BASISCIRCULAIRE nummer
: 39/2011
datum
: 3 augustus 2011
onderwerp
: Uitvoercertificaten voor de pluimvee- en eiersector
bijlagen
: Zie inhoudsopgave
Uitvoercertificaten voor de pluimvee- en eiersector In deze circulaire worden de bepalingen met betrekking tot uitvoercertificaten voor de pluimveeen eiersector behandeld. De circulaire is geactualiseerd. De vorige circulaire met betrekking tot dit onderwerp (nr. 16/2008 van 27 februari 2008) komt hiermee te vervallen. Tevens is circulaire nr. 88/2005 van 27 december 2005 (Electronisch aanvragen van uitvoercertificaten) vervallen. GATT-jaar 6 is afgelopen op 30 juni 2001 en daarmee ook de afspraken die in het kader van GATT gemaakt zijn. Op dit moment zijn nog geen nieuwe afspraken gemaakt en zullen alle afspraken die voor GATT-jaar 6 golden vooralsnog van toepassing blijven. Circulaires zijn op onze Internetsite (www.pve.nl) te vinden. Kies eerst de juiste sector; dan Import/Export en vervolgens ‘Circulaires’. Alle Modelformulieren vindt u eveneens onder hoofdstuk Import/Export, onder formulieren (download). De site met Europese regelgeving vindt u ook onder Import/Export onder het kopje ‘links’. Voorbehoud Indien de inhoud van deze circulaire afwijkt van de van toepassing zijnde regelgeving dan is deze regelgeving doorslaggevend. Voor afwijking aanvaardt het Productschap geen aansprakelijkheid. Productschap Pluimvee en Eieren,
Voor nadere informatie: Medebewind, Team Info. direct:
ir. T. de Boer, Manager Medebewind.
(079) 368 7101/ 02/ 03/ 04 Fax: (079) 368 7181 Fax: (079) 363 4315 (bankgaranties) E-mail:
[email protected] Internetsite:www.pve.nl
Productschap Pluimvee en Eieren Louis Braillelaan 80 - Postbus 460 - 2700 AL Zoetermeer - Nederland - (079) 368 71 00 Fax Medebewind (079) 368 71 81 / bankgaranties (079) 363 43 15 / overige afdelingen (079) 368 70 87
Inhoudsopgave 1
Uitvoercertificaten......................................................................................... 3 1.1 Verplicht uitvoercertificaat bij uitvoer met restitutie ............................................ 3 1.2 Voorfixatie .................................................................................................... 4 1.3 Producten ..................................................................................................... 4 1.4 Recht en plicht tot uitvoer............................................................................... 4 1.5 Aanvragen van uitvoercertificaten .................................................................... 4 1.5.1 Aanvrager ............................................................................................... 4 1.5.2 Aanvraagperiode...................................................................................... 5 1.5.3 Indiening en invulling van de aanvraag ........................................................ 5 1.6 Restitutieregeling ........................................................................................... 7 1.7 Veterinaire voorwaarden ................................................................................. 7 2 Stellen van zekerheid ..................................................................................... 7 3 Afgifte en geldigheid van uitvoercertificaten ...................................................... 8 3.1 Afgifte wachtcertificaat .................................................................................. 8 3.2 Afgifte uitvoercertificaat met directe afgifte ...................................................... 8 3.3 Afgifte “ex post” certificaten .......................................................................... 8 3.4 Bijzondere maatregelen ................................................................................... 9 3.5 Geldigheid................................................................................................... 10 4 Tolerantie .................................................................................................. 10 5 Uittreksels van uitvoercertificaten .................................................................. 10 6 Verzending van uitvoercertificaten of uittreksels .............................................. 10 7 Telefonische vrijgave ................................................................................... 11 8 Depotregeling ............................................................................................. 11 9 Overdracht ................................................................................................. 11 10 Overlegging uitvoercertificaten en uittreksels bij de douane ............................ 12 10.1 Te overleggen documenten bij de aangifte ................................................... 12 10.2 Benutting in Nederland van een uitvoercertificaat afgegeven in een andere lidstaat12 10.3 Benutting in een andere lidstaat van een uitvoercertificaat afgegeven in Nederland12 11 Inleveren uitvoercertificaten en uittreksels .................................................... 12 12 Vrijgave c.q. verbeurte van de zekerheid ...................................................... 13 12.1 Vrijgave zekerheid aanvraag ....................................................................... 13 12.2 Vrijgave c.q. verbeurte zekerheid uitvoercertificaat........................................ 13 12.2.1 Aantonen dat aan de verplichting tot uitvoer is voldaan ........................... 14 12.2.2 Aantonen dat de goederen het douanegebied van de EU binnen de gestelde termijn hebben verlaten ...................................................................................... 14 12.2.3 Aantonen dat de goederen (in geval van kuikendelen) de verplichte bestemmingszone hebben bereikt (invoer) ............................................................. 16 13 Verlies van uitvoercertificaten en/of uittreksels ............................................. 16 13.1 Vervangende uitvoercertificaten.................................................................. 16 13.2 Duplicaat uitvoercertificaat ........................................................................ 16 14 Certificaten in het kader van openbare inschrijvingen ("tenders") ..................... 16 15 Voedselhulp ............................................................................................ 17 16 Overmacht .............................................................................................. 17 Bijlagen: 1 2 3
Hoeveelheden product/levende dieren waarvoor een uitvoercertificaat moet worden aangevraagd Overzicht productcategorieën en zekerheden in de pluimveesector Overzicht productcategorieën en zekerheden in de eiersector
1
Uitvoercertificaten
1.1 Verplicht uitvoercertificaat bij uitvoer met restitutie Bij uitvoer met restitutie is, naast invulling van de rubriek "restitutie ja" in de elektronische aangifte (Sagitta-aangifte), overlegging van een uitvoercertificaat verplicht. Onder uitvoer wordt verstaan: uitvoer naar landen buiten de EU; leveranties aan bijzondere bestemmingen. Uitzonderingen op het overleggen van een uitvoercertificaat zijn: Restitutieaanvragen voor hoeveelheden gelijk aan of minder dan de hoeveelheden die in bijlage 1 zijn weergegeven. Restitutieaanvragen voor de zogenaamde "bijzondere bestemmingen" zoals: * leveranties voor de bevoorrading in de EU van zeeschepen en van luchtvaartuigen in gebruik voor het verkeer op internationale lijnen, met inbegrip van intracommunautaire lijnen; * leveranties aan in de EU gevestigde internationale organisaties; * leveranties aan strijdkrachten die op het grondgebied van een lidstaat zijn gestationeerd, maar hier niet toe behoren; * leveringen van producten die bestemd zijn voor in de EU gelegen opslagruimten van internationale in humanitaire hulp gespecialiseerde organisaties en die in derde landen voor voedselhulpoperaties worden gebruikt; * opslag in een bevoorradingsdepot voor de bevoorrading in de EU van zeeschepen, van luchtvaartuigen gebruikt in het verkeer op internationale lijnen, met inbegrip van intracommunautaire lijnen, of van boor- of productieplatforms, met inbegrip van daarbij horende installaties voor dienstverlening, die zich binnen het gebied van het Europees continentaal plat of het continentaal plat van het niet-Europese deel van de EU bevinden, maar buiten een zone van 3 mijl vanaf de basislijn waarvan voor de afbakening van de territoriale wateren van een lidstaat wordt uitgegaan; * leveranties van boordproviand aan boor- of productieplatforms, met inbegrip van daarbij horende installaties voor dienstverlening, die zich binnen het gebied van het Europees continentaal plat of het continentaal plat van het niet-Europese deel van de EU bevinden, maar buiten een zone van 3 mijl vanaf de basislijn waarvan voor de afbakening van de territoriale wateren van een lidstaat wordt uitgegaan; * leveranties van boordproviand aan marine- en hulpschepen die de vlag van een lidstaat voeren en in volle zee opereren; * leveranties voor de bevoorrading buiten de EU van zeeschepen en van luchtvaartuigen in gebruik voor het verkeer op internationale lijnen, met inbegrip van intracommunautaire lijnen; * leveringen die bestemd zijn voor in derde landen gestationeerde strijdkrachten van de lidstaten. Uitvoer naar het eiland Helgoland. Restitutieaanvragen voor eendagskuikens van de GS-codes 0105 11, 0105 12 en 0105 19 en broedeieren van de GN-codes 0407 00 11 en 0407 00 19. Uitvoercertificaten voor het verkrijgen van restitutie op deze producten worden achteraf aangevraagd (zie paragraaf 3.3). Voor de uitvoer van producten waarvoor geen restitutie wordt aangevraagd, is geen uitvoercertificaat verplicht.
