeven en acht wordt RSV (Relationele

Elke schooldag wordt begonnen met de soera El Fatiha en geëindigd met alAsr uit de Koran.

en Seksuele Voorlichting) gegeven. In de groepen zeven en acht besteden we ook aandacht aan Geestelijke Stromingen, waarin de leerlingen leren over de vier andere wereldgodsdiensten: Jodendom, Christendom, Hindoeïsme en Boeddhisme. Met behulp van leskisten van Cultuurinzicht en ook uitstapjes naar gebedshuizen hopen we de kinderen meer te leren over wat er nog meer is op religieus gebied in de wereld. Verder kent de school twee belangrijke islamitische feesten: 1. IedulFitr(het feest ter afsluiting van de maand Ramadan) 2. IedulAdha (het offerfeest op de tiende dag van de bedevaartsmaandDhu´lHidja) Het zijn beide gelegenheden om Allah SWT te danken dat Hij de mensen en de gemeenschap hun religieuze plichten heeft laten vervullen. Tijdens deze feesten is de school versierd. Beide feestdagen worden `s ochtends voorafgegaan door een opening. De kinderen reciteren verzen uit de Koran, zingen liedjes en spelen toneelstukjes voor de andere schoolgenoten en/of de ouders. Die activiteiten kunnen in de groep, binnen en buiten de school plaatsvinden. Vaak zijn deze activiteiten gekoppeld aan een bepaald thema. Tijdens de vastenmaand houdt de school altijd een actie ten behoeve van een van tevoren bepaald goed doel. 13


De groepen Groep een en twee: De kinderen komen in groep een voor het eerst op school. Het is een grote overgang van huis naar school. Sommige kinderen zijn naar de peuterspeelzaal geweest. Dan is de overgang kleiner. Kinderen moeten daarom eerst wennen op school. Uw kind mag voordat hij/zij echt naar school gaat een aantal malen komen wennen. Om de stap voor uw kind wat kleiner te maken willen we u vragen uw kind de eerste schoolweek zelf naar school te brengen (vooral de kinderen die met de bus worden gebracht!). Het kind doet de eerste tijd heel veel indrukken op en heeft tijd nodig om deze te verwerken. Kinderen moeten wennen aan de groep en aan de leerkracht. Een kind moet leren dat er afspraken zijn en welke materialen er zijn. Het allerbelangrijkste van groep een en twee is dat een kind zijn plek vindt op school, zich veilig voelt en voldoende zelfvertrouwen ontwikkelt. Pas dan kan een kind echt leren. Wij vinden dat spelend leren de basis is voor goed leren in de school. De kinderen leren eerst door de concrete ervaring. (Bijvoorbeeld: het begrip achter de tafel staan, het kind gaat zelf achter de tafel staan). De tweede stap is leren met voorwerpen (zet de stoel achter de tafel en de volgende stap is 2dimensionaal oftewel een werkblad maken: zet een streep onder het plaatje waar de stoel achter de tafel staat). Alle kinderen van de Bilalschool leren vanaf groep één de Nederlandse taal. Om de juiste basis voor leren te bereiken, hebben sommige kinderen drie jaar nodig voor de twee kleutergroepen. Wat kinderen tegenwoordig moeten beheersen voor ze naar groep drie gaan, is behoorlijk veel. We hebben in einddoelen heel precies beschreven, wat kinderen aan het eind van groep een en aan het eind van groep twee moeten weten en kunnen. Deze doelen geven duidelijk aan of uw kind door kan naar de volgende groep. Dit betekent concreet dat we per kind kijken of het eventueel een jaar extra nodig heeft.

Uit onderzoek blijkt dat het voor een goede ontwikkeling van uw kind heel belangrijk is dat u leuke dingen samen met uw kind doet; bijvoorbeeld samen naar de bibliotheek, naar het bos of de kinderboerderij gaan. Het is vooral belangrijk dat u praat met uw kind, het een “talige omgeving” aanbiedt; vertelt u wat u ziet. Nodig het kind uit te vertellen wat het waarneemt in de omgeving, wat het kind fijn, mooi of juist vervelend vindt. Dan hoort het niet alleen de Nederlandse taal op school , maar ook thuis. Hoe vaker ze het Nederlands horen en gebruiken hoe beter ze het gaan beheersen! Uit onderzoek is gebleken, dat een kind best tweetalig opgevoed kan worden. De ene ouder spreekt dan alleen de eigen taal en de andere ouder alleen Nederlands. Op deze manier komen de kinderen in aanraking met de klanken en woordvolgorde van beide talen, bijvoorbeeld in het Turks en Marokkaans heb je alleen de korte klinkers “a”, “o”, e” etc. Als een kind niet het verschil hoort tussen “man”en “maan” kan het dit ook niet correct schrijven. Daarom bieden we ook in de kleutergroepen klankonderwijs aan. Als u als ouders de Nederlandse taal nog niet voldoende spreekt is het toch belangrijk dat u met uw kind in de eigen taal praat. Als het kind de kleuren, de begrippen en de woorden in de eigen taal kent is de overstap naar het Nederlands makkelijker.


Belangrijke einddoelen voor groep een         

Het kind heeft zin in leren. Het kind kan in het Nederlands met minimaal drie woorden zeggen wat hij of zij wil. Het kind kan 10 minuten aan een opdracht werken. Het kind kan zich zelf aan- en uitkleden. Het kind kan zelfstandig naar het toilet. Het kind kan knippen, plakken, tekenen en verven. Het kind kent de hoofdkleuren. Het kind kan tot en met 6 tellen met aanwijzen. ( aanvullingen voorbehouden)



Het kind houdt rekening met andere kinderen. ( aanvullingen voorbehouden)

Belangrijke einddoelen voor groep twee               

Het kind wil uit zichzelf graag nieuwe dingen leren. Het kind kan 15 minuten geconcentreerd werken. Het kind heeft het werk op tijd af. Het kind voldoet aan de voorwaarden om te kunnen leren lezen, bijvoorbeeld rijmen. Het kind kan in het Nederlands met minimaal 5 woorden zeggen wat hij/zij wil. Het kind kent voldoende woorden in het Nederlands. Het kind kan een verhaal vertellen. Het kind heeft tijdsbegrip, weet wat bijvoorbeeld ‘ochtend’ of ‘gisteren’ is. Het kind kan de pen vasthouden zoals het op school wordt geleerd. Het kind kan tot en met 20 tellen met opnoemen. Het kind kan tot en met 10 tellen met aanwijzen. Het kind kent de cijfersymbolen t/m 10. Het kind kent de rekenbegrippen zoals ‘meer’, ‘minder’ en ‘evenveel’. De denkontwikkeling van het kind moet voldoende zijn. Het begrijpt bijvoorbeeld oorzaak en gevolg. Het kind kan samenwerken en samen spelen met andere kinderen.

Thematisch werken We werken met thema’s. De thema’s staan dicht bij de belevingswereld van de kinderen. De thema’s zijn bijvoorbeeld: Eet smakelijk of Ziek zijn. Bij elk thema leren de kinderen nieuwe woorden. Deze woorden komen terug tijdens de taalactiviteiten in de kring, bijv. bij liedjes en versjes, in de themahoeken en bij de opdrachten bij het spelen en “werken”. Omdat de nieuwe woorden op verschillende manieren herhaald worden, kunnen de kinderen ze beter onthouden. U wordt van ieder thema op de hoogte gehouden, zodat u weet welke nieuwe woorden, liedjes en versjes de kinderen leren. U ontvangt ook suggesties voor activiteiten die u als ouder met uw kind kunt doen. Als u naar de bibliotheek gaat kunt u samen met uw kind boeken zoeken die over het thema gaan. Op deze manier komen de nieuwe woorden thuis ook weer terug en geeft dat uw kind een extra 15


kans om te leren! Het is enorm stimulerend voor de kinderen, als ze thuis de nieuwe liedjes en versjes mogen zingen en opzeggen!

Dagritme van een kleutergroep Als uw kind in de klas komt, kan het op kaarten zien wat we die dag gaan doen. De dag begint met een gezamenlijke kring: De kring bestaat uit:  Kringgesprek,  Prentenboek of een verhaal,  Drama  Versjes en liedjes leren. Na de kring gaan we spelend werken. Daaronder verstaan wij spelen en werken in de hoeken.  Huishoek  Bouwhoek  Computerhoek  Luisterhoek.  Zand- en watertafel  Leeshoek  Schilderbord  Krijtbord  Schrijfdans  Schrijf- en stempelhoek  Of de kinderen werken aan de tafel met ontwikkelingsmateriaal.  Puzzels en lotto’s  Taal- en ontwikkelingsmateriaal  Constructiemateriaal  Knutselen en tekenen. Als kinderen aan het werk zijn gaat de leerkracht met een klein groepje werken aan de ontwikkeling van taal, rekenen en motoriek. De andere kinderen moeten zelfstandig werken, ze mogen de leerkracht niet storen. De kinderen leren op deze manier kleine problemen zelf op te lossen en elkaar te helpen. Na het werken gaan we eten en drinken. Het is belangrijk dat de kinderen gezond eten en drinken meekrijgen. Het is een moment van rust.

Lichamelijke ontwikkeling Bewegen is heel belangrijk voor jonge kinderen. Op school bewegen we veel met de

kinderen. We spelen met de kinderen buiten of we gaan naar de speelzaal. In de speelzaal werken we met: - Groot materiaal zoals klimrek en glijbaan. - Klein materiaal zoals hoepels en ballen. - Spelletjes met bijvoorbeeld tik- en kringspelen.

