“The people formerly known as the audience” De invloed van de professionele redactiecultuur op het gebruik van burgerjournalistiek in traditionele online nieuwsmedia.
BA Thesis | Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Lieke Malcorps Studentnummer: 6058698 Docent: Drs. Rachid Azrout Datum: 21 december 2012
Inhoudsopgave 1. Inleiding .................................................................................................................................2 Relevantie ...................................................................................................................................4
2. Methode..................................................................................................................................5 Steekproef ....................................................................................................................................5 Methode van analyse ..................................................................................................................5 Procedure ....................................................................................................................................5
3. Resultaten ..............................................................................................................................6 3.1 De 5 fasen van het ‘newsmaking’ proces ................................................................................6 Welke mogelijkheden biedt elke fase voor het gebruik van burgerjournalistiek? ......................6 3.2 Professionele versus burgerjournalisten .................................................................................9 Wij zijn de professionals .............................................................................................................9 Wij zijn en blijven de gatekeepers ............................................................................................11 Burgers zijn actieve nieuwsontvangers, geen nieuwsmakers ...................................................12 Moderatie als controlemiddel ....................................................................................................14
4. Conclusie
............................................................................................................................15
Discussie ..................................................................................................................................16
Literatuurlijst
...............................................................................................................................18
Bijlage 1: Soorten burgerjournalistiek ...............................................................................................22
1
1. Inleiding Burgers die onderdeel uitmaken van het journalistieke proces zijn niets nieuws. Al bij de eerste kranten in de 18e eeuw in Groot-Brittannië konden lezers commentaar leveren op de artikelen die in de krant stonden. Op de derde pagina van de krant werd er ruimte vrijgehouden, een witte pagina, voor het commentaar van de lezers, waarna zij deze ‘bewerkte’ krant konden doorsturen naar familie en vrienden (Hermida, 2011). Maar deze periode, waarin de lezers nieuwsberichten konden bewerken, kwam tot een einde met de professionalisering van de journalistiek. Kranten werden eindproducten waarin niks meer veranderd kon worden, de inhoud werd helemaal gemaakt door de professionele journalisten en de enige mogelijke vorm van participatie waren ingestuurde brieven. Media organisaties zagen nieuws als een lezing of college: “We told you what the news was. You bought it, or you didn’t. You might write us a letter; we might print it” (Gillmor, 2004, p.60). Deze situatie werkte prima totdat het internet opkwam. Het internet heeft er namelijk voor gezorgd dat de hoeveelheid beschikbare informatie onmetelijk is en dat de macht niet langer bij de nieuwsorganisaties ligt, maar dat het publiek zelf kan bepalen welke informatie het tot zich neemt. Daarnaast is het publiek nu in het bezit van gebruiksvriendelijke publicatiesoftware, mobiel internet en andere nieuwe mediatechnologieën waardoor het de middelen heeft om een actieve deelnemer te worden in het maken en verspreiden van nieuws en informatie (Bowman & Willis, 2003). Deze ontwikkeling heeft ervoor gezorgd dat burgers minder afhankelijk zijn van de berichtgeving van mainstream nieuwsmedia en zelf kunnen bepalen welke informatie ze willen verkrijgen. Daarnaast maakt het internet het mogelijk voor burgers om zelf ook als nieuwsproducenten actief te zijn want er zijn vele eenvoudige publicatie mogelijkheden (Bruns, 2003). De grens tussen journalist en publiek vervaagt; iedereen kan nieuws produceren en publiceren. Dit dwingt journalisten om het publiek niet langer te zien als een passief publiek, maar als een actief publiek dat betrokken zou moeten worden in het journalistieke proces (Hermida, 2011). Dit heeft gevolgen voor de manier waarop online nieuws geproduceerd wordt. Een van de zichtbare gevolgen van deze ontwikkeling is het fenomeen ‘burgerjournalistiek’. Het internet heeft een actief en kritisch publiek gecreëerd dat graag wil deelnemen aan het zogenaamde ‘newsmaking’ proces: het journalistieke proces waarin informatie wordt verzameld, bewerkt en verspreid naar het publiek (Hermida, 2011). Burgerjournalistiek is een vorm van journalistiek waarbij gewone burgers journalistieke taken uitvoeren die normaal door professionele journalisten worden uitgevoerd (Joyce, 2007; Lewis 2
et al., 2010; Goode, 2009). Ze spelen hierbij een actieve rol in het ‘newsmaking’ proces waarin ze de nieuwsproductie zelfstandig uitvoeren of hiervoor samenwerken met professionele journalisten (Bowman & Willis, 2003; Deuze, Bruns & Neuberger, 2007). Burgerjournalistiek wordt in de communicatiewetenschappelijke literatuur ook wel ‘citizen journalism’ , ‘user-generated content’ of ‘ participatory journalism’ genoemd. Alle drie de termen refereren aan burgers die een actieve rol spelen in het journalistieke proces van verzamelen, verslag doen, analyseren en het verspreiden van nieuws en informatie op het internet (Bowman & Willis, 2003 in; Hermida, 2011). In dit literatuuronderzoek zal de term burgerjournalistiek gebruikt worden, wanneer we het over dit fenomeen hebben. Traditionele online nieuwsmedia willen gebruik maken van burgerjournalistiek vanuit commercieel oogpunt – ze willen zo goed mogelijk inspelen op de wensen van de burgers om zo advertentie inkomsten te behouden. Daarnaast wil men dit ook vanuit ideologisch oogpunt – meer diversiteit in de berichtgeving zal leiden tot een beter maatschappelijk dialoog. Maar dit botst met de visie van professionele journalisten dat zij de zeggenschap moeten behouden over de nieuws- en informatiestroom (Lewis et al., 2010). Uit eerdere onderzoeken (Allan, 2007; Bowman & Willis, 2003a; Deuze, Bruns & Neuberger, 2007; Domingo et al., 2008; Karlsson, 2011; Singer, 2005; Thurman, 2008; Thurman & Hermida, 2010) blijkt dan ook dat professionele nieuwsredacties terughoudend en behoedzaam zijn in het openstellen van het ‘newsmaking’ proces voor actieve burgerjournalisten. De technologische mogelijkheden om burgerjournalistiek te integreren in het ‘newsmaking’ proces van online nieuwsmedia zijn volop aanwezig, maar in de praktijk blijkt dat lang niet al deze mogelijkheden benut worden door de traditionele online nieuwsmedia. Dit heeft voor het grootste deel te maken met de professionele redactiecultuur die nog sterk ingebed zit in de werkwijze van professionele online journalisten en waardoor zij sceptisch staan tegenover het betrekken van burgers in het ‘newsmaking’ proces. Professionele journalisten zijn onderdeel van een nieuwsredactie en baseren hun eigen handelen op de normen en waarden die gelden op deze nieuwsredactie. Zo worden professionele journalisten geacht het nieuws te brengen op een afstandelijke, neutrale en ‘both sides of the story’ toon (Wall, 2005). De verslaggeving moet waarheidsgetrouw en eerlijk gebeuren met zo min mogelijk schade voor bronnen en onderwerpen. Journalisten moeten onafhankelijk zijn en een bepaalde mate van maatschappelijke verantwoordelijkheid bezitten (Singer, 2003). De overheersende gedachte binnen de professionele redactiecultuur is dat een journalist moet bepalen wat een goed nieuwsverhaal is, hij of zij de feiten checkt, kritische 3
vragen stelt en ethisch verantwoord handelt (Singer, 2003). De professionele journalist is degene die bepaalt wat het publiek ziet, hoort en leest over de wereld (Lewis et al., 2010). Het gebruik van burgerjournalistieke initiatieven doen zij dan ook met deze professionele redactiecultuur in hun achterhoofd en deze initiatieven moeten dus wel passen bij hun eigen verwachtingen, vaardigheden en praktijken (Paulussen & Ugille, 2008). Bij de professionele journalisten veroorzaakt burgerjournalistiek een dilemma. Aan de ene kant merken de professionele journalisten dat wanneer zij hun publiek niet willen verliezen aan één van de ontelbaar andere online nieuwsmedia, ze de burgers zullen moeten betrekken in het ‘newsmaking’ proces. Aan de andere kant zijn de journalisten echter van mening dat zij de ‘experts’ zijn en dat het accuraat verslaan van nieuws alleen voor hen weggelegd is en de burger hier niets te zoeken heeft (Paulussen & Ugille, 2008). Dit literatuuronderzoek zal proberen een beeld te schetsen van het dilemma en de belemmeringen die de professionele redactiecultuur veroorzaakt bij het gebruik van burgerjournalistiek in online nieuwsmedia. De onderzoeksvraag luidt dan ook: In hoeverre wordt het gebruik van burgerjournalistiek in het ‘newsmaking’ proces beperkt door de professionele redactiecultuur van traditionele online nieuwsmedia?
