Balkan: succesverhalen Op zoek naar de Joegoslavische identiteit in de polder Er wonen ongeveer 80.000 voormalig Joegoslaven in Nederland (bron: CBS). Op de occasionele voetbalprof, Playboy-bunny of oorlogsmisdadiger na, leiden de meesten van hen een relatief geruisloos bestaan. Toch heeft de bloedige burgeroorlog die het land in de jaren negentig uiteen deed vallen voor altijd een stempel op hun leven gedrukt. Vijf succesvolle ex-Joegoslaven vertellen openlijk over die roerige periode, hun integratie in Nederland en de huidige situatie op de Balkan. Even voorstellen: Vuk Janic (60) is een documentairemaker uit Amsterdam. De van oorsprong Bosnisch-Servische regisseur maakte de films Het Laatste Joegoslavische Elftal (NPS), Meester Ben (VPRO) en De man met 100 kinderen (NCRV). Zijn filmwerk in Joegoslavië werd bekroond met een Grand Prix d'Italia en een European Film Award. Janic woont en werkt sinds 1993 in Nederland. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Edin Mujagic (36) is afgestudeerd econoom aan de Universiteit van Tilburg. Mujagic heeft een financieel column in Dagblad Metro en schreef de non-fictie boeken Het Inflatiespook en Geldmoord. De Bosnische moslim woont en werkt sinds 1993 in Nederland, nadat hij op 13-jarige leeftijd samen met zijn ouders uit Bosnië werd verdreven. Hij is getrouwd en woont in Almere. Senail Sivro (60) is traumachirurg in het Flevoziekenhuis. Ten tijde van de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië was hij een van de twee actieve chirurgen in Sarajevo en redde er talloze burgerlevens. De Bosniër ging daarna aan de slag als oorlogschirurg in Rwanda, waarbij hij zowel Hutu's als Tutsi's behandelde. Sivro woont met zijn gezin sinds 1994 in Nederland. Devid Ilievski (34) is docent journalistiek aan de Vrije Universiteit. Als onderzoeksjournalist publiceerde hij o.a. in De Groene Amsterdammer over oorlogsmisdadiger Karadzic en schreef hij de biografie van topcrimineel Sreten 'Joca' Jocic. Ilievski is het kind van een Macedonische vader en een Servische moeder, beiden eind jaren '60 als gastarbeider naar Nederland gekomen. Hij werd geboren in Breda en woont in Amsterdam. Tonci Bezmalinovic (35) is maritiem advocaat in Rotterdam, met veel klanten in voormalig Joegoslavië. De zoon van Kroatische gastarbeiders werd geboren in de havenstad Split en kwam in 1979 als baby naar Rotterdam. Onlangs keerden zijn ouders terug naar hun geboortestreek Dalmatië. Bezmalinovic woont momenteel in Noord-Brabant met zijn Roemeense vriendin.
Over leven in Nederland Vuk “Mijn normen en waarden zijn niet erg veranderd sinds ik in Nederland woon. Voor mijn gevoel ben ik in dit land erg goed behandeld. Ik had natuurlijk al een naam als filmmaker opgebouwd in voormalig Joegoslavië en toen men hier mijn films zag, werd ik meteen geaccepteerd. Ik heb in Nederland daarom nooit het gevoel gehad dat ik er niet bij hoorde of dat ik moest veranderen. Maar ik voelde me hier tegelijkertijd ook niet echt thuis. Alles was anders voor me en ook weer niet. Het enorme verschil in mentaliteit tussen mensen uit Noord en Zuid Europa is bijvoorbeeld meteen zichtbaar. Ik zeg niet dat de ene denkwijze beter is dan de andere, maar het is echt heel anders. Voor de mensen hier geldt: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Op de Balkan maakt het eigenlijk niet uit wat je doet, het is nooit gek genoeg.” Edin “Ik was nooit eerder in Nederland geweest. Alles wat ik over dit land wist, had ik in Bosnië op school geleerd. Na een half jaar in een asielzoekerscentrum kreeg mijn gezin een woning toegewezen op het platteland vlakbij Emmen. Bijna iedereen was er van