Installatie-instructies; Warmteterugwintoestel VR-300 TK/B 3 & 4
1/12
Introductie De Systemair ventilatie en warmteterugwintoestellen worden al sinds 1980 gemaakt. Deze toestellen worden op grote schaal toegepast in alle Europese landen en vele landen buiten Europa. De jarenlange, bij al deze toepassingen opgedane ervaring wordt stelselmatig in onze Systemair units verwerkt. Hun ontwerp houdt terdege rekening met de meest recente studies over de invloed van het binnenhuisklimaat op onze gezondheid en staat volledig in het teken van prestatiegerichte kwaliteit. De VR300-TK/B is ontworpen voor toepassingen in appartementen, waar kanalen, geuren en vervuiling van afzuigkappen vaak een uitdaging vormen. Door de ingebouwde bypass oplossing in de VR-300 TK/B kan er een afzuigkap direct op het ventilatiesysteem aangesloten worden. De afzuiglucht wordt direct door de afzuigventilator buiten de wisselaar om geleid. Hoewel wij al onze kennis en ervaring in het ontwerp van de toestellen hebben geïnvesteerd zal het eindresultaat ook afhangen van de zorg waarmee ze ter plaatse geïnstalleerd en onderhouden worden. Lees bijgevolg deze richtlijnen met de nodige aandacht voordat u met het installeren van start gaat.
2/12
Inhoudsopgave Installatie-instructies; Warmteterugwintoestel............................................................................................................................................................................ 1 VR-300 TK/B 3 & 4....................................................................................................................................................................................................................... 1 Introductie ........................................................................................................................................................................................................................................2 Inhoudsopgave.................................................................................................................................................................................................................................3 Installeren toestel/plaatsing en toegang ......................................................................................................................................................................................5 Kanalensysteem ...............................................................................................................................................................................................................................6 Algemeen (Fig. 6-9) ...................................................................................................................................................................................................................6 Kanaalaansluitingen...................................................................................................................................................................................................................7 Geluiddemping...........................................................................................................................................................................................................................7 Flexibele kanalen (Fig. 4) .......................................................................................................................................................................................................... 7 Condensatie-/warmte-isolatie (Fig. 5)....................................................................................................................................................................................7 Roosters en ventielen......................................................................................................................................................................................................................8 Toevoer-, afzuigventielen en afzuigkap. (Fig. 13)................................................................................................................................................................8 Regeling van het luchtvolume..................................................................................................................................................................................................8 Luchtcirculatie (Fig 14)...................................................................................................................................................................................................................9 Haardventilator, wasemkap, wasdroger. (Fig. 15) ...................................................................................................................................................................... 9 Elektrische aansluitingen (fig. 16)...............................................................................................................................................................................................10 Het toestel .................................................................................................................................................................................................................................10 Snelheidsregeling met transformator (2)..............................................................................................................................................................................10 De afzuigkap............................................................................................................................................................................................................................. 10 Opstarten ........................................................................................................................................................................................................................................ 11 Vóór de opstart van het systeem:..........................................................................................................................................................................................11 Extra accessoires............................................................................................................................................................................................................................ 12
3/12
Fig. 1 – 2 1. Muurbeugel 2. Trillingsdempend band 3. Montagestrip met trillingsdemper 4. Montagebeugel 5. Toevoerlucht leefruimten 6. Verse luchtaanzuiging 7. Afzuigkap indien toegepast (alt. Aansluiting in bodem) 8. Retourlucht 9. Afzuiging natte cellen, kelder en keuken 10. Inspectiedeur * Afmetingen incl. montagebeugels NB!
1. 2. 3. 4. 5.
Kies eerst de beste locatie voor het toestel, ermee rekening houdende dat de kanalen eenvoudig aangesloten moeten worden. Indien nodig moeten de deuren verwisseld worden zodat de deur uitgerust met montageklemmen voor het deurpaneel (10) de voorkant wordt. De deur met montageklemmen heeft betere geluidsisolatie, daardoor is deze stap nodig zelfs als het voorpaneel niet gemonteerd wordt. Installeer de montagebeugel (4) aan de bovenkant van het toestel d.m.v. de bijgeleverde schroeven en monteer de zelfplakkende en trillingsdempende mat (3) op de onderkant van de achterzijde van de kast. Installeer de muurbeugel (1) met trillingdempend band. Onderkant van de beugel moet 40 mm onder de bovenkant van het toestel zijn, of 590 mm vanaf de onderkant. Controleer dat de trillingsdempende mat (2) onbeschadigd is. Zet het toestel op zijn plaats en zorg dat er geen direct contact bestaat tussen het toestel en de constructie van het gebouw.
