AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 1
AZRR Jaarverslag 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 2
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 3
VOORWOORD Hierbij presenteren wij het derde jaarverslag van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond, inclusief het kwaliteitsjaarverslag van de Meldkamer Ambulancezorg.
Om als één organisatie naar buiten te treden, hebben de beide ambulancediensten sinds 2003 één hoofdnaam aangenomen: AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond. Ook in het verslagjaar zijn weer belangrijke impulsen gegeven aan de samenwerking tussen de publieke dienst AZRR / RHRR, de private dienst AZRR / BIOS-groep en de Meldkamer Ambulancezorg (MKA). Een van de belangrijkste wapenfeiten is de effectuering van het besluit om als ambulancediensten in de regio gezamenlijk gebruik te maken van elkaars standplaatsen en de opkomstlocaties Vaanplein aan de Breslau in Barendrecht en de opkomstlocatie Schieplein aan de Brugwachter in Rotterdam. Bovendien zijn aan het einde van het verslagjaar directie, staf en voorwaardenscheppende afdelingen van beide ambulancediensten verhuisd naar een gezamenlijk kantoorpand in Barendrecht. Daarmee is de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie een feit. Dat neemt niet weg dat er ook in het verslagjaar nog sprake was van twee rechtspersonen: een publiekrechtelijke rechtspersoon voor AZRR / RHRR en een privaatrechtelijke rechtspersoon voor AZRR / BIOS-groep. Wel zijn pogingen ondernomen om door middel van de oprichting van een stichting en een publiek-private bestuurscommissie de impasse te doorbreken en te komen tot een Regionale Ambulancevoorziening (RAV) in de regio Rotterdam-Rijnmond. De nieuwe Wet Ambulancezorg die aan het einde van het verslagjaar nog in concept bij de Tweede Kamer lag, vormde zowel een impuls als een complicerende factor bij het streven om te komen tot een RAV in de regio Rotterdam-Rijnmond. Het vormde een impuls omdat in de nieuwe wet sprake is van één vergunning aan één RAV die wat verzorgingsgebied betreft congruent moet zijn aan de Veiligheidsregio. Het vormde echter een complicerende factor omdat de wet zich niet uitspreekt over de rechtsvorm van deze RAV. Voor de ontwikkeling van de ambulancesector was het dan ook van groot belang dat de nieuwe wet zo snel als mogelijk door de Tweede Kamer zou worden behandeld.
Het regionaal bestuur heeft overigens in het verslagjaar het regionale spreidingsplan vastgesteld dat is opgesteld op basis van het landelijk vastgestelde Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid. Dat betekent concreet dat in de regio gebruik wordt gemaakt van negen standplaatsen. Onderzoek wijst uit dat op deze wijze de beschikbare voertuigen op de meest efficiënte wijze kunnen worden ingezet. Daar waar dat dienstig is, zijn in dit jaarverslag de gegevens van de verschillende organisaties in tekstuele zin samengevoegd tot één geheel. We hopen dat dit jaarverslag een goed beeld geeft van de vele activiteiten die de verschillende organisaties in 2005 hebben uitgevoerd. We bedanken bestuur, medewerkers en ondernemingsraad voor hun inspanning en constructieve bijdrage aan de ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond.