3
Let op! Voor de uitbetaling van restitutie is het van belang het nummer van het uitvoercertificaat in het daarmee overeenkomende vak van de Sagitta-aangifte te vermelden. 1.2 Voorfixatie Bij het aanvragen van uitvoercertificaten is het verplicht de restitutie voor te fixeren. Dit houdt in dat het tarief dat geldt op de dag van indiening van de aanvraag voor het opgegeven product of de producten en het land van bestemming (ongeacht de daadwerkelijke bestemming) gedurende de geldigheid van het uitvoercertificaat wordt vastgelegd. De restitutie wordt voorgefixeerd in euro. Voor de niet aan de euro deelnemende landen worden de waarden van de valuta’s ten opzichte van de euro dagelijks door de Europese Centrale Bank (ECB) vastgesteld. Voor deze landen is voor de omrekening van de bedragen van euro naar nationale valuta, voor zowel certificaatzekerheid als te ontvangen restitutiebedragen, het moment van aanvragen bepalend. De omrekeningskoers die wordt toegepast is de meest recente door de ECB vastgestelde wisselkoers die vooraf gaat aan deze datum. 1.3 Producten De restitutiecodes van de producten, waarvoor aanvragen voor uitvoercertificaten kunnen worden ingediend, staan vermeld in bijlage 2 (pluimveesector) en 3 (eiersector). De omschrijvingen van deze producten kunt u vinden in de actuele uitvoertabellen voor de pluimvee- en eiersector en de circulaire met als onderwerp “Geharmoniseerd Systeem, Gecombineerde Nomenclatuur en Restitutienomenclatuur”. Of voor een bepaald product restitutie van toepassing is, kunt u eveneens in de actuele uitvoertabel vinden. Deze informatie kunt u op onze internetsite vinden of opvragen bij Team Info. Voor eendagskuikens van de GS-codes 0105 11, 0105 12 en 0105 19 en broedeieren van de GN-codes 0407 00 11 en 0407 00 19 is het niet mogelijk de restitutie voor te fixeren. Hiervoor moet achteraf een zogeheten “ex post” certificaat worden aangevraagd (zie hiervoor paragraaf 3.3). 1.4 Recht en plicht tot uitvoer Het uitvoercertificaat geeft recht op toekenning van de gevraagde restitutie en brengt daarnaast de verplichting met zich mee de op het uitvoercertificaat vermelde netto hoeveelheid uit te voeren tijdens de geldigheidsduur. Aan deze verplichting is voldaan als tenminste 95% van de hoeveelheid op het uitvoercertificaat is uitgevoerd. Wanneer het uitvoercertificaat per dier is afgegeven, wordt de uitkomst van de berekening van het percentage van 95% in voorkomend geval naar beneden afgerond. 1.5
Aanvragen van uitvoercertificaten
1.5.1 Aanvrager De aanvrager van een uitvoercertificaat moet een natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn, die bij indiening van de aanvraag kan bewijzen dat hij sinds ten minste 12 maanden een handelsactiviteit uitoefent in die sector, waaronder het product waarvoor de aanvraag wordt ingediend behoort. Dit kan worden aangetoond door: een aangifte die ouder is dan 12 maanden op het moment van indiening van de certificaataanvraag en een aangifte die jonger is dan 12 maanden op het moment van indiening van de certificaataanvraag. Kleinhandelaars of restauranthouders, die hun producten aan de eindverbruiker verkopen, mogen geen aanvraag indienen.
4
1.5.2 Aanvraagperiode Voor producten uit de pluimvee- en eiersector kunnen elke werkdag aanvragen voor uitvoercertificaten worden ingediend. Onder werkdagen wordt in Nederland verstaan: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van officiële feestdagen. Ieder jaar stuurt het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) een circulaire uit met een overzicht van de feestdagen. U kunt deze op onze internetsite vinden of opvragen bij Team Info. Aanvragen die op een werkdag uiterlijk om 13.00 uur door het PPE zijn ontvangen, worden ook op de dag van ontvangst behandeld. Aanvragen die op een niet-werkdag worden ontvangen of worden ingediend na 13.00 uur worden op de eerstvolgende werkdag in behandeling genomen. 1.5.3 Indiening en invulling van de electronische aanvraag Wilt u uitvoercertificaten electronisch aanvragen bij het PPE, dan moet u eenmalig zich daarvoor laten registreren bij het PPE. Op onze site www.pve.nl vindt u onder Pluimvee- en Eiersector, Import/export, Formulieren (download) het benodigde formulier. Dit ingevulde en getekende formulier moet per post naar het PPE (t.a.v. de afdeling Medebewind, Sectie in- en uitvoer) worden opgestuurd. U kunt hierop aangeven welke personen (maximaal 3) namens uw bedrijf via internet uitvoercertificaten mogen aanvragen. Het formulier moet ondertekend zijn door een daartoe bevoegde functionaris, die is opgenomen in het uittreksel van de Kamer van Koophandel dat in ons bezit is. Na verificatie van de gegevens zal het PPE voor iedere aangemelde medewerker een gebruikersnaam en een wachtwoord toekennen. Eventuele mutaties moeten tijdig per post worden doorgegeven, ondertekend door een daartoe bevoegde functionaris van het bedrijf. Voor eventueel misbruik van een gebruikersnaam/wachtwoordcombinatie en mogelijk daaruit voortvloeiende financiële consequenties is het PPE niet aansprakelijk. U gaat naar de internetsite www.pve.nl ,“Mijn PVE” en daarna voor de optie “Indienen aanvraag uitvoercertificaat”. Daarna kunt u inloggen met uw gebruikersnaam en wachtwoord dat u heeft ontvangen van het PPE. De lay-out van het webformulier komt zoveel mogelijk overeen met dat van een gangbare uitvoercertificaataanvraag. De in te vullen gegevens wijken vrijwel niet af van de gegevens die u ook op de aanvragen per post of per fax vermeldt. vak 1: instantie van afgifte van het uitvoercertificaat (1) vak 4: aanvrager (titularis) (1) Hier kan een extra e-mailadres worden opgegeven. De bevestiging van een aanvraag wordt dan, naast het op het aanmeldingsformulier opgegeven e-mailadres, ook verzonden aan het extra ingevulde e-mailadres. vak 5: sector waarvoor u een uitvoercertificaat aanvraagt vak 7: land van bestemming vak 8: soort certificaat vak 9: deelneming aan inschrijving vak 11: totaalbedrag van de zekerheid (behalve in geval van een ex-post certificaat) vak 14: handelsbenaming van het product (1) vak 15: omschrijving volgens de gecombineerde nomenclatuur (GN) (1) vak 16: restitutiecode(s) (12 cijfers) Hier kunnen alleen restitutiecodes worden geselecteerd, die ressorteren onder de gekozen sector. Een uitvoercertificaat wordt afgegeven voor de gehele productcategorie waar de opgegeven restitutiecode onder valt. vak 17: hoeveelheid in cijfers Let hierbij op dat u geen punten en/of komma’s gebruikt (dus geen 10.000 kilogram, maar 10000 kilogram) en dat u, indien nodig, de juiste eenheid selecteert. vak 18: hoeveelheid in letters (1) 5