Nederlandse afkomst, wij waren de enige buitenlanders. Alles was fantastisch geregeld, ons huis was zelfs ingericht door de lokale bevolking. Toen we daar aankwamen had zich een nieuwsgierige menigte om onze woning verzameld. De lokale bevolking wilde controleren of hun beeld van buitenlanders klopte, een soort dierentuin eigenlijk. Wij kwamen uit Bosnië en waren ook nog eens moslims. Uiteindelijk moesten de buren en de politie eraan te pas komen om de massa in bedwang te houden. Als ik aan die tijd denk, krijg ik toch altijd een positief gevoel. Ik voel me nu een deel van Nederland, maar ik weet nog steeds waar ik vandaan kom. Het is een illusie om te denken dat respect naar je medemens alleen een Nederlandse waarde is. Dat hadden wij destijds ook in Joegoslavië.” Senail “De connectie met Nederland berust op toeval. Mijn zuster woonde hier al lang voordat de oorlog uitbrak en ik was hier al een paar keer op bezoek geweest. Natuurlijk wist ik van de klompen en de bloemen, maar ook de netheid is mij bijgebleven. Als je al toerist op bezoek komt, ziet dat er allemaal nog veel indrukwekkender uit. Zodra je hier woont, ga je al snel op de tekortkomingen letten. Nederland is in mijn ogen een sociaal land waarin hard wordt gewerkt. Ik werk van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Werkdagen van meer dan 12 uur zijn geen uitzondering voor een chirurg. Het land is stabiel en veilig, in dat opzicht is het niet te vergelijken met Bosnië. Als je in Nederland een bepaald carrièreplan hebt en de juiste connecties, doen anderen echt moeite voor je. In Bosnië is dat echter niet het geval, daar vind je meer afgunst. Mijn manier van denken is zonder twijfel veranderd door Nederland, of ik dat nou wil of niet.”
Devid “Vrienden zagen mij altijd als Nederlander, weliswaar eentje met een andere achtergrond. In mijn kinderjaren gebruikte ik de Joegoslavische achternaam juist als voordeel. Met wat bluf hield het me regelmatig uit gevechten. Mijn vader en zus hebben beiden een licht tintje waardoor ze vaker voor allochtoon worden aangezien, een Turk of Spanjaard. Omdat ik blijkbaar geen allochtone kop heb, kan ik gewoon voor een Nederlander doorgaan. Soms heb ik nog steeds moeite met de manier waarop Nederlanders met geld omgaan. Joegoslaven trakteren bijvoorbeeld veel meer en lenen hun geld eerder uit aan bekenden. Voor mij is het bijvoorbeeld vanzelfsprekend om je familie te steunen als het financieel even slecht gaat. Ik kan echt heel boos worden als iemand dat weigert. Het is toch lenen en niet geven? Ondertussen heb ik geleerd om op een Nederlandse manier te discussiëren. Mijn mening uit ik nog steeds, maar de toon is niet meer zo fanatiek als vroeger. Dat schrikt alleen maar af, Nederlanders willen toch meer de lieve vrede bewaren.” Tonci “Omdat ik in Nederland ben opgegroeid, heb ik hier natuurlijk veel dingen opgepikt. Ik heb niet lang genoeg in Kroatië gewoond om te weten welke normen en waarden daarvandaan komen. Wel valt het me op dat Kroatië geen multicultureel land is, op de massa's toeristen na die er elk jaar komen. Nederland is dat juist wel. Als kind ging ik in de jaren tachtig doordeweeks naar school in Rotterdam-Zuid. In het weekend waren mijn vriendjes aan het voetballen en moest ik op zaterdag nog naar de Joegoslavische school. Een zware rugtas vol boeken en les volgen met allemaal kleine Joegoslaven. Mijn ouders zijn Dalmatische gastarbeiders, waardoor ik vaak een natuurlijke klik heb met iemand uit dat gebied. Het is een stukje wederzijdse opgewektheid, misschien is passie een beter woord. Ik ben bijvoorbeeld ook iemand die altijd vanuit het hart probeert te handelen.”