Voor de gymlessen hebben de kinderen gymschoenen en een T-shirt nodig. Beide graag voorzien van een naam. Voor elke vakantie geven we de gymkleding weer mee naar huis, zodat het gewassen kan worden. Aan het begin van ieder schooljaar krijgt u op de informatieavond alles te horen over datgene wat de kinderen in de groep leren en waarbij u kunt helpen.

Gemengde leeftijden We kiezen er bewust voor om kleuters van verschillende leeftijden in één groep te plaatsen (groep 1/2). De jongere kleuters kunnen dan leren van de oudere kleuters en de oudere kleuters leren verantwoordelijkheid te nemen voor de jongere kleuters. De groepen zijn aan het begin van het schooljaar klein en worden naarmate het jaar vordert langzaam groter. Daardoor kan er een goede start gemaakt worden met het onderwijs. Als er in een schooljaar veel jonge kleuters instromen kan ervoor gekozen worden om dat jaar te werken met een instroomgroep (groep 1). 16


Groep drie t/m acht Leesonderwijs In de groepen twee kunnen de leerlingen die al aan het lezen toe zijn, beginnen in de leesschrijfhoek met de nieuwe voorbereidende materialen. Deze materialen horen bij de taalleesmethode van groep drie. Voor het aanvankelijk lezen werken we met de taalleesmethode Veilig leren lezen. Bij het werken met Veilig leren lezen krijgen de kinderen eerst instructie. Daarna maken de kinderen verplicht en zelf gekozen werk. Aan het begin van het jaar leren de kinderen hoe dat gaat met Veilig leren lezen. De werkwijze van zelfstandig werken kennen de leerlingen al uit de kleuterbouw. Als kinderen bij binnenkomst in groep drie al goed kunnen lezen en AVI 2 beheersen, gaan ze in een andere kern aan het werk. Ook na kern drie is er een keuzemoment, waarbij een groep goede lezers een aantal kernen vooruit gezet kan worden. Sommige kinderen geven we juist verbredingsstof. Ze zijn eerder klaar, kunnen wat meer, maar mogen de basisinstructie niet missen. Ze lezen bijvoorbeeld nog met te veel fouten. Voor deze kinderen gebruiken we de Zonlijnboekjes van de methode. Na het aanvankelijk lezen volgt het voortgezet technisch lezen. De beheersing van de leestechniek staat centraal. Een kind oefent in deze fase het nauwkeurig lezen, het tempo en de voordracht. Bij het nauwkeurig lezen wordt geoefend in de juiste verklanking van de woorden en het goede gebruik van leestekens.

We houden de leesvorderingen van uw kind goed bij met behulp van het protocol dyslexie. Dit bevat vier uitgebreide toetsmomenten in het jaar. Zo zien we op tijd of uw kind extra hulp nodig heeft. Meestal is extra hulp van de leerkracht binnen de groep voldoende. Bij tempo wordt geoefend om het leesveld te vergroten, dat wil zeggen het met de ogen vooruit kunnen kijken in de leesregel of tekst. Bij voordracht wordt geoefend op het juiste stemgebruik en het accent leggen op bepaalde

woorden of woordgroepen. Bij het oefenen gebruiken we veel variaties. We lezen in groepjes, in tweetallen en alleen. We zorgen dat de kinderen veel “leeskilometers” maken. De kinderen worden tijdens deze leesfase driemaal per jaar getest op hun vorderingen door middel van een toetsing. Vanaf groep drie wordt gestart met het begrijpend lezen vanuit de methode Veilig leren lezen. Vanaf groep vier werken kinderen met Estafette. Dit is een voortgezet technisch leesmethode. Daarnaast werken we vanaf groep vier met de teksten van Nieuwsbegrip; www.nieuwsbegrip.nl is de website waar we twee keer per week een actuele begrijpend leestekst kunnen downloaden. De kinderen leren teksten analyseren. Voor van oorsprong niet-Nederlandstalige kinderen is dit moeilijk. Het hebben van voldoende kennis van de woordenschat is hiervoor essentieel. Daarmee wordt in deze methode rekening gehouden. Hierdoor krijgen de leerlingen de kans om extra te oefenen met een tekst. Ouders die hier meer over willen weten, kunnen contact opnemen met de leerkracht van hun kind. De teksten kunnen ook als huiswerk gebruikt worden.

Taalonderwijs We werken met de methode Taalactief. Taal is een belangrijk middel tot communicatie. Zo wordt onder andere de woordenschat uitgebreid en wordt er aandacht besteed aan het verwoorden van ideeën en het luisteren naar anderen. Het mondeling taalgebruik neemt hierbij een essentiële plaats in. Ook spelling maakt onderdeel uit van de methode. Vierjarige kinderen die op onze school in een kleutergroep starten zijn vaak tweetalig, maar de Nederlandse taalvaardigheid is bij hen vaak erg divers ontwikkeld. De meeste kinderen komen met een geringe tot grote taalachterstand op school. Om een tweede taal te kunnen leren is het belangrijk dat de eerste taal (de moedertaal ) goed is ontwikkeld. 17


Door binnen de Bilalschool les te geven vanuit een NT-2 didactiek, denken we een stevige inhaalslag te maken in ons aanbod voor het taalonderwijs.

Wereldoriëntatie Bij Wereldoriëntatie gaat het om het wekken en in stand houden van verwondering; de ontwikkeling van het kritisch denken; de ontwikkeling van een houding van zorg voor jezelf, de mensen om je heen, de planten en dieren, de aarde; begripsvorming en het ontwikkelen van het leren. We onderscheiden hier aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en natuurkunde. Tot en met groep vier worden deze lessen niet apart gegeven. Een kind van die jonge leeftijd bekijkt de wereld nog meer als een geheel, dat zich niet laat delen in losse vakken. Vanaf groep vijf hebben wij een aardrijkskunde- en een geschiedenismethode. Natuuronderwijs wordt aangeboden door middel van een televisieprogramma en met lesmateriaal van het natuur-educatief centrum in Amersfoort: NME.

Rekenonderwijs Rekenen wordt in de voorbereidende fase aangeboden in de kleutergroepen. Vanaf groep drie wordt gestart met de methode ‘Wereld in getallen’ Dit is een realistische rekenmethode. Dat betekent dat veel rekenvraagstukken in de alledaagse werkelijkheid van het kind worden geplaatst. Ook kenmerkt de methode zich door gesprekken tussen leerling(en) en leerkracht. Inzicht in het rekenen is het belangrijkst en daarom wordt er steeds gevraagd naar het hoe en waarom.

Schrijfonderwijs We gebruiken op onze school de methode ‘Schrijftaal/ Pennenstreken’. In de onderbouw wordt door middel van de methode Schrijfdans gestart met de voorbereidende schrijfoefeningen. In groep drie leren kinderen letters schrijven; leren lezen en schrijven gaan hand in hand. Het schrijven wordt geoefend tot en met groep zeven. Met deze methode ontwikkelen de kinderen een lopend (dat wil zeggen: aan elkaar geschreven) handschrift.

Actief burgerschap en sociale integratie Scholen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs zijn verplicht om in hun lesprogramma aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Zij hebben daarbij de opdracht deze bij de leerlingen te bevorderen. Burgerschap en sociale integratie zijn dan ook terug te vinden in de kerndoelen voor het basisonderwijs. Ze zijn niet in aparte kerndoelen vastgelegd, maar in de kerndoelen die gaan over:   

staatsinrichting en de rol van de burger aanvaarde waarden en normen en respectvol gedrag geestelijke stromingen en een respectvolle omgang met diversiteit daarvan 18


  

  

zorg voor de lichamelijke en psychische gezondheid van zichzelf en anderen sociale redzaamheid, redzaamheid in het verkeer en als consument zorg voor het milieu. Actief burgerschap verwijst dus naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Met sociale integratie wordt de deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving bedoeld. Bij de invulling van het onderwijsaanbod voor de bevordering van burgerschap spelen meerdere dimensies een rol: competenties om met andere mensen om te gaan voorbereiding op deelname aan de Nederlandse samenleving bevordering van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat

School in de wereld Op vrijdag 30 juni 2006 heeft onze school het “Wereldschoolbord” ontvangen uit handen van de wethouder van onderwijs. De toekenning van dit predicaat (verbetering van de sociale infrastructuur van de provincie Utrecht) is de kroon op het werk van onze werkgroep School in de wereld, die vanuit de visie van de vreedzame school bewust op zoek gaat naar de ontmoetingen met andersdenkenden in onze omgeving en daarnaast wereldprojecten ondersteunt. Op deze wijze ontstaat echt het omgaan met elkaar. In maatschappelijke zin voelen wij de opdracht om kinderen te laten ervaren, dat we allemaal gelijkwaardige mensen zijn. Kinderen leren van hun leven. Als een kind opgroeit met kritiek, leert het vooroordelen. Als een kind opgroeit met vijandigheid, leert het vechten. Als een kind belachelijk wordt gemaakt, leert het verlegen te zijn. Als een kind zich moet schamen, leert het zich schuldig te voelen. Als een kind opgroeit met verdraagzaamheid, leert het geduldig te zijn. Als een kind opgroeit met bemoediging, leert het zelfvertrouwen te hebben. Als een kind geprezen wordt, leert het waarderen.

Als een kind eerlijk behandeld wordt, leert het rechtvaardigheid. Als een kind opgroeit in veiligheid, leert het vertrouwen en geloof te hebben. Als een kind goedkeuring krijgt, leert het aardig te vinden. Als een kind acceptatie en vriendelijkheid ervaart, leert het liefde te geven en te ontvangen in de wereld.

