NFP en borstvoedingsondersteuning aanleren en opvolgen van LAM in een lactatiesetting C Baeza, MD, IBCLC, NFP consulent T Suarez del Villar, MD, huisarts, NFP consulent T Ramirez, RN, NFP consulent
Wat is de Lactatie Amenorhee Methode? • LAM is een methode van natuurlijke gezinsplanning die steunt op, of gebruik maakt van de onvruchtbaarheidstoestand die het gevolg is van intensieve borstvoeding.
Vruchtbaarheidsbewustzijn: de vergeten hoeksteen Europees Europees Congres Congres over over Fertility Fertility Awareness-based Awareness-based Methoden Methoden
LAM algorithme
1. Is uw menstruatie teruggekeerd? JA NEEN
2. Geeft u bijvoeding of laat u lange periodes toe zonder borstvoeding?
- Uw vruchtbaarheid kan elke moment terugkeren
JA
NEEN JA
Vraag 1: Is uw menstruatie teruggekeerd? • Vaginale bloeding vroeger dan dag 56 wordt als postpartumbloeding beschouwd en is geen teken van vruchtbaarheid (Family Health International 1988).
- Blijf je kind de borst geven wegens de voordelen voor beiden
3. Is uw baby ouder dan zes maanden? NEEN
• We kunnen als menstruatie beschouwen: - twee opeenvolgende dagen vaginale bloeding, of - twee opeenvolgende dagen spotting en één bloeding, of - drie opeenvolgende dagen spotting (Labbok MH 1997)
U bent onvruchtbaar: zekerheid meer dan 98%
Vraag 1: Is uw menstruatie teruggekeerd? • Een makkelijk te beantwoorden vraag. • Het antwoord hangt niet af van de vrouw of van onze tussenkomt.
Baeza: Borstvoeding
Vraag 3: Is uw baby ouder dan zes maanden? • Een makkelijk te beantwoorden vraag. • Het antwoord hangt niet af van de vrouw of van onze tussenkomt.
Vraag 2:
Geeft u bijvoeding of laat u lange periodes toe zonder borstvoeding?
Vraag 2:
Geeft u bijvoeding of laat u lange periodes toe zonder borstvoeding?
Types BORSTVOEDING: Volledige
Uitsluitend
Gedeeltelijke
Haast uitsluitend
Occasionele
Complete uitsluitend borstvoeding: de baby neemt geen vocht of vast voedsel behalve borstvoedingsmelk.
Mínimaal
Complete haast uitsluitend borstvoeding: de baby mag vitamines krijgen, of heel uitzonderlijk sap of symbolische drank.
Hoge
Gemiddelde Lage Exclusieve of haast uitsluitend borstvoeding: heeft betekenisvolle impact op de vruchtbaarheid
Labbok & Crasovek, 1990
Gedeeltelijk Hoge borstvoeding: interval tussen voedingen niet langer dan zes uur, en indien bijvoeding gegeven wordt, minder dan 10 % van de voeding, de rest is borstvoedingsmelk.
Vraag 2:
Geeft u bijvoeding of laat u lange periodes toe zonder borstvoeding? Uitsluitende, aangepaste borstvoeding op vraag tijdens de eerste zes levensmaanden hangt af van de moeder en ook van onze tussenkomst.
In Spanje: • Gemiddelde duur van borstvoeding (baby krijgt elke voeding) is 3,2 maanden. • 84,2% begint met borstvoeding. • Na 3 maanden krijgt 54,9% van de baby’s nog steeds gedeeltelijk borstvoedingsmelk. • Na 6 maanden voedt nog slechts 24,8%. C. García, J. Martín Calama Rev Ped At Prim 2000 volII (373) 21
In Europa:
EU Project on Promotion of Breastfeeding in Europe. Protection, promotion and support of breastfeeding in Europe: a blueprint for action. European Commission, Directorate Public Health and Risk Assessment, Luxembourg, 2004.
Ingezamelde gegevens over borstvoedingscijfers zijn vaak onsamenhangend, soms inaccuraat en vaak onvolledig. Gehanteerde definities en methodes verschillen tussen de landen. Ondanks moeilijkheden om de beschikbare gegevens te interpreteren, is het duidelijk dat borstvoedingscijfers en -praktijk over het algemeen ver onder de WHO- en UNICEF-aanbevelingen (...) vallen – exclusieve borstvoeding tot 6 maanden
De uitsluitend borstvoedingscijfers na zes maanden zijn laag in heel Europa.
Baeza: Borstvoeding
En dan… Wie kan LAM gebruiken ????
Is het adekwaat om LAM aan te leren zonder zeker te zijn van borstvoedingsondersteuning of zonder deze aan te bieden? Volgens onze ervaring moeten de twee hand in hand gaan of anders is LAM onmogelijk.
Ons project: Raices Family Wellness Clinic • Koppels en gezinnen steunen in al de fasen van hun leven, opvoeding aanbieden, counseling en therapie waar nodig. • Natuurlijke geboorteregeling (NFP) aanleren, met inbegrip van LAM en basale borstvoedingstechnieken en postpartum professionele borstvoedingsondersteuning geven.
Ons programma: Tijdens de zesde sessie: - spreken we over NFP en kinderwens, vaderschap en moederschap, en LAM. We maken de koppels bewust van ons borstvoedingsondersteuningsprogramma (BOP).
I. Prenatale les van 2 uur borstvoeding • Zwanger koppel of groep
Ons programma: Onze NFP-cursus duurt 1 jaar. • Voor koppels, bij voorkeur in groep (3-5 koppels). Gewoonlijk jonge koppels die gaan huwen. • Zes initiële sessies met 14 dagen tussen. • Drie follow-upsessies telkens met twee maanden tussen.
BorstvoedingsOndersteuningsProgramma Wanneer het koppel zich zwanger meldt, bieden we aan -1 prenatale 2 uur durende borstvoedingsles -1 postpartum-thuis/hospitaalbezoek (1-3e dag pp) door onze lactatiekundige -1 laat postpartumbezoek in de kliniek (3040e dag pp) voor borstvoedingsfollow-up en overzicht van LAM en seksuele onderwerpen.
II. Postpartum-thuis/hospitalbezoek • 1e - 3e dag postpartum
• Behandelt basisonderwerpen – Voed vroeg en vaak en op vraag van de baby. – Correcte houding en aanleggen van de baby. Belang van huidcontact en initiatief van de baby. – Controleer de uitscheiding van de baby om zeker te zijn van opname. – Pijn is een rode vlag, niet normaal – Hulp is beschikbaar, wacht niet.
• Gebruik van kinesthetische hulp (poppen, borstmodellen) en video’s.