vak 20: bijzondere vermeldingen Indien mogelijk / nodig, kunt u hier aangeven of het uitvoercertificaat in depot bij het PPE dient te blijven en of het uitvoercertificaat direct moet worden afgegeven. De overige bijzondere vermeldingen worden automatisch gevuld. vak 22: bijzondere voorwaarden (1) vak ‘Aanvullende opmerkingen’ In dit vak kunt u uw opmerkingen kwijt, zoals bijvoorbeeld ‘telefonische vrijgave’. In dit vak kunt u ook aangeven hoeveel exemplaren uitvoercertificaten u wenst te ontvangen. Let wel, het betreft hier identieke aanvragen. (1) Deze gegevens worden automatisch ingevuld. Nadat u denkt alle gegevens te hebben ingevuld, kiest u de knop ‘verificatie’. Als de aanvraag niet volledig is of onmogelijke keuzes bevat (bijvoorbeeld een aanvraag in kilogrammen voor een product waarvoor in aantallen moet worden aangevraagd) volgt een foutmelding. Als de aanvraag juist is ingevoerd, volgt een overzicht van de ingetikte gegevens en de automatisch ingevulde velden. U kunt uw aanvraag dan nog controleren en corrigeren. 1.5.4 Indiening en invulling van de aanvraag per post of per fax Uitvoercertificaataanvragen kunnen per post of per fax bij het PPE worden ingediend of rechtstreeks bij het PPE worden afgegeven. Aanvraagformulieren vindt u op de site www.pve.nl , kies voor Pluimvee en Eieren en vervolgens voor Import/Export en dan voor Formulieren (download). De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten: de vermelding dat het gaat om een “gewoon” uitvoercertificaat of een 'ex post' certificaat; vak 4: de volledige naam, het adres en de lidstaat van de aanvrager (titularis); * vak 7: land van bestemming (als de restitutie gedifferentieerd is kan afwijking van de opgegeven bestemming gevolgen hebben voor de uitbetaling!); ** vak 11: totaalbedrag van de zekerheid in euro; vak 14: handelsbenaming van het product; vak 15: verkorte omschrijving(en); *** vak 16: de restitutiecode(s) (12 cijfers); vak 17: nettogewicht in kg / aantal stuks (in cijfers); vak 18: nettogewicht in kg / aantal stuks (in letters); vak 20: - voor eieren en eiproducten de vermelding: “Verordening (EG) nr. 1178/2010”; - voor pluimvee en pluimveevlees de vermelding: “Verordening (EG) nr. 90/2011” en, bij uitvoer van kuikendelen (verplichte bestemming) of het: “categorie 6a” of “categorie 6b” betreft; of de aanvrager toepassing van de depotregeling wenst of niet (zie hoofdstuk 8); wanneer het een aanvraag van 25 ton of minder betreft, of de aanvrager directe afgifte wenst of niet (zie paragraaf 3.1 en 3.2); bij aanvraag van een “ex post” certificaat moet in vak 20 tevens de vermelding “achteraf afgegeven” worden aangebracht en bij welke douanepost en op welke datum de aangifte ten uitvoer heeft plaatsgevonden. *
Aanvragen door een vertegenwoordiger van een titularis kunnen alleen op basis van een rechtsgeldige machtiging worden ingediend (www.pve.nl, Import/export, Formulieren (download).
6
**
Voor producten van de categorieën 6a en 6b (zie bijlage 2) is uitvoer naar het in vak 7 aangegeven land van bestemming of een ander land binnen dezelfde zone verplicht.
*** Bij de aanvraag voor een uitvoercertificaat kan worden volstaan met een vereenvoudigde tekst welke al in de bijlagen is vermeld. U hoeft alleen het betreffende categorienummer (zie bijlagen 2 en 3) in te vullen. Op het uitvoercertificaat blijft de volledige omschrijving in vak 15 gehandhaafd. Een aanvraag kan worden ingediend voor één product of voor producten die tot één categorie behoren, zoals weergegeven in bijlagen 2 en 3. Het is verstandig (indien van toepassing) alle restitutiecodes te vermelden die tot een categorie behoren. Aanvragen die niet op de juiste wijze zijn ingediend, onvolledig zijn, voorwaarden bevatten die niet in de regeling zijn voorzien en/of waarvoor niet tijdig de vereiste zekerheid is gesteld (zie hoofdstuk 2) kunnen niet in behandeling worden genomen. Reeds ingediende aanvragen kunnen uitsluitend op dezelfde dag waarop de aanvraag werd gedaan tot uiterlijk 13.00 uur per fax worden gecorrigeerd of ingetrokken. 1.6 Restitutieregeling Het is van groot belang om, naast deze circulaire, ook de circulaire met als onderwerp “Restitutieregeling voor de sectoren vee, vlees en eieren” te lezen. Daarin staan (los van de voorwaarden genoemd in deze circulaire) de voorwaarden vermeld waaraan moet worden voldaan voor de uitbetaling van de restitutie. U kunt deze circulaire op onze internetsite vinden of opvragen bij Team Info. 1.7
Veterinaire voorwaarden
Om te mogen uitvoeren, moet aan alle veterinaire voorwaarden worden voldaan. Wij adviseren om eerst bij het Veterinair Informatiepunt van het PPE (VIP: (079) 368 79 43 en 44) na te gaan aan welke veterinaire voorwaarden moet worden voldaan. U kunt ook contact opnemen met uw eigen nVWA Regio of met de nVWA Dienst Uitvoering (hoofdkantoor). Regio Noord: Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, NoordHolland, Utrecht
Regio Oost: Gelderland, Flevoland en Noord-Oostpolder Regio Zuid: Limburg, Brabant, Zeeland en Zuid-Holland
(050) 588 61 05
Slachterijen en keuringen niet levend vee (050) 58 61 01 Varkens en overige levend vee (0575) 588 282 (040) 29 11 663
Ook kunt u de internetsite van de nVWA raadplegen: http://www.vwa.nl/onderwerpen/werkwijze-food/dossier/planningskader-keuringenvwa/waar-kunt-u-een-keuringsaanvraag-indienen of het Veterinair Info Punt onder het kopje via Alle sectoren, Im- en export op de internetsite van het PPE: www.pve.nl.