Relevantie Het is belangrijk te onderzoeken in hoeverre de professionele redactiecultuur het gebruik van burgerjournalistiek beperkt omdat uit diverse onderzoeken blijkt dat burgerjournalistiek nog niet optimaal gebruikt wordt door traditionele online nieuwsmedia. Er is alleen nog geen duidelijk overzicht in hoeverre dit te maken heeft met de professionele redactiecultuur van online nieuwsmedia. Dit literatuuronderzoek zal proberen dit overzicht te scheppen, zodat empirisch onderzoek in de toekomst een beter beeld heeft van welke aspecten van burgerjournalistiek in de traditionele nieuwsmedia onderzocht dienen te worden. Daarnaast zal een duidelijk beeld van de stand van zaken helpen dit relatief nieuwe fenomeen beter te begrijpen en eventuele ontwikkelingen met betrekking tot burgerjournalistiek sneller te kunnen verklaren. Zowel professionele journalisten als burgerjournalisten zullen met dit literatuuronderzoek een beter inzicht kunnen krijgen hoe deze vorm van participerende online journalistiek werkt en wat hun rol in het journalistieke proces is of zou kunnen zijn.
4
2. Methode Steekproef Aan de hand van deze literatuurstudie wordt getracht een zo volledig mogelijk antwoord te formuleren op de genoemde probleemstelling. Verschillende onderzoeksresultaten van empirisch en niet-empirisch wetenschappelijke artikelen worden hierbij geanalyseerd en vergeleken. Burgerjournalistiek is een relatief nieuw fenomeen en er is dan ook getracht de meest recente – maximaal tot 15 jaar geleden – publicaties over burgerjournalistiek en aanverwante begrippen te gebruiken. Daarnaast zijn alleen die artikelen geselecteerd die daadwerkelijk de attitudes van professionele journalisten ten opzichte van burgerjournalistiek en/of het gebruik van burgerjournalistieke initiatieven onderzoeken. Methode van literatuuranalyse Om antwoord te geven op de probleemstelling zijn de wetenschappelijke publicaties onderworpen aan een analytische review. Dit houdt in dat de bestaande literatuur op een kritische wijze wordt geëvalueerd, zodat er een gestructureerde beschrijving kan worden gegeven van de huidige situatie in de wetenschappelijke literatuur over burgerjournalistiek. Deze analytische review wordt gedaan aan de hand van de 5 fasen van het ‘newsmaking’ proces zoals deze vastgesteld zijn door Domingo et al.(2008) en Hermida (2011). , Procedure De literatuur is gevonden met behulp van de Universiteits Bibliotheek van Amsterdam (UBA) en de zoekmachine voor wetenschappelijke literatuur Google Scholar. Van hieruit zijn onder andere de databases ISI Web of Sience , PiCarta, Academic search premier en ScienceDirect geraadpleegd. Met behulp van zoektermen als: ‘citizen journalism’, ‘participatory journalism’, ‘user generated content’, ‘online journalism’ en ‘newsrooms’ is er gezocht naar de wetenschappelijke artikelen die het beste aansluiten bij de onderzoeksvraag van deze literatuurstudie. Daarnaast is er in de selectieprocedure ook gebruik gemaakt van de sneeuwbal methode en ‘forward searching’ om het aantal zoekresultaten te vergroten.
5
3. Resultaten 3.1 De 5 fasen van het ‘newsmaking’ proces Het ‘newsmaking’ proces zoals dit in traditionele online nieuwsmedia plaatsvindt bestaat uit 5 verschillende fasen (Hermida, 2011; Domingo et al., 2008). In tabel 1 wordt uiteengezet welke journalistieke taken er in iedere fasen worden uitgevoerd. Fase 1
Naam Toegang/Observatie
Taak Informatievergaring
2
Selectie/Filter
Gatekeeping
3
Verwerken/Bewerken Verhaal creatie
4
Distributie
Verspreiding van nieuwsverhaal
5
Interpretatie
Openstaan voor feedback
Hoe Bronnen, ooggetuigen, beelden geluidsmateriaal Bepalen welke gebeurtenissen nieuwswaardig zijn Schrijven van het nieuwsverhaal Publiceren van en linken naar nieuwsverhaal Nieuwsverhaal openstellen voor reacties, commentaar en discussie
Tabel 1: De 5 fasen van het ‘Newsmaking’ proces (Hermida, 2011; Domingo et al., 2008).