4/12
Installeren toestel/plaatsing en toegang
10. Inspectiedeur 11. Keukenkast deur 12. Voorpaneel (alt. Voor keukenkast deur) 13. Afwerkpanelen kanalen 14. Zijpanelen 15. Beugels voor plafondmontage 16. Afzuigkap Het toestel bij voorkeur in een aparte ruimte plaatsen (b.v. opslagruimte, kleedruimte of gelijksoortig). Het kanaal van de afzuigkap kan aangesloten worden op de bypass aansluiting (7) aan de boven- of onderzijde van het toestel. Als alternatief kan de afzuigkap direct tegen de onderkant van het toestel geplaatst worden, of hangend (aparte instructies toegevoegd bij de plafondmontagebeugels) of liggend. Indien liggend geïnstalleerd, zorg er dan voor de noodzakelijke trillingsdempers te plaatsen onder de kast. Het toestel is voorzien van grote deuren aan beide zijdes en zijn onderling uit te wisselen voor een flexibele en eenvoudige aansluiting op het kanalensysteem. Bij het kiezen van een installatie plaats, moet er rekening mee worden gehouden dat het toestel regelmatig onderhoud nodig heeft. Zorg ervoor dat de deuren bereikbaar zijn voor onderhoud/service. Laat genoeg ruimte vrij voor het afnemen van de deuren en hoofdonderdelen in de kast. Als het toestel geïnstalleerd is op een lichte muurconstructie grenzend aan een verblijfsruimte (b.v. slaapkamer), adviseren we de muur te isoleren zodat er geen overdracht van geluid ontstaat. De aanbevolen plaats voor de verse lucht aanzuiging is de noord of oost zijde van het gebouw en met voldoende afstand tot andere vuile bronnen als ventilatielucht, keukenventilator, centraal stofzuigsysteem, rioolontluchting en andere vervuilende bronnen zoals verkeer enz. De luchtuitblaas zou het best via het dak naar buiten en met voldoende afstand tot de verse luchtaanzuiging, ramen, enz. Als het toestel geïnstalleerd is boven het kooktoestel, kan een keukenkast deur (11) gemonteerd worden om de kast netjes af te werken aan de voorkant, d.m.v. de geleverde klemmen. Wit gespoten, geïsoleerde voorplaat (alternatief voor keukenkast deur) (12), witte zijpanelen (als de zijkant zichtbaar is) (14) en witte afwerkplaten voor kanalen (13) tussen plafond en toestel (H=295 mm) kan geleverd worden als extra onderdelen.
5/12
Kanalensysteem
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Toevoerlucht slaapkamer Toevoerlucht woonkamer Afzuiging keuken Afzuiging badkamer, toiletten Toestel Dakkap Verse lucht aanzuiging Afzuigkap Snelheidsregeling met transformator
Algemeen (Fig. 6-9) Lucht naar en van het toestel stroomt door een kanalensysteem. Voor een lange levensduur en voldoende reinigingsmogelijkheden, worden kanalen van spiraalbuis aanbevolen of het Systemairflex + kunststof kanalensysteem. Korte stukken (max.1 m) flexibele kanalen kunnen gebruikt worden voor het aansluiten van het toestel op de dakkap of muurrooster. Voor een hoog rendement, laag energieverbruik en gewenst luchtvolume, moet het systeem berekend worden met lage snelheden en een lage drukval. NB! Als de VR-300 TK/B niet op een afzuigkap aangesloten wordt, moet de stekker 7 (Fig. 2) ingestoken blijven Sluit geen wasdroger aan op het ventilatiesysteem. Gebruik een apart kanaal van de wasdroger naar buiten. Kanaalstukken en uiteinden moeten tijdens opslag en installatie dicht zijn. Rooster voor uitblaas/dakkap moeten geïnstalleerd worden conform locale regelgeving
6/12
Kanaalaansluitingen Zet alle koppelingen en T-stukken, verlopen enz. vast d.m.v. speciale tape of 3 stuks zelftappende schroeven per verbinding. Zet altijd de telescopische koppelingen vast op de Zoom kanalen.
Geluiddemping Om overspraak te voorkomen tussen verschillende ruimtes moeten er geluiddempers geïnstalleerd worden (1) of aansluitingen voor inblazen of afzuigen op het toestel (L = 1,0m) Om te voorkomen dat geluid zich van de ene naar de andere kamer voortplant via de luchtkanalen en om de stromingsgeluiden in de kanalen zelf te dempen wordt de installatie van een geluidsdemper vóór ieder inlaatrooster aanbevolen (Fig. 6).
Flexibele kanalen (Fig. 4) Flexibele kanalen (2) mogen uitsluitend gebruikt worden als overgang tussen de unit zelf en het systeem van luchtkanalen of als verbinding met het aanzuig- en/of luchtafvoerrooster.