2 Stellen van zekerheid Op de dag van indiening van een aanvraag voor een uitvoercertificaat moet (met uitzondering van die voor eendagskuikens en broedeieren), ook uiterlijk 13.00 uur, zekerheid gesteld worden. Dit dient als garantie voor de nakoming van de verplichtingen. De zekerheid is een 7
vastgesteld bedrag per 100 kg netto en wordt per product/productcategorie weergegeven in bijlagen 2 en 3. Uitvoercertificaten kunnen zonder zekerheidstelling worden afgegeven als de betrokken zekerheid 100 euro of minder bedraagt. Zoals uit de bijlagen blijkt, gelden voor bepaalde producten twee of drie tarieven van zekerheden. Deze tarieven zijn gedifferentieerd naar bestemming. Bij uitvoer naar bepaalde bestemmingen moet bij de aanvraag voor het uitvoercertificaat een hogere zekerheid worden gesteld. De zekerheid kan in contanten of in de vorm van een bankgarantie worden gesteld (zie www.pve.nl, alle sectoren, import/export, Formulieren (download) voor de standaardtekst). De laatste vorm is de meest gebruikelijke. De contante zekerheid kan worden gestort op rekeningnummer 66.71.64.340 (ING-bank) ten name van GS PPE/PVV inz. LEF, onder vermelding van “aanvulling waarborg”. Voor meer informatie over het stellen van zekerheid kunt u contact opnemen met de Team Info, (079) 368 71 01 t/m 04.
3
Afgifte en geldigheid van uitvoercertificaten
3.1
Afgifte wachtcertificaat
Voor pluimveevlees van de post 0207, eieren van de GN-code 0407 00 30 en eiproducten van de post 0408 kan een wachtcertificaat worden aangevraagd. Behoudens bijzondere maatregelen van de Europese Commissie (zie paragraaf 3.4) worden deze uitvoercertificaten, die in een bepaalde week uiterlijk vrijdag, 13.00 uur zijn aangevraagd, de woensdag daarop afgegeven. Het uitvoercertificaat kan vanaf de dag van afgifte voor realisaties worden gebruikt. In verband met feestdagen kan de afgifte van wachtcertificaten op een andere dag plaatsvinden dan op de woensdag van de week na de aanvraag. De Europese Commissie heeft op deze manier langer de tijd om te reageren op de aangevraagde hoeveelheden. Hierover wordt jaarlijks een circulaire uitgestuurd. Deze kunt u op onze internetsite vinden of opvragen bij Team Info. Team Info stuurt regelmatig kennisgevingen uit over de blokkades van de zekerheden voor onder andere certificaataanvragen. Op een kennisgeving wordt het voorlopige certificaatnummer vermeld. Wij wijzen u er nadrukkelijk op dit nummer pas te gebruiken nadat contact is opgenomen met Team In- en Uitvoer van de afdeling Medebewind over de toewijzing (079) 368 7117 en 19 en 38 en 53. Het is niet toegestaan het certificaatnummer te gebruiken voordat de toewijzing heeft plaatsgevonden, omdat er tot dat moment nog geen zekerheid bestaat dat het uitvoercertificaat afgegeven mag worden. 3.2 Afgifte uitvoercertificaat met directe afgifte Bij het aanvragen van uitvoercertificaten van hoeveelheden van 25 ton of minder voor pluimveevlees van de post 0207, eieren van de GN-code 0407 00 30 en eiproducten van de post 0408 kan de aanvrager, behoudens bijzondere maatregelen van de Europese Commissie (zie paragraaf 3.4), om directe afgifte van het uitvoercertificaat verzoeken. Het uitvoercertificaat zal, wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, direct worden afgegeven en kan vanaf de dag van afgifte voor realisaties worden gebruikt. 3.3 Afgifte “ex post” certificaten Voor eendagskuikens van de GS-codes 0105 11, 0105 12 en 0105 19 en broedeieren van de GN-codes 0407 00 11 en 0407 00 19 is het niet mogelijk de restitutie voor te fixeren. Voor het aanvragen van restitutie voor de uitvoer van deze dieren en producten kan, na de 8
aangifte ten uitvoer, een “achteraf afgegeven” uitvoercertificaat (“ex post” certificaat) worden aangevraagd. Aanvragen onder de hoeveelheden, welke in bijlage 1 genoemd zijn, zijn hiervan uitgezonderd. Daarnaast moet de aanvrager bij de aangifte ten uitvoer hebben aangegeven voor restitutie in aanmerking te willen komen. Dit kan door de rubriek "restitutie ja" in de Sagitta-aangifte in te vullen. De aanvraag voor een “ex post” certificaat moet uiterlijk 2 werkdagen na de aangifte ten uitvoer zijn ingediend. Aanvragen kunnen uitsluitend worden ingediend op werkdagen. Bij de aanvraag moet, naast de standaard gegevens vermeld onder paragraaf 1.5.3, tevens worden vermeld bij welke douanepost en op welke datum de aangifte ten uitvoer heeft plaatsgevonden. Voor deze aanvragen hoeft geen zekerheid te worden gesteld. De ingediende aanvragen worden aan de Europese Commissie gemeld. De Europese Commissie kan bijzondere maatregelen nemen (zie paragraaf 3.4). Voorzover de aanvraag voor het certificaat en de aangifte ten uitvoer in Nederland hebben plaatsgevonden zal het PPE deze certificaten niet toezenden aan de aanvrager. Voor de hoogte van de restitutie geldt het tarief dat van toepassing is op de dag van de aangifte ten uitvoer. 3.4 Bijzondere maatregelen Voordat een wachtcertificaat (zie paragraaf 3.1) kan worden afgegeven, geldt een wachtperiode. In deze periode kunnen door de Europese Commissie de volgende bijzondere maatregelen worden genomen: het vaststellen van een toewijzingspercentage voor de gevraagde hoeveelheden; het afwijzen van aanvragen waarvoor nog geen uitvoercertificaten zijn afgegeven; het schorsen van de aanvraagmogelijkheid: de aanvragen van uitvoercertificaten, die gedurende de schorsingsperiode worden ingediend, zijn dan niet ontvankelijk. Deze maatregelen kunnen worden vastgesteld per of gedifferentieerd naar productcategorie, bestemming of groep van bestemmingen. Bij een toewijzingspercentage van minder dan 80% wordt het uitvoercertificaat uiterlijk de elfde werkdag na publicatie van het toewijzingspercentage afgegeven. De aanvrager heeft de mogelijkheid uiterlijk 10 werkdagen na publicatie van het toewijzingspercentage schriftelijk (per post of per fax): zijn aanvraag in te trekken, de zekerheid wordt in dit geval onmiddellijk vrijgegeven; om onmiddellijke afgifte van het uitvoercertificaat te verzoeken. In dit geval wordt het uitvoercertificaat zo snel mogelijk, maar op zijn vroegst op de normale dag van afgifte voor de betrokken week, afgegeven. Let op! Wanneer de aanvrager niet uiterlijk 10 werkdagen na publicatie schriftelijk gereageerd heeft, wordt het uitvoercertificaat onherroepelijk op de elfde werkdag na publicatie van het toewijzingspercentage afgegeven, met alle plichten en consequenties die normaal van toepassing zijn op uitvoercertificaten. De Europese Commissie kan de aanvraagmogelijkheid voor uitvoercertificaten met directe afgifte (zie paragraaf 3.2) altijd schorsen. Voor “ex post” certificaten kan de Europese Commissie dezelfde bijzondere maatregelen nemen als die in de eerste alinea van deze paragraaf genoemd zijn voor wachtcertificaten. Als één van deze maatregelen genomen wordt, geldt die voor uitvoertransacties die reeds hebben plaatsgevonden. Denkt u hierbij aan terugbetaling van ten onrechte uitbetaalde restitutie en de boete van 10% ingeval van de voorschotregeling. Wij adviseren u om voorzichtig met deze regeling om te gaan. 9
3.5 Geldigheid Wachtcertificaten zijn 90 dagen geldig vanaf de dag van feitelijke afgifte. Echter, wachtcertificaten van productcategorie 6a (zie bijlage 2) zijn slechts 15 dagen geldig vanaf de dag van feitelijke afgifte. Uitvoercertificaten met directe afgifte zijn 5 werkdagen geldig vanaf de dag van feitelijke afgifte. De dag van feitelijke afgifte is in de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat inbegrepen. De laatste dag van geldigheid staat vermeld in vak 12 van het uitvoercertificaat. Wanneer de laatste dag van geldigheid een niet-werkdag is, loopt het uitvoercertificaat af op de eerstvolgende werkdag. Uitvoercertificaten zijn in de hele EU geldig.