Barendrecht, juni 2006 J.A.M. Hartman, Directeur AZRR / RHRR S. Hesselink, Directeur AZRR / BIOS-groep L. van den Ouden, Hoofd MKA
3
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 4
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
4
1
Profiel van de organisatie
2
Ontwikkelingen
10
3
Verslag Raad van Commissarissen AZRR / BIOS-groep
22
4
Verslag Bestuurscommissie AZRR / RHRR
26
5
Productie
30
6
Middelen
34
7
Primair Proces
38
Jaarverslag AZRR 2005
6
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 5
8
Medisch management
44
9
Regionale opleidingscoördinatie
48
10 Informatievoorziening
58
11 Samenwerking en afstemming
62
12 Kwaliteitsbeleid AZRR
70
13 Kwaliteitsbeleid MKA
76
14 Bedrijfsbureau en Financiële Administratie
84
15 Personeelszaken
88
5
HOOFDSTUK 1
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 6
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 7
1 PROFIEL VAN DE ORGANISATIES AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond bestaat uit twee organisatie-onderdelen: enerzijds de publieke dienst AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond / RHRR, anderzijds de private dienst AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond / BIOS-groep. Verder is een stafbureau in het leven geroepen dat stafdiensten verricht ten behoeve van de beide organisaties. Het gaat daarbij concreet om ondersteuning op het terrein van beleidsvorming, opleidingen, informatievoorziening, medisch advies, ketenpartners, communicatie en kwaliteit. De beide ambulancediensten presenteren zich onder één hoofdnaam: AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond. Sinds het verslagjaar wordt gebruik gemaakt van gezamenlijke standplaatsen en zijn de directie, staf en voorwaardenscheppende afdelingen van beide ambulancediensten gevestigd in een nieuw kantoorpand in Barendrecht. Om de samenwerking tussen de twee diensten en de MKA ook in organisatorische zin gestalte te geven, is in 2004 een gezamenlijk MT in het leven geroepen. In dit MT hebben de beide directeuren, het hoofd van de MKA, de beide operationeel managers, het hoofd van het stafbureau en een communicatieadviseur zitting. De communicatieadviseur treedt tevens op als secretaris.
Bij AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond werken meer dan 300 medewerkers. Gezamenlijk voeren zij per jaar zo’n 70.000 ritten uit. De ambulancezorg van AZRR strekt zich uit over de 22 gemeenten in het verzorgingsgebied. Deze gemeenten zijn Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Middelharnis, Oostflakkee, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.
7
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 8
Om zoveel als mogelijk de norm van vijftien minuten aanrijtijd te kunnen behalen, beschikt AZRR over 55 ambulances verdeeld over tien standplaatsen. Daarvan zijn er twee in Rotterdam gesitueerd. De andere posten zijn gevestigd in Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Schiedam en Spijkenisse. Op korte termijn worden de twee standplaatsen in Goedereede en Hellevoetsluis samengevoegd tot de standplaats HaringvlietdamNoord. Op dat moment is er sprake van negen standplaatsen op basis van het landelijk vastgestelde Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid.
AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond staat dag en nacht paraat om de 1,2 miljoen inwoners in het verzorgingsgebied in geval van nood bij te kunnen staan. Het gaat daarbij zowel om spoed als om besteld vervoer. De omzet bedraagt ruim € 25.000.000,- per jaar.
8
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 9
Naast de entiteiten die gezamenlijk AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond vormen, is ook de Meldkamer AmbulanceZorg (MKA) van groot belang. De MKA maakt samen met de meldkamers van politie en brandweer sinds 2005 deel uit van de Geïntegreerde Meldkamer (GMK). Bestuurlijk is de Meldkamer AmbulanceZorg opgehangen aan de Regionale Hulpverleningsdienst RotterdamRijnmond. Er zijn dienstverleningsovereenkomsten afgesloten tussen de MKA en de samenwerkende ambulancediensten. De MKA is gehuisvest in het World Port Centre in Rotterdam.
9
HOOFDSTUK 2
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 10
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 11
2 ONTWIKKELINGEN Missie, uitgangspunten en zorgvisie De missie van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond is om verantwoorde ambulancezorg te leveren in de regio Rotterdam-Rijnmond, vanuit een doelmatige organisatie, in goede samenspraak met alle betrokken partijen, waarbij de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet. In het verlengde van de missie is een aantal uitgangspunten geformuleerd: •
De patiënt behoort op een zo doelmatig mogelijke manier verantwoorde zorg te krijgen.
•
Elke patiënt heeft recht op een gelijke kwaliteit van gezondheidszorg: de kwaliteit van de zorg mag in beginsel niet afhankelijk zijn van de plaats, aard en schaal van het incident.
•
De beide ambulancediensten beschikken over een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie en treden als één organisatie naar buiten.
•
Tussen de beide ambulancediensten zijn afspraken gemaakt over de verhouding in de productie.
•
De beide ambulancediensten werken samen op die onderdelen, waarvoor dat dienstig is voor beide organisaties.
•
De meldkamer ambulancezorg verleent diensten ten behoeve van de samenwerkende ambulancediensten.