Hun Joegoslavische herinnering Vuk “Voor mij was Joegoslavië echt alles, mijn leven heeft zich daar lange tijd afgespeeld. Helaas werd het land door de jaren heen steeds nationalistischer. Daarin zijn onze mensen kampioenen, om onder het mom van humanisme hun eigen primitivisme te verkopen. Toch ben ik altijd blijven zeggen dat ik Joegoslaaf ben, ondanks dat ik er van huis uit niet echt mee verbonden was. Mijn moeder was een diepgelovige christen en mijn vader was een overtuigd communist. Ik heb ze simpelweg nooit aan het concept Joegoslavië horen twijfelen. Net als mijn hele generatie waren zij tevens opgegroeid met het idee van een verenigd Joegoslavië. Deze gedachte vindt zijn oorsprong in de Illyrische Beweging van de 19e eeuw. Dat waren fantastische mensen die wisten wat er zou kunnen opbloeien door samenwerking op de Balkan. Uiteindelijk is het hele idee van een verenigd Joegoslavië dus begonnen in Kroatië, en niet zoals velen denken in Servië.”
Edin “Mijn ouders waren moslims maar Joegoslavië was hun land. Hoe Bosnisch je ook was, je was tegelijk altijd Joegoslavisch. Toen het Joegoslavisch voetbalelftal op het WK 1990 werd uitgeschakeld, waren mijn vader en ik samen aan het huilen. Het verlies van jouw land deed ongelooflijk veel pijn. In 1992 zou Joegoslavië op het EK in Zweden meedoen, de oorlog was toen al begonnen. Tussen het nieuws van beschietingen en doden, kwam het bericht dat Joegoslavië niet mocht deelnemen. Dat zorgde voor pijn en verdriet, hoewel we op dat moment werden beschoten door het Joegoslavisch Nationaal Leger (JNA). Totdat de oorlog begon had ik geen idee wat het verschil was tussen een Serviër, Kroaat of moslim, iedereen was gelijk. Wij keken in ons huis door het ene raam naar een moskee en door het andere naar een kerk. Mede door de opkomst van de PVV denk ik, hoewel het misschien belachelijk klinkt, dat de tolerantie toen in Joegoslavië verder was ontwikkeld dan tegenwoordig in Nederland.” Senail “Als mensen in een vluchtelingkamp terecht komen, is er geen enkel verschil meer tussen nationaliteiten. Dat is hetzelfde gevoel dat we destijds in Joegoslavië hadden. Wat je er ook van vond, iedereen voelde zich toen overal in het land thuis. Zowel in Belgrado als in Zagreb. Joegoslavië was in mijn ogen een voorbeeld van vrijheid en stabiliteit. De periode die ik heb meegemaakt na 1968 was een zeer bloeiende tijd. Anderen merken op dat de jaren daarvoor een strenger communistisch regime aan de macht was en waarschijnlijk zijn hun herinneringen totaal anders. Maar voor mij werd in Joegoslavië elk jaar iets beter. Het ene jaar kreeg je een fiets, het jaar daarop een brommer en vervolgens weer een wasmachine. De Olympische Winterspelen van '84 waren daarbij het hoogtepunt. Sarajevo was toen prachtig en ik heb daarna nooit meer een mooiere stad gezien. Die vooruitgang stopte pas toen de oorlog uitbrak.” Devid “Op mijn Twitter-account staat ex-Joegoslaaf en niet Serviër of Macedoniër. Ik krijg ook nog steeds een warm gevoel van Joegoslavië. Het is een land met een veel mooiere natuur dan die van Nederland, dat viel me altijd op als we er met mijn ouders op vakantie gingen. Voordat de oorlog uitbrak, was Joegoslavië natuurlijk een socialistische dictatuur. Toch heeft president Tito het voor die tijd, met beperkte middelen, fantastisch gedaan. Nagenoeg alle inwoners konden in de jaren zeventig en tachtig vrij reizen naar zowel het Oosten als het Westen. In dat opzicht waren Joegoslaven misschien wel de meest vrije mensen ter wereld. Diegenen die toen geboren werden, konden door de burgeroorlog nergens meer terecht met hun Joegoslavische paspoort. De vrijheid werd ingeperkt door nationalisten, onder het mom van meer vrijheid. Maar Tito heeft natuurlijk ook genoeg slachtoffers in eigen land gemaakt, hoewel daar weinig cijfers over bekend zijn. Ergens denk ik dat het met de politieke verhoudingen in die tijd misschien wel het beste was.”