Condensatie-/warmte-isolatie (Fig. 5) De aanzuig- en luchtafvoerkanalen dienen over de hele lengte voldoende geïsoleerd te zijn om de vorming van condenswater te voorkomen. De isolatie moet vooral goed aansluiten ter hoogte van de verbindingen met de unit. Alle kanalen die doorheen koelruimtes e.d. lopen dienen eveneens op afdoende wijze geïsoleerd te worden. Gebruik hiervoor isolatiemateriaal bestaande uit 50 mm rockwool met een plastic afscherming. Op plaatsen waar het in de winter hard kan vriezen, dient bijkomende isolatie voorzien te worden. Totale isolatiedikte: minimum 100 mm. ATTENTIE!
Zorg ervoor dat alle aansluitingen en overgangen goed geïsoleerd zijn en stevig met tape ingepakt.
7/12
Roosters en ventielen (1) Toevoerventiel
Afzuigventiel
Flexibele geluiddemper met frame
Toevoer-, afzuigventielen en afzuigkap. (Fig. 13) Voorzie toevoerventielen in alle woon-, eet- en slaapkamers. Afzuigventielen voor luchtafzuiging komen in de badkamer(s), het washok, de WC en de keuken. NB! Zelfs als de afzuigkap op het toestel aangesloten is moet er een apart rooster in de keuken geplaatst worden. In de VR-300 TK/B wordt de afzuiglucht van de afzuigkap direct door de afzuigventilator, buiten de wisselaar om, naar buiten geblazen. Om warmteterugwinning voor de basisventilatie te handhaven, moet het afzuigventiel in de keuken aangesloten worden op “9” fig. 21 tezamen met de afzuiging vanuit de natte cellen. NB! De afzuigkap moet uitgerust zijn met een afsluitklep die geen lucht doorlaat in de gesloten positie (zonder opening voor de basisventilatie). Blinddeksels, die bij de afzuigkap geleverd worden moeten gebruikt worden. Afzuigventielen kunnen zowel in de wanden als in het plafond gemonteerd worden. Voor de toevoerventielen is bij voorkeur plafondmontage voorzien, behalve als zij speciaal voor wandmontage werden geconfigureerd. Zorg ervoor dat de door het inlaatrooster uitgeblazen lucht zich ongehinderd kan verspreiden. In de wand gemonteerde toevoerroosters moeten (daar waar het plafond horizontaal is) over een toereikende worp beschikken om de lucht langsheen het plafond in de hele ruimte te verspreiden. Afzuigventielen kunnen zodoende als luchtinlaat gebruikt worden als zij dicht tegen het plafond in een wand gemonteerd worden. Gebruik gemakkelijk verwijderbare montageramen om de roosters te kunnen reinigen. Als basisinstelling voor toevoerventielen is een opening van 5 à 7 slagen voor de diffuser voldoende. Zet de diffuser in de gekozen stand vast met behulp van de centrale moer. Voor de basisinstelling van afzuigventielen draait u de diffuser 10 slagen open. Zet ook hier de diffuser in de gekozen stand vast met behulp van de centrale moer.
Regeling van het luchtvolume Voor de regeling van het luchtvolume per kamer moet de stand van de ventielen ingesteld worden conform de ontwerpberekeningen van het ventilatiesysteem of volgens de metingen gedaan bij de opstart (speciale meetapparatuur vereist).
8/12
Luchtcirculatie (Fig 14) Om een goede luchtcirculatie tussen kamers onderling te waarborgen moet een smalle kier behouden blijven rondom de deuren tussen kamers voorzien van toevoerventielen (woonkamer, slaapkamers) en kamers voorzien van afzuigventielen (badkamer, WC, keuken, washok). Kort hiervoor de deurbladen wat in, verwijder de deurdichtingen of voorzie de nodige ventilatieopeningen in deuren of wanden (min. 70 cm2 vrije opening per uitlaatrooster).
Haardventilator, wasemkap, wasdroger. (Fig. 15) VR units garanderen een perfect uitgebalanceerde ventilatie waardoor zich in het gebouw normalerwijze nergens onderdruk voordoet. Hierdoor wordt het risico op terugslag van gassen via de haard of de schouw uitgesloten. Een goed functionerend haardvuur vereist een luchttoevoer van 150 - 300 m3/h (42 - 84 l/s). Dit komt overeen met 300 cm2 aan ventilatieopeningen per haard. Een afzonderlijk kanaal voor rechtstreekse luchttoevoer naar de haard is de beste oplossing, maar 2 stuks afsluitbare luchtroosters van 16x16 cm in een buitenmuur zijn een goed alternatief. Als er een afzuigkap aangesloten is op de VR-300 TK/B, neemt het luchtvolume automatisch toe als de keukenafzuiging aan staat. Het veroorzaakt een kleine onderdruk in het gebouw. Dit kan opgelost worden door een klein stukje een raam open te zetten of door een ventilatierooster in de keuken te openen tijdens het koken. Voorzie luchtroosters van 16x16 cm voor aanvoer van buitenlucht ten behoeve van de wasdroger en de wasemkap in de keuken (1 rooster per toestel). Installeer deze toestellen bij voorkeur in dezelfde ruimte. Een openstaand venster kan ook zorgen voor voldoende luchttoevoer ten behoeve van haard, wasemkap en wasdroger.