Engels Engelse lessen geven wij in de groepen 6, 7 en 8. Hoewel het spreken van Engels een bijzonder belangrijk doel blijft, leggen wij ook een accent op de vaardigheden luisteren en lezen. Het luisteren gaat namelijk vooraf aan het spreken. We oriënteren ons op het mogelijk uitbreiden van de Engelse lessen naar de middenbouw en/of de onderbouw van de school

Expressie De creatieve ontwikkeling is belangrijk voor een mens. Er is meer dan leren en studeren Daarom besteden wij, daar waar mogelijk, ook aandacht aan tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, muziek en drama.

Bewegingsonderwijs In de onderbouwgroepen wordt dagelijks aandacht besteed aan het bewegingsonderwijs. De kinderen vanaf groep drie krijgen momenteel eenmaal per week gymles in de gymzaal van de Juliana van Stolberg sporthal. Het ministerie streeft ernaar dat alle basisschoolleerlingen in 2017 minimaal tweemaal per week gymles gaan krijgen. 19


Bij mooi weer gaan de groepen naar buiten. Voor alle groepen zijn om hygiënische redenen gymschoenen verplicht. In de onderbouw blijven die schoenen (voorzien van naam) op school. De kinderen van groep drie tot en met acht dragen tijdens de gymles sportkleding. Het rooster voor gym wordt bekend gemaakt in de eerste schoolweek.

Leerlingen leren ook informatie op het internet vinden en verwerken. Vanaf groep drie heeft elke groep de beschikking over computers in de klas. Hiermee kunnen we de afstemming op het individuele kind verder vormgeven. In alle groepen 3 t/m 8 wordt een digibord met ondersteunende software bij het lesgeven uit onze methoden gebruikt.

ICT Op de Bilalschool leren kinderen al in de kleutergroepen te werken met de computer. Eenvoudige programma’s leren het kind vormen, cijfers, lettervormen, rijmen en woorden hakken en plakken. De kinderen kunnen ook een prentenboek digitaal beluisteren of educatieve filmpjes bekijken. In de midden- en bovenbouwgroepen komen daar lees-, rekenen spellingsprogramma’s bij als basissoftware bij de lesmethodes. Verder wordt er vanaf groep drie gewerkt rond allerlei thema’s in Word en PowerPoint.

Huiswerk Kinderen van onze school krijgen huiswerk mee. Hoe ouder de kinderen hoe meer opdrachten ze meekrijgen. Het huiswerk kan per groep verschillen. Meestal gaat het om het oefenen van leerstof die op school is uitgelegd.

Het Voortgezet Onderwijs In groep acht bereiden we de kinderen voor op de overgang naar het Voortgezet Onderwijs. Het schooladvies is o.a. gebaseerd op de Citoleerresultaten van de groepen drie tot en met acht, de entreetoets van groep zeven en de werkhouding en het gedrag van het kind. Deze laatste aspecten (werkhouding en gedrag) hebben een grote invloed op het schooladvies. Aan het begin van het schooljaar wordt tijdens de informatieavond voorlichting en uitleg gegeven over het traject richting Voortgezet onderwijs. De school meldt de kinderen voor 1 april aan bij de gekozen school voor VO. In de maand april wordt door de a.s. schoolverlaters deelgenomen aan de landelijk verplichte CITO Eindtoets Basisonderwijs. Deze levert meestal een bevestiging op van het eerder verstrekte schooladvies.


6. Zorg voor kinderen Passend Onderwijs Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Alle kinderen verdienen uiteraard aandacht, maar zeker diegenen die moeite hebben met het leren of die daar juist erg goed in zijn. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en oefenstof. Ook wie goed kan leren krijgt extra hulp en oefenstof. Wij proberen de leerstof aan te bieden die bij uw kind past, om zo te komen tot een optimale ontwikkeling. Elk kind is uniek en verdient dan ook een eigen benadering. U begrijpt dat wij hieraan nooit in zijn geheel kunnen voldoen. Passend Onderwijs betekent zoveel mogelijk tegemoet komen aan de individuele ontwikkelingsbehoeften van elk kind. Onze school is klassikaal georganiseerd. Kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd zitten een groep en in elke klas wordt instructie gegeven op drie niveau’s.

Uitgangspunten zorg en begeleiding 1.

2. 3.

4.

5.

Elk kind krijgt extra hulp als de leerkracht dat nodig vindt (na overleg met de ouders). Deze hulp wordt nader omschreven in het groepsplan. Bij problemen wordt hulp gegeven door de groepsleerkrachten in de klas en soms door een (gespecialiseerde) leerkracht buiten de klas. De ouders spelen bij speciale hulp een belangrijke rol, omdat zij in sommige gevallen toestemming moeten geven. Het is soms mogelijk externe hulp (deskundigheid) in te schakelen.

Bescherming persoonsgegevens Alle vertrouwelijke gegevens aangaande uw kind worden zorgvuldig afgeschermd voor de buitenwereld. Alleen de direct betrokken leerkrachten, de intern begeleider en de directie mogen de gegevens inzien om een goede begeleiding mogelijk te maken. Als ouder hebt u het recht om deze gegevens in te zien. Het kan zijn dat de school het leerling dossier van uw kind aan anderen wil laten

zien, bijvoorbeeld aan een externe deskundige. Dat kan alleen als u daarvoor toestemming hebt gegeven. Al deze gegevens worden in het schoolarchief bewaard. Vijf jaar nadat een kind van school is gegaan worden alle gegevens, behalve personalia, vernietigd.

Als het niet zo gemakkelijk gaat Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en oefenstof. In eerste instantie zorgt de eigen groepsleerkracht hiervoor. De leerkracht kan de hulp inroepen van de intern begeleider. De intern begeleider geeft steun, informeert en adviseert vanuit eigen deskundigheid. De groepsleerkracht blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de begeleiding van de ontwikkeling van de leerling. De extra hulp wordt beschreven in een groepsplan. Dat wordt gemaakt en uitgevoerd door de leerkracht van het kind. De intern begeleider is betrokken bij de opzet, uitvoering en evaluatie van het plan. Ouders worden direct betrokken als zich gedrags- of leerproblemen met hun kind voordoen. De eerste signalen worden door de leerkracht meegedeeld in gesprekken, waarbij de ouders uitgenodigd worden om op school te komen. Later kan de intern begeleider er bij worden betrokken. Het uitgangspunt is dat zowel school als ouders het beste voor hebben met het kind. Daarom is samenwerking hard nodig! Als wij als school alles binnen onze mogelijkheden hebben geprobeerd en het leidt niet tot het gewenste resultaat bij het kind, dan hebben we extra advies of onderzoek nodig. De “specialist” gaat dan onderzoeken hoe het komt dat een kind moeilijkheden heeft. Het kan liggen aan het onderwijsaanbod, aan een specifiek leerprobleem, of aan iets anders. Nadat wij de informatie uit het onderzoek hebben gekregen kijken we samen met de ouders, waar en hoe deze hulp het beste gegeven kan worden. Dat kan betekenen, dat een school met Speciaal Basisonderwijs (SBO) of een 21


school voor Speciaal Onderwijs(SO) uw kind beter kan bieden wat het nodig heeft. Voor een onderzoek is toestemming van de ouders nodig. Evenals bij het inroepen van hulp van buiten de school. Als u als ouder meewerkt kunnen we samen naar een oplossing zoeken. Als u niet meewerkt belemmert u ons werk en kunnen we geen of minder extra begeleiding aan het kind geven. Dat zou heel erg zijn, want het gaat tenslotte om de toekomst van uw kind! Landelijk is het proces van Passend Onderwijs inmiddels bekend. De overheid stimuleert basisscholen om zoveel mogelijk kinderen binnen de basisschool vakkundig te helpen. De Bilalschool is aangesloten bij Samenwerkingsverband De Eem. In dit samenwerkingsverband werken we met elkaar aan de zorg voor alle leerlingen in de regio en in het bijzonder voor de kinderen die net iets meer zorg en aandacht nodig hebben. Een keer per jaar worden door ons aangemelde leerlingen, na toestemming van de ouders, door een logopediste van de schoolbegeleidingsdienst bekeken. Indien nodig wordt het kind doorverwezen naar een particuliere praktijk. U krijgt hier altijd een verslag van.

Hoe komen we erachter of een kind extra hulp nodig heeft? Of een kind hulp nodig heeft – niet alleen op leergebieden – is in eerste instantie natuurlijk een zaak van de groepsleerkracht. Hij/zij observeert en werkt elke dag met de kinderen en signaleert bepaalde problemen. De leerkracht kan meestal zelf veel oplossen. Als de problemen groter zijn of meer complex, wordt het kind besproken met de interne begeleider. Samen wordt bekeken hoe het kind kan worden geholpen. Eventueel wordt een handelingsplan opgezet dat door de leerkracht en/of ondersteunende leerkracht wordt uitgevoerd. Na enige tijd wordt bekeken wat het effect is geweest van het programma. Als uw kind extra hulp krijgt of als er een apart programma wordt opgesteld, wordt dit altijd van tevoren met de ouders besproken. Deze worden vervolgens op de hoogte gehouden van de voortgang.

Naast de signalering door de leerkracht, krijgen de kinderen in het schooljaar een aantal methodegebonden en methodeonafhankelijke (CITO) toetsen: toetsen voor rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Ook wordt de sociaalemotionele ontwikkeling in kaart gebracht. Bij kleuters volgen we de ontwikkelingsgebieden. De vorderingen van de leerlingen worden in ons leerlingvolgsysteem bijgehouden. Zo kunnen we zien of het kind zich voldoende ontwikkelt, zich meer dan gemiddeld ontwikkelt of dat er een stilstand of zelfs achteruitgang plaatsvindt. Met elkaar wordt besproken hoe we de kinderen verder het beste kunnen begeleiden. Het is voor ons vanzelfsprekend dat de hulp en belangstelling van ouders voor het doen en laten van hun kind(eren) onontbeerlijk is bij de begeleiding van het kind. Wij kunnen heel wat, maar we hebben de betrokkenheid van de ouders nodig met als doel: voorkomen dat een kind tussen ‘wal en schip’ terechtkomt!