Van oudsher zijn de eerste vier fasen van het ‘newsmaking’ proces in handen geweest van de professionele journalisten. Daarnaast manageden ze de vijfde fase, interpretatie, door middel van opiniërende columns en het plaatsen van ingezonden brieven. De opkomst van burgerjournalistiek heeft er echter voor gezorgd dat de professionele journalisten het ‘newsmaking’ proces open moeten stellen voor journalistieke bijdrages van burgers (Hermida, 2011). Deze burgerjournalistiek heeft niet één vaste vorm maar er zijn verschillende mogelijkheden waarop burgers kunnen participeren in het ‘newsmaking’ proces van traditionele online nieuwsmedia (zie bijlage 1). Welke mogelijkheden biedt elke fase voor het gebruik van burgerjournalistiek? De mate waarin burgers kunnen participeren in het ‘newsmaking’ proces is afhankelijk van de openheid van de 5 ‘newsmaking’ fasen. De openheid van de fasen en de mogelijkheid tot burgerparticipatie wordt per fase bepaald door de nieuwsmedia zelf (Domingo et al., 2008).
6
Fase 1 In deze eerste fase van het ‘newsmaking’ proces blijkt dat traditionele online nieuwsmedia, burgers vooral de mogelijkheid geven om tekst- en audiovisueel materiaal naar de redactie te sturen en zo een bijdrage te leveren aan de inhoud van het nieuwsmedium (Hermida, 2011; Domingo et al., 2008). Opvallend is dat, hoewel de journalisten wel open staan voor input van burgers er maar weinig initiatieven zijn waarin de journalist de burger ook daadwerkelijk aanspoort om een bijdrage te leveren. Als gevolg hiervan vindt het contact tussen de journalist en burger vooral plaats via e-mails en worden journalisten bedolven onder een enorme berg emails van burgers die denken iets nieuwswaardigs te melden te hebben. De taak van de journalist is om uit al deze e-mails nieuwswaardige informatie te selecteren en te bewerken voor publicatie. Waar de meeste nieuwswebsites in deze eerste fase daarnaast ook gebruik van maken zijn online tools voor het uploaden van foto’s en video’s. Wel moet er specifiek gevraagd worden om deze zogenaamde burger media, uit zichzelf sturen burgers namelijk niets in. De manier waarop in deze eerste fase van het ‘newsmaking’ proces gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden tot burgerjournalistiek laat zien dat de traditionele nieuwsmedia terughoudend zijn in het betrekken van het publiek bij het opstellen van de nieuwsagenda. De journalisten zien burgers alleen als informatiebron en beperken zo de rol die de burgers kunnen spelen. Onbewerkte nieuwsverhalen, geschreven door burgers komen er niet in en de journalisten houden de macht over de nieuwsagenda (Hermida, 2011). Fase 2 Deze fase van selectie en filtering is de meest gesloten fase van het newsmaking proces concludeert Hermida (2011). Domingo et al. (2008) zeggen zelfs dat de burgers in deze fase helemaal niet betrokken worden. De burgers laten bepalen wat nieuws is, wordt door journalisten als een taboe gezien. Geen enkele van de geïnterviewde journalisten in de studie (Hermida, 2011) liet de burger toe in de besluitvorming over wat nieuws is en wat niet. Een uitzondering was de website LePost.fr, een aftakking van het Franse dagblad Le Monde, dat burgers de mogelijkheid biedt om het nieuws op de website te monitoren. Deze website was echter geen onderdeel van een traditionele online nieuwswebsite en werd niet gecoördineerd door professionele journalisten. Fase 3 In deze fase, waarin nieuwsverhalen worden gecreëerd en op geschreven, laten journalisten burgers amper toe hun eigen nieuwsberichten te schrijven. Een aantal van de geïnterviewde journalisten (Hermida, 2011) gaf aan een bepaalde weerstand te voelen tegenover het 7
openstellen van deze fase voor burgers. Er is wel een mogelijkheid voor burgers om nieuwsverhalen in te sturen, maar deze zijn dan onderhevig aan strenge controle en moderatie van de nieuwsredactie. De traditionele online nieuwsmedia willen een strikte scheiding tussen professionele en amateuristische inhoud. Als de verhalen van burgers worden gebruikt dan worden deze niet op de nieuwswebsites, maar zoals bij LePost.fr, op een aparte van de online krant gescheiden pagina geplaatst (Hermida, 2011). Fase 4 Ook de invloed van burgers in de distributiefase is zeer beperkt. Op de nieuwswebsites zelf is de enige mogelijkheid om als burger aan te geven welke nieuwsberichten gelezen moeten worden door het waarderen van artikelen. Deze verschijnen dan vervolgens in lijstjes van meest gelezen of gewaardeerde artikelen. Maar zelfs in het publiceren van deze rangschikkingen zijn journalisten terughoudend. Welke artikelen belangrijk zijn om te lezen moet volgens de journalisten bepaald worden door hen en niet door de burgers. Wel hebben de meeste nieuwswebsites inmiddels de mogelijkheid om artikelen te delen via sociale media. Hierdoor kunnen burgers toch een bepaalde mate van invloed uitoefenen in de distributiefase. In deze fase is duidelijk zichtbaar dat journalisten problemen hebben met het behouden van een balans tussen het verstrekken van een interactieve, sociale ervaring van nieuws op nieuwswebsite en de interne behoefte controle te hebben over de hiërarchie en verspreiding van nieuws (Hermida, 2011). Fase 5 De fase van interpretatie biedt burgers de meeste mogelijkheden om te participeren in het ‘newsmaking’ proces (Domingo et al., 2008). Burgers worden aangemoedigd hun mening te geven over het nieuws. De simpelste en meest gebruikte tool hiervoor is een poll, maar online nieuwsmedia maken ook veel gebruik van fora en reactieformulieren. De geïnterviewde journalisten in het onderzoek van Hermida (2011) zagen reacties als de meest significante mogelijkheid om gebruikers te laten discussiëren over de nieuwsinhoud. Ze zien dit als de meest succesvolle vorm van burgerjournalistiek omdat het de meeste gebruikers heeft. Succesvolle participatie bestaat echter uit meer dan alleen veel gebruikers en het aantal bruikbare reacties is laag omdat er weinig inhoudelijk wordt gereageerd op de artikelen. Dit is de reden dat de geïnterviewde journalisten reacties dan ook niet zien als een journalistieke bijdrage, maar meer als een discussie tussen de lezers. Of zoals de hoofdredacteur van LePost.fr zei: “For us, that’s not really participation. It’s just debate” (Hermida, 2011, p.25).
8
De mogelijkheden tot participatie die deze vijf fasen bieden, laten zien dat de traditionele online nieuwsmedia het proces zoveel mogelijk onveranderd laten (Domingo et al., 2008). De meeste mogelijkheden voor burgers om deel te nemen aan het ‘newsmaking’ proces bevinden zich in de eerste fase en de laatste fase. Aan het begin van het ‘newsmaking’ proces wordt de burger veel gebruikt als bron voor informatie – men kan foto’s of video’s uploaden. In de laatste fase bieden traditionele online media burgers de mogelijkheid om te reageren op of te discussiëren over berichten geschreven door professionele journalisten. De journalisten stellen de tussenliggende fasen, met name fase 2, in veel mindere mate open voor burgers omdat ze controle moeten houden over de inhoud van hun nieuwsmedium om de kwaliteit ervan te waarborgen (Domingo et al., 2008; Hermida, 2011).