Baeza: Borstvoeding
• Een erkende lactatiekundige (IBCLC) doet het bezoek • We garanderen correcte initiatie van borstvoeding voor moeder en kind
III. Laat postpartumbezoek in de kliniek
Onze resultaten: • De voorbije 2 jaar (juni 2006 – juni 2008), hebben 23 koppels de volledige NFP-BOP gevolgd.
• 30e – 40e dag postpartum • 3 moeders zijn nog steeds in de eerste 6 maanden pp (1, 2 en 5 maanden – allen gebruiken nu LAM).
• Borstvoedingfollow-up – Twijfels oplossen – Oplossen van mogelijke problemen – Veel ondersteuning
• Overzicht van het LAM-algorithme • Overzicht van postpartum seksuele en affectieve onderwerpen.
Onze resultaten (juni 2006 – juni 2008) : N =23
– 16 hebben correct borstvoeding gegeven (enkele ondanks grote moeilijkheden) en gebruikten LAM adekwaat – 3 menstrueerden vóór zes maanden, ondanks correcte borstvoeding. – 1 koppel vertrouwde LAM niet en besliste te stoppen met borstvoeding om opnieuw vruchtbaar te worden en de symptothermale methode te gebruiken.
Ons besluit: In onze korte ervaring tot op heden, is borstvoedingsondersteuning absoluut noodzakelijk als we koppels met LAM willen helpen.
1 3
• 20 moeders hebben de eerste 6 maanden pp. overschreden
3
16
Moeilijkheden: 7 hadden lichte tot ernstige tepelpijn door incorrecte voeding; 3 hadden mastitis; 1 had mpp: maanden post partum borstabsces dat chirurgische drainage vereiste.
Dank u
Baeza: Borstvoeding
Overzicht
International NaProTechnology evaluatieen behandelingssurveillance (iNEST) JB Stanford, Universiteit van Utah TA Parnell, Universiteit van Brits Columbia PC Boyle, NaProTechnology, Galway Clinic
zUitgangspunt vergelijking fertiliteitsbehandeling zNaProTechnology zIerse studie ziNEST doel ziNEST method ziNEST voortgangsrapport
Antwerpen, 6 September 2008
Uitgangspunt vergelijking fertiliteitsbehandeling zHet belangrijkste resultaat is een gezonde geboorte. zEvaluatie van behandelingsresultaten vereist kohortanalyse. zStudies moeten rekening houden met populatiekarakteristieken. { Leeftijd van de vrouw, duur kinderwens, eerdere zwangerschap, vroegere behandeling
Natural Procreative Technology NaProTechnology zCreighton Model FertilityCare System (CrM) voor opvolging van fertiliteit zMedische interventie om reproductieve functie te ondersteunen zDoel van in vivo fertilisatie door seksuele gemeenschap
NaProTechnology: Twelve effective cycles zOvulatie zAdekwate slijmkwaliteit (CrM kaart) zHerhaalde gemeenschap op dagen met slijm (vruchtbare dagen) (CrM kaart) zOptimale progesterone- en estradiolniveaus op 7e dag na piekdag (CrM kaart) zAandacht om stress aangepast te behandelen zAndere medisch/chirurgische problemen geïdentificeerd en behandeld
Stanford: iNEST
www.naprotechnology.com
Ierse NaPro studie levende geboortes
Ierse NaProTechnology-studie z1239 koppels gezien 1998-2002 z1072 probeerden ten minste één jaar en startten behandeling
zAlle koppels zRuw aantal: 25.5 zAangepast aantal: 52.8
zGemiddelde leeftijd vrouw=35.8 jaar zGemiddelde duur infertiliteit=5.6 jaar zVroegere ART=33% Stanford, Parnell, Boyle. J Amer Board Fam Med, 2008 Sep/Oct
Ierse NaPro studie levende geboortes
Stanford, Parnell, Boyle. J Amer Board Fam Med, 2008 Sep/Oct
Ierland NaPro studie geboorteresultaat Resultaat
Aantal Percentage geboortes
Aantal koppels
Ruw geboortecijfer
Aangepast geboortecijfer
1-3 jaar
246
36.6
66.0
Tweelingen
13
4.5
>3 to 6 jaar
468
27.6
55.4
<37 weken
15
5.2
>6 to 9 jaar
210
18.6
44.9
<2500 gram
13
4.5
> 9 jaar
118
11.9
42.8
<1500 gram
4
1.4
Duur kinderwens
Stanford, Parnell, Boyle. J Amer Board Fam Med, 2008 Sep/Oct
Kunnen deze resultaten worden gerepliceerd?
Stanford: iNEST
Stanford, Parnell, Boyle. J Amer Board Fam Med, 2008 Sep/Oct
Internationale NaProTechnology Evaluatie en Surveillance van subfertiliteitsbehandeling en behandeling van miskramen iNEST
iNEST Primaire Doelstellingen zLevende geboortecijfers registreren van koppels die met NaProTechnology behandeld werden voor subfertiliteit of miskramen. zOnderzoeken hoe levende geboortecijfers in verband staan met koppelkarakteristieken
iNEST-voortgang zJean Golden-Tevald, Morningstar Family Health Care, New Jersey, begon in februari 2006 met patiënten te recruteren (Algem. Gen.) zJoseph Stanford, University of Utah, begon in juli 2007 met patiënten te recruteren (Alg. Gen.)