Meedoen met de klas Het kan voorkomen dat een kind met alle vakken goed mee kan komen, behalve met bijvoorbeeld rekenen. Ondanks alle inspanningen van het kind en de leerkracht kan het kind de leerstof niet goed onder de knie krijgen. Dan blijft het kind toch meedoen met de lessen in de klas, maar wordt wel zo goed als mogelijk een passend programma op het gebied van rekenen voor hem of haar gemaakt. Zo kan het kind met rekenen doorgaan en dit vak in eigen tempo en op een bij hem of haar passende manier verwerken.

Een klas nog een keer doen Zittenblijven klinkt niet zo prettig. We doen dit dan ook alleen als het echt zinvol gevonden wordt. In elke groep wordt gekeken of het kind de voorwaarden voor de volgende groep beheerst. Uiteraard gebeurt dit in overleg met de ouders. Maar uiteindelijk is het de school die de knoop doorhakt. Soms is een jaar overdoen beter, zodat het kind hiervan in de daaropvolgende jaren profijt heeft. Dit maakt de gang door de basisschool tot een plezierige en meer ontspannen ervaring. 22


Kinderen met een handicap Onze school staat in principe open voor alle kinderen. Ook voor kinderen met bijvoorbeeld een lichamelijke handicap, zoals slechthorendheid en/of slechtziendheid, epilepsie of een motorische handicap. Als we moeten beslissen over de toelating, houden we er uiteraard rekening mee of er binnen de school voldoende deskundigheid aanwezig is om het kind de passende opvang en zorg te bieden.

GGD De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Midden-Nederland werkt preventief aan een gezonde groei en ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 19 jaar. Daarom onderzoekt de GGD alle kinderen op verschillende leeftijden, om zodoende mogelijke problemen in het opgroeien tijdig op te sporen. Mochten er problemen gesignaleerd zijn, dan helpt de GGD bij het bewandelen van de juiste weg. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een doktersassistente.

voor basisschoolleerlingen in groep 2, daarna in groep 7. Na het onderzoek worden de ouders schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierin staat ook vermeld of er nog een vervolgcontact komt met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het spreekuur te komen.

Vaccinaties DTP en BMR In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten vaccineren De kinderen krijgen twee vaccinaties: De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio en De BMR prik tegen bof, mazelen en rode hond. Voor meer informatie kunt u kijken op www.ggdmn.nl of mail naar [email protected]

Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact Met de GGD opnemen van maandag t/m vrijdag tijdens kantoortijden(033 4678111).

Gezondheidsonderzoeken U krijgt van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor onderzoek. De standaard preventieve onderzoeken vinden plaats op school. In principe is het eerste onderzoek


7. Het team Functies en taken Op onze school komt u een verscheidenheid aan teamleden tegen met ieder een eigen rol en taak. De leerkrachten De allerbelangrijkste plek in de school nemen de leerkrachten in. Zij trekken 40 weken met de kinderen op. Ze zorgen voor een veilig klimaat in de klas en helpen de kinderen in het met elkaar omgaan op een vreedzame manier. Zij geven de kinderen zelfvertrouwen door hen waardering te geven voor hun inbreng. Zij stimuleren hen waar het even niet goed gaat en sluiten aan bij hun verschillen. Zij zijn verantwoordelijk voor het halen van goede resultaten.

De intern begeleiders Leerkrachten krijgen ondersteuning van twee intern begeleiders. Als kinderen uitvallen of opvallen in gedrag of in leren helpen zij de leerkrachten de juiste aanpak te vinden voor het betreffende kind. Zij analyseren met hen de toetsresultaten. Zij ondersteunen bij het maken van handelingsplannen. Zij hebben contacten met instanties buiten de school als een kind niet meer voldoende op school geholpen kan worden. Zij besluiten in samenspraak met de leerkrachten en ouders tot onderzoeken, die bij sommige kinderen nodig zijn. Ze bezoeken regelmatig de leerkrachten in de groepen en ondersteunen hen in hun ontwikkeling tot goede professionals.

De remedial teacher De remedial teacher behandelt leerproblemen. Zij haalt sommige kinderen uit de klas, om met hen apart te werken aan hun probleem. Kinderen die hiervoor in aanmerking komen zijn leerlingen met een arrangement (een leerlinggebonden budget). De remedial teacher werkt nauw samen met de intern begeleiders. De conciërge De conciërge werkt op beide locaties en is onmisbaar bij het uitvoeren van taken die leerkrachten ontlasten, zodat zij hun werk voor de klas ongestoord kunnen uitvoeren. De bouwcoördinatoren Iedere bouw heeft een bouwcoördinator. Op onze school zijn dat er drie. Zij geven leiding aan hun bouw en zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de jaarplannen. De bouwteamleiders vormen samen met de intern begeleiders en de directeur het managementteam oftewel het MT. De administratief medewerkster Zij is belast met de administratie. Zij schrijft de leerlingen in en doet de financiële en personele boekhouding van de school. Zij is vaak het eerste aanspreekpunt voor ouders en is het oog en oor van de school. De directeur Hij is de leider van de school op het onderwijskundig en organisatorisch gebied. Hij is verantwoordelijk voor goed onderwijsinhoudelijk, financieel en personeelsbeleid. Hij onderhoudt de contacten buiten de school en legt verantwoordelijkheid af aan het CVB van de Stichting Simon. Stagiaires Regelmatig zijn er leerlingen/studenten van verschillende opleidingen voor een stage op onze school. Zij komen kijken, helpen en meewerken in de groepen. Zo leren ze wat het betekent om op een islamitische school te werken. 24


Een stagiaire in de groep is voor de kinderen vaak leuk. Zij krijgen meer aandacht en er is meer afwisseling. Voor de leerkracht is het begeleiden van een stagiaire een extra taak. De stagiaires dienen zich aan dezelfde regels te houden als de leerkrachten.

Overleg en communicatie Teamvergadering Een keer per 4 weken komt het team van de beide locaties bij elkaar om te praten over beleid. Daarnaast zijn er studiedagen waar ieder lid van het team aan deelneemt. Bouwvergadering Drie keer per 4 weken komen de bouwen bij elkaar om te vergaderen en te overleggen over het onderwijs en de organisatie van de bouw. DIB-overleg Tussen directie en intern begeleiders is elke drie weken overleg over de zorg en begeleiding die kinderen nodig hebben.

MT Elke 4 weken vergadert het MT. Het MT wordt gevormd door de directeur, de intern begeleiders en de bouwcoördinatoren. In dit overleg komt de schoolontwikkeling en de afstemming van bouwoverleg, DIB-overleg, teamvergaderingen en studiedagen aan de orde. Overige Naast deze geplande vergaderingen vinden er wekelijks overleggen plaats tussen leerkrachten die dezelfde klas hebben, tussen intern begeleiders en individuele leerkrachten tussen ervaren leerkrachten en nieuwe leerkrachten die ingewerkt moeten worden, tussen interne begeleiders en leerkrachten met ouders en mensen van buiten de school. En niet te vergeten de commissievergaderingen over de voorbereiding voor de feesten, activiteiten en vieringen op school.

8.School in beweging Schoolgids Alle basisscholen zijn wettelijk verplicht een aantal documenten te hebben en te hanteren. De schoolgids, die u nu in handen heeft, is er één van. Met deze gids informeren wij de ouders over de school en hoe deze werkt.

Zorgplan In het zorgplan staat beschreven hoe de zaken met betrekking tot het samenwerkingsverband De Eem zijn geregeld. Er staat in welke instanties betrokken kunnen worden bij specialistische hulp aan kinderen die worden aangemeld. In het hoofdstuk Zorg voor kinderen kunt u meer informatie over dit onderwerp lezen.

Strategisch Beleidsplan van de Stichting Simon. De inhoud van het Schoolplan is besproken met het MT en voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Deze heeft er instemming aan verleend. Het schoolplan ligt ter inzage op school en is te lezen op onze website www.bilalschool.nl Enkele belangrijke beleidskeuzes voor de komende vier jaar:   

ontwikkelen curriculum 21st century skills verzorgen passend onderwijs conform SOP implementeren beleid inzake sociaalemotionele ontwikkeling en gedrag

Schoolplan In het voorjaar van 2015 is het schoolplan geschreven voor de komende vier jaar. Dit is gebeurd op basis van de uitgangspunten in het 25 Schoolgids van de Bilalschool 2015-2019





professionele ontwikkeling van leerkrachten bevorderen op de deelgebieden: -identiteit -activerende directe instructie -differentiatie -leerlingen betrekken bij onderwijs -zelfstandigheid -coöperatief leren -autonomie bevorderen ouderbetrokkenheid

Jaarplan Jaarlijks worden de plannen uit het schoolplan concreter gemaakt in jaarplannen. Sommige verbeteringen zijn snel in te voeren, andere kosten twee jaar of vragen soms nog meer tijd om verwezenlijkt te worden.

