BERAADS G R O E P ARMENZORG ANNO 2012 12 januari 2012
Deze Beraadsgroep kent 31 deelnemers. Sjaak Rijk is kwaliteitsadviseur bij Sociale Zaken Almere. Hij zal de deelnemers aan deze Beraadsgroep informeren over de wijzigingen in de Wet werk en bijstand sinds 1 januari 2012. Na de pauze is er ruimte voor de actualiteit van het minimale bestaan in Almere. Tijdens het rondje Klachten, Wensen en Verlangens krijgt iedere deelnemer de mogelijkheid om zijn eigen ervaringen met het bestaan op minimumniveau te bespreken.
Wet werk en bijstand 2012 De Wet werk en bijstand (Wwb) is op 1 januari 2012 op diverse onderdelen veranderd. Met die veranderingen sorteert de wetgever voor op de komst van de Wet werken naar vermogen. De tekst van dat wetsvoorstel is nog niet openbaar. Sjaak Rijk zal de volgende aspecten behandelen: • • • • • • • • •
Het huishoudinkomen Invoegen van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) in de Wwb Beperking doelgroep gemeentelijk armoedebeleid Plicht om een tegenprestatie te leveren voor bijstand Vier weken zoektermijn voor jongeren tot 27 jaar Korter verblijf in buitenland Ruimere vrijlating alleenstaande ouder met kind onder twaalf jaar Verordening categoriale bijzondere bijstand gezinnen met scholieren Overgangsrecht bestaande gevallen
Huishoudinkomen Een van de meest ingrijpende veranderingen is dat familieleden in de eerste graad, die onder een dak wonen, geen eigen recht op bijstand meer hebben. Ouders met inwonende kinderen hebben samen recht op bijstand. Kinderen met inwonende ouders idem dito. De bijstand voor meer dan twee meerderjarigen is net zo hoog als de bijstand voor twee meerderjarigen. ‘Geen onderdeel bijstandshuishouden’ Een inwonend meerderjarig kind met studiefinanciering of een tegemoetkoming in de studiekosten is geen onderdeel van het ‘bijstandshuishouden’. Het inkomen tot € 1.023 per maand telt niet mee voor het berekenen van de bijstand van de ouders. Ook verzorgingsbehoeftige (pleeg)kinderen of ouders zijn geen onderdeel van het ‘bijstandshuishouden’. Er is sprake van verzorgingsbehoefte als het Centraal Indicatieorgaan Zorg een indicatie voor minstens 10 uur per week heeft gesteld.
1
BERAADS G R O E P ARMENZORG ANNO 2012 12 januari 2012
Inwonende minderjarigen Het inkomen van minderjarige inwonende kinderen tot € 827 per maand is niet van invloed op het inkomen van de ouders. Gezinsnormen Er bestaan verschillende uitkeringsnormen voor diverse soorten huishoudens. De leeftijd van de meerderjarige leden van het huishouden is ook nog van belang voor de hoogte van de bijstandsnorm. Er zijn aparte normen voor gezinnen waarvan een van de leden jonger is dan 21 jaar. Voor gezinnen waarvan een of meer van de leden ouder zijn dan 65 jaar gelden ook andere bijstandsnormen.
Samenstelling huishouden Alleenstaand 18,19, 20 jaar Alleenstaand 21 – 65 jaar Alleenstaand 65 jaar en ouder Alleenstaande ouder 18, 19, 20 jaar Alleenstaande ouder 21-65 jaar Alleenstaande ouder 65 jaar en ouder Gezin van 18, 19, 20 jarigen zonder minderjarig kind Gezin van 18, 19, 20 jarigen met minderjarig kind Gezin met een van 18, 19 en 20 en andere 21-65 jaar zonder minderjarig kind Gezin met een van 18, 19, 20 en andere 21-65 jaar en minderjarig kind Drie persoonshuishouden met twee van 18, 19 of 20 jaar en een van 21-65 jaar zonder minderjarige kinderen Alle andere gezinnen die jonger zijn dan 65 jaar Gezin met een lid dat 65 jaar of ouder is
bijstandsnorm 230,91 668,21 1.025,35 498,19 935,49 1.291,60 461,82 729,10 899,12 1.166,40 1.130,03 1.336,42 1.412,71
Voorbeeld 1 Aan de hand van een voorbeeld maakt Sjaak Rijk duidelijk wat de gevolgen van het huishoudinkomen kunnen zijn. De ouders zonder middelen hebben een inwonende 24 jarige zoon die netto € 1.150 per maand verdient. Daarnaast woont er nog een twintigjarige studerende zoon in huis. De studiefinanciering van de jongste zoon is € 563. Als de ouders werkloos worden en hun werkloosheidsuitkering na 1 januari 2012 stopt, hebben de ouders met hun oudste zoon recht op een aanvullende bijstandsuitkering. De jongste zoon is student met studiefinanciering.