4 Tolerantie De tolerantie staat vermeld in vak 19 van het uitvoercertificaat. Een uitvoercertificaat heeft een tolerantie van 5% naar boven. Dit betekent dat de exporteur 105% van de op het uitvoercertificaat vermelde hoeveelheid mag laten afschrijven (uitvoeren). Echter de hoeveelheid die wordt uitgevoerd met gebruikmaking van deze tolerantie geeft geen recht op restitutie. Uitsluitend voor de hoeveelheid die vermeld staat in vak 22 van het uitvoercertificaat kan aanspraak worden gemaakt op restitutie. De vermelding in vak 22 is als volgt: "Restitutie geldig voor ... ton (hoeveelheid waarvoor het certificaat wordt afgegeven)". Wanneer het uitvoercertificaat per dier is afgegeven, wordt de uitkomst van de berekening van het percentage van 5% in voorkomend geval naar boven afgerond.
5 Uittreksels van uitvoercertificaten Wanneer het voor de uitvoertransacties gewenst is dat een uitvoercertificaat wordt gesplitst, kan de aanvrager het PPE verzoeken één of meer uittreksels van een uitvoercertificaat af te geven. Dit kan tevens voor uitvoercertificaten die zijn afgegeven in een andere lidstaat van de EU. Bij een verzoek om afgifte van een uittreksel van een reeds afgegeven uitvoercertificaat, moet het desbetreffende originele uitvoercertificaat bij het PPE worden overgelegd. Hierbij moet melding worden gemaakt van het aantal uittreksels dat wordt verlangd en de hoeveelheid of hoeveelheden waarvoor het/de desbetreffende uittreksel(s) moet(en) worden afgegeven. De hoeveelheden die op de uittreksels vermeld staan worden, vermeerderd met de desbetreffende tolerantie, aan de achterzijde van het oorspronkelijke (moeder)certificaat door het PPE afgeschreven met daarnaast de vermelding “uittreksel”. De uittreksels hebben, voor de daarop vermelde hoeveelheden, dezelfde rechtsgevolgen als het originele uitvoercertificaat. Op basis van een uittreksel van een uitvoercertificaat kan echter geen ander uittreksel worden afgegeven. Na behandeling van het verzoek tot afgifte van uittreksels, wordt het originele uitvoercertificaat met de uittreksels toegezonden aan de aanvrager. Wanneer een door het PPE afgegeven uitvoercertificaat “volgeboekt” is, wordt het niet meer teruggezonden. Voor uittreksels worden dezelfde modellen gebruikt als voor uitvoercertificaten, waarop echter wordt aangegeven dat het een uittreksel betreft.
6 Verzending van uitvoercertificaten of uittreksels Alle originele uitvoercertificaten en uittreksels daarvan worden door het PPE aangetekend verzonden. Voor eventuele schade voortvloeiende uit het niet ontvangen van het verzonden uitvoercertificaat of uittreksel kan het PPE niet aansprakelijk worden gesteld. Het uitvoercertificaat of uittreksel kan, op rekening van de belanghebbende, per expresse worden toegezonden, wanneer de belanghebbende daarom schriftelijk verzoekt. Daarnaast kan de aanvrager het PPE schriftelijk verzoeken het uitvoercertificaat of uittreksel rechtstreeks naar een derde, bijvoorbeeld een expediteur, te zenden. 10
7 Telefonische vrijgave In bepaalde incidentele gevallen kan, wanneer een uitvoercertificaat niet bijtijds in het bezit is van de belanghebbende voor de aangifte ten uitvoer, telefonisch een hoeveelheid goederen bij de douane worden vrijgegeven. Een verzoek daartoe moet schriftelijk bij het PPE worden ingediend, onder vermelding van de douanepost waar de aangifte plaats zal vinden en de plaats waar de goederen zich bevinden, aangevuld met de naam van het schip, het wagonnummer of celnummer enzovoort, alsmede de contactpersoon bij de douane en het telefoonnummer van de douane. 8 Depotregeling De depotregeling is een vereenvoudigde procedure voor de afschrijving van uitvoercertificaten. Het originele uitvoercertificaat kan, op verzoek van de belanghebbende, bij het PPE blijven en hoeft dan niet bij de douane ter afschrijving te worden overgelegd. Dit heeft een aantal voordelen: op dezelfde dag aangifte doen bij verschillende douaneposten; snellere vrijgave van de gestelde zekerheid; tussentijdse proportionele vrijgave van de zekerheid van de benutte hoeveelheden; het uitvoercertificaat kan niet zoek raken. Het is wel heel belangrijk om een goede administratie te voeren, want de exporteur moet zelf in de gaten houden in hoeverre het certificaat al benut is. Om te kunnen deelnemen aan de depotregeling moet een aanvraag voor toestemming tot deelname aan de depotregeling worden gedaan. Daarvoor kan gebruik gemaakt worden van bijlage 8. Op deze bijlage is een aantal voorwaarden vermeld waar de exporteur aan moet voldoen. Bij de aanvaarding van de aangifte ten uitvoer of de vooruitbetalingsaangifte moet de belanghebbende, in de daarvoor bestemde ruimte van de Sagitta-aangifte, vermelden dat gebruik gemaakt wordt van de depotregeling. Tevens moet het uitvoercertificaatnummer, waarvan de betrokken export moet worden afgeschreven, worden vermeld. Het PPE schrijven het uitvoercertificaat af en viseren deze aan de hand van de Sagitta-aangifte. De belanghebbende krijgt bij de afgifte van het uitvoercertificaat alleen de kopie (doorslag) toegestuurd, die bestemd is voor de exporteur. Eén maand na afloop van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat stuurt het PPE een overzicht van de afschrijvingen. Voor een tijdige afwerking van het uitvoercertificaat is het van belang, dat de exporteur dit overzicht na vergelijking met zijn eigen administratie binnen 1 week na ontvangst aan het PPE terugstuurt met eventuele opmerkingen over verschillen of met een akkoordbevinding. Ook uitvoercertificaten afgegeven in een andere lidstaat kunnen bij het PPE in depot worden gegeven.