Kwaliteitszorg De SIMON scholen en dus ook de Bilalschool, werken al een aantal jaren hard aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. In dit hoofdstuk over kwaliteitszorg geven we u daarover informatie. Voor vragen over onderwijskwaliteit kunt u altijd terecht bij de directeur of de leden van het Management Team (MT) van onze school. Wij informeren u regelmatig in de nieuwsbrief en op ouderavonden over de activiteiten met betrekking tot kwaliteitszorg. SIMON scholen gebruiken als kwaliteitsinstrument de WMKPO. Dat betekent: werken met kwaliteitskaarten in het primair onderwijs. Alle terreinen die de inspectie van het onderwijs beoordeelt worden periodiek door team beoordeeld. Ook de inspectie doet onderzoek naar de kwaliteit, door middel van de “periodieke kwaliteitsonderzoeken” (PKO’s) waaraan alle scholen een keer in de vier jaar onderworpen worden. De inspectie informeert de Simonscholen en het bestuur na elk PKO over de resultaten van het onderzoek. Deze informatie is voor iedereen na te lezen op de website van de onderwijsinspectie. De inspectie beoordeelt de kwaliteit van negen verschillende kwaliteitsgebieden (onderwerpen): het zogenaamde

“waarderingskader”. Deze worden hieronder opgesomd.

Toezicht van de inspectie De negen belangrijkste kwaliteitsgebieden waarop de inspectie toezicht houdt zijn:  de opbrengsten liggen op het niveau dat past bij onze leerlingen  de leerstof is gericht op een brede ontwikkeling, voorbereiding op het vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en de samenleving  de leerlingen krijgen voldoende leertijd  in het schoolklimaat is veiligheid en zijn respectvolle omgangsvormen  de leerkrachten leggen goed uit, hebben een goede lesorganisatie en zorgen dat leerlingen hun taken goed uitvoeren  bij de lesstof, de uitleg en de oefeningen wordt rekening gehouden met de verschillen tussen leerlingen  de leerkrachten houden de resultaten goed bij  leerlingen krijgen extra zorg als zij het nodig hebben  de school let goed en regelmatig op de kwaliteit van het onderwijs. In mei 2010 heeft het laatste onderzoek van de inspectie van het primair onderwijs op de Bilalschool plaatsgevonden. De inspectie heeft gerapporteerd dat de school de zaken voldoende op orde heeft en geen extra toezicht hoeft te krijgen.

Tevredenheidonderzoek Een derde onderzoek dat zich richt op kwaliteit is het tevredenheidonderzoek onder ouders, leerlingen en personeelsleden. De resultaten daarvan zijn voor de schoolleiding en het bestuur van groot belang als bron van informatie over mogelijke verbeteringen. Kernvragen bij het evalueren van het onderwijs zijn:    

Doen we de goede dingen? Doen we de dingen goed? Hoe weten we dat? Vinden anderen dat ook? 26




Hoe gebruiken we die informatie voor de verdere ontwikkeling?

Kwaliteitsverbetering door een professioneel leerlingvolgsysteem Een directe en erg meetbare manier om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en verder te verhogen is het werken met toetsen en observaties. Om de leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Dit systeem levert waardevolle informatie op over een kind. Het laat zien hoe een kind zich in een bepaalde periode heeft ontwikkeld. In het leerlingvolgsysteem zijn rekenen, taal, technisch en begrijpend lezen, spelling en woordenschat opgenomen. Twee keer per jaar (januari en juni) worden de leerlingen getoetst en kunnen we onze leerlingen als groep en als individu vergelijken met het landelijk gemiddelde. In de bouwen maken we analyses die kunnen leiden naar nieuwe inzichten en

andere stappen. Samen met het Cito maken de intern begeleiders en directie trendanalyses en komen we er achter hoe we het als school doen. Het stelt ons ook in staat de juiste verwachtingen aan kinderen te stellen. Het leerlingvolgsysteem biedt ons het overzicht van alle kinderen en vooral zij die extra hulp nodig hebben. Niet alleen op leergebied, maar ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Het allerbelangrijkst zijn de mensen die op onze school werken. Zij zorgen er o.a. voor dat de materialen en de methoden goed worden gebruikt. De groepsleerkrachten besteden veel tijd aan samenwerking door middel van bouwof teamoverleg. De maatschappij verandert steeds. Het onderwijs volgt en anticipeert! Daarom blijven we alle leerkrachten bijscholen, om zich in een prille, lerende organisatie te blijven ontwikkelen. We besteden veel tijd aan studiedagen waar teamontwikkeling en verbetering van het onderwijs centraal staan.

9. Ouders en school Ouderbetrokkenheid 3.0 De school hecht grote waarde aan het versterken van de ouderbetrokkenheid bij het onderwijs op school. In het voorjaar van 2015 is de school daarom gestart met een traject genaamd Ouderbetrokkenheid 3.0. Door middel van gerichte activiteiten met ouders, leerkrachten en leerlingen wil de school vormgeven aan Educatief partnerschap tussen school en ouders. Dit met de bedoeling om de ontwikkeling van onze leerlingen een positieve stimulans te kunnen geven.

Hoe informeren wij u?

verwacht dat hij of zij zich via internet aanmeldt voor deze dienst.

Website Via de website houden we u op de hoogte van allerlei nieuwtjes over de school.

De nieuwsbrief Iedere maand ontvangt u via Digiduif de maandelijkse Nieuwsbrief. Hierin vindt u actuele informatie over de school.

Wij vinden het belangrijk dat ouders zo goed mogelijk geïnformeerd worden. Wij proberen u op een aantal manieren op de hoogte te houden van de vorderingen van uw kind en van de ontwikkelingen binnen de school.

Bijlage bij de schoolgids

Digiduif

Kort na aanvang van het nieuwe schooljaar wordt er een algemene ouderavond in de klas van uw kind gehouden. Daarin geeft de leerkracht van uw kind informatie over het

Directie en team houden u via Digiduif op de hoogte van nieuws over de groep van uw kind of over de school. Van iedere ouder wordt

De bijlage bij de schoolgids met daarin enkele praktische zaken en de jaarkalender ontvangt u jaarlijks de eerste week na de zomervakantie.

Informatieavond


komende schooljaar. Hij/zij geeft een algemene omschrijving van de inhoud van het onderwijs in dat schooljaar. Daarnaast wordt er informatie gegeven over de algemene gang van zaken in de groep van uw kind en over het gebruik van de materialen.

Elkaar begrijpen Soms kunnen kinderen met verhalen thuis komen, waar u als ouders vraagtekens bij zet. Soms kunt u zich als ouders ongerust maken over de vorderingen van uw kind of over de contacten met leeftijdsgenoten. Wij verzoeken u tijdig contact met de leerkracht op te nemen, wanneer u zich zorgen maakt of vragen heeft. Soms kan een enkel telefoontje verhelderend zijn. Als u daar behoefte aan heeft, maken wij ook graag een afspraak met u voor een gesprek. Pas als u er samen met de leerkracht niet uit komt, kunt u ook een afspraak maken met de directeur.

Dagelijks contact Om tien over half negen bij het brengen van uw kind(eren) en na schooltijd kunt u korte boodschappen aan de leerkracht van uw kind doorgeven. Wilt u de leerkracht wat langer spreken dan is het verstandig hiervoor een afspraak maken.

Huisbezoeken De leerkrachten uit groep 1 bezoeken alle kinderen thuis. Het doel van het huisbezoek is de thuissituatie van het kind beter te leren kennen.

Oudergesprekken Twee keer per jaar wordt een gespreksavond georganiseerd, waarbij u met de groepsleerkracht een oudergesprek van 10 minuten heeft over de ontwikkeling van uw kind(eren). Wij verwachten dat ouders op deze avonden aanwezig zijn. Deze oudergesprekken zijn losgekoppeld van de schoolrapporten.

Ouderavonden Naast de gespreksavonden zullen er elk jaar enkele algemene informatieavonden voor ouders worden gehouden. Daarin kunnen organisatorische, maar ook

onderwijsinhoudelijke of levensbeschouwelijke onderwerpen aan de orde komen.

Ouderraad (OR) De Bilalschool heeft een actieve ouderraad. Deze bestaat uit ouders die coördinerend of ondersteunend zijn bij specifieke activiteiten op school. Het gaat dan o.a. om: o het inzamelen van gelden o ouderbijdrage o TSO o Het (mede) organiseren van activiteiten zoals o IedulFitr (ramadanfeest) o IedulAdha (offerfeest) o Ramadan o Schoolreisjes o Schoolfotograaf o Avondvierdaagse o Schoolkamp o Overleg met o Schooldirectie o Schoolteam/commissies o medezeggenschapsraad De ouderraad van de Bilalschool komt iedere maand bij elkaar.

De ouderbijdrage De hoogte van de ouderbijdrage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Momenteel is deze vastgesteld op 40 euro per kind per schooljaar. Dit bedrag wordt per incasso geïnd samen met de bijdrage van 60 euro per kind per schooljaar voor de tussenschoolse opvang (TSO). Ouders wordt bij aanmelding van hun kind gevraagd een overeenkomst te tekenen waarin zij de ouderraad de machtiging geven het bedrag van 100 euro van hun rekening af te schrijven. Uit het bedrag van 40 euro worden de kosten van de volgende activiteiten bekostigd: Aid el fitr, Aid el Adha en schoolreisjes. Kinderen van ouders die niet betalen kunnen niet meedoen aan het schoolreisje; voor deze kinderen is dan tijdens het schoolreisje opvang op school. Als ouders niet kunnen betalen, bestaat voor hen de mogelijkheid om bij de Stichting Leergeld een beroep te doen op een bijdrage voor deze schoolgebonden kosten. U kunt de 28


ouderraad bereiken met vragen opmerkingen via [email protected]

en

Medezeggenschapsraad (MR) Ouders mogen meedenken en meebeslissen over het beleid van het bestuur en de school in de medezeggenschapsraad (afgekort als MR). Deze raad bestaat uit ouders en personeelsleden die door hun eigen achterban gekozen worden. De MR werkt binnen de kaders van de wet op de medezeggenschap (WMS) en heeft in veel beleidszaken instemmingsrecht of adviesrecht. Het gaat bijvoorbeeld over de begroting, de benoemingsprocedures, de identiteit, het personeelsbeleid, ARBO beleid etc. Van elke

MR vergadering wordt een verslag gemaakt dat u kunt inzien. Wanneer u iets wilt zeggen of ergens over wilt praten, neem dan contact op met de MR via [email protected] of deponeer uw vraag of opmerking in de houten brievenbus in de hal van de school. Wij stellen uw inbreng zeer op prijs. De MR vergadert 1x per maand gezamenlijk met de directeur als adviseur. Een vergadering van de MR is in beginsel openbaar. Indien er MR-leden vertrekken of hun zittingsperiode van 3 jaar afloopt, worden er verkiezingen gehouden, waarbij ouders of teamleden gekozen kunnen worden in de MR. Het behoeft geen betoog dat meedenkende ouders essentieel zijn voor een goed draaiende school.