Online data-managementsysteem zFlexibel voor implementatie gebaseerd op individuele praktijknoden zTracking log van patiënten die in aanmerking komen en van degene die in de studie zijn opgenomen
Stanford: iNEST
iNEST Design zProspectieve kohort {Gebaseerd op het koppel
zNaPro prakrijkgebaseerde initiatie zVolg alle koppels 3 jaar onafgezien van volgen of verlaten van de behandeling zVerkrijgen van behandelingsgegevens van NaPro-arts
Meer iNEST-praktijken zBoyle et al, Galway, Ierland (Alg. Gen.) zTham, Toronto, Canada (Alg. Gen.) zCarpentier, Massachussets, USA (Alg. Gen.) zCarus, Liverpool, UK (Alg. Gen.) zParker, Ohio, USA (OBGYN) zRota et al, Perth, Australië (Alg. Gen.) zStegman et al, Pennsylvania, USA (OBGYN)
Interimresultaten (voorjaar 2008) z53 koppels geregistreerd z18 patiënten (34%) zwanger
Hoofdlijnen
Vaginale bloeding: de verwaarloosde biomarker JB Stanford MB Stone RA Crockett University of Utah
zCreighton Model FertilityCare System (CrM) zVaginale bloedingobservatie zVaststelling in een gerandomiseerd onderzoek zKlinische betekenis
Antwerpen, 6 september 2008
Creighton Model FertilityCare System (CrM) zGestandaardiseerde aanpassing van Billings Ovulatiemethode zNoteringsysteem van vaginale afscheiding
Vaginale bloedingobservatie zBloeding: VH, H, M, L, VL, B zNoteer elke bloeding op elke dag {Niet enkel menstruele bloeding
{Slijm (cervix) {Afscheiding van vaginale oorsprong {Bloeding (gewoonlijk baarmoeder)
Studie van tijd om zwanger te worden in normale vruchtbaarheid zEen groep geadviseerd om gemeenschap te hebben 2-3 keer per week (Controle) zEen andere groep het Creighton Model FertilityCare System (CrM) aangeleerd zGerandomiseerd onderzoek
Voorbeeld CrM cycli met normale en abnormale bloeding
Stanford: Vaginale bloeding
Deelnemers zVrouwen tussen 18 en 35. zVroegere zwangerschap binnen de 8 jaar met dezelfde echtgenoot. zGeen voorgeschiedenis van subfertiliteit. zTenminst 3 normale cycli na het stoppen met hormonale contraceptie zGeen vroegere kennis van CrM of NFP/FA
Controle N=71 28.1
CrM N=70 28.2
% Blank, nonHispanic
96%
93%
% College degree
48%
57%
Gemiddelde leeftijd (jaar)
Zwakten Cumulatieve zwangerschappen
Verhouding zwanger
1,20 1,00 0,80
Controle CrM Controle CrM
0,60 0,40 0,20 0,00 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
zLH-test zonder kennis van de ovulatie zou kunnen verstoord zijn – LH test in de controlegroep. zKoppels met bewezen vruchtbaarheid halen waarschijnlijk minder voordeel uit identificatie van het fertiele venster dan koppels met beperkte vruchtbaarheid.
Cycli met zwangerschapswens
Vaststelling van premenstruele spotting Controlegroep z 4% vrouwen noteerden premenstruele spotting (1-2 dagen) z 8% van de cycli
CrM-groep z 12% vrouwen noteerden premenstruele spotting (1-2 dagen) z 20% cycli
Stanford: Vaginale bloeding
Heeft premenstruele spotting enige klinische betekenis?
Controlegroep: cycli met zwangerschapswens
Zwangerschap
Premenstruele Premenstruele spotting afwezig spotting aanwezig 48 (27%) 4 (25%)
CrM-groep: cycli met zwangerschapswens
Zwangerschap
Premenstruele Premenstruele spotting afwezig spotting aanwezig 49 (34%) 7 (17%)
Geen zwangerschap
133
12
Geen zwangerschap
95
34
Totaal
181
16
Totaal
144
41
Besluit
Bijkomende analyse
zVrouwen die het Creighton Model hebben geleerd zijn meer geneigd om premenstruele spotting te noteren. zPremenstruele spotting (genoteerd door CrMobservatie) zou een marker voor verminderde zwangerschapskans kunnen zijn.
zWe moeten het volledige spectrum van abnormale bloeding in deze cycli onderzoeken, niet enkel de 1-2 dagen premenstruele spotting.
Dank zFondsen voor Time to Pregnancy Trial van {Eunice Kennedy Shriver National Institute of Child Health and Human Development (USA) zK23 HD1479
{University of Utah Health Studies Fund
zMede-onderzoekers voor TTP Trial {Ken Smith, PhD {Harry Hatasaka, MD {Michael Varner, MD
Stanford: Vaginale bloeding
Vragen?
Doctor, quiero quedarme embarazada, ¿puede usted ayudarme? Consulta por deseo de embarazo en Atención Primaria
A. Sacristán Rubio, E. Barranco Castillo, F. Soler, E.L. Bellido Pastrana, J. Haya Palazuelos y J.C. Ruiz de la Roja
Medisch tijdschrift voor abonnees via internet en gedrukt oplage 3.000 SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
1
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
Formación continuada
Permanente vorming
RECOMENDACIONES DE BUENA PRÁCTICA CLÍNICA
Voorstellen voor een goede klinische praktijk
2
Dr., we willen een baby Kunt u ons helpen? Consultatie in HPC bij kinderwens Consulta por deseo de embarazo en Atención Primaria SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
3
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
4
WERKELIJKHEID
DOEL
y Ongeveer 860.000 Spaanse koppels hebben hypofertileitsproblemen.
y Overvraging van gespecialiseerde diensten vermijden.
y De wachtlijst voor medische behandeling varieert van één maand tot 4 jaar* in verschillende regio’s. y De tijd die een huisarts voor elke patiënt voorziet is: y 5‐6 minuten per consult (voor het eerste consult) y en 15‐30 minuten voor follow‐upconsulten.
*bronnen : ADECES.INE en el País 1‐7‐08
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
Sacristan A.,
5
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
6
1
Voorgesteld schema
Overzicht van de mannelijke en vrouwelijke reproductieve fysiologie Normaliteit en pathologieën
Eerste bezoek
Medische voorgeschiedenis en check‐up, algemene en genitale check‐up, van elke partner.
y a) leeftijd; y b) familiegeschiedenis: erfelijke ziekten, y c) geschiedenis van gebruik of niet‐gebruik van contraceptieve methoden;
y Korte notities over : y Slijm
y d) tijd verlopen sinds het begin van de kinderwens
y Bifasische temperatuurcurven
y e) vroegere zwangerschap ?
y Cyclische veranderingen van de cervix
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
Voorgesteld schema
7
Tweede bezoek (1 van 2)
y Bespreking testresultaten en aanvulling bij klinische voorgeschiedenis en algemene en genitale check‐up van elke partner.
‐ endometriose, polycystisch ovarieel syndroom, pelvische infectie;
y c) Gebruik of niet van contraceptie;
Tweede bezoek (2 van 2)
3) Mannelijke Anamnese accidenteel of chirurgisch (hernia, cryptorchidie). y b) secondaire orchitis na: ‐ bof na de puberteit; difterie.
y c) recente ziekte: pokken, hepatitis y d) blootstelling aan hoge temperaturen y e) externe invloeden: bestraling,
anaesthetica, organische solventen; y f) gebruik van medicatie: hoge
bloeddruk‐remmers, antibiotica
y d) Vroegere miskramen
y d) bestaan of niet van voorgaande zwangerschappen en hun resultaat;
8
y a) lies‐, scrotum‐ of medullair trauma:
y b) Gynaecologische pathologie
y c) coïtusfrequentie; seksuele dysfunctiesymptomen;
(schildklierpathologie, anti‐fosfolipiede syndroom)
y g) Toxische gewoontes: roken,
alcohol drugs.
y e) Gynaecologische chirurgie;
y e) psychologische staat in verband met omgeving en het koppel (werk, stress en elke situatie of gewoonte die de vruchtbaarheid kunnen beïnvloeden)
y f) eetstoornissen, oefening (athleettriade), constipatie
y g) Gebruik/misbruik van medicatie y h) Toxische gewoontes: roken, alcohol 9
drugs.