3.2 Professionele versus burgerjournalisten Wij zijn de professionals Journalisten zien zichzelf als de ultieme professionals op het gebied van journalistiek. Uit de interviews die Heinonen (2011) had met verschillende professionele journalisten kwamen drie categorieën van zelfperceptie naar voren. Deze drie percepties zijn abstracte, conceptuele definities en komen alle drie in een bepaalde mate voor bij de professionele journalisten. Het is niet zo dat een individuele journalist maar één perceptie heeft, maar hun individuele visie is een combinatie van de drie perspectieven. Veel journalisten nemen de rol van ‘conventionele journalist’ aan wanneer het gaat over burgerjournalistiek in de 2e en 3e fase van het ‘newsmaking’ proces maar zien zichzelf daarnaast ook als ‘dialoog journalist’. Veel journalisten twijfelen – in hun dagelijkse werkzaamheden – tussen de twee rollen en men uit deze twijfel door de rol van ‘ambivalente journalist’ aan te nemen. Een journalist heeft dus niet één vaste rol, maar kan tijdens het doorlopen van de fasen van het ‘newsmaking’ proces de drie verschillende rollen aannemen (Heinonen, 2011). De eerste zelfperceptie die journalisten kunnen aannemen is die van een ‘conventionele journalist’. Conventionele journalisten zijn van mening dat professionals beter af zijn zonder de bemoeienis van burgers, dat het toelaten van burgerjournalistiek alleen maar voor extra werk zorgt en dat ze hun tijd beter kunnen besteden aan de – in hun ogen – ‘echte’ journalistiek. Een belangrijk ander aspect van deze ‘conventionele journalisten’ is dat ze zichzelf zien als professionals die niet vervangen kunnen worden. Ze zijn trots op hun beroep en zien burgers hun taken niet overnemen. Wel benadrukken ze dat burgers belangrijke informatiebronnen kunnen zijn, maar dat zij – als journalisten – het beste weten hoe je het 9
publiek moet informeren op een manier die correct en passend is. ‘Conventionele journalisten’ nemen een defensieve houding aan tegenover burgerjournalistiek. Ze zijn van mening dat het gehele ‘newsmaking’ proces in handen moet zijn van professionele journalisten maar vooral in de 2e en 3e fase is deze zelfperceptie het sterkst aanwezig (Heinonen, 2011). De tweede manier waarop journalisten zichzelf kunnen zien is als ‘dialoog journalist’. Dialoog journalisten zijn zich bewust van de behoefte om de journalistiek open te stellen voor sturing vanuit het publiek. Burgers kunnen een bepalende rol spelen, maar de professionele journalisten moeten dan wel de moed hebben om deze burgerinitiatieven te integreren in het ‘newsmaking’ proces. Op welke manier en in hoeverre zij de burgers moeten betrekken vinden de journalisten lastig te bepalen.“If we allow more user-generated content on our website, to what extent should we make a distinction between what is created by our own professionals and the rest?” aldus een journalist van het Belgische dagblad De Standaard (Heinonen, 2011, p.49). Deze zelfperceptie heeft een realistischere blik op de online journalistiek en de interactieve mogelijkheden die het internet biedt. In theorie zijn dialoog journalisten voorstanders van burger participatie in het gehele ‘newsmaking’ proces maar in de praktijk nemen journalisten de ‘dialoog’ rol vooral aan in de 1e en 5e fase van het ‘newsmaking’ proces (Heinonen, 2011). Omdat veel professionele journalisten twijfelen over wat het beste zelfperspectief is – conventioneel of dialoog - ontstaat er een derde zelfperspectief, namelijk die van ‘ambivalente journalist’. Deze journalisten zijn zich bewust van het interne dilemma dat de komst van burgerjournalistiek bij hen veroorzaakt en betrekken het publiek hierbij door openlijk te spreken voor welke uitdagingen ze komen te staan. Er ontstaat een soort van dubbelrol bij de journalisten; aan de ene kant zijn de journalisten terughoudend in het gebruiken van burgerjournalisten in het ‘newsmaking’ proces, maar aan de andere kant zien ze ook de toegevoegde waarde van een actief, participerend publiek. De geïnterviewde journalisten uitten deze rol van ‘ambivalente journalist’ door burgers aan te moedigen zo veel mogelijk te participeren in het ‘newsmaking’ proces maar tegelijkertijd de 2e en 3e fase alleen open te stellen voor professionele journalisten (Heinonen, 2011). Wat Heinonen (2011) concludeert uit de interviews met professionele journalisten is dat hoewel alle drie deze percepties aanwezig zijn het toch in grote mate terughoudendheid en conservatisme is wat overheerst bij de journalisten. Burgerjournalisten mogen wel een rol spelen in bepaalde fasen (1e en 5e) van het ‘newsmaking’ proces maar de controle over het 10
gehele proces moet, volgens de journalisten zelf, in handen blijven van de professionele journalisten. Dat journalisten het ‘newsmaking’ proces maar beperkt openstellen voor burgerjournalistiek heeft ook te maken met het journalistieke model dat overheerst in de traditionele online media. In mainstream media zijn twee modellen te onderscheiden het ‘Market Model’ en het ‘Trustee Model’. Het ‘Market Model’ is een model waarin journalisten de nieuwsbehoeften van het publiek, dat het aantrekkelijkst is voor adverteerders, bevredigen en wordt steeds vaker gebruikt. Het ‘Trustee Model’ waarin journalisten worden gezien als professionals die beslissen welk nieuws naar de burgers overgebracht moet worden zodat zij zich kunnen gedragen als geïnformeerde burgers komt echter nog steeds het meeste voor in traditionele online nieuwsmedia. Er is nog steeds een duidelijke scheiding tussen de journalisten en het publiek. Of anders gezegd: “The notion of ‘us and them’ is still used to describe the difference between journalists and citizens. The ‘Us’ are professional journalists while ‘them’ are the concerned citizens telling their stories to these reporters and editors. The public journalist is, in other words, still the gatekeeper” (Platon & Deuze, 2003 in; Paulussen et al., 2007, p. 136). Hoewel dit model ook veel bekritiseerd wordt – het zou te elitair en paternalistisch zijn en te veel een top-down karakter hebben – heeft dit model dus nog steeds de overhand in de traditionele online nieuwsmedia (Paulussen et al., 2007). Wij zijn en blijven de ‘gatekeepers’ Volgens Hermida & Thurman (2008) willen professionele journalisten het ‘gatekeeping’model in stand houden. Gatekeeping is het proces waarbij bepaald wordt welke gebeurtenisen nieuwswaardig zijn en welke niet. Zijn ze nieuwswaardig, dan maken de journalisten er een nieuwsitem van (Bruns, 2003). De journalisten zijn van mening dat zij de kennis en middelen hebben om dit proces het beste uit te voeren. Wanneer men burgerjournalistiek zou toelaten in het ‘newsmaking’ proces – vooral in de 2e fase – dan ondermijnt dit de ‘gatekeeping’ functie van de professionele journalisten. De controle en verantwoordelijkheid over de inhoud van de online nieuwsmedia moeten ze dan delen met de burgerjournalisten. Dit willen de professionele journalisten voorkomen, burgerjournalisten kunnen daarom wel onderwerpen aandragen in fase 1 van het ‘newsmaking’ proces, maar de journalisten bepalen zelf wat nieuwswaardig genoeg is om te publiceren (Lewis et al., 2010). Om deze ‘gatekeeping’ functie en de daarmee samenhangende controle in stand te kunnen houden, moeten de journalisten alle burgerjournalistieke initiatieven modereren. Van de 118 blogs die Hermida & Thurman (2008) onderzochten waren er maar 12 waarop de burgers de mogelijkheid hadden 11