10. Activiteiten Schoolreizen De groepen 1 tot en met 7 gaan jaarlijks op schoolreis. We bekijken per keer of we met de hele school naar één bestemming kunnen of dat de groepen afzonderlijk hun schoolreis maken.

waar jaarlijks vele leerlingen van onze school aan deelnemen.

Matchpoint Via Matchpoint komen we in aanraking met bedrijven en organisaties die iets voor onze school willen en kunnen betekenen.

Schoolkamp groep 8 De leerlingen van groep 8 hebben een schoolkamp van drie dagen. Ze gaan samen op kamp om zo hun gezamenlijke schooltijd af te sluiten.

Sportdag Jaarlijks hebben we een sportdag voor de groepen 3 tot en met 8. De kleuters hebben een spelletjesdag.

Excursies Ter ondersteuning van het onderwijs gaan verschillende groepen op excursie. U kunt dan denken aan:  De kinderboerderij  Het milieu educatief centrum  Een museum

Kenniswedstrijd Jaarlijks is er de Islamitische kenniswedstrijd die gehouden wordt in Arnhem en waar alle scholen van de Stichting SIMON aan meedoen. Aan het eind van de dag is één school de winnaar.

Schoolfotograaf Jaarlijks bezoekt de schoolfotograaf onze school. Hij maakt portretfoto’s van individuele leerlingen, groepen en van broers en zussen samen.

Feestelijke gebeurtenissen Tijdens het schooljaar vinden er twee bijzondere vieringen en feesten plaats: te weten het Ramadanfeest en het Offerfeest. De school besteedt daar uitgebreid aandacht aan.

Avondvierdaagse De ouderraad organiseert de avondvierdaagse

Ik toets Groep acht doet mee aan de jaarlijkse Ik toets 29


(Islamitische Kennistoets). Alle leerlingen worden getest op hun kennis. De uitslag wordt op dezelfde manier tot uitdrukking gebracht als de Eind Citotoets.

11. Praktische punten Aanmelding leerlingen

en

inschrijving

nieuwe

Kennismaking Als u overweegt om uw kind aan te melden op de Bilalschool, is het wenselijk eerst een kennismakingsgesprek voeren met de directeur van de school. Hij zal u inlichtingen geven over het onderwijs aan de kinderen, een rondleiding geven door de school en met u praten over de verwachtingen die er wederzijds zijn als ouder en school.

Aanmelding kinderen jonger dan 4 jaar U kunt uw kind op elke leeftijd aanmelden. Wij vinden het belangrijk dat u dit doet voordat uw kind tweeënhalf jaar oud is. Op die manier kunnen we de komst van uw kind goed en tijdig inplannen. U dient dan een aanmeldingsformulier in te vullen, alsmede een ouderverklaring en de incassoverklaring voor de ouderbijdrage en TSO. Nadat de aanmelding is verwerkt in de schooladministratie ontvangt u daarvan een bevestiging. Het is goed voor de ontwikkeling van kinderen dat zij in hun derde levensjaar (dus voordat ze naar de basisschool gaan komen) een paar dagen in de week op een peuterspeelzaal of kinderopvang zitten. Het geeft hen een voorsprong in de ontwikkeling. Als uw kind bijna vier jaar is, wordt u via een kaartje geïnformeerd in welke groep uw kind geplaatst wordt en wanneer hij of zij een aantal ochtenden mag komen wennen. Daaraan voorafgaand zal de intern begeleider contact hebben gehad met de peuterspeelzaal of kinderopvang van uw kind. Dit noemen wij de “warme overdracht”.

Bilalschool gaan krijgen, dan kunt u uw kind(eren) aanmelden. Ook dan is het verstandig eerst een gesprek aan te gaan met de directeur. In dergelijke situaties zoeken wij altijd contact met de toeleverende school om de nodige informatie over de ontwikkeling van het kind te verkrijgen. Op basis van deze informatie en eventuele aanvullende toetsingen besluit de directeur op advies van de intern begeleider of en waar en wanneer de zij-instromer geplaatst kan worden. Indien de school de zij-instromer niet kan plaatsen, zal zij dit besluit aan de ouders motiveren en indien nodig de ouders helpen een meer passende school voor hun kind te vinden. Wat is belangrijk voor ouders om te weten bij inschrijving? 1. U kiest bewust voor onderwijs op islamitische grondslag. Dat houdt dus in dat de identiteit, de kern en de kwaliteit van het kind tot uitdrukking worden gebracht. Ouders met leerlingen van een niet-islamitische achtergrond vragen wij om onze uitgangspunten te onderschrijven en te accepteren dat naast de kwaliteit de identiteit ook duidelijk aanwezig is op de school. 2. U vindt het belangrijk dat u als ouder betrokken bent en daarom bezoekt u de informatieavonden, de ouderavonden en neemt u serieus in overweging om deel uit te maken in een commissie of raad.

Aanmelding van zij-instromers Als leerlingen al staan ingeschreven op een andere school en u wilt dat ze onderwijs op de 30 Schoolgids van de Bilalschool 2015-2019

Gedragsreglement en Pestprotocol

Indienen aanvraag

Het hebben van een veilige sfeer en een goed pedagogisch klimaat zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de leerlingen. Daarom hanteert de Bilalschool een Gedragsreglement en een Pestprotocol. In deze documenten staan de afspraken en spelregels die we op school hanteren. De documenten liggen op school ter inzage en zijn tevens te vinden op onze website www.bilalschool.nl

Een aanvraag voor extra verlof moet altijd schriftelijk ingediend worden bij de administratie en wel uiterlijk 2 maanden voor die tijd! Verlof op het laatste moment kan niet meer verleend worden. Neemt u tijdig contact op, dat voorkomt teleurstellingen.

Beslissen over een aanvraag

De vakanties worden vastgesteld volgens de wettelijke regels en regionale afspraken. De MR stemt in met de vakantieregeling.

De directie beslist over een aanvraag voor verlof tot maximaal tien schooldagen in één schooljaar. Voor verlof van meer dan tien schooldagen is ook goedkeuring van de leerplichtambtenaar van de gemeente Amersfoort nodig.

Schoolverlof

Gewichtige omstandigheden

Wij gaan er vanuit dat u uw vakanties richt naar de schoolvakanties van uw kinderen. De directie is namens het bevoegd gezag verplicht toe te zien op naleving van deze wet en is verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Amersfoort die, indien nodig, maatregelen treft.

In artikel 11 van de leerplichtwet worden enkele omstandigheden genoemd, waarbij verzuim soms geoorloofd is.  Wettelijke verplichtingen  Verhuizing  Huwelijk van bloed- en aanverwanten  Ernstige ziekte of overlijden van een familielid (u kunt de aanvraag terstond doen)

Vakantie


 

Sociale medische indicatie (u heeft dan een medische verklaring nodig) een vakantie, indien de vakantieregeling van het bedrijf/instelling waar één van de ouders werkt het niet mogelijk maakt vakantie op te nemen binnen een van de schoolvakanties (u heeft dan een werkgeversverklaring nodig).

Geen gewichtige omstandigheden zijn: 1. Een tweede vakantie (tijdens de schoolvakanties heeft u voldoende gelegenheid om op vakantie te gaan). 1. Zomaar een lang weekend weg. 2. Sportevenementen bezoeken buiten schoolverband. 3. Bezoeken van tentoonstellingen, concerten, pretparken etc. 4. Op wintersport buiten de vakanties om. 5. Eerder met vakantie gaan of later terugkomen.

In geval van nood In de klassenmap heeft iedere leerkracht een lijst met extra telefoonnummers. Als wij u niet kunnen bereiken, kan een bekende uw kind ophalen en indien nodig naar de dokter brengen. U krijgt aan het begin van ieder schooljaar een EHBO formulier waarop u de actuele adres- en telefoongegevens moet invullen.

Eten en drinken op school In de loop van de dag mogen de kinderen iets eten en drinken. We denken bij drinken bijvoorbeeld aan melk, chocolademelk, drinkyoghurt, water etc. Koolzuurhoudende drankenzijn niet toegestaan. In de ochtendpauze eten kinderen een gezond koekje, fruit en een drankje. In de middagpauze is er gelegenheid voor het eten van brood en voor drinken. Het is van belang dat de kinderen vóór het naar school gaan thuis goed ontbijten!

Overblijven Als uw kind afwezig is Iedere dag noteren wij of uw kind aanwezig of afwezig is. Als uw kind afwezig is, door bijvoorbeeld ziekte of om andere redenen, moet u ons dit ’s ochtends voor schooltijd (vóór 08.30 uur) laten weten. Dit kan telefonisch, per e-mail of via Digiduif. Daardoor kunt u ons de nodige ongerustheid besparen (er kan immers onderweg iets gebeurd zijn). U mag ook een briefje in uw eigen taal schrijven. De chauffeur van de bus moet ook door u geïnformeerd worden, indien van toepassing. Probeert u een dokters- of tandartsbezoek bij voorkeur buiten de schooltijden te plannen. Bij langdurige ziekte wordt bekeken wat nodig is om te zorgen dat uw kind niet achterop raakt.