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
Voorgesteld schema
Voorgesteld schema Derde bezoek
10
Vierde bezoek
y Normen voor eventuele doorverwijzingen. • Ondanks het aanleren van de vruchtbaarheidsindicatoren aan het koppel, volgt soms geen zwangerschap. Het koppel zal naar de specialist worden doorverwezen, nadat de test enige afwijking heeft aangetoond.
y Belangrijkste vruchtbaarheidsindicatoren aanleren 9 rekbaar, helder cervixslijm, gevoel van gladheid en natheid 9 gele lichaamsactiviteit lage en hoge niveau’s van lichaamstemperatuur 9 eventueel door een competente verpleegster of vroedvrouw gegeven. y Bespreking van de testresultaten
• Indien het spermiogram afwijkend sperma toont, is het goed om dit twee keer te herhalen met enkele weken ertussen, alvorens het koppel naar de specialist te verwijzen. • Zolang de kaarten een normaal ovulatiepatroon tonen en er geen reden voor infertiliteit gevonden kan worden, zou men tenminste zes maanden moeten wachten, met gemeenschap in de fertiele fase.
y Deze 3 moeten binnen de 20 dagen voltooid zijn.
Sacristan A.,
Voorgesteld schema 2) Vrouwelijke Anamnese : ‐ menarche; menstruatietype (hoeveelheid, pijn) en cycluskarakteristieken (duur, tussentijdse bloeding). ‐ familiegeschiedenis van vroege menarche of late menopauze
y b) tijdspanne alvorens begin van kinderwens; resultaten van testen; vorige behandelingen;
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
y a) menstruele geschiedenis
y a) familiegeschiedenis: erfelijke ziekten, systemische ziekten en soa;
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
y Aanvullende tests: (eerste en tweede bezoek) y algemene biochemie, coagulatie, immunologie, seksuele hormonen, serologie, urine‐analyse, echografie (?) van de vrouw en spermatelling.
11
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
12
2
Voorgesteld schema
Vijfde bezoek
Discussie
y Follow-up. In onze setting met geletterde vrouwen is de vereiste tijd voor het leren en opvolgen van NFP met kinderwens ongeveer 3 uur, gespreid over een trimester; dit kan in een groep gebeuren, hoewel hulp bij de interpretatie van cycluskaarten individueel moet gebeuren. Resultaten y Normen voor eventueel doorverwijzen.
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
y Verwijs naar studies die de correlatie tussen slijm en ovulatie aantonen en andere studies over het voordeel van deze coaching op het niveau van de eerstelijnsgezondheidszorg.
13
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
bibliografie
Aanbevelingen
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
y y
y
y Eerstelijn kan testen voorschrijven die de geschikte patiënten selecteert voor doorverwijzing naar specialisten.
y
y
y De eerstelijn is de beste plaats om koppels de preciese vruchtbaarheidstekenen aan te leren
y
y y
y Dit biedt hen de mogelijkheid om de juiste periode te bepalen voor gemeenschap.
y y
y Belang van persoonlijke arts‐patiëntrelaties om methode van vruchtbaarheidsbewustzijn te leren.
y
y y
SEMERGEN 2008; 34(1): 20‐4
Sacristan A.,
15
1. Soler F. Guía de los métodos anticonceptivos. Barcelona: RBA libros Manuales integral; 2001. p. 95. 2. Newkirk GR, Boken AP. Trastornos seleccionados del sistema reproductor femenino. Medicina de familia. Principios y práctica.Barcelona: Masson; 2006. p. 1004-6. 3. Neyro JL, Moreno J. Estudio básico de la pareja estéril. FMC. 1995;2(10):568-80. 4. World Health Organization. Laboratory manual for the examination of human semen and sperm-cervical mucus interaction. 2nd ed. Cambridge: Cambridge University Press; 1987. 5. World Health Organization. Laboratory manual for the examination of human semen and sperm-cervical mucus interaction. Cambridge: Cambridge University Press; 1992. 6. World Health Organization. Laboratory manual for the examination of human semen and sperm-cervical mucus interaction. 4th ed. Cambridge: Cambridge University Press; 1999. 7. Barranco E, Soler F. Situación actual de los métodos anticonceptivos naturales. Cienc Ginecol. 2002;6:293-300. 8. Bell S. Birth control. The Boston Women’s Health Boock Collective. The New our bodies, ourselves. A book by and for women. New York: Touschtone Books; 1992. p. 259-307. 9. Wilcox AJ, Weinberg CR, Baird DD. Timing of sexual intercourse in relation to ovulation. N Engl J Med. 1995;333:1517-21. 10. Perloff WH, Steingerger F. In vivo survival of spermatozoa in cervical mucus. Am J Obstet Ginecol. 1964;88:439-42. 11. Wilcox AJ, Weinberg CR, Baird DD. The timing of the “fertile window” in the menstrual cycle: day specific estimates from a prospective study. BMJ. 2000;321:1259-62. 12. WHO. Planificación natural de la familia. Guía para la prestación de servicios. Ginebra: WHO; 1989. p. 84. 13. Barranco Castillo E, Caño Aguilar A. Hacia el autoconocimiento del cuerpo femenino. Fertilidad y métodos naturales. Granada: Universidad de Granada; 1994. p. 192.
y y y
y y
y
y
y y
y
y y y
14
14. Zufia García J. Planificación familiar natural (I): bases fisiológicas y eficacia. Jano. 2002;1431:23-6. 15. Zufia García J. Planificación familiar natural (II): el método sintotérmico. Jano. 2002;1432:33-41. 16. Laparte C, Barranco E. Métodos naturales de regulación de la natalidad. Cap 20. En: Vanrell JA, Calaf J, Balasch J, Viscasillas P, et al. editores. Fertilidad y esterilidad humanas II. Endocrinología ginecológica y anticoncepción. Barcelona: Masson; 2000. p. 315-41. 17. Soler F. Asesoramiento y educación sanitaria a la mujer: el deseo de procrear (I). Matronas Profesión. 2003;4(12):22-33. 18. Billings J, Billings E. The Billings ovulation method. En: Ruiz RC, Russell J Osmund I, editors. Proceedings of the international seminar on natural family planning and family life education. Hong Kong: University Press; 1990. p. 43-52. 19. Attar E, Gokdemirel S, Serdariglu H, Coskun A. Natural contraception using the billings ovulation method. Eur J Contracep Reprod Health Care. 2002;7:96-9. 20. Guida M, Tommaselli GA, Palomba S, Pellicano M, Moccia G, Di Carlo C, et al. Efficacy of methods for determining ovulation in a NFP program. Fertil Steril. 1999;72:900-4. 21. Flynn Am, Lynch SS. Cervical mucus and identification of the fertile phase of the menstrual cycle. Br Obstet Gynecol. 1976;83:656-9. 22. Hilgers TW, Abraham GE, Cavanagh D. Natural family planning I. The peak symptom and estimated time of ovulation. Obstet Gynecol. 1978;52:575-82. 23. Ecochard R, Boehringer H, Rabilloud M, Marret H. Chronological aspects of ultrasonic, hormonal and other indirect indices of ovulation Br J Obstet Gynaecol. 2001;108:822-9. 24. WHO. A prospective multicentre trial of the ovulation method of NFP. I The teaching phase. Fertil Steril. 1981; 36.2:152-8. 25. Soler F, Fernández F, Díaz J. Planificación familiar natural. Rol de Enfermería. 1995;208:69-74. 26. Club E, Pyper C, Knight J. A pilot study on teaching natural family planning in general practice. Proceedings of a conference on N F P: current knowledge and new strategies for the 1990s (Part II) Washington: Georgetown University; 1991. p. 130-2.