9 Overdracht De uitvoercertificaten zijn niet overdraagbaar.
11
10
Overlegging uitvoercertificaten en uittreksels bij de douane
10.1 Te overleggen documenten bij de aangifte De te overleggen documenten bij de aangifte ten uitvoer zijn onder andere: uitvoercertificaat (hoeft niet fysiek overgelegd te worden bij deelname aan de depotregeling voor uitvoercertificaten en in geval van “ex post” certificaten); controle-exemplaar T5 (verkrijgbaar bij de Belastingdienst); veterinaire documenten (afgegeven door de nVWA); vervoersdocumenten; handelsfacturen; eventueel oorsprongsdocument. Op de achterzijde van het uitvoercertificaat wordt door de douane de dag van afschrijving, het soort en nummer van het douanedocument en het nummer van de Sagitta-aangifte vermeld. Tevens wordt het uitvoercertificaat voorzien van een handtekening en stempel. Het uitvoercertificaat wordt afgeschreven voor de netto hoeveelheid welke bij de aangifte ten uitvoer wordt bevonden. Bij uitvoercertificaten moet één van de volgende vermeldingen op de achterzijde van het uitvoercertificaat worden aangebracht; “EXPORT”, wanneer de goederen uit het douanegebied van de EU worden uitgevoerd; “INTERN”, wanneer de goederen met een bijzondere bestemming binnen de EU worden afgeleverd. Na de afschrijving ontvangt de belanghebbende het uitvoercertificaat van de douane terug. De belanghebbende moet er na volledige afschrijving of na het verstrijken van de geldigheidsduur zelf voor zorgen dat het uitvoercertificaat naar de instantie van afgifte (in Nederland het PPE) wordt gezonden. In geval van een “ex post” certificaat schrijft het PPE, net als bij gebruik van de depotregeling, het certificaat af en viseren deze aan de hand van de Sagitta-aangifte. 10.2 Benutting in Nederland van een uitvoercertificaat afgegeven in een andere lidstaat Wanneer een uitvoercertificaat, afgegeven in een andere lidstaat, in Nederland wordt benut, moet de belanghebbende ervoor zorgen dat een fotokopie van het uitvoercertificaat met de afschrijving van de douane aan het Formulier L bij uitvoer F wordt gehecht (in geval van een Sagitta-aangifte moet de douane deze apart aan het PPE zenden). Op deze kopie worden dezelfde vermeldingen aan de achterzijde aangebracht als op het originele uitvoercertificaat. 10.3 Benutting in een andere lidstaat van een uitvoercertificaat afgegeven in Nederland Wanneer een in Nederland afgegeven uitvoercertificaat in een andere lidstaat wordt benut moeten, voor de vrijgave van de certificaatzekerheid, bewijsstukken worden overgelegd bij het PPE. De bewijsstukken moeten aantonen dat de goederen binnen 60 dagen de EU hebben verlaten. In overleg met de betreffende betaalorganen moet de belanghebbende ervoor zorgen dat de benodigde bewijsstukken aan het PPE worden gestuurd.
11 Inleveren uitvoercertificaten en uittreksels Alle certificaten en uittreksels (geheel of gedeeltelijk gebruikt of niet gebruikt) moeten, uiterlijk 2 maanden na afloop van de geldigheidsduur, worden teruggezonden naar de instantie die het originele uitvoercertificaat heeft afgegeven. Dit betekent dat uittreksels van een door het PPE afgegeven uitvoercertificaat, die in een andere lidstaat zijn opgemaakt, eveneens naar het PPE gezonden moeten worden.
12
De titularis is verplicht het uitvoercertificaat en eventuele uittreksels direct in te leveren bij het PPE, wanneer het PPE daarom verzoekt (dus ook tijdens de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat).
12
Vrijgave c.q. verbeurte van de zekerheid
12.1 Vrijgave zekerheid aanvraag Voor die hoeveelheden waarvoor de aanvraag niet wordt toegewezen, of wanneer de aanvrager zijn aanvraag intrekt (in geval van een toewijzingspercentage van minder dan 80%), zal het betreffende bedrag aan zekerheid worden vrijgegeven. 12.2
Vrijgave c.q. verbeurte zekerheid uitvoercertificaat
De voor het uitvoercertificaat gestelde zekerheid kan worden vrijgegeven, wanneer bewezen is dat de verplichting tot uitvoer tijdens de geldigheidsduur is nagekomen. De zekerheid kan op verzoek van de titularis in gedeelten worden vrijgegeven naar evenredigheid van de uitgevoerde hoeveelheden, mits tenminste 5% van de netto hoeveelheid is gerealiseerd. Wanneer een geheel of gedeeltelijk onbenut uitvoercertificaat (of uittreksel) aan het PPE wordt teruggestuurd, zolang niet meer dan tweederde van de geldigheidsduur is verstreken, wordt de verbeurd te verklaren zekerheid met 40% verminderd. Als een geheel of gedeeltelijk onbenut uitvoercertificaat (of uittreksel) wordt teruggestuurd nadat meer dan tweederde van de geldigheidsduur is verstreken, maar binnen 1 maand na afloop van de geldigheidsduur, dan wordt de verbeurd te verklaren zekerheid met 25% verminderd. Beide kortingen gelden alleen wanneer de uitvoercertificaten (of uittreksels) uiterlijk 30 dagen voor afloop van het betreffende GATT-jaar (einde GATT-jaar is 30 juni) teruggestuurd zijn. Wanneer gebruik gemaakt wordt van de depotregeling (zie hoofdstuk 8) en de belanghebbende wil een beroep doen op de bovengenoemde kortingsbepaling van de verbeurdverklaring, dan moet hij binnen de genoemde termijnen en onder vermelding van het uitvoercertificaatnummer een verklaring overleggen dat het uitvoercertificaat niet meer gebruikt zal worden en dat hij om een korting op de te verbeuren zekerheid verzoekt. In bepaalde situaties kan de maatregel voor de hiervoor beschreven kortingen van 40% en 25% worden geschorst. Hiertoe kan door de Europese Commissie besloten worden als de restitutie voor één of meer producten wordt verhoogd. De schorsing zal dan van toepassing zijn voor de uitvoercertificaten die vóór de verhoging van de restitutie zijn aangevraagd en tot de dag vóór de verhoging van de restitutie nog niet aan het PPE zijn teruggestuurd. Wanneer het te verbeuren bedrag 100 euro of minder is wordt de zekerheid volledig vrijgegeven. Dit geldt echter niet in het geval de zekerheid (of een deel daarvan) al is verbeurd en het totale bedrag van de verbeurdverklaring, door teruggave van een deel van de zekerheid, 100 euro of minder bedraagt. Voor vrijgave van de zekerheid moet worden aangetoond: dat aan de verplichting tot uitvoer is voldaan (paragraaf 12.2.1) en dat de goederen het douanegebied van de EU binnen de gestelde termijn hebben verlaten (paragraaf 12.2.2) en voor wat betreft kuikendelen, dat de goederen de verplichte bestemmingszone hebben bereikt (invoer) (paragraaf 12.2.3).