Pleinwacht en toezicht 's Morgens vanaf 8.25 uur verzorgen leerkrachten buiten pleinwacht. Ook tijdens de speelkwartieren en tijdens de TSO is er altijd toezicht op het plein. Een kwartier na lestijd dragen de leerkrachten geen verantwoordelijkheid meer voor de kinderen.

De school kent een continurooster. Dat wil zeggen dat de leerlingen tussen de middag op school de lunch gebruiken. De leerkrachten eten met hun klas en bij het buitenspelen houden vrijwilligers toezicht op het plein. De klassen hebben pauzes op verschillende tijden om de groep spelende kinderen niet te groot te laten zijn.

Schoolbenodigdheden Alle spullen die de kinderen dagelijks nodig hebben, worden door de school verstrekt. Het gaat dan om schriften, potloden, pennen en papier. De kinderen van groep drie tot en met acht hebben een etui nodig voor hun schrijfgerei. Om netjes te leren schrijven wordt er vanaf groep vier met een vulpen geschreven. Om de kwaliteit te waarborgen, krijgen de kinderen van school twee keer een vulpen. Als uw kind de pen kwijt raakt of opzettelijk kapot maakt, wordt een nieuw exemplaar aan de ouders doorberekend.

Namen in eigendommen Om het zoekraken en verwisselen van eigendommen te voorkomen, is het belangrijk alle zaken van uw kind(eren) te merken. We 32


denken daarbij aan gymtassen, gymschoenen, bekers, trommeltjes, regenkleding, etc. Denkt u ook aan het lusje in de jas?

De schoolfotograaf Eén keer per jaar nodigen wij op onze school de schoolfotograaf uit. Mocht u bezwaar hebben tegen het nemen van foto’s van uw kinderen, dan dient u dit vooraf te melden bij de leerkracht.

of zij dit in beslag. 3) De leerkracht belt in dat geval de ouder van het kind op om het mobieltje op te halen. De regels lijken streng, maar zijn echt nodig omdat we ons vooral met effectief lesgeven willen bezighouden.

Het vervoer

Alle leerlingen zijn collectief verzekerd via een Scholierenongevallenverzekering. Indien een leerling schade aan of in de school aanbrengt, is deze verzekering niet van toepassing. In dergelijke gevallen worden de ouders aansprakelijk gesteld voor het vergoeden van de schade veroorzaakt door hun kind. U kunt die schade dan claimen via uw wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA).

De kinderen die onze school bezoeken, worden deels vervoerd in auto's of bussen. Er komen ook al aardig wat kinderen met de fiets naar school en er is een kleine groep ouders die hun kinderen lopend naar school brengt. De verkeer- en parkeersituatie rond de beide schoollocaties is niet echt gunstig. Wij proberen het vervoer rondom de school zo goed mogelijk te regelen. Dat kan alleen met de medewerking van alle leerkrachten en alle ouders. Er zijn daarom een aantal regels opgesteld die ervoor moeten zorgen dat het voor iedereen veilig is.

Kledingvoorschriften

Vervoersregels Miereveldstraat

Schoolongevallenverzekering

Alle leerlingen dragen kleding die past bij de islamitische identiteit. Dat betekent geen strakke kleding, het lichaam moet voldoende bedekt zijn en de kleding mag de aandacht niet teveel op henzelf vestigen. Als leerlingen kleding dragen die buiten deze richtlijnen valt, zullen ouders daarop aangesproken worden.

Mobiele telefoons In de bovenbouw (BB) wordt door leerlingen veel gebruik gemaakt van mobieltjes. Bijna iedereen heeft er een op zak en de kinderen hebben de neiging om ze voortdurend bij de hand te hebben voor berichtjes, foto´s en dergelijke. Omdat mobieltjes niet storend mogen zijn in de les en de leerlingen niet mogen afleiden, hebben we de volgende afspraken gemaakt: ’s Ochtends worden de telefoons door de leerkracht ingenomen. Aan het eind van de dag krijgen de leerlingen hun telefoons terug. Hierbij gelden de volgende regels: 1) Leerlingen zijn voor 100 % verantwoordelijk voor hun mobieltje 2) Mocht een leerkracht zien dat een leerling het mobieltje toch gebruikt of in zijn hand heeft en dus niet heeft ingeleverd, neemt hij

   

 



's Ochtends vanaf half negen kunnen de kinderen voor de school uitstappen. De kinderen dienen direct het schoolplein op te gaan. U mag niet midden op de weg stilstaan. De parkeervakken bij het hek voor de school kunt u niet gebruiken om de auto te parkeren. Deze zijn bestemd voor de bussen. De bussen uit Soest en Amersfoort en hebben om 14.45 uur een aangewezen parkeerplaats. U mag de auto niet parkeren op de weg rond de school of voor de huizen van de buren. Die afspraken hebben wij ook met de buren gemaakt. U mag de auto alleen in de andere parkeervakken plaatsen.

Begeleiding kinderen naar de bussen Er zijn met de chauffeurs van de bussen afspraken gemaakt over de begeleiding van de kinderen naar de bus. De leerkrachten en chauffeurs zijn daar verantwoordelijk voor.

Vervoersregels Leusderweg 

De auto's mogen ’s ochtends en ’s middags niet het plein oprijden om de 33


 

kinderen te laten in- en uitstappen. Zij moeten parkeren in een van de zijstraten. De bussen hebben daar wel toestemming voor. De kinderen die met de fiets naar school komen, kunnen deze fiets stallen in het fietsenhok, achter de school. Op het plein wordt niet gefietst!

Leerkrachten zijn in het bezit van een diploma verkeersbrigadier.

Verkeersbrigadiers Om het oversteken van de fietsende leerlingen op de locatie Leusderweg veiliger te laten verlopen, heeft de gemeente Amersfoort toestemming gegeven om een verkeersbrigade in te stellen. De leerkrachten mogen het verkeer stil leggen om de kinderen veilig te laten oversteken. Om duidelijk zichtbaar te zijn voor andere weggebruikers, dragen de leerkrachten een oranje jas en hebben zij een zogenaamde ‘pannenkoek’ in hun hand. Na het signaal mogen de kinderen oversteken. De kinderen dienen zich strikt aan de aanwijzingen van de begeleidende leerkrachten te houden.

12. Afspraken Dialoogstatuut voor ouders van de Bilalschool. Inleiding Op de Bilalschool hebben we een omgangsprotocol. Daarin staat beschreven hoe we met elkaar om willen gaan op de Bilalschool.

De kinderen: de Vreedzame School, ‘Praat het uit’ en mediatoren We leren de kinderen binnen de Vreedzame School, dat we verschillend zijn en dat we dat van elkaar accepteren. Meningsverschillen en

conflicten horen bij het leven. De kinderen leren conflicten zelf oplossen met het stappenplan ‘Praat het uit’ of als dat niet lukt, met een mediator, die kan helpen bij het oplossen van conflicten.

Het personeel: het welkomstmodel en het dialoogstatuut Voor de personeelsleden van de school hebben we het welkomstmodel en het dialoogstatuut. Het welkomstmodel geeft vorm aan dat wij elkaar willen accepteren in wie we zijn en dat we elkaar aanspreken als dat nodig is. Het dialoogstatuut voor personeelsleden van de Bilalschool geeft aan welke stappen we volgen om een conflict op te lossen (zoals het stappenplannen van de kinderen: ‘Praat het uit’ en het stappenplan van de mediatoren). Door het dialoogstatuut gaan conflicten niet ‘rondzingen’ in de school en voorkomen we een schoolcultuur waarin geroddeld wordt. Niet praten over elkaar maar praten met elkaar! 34


De ouders: het welkomstmodel en het dialoogstatuut voor ouders van de Bilalschool Op de Bilalschool accepteren en waarderen we de ouders zoals in het welkomstmodel is beschreven. Voor de ouders is er nu ook een dialoogstatuut. Dit dialoogstatuut lijkt op het dialoogstatuut voor het personeel.

Focus: relatie en dialoog Iedereen, die op school werkt, doet zijn best om dat goed te doen. We accepteren dat daarbij soms meningsverschillen of conflicten met ouders kunnen ontstaan. We willen daar op een zorgvuldige manier mee omgaan en vragen ook de ouders om daar op een zorgvuldige manier mee om te gaan. De relatie tussen de school en ouders hoort positief te zijn. Dat lukt als we met elkaar blijven praten en naar elkaar blijven luisteren, kortom: als we met elkaar in dialoog blijven. De manier waarop we met elkaar praten en naar elkaar luisteren is belangrijk. Wanneer er sprake is van moeilijke onderwerpen om over te praten, is het belangrijk dat de communicatie zuiver blijft. Dit betekent dat we er extra op moeten letten dat we op een goede manier communiceren en dat we praten met de mensen met wie we moeten praten. En niet met de mensen, die het probleem niet aangaat. Dat betekent dat er niet over mensen van school of over ouders geroddeld wordt.