direct informatie te plaatsen zonder tussenkomst van een professionele journalist. En zelfs bij deze 12 blogs werd de inhoud nadat deze gepubliceerd was gecontroleerd en gemodereerd. Voor dit modereren is veel personeel nodig en dat kost enorm veel geld. Hermida & Thurman (2008) zien dat dit het moeilijker maakt voor journalisten om de controle te behouden over burgerjournalistieke inhoud. In theorie kunnen er grofweg twee uitersten ontstaan; enerzijds kunnen journalisten ervoor kiezen hun websites helemaal dicht te gooien en geen enkel burgerjournalistiek initiatief meer toe te laten, anderzijds kan men rigoureus zijn en de inhoud die burgerjournalisten plaatsen geheel ongemodereerd op hun website publiceren. In de praktijk zijn er maar weinig online nieuwsmedia die voor één van deze opties kiezen, de meesten kiezen voor de middenweg. Wat men doet is burgers alleen betrekken in de eerste fase van het ‘newsmaking’ proces en in de laatste twee fasen, omdat in deze fasen minder intensieve moderatie nodig is. Op deze manier worden burgers wel betrokken, maar komt de ‘gatekeeping’ functie van de professionele journalisten niet in gevaar. Het selecteren en produceren van de nieuwsinhoud blijft in handen van de professionele journalisten (Hermida, 2011; Karlsson, 2011; Lacy et al., 2010). Burgers zijn actieve nieuwsontvangers, geen nieuwsmakers Professionele journalisten van online nieuwsmedia zien burgers als een actief publiek dat geacht wordt te reageren op het nieuws. Maar die reacties omzetten in nieuwsproducten, dat zien ze niet zo zitten. Het publiek is vooral waardevol als nieuwsbron en niet als nieuwsproducent (Hermida, 2011; Hermida & Thurman, 2008). Want, zo zeggen de journalisten: “users may have something newsworthy to say, though they typically do not possess the skills necessary to say it well” (Heinonen, 2011, p.50). Als nieuwsbronnen kunnen burgers, in de eerste fase van het ‘newsmaking’ proces, drie verschillende rollen aannemen. Burgers zijn een publieke sensor of scout; ze weten wat er speelt in de samenleving en geven dit door aan de professionele journalisten. Daarnaast zijn burgers vaak ooggetuigen of kunnen ze als voorbeeld dienen. Journalisten maken hier graag gebruik van want dit brengt een persoonlijk perspectief in het nieuwsverhaal. Tot slot weten burgers soms simpelweg meer over een bepaald onderwerp dan de journalist en kunnen ze als experts worden ingezet (Heinonen, 2011). Maar, zo vond Thurman (2008), alleen in bijzondere situaties zijn burgers waardevoller als nieuwsbron dan de bekende, geïnstitutionaliseerde bronnen. Wanneer er een aanslag plaats vindt en burgers als eerste ter plekke zijn, dan zullen ze bijvoorbeeld ‘burger media’ of ‘burger verhalen’ gebruiken. Wanneer het andere nieuws categorieën betreft, zoals bijvoorbeeld politiek of economie, dan vragen journalisten zich af of 12
burgers wel in staat zijn hierover adequaat te berichten. Daarnaast zit het gebruik van burgers als nieuwsbronnen niet ingebed in de dagelijkse bezigheiden van de professionele journalisten. Het wordt niet structureel gesteund op de redactie en als gevolg kiezen veel journalisten voor de makkelijke weg, namelijk die van de bekende geïnstitutionaliseerde bronnen (Paulussen & Ugille, 2008). Niet alleen zien professionele journalisten, burgers liever als nieuwsbron dan nieuwsproducent, ze zijn ook van mening dat de kwaliteit van burgerjournalistieke inhoud afdoet aan die van professionals:“The ability to publish does not make the publisher a journalist” (Singer, 2005, p.179; Reich, 2011). Zodoende zijn journalisten bezorgd dat wanneer men teveel burgerjournalistieke inhoud plaatst (fase 3) dit een negatief effect zal hebben op de kwaliteit van hun online nieuwsmedium. De geïnterviewde journalisten in het onderzoek van Paulussen en Ugille (2008) waren het er over eens dat burgerjournalistieke bijdragen nooit dezelfde betrouwbaarheid kunnen hebben als professionele inhoud, omdat burgerjournalisten volgens hen niet dezelfde objectiviteit, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid bezitten als professionals. Deze visie heeft veel invloed op de manier waarop online nieuwsmedia omgaan met burgerjournalistiek, ze geven de conservatieve denkwijze van de professionele redactiecultuur weer (Thurman & Hermida, 2010). De Britse journalisten die door Hermida en Thurman (2008) werden geïnterviewd, zien burgerjournalistiek dan ook alleen als een goede aanvulling op de professionele journalistiek. Ze zijn van mening dat professionele content beter is en een bepaalde superioriteit heeft ten opzichte van content van burgerjournalisten. Dat gevoel van superioriteit is niet helemaal terecht. ‘Burger blogs’ kunnen bijvoorbeeld een goede aanvulling zijn op het huidige nieuwsaanbod. Blogs zijn namelijk persoonlijker en bevatten meer opinie dan traditionele nieuwsmedia inhoud. Het gebruik van blogs zou andere perspectieven kunnen inbrengen in de traditionele nieuwsinhoud. (Wall, 2005; Lacy et al., 2010). Toch blijven journalisten het idee van ongemodereerde burgerjournalistiek, waarbij zij geen enkele inbreng hebben, zien als zeer gevaarlijk. Deze ongemodereerde content zou het imago en de reputatie van hun medium kunnen schaden (Paulussen en Ugille, 2008). Dit idee is niet geheel onterecht. Nieuwsconsumenten uit het onderzoek van Nah en Chung (2011) beoordeelden professionele journalistiek als geloofwaardiger en betrouwbaarder dan burgerjournalistiek. De professionele journalisten scoorden significant hoger op de taken die ze uitvoeren in de eerste vier ‘newsmaking’ fasen dan de burgerjournalisten. Behalve in de 5e fase van interpretatie, daar was geen significant verschil, wat kan betekenen dat 13