•
De kwaliteit van de ambulancezorg wordt in belangrijke mate bepaald door de mate waarin en de wijze waarop ketenpartners (centralisten, ambulancepersoneel, huisartsen, mobiel medisch team, specialisten en ziekenhuizen) samenwerken.
11
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 12
De zorgvisie, dit is de visie op de afstemming tussen de behoeften van de klant en de wijze waarop verantwoorde ambulancezorg wordt verleend, is opgenomen in diverse visiedocumenten zoals het Regionale Ambulanceplan (RAP), diverse werkplannen en dit jaarverslag. In deze documenten wordt invulling gegeven aan het begrip verantwoorde ambulancezorg en de wijze waarop de organisatie vorm geeft aan een continu verbeterproces van de zorg. Jaarlijks actualiseert de directie deze visie. Onder verantwoorde zorg verstaat AZRR het leveren van goede en verantwoorde diensten aan onze klanten. Deze zorg moet afgestemd zijn op de reële behoefte van die klanten, zoals burgers en ketenpartners waaronder SEH’s, huisartsen, ziekenhuizen en dergelijke en deze zorg moet gerelateerd zijn aan de geldende wet- en regelgeving evenals aan professionele standaarden. Kritische succesfactoren Om onze (kwaliteits)doelstellingen te realiseren, moet een aantal belangrijke punten in de bedrijfsvoering goed zijn gewaarborgd. Dit wordt gemeten aan de hand van kritische succesfactoren. Met behulp van de kritische succesfactoren zijn prestatie-indicatoren vastgesteld die informatie bevatten die van belang zijn voor de hele AZRR.
AZRR hanteert de volgende kritische succesfactoren: •
optimale bereikbaarheid / beschikbaarheid;
•
minimale doorlooptijden;
•
doeltreffende informatievoorziening;
•
deskundig/betrokken personeel;
•
kritisch kostenbeheer.
RAV-vorming Het jaar 2004 stond in het teken van de groei van de interne samenwerking. De oprichting van het gezamenlijke MT vormde hierin het hoogtepunt. Hiermee is de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie een feit. In 2005 is deze weg verder doorgezet. Het hoogtepunt van dit jaar was, in de laatste week van het jaar, de verhuizing van de directies en voorwaardenscheppende afdelingen van de beide ambulancediensten, en van het stafbureau naar de nieuwe gezamenlijke huisvesting in Barendrecht.
Herhaaldelijk zijn pogingen gedaan om te komen tot verdere organisatorische afstemming. Zo is in mei door de beide ambulancediensten het voorstel gedaan om een Stichting AZRR op te richten. Dit voorstel is afgewezen omdat dit ultiem zou betekenen dat de ambulancezorg een private organisatie zou worden. Dit was voor het openbaar bestuur in de regio onaanvaardbaar.
Vervolgens is in september het voorstel gedaan om de publiek-private samenwerking te borgen
12
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 13
door in de bestuurscommissie AZRR binnen de RHRR ook vertegenwoordigers op te nemen van de private BIOS-groep. Dit voorstel is afgewezen omdat dit er ultiem zou leiden dat de vergunning wordt aangevraagd door het bestuur van de RHRR. Dit was voor AZRR / BIOS-groep onaanvaardbaar.
Eind 2005 is besloten om te proberen een doorbraak in de oprichting van de RAV te realiseren door de mogelijkheden te onderzoeken dat een van de ambulancediensten de andere dienst overneemt. De eerste variant die uitgewerkt wordt is de mogelijkheid dat de publieke dienst de private dienst overneemt. Spreiding Eind 2004 is een voorstel ontwikkeld om te komen tot een nieuw spreidingsplan. Tot dan toe beschikte de regio over 16 standplaatsen. Dat hing samen met het feit dat de regio tot voor kort bestond uit 5 subregio’s en 7 ambulancediensten. Het nieuwe spreidingsplan omvat 9 standplaatsen. Het plan is gebaseerd op het voorstel voor een spreidingsplan uit het Referentiekader. Nieuwe spreidingsplan 1.
2.
3.
4.
5.
Vaanplein (Barendrecht)
Schieplein (Rotterdam)
Referentiekader
Oude spreidingsplan
1.
1.
Rotterdam Zuid (RHRR)
2.
Rotterdam Zuid (BIOS)
3.