16
3
Fertility awareness: the missing cornerstone European Congress on fertility awareness-based methods
Onderzoekers van de Universiteit van Oxford
6th September 2008
De Oxford Conceptiestudie
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit University of Oxford
Dr Cecilia Pyper
Senior Onderzoeker – Eenheid nationale perinatale epidemiologie, Department volksgezondheid
Dr Michael Murphy
Directeur van de onderzoeksgroep voor kinderkanker
Statistici Professor Doug Altman Ms Karen Smith
Directeur van het Centrum voor medische statistiek Centrum voor medische statistiek
Onderzoeksteam Lise Bromhall Pat Brownbill Sarah Dummett Camilla Allbrook
Research nurse coördinator Database compilatie & management Data coördinator Administratief assistent
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
The Oxford Conceptiestudie
Een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek om na te gaan of dagelijkse informatie omtrent mogelijke vruchtbaarheid zoals aangegeven door een vruchtbaarheidsmonitor de bevruchtingskans doet toenemen bij vrouwen met zwangerschapswens
Erkenningsnummer ethisch comité COREC CO1.282
Achtergrond De Royal College of Obstetrics and Gynaecology (RCOG) Guidelines poneren “Er bestaat geen bewijs dat het gebruik van LH detectie methoden om coitus te plannen het resultaat verbetert en gebruik ervan dient te worden afgeraden. Aan koppels die hieromtrent advies vragen zou moeten worden aangeraden regelmatig doorheen de ganse cyclus gemeenschap te hebben om de 2-3 dagen. [i] De huidige UK guidelines on the management of the infertile couple in Primary Care and the revised clinical guidelines on fertility commissioned by NICE[ii] raden aan: ‘Koppels dienen worden geïnformeerd dat geslachtsgemeenschap om de 2 à 3 dagen de kans op zwangerschap optimaliseert.’ Er zijn echter weinig gegevens voorhanden om hun aanbevelingen hard te maken –([Evidence level C] Folders voor publieke informatie zoals WellBeing’s ‘Preparing for pregnancy’[iii] dringen er bij koppels op aan: heb minstens om de twee dagen gemeenschap, en dan vooral tijdens de maandelijkse ‘vruchtbare’ periode. Een ‘om de twee dagen strategie’ ligt echter hoog boven het ‘nationale gemiddelde’. Een onderzoek verricht door the National Center for Social Research in 1990[iv] vond dat de gemiddelde coitus frequentie 5.8 per maand was en in dalende lijn met toenemende ouderdom. [i] RCOG. 1998. The Initial Investigation and Management of the Infertile Couple. RCOG Press. iii] Fertility Guideline: Assessment and Treatment for People with Fertility Problems, NICE, www.nice.org.uk [iii] WellBeing, London, Preparing for Pregnancy [iv] Johnson A, et al Sexual attitudes and lifestyles, Blackwell Scientific Publications, 1994
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Belangrijkste doel van het onderzoek
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
De bijkomende doeleinden zijn ¾
Het belangrijkste doel van het onderzoek is de vergelijking van de zwangerschapsratio in koppels waaraan informatie omtrent de potentiële vruchtbaarheid zoals aangegeven door een fertiliteitsmonitor apparaat werd geboden en koppels waaraan deze informatie werd onthouden.
¾
¾ ¾
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Nagaan of de vroege vruchtbare dagen zoals door een vruchtbaarheidsmonitor bepaald meer geschikt zijn voor conceptie dan de late dagen. Onderzoeken of informatie van een vruchtbaarheidsmonitor de koppels helpt om geslachtsgemeenschap beter te richten dan zonder deze informatie. Nagaan of het gebruik van een vruchtbaarheidsmonitor iets verandert aan het stressniveau van de vrouwen. Onderzoeken of er een associatie bestaat tussen de volgende variabelen voor wat betreft conceptiecijfers, vroege miskraam en resultaat van zwangerschap: leeftijd van de vrouw, leeftijd van de partner, roken, alcoholinname; vitamiene-inname; ouderdom van de gameten; HCG niveau.
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Pyper: Oxford studie
1
Trial Intervention De vrijwilligers worden gerandomiseerd in één van de drie groepen; elke groep krijgt verschillende informatie over de Fertiliteitsmonitor:
Een drieledig gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met twee interventiegroepen en één controlegroep.
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Fertiliteitsmonitor
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Berekening van het aantal deelneemsters -
-
-
De berekening van het aantal deelneemsters in elke groep steunt op het belangrijkste studiedoel, nl. het vergelijken van de cumulatieve ratio van zwangerschap over 3-cycli Om 80% statistische power te bereiken en om 10% verschil vast te stellen, zal het aantal deelnemers 450 vrouwen per groep moeten bedragen (d.i. 1 350 vrouwen in totaal), dit in een 3-cycli zwangerschapsratio, tussen vrouwen van de “late vruchtbare tijd groep” en de controlegroep. Er werd rekening gehouden met een 15% afhaken wegens niet bereiken van zwangerschap
1.
Groep met vroege vruchtbare dagen - Monitor toont hoge vruchtbaarheid vanaf het vroegste verschijnen van E3G en lage vruchtbaarheid vanaf het verschijnen van LH tot aan het einde van de menstruele cyclus
2.
Groep met late vruchtbare dagen - Monitor toont hoge vruchtbaarheid vanaf het vroegste verschijnen van LH en gedurende de 2 volgende dagen en nadien lage vruchtbaarheid tot aan het einde van de menstruele cyclus
3.