nieuwsconsumenten van mening zijn dat deze taak door zowel professionele als burgerjournalisten uitgevoerd kan worden. Moderatie als controlemiddel Wat de traditionele online nieuwsmedia doen om te zorgen dat de burgerjournalistieke bijdragen voldoen aan hun kwaliteitsstandaard is het modereren van de inhoud. Zoals een journalist van The Times (UK) zegt: “It’s got to be the right user-generated content and it’s got to fit with our brands” (Hermida & Thurman, 2008, p.9). Men modereert dus om te zorgen dat de burgerjournalistieke inhoud past bij de identiteit en reputatie van het online nieuwsmedium. Een journalist van de Washington Post: “What we have to offer as our brand is a newspaper and a site that can be trusted to uphold the standards we’ve built our business on. Turning the place to every Joe or Sally on the street isn’t going to be at the core of that mission” (Heinonen, 2011, p.48). Dit modereren om de betrouwbaarheid en het imago van het eigen merk te beschermen gebeurt dan ook op grote schaal. Zo werd bijvoorbeeld 80% van de inhoud van 25 onderzochte burgerjournalistieke initiatieven waaronder Have Your Says en Q&A’s van Thurman (2008) vooraf gemodereerd of achteraf bewerkt. Tegelijkertijd blijkt dat veel traditionele online nieuwsmedia worstelen met het vinden van een balans tussen enerzijds de middelen en financiën die nodig zijn om burgerjournalistiek te modereren en anderzijds de commerciële druk die aanzet tot burgerjournalistiek (Paulussen et al., 2007; Reich, 2011). Journalist Richard Withey van Independent.co.uk zegt angstig te zijn dat de hoge kosten en vele middelen die nodig zijn voor de moderatie van burgerjournalistiek, de aandacht en mankracht wegzuigt bij de ‘goede kant van het ‘newsmaking’ proces’, daarmee doelend op de professionele journalisten die nieuwsverhalen produceren (Hermida & Thurman, 2008, p.11; Paulussen et al., 2007). Zoals een journalist van TheScotsman.com het verwoordt: “The great problem with any kind of public involvement is that you have to moderate it and that is very, very resource-heavy” (Thurman, 2008, p.147). Dit is dan ook de reden voor veel nieuwsmedia uit het onderzoek van Thurman (2008) om het aantal burgerjournalistieke initiatieven terug te brengen. Dat ze niet kiezen voor ongemodereerde burgerjournalistiek heeft te maken met het al eerder benoemde behoefte aan controle over de inhoud van het nieuwsmedium. Bij veel kleine traditionele online media wordt zelfs de keuze gemaakt om burgerjournalistiek helemaal buiten het medium te houden (Karlsson, 2011; Lewis et al., 2010). Er zijn wel voorbeelden waar men wel ongemodereerde burgerjournalistiek toe liet, zoals de ‘Have your Say’- pagina van de BBC, die was eerst gemodereerd maar toen dit niet meer te doen was werd besloten deze pagina ongemodereerd 14
te laten verschijnen (Thurman, 2008). Keerzijde is wel dat deze ongemodereerde burgerjournalistiek dan plaats vindt op een aftakking van de officiële nieuwswebsite. Bowman en Willis (2003b) noemen dit een ‘closed-off annex’: “where readers can talk and discuss, as long as the media companies don’t have to be involved” (p.55). Een andere oplossing die soms ook al wordt gebruikt, is de moderatie laten uitvoeren door speciaal daarvoor aangestelde ‘hosts’. Dit zijn burgers die de moderatietaken van de journalisten overnemen. Deze aanpak is minder duur en vergt minder tijd en moeite van de professionele journalisten, maar de controle van de burgerjournalistieke inhoud wordt alsnog niet aan de ‘gewone burgers’ overgelaten en dus blijft de vraag of burgers überhaupt wel geschikt zijn als host op te treden (Thurman, 2008; Reich, 2011). 4.
Conclusie
De onderzoeksvraag van dit literatuuronderzoek luidde: In hoeverre wordt het gebruik van burgerjournalistiek in het ‘newsmaking’ proces beperkt door de professionele redactiecultuur van traditionele online nieuwsmedia? Op basis van de resultaten uit de verschillende wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat de professionele redactiecultuur een enorm beperkende rol speelt in het gebruik van burgerjournalistiek. Dit betekent niet dat journalisten zich niet bewust zijn van de mogelijkheden die burgerjournalistiek biedt. Ze zijn zich wel degelijk bewust van het feit dat ze burgerjournalistieke initiatieven zullen moeten gebruiken willen ze het publiek – op de lange termijn – aan zich binden. Professionele journalisten stellen echter het ‘newsmaking’ proces zeer beperkt open voor burgerjournalisten waardoor hun invloed op de gepubliceerde journalistieke inhoud zeer klein is. Reden hiervoor is de duidelijke scheiding tussen de rol die professionele journalisten voor zichzelf hebben weggelegd en welke bijdrage een burgerjournalist ‘mag’ leveren. Professionele journalisten zien burgers voornamelijk als nieuwsbronnen en niet als volwaardige producenten van journalistieke inhoud. Zoals Hermida (2011a) dit goed samenvat: “Journalists expect readers to act when events happen – for instance by contributing eyewitness reports, photos and videos – and then react once a professional has shepherded the information through the news production stage of filtering, processing and distributing the news” (p.178). Dit heeft voor het grootste deel te maken met het feit dat professionele journalisten de kwaliteit van burgerjournalistieke inhoud wantrouwen en geloven dat deze ‘slechte’ inhoud schadelijk kan zijn voor de algehele kwaliteit en de reputatie van het online nieuwsmedium waarvoor zij werkzaam zijn. 15
Daarnaast is het zo dat professionele journalisten niet geloven dat burgers in staat zijn op een accurate en professionele manier te bepalen wat nieuwswaardig is en ze daarom burgers hier de kans ook niet toe willen geven. De professionele journalisten zijn van mening dat alleen zij de enige echte gatekeepers kunnen zijn en dat burgerjournalisten geen rol mogen spelen in de 2e en 3e fase van het ‘newsmaking’ proces. Gevolg van deze stellingnamen is wel dat alle burgerjournalistieke inhoud gecontroleerd en gemodereerd moet worden door professionele journalisten. Deze houding lijkt echter onhoudbaar te worden aangezien het controleren en modereren enorm veel tijd en geld kost – zeker in een tijd waarin veel traditionele online nieuwsmedia in financieel zwaar weer zitten. Dat veel traditionele online nieuwsmedia er vervolgens voor kiezen om bijna geen burgerjournalistieke inhoud toe te laten – alleen de laatste fase van interpretatie wordt opengesteld – is misschien wel de grootste