Hoogvliet
4.
Rotterdam Noord (RHRR)
5.
Rotterdam Noord (BIOS)
6.
Rotterdam Baan
7.
Ridderkerk
2.
Rotterdam Zuid
Rotterdam Noord
Rotterdam Centrum
Capelle a.d. IJssel
Schiedam
3.
Capelle a.d. IJssel
8.
Capelle a.d. IJssel
4.
Krimpen a.d. IJssel
9.
Krimpen a.d. IJssel
5.
Schiedam
10. Schiedam 11. Maassluis
6.
Spijkenisse
7.
Brielle
8.
Haringvlietdam
9.
Dirksland
6.
Spijkenisse
12. Spijkenisse 13. Brielle
7.
Hellevoetsluis
14. Hellevoetsluis
8.
Goedereede
15. Goedereede
9.
Dirksland
16. Dirksland
Met dit voorgestelde spreidingsplan is, met inachtneming van burenhulp, het volledige gebied binnen 13 minuten effectieve rijtijd bereikbaar.
13
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 14
De zorgverzekeraars en de betrokken besturen hebben ingestemd met het voorgestelde spreidingsplan. Het algemeen bestuur van de RHRR heeft daarbij aangegeven dat sluitende afspraken met de naburige RAV’en gemaakt moeten worden en dat maatwerk ontwikkeld moet worden voor Krimpen aan den IJssel (met het oog op het idee dat de Algerabrug regelmatig de doorgang belemmert), voor Goedereede (met het oog op het toeristenseizoen en het feit dat de doorgang op N57 regelmatig wordt belemmerd door files) en voor de Europoort / Maasvlakte (met het oog op de aanwezigheid van grote hoeveelheden mensen op plaatsen waar ze niet wonen). Het nieuwe spreidingsplan wordt in verschillende stappen gerealiseerd. Met ingang van 1 juni 2005 zijn de standplaatsen Rotterdam Noord (Frobenstraat), Rotterdam Zuid (Van Swietenlaan), Hoogvliet, Ridderkerk en Maassluis operationeel gesloten. Met ingang van 1 oktober 2005 is de standplaats Krimpen aan den IJssel gesloten.
In de laatste week van het jaar heeft de verhuizing plaatsgevonden van de directies en voorwaardenscheppende afdelingen van de beide ambulancediensten en het stafbureau naar een nieuwe huisvesting aan de Breslau in Barendrecht. Deze nieuwe vestiging is ook een centrale opkomstplaats voor de medewerkers. De organisatie beschikt nu over drie opkomstplaatsen: Schieplein (Rotterdam), Vaanplein (Barendrecht) en Dirksland. De opkomstplaatsen aan de Baan in Rotterdam, Spijkenisse en Schiedam zijn omgevormd tot reguliere standplaatsen.
14
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 15
Omdat in het verslagjaar de beoogde nieuwe wetgeving is uitgebleven en AZRR behoefte heeft aan een eenduidig spreidingsplan is het provinciebestuur van Zuid-Holland in augustus 2005 verzocht om het spreidingsplan vast te stellen. De provincie heeft gevraagd om nadere informatie over de voortgang van burenhulp, maatwerk en over de vraag of de RAV AZRR van mening is dat er voldoende ambulancecapaciteit aanwezig is om verantwoorde ambulancezorg te verzorgen.
Het ingezette beleid heeft resultaat. De reductie van het aantal standplaatsen heeft geleid tot een verbetering van de prestaties. De gemiddelde effectieve rijtijd daalde van 6,46 minuut in 2004 naar 5,96 minuut in 2005: een daling van een halve minuut.