Tonci “Joegoslavië gold bij ons thuis altijd als een vaststaand feit. Als tiener was het voor mij dus erg verwarrend om te zien dat het land plots uiteenviel. Mijn vader en moeder zijn hardwerkende Dalmatiërs die zich tijdens mijn opvoeding nooit met politiek bezig hielden. Ze luisteren naar de Dalmatische klapaliedjes en houden van Dalmatisch eten, omdat ze toevallig in dat gebied zijn opgegroeid. Ook in Joegoslavië was iemand die op het platteland van zuid-Macedonië woonde heel anders dan iemand die aan de kust van Dalmatië zijn leven doorbracht. Uiteindelijk zijn grenzen natuurlijk iets kunstmatigs, daarom heb ik er eigenlijk niks mee. Neem bijvoorbeeld nu een Kroaat in Slavonië aan de westoever van de Donau en vergelijk die met een Serviër uit Vojvodina aan de oostzijde. Ik denk dat die mensen veel meer op elkaar lijken dan een Kroaat uit Slavonië en een Kroaat uit Dalmatië.”
Oorlogswonden Vuk “Tijdens de eerste maanden van de oorlog was Sarajevo een soort theater. De inwoners wisten precies wanneer er gebombardeerd zou worden en hielden daar rekening mee. Ik voelde dat Bosnië door zijn ligging tussen Kroatië en Servië een blad in een storm was. Toch kwam het niet in mij op om te vluchten, terwijl ik verschillende aanbiedingen kreeg om in het buitenland te werken. Niet dat ik me op dat moment echt op mijn gemak voelde in Sarajevo, maar dat waren wel mijn mensen en mijn omgeving. Joegoslavië werd ondertussen onderling verdeeld aan de onderhandeltafel door de presidenten Milosevic en Tudjman. Zo van: jij geeft mij dat stukje land en dan krijgt je dit gebied. En wat moet er dan met die mensen gebeuren? Dat maakte ze niets uit! Je gelooft niet dat menselijke domheid zo ver kan gaan en hoopt dat de oorlog snel zal stoppen.” Edin “De crisis op de Balkan begon op economisch-financieel vlak. Joegoslavië was niet in staat die problemen op te lossen, wat in een sociaal probleem muteerde. Toen begonnen de nationalistische spanningen en werden oude wonden opengereten. Het loonde plots om de verschillen tussen de nationaliteiten te vergroten, in de zoektocht naar een zondebok. In onze Bosnische woonstad Banja Luka begon de oorlog in mei 1992. Drie maanden later was ons huis verwoest en zat mijn vader in een concentratiekamp. Er waren konvooien georganiseerd om het gebied etnisch te zuiveren. Ons konvooi zat vol met vrouwen en kinderen, en reed richting centraal-Bosnië. We maakten eerst een tussenstop bij het kamp waar mijn vader gevangen zat. Een soldaat zag hem zwaaien en liet hem op eigen risico instappen. Een week later stopte bij hetzelfde kamp een ander konvooi. Ongeveer tweehonderd mannen, waaronder mensen uit mijn straat, stapten in. Zij werden allemaal vermoord. Als mijn vader niet met ons mee was gegaan, was hij ook dood geweest.”