2
BERAADS G R O E P ARMENZORG ANNO 2012 12 januari 2012
De bijstandsuitkering is een aanvulling op het loon van de oudste zoon tot € 1.269,90 netto per maand. Als de werkloosheidsuitkering voor 1 januari 2012 zou aflopen, zouden de ouders recht hebben op een eigen bijstandsuitkering van € 1.149,26 netto per maand. Voorbeeld 2 Een dochter en een schoonzoon huisvesten geven hun bejaarde moeder onderdak. De moeder heeft AOW en een aanvullend pensioen. Dat is samen maandelijks € 1.450. Moeder heeft geen zorgindicatie. De kinderen raken werkloos en krijgen gedurende de maximale termijn een werkloosheidsuitkering. Als de ww-uitkering op is kloppen ze bij Sociale Zaken aan. Tot 1 januari 2012 zouden de kinderen een bijstandsuitkering van € 1.149,26 netto per maand hebben gekregen. Omdat moeder een inkomen heeft dat hoger is dan het huishoudinkomen voor een gezin waarvan een lid ouder is dan 65 jaar, ontstaat voor de kinderen na 1 januari 2012 geen recht op bijstand. Gevolgen Een van de gevolgen van de invoering van een gezinsuitkering voor drie, vier of meer mensen is dat van het zelfde uitkeringsbedrag nu veel meer premie zorgverzekering moet worden betaald. Waar vroeger twee volwassenen van € 1.150 maandelijks in ieder geval € 200 aan de zorgverzekeraar moesten betalen, moeten nu vier personen van € 1.270 maandelijks € 400 aan de zorgverzekeraar betalen. En dat is dan zonder rekening te houden met de premie voor de aanvullende zorgverzekering. Het kan voorkomen dat een meerderjarige met een inkomen van € 1.300 per maand nog bij zijn ouders thuis woont. Als die ouders geen inkomen hebben, hebben ze volgens de nieuwe wet geen recht op bijstand. Zodra de meerderjarige uitvliegt hebben de ouders wel recht op bijstand. Verordening De nieuwe wet heeft gezorgd voor wijzigingen in de gemeentelijke toeslagen- en verlagingenverordening. De gemeente Almere kiest er voor om de uitkering van huishoudens die uit meer dan twee volwassenen bestaan niet te verlagen als er sprake is van het kunnen delen van de kosten van het bestaan met nog een ander die bij het huishouden woont. Het huishouden zal in Almere niet geplaagd worden door een kostendelerskorting als een inwonend studerend kind meer verdient dan € 625 netto per maand. Deze tip van het Cliënten Beraad Almere heeft de gemeente overgenomen. 3
BERAADS G R O E P ARMENZORG ANNO 2012 12 januari 2012
Almere kiest er voor om de aanwezigheid van inwonende meerderjarige kinderen die geen onderdeel zijn van het bijstandshuishouden, niet van invloed te laten zijn op het recht op langdurigheidstoeslag. Effecten andere regelingen Het huishoudinkomen zal effect sorteren op allerlei aanspraken waar het huishoudinkomen belangrijk is. Dat is bijvoorbeeld het geval met de langdurigheidstoeslag. Het recht op de langdurigheidstoeslag is afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de leden van het huishouden in de voorliggende vijf jaar. Het inkomen van inwonende kinderen telde vroeger niet mee. Nu wel. Daardoor kunnen ouders een recht op langdurigheidstoeslag verliezen. Het jongste kind dat 18 jaar wordt, zorgt er voor dat de moeder niet meer een alleenstaande ouder is. Om een inkomensval tegen te gaan is er een garantietoeslag voormalige eenoudergezinnen. Ook daar kan het huishoudinkomen gevolgen voor hebben. Het inkomen van het huishouden is ven belang bij het berekenen van de draagkracht bij aanvragen bijzondere bijstand. Waar dat vroeger het inkomen van de ouders was, zal dat