belemmering die de professionele redactiecultuur vormt voor burgerjournalistiek. Discussie Zolang de professionele journalisten er nog niet uit zijn wat ze met burgerjournalistiek kunnen en vooral willen bereiken, zal deze niet de kans hebben zich volledig naar behoren te ontwikkelen. Nieuwsredacties moeten alle fasen van het ‘newsmaking’ proces open zetten voor participatie van burgers om te zorgen dat burgerjournalistiek zich kan ontwikkelen tot een volwaardig onderdeel van de journalistieke cultuur. De terughoudendheid en twijfel die op dit moment nog overheerst bij professionele journalisten zal allereerst moeten wegebben wil burgerjournalistiek ooit een kans hebben bij de traditionele online nieuwsmedia. Daarnaast zullen professionele journalisten hun drang naar controle los moeten laten en de moderatie van burgerjournalistieke inhoud over moeten gaan laten aan de burgers zelf (Singer, 2011). Zoals een redacteur van 20 Minutos terecht opmerkt: “We need to tend towards this self-regulation of users by other users because it is the more logical thing to do. It is them, in the end, who know what do they want, what information is more useful and what is less, and what bothers them “(Reich, 2011, p. 112). Uit de resultaten is gebleken dat het merendeel van het onderzoek naar burgerjournalistiek zich richt op de adoptie ervan door professionele journalisten terwijl de burgerjournalisten zelf niet aan het woord komen. In de literatuur wordt ervan uitgegaan dat burgers ook willen participeren, maar is dit ook daadwerkelijk het geval? En als burgers de keuze maken om burgerjournalist te worden, welke motivatie geven ze hier dan voor? Daarnaast rijst de vraag welke burgers ervoor kiezen om burgerjournalist te worden? Is deze groep een goede afspiegeling van de samenleving of zijn dit voornamelijk hoogopgeleide, politiek- en 16
maatschappelijk betrokken burgers? Wanneer het voornamelijk hoogopgeleide burgers zijn, is de wantrouwendheid van de professionele journalisten dan wel terecht of is de hele kwaliteitsdiscussie achterhaald? Voordat in de toekomst onderzoek gedaan gaat worden naar burgerjournalistiek zal men allereerst moeten proberen – om tot een volledig beeld te komen – een antwoord te verkrijgen op deze vragen. Dit literatuuronderzoek heeft getracht uit alle geschikte artikelen de meest recente publicaties te gebruiken met als reden een zo actueel mogelijk beeld te schetsen van de status van de burgerjournalistiek in traditionele online nieuwsmedia. Omdat burgerjournalistiek echter plaats vindt op het internet en het internet voortdurend aan het ontwikkelen is, is de kans wel aanwezig dat veel publicaties gedateerd zijn. Zo is sinds 2008 de invloed en het gebruik van sociale media in de journalistiek exponentieel toegenomen, maar wordt dit fenomeen in de geanalyseerde wetenschappelijke literatuur amper behandeld. Vervolgonderzoek zal zich ook bezig moeten gaan houden met de gevolgen die het toenemende gebruik van sociale media heeft binnen de burgerjournalistiek. Tot slot, het feit dat burgerjournalistiek in eerste instantie met scepsis wordt ontvangen door professionele journalisten is niet geheel onverwacht. Andere nieuwe fenomenen binnen de journalistiek, zoals de komst van radio, televisie en internet zijn gepaard gegaan met angst en terughoudendheid. Radio, televisie en het internet zijn uiteindelijk door de professionele journalisten omarmd en inmiddels niet meer weg te denken uit het huidige journalistieke landschap. Het zou goed kunnen dat burgerjournalistiek dezelfde ontwikkeling doormaakt en dat de huidige situatie simpelweg de opstartfase is van een langdurige verandering binnen de journalistieke cultuur in Westerse samenlevingen.
17
Literatuurlijst
Allan, S. (2007). Citizen Journalism and the Rise of “Mass Self-Communication”: Reporting the London Bombings. Global Media Journal. Australian Audition, 1(1), 1-20. Bowman, S. & Willis, C. (2003) Introduction to participatory journalism. In We Media: How audiences are shaping the future of news and information (pp. 7-14). The Media Center at the American Press Institute. Opgehaald op 17 oktober 2012 van www.hypergene.net/wemedia/. Bowman, S. & Willis, C. (2003a) How participatory journalism is taking form. In We Media: How audiences are shaping the future of news and information (pp.21-37). The Media Center at the American Press Institute. Opgehaald op 17 oktober 2012 van www.hypergene.net/wemedia/. Bowman, S. & Willis, C. (2003b) Potential benefits of We Media. In We Media: How audiences are shaping the future of news and information (pp.52-57). The Media Center at the American Press Institute. Opgehaald op 17 oktober 2012 van www.hypergene.net/wemedia/. Bruns, A. (2003) Gatewatching, Not Gatekeeping: Collaborative Online News. Media International Australia Incorporating Culture and Policy: quarterly journal of media research and resources, 107, 31-44. Deuze,M., Bruns,A. & Neuberger,C. (2007). Preparing for an Age of Participatory News. Journalism Practice, 1(3), 1-24.
18
Domingo, D., Quandt, T., Heinonen, A., Paulussen, S., Singer, J.B. & Vujnovic, M. (2008). Participatory Journalism Practices in the Media and Beyond. An international comparative study of initiatives in online newspapers. Journalism Practice, 2(3), 327-342. Gillmor, D. (2004). We the Media: The Rise of Citizen Journalists. National Civic Review. 58-63. Goode, L. (2009). Social news, citizen journalism and democracy. New Media Society, 11(8), 1287-1305. Heinonen, A. (2011) The Journalist’s Relationship with Users. New dimensions to conventional roles. In J.B. Singer (Ed.), Participatory Journalism: Guarding Open Gates At Online Newspapers (pp.34-55). West Sussex: Wiley-Blackwell. Hermida,A. & Thurman,N. (2008). A clash of cultures: The integration of usergenerated content within professional journalistic frameworks at British newspaper websites. Journalism Practice, 2(3), 343-356. Hermida, A. (2011) Mechanisms of Participation. How audience options shape the conversation. In J.B. Singer (Ed.), Participatory Journalism: Guarding Open Gates At Online Newspapers (pp.13-33). West Sussex: Wiley-Blackwell. Hermida, A. (2011a) Fluid Spaces, Fluid Journalism. The role of the “active recipient” in participatory journalism. In J.B. Singer (Ed.), Participatory Journalism: Guarding Open Gates At Online Newspapers (pp.177-191). West Sussex: Wiley-Blackwell. Karlsson, M. (2011). Flourishing but restrained. The evolution of participatory journalism in Swedish online news, 2005-2009. Journalism Practice, 5(1), 68-84.