Senail “Als ik in Nederland werk, voel ik me soms net in een ruimteschip. Tijdens de burgeroorlog vonden de operaties ondergronds plaats. Letterlijk. We hadden een soort mobiele operatietafel van het leger gekregen en in de kelder neergezet. Daarop deden we geïmproviseerde operaties, waardoor veel levens zijn gered. Er waren geen vaste werktijden, geen enkel verschil tussen dag en nacht. Je doet een klein dutje in je stoel en wordt weer geroepen voor de volgende patiënt. Ik was in dat halfjaar de enige chirurg in een gebied met bijna 50.000 inwoners. Het was een zware tijd, ik heb toen meer dan 16.000 patiënten behandeld. Tandpasta, zeep en zelfs douchen waren een luxe. Tijdens mijn werk stelde ik nooit vragen over afkomst, ik heb bij zowel soldaten als gevangenen operaties uitgevoerd. Voor mij is iedereen hetzelfde. Dat zij misschien iets anders vinden dan ik mag nooit invloed hebben op hun medische hulp. Er was geen tijd voor een groot politiek verhaal, het was zuiver overleven.” Devid “Oorlog ontstaat altijd door een cocktail van ingrediënten. Meestal een dispuut over grondgebied, een economische crisis en politici die bereid zijn om met wapens hun macht te misbruiken. De verschillende aanwezige religies speelden in voormalig Joegoslavië ook een grote rol. Allerlei machthebbers en hun families zijn er goed vanaf gekomen, terwijl het volk slachtoffer werd. Het land de oorlog eerder kunnen vermijden. Tito luisterde in de jaren zeventig bijvoorbeeld niet naar economen die hervormingen voorstelden. Na zijn dood werd er een parlementsplan gesaboteerd om de deelrepublieken meer autonomie te geven. Kroatië had altijd de meeste moeite met de bestaande constructie omdat veel van hun inkomsten naar de arme gebieden gingen. Het Westen had invloed kunnen uitoefenen door de eenzijdige onafhankelijkheid van Joegoslavische republieken niet te erkennen. Dat gebeurt ook niet bij de Basken en de Catalanen. De leiders in Madrid hebben simpelweg de touwtjes steviger in handen. Er komt geen logica bij kijken, het is eigenlijk vrij arbitrair.” Tonci “Het eerste jaar van de oorlog was het onmogelijk om naar Dalmatië te reizen. Op dat moment was het daar echt een puinzooi, de hel was opeens uitgebroken. Het was heel moeilijk om dat jaar mijn opa en oma en andere familieleden niet te bezoeken. We gingen er elke zomer ruim een maand naartoe en ik keek daar altijd naar uit. In Split was het een paar dagen spannend toen de Joegoslavische marine vertrok, maar de stad is voor de rest relatief ongeschonden gebleven. De oorlogssfeer hing er wel degelijk, je hoefde niet ver te lopen om de tanks en pantservoertuigen te zien. Eerlijk gezegd denk dat die oorlog niks met nationalisme te maken had maar voornamelijk met brainwash en propaganda. Oorlogen worden overal ter wereld gevoerd, alleen ligt deze nog vers in ons geheugen. ”
Een toekomst op de Balkan Vuk “Voor het begin van de oorlog waren in Sarajevo de christenen en islamieten ongeveer gelijk verdeeld. Nu zijn er volgens schattingen slechts twintigduizend christenen over. Mijn stad is totaal veranderd en ik ga zelden nog terug naar Bosnië. Dat vind ik geen probleem, want mijn vrienden wonen daar niet meer. Of het nou Serviërs, Kroaten of moslims zijn, allerlei bekenden hebben de stad verlaten. De mensen die van buitenaf zijn gekomen, hebben andere waarden meegenomen. Sarajevo is nu een stad waarin men overal islamitische gebedsruimtes tegenkomt. Het geeft me een schizofreen gevoel: ik herken de stad waarin ik ben opgegroeid maar het is niet langer mijn stad. Als de mensen veranderen dan verandert ook jouw gevoel over die plek. De mensen maken de stad. Hoewel ik de theorie omarm, is mijn wens tegelijk dat er nooit meer één Joegoslavië komt. Nog steeds hebben mensen uit voormalig Joegoslavië volgens mij allemaal dezelfde mentaliteit. Hun taal is hetzelfde, net als hun geschiedenis. Maar zodra je bevat wat voor brutaliteiten zich daar hebben afgespeeld, wil je alleen dat dit nooit meer