nu het inkomen van de ouders en de inwonende kinderen zijn. Daarmee krijgen de ouders niet alleen minder periodieke bijstand, maar kan ook hun recht op bijzondere bijstand lager blijken. Het huishoudinkomen is verder van belang bij het beoordelen van verzoeken voor kwijtschelding. Waar ouders vroeger op basis van een eigen bijstandsinkomen recht hadden op kwijtschelding, kan het inkomen van een inwonend kind nu er voor zorgen dat er geen recht is op kwijtschelding. Eventueel op te leggen maatregelen treffen in het vervolg alle leden van het huishouden. Een onwillig kind kan er voor zorgen dat de ouders minder inkomen hebben. Bejaarde ouders met inwonende kinderen moeten niet bij Sociale Zaken zijn, maar bij de Sociale Verzekeringsbank. Die voert de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (in feite de wet werk en bijstand ) uit voor burgers die 65 jaar en ouder zijn. Het huishoudinkomen zal ook effect hebben op aanspraken op basis van het Woonlastenfonds en de collectieve ziektekostenverzekering. Inwonende meerderjarige kinderen met een redelijk inkomen kunnen er voor zorgen dat een recht op een bijdrage uit het Woonlastenfonds vervalt. Een inwonend meerderjarig kind met een inkomen dat te hoog is om zelf in aanmerking te komen voor de 4
BERAADS G R O E P ARMENZORG ANNO 2012 12 januari 2012
collectieve zorgverzekering zorgt er voor dat de ouders daar ook niet meer voor in aanmerking komen. Jongeren De Wet Investeren in Jongeren (WIJ) was een soort aparte bijstandswet voor jongeren. Die wet komt te vervallen. Toch blijft het onderscheid bestaan. Nieuw is dat een jongere die aanspraak heeft op studiefinanciering geen recht meer heeft op bijstand. Wie nog naar school kan of kan studeren moet dat gaan doen in plaats van bijstand aanvragen. Een aanvraag van een jongere blijft vier weken op de plank liggen na een aanmelding. De jongere moet zich eerst zelf zien te redden. Als dat na vier weken niet gelukt is wordt een aanvraag in behandeling genomen. Een jongere komt niet in aanmerking voor een participatieplaats. Als een jongere bijstand krijgt, dan moet er een plan van aanpak zijn. Dat plan moet een uitwerking bevatten van de ondersteuning die de gemeente zal bieden. Daarnaast staan in het plan van aanpak alle rechten en plichten van de jongere. Armoedebeleid De wetgever heeft de ruimte voor gemeenten om iets aan armoedebeleid te doen beperkt door een maximale inkomensgrens in te voeren voor de doelgroep van categoriale voorzieningen. Het inkomen van die doelgroep mag maximaal 110 % van het minimum zijn. De doelgroep van de collectieve ziektekostenverzekering is nu nog 120 % van het minimum. In de toekomst mag de gemeente geen premiekorting meer verzorgen voor deelnemers met een hoger inkomen. Deze wijziging ziet niet op de verstrekking van bijzondere bijstand. Daar wordt gekeken naar de individuele draagkracht. Subsidies uit het Stadsfonds gaan nog in individuele gevallen tot de inkomensgrens van 120 % van het minimum. Langdurigheidtoeslag mag gegeven worden aan iedereen met een inkomen tot 100 % van het minimum. Almere heeft de grens vastgesteld op 100 % van het minimum. Het ‘sociaal minimum’ wijzigt als gevolg van de invoering van het huishoudinkomen. Waar vroeger het sociaal minimum van drie volwassenen bestond uit bijstand voor een gezin minus een kostendelerskorting plus een uitkering voor een alleenstaande met een kostendelerskorting, is dat minimum nu een uitkering voor een gezin/huishouden.