19
Joyce, M. (2007). The Citizen Journalism Web site “OhmyNews” and the 2002 South Korean Presidential Election. Berkman Center Research Publication, 2007(15), 1-21. Lacy, S., Duffy, M., Riffe.D., Thorson,E. & Fleming,K. (2010). Citizen Journalism Web Sites Complement Newspapers. Newspaper Research Journal, 31(2), 34-46. Lewis, S.C., Kaufhold,K. & Lasorsa, D. (2010). Thinking about citizen journalism. The philosophical and practical challenges of user-generated content for community newspapers. Journalism Practice, 4(2), 163-179. Nah,S. & Chung, D.S. (2011). When citizens meet both professional and citizen journalists: Social trust, media credibility, and perceived journalistic roles among online community news readers. Journalism, 13(6), 714-730. Paulussen,S., Heinonen,A., Domingo,A. & Quandt,T. (2007). Doing it Together: Citizen Participation In The Professional News Making Process. Observatorio Journal, 3, 131-154. Paulussen,S. & Ugille,P. (2008). User Generated Content in the Newsroom: Professional and Organisational Constraints on Participatory Journalism. Westminister Papers in Communication and Culture, 5(2), 24-41. Reich, Z. (2011). User Comments. The transformation of participatory space. In J.B. Singer (Ed.), Participatory Journalism: Guarding Open Gates At Online Newspapers (pp.96117). West Sussex: Wiley-Blackwell. Singer, J.B. (2003). Who are these guys? The online challenge to the notion of journalistic professionalism. Journalism, 4(2), 139-163.
20
Singer, J.B. (2005). The political j-blogger: ‘Normalizing’ a new media form to fit old norms and practices. Journalism, 6(2), 173-198. Singer, J.B. (2011) Taking Responsibility. Legal and ethical issues in participatory journalism. In J.B. Singer (Ed.), Participatory Journalism: Guarding Open Gates At Online Newspapers (pp.121-138). West Sussex: Wiley-Blackwell. Thurman, N. (2008). Forums for citizen journalists? Adoption of user generated content initiatives by online news media. New Media Society, 10(1), 139- 157. Thurman, N. & Hermida, A. (2010). Gotcha: How newsroom norms are shaping participatory journalism online. In S. Tunney & G. Monaghan (Eds.), Web Journalism: A New Form of Citizenship? (pp. 46-62). Eastbourne, UK: Sussex Academic Press. Wall, M. (2005) ‘Blogs of war’: Weblogs as news. Journalism, 6(2), 153-172.
21
Bijlage 1 : Soorten burgerjournalistiek Er is niet één vaste vorm van burgerjournalistiek waar traditionele online nieuwsmedia gebruik van maken maar er zijn verschillende mogelijkheden waarop de burgers kunnen participeren in het ‘newsmaking’ proces in traditionele online nieuwsmedia: Burger blogs Weblogs geschreven door burgers die op speciale pagina’s van traditionele online nieuwsmedia worden geplaatst. Burger blogs kunnen zelfcorrigerend zijn doormiddel van feedbackopties bij de artikelen, maar vaak worden deze blogs gemodereerd door professionele journalisten van de nieuwswebsites (Bowman & Willis, 2003a).
Journalistieke blogs Korte opiniërende weblogs die worden geschreven door één of meerdere journalisten. De journalisten schrijven deze blogs op eigen titel en worden daarom gezien als een vorm van burgerjournalistiek. Deze j-blogs verschijnen net als de burger blogs niet in de op de ‘voorpagina’ maar in een aparte sectie van het traditionele online nieuwsmedium (Hermida, 2011). Burger media Foto’s, video’s en andere media die door burgers worden geupload naar de nieuwswebsite en vervolgens door de journalisten worden gebruikt in de door hen geschreven nieuwsberichten (Hermida, 2011). Burger verhalen Volledig geschreven nieuwsverhalen die door de journalisten van de nieuwswebsites worden geselecteerd en bewerkt voor publicatie (Hermida, 2011). Deze burger verhalen zijn samen met burgermedia de meest radicale vormen van burgerjournalistiek. Dit omdat de burger hier het ‘nieuws’ daadwerkelijk maakt en creëert. (Hermida & Thurman, 2008). Collectieve interviews Ook wel Q&A’s genoemd waarbij burgers vragen kunnen stellen aan een geïnterviewde via een chat of webcam. De journalist leidt het interview en speelt de vragen van de burgers door aan de geïnterviewde. De journalist heeft hier ook een modererende functie, maar omdat deze collectieve interviews vaak live plaats vinden, is de mate van moderatie beperkt (Hermida & Thurman, 2008). 22
Reacties Commentaar op bepaalde verhalen of nieuwsberichten op de nieuwswebsite, die burgers meestal geven door een reactieformulier onder het bericht in te vullen. Dit is het oudste en meest gebruikte burgerjournalistiek initiatief (Hermida, 2011). Fora Er zijn in de regel twee soorten fora. Enerzijds zijn er fora waar er een discussie plaats vindt die door professionele journalisten geleid word en waarbij het onderwerp ook bepaald is door de nieuwsredactie (Hermida, 2011). Dit worden ook wel ‘Have Your Says’ genoemd en bijdragen zijn hier volledig of grotendeels gemodereerd door de professionele journalisten (Hermida & Thurman, 2008). Anderzijds zijn er fora waar de lezers kunnen deelnemen aan online discussies zonder tussenkomst van journalisten. Deze discussies hebben geen duidelijk begin of eindpunt en het onderwerp wordt door de deelnemers zelf bepaald (Hermida, 2011). Op deze fora is er sprake van zelfmoderatie, de deelnemers controleren elkaars bijdragen en verwijderen eventuele ongepastheden. Een voordeel van deze fora is de laagdrempeligheid ervan, je kunt als burger gemakkelijk je mening uiten. Tegelijkertijd zorgt die laagdrempeligheid er ook voor dat fora te open kunnen zijn en er vooral provocerende, nietinhoudelijke reacties worden gepost (Bowman & Willis, 2003a). Polls en rangschikking Het houden een poll is de eenvoudigste manier van burgerjournalistiek en bestaat dan ook al sinds het begin van online nieuwsmedia. De journalist stelt een vraag of geeft een stelling waar het publiek antwoord op kan geven door middel van een multiple choice antwoord optie. Deze peilingen geven direct de feedback van de lezers weer (Hermida, 2011). Daarnaast maken veel traditionele online nieuwsmedia ook gebruik van rangschikkingen waarbij lezers aan kunnen geven welke artikelen zij het interessantst of belangrijkst vinden om te lezen. Vervolgens verschijnt er ergens op de nieuwswebsite een Top-5 of Top-1- van artikelen (Bowman & Willis, 2003). Sociale media Het verspreiden van nieuwsverhalen via sociale media platforms, zoals Twitter en Facebook. Burgers zijn dan geen onderdeel van het ontstaansproces van nieuws, maar helpen wel bij de verspreiding ervan (Hermida, 2011).
23