Controlegroep - Monitor geeft geen informatie omtrent de vruchtbaarheidsstatus
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Illustratie van de studieopzet die de lage en hoge graad van vruchtbaarheid aantoont volgens de niveau’s van de hormonen estrone-3-glucuronide (zwarte lijn) en LH (rode lijn). De vroege vruchtbare dagen zijn met grijze schaduw en de late vruchtbare dagen zijn met blauwe schaduw aangeduid.
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Randomisatie
¾
Vrijwilligsters worden gerandomiseerd naar één van de drie groepen, mits gebruik van willekeurige door computer aangegeven cijfers, bekomen langs het Centrum voor Statistieken in Geneeskunde.
¾
De randomisatiemethode gebruikt niet doorschijnende verzegelde omslagen.
¾
Vóór het opnamebezoek, volgen de onderzoekverpleegsters de randomisatieprocedure en selecteren de volgende gerandomiseerde omslag.
Extra vrouwen werden gerecruteerd om deze te vervangen die vanaf het begin van de studie zouden zwanger zijn geworden (een zwangerschap ontstaan tussen dagen 7-14 van de eerste cyclus).
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Pyper: Oxford studie
2
Bescherming tegen fouten
Overzicht van de Oxford Conception Studie Beoordeling voor geschiktheid
¾
De vrijwilligsters in de twee doelgroepen weten niet tot welke groep van de studie zij behoren.
¾
Het is niet mogelijk de vrijwilligsters, in de controlegroep ondergebracht, in het gewisse te laten daar hun monitor geen informatie aangeeft omtrent de vruchtbaarheidsstatus.
Toestemming & Opname
Randomisatie
¾
De onderzoekverpleegsters kunnen evenmin in het gewisse gelaten worden voor de studie, daar de instructies die zij verschaffen aan de doelgroepen en aan de controlegroepen verschillend zijn.
Groep met vroege vruchtbare dagen
Alle vrouwen vullen dagelijks hun dagboek in en volgen de instructies van de monitor door urinedipsticktesten uit te voeren op dagen 6 -26 inclusief. Alle vrouwen sturen hun dagboek en monitordata downloadkaart op op het einde van elke cyclus. Alle vrouwen blijven in de studie gedurende 6 maanden of tot zij zwanger worden
Zwanger
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Recrutering ¾
Door middel van Posters -
¾
NHS primary care centers Locale dagbladen Nursery Scholen Gemeenschap Centers
Bewustmaking –ongevraagd - (networking) -
Nationaal Televisie Niews Nationale Radio Locale Radio Locale kranten
Controlegroep
Groep met late vruchtbare dagen
Niet zwanger
Zwangerschapstest thuis uitvoeren en indien positief een urinestaal sturen naar de research nurse voor bevestiging
Volgende cyclus starten door M-knop in te drukken op de monitor om eerste dag van de menses aan te duiden
Zwangerschapsresultaat kaart sturen na geboorte of na vroege miskraam. Mogelijkheid om baby gedurende 5 jaar op te volgen
Einde na 6 cycli. Alle vrouwen die niet zwanger zijn krijgen informatie omtrent de cyclusdata
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Aanvaardings- en uitsluitingscriteria Aanvaardingscriteria Vrouwen 18 to 40 jaar die gemeenschap hebben met één partner Proberen zwanger te worden minder dan drie maanden Menstruele cyclus lengte tussen 21 en 39 dagen tijdens de laatste drie maanden Bereid alle medicatiegebruik en seksuele gemeenschap te noteren tijdens de studie Bereid recruteringzitting te ondergaan persoonlijk of telefonisch Bereid gerandomiseerd te worden in een van de drie groepen Bereid basiszwangerschapstest te laten uitvoeren voor uitsluiting zwangerschap bij aanvang studie
Uitsluitingscriteria
¾
Publiciteit via Radio - om de 3 maanden regelmatige herhaling–kostelijk doch wel renderend
Een van beide partners heeft een geschiedenis van onvruchtbaarheid of ondergaat een behandeling voor onvruchtbaarheid
¾
Website contactdetails
Een van beide partners past contraceptie toe
-
¾
BBC Fertility websites Chat rooms
Van mond tot mond
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Borstvoeding is aan gang Gebruik van hormonale contraceptie tijdens de laatste menstruele cyclus Gebruik van noodpil tijdens de laatste twee menstruele cycli Gebruik van inspuitbare contraceptie tijdens het laatste jaar
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Toetredingsinterview
Frequentie en duur van follow up
Antwoord – telefoon / email / post
¾
Interview aangezicht tot aangezicht of telefoon ¾ -
Herhalen screeningvragen Toestemming Aanvaarden datacollectie Aanleren dagelijkse monitor urinetesten ged. 20 dagen met maandelijkse downloads Dagelijkse datacollectie voor dagboek Zwangerschapstest Follow-up indien zwanger Telefonische begeleiding
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
¾
Alle vrouwen worden maandelijks gedurende zes maanden opgevolgd of tot zij zwanger worden, wat eerste komt. Zij zenden maandelijks dagboekdata, een gemoedsvragenlijst en downloadkaart van de monitor Een zwangerschapstest bevestigt de zwangerschap Een korte follow-upvragenlijst wordt aan de zwangere meegegeven om inlichtingen te sturen omtrent het verloop van de zwangerschap hetzij van de geboorte hetzij van de miskraam.
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Pyper: Oxford studie
3
Cumulatieve recrutering
Recruteringsbron Recruitment - how women heard about the study in intervals of three months Sources of recruitment
Cumulative number of volunteers 120 1600
110 1400
100 90 Number of women recruited
Number of volunteers
1200
1000
800
600
400
80 Notice board 70 Newspaper 60
Radio
50
Word of mouth
40
Website
30 20
200
10 0
0
2002Qtr4 2003Qtr1 2003Qtr2 2003Qtr3 2003Qtr4 2004Qtr1 2004Qtr2 2004Qtr3 2004Qtr4 2005Qtr1 2005Qtr2 2005Qtr3 2005Qtr4
2002Qtr4 2003Qtr1 2003Qtr2 2003Qtr3 2003Qtr4 2004Qtr1 2004Qtr2 2004Qtr3 2004Qtr4 2005Qtr1 2005Qtr2 2005Qtr3 2005Qtr4
Time in three month intervals
Admission year in three month intervals Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Mogelijkheid voor een full conception-waarschijnlijkheidsstudie
Vrijwilligers in de Oxford Conception Studie
Daarenboven zou deze studie dienen als een mogelijke studie voor een full conception-waarschijnlijkheidsstudie.