13
12.2.1 Aantonen dat aan de verplichting tot uitvoer is voldaan Het bewijs dat aan de verplichting tot uitvoer is voldaan wordt geleverd door overlegging aan het PPE van: het afgeschreven en geviseerde uitvoercertificaat en/of uittreksel en de Sagitta-aangifte. Het bewijs van uitvoer moet binnen 2 maanden na afloop van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat worden geleverd. Wanneer dit bewijs niet binnen 2 maanden wordt geleverd, wordt de gehele zekerheid verbeurd. Als het bewijs dan nog binnen uiterlijk 6 maanden wordt geleverd, wordt een percentage van de totale zekerheid als volgt aan de belanghebbende terugbetaald: 90% 50% 30% 20%
van van van van
de de de de
zekerheid, zekerheid, zekerheid, zekerheid,
bij bij bij bij
levering levering levering levering
in in in in
de de de de
3e 4e 5e 6e
maand maand maand maand
na na na na
afloop afloop afloop afloop
van van van van
de de de de
geldigheidsduur; geldigheidsduur; geldigheidsduur; geldigheidsduur.
Wanneer de verplichting tot uitvoer niet is nagekomen, wordt de zekerheid verbeurd voor een hoeveelheid gelijk aan het verschil tussen 95% van de vermelde hoeveelheid en de werkelijk uitgevoerde hoeveelheid. Wanneer het uitvoercertificaat per dier is afgegeven, wordt de uitkomst van de berekening van het percentage van 95% in voorkomend geval naar beneden afgerond. Wanneer minder dan 5% uitvoer op het uitvoercertificaat is gerealiseerd, wordt de zekerheid volledig verbeurd. 12.2.2 Aantonen dat de goederen het douanegebied van de EU binnen de gestelde termijn hebben verlaten Het bewijs dat de goederen het douanegebied van de EU binnen de gestelde termijn (60 dagen) hebben verlaten of een bijzondere bestemming hebben bereikt wordt geleverd door het controle-exemplaar T5 (eventueel vervangend bewijs). Uitgesplitst naar situatie: De goederen moeten binnen 60 dagen, te rekenen vanaf de dag van de aangifte ten uitvoer, het douanegebied van de EU verlaten hebben of een bijzondere bestemming hebben bereikt. Bij overschrijding van de 60-dagen termijn volgt een verbeurte van de zekerheid van 15% en per dag 5% van de resterende 85% (= 4,25%). Een uitzondering op de 60-dagen regel wordt gevormd door producten die via een bevoorradingsdepot hun bestemming bereiken. Deze goederen moeten binnen een termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop de aangifte ten uitvoer heeft plaatsgevonden, in een bevoorradingsdepot zijn geplaatst. Bij overschrijding van de 30-dagen termijn volgt een verbeurte van de zekerheid van 15% en per dag 10% van de resterende 85% (= 8,5%). Voor uitvoercertificaten hoeft het overschrijden van de bovengenoemde termijn van 60 dagen respectievelijk 30 dagen niet altijd te leiden tot een verbeurte van de certificaatzekerheid. Als voor een zending, waarvan de hiervoor genoemde termijn is overschreden, óók een aanvraag voor restitutie is gedaan, zal de restitutie geheel of gedeeltelijk moeten worden afgewezen of teruggevorderd. Zie hiervoor de circulaire met als onderwerp ”Restitutieregeling voor de sectoren vee, vlees en eieren”. In dat geval zal voor die zending het overschrijden van de termijn van 60 dagen of 30 dagen niet tot verbeurte van de zekerheid van het uitvoercertificaat leiden. De Europese Commissie vindt het namelijk ongewenst dat voor één feit (het overschrijden van de termijn van 60 dagen of 30 dagen) twee financiële sancties bestaan. In alle andere gevallen zal de zekerheid van het uitvoercertificaat wél verbeurd moeten worden. Het bewijs voor het tijdig verlaten van de EU moet binnen 12 maanden na de laatste dag van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat zijn geleverd. 14
Wanneer het bewijs voor het verlaten van de EU niet binnen 12 maanden na afloop van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat wordt geleverd, wordt de gehele zekerheid verbeurd. Als het bewijs dan nog binnen 24 maanden na afloop van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat wordt geleverd, wordt 85% van de totale zekerheid aan de belanghebbende terugbetaald. Let op! Deze termijn voor vrijgave van de certificaatzekerheid moet goed onderscheiden worden van de termijn van 12 maanden, die geldt voor het overleggen van bewijs ter verkrijging van de restitutie, welke in gaat na de dag van aangifte ten uitvoer. De bewijstermijn van 12 maanden voor het verkrijgen van restitutie kan wel worden verlengd, terwijl de hier bedoelde bewijstermijn van 12 maanden voor de vrijgave van de certificaatzekerheid, behoudens overmacht, niet kan worden verlengd. Wanneer het controle-exemplaar T5 uitsluitend tot vrijgave van de zekerheid van het uitvoercertificaat dient, moet in vak 106 het volgende vermeld worden: “Te gebruiken voor vrijgave van de zekerheid”. Als niet het originele uitvoercertificaat, maar een uittreksel, een vervangingscertificaat of een vervangingsuittreksel wordt gebruikt, moet deze vermelding aangevuld worden met het nummer van het oorspronkelijke uitvoercertificaat en de naam en het adres van de instantie van afgifte. Wanneer het controle-exemplaar T5 als gevolg van “omstandigheden die niet aan de exporteur zijn toe te rekenen” niet binnen 3 maanden na afgifte door het PPE is ontvangen, kan de exporteur bij het PPE schriftelijk een met redenen omkleed en van bewijsstukken vergezeld gaand verzoek indienen om andere bewijsstukken als gelijkwaardig te erkennen. Het bedoelde verzoek moet, naast een kopie van het vervoersdocument, vergezeld gaan van een document waaruit blijkt dat het product bij een douanekantoor van een derde land is aangeboden, of andere documenten waaruit de voor de vrijgave van de zekerheid benodigde informatie blijkt (zie hiervoor de circulaire met als onderwerp ”Restitutieregeling voor de sectoren vee, vlees en eieren”). Spoor/grote containers Wanneer het product, nadat de aangifte ten uitvoer is aanvaard, onder één van de vereenvoudigde procedures wordt geplaatst om naar een station van bestemming of een ontvanger buiten de EU te worden vervoerd, wordt in de rubriek “Opmerkingen” van vak “J” van het controle-exemplaar T5 de volgende vermelding aangebracht: “Vertrek uit het douanegebied van de Gemeenschap onder de regeling vereenvoudigd communautair douanevervoer per spoor of in grote containers”. Bij de regeling vereenvoudigd communautair douanevervoer per spoor of in grote containers mag het kantoor van vertrek slechts een wijziging van de vervoersovereenkomst, die tot gevolg heeft dat het vervoer binnen de EU wordt beëindigd, toestaan, wanneer vaststaat dat de eventueel reeds vrijgegeven zekerheid opnieuw is gesteld of dat door de betrokken instantie alle maatregelen zijn getroffen opdat de zekerheid voor het betrokken product niet wordt vrijgegeven.