gebeurt.” Edin “Vorig jaar werd het grootste massagraf van Bosnië en Herzegovina ontdekt, vlakbij mijn geboortestreek in Tomasica. Er zijn ondertussen meer dan zeshonderd lichamen geborgen, waaronder verschillende van mijn buren. Dat was een schok, alles komt dan plots weer erg dichtbij. Bosnië heeft desondanks nog steeds grote potentie om een van de sterkste economieën te worden in die regio. Het is absoluut geen homogeen land, maar al die verschillen kunnen juist zijn kracht worden. De orthodoxe Serviërs zijn bondgenoten van Rusland, de katholieke Kroaten hebben een warme band met de christelijke landen en door de islamieten heeft het land ook een goede verstandshouding met de moslimwereld. Economisch gezien is dat iets geweldigs, iets wat je zelden bij een land ziet. Daarnaast zijn er miljoenen Bosniërs die in het buitenland wonen en in hun vaderland kunnen investeren. Bosnië moet nog leren om gebruik te maken van zijn mogelijkheden. De kaarten liggen op tafel, het is aan ons en de jeugd om deze nieuwe mogelijkheden te benutten.” Senail “Vanaf het moment dat ik in Nederland aankwam, denk ik dagelijks aan mijn terugkeer naar Bosnië. Er wonen daar mensen die van me houden en op mij wachten. Zodra ik er aankom, ga ik meteen medische problemen oplossen. Vervolgens struikel ik altijd over zoveel hindernissen, zoveel problemen die er eigenlijk niet horen te zijn, zoveel factoren die me tegenwerken. Al na een paar dagen krijg ik daardoor een afkeer van mijn vaderlandsliefde en wil ik terug naar Nederland. De huidige periode van extremisme en het benadrukken van elkaars verschillen gaat ooit voorbij, die kan onmogelijk blijven bestaan. Ik denk dat de volkeren van voormalig Joegoslavië in de
toekomst niet zonder elkaar kunnen. Misschien maken wij het alleen niet meer mee, want de haat is diep geworteld. Er is tijd nodig om die denkwijze te veranderen. Maar zelfs gezworen vijanden uit het verleden als de Duitsers en de Fransen zijn nu herenigd in Europa. In het ergste geval gaan we op de Balkan dus allemaal de Europese Unie in, met hetzelfde resultaat.” Devid “Afgelopen zomer ben ik in Macedonië getrouwd met mijn Nederlandse vriendin. Als ik daar kom, word ik steevast gezien als een rijke geluksvogel uit het Westen. Ik merk in gesprekken dat ik erg liberaal ben op het gebied van drugs, prostitutie en de homorechten. De meeste van mijn kennissen spreken daar schande van. Ik vind het ondertussen verspilde energie om ze de voordelen van onze aanpak te herhalen. Sinds de tijd van de Verlichting zijn we in Nederland bezig door middel van rationaliteit en overleg tot een gezamenlijke oplossing te komen. Dit is het bekende poldermodel. Joegoslaven zijn echter veel impulsiever en minder bedachtzaam. Zij nemen besluiten eerder op basis van retorica of overtuigingskracht. Het doel is daar nog steeds om de ander van je gelijk te overtuigen. Ergens heb ik medelijden met die inwoners, maar tegelijkertijd besef ik wat een privilege het is om in Nederland te mogen wonen.” Tonci “De zakelijke mentaliteit in Kroatië zou wel anders kunnen. Het is natuurlijk nog steeds een land in transitie. Men heeft in het bedrijfsleven vaak de neiging om negatief te denken. Te vaak beginnen zinnen in Kroatië met de drie woorden: het probleem is... Allerlei bedrijven zijn staatseigendom geweest en die opereren totaal anders dan private ondernemingen. Vooral in de Tito-tijd kon het allemaal niet op, er werd zelden gedacht aan winst maken. Het verlies van scheepsbedrijven werd rechtstreeks door de belastingbetaler opgevangen. Daardoor verwacht men tegenwoordig dat tekorten wel even worden opgevuld uit de staatskas. Tegelijk zijn er in Kroatië genoeg jonge mensen met een eigen bedrijf die goed Engels spreken en de wereld willen veroveren. Als er morgen een reden is om in Kroatië te gaan wonen, zal ik dat zeker overwegen. Ik ben niet zo verknocht aan Nederland dat ik niet ergens anders zou kunnen leven. Je weet nooit wat het leven brengt, dus wie zal het zeggen?”