Totaal aantal vrijwilligers gerecruteerd
1,453
Totaal aantal zwangerschappen
760
Aantal miskramen
163
Aantal geboorten
520
Waarschijnlijkheid van bevruchting Actueel is er nood aan een veel bredere database voor het verzamelen van preciese markers van de vruchtbare periode en accurate informatie omtrent coïtusmodellen om klaarheid te brengen in de talrijke gegevens die werden gesuggereerd doch niet hard gemaakt. Het vooropgestelde aantal deelnemers zou data ontlenen aan meer dan 500 zwangerschappen, die zullen bijdragen tot een beter begrip van de covariabelen van belang voor de bevruchtingskans en het verloop van de zwangerschap. ¾
De LH-piek kan worden gebruikt als een referentiepunt om de dagelijkse kansen op natuurlijke bevruchting af te leiden en vandaar de duur van de potentiëel vruchtbare periode.
¾
De dagelijkse probabiliteit van natuurlijke bevruchting zal ingeschat worden in functie van de dag van het eerste urinair oestrogeen-glucuronidesignaal en de dag van de LH-piek.
Er waren vier levenloze geboorten Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Bijkomende vragen mogelijk door de data beantwoord ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
De timing van het "fertiele venster" in de cyclus: Dag-specifieke probabiliteit voor een klinische zwangerschap Urinaire E3G & LH patronen in lange folliculaire fasen. Gemeenschap richten volgens informatie over de vruchtbare periode. Vergissingen in zwangerschapsduur: evidentie van vroege bloeding in zwangerschap. Postovulatoire veroudering van de menselijke eicel en embryofouten. Leeftijd van man en vrouw in verband met frequentie van gemeenschap Sigaret roken en sturing van menstruele functie. Tijd tot zwangerschap en vroeggeboorte. Incidentie van vroeg verlies van zwangerschap. Risicofactoren voor vroeg verlies van zwangerschap. Is er een seizoensgebonden patroon voor frequentie van gemeenschap, conceptie-aantal of risico voor vroeg zwangerschapsverlies? Modellen i.v.m. timing van gemeenschap en kans op zwangerschap en geslacht van de baby. Bronnen van bias in studies over tijd tot zwangerschap en vroeg zwangerschapsverlies. Kans op bevruchting met één enkele gemeenschapsdaad – indien er voldoende gegevens beschikbaar zijn. Effecten van bezigheden op fertiliteit van koppels. Leeftijd van menarche en opeenvolgende reproductieve gebeurtenissen? Gewicht van vrouw en tijd tot zwangerschap. Geeft de postovulatoire lengte van de vorige cyclus een indicatie voor de volgende cycluslengte? Zijn er verschillen in karakteristieken van vrouwen die zwanger worden in de eerste twee cycli t.o.v. deze die in de volgende cycli zwanger worden? Is gericht frequente gemeenschap rond de ovulatietijd succesvol? Maken gemeenschapspatronen een verschil – d.w.z. maakt seks om de andere dag of twee keer per dag een verschil?
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Referenties ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
[1] Gnoth C et al. Time to pregnancy: results of the German prospective study and impact on the management of infertility, Human Reproduction 2003, Vol 18, No 9: 1959-1966 [2] RCOG. 1998. The Initial Investigation and Management of the Infertile Couple. RCOG Press. [3] Fertility Guideline: Assessment and Treatment for People with Fertility Problems, NICE, www.nice.org.uk [4] www.cochraneconsumer.com [5] Braat DD, et al., Saliva Test as ovulation predictor, Lancet, 1998, Oct 17; 352: (9136) 1283-4. [6] RCOG. 1998. The Initial Investigation and Management of the Infertile Couple. RCOG Press. [7] Fertility Guideline op.cit [8] WellBeing, London, Preparing for Pregnancy, in association with Pregnacare capsules. [9] Johnson A, et al Sexual attitudes and lifestyles, Blackwell Scientific Publications, 1994 [10] Wilcox AJ, Weinberg CR, Baird DD. Timing of sexual intercourse in relation to ovulation. Effects on the probability of conception, survival of the pregnancy, and sex of the baby. NEJM 1995;333:1517-21. [11] Wilcox AJ, Dunson D, Baird DD. The timing of the "fertile window" in the menstrual cycle: day specific estimates from a prospective study. British Medical Journal 2000;321:1259-62. [12] Dunson DB, Baird DD, Wilcox AJ, Weinberg CR. Day-specific probabilities of clinical pregnancy based on two studies with imperfect measures of ovulation. Human Reproduction 1999;14:1835-9. [13] Tietze C. Fertility after the discontinuation of intrauterine and oral contraception. Int. J Fertil 1968; 13: 385-389
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Pyper: Oxford studie
4
Impact van fysiologiche en psychosociale stress waargenomen tijdens de wachttijd voor een zwangerschap Opzet Prospectieve cohortstudie in een RCT – the Oxford Conception Study
Impact van fysiologiche en psychosociale stress waargenomen tijdens de wachttijd voor een zwangerschap
Cecilia Pyper, Ron Gray, Mike Murphy, Doug Altman, Germaine Buck Louis, Courtney Lynch, Enrique Schisterman
Doel 1. Het gevolg van vastgestelde psychosociale stress tijdens de wachttijd op een zwangerschap evalueren 2.
Het gevolg van vastgestelde fysiologische stress tijdens de wachttijd op een zwangerschap evalueren
3.
Nagaan of psychosociale stress geassocieerd gaat met fysiologische stress
4.
Nagaan of onderliggende angst en depressie, sociale bijstand, zelfwaarderingsgraad mogelijk een associatie tussen psychosociale of fysiologische stress en wachttijd op een zwangerschap verandert of verstoort
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008 Cecilia Pyper 2008
Methode
Het toestel voor inzameling van speeksel
Populatie – 400 vrouwen consecutief in OCS opgenomen Psychosociale stress Cohen’s ervaren stressschaal – elke cyclus Bijkomende metingen – aan de basis
State Trait Anxiety Inventory Medical Outcomes Study (MOS) Social Support Survey Pearlin’s Mastery Scale Rosenberg’s Self-esteem Scale
Fysiologische stress – elke cyclus Speeksel cortisol Speeksel alfa-amylase
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Statistische Power ¾
Studie opgezet om een 15% verhoging tijdens de wachttijd op zwangerschap voor elke -
5 nmol/L verandering in speeksel cortisol 5U/mL verandering in alpha-amylase 5-point verandering in PSS
¾
Populatie van 400 zal onderzoek van modificatieeffect toelaten
¾
Veronderstelt dat 75% van de vrouwen zwanger zal zijn na 6 maanden
Eerste voldoende gepowerde prospectieve studie om de gevolgen van fysiologische en psychosociale stress te evalueren tijdens de wachttijd op zwangerschap
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Dr Cecilia Pyper Senior Research Fellow National Perinatal Epidemiology Unit Department of Public Health University of Oxford Old Road Campus Oxford OX3 7LF UK Tel 44-1865 327270 Fax 44 1865 327271 gsm 44 -7802753880
[email protected] of
[email protected]
Dr Cecilia Pyper National Perinatal Epidemiology Unit, University of Oxford UK 2008
Pyper: Oxford studie
5
Achtergrond • grote variatie in ovulatiedag en locatie van luteale fase (zelfs in relatief regelmatige cycli)
Vruchtbaarheidsbewustzijn en kinderwens – Een prospectief observationele studie Petra Frank-Herrmann, Chris Jacobs, Sigfried Baur, Günter Freundl, Thomas Strowitzki Dept. Gynaecologische Endocrinologie en Vruchtbaarheidsstoornissen Universiteit Heidelberg
• timing van diagnosemaatregelen is een uitdaging (herhaalde kliniekbezoeken, valse diagnose) • timing van gemeenschap kan deficiënt zijn • Natural Family Planning biedt een methode van natuurlijke cyclusmonitoring (NCM-Methode)
Materiaal en Methoden
Doel • de betekenis van de zelfwaarneming van het fertiele venster als diagnosemiddel bepalen
Onderzoeksvragen
• prospectieve observationele studie • 228 vrouwen gerecruteerd – Dagbladen – Fertiliteitskliniek van de Vrouwenkliniek van de Universiteit Heidelberg
• Hoe efficiënt kunnen infertiliteitspatiënten het piekfertiele venster/ovulatietijdstip en de midluteale fase bepalen?