15
12.2.3 Aantonen dat de goederen (in geval van kuikendelen) de verplichte bestemmingszone hebben bereikt (invoer) Voor de productcategorieën 6a en 6b is de bestemmingszone verplicht. Voor de vrijgave van de certificaatzekerheid moet de exporteur, naast de bewijzen genoemd onder de paragrafen 12.2.1 en 12.2.2, tevens het bewijs leveren dat de goederen de verplichte bestemmingszone hebben bereikt (invoer). Dit wordt geleverd door middel van het reguliere bestemmingsbewijs (primair of secundair) wat vereist wordt voor de restitutie. Dit bewijs moet geleverd worden binnen 12 maanden na afloop van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat. Voor meer informatie over het primaire en secundaire bewijsmateriaal verwijzen wij naar de circulaire met als onderwerp “Restitutieregeling voor de sectoren vee, vlees en eieren”. Wanneer u deze circulaire niet in uw bezit heeft, kunt u die op onze internetsite vinden of opvragen bij Team Info. Wanneer de vereiste documenten niet binnen de 12 maanden termijn kunnen worden overgelegd, dan kan aan de exporteur (wanneer hij al het nodige heeft gedaan om de documenten binnen de termijn van 12 maanden te verkrijgen) op zijn verzoek één aanvullende termijn van 12 maanden worden toegestaan door het PPE. Dit verzoek moet gedaan worden binnen de termijn van 12 maanden na afloop van de geldigheidsduur van het uitvoercertificaat.
13
Verlies van uitvoercertificaten en/of uittreksels
13.1 Vervangende uitvoercertificaten Bij verlies van een uitvoercertificaat (of uittreksel) kan het PPE, op verzoek van de titularis een vervangend uitvoercertificaat (of uittreksel) afgeven voor de nog niet benutte hoeveelheid. Omdat dit niet vaak voorkomt en aan zeer zware eisen moet worden voldaan, vermelden wij de uitgebreide bepalingen die van toepassing zijn niet hier. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Team Info. 13.2 Duplicaat uitvoercertificaat Bij verlies van een geheel of gedeeltelijk gebruikt uitvoercertificaat (of uittreksel) kan de belanghebbende bij het PPE een duplicaat van het originele uitvoercertificaat of uittreksel aanvragen. Dit duplicaat geldt slechts voor het veilig stellen van de zekerheid voor de hoeveelheid die is gerealiseerd bij uitvoer en kan niet meer worden gebruikt voor nieuwe uitvoertransacties. Een duplicaat uitvoercertificaat wordt direct naar de douane gestuurd. Om een duplicaat uitvoercertificaat te verkrijgen, moet bij het PPE een verzoek hiertoe worden ingediend. Hierbij moet de reden worden aangegeven waarom het uitvoercertificaat kwijt is en moet met bewijzen worden aangetoond dat geprobeerd is het originele uitvoercertificaat terug te vinden. Tevens moet vermeld worden naar welke douanepost (naam en adres) het duplicaat uitvoercertificaat moet worden gestuurd en om welke aangiftenummers, aangiftedata en gewichten het gaat.
14 Certificaten in het kader van openbare inschrijvingen ("tenders") Deze procedure geeft exporteurs de mogelijkheid zich in te schrijven op een “handelsaanvraag” van overheidsinstellingen van derde landen of van internationale publiekrechtelijke instellingen. Hierbinnen vallen ook leveranties aan strijdkrachten die gestationeerd zijn op het grondgebied van een lidstaat, maar niet tot die lidstaat behoren. Op dit moment maken onze sectoren geen gebruik van deze procedure. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Team Info.
16
15 Voedselhulp Producten kunnen worden uitgevoerd in het kader van voedselhulp. Zowel communautaire als nationale voedselhulp is mogelijk. Hiervoor moet een uitvoercertificaat worden aangevraagd. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Team Info. 16 Overmacht In de certificatenverordening is de mogelijkheid opgenomen dat een beroep op overmacht gedaan kan worden. Wanneer de betrokkene meent dat een beroep op overmacht gerechtvaardigd is, dan moet hiertoe een schriftelijk verzoek aan het PPE, ter attentie van de afdeling Juridische Zaken worden gedaan. In dit verzoek moet gemotiveerd de reden van het verzoek worden weergegeven, waarbij tevens de eventueel beschikbare bewijsstukken dienen te worden gevoegd. Na toetsing van het verzoek door het PPE wordt het resultaat hiervan schriftelijk aan de betrokkene medegedeeld. Belangrijk: Wanneer de werkelijke bestemming afwijkt van de bij de aanvraag voor het uitvoercertificaat opgegeven bestemming, is het in verband met een eventueel verzoek om overmacht raadzaam dit direct te wijzigen. Dit moet schriftelijk gebeuren onder vermelding van het uitvoercertificaatnummer. Hierdoor kan worden voorkomen, dat het PPE een eventueel verzoek om toepassing van overmacht reeds op voorhand afwijzen, vanwege het ontbreken van de bestemming waarvoor het overmachtberoep zou moeten gelden. Het daadwerkelijke land van bestemming moet echter wel gemeld worden vóórdat de overmachtopleverende situatie is opgetreden.
17
bijlage 1
Hoeveelheden product/levende dieren waarvoor een uitvoercertificaat moet worden aangevraagd
Sector
GN-code
Pluimvee
0105 0105 0105 0105 0105 0105 0207 0407 0407 0407 0408 0408 0408 0408 0408
Eieren
11 11 11 11 12 19 00 00 00 11 91 19 19 99
Aantal 11 19 91 99 00 20 11 19 30 80 80 81 89 80
9000 9000 9000 9000 9000 9000 9000 9000 9000 9100 9100 9100 9100 9100
>4.000 kuikens
>2.000 kuikens >250 kg >2.000 broedeieren >4.000 broedeieren >400 kg >100 kg >250 kg
bijlage 2
Overzicht productcategorieën en zekerheden in de pluimveesector
Restitutiecode 0105 11 11 9000 0105 11 19 9000 0105 11 91 9000 0105 11 99 9000
Productcategorie
Zekerheid in euro per 100 kg netto
1
--
0105 12 00 9000
2
--
3
6 (1) 6 (2) 6 (3)
0207 25 10 9000 0207 25 90 9000
5
3
0207 0207 0207 0207
14 14 14 14
20 60 70 70
9900 9900 9190 9290
6a (3)
2
0207 0207 0207 0207
14 14 14 14
20 60 70 70
9900 9900 9190 9290
6b (4)
2
0207 27 10 9990
7
3
0207 27 60 9000 0207 27 70 9000
8
3
0105 19 20 9000 0207 12 10 9900 0207 12 90 9990 0207 12 90 9190
(1)
Ingeval van de exportbestemmingen Angola, Bahrein, Iran, Irak, Republiek Jemen, Jordanië, Koeweit, Libanon, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten.
(2)
Ingeval van exportbestemmingen anders dan onder 1 en 3 genoemd.
(3)
Ingeval van de exportbestemmingen Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan, Rusland, Tadzjikistan, Turkmenistan.
(4)
Ingeval van exportbestemmingen anders dan onder 3 genoemd.
bijlage 3
Overzicht productcategorieën en zekerheden in de eiersector
Zekerheid in euro per 100 kg netto
Restitutiecode
Productcategorie
0407 00 11 9000
1
--
0407 00 19 9000
2
--
0407 00 30 9000
3
3 (1) 2 (2)
0408 11 80 9100
4
10
0408 19 81 9100 0408 19 89 9100
5
5
0408 91 80 9100
6
15
0408 99 80 9100
7
4
(1)
Ingeval van de exportbestemmingen Bahrein, Filippijnen, Egypte, Hongkong, Japan, Republiek Jemen, Koeweit, Maleisië, Oman, Qatar, Rusland, Taiwan, Thailand, Verenigde Arabische Emiraten, Zuid-Korea.
(2)
Ingeval van exportbestemmingen anders dan onder a) genoemd.