Een meningsverschil met de school Meningsverschillen mogen er zijn. Wanneer ouders het niet eens zijn met de keuzes van de school, mogen ze dat kenbaar maken bij de directeur of bij de MR. Het kan zijn dat u vindt dat uw kind niet goed is behandeld door de leerkracht. Het is belangrijk dat u dit eerst met de leerkracht zelf bespreekt. Pas als u er met hem of haar niet uitkomt kunt u een afspraak maken met de directeur. De ouders mogen hun gevoel of mening delen met iemand anders, maar alleen als dat op een vertrouwelijke manier gebeurt. De andere persoon praat er niet zelf met weer anderen

over. U kunt ook naar de interne contactpersoon/vertrouwenspersoon gaan. Bij ons is dat Nelleke Drost. In eerste instantie gaat de ouder naar de persoon van school ( bijv. de leerkracht of de directeur) met wie hij/zij een probleem of meningsverschil heeft. Ga er ook echt voor zitten, maak er een afspraak voor. Ouder en leerkracht luisteren naar elkaar. Het helpt als u bij uw eigen gevoel blijft en praat met ‘ik-boodschappen’. Dat betekent dat u bijvoorbeeld zegt: ‘ik vind het moeilijk dat…’, ‘ik heb er last van als ….’, ‘ik voel me dan….’. Zeg geen dingen als: ‘jij bent niet goed bezig’, ‘jij doet altijd ….’. Probeer actief te luisteren naar de ander, probeer de ander echt te begrijpen, vraag door als dat nodig is. Het helpt ook als u kunt vertellen wat u verwacht van de school. Deze manier van praten geeft ruimte om in gesprek te gaan en te blijven. Als u merkt dat u er niet uitkomt of dat de emoties de overhand krijgen ( u of de leerkracht wordt bijvoorbeeld erg boos of verdrietig), spreek dan af het gesprek voor dat moment af te sluiten om de relatie niet te beschadigen. Emotionele communicatie kan mensen beschadigen. Rationele discussie brengt u verder. Neem voorlopig afscheid van elkaar en zorg dat u elkaar recht in de ogen kunt blijven kijken en op een goede manier met elkaar om kunt blijven gaan. Als de emoties nog erg sterk zijn, kunt u de behoefte hebben er met iemand over te praten. Zoek iemand op met wie u er vertrouwelijk over kunt praten om stoom af te blazen of om mee te denken. Vraag deze persoon er niet met anderen over te praten. Op een ander moment kunt u het gesprek hervatten. In overleg met de leerkracht kunt u er iemand bijvragen om te mediëren. Dit kan bijvoorbeeld de directeur zijn, een leerkracht of iemand anders, die kan mediëren. Ook de leerkracht kan er een ander persoon bij vragen. Wanneer u niet tevreden bent met de uitkomst van het gesprek, kunt u naar de directie gaan en het probleem voorleggen. De directeur neemt vanaf dit moment de regie in handen en zal proberen het probleem naar tevredenheid van u en de leerkracht op te lossen. 35


Wanneer u het gevoel hebt dat er niet goed naar u is geluisterd en de klacht of het probleem niet goed is opgelost, kunt u (nogmaals) naar de contactpersoon/vertrouwenspersoon gaan. U kunt ook de Medezeggenschapsraad benaderen. Als ook die stap geen passende oplossing biedt kunt u uiteindelijk naar het schoolbestuur (SIMON) gaan en een klacht indienen. De procedure m.b.t. klachten staat verderop in deze gids beschreven in de Klachtenregeling.

Een meningsverschil met een andere ouder of een ander kind Het komt soms voor dat u een probleem, conflict of zelfs ruzie hebt met een andere ouder of een ander kind op school. De andere ouder heeft bijvoorbeeld iets over uw kind gezegd of uw kind is op school gekrabd door een ander kind.

Een probleem met een ander kind 1. Wij verwachten dat u in alle gevallen het probleem met de school (leerkracht of directeur) bespreekt. U gaat dus niet zelf het kind van een andere ouder aanspreken. Het is voor een kind erg beangstigend om door een boze ouder van een ander kind aangesproken te worden. 2. De leerkracht of iemand anders van school zal het probleem met het kind bespreken en oplossen. Hij zal u daarin betrekken als dat nodig is. 3. De leerkracht vertelt u later wat hij heeft gedaan om het probleem op te lossen (als u dat had afgesproken)

Een probleem met een andere ouder 1. U kunt uw probleem met een andere ouder melden aan de leerkracht van uw kind, of aan de directeur. U kunt dan overleggen wat de school kan doen om het probleem op te lossen. 2. U kunt er ook voor kiezen het probleem zelf op te lossen met de andere ouder. Het bovenstaande stappenplan kan daarbij helpen.

Leerplicht Kinderen zijn deels leerplichtig in de maand die volgt op de maand waarin ze vier zijn geworden. De leerplichtwet is er duidelijk in: vier- en vijfjarigen zijn een groot gedeelte van de week leerplichtig en zesjarigen zijn volledig leerplichtig. Het kan zijn dat een volledige schoolweek voor een jonge kleuter nog wat te vermoeiend is. U kunt dan in overleg met de directeur gebruik maken van een speciale regeling. Door deze regeling kunt u uw kind ten hoogste vijf uur per week thuishouden. U moet dat wel doorgeven aan de leerkracht. Zodra uw kind zes is, houdt deze regeling op.

Kledingvoorschriften Kleding waarbij tijdens de communicatie de gezichtsuitdrukking en de articulatie niet kan worden waargenomen, is niet toegestaan. Een goede communicatie is immers van essentieel belang in het leerproces. Bovendien is het voor een school noodzakelijk om te kunnen vaststellen wie zich in het gebouw bevindt. Om die reden is het dragen van gezichtsbedekkende kleding niet toegestaan. Kleding waarbij de veiligheid in het geding is bij lessen als sport, beweging en spel is niet toegestaan.

Klachtenregeling voor het islamitisch primair en voortgezet onderwijs Stappenplan Het islamitisch onderwijs bevat een klachtenregeling voor alle betrokkenen bij de school. De volledige regeling ligt ter inzage op school en kan op verzoek van belanghebbenden worden ingezien. Hier volgt een schematische uitleg van de klachtenprocedure. In artikel 1 van de Klachtenregeling wordt een definitie gegeven van de verschillende betrokkenen bij een klacht. Om tot een juiste hantering van de procedure te komen, dient 36


bij elke klacht te worden nagegaan of klager, aangeklaagde en klacht vallen binnen de reikwijdte van deze Klachtenregeling. Onder klager en aangeklaagde wordt kort gezegd verstaan: allen die betrokken zijn bij de schoolgemeenschap, inclusief (ouders van) ex-leerlingen.

1.

Klacht (artikel 1 onder f)

Een klacht kan betrekking hebben op: a. seksuele intimidatie: opzettelijk of onopzettelijk ongewenst seksueel getinte aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek en non-verbaal gedrag; b. discriminerend gedrag: elke vorm van ongerechtvaardigd onderscheid, zowel bedoeld als onbedoeld; c. agressie, geweld en pesten: gedragingen en beslissingen (en het nalaten ervan) waarbij sprake is van geestelijke of lichamelijke mishandeling, zowel bedoeld als onbedoeld; d. begeleiding van leerlingen; e. toepassing van strafmaatregelen; f. beoordeling van leerlingen; g. inrichting van de schoolorganisatie.

2. Contactpersoon/ vertrouwenspersoon (artikel 2) De klager kan met zijn of haar klacht terecht bij de contactpersoon/vertrouwenspersoon. Deze is toegankelijk voor alle betrokkenen bij de school en geniet vertrouwen bij alle partijen. De contact/vertrouwenspersoon: a. verwijst de klager door naar de externe vertrouwenspersoon; b. kan klager adviseren de klacht met de directeur of aangeklaagde proberen op te lossen; c. maakt klager erop attent, indien een klacht niet via de procedure van de klachtenregeling behoort te worden afgehandeld.

onafhankelijk en heeft een geheimhoudingsplicht, ook na afhandeling van een klacht. De contactpersoon / vertrouwenspersoon: a. gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt; b. gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht; c. begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie; d. verwijst klager indien noodzakelijk of wenselijk naar andere gespecialiseerde instanties voor opvang en nazorg; e. kan indien hij/zij slechts aanwijzingen heeft, doch geen concrete klachten, deze ter kennis brengen van het bevoegd gezag of de klachtencommissie; f. geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te nemen besluiten; g. brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit van zijn/haar werkzaamheden.

4.

Klachtencommissie (artikel 4)

Indien een klacht niet door bemiddeling kan worden opgelost, wordt de klacht ingediend bij de klachtencommissie. De klacht dient schriftelijk ingediend te worden. Voor de Bilalschool betekent dit dat de klacht wordt ingediend bij de ambtelijke secretaris van de Landelijke klachtencommissie voor het islamitisch primair en voortgezet onderwijs te Woerden.

3. Vertrouwenspersoon (artikel 3) Er is een contactpersoon/vertrouwenspersoon op de school aanwezig. Deze persoon is 37 Schoolgids van de Bilalschool 2015-2019

13. Namen en adressen Klachtencommissie: Landelijke Klachtencommissie Primair Onderwijs Postbus 694, 2270 AR in Voorburg, telefoon: 070-3861697 Fax: (070) 348 12 30 (werkdagen van 9.00 -17.00 uur) [email protected] Bestuursbureau: Bestuursbureau SIMON De Mulderij 10 3831 NV Leusden Postadres: Postbus 11 3830 AD Leusden : 033-4337336 E-mail: [email protected] College van Bestuur SIMON: College is bereikbaar op het bovengenoemde adres van het bestuursbureau. Inspectie: Postbus 2730 3500 GS Utrecht 030- 666 57 GGD Eemland: Zonnehof 10 3811 ND Amersfoort 033- 467 8100

Schoolgids van de Bilalschool 2015-2019 38

Basisschool op islamitische grondslag Bilalschool

Recommend Documents