5
BERAADS G R O E P ARMENZORG ANNO 2012 12 januari 2012
Tegenprestatie De gemeente krijgt de bevoegdheid om van een bijstandsgerechtigde een tegenprestatie te verlangen. Het gaat dan om nuttige onbeloonde werkzaamheden die de bijstandsgerechtigde naast of in aanvulling op eigen regulier werk zou moeten verrichten. Het Almeerse college wil de hoogte en het recht op langdurigheidstoeslag koppelen aan het verrichten van maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Naar verwachting zal de gemeenteraad daar in september een besluit over nemen. Overig Er zijn nog wat andere wijzigingen. Zo wordt de mogelijkheid om bijstand te ontvangen tijdens een verblijf in het buitenland verkort naar vier weken voor bijstandsgerechtigden. Wie een Aanvullende Inkomensvoorziening voor ouderen heeft mag maximaal 13 weken in het buitenland verblijven. Na die periode komt een einde aan het recht op bijstand. De duur van de inkomstenvrijlating voor alleenstaande ouders met een kind jonger dan 12 jaar wordt verlengd naar drie jaar. Het is nu mogelijk om bijstand aan drie of meer afzonderlijke personen uit te betalen. Overgangsrecht Voor op 31 december 2011 al bestaande gevallen blijven de volgende oude regels een tijd lang intact: • Huidige bijstandsnormen. Dus nog geen huishoudinkomen (zes maanden); • Huidige ontheffingen arbeidsplicht (zes maanden); • Bestaande vrijlatingen van inkomsten (zes maanden); • Besluiten op basis van de WIJ (zes maanden); • Reeds toegestaan verblijf in buitenland (drie maanden); • Maximum grens gemeentelijke armoedebeleid (drie maanden); • Vrijlating sommige heffingskortingen (twee maanden). Discussie Op basis van voorbeelden uit de praktijk ontstaat een levendige discussie. Zo meldt een deelneemster dat een inwonende dochter werkloos is. De dochter heeft nu nog een werkloosheidsuitkering. Daar komt na verloop van tijd een einde aan. Sjaak Rijk laat weten dat moeder en dochter samen als een huishouden zullen worden behandeld zijn als de dochter bij Sociale Zaken aanklopt zodra de werkloosheidsuitkering afloopt. Moeder en dochter hebben dan samen aanspraak op bijstand voor een gezin. Dat is zo’n € 1.270 netto per maand. Als het inkomen van moeder hoger is dan € 1.270 bestaat er voor moeder en dochter geen recht op bijstand. Als er recht op bijstand bestaat moeten moeder en dochter samen bijstand aanvragen. 6
BERAADS G R O E P ARMENZORG ANNO 2012 12 januari 2012
Een andere deelneemster verhaalt van alleenstaande moeders die iets proberen te maken van hun onhandelbare kinderen. Soms hebben die een baan en verdienen geld, maar geven het loon uit aan de verkeerde dingen: blowen. Door het huishoudinkomen zal een deel van die moeders voor een dilemma komen te staan. Laat ik mijn kind nog bij mij wonen en blijf ik hopen op normalisatie of zet ik mijn kind op straat? Een deelnemer vraagt wat het gevolg zal zijn van het huishoudinkomen als een inwonende zoon van 45 jaar bij een uitzendbureau werkt en daar af en toe werk heeft en soms niet. De vader in kwestie is gepensioneerd en heeft een inkomen van € 1.319 per maand. De maandelijkse bijstandsuitkering voor dit huishouden is € 1.342,07. Als de zoon in een maand meer inkomen heeft dan € 23,07, heeft het gezin van vader en zoon geen recht op bijstand. Als ze zoon minder inkomen heeft dan € 23,07 kunnen vader en zoon bijstand aanvragen voor hun huishouden. Vader moet dan samen met zijn zoon die aanvraag indienen. Opgemerkt wordt dat de wetgever al heeft bedacht dat de invoering van het huishoudinkomen wel eens zou kunnen betekenen dat inwonende kinderen het huis van hun ouders verlaten. Daar is op gerekend. . KLACHTEN, WENSEN EN VERLANGENS Omdat de bespreking van het nieuwigheden die de Wet werk en bijstand brengt lang heeft geduurd, is er geen tijd meer voor een rondje.
7