• proberen zwanger te worden sinds tenminste één jaar
• Kan het aantal kliniekbezoeken zo beperkt worden?
• geen amenorrhee
• Welke zwangerschapscijfers kunnen met vruchtbaarheidsgerichte gemeenschap worden behaald?
• momenteel geen hormonale behandeling • willen de NCM-Method (STM) ten minste 2, max. 8 cycl gebruiken
Karakteristieken van de studiegroep Leeftijd (n=228)
<30 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar >= 40 jaar
% 17.1 28.5 39.5 14.9
Kinderwens (n=228)
1-2 jaar 3-4 jaar >= 5 jaar
48.2 32.0 19.7
Cycluslengte
>= 32 dagen < 25 dagen
18.0 16.8
Het fertiele venster / piek vruchtbaarheid • bepaald door de patiënte zelf • bepaald door veranderingen van cervixslijm aan de schede-ingang op te volgen en basale lichaamstemperatuur te noteren (STM) • korte inleiding (15-20 minuten) • één oefencyclus
= De
NCM-Methode
Frank-Herrmann: een prospectieve studie 1
Infertiliteitsstudie universiteit Heidelberg
E2
198
LH
39
Prog.
1,2
Follikel
19
Infertiliteitsstudie universiteit Heidelberg
De infertiliteitspatiënte bepaalt de dag voor de diagnosemeting -en (echografie, bloedafname, postcoitale test) zelf overeenkomstig haar waarnemingen
Definitie van ovulatietijdstip
Luteale bloedafname genomen op dag 7 van de verhoogde temperatuur E2
85
LH
2,2
Prog.
20
Definitie van ovulatietijdstip
• criteria bepaald bij consensus met de Duitse Associatie voor Gynaecologische Endocrinologie, Sectie “Natuurlijke Fertiliteit” • de vastgestelde ovulatiecriteria werden gebruikt • Voor vrouwen met polycystisch ovariumsyndroom, LHwaarden op het moment dat de stuwing tenminste twee keer de overeenkomende midluteale waarden had moeten bereiken
Deelnemers Eindpunten Redenen voor Infertiliteit (n=228)
Uteriene pathologie 10%
Andere 8%
Endocriene 34%
Voldeed alle cycli van de studie 40%
Zwangerschap tijdens of na diagnostische cyclus 8%
Verliet de studie vóór diagnostische cyclus 1%
Startte vruchtbaarheidsbehandeling 12%
Endometriose 6%
Tubale factor 11%
idiopathisch 10%
Mannelijke factor 21%
Zwanger vóór diagnostische cyclus 18%
Lost to Follow-up 1%
Werk of tijdsproblemen 8%
Wilde niet langer zwanger worden 3%
Moeilijkheden om methode toe te passen 2% Onvruchtbaar bevonden tijdens studie 7%
Frank-Herrmann: een prospectieve studie 2
Resultaten
Resultaten Luteale FaseDeficiëntie - Voorkomen (n=80)
Persistente follikel 2,5%
Mogelijke luteale fasedeficiëntie 5,0% Luteal fasedeficiëntie 10,0%
Voldoende luteale fase 82,5%
Spontane zwangerschap bij fertiliteitsspatiënten met gerichte gemeenschap (n=186 vrouwen)
Uitsluiting van 41 patiënten te wijten aan - scheiding van partner - ernstige OATS - afgesloten eileiders
zwangerschap (%)
gemiddeld progesteronniveau (ng/ml)
Progesteronniveau in relatie tot de totale lengte van de luteale fase
overlevingsfunctie geschrapt
lengte van de luteale fase (dagen)
zwangerschap (%)
leeftijdsgroep > 40 jaar
36 - 40 jaar
<36 jaar
observatiecyclus
Spontane zwangerschap bij fertiliteitsspatiënten met gerichte gemeenschap (n=186 vrouwen)
zwangerschap (%)
Spontane zwangerschap bij fertiliteitsspatiënten met gerichte gemeenschap (n=186 vrouwen)
observatiecyclus
kinderwens > 4 jaar
3-4 jaar
< 3 jaar
observatiecyclus
Frank-Herrmann: een prospectieve studie 3
Besluit/Discussie I • Onze studie toont dat na slechts een korte introductie in de sympto-thermale methode van NFP, nieuwe gebruikers in staat waren om hun piekfertiele venster in 80% van de gevallen te bepalen, wat een meer geïndividualiseerd en effectief diagnose- en behandelingsprogramma mogelijk maakte. • Aanzienlijk spontaan zwangerschapscijfer met vruchtbaarheidsgerichte gemeenschap, echter zonder controlegroep.
Besluit/Discussie II • Diagnose van luteale insufficiëntie kan in verband gebracht worden met de cycluskaart (NCM-Methode) • met NCM-Methode: één bloedstaal nemen in de luteale fase is gewoonlijk voldoende • Luteale insufficiëntie: » hoge temperatuurfase < 10 dagen » progesteronniveau < 10 ng/ml
De integratie van de reproductieve competentie van de patiënt kan een interessante bijdrage leveren tot de gynaecologie
• management van infertiliteit • grotere doeltreffendheid van diagnosemetingen • beperking van kliniekbezoeken • vaststelling van graad en ontwikkeling van hormonale storingen (mate van ovariële insufficiëntie) • betere betrokkenheid van de patiënt
Frank-Herrmann: een prospectieve studie 4