9/12
Elektrische aansluitingen (fig. 16)
Bediening door middel van: I. Regeling met transformator, CTK/B II. Regeling met losse transformator, CTK/B-S III. Afzuigkap los van het toestel IV. Afzuigkap direct onder het toestel gemonteerd
Het toestel De VR-300 TK/B toestellen zijn uitgevoerd met ongeveer 1 m kabel met stekker voor 10A, 230V, enkel fase met randaarde, en 0,2 m kabel voor de koppeling met een speciale stekker van de regeling met de transformator of de afzuigkap.
Snelheidsregeling met transformator (2) De VR-300 TK/B kan eventueel ook geregeld worden d.m.v. een regeling met transformator of vanuit de afzuigkap. De CTK/B en CTK/B-S worden onder het toestel gemonteerd d.m.v. een speciale stekker voor directe koppeling. De CTK/B-S is uitgerust met een aparte regelknop en kan geïnstalleerd worden als er een losse regeling nodig is. Er moet vaste bedrading gemaakt worden tussen de regeling en de transformator, 4x1,5 mm2 draden door 1x Ø16 mm kabelgoot. De regeling is toepasbaar in elk ELKO frame systeem en is geschikt voor zowel op- als inbouw in een muurdoos (L458) en voor installatie op de muur (2xL675). Voor aansluiting, zie aansluitschema bij CTK/B-S.
De afzuigkap De VR-300 TK/B is geschikt voor directe montage en regeling van een speciale afzuigkap. De afzuigkap wordt geleverd met een speciale stekker die direct in het toestel geklikt kan worden als de afzuigkap eronder gemonteerd wordt. Voor regeling op afstand van de afzuigkap, gebruik dan vaste bedrading door een PFXP kunststof kabel 2x1,5mm2 en aarde. Monteer 2x Ensto stekkers (type AL1710 naar de VR0300 TK.B en AL1720 naar de afzuigkap. Zorg ervoor dat corresponderende markeringen tegenover elkaar aangesloten worden: “1”op “1”, “N” op “N”, “3” op “3” en “Aarde” op “Aarde” (2 wordt niet gebruikt). (Als alternatief op de Ensto koppelingen kan ook een standaard verbindingsdoos gebruikt worden).
10/12
Opstarten Als de installatie beëindigd is doorloopt u de volgende checklist: NB! Wordt de opstart van het systeem voor een tijdje uitgesteld dan moet het kanaalsysteem met behulp van blinddeksels afgeschermd worden zodat geen luchtcirculatie mogelijk is. Dit moet schade en condensatie voorkomen. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De unit werd conform de voorschriften geïnstalleerd (zie fig. 1). De geluidsdempers zijn voorzien en het kanaalsysteem werd op correcte wijze aan de unit aangesloten. De unit maakt geen lawaai, noch de roosters en louvres. Aanzuig- en afvoerroosters zijn zo geplaatst dat 'kortsluiting' van de luchtstromen uitgesloten is. Het aanzuigrooster voor buitenlucht is voldoende ver verwijderd van mogelijke verontreinigingsbronnen (afvoer van wasemkap, centrale stofzuiginstallatie of gelijksoortig). De afzuigkap (indien toegepast) is uitgevoerd met een klep zonder opening in gesloten positie (zonder opening voor basisventilatie).
Vóór de opstart van het systeem: 1.
2.
Regel de ventielen in. Zorg ervoor dat de sector afdichting in de uitblaasventielen juist zitten zodat er geen luchtstroom richting obstructies leiden zoals balken, muren enz. De capaciteit kan omhoog en omlaag gebracht worden door de kabelschoen, op de interne transformator in de regeling/afzuigkap (zie bedradingschema). Fabrieksinstelling normale stand is 130V. Kies de gewenste toevoertemperatuur, (zie gebruikers- en onderhoudshandleiding: “Bediening”).
11/12
Extra accessoires Voor meer informatie over ventielen/roosters, dakkappen, muurroosters enz, zie technische catalogus en installatie-instructies.
Wijzigingen voorbehouden.
Fabrikant:
Vestiging Benelux Nederland Systemair BV Kilweg 12 3336 LL Zwijndrecht Telefoon 078 6107330 Telefax 078 6107335
[email protected] www.systemair.nl
België Systemair NV Romeinsestraat 6/00.01 3001 Heverlee Telefoon 016 Telefax 016
[email protected] www.systemair.be
12/12