In het beleid van VWS wordt ervan uitgegaan dat de 15 minuten norm is opgebouwd uit 2 minuten opstart (melding, opdracht en uitruk) en 13 minuten effectieve rijtijd. Het percentage overschrijdingen van de 13 minuten effectieve aanrijtijd bedroeg in 2004 10,6%. Over 2005 kwam dit neer op 7,5%. In het laatste kwartaal van het verslagjaar bedroeg dit percentage: •
oktober 2005
4,0 %
•
november 2005
5,9 %
•
december 2005
6,7 %
In de laatste maanden van het jaar ligt het percentage overschrijdingen van de 13 minuten effectieve rijtijd dicht ligt bij de landelijke "norm" van 5 % tijdsoverschrijdingen. Het percentage overschrijdingen van de effectieve rijtijd is in 2005 dus meer dan gehalveerd ten opzichte van 2004! Dit is voor een groot deel te danken aan de reductie van het aantal standplaatsen. Ontwikkelingen Meldkamer Ambulancezorg Met ingang van 1 september 2005 is de Meldkamer ambulancezorg (MKA) verhuisd naar het World Port Center in Rotterdam. De MKA, die reeds samen met de meldkamer voor de brandweer één gezamenlijke organisatie vormde, als onderdeel van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond, is nu ook gecoloceerd met de meldkamer van de politie. Op korte termijn wordt de oprichting verwacht van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, als opvolger van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond.
15
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 16
Beschikbaarheidsplan Met ingang van 1 januari 2005 is het beschikbaarheidsplan aangepast aan de beschikbaarheid zoals die is opgenomen in het landelijk vastgestelde Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid. Dit houdt in dat de gemiddelde capaciteit op werkdagen overdag is teruggebracht naar 29 parate wagens, in plaats van gemiddeld 36 enkele jaren geleden. Overschrijdingen, Blijkens het RIVM-rapport Ambulances binnen bereik (2002) lag het percentage overschrijdingen van de norm in onze regio op 9,4 % (op basis van gegevens uit 2000) tegenover een landelijk gemiddelde van 8,2 %. Overal in het land worden deze cijfers verzameld op een onbetrouwbare manier. Bovendien zijn deze cijfers onderling niet vergelijkbaar.
Om hierin verbetering te brengen is per 1 januari 2004 in onze regio begonnen met automatische, mensonafhankelijke tijdsregistratie. In de eerste periode van 2004 kwam het percentage overschrijdingen neer op 25%. Over het jaar 2004 als geheel kwamen wij uit op 22,4 % overschrijdingen. De stijging moet voornamelijk worden toegeschreven aan de introductie van het nieuwe systeem. De inhoudelijke werkwijze veranderde immers niet.
In de tabel worden de overschrijdingspercentages vermeld in de verschillende gemeenten over 2005. Tabel overschrijdingspercentages Het hoge percentage overschrijdingen in 2005 wordt niet veroorzaakt door de reductie van het aantal standplaatsen. Het hoge percentage overschrijdingen wordt veroorzaakt door: •
de introductie van mensonafhankelijke registratie,
•
de te krappe norm, met name in de opstart,
•
de krappe ambulancecapaciteit.
Landelijk tekent zich een trend af, dat er een verband bestaat tussen de nauwkeurigheid van meten en het percentage overschrijdingen. Ook bij andere RAV’en die de nauwkeurigheid van hun registratie verbeteren, stijgt het overschrijdingspercentage, ook zonder mensonafhankelijk registreren. Geen enkele andere RAV publiceert tot dusverre cijfers op basis van een mensonafhankelijke registratie. Hoewel wij deze terughoudendheid begrijpen, betreuren wij dit wel. Dit zet de overschrijdingspercentages in onze regio ten onrechte in een ongunstig daglicht. Wij zijn echter van mening dat het zaak is om met volle kracht door te gaan op de weg die moet leiden tot een verbetering van de betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid van gegevens. In AZN-verband stellen wij dit ook bij herhaling aan de orde.
16
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 17
Overzicht overschrijdingspercentages A1-vervoer 2005 Gemeenten
Aantal ritten
> 15
> 15
> 16
> 16
> 17
> 17
Albrandswaard
456
185
40,6%
145
31,8%
110
Barendrecht
794
148
18,6%
122
15,3%
Bergschenhoek
209
87
41,4%
78
37,5%
Berkel en Rodenrijs
297
189
63,7%
145
Bernisse
253
86
34,1%
Bleiswijk
> 18
> 18
> 19
> 19
> 20
> 20
> 25
> 25
24,2%
86 18,9%
70
15,4%
65
14,2%
16
3,5%
93
11,7%
82 10,3%
72
9,1%
49
6,2%
19
2,4%
62
29,6%
48 23,0%
37
17,8%
32
15,1%
17
7,9%
48,8%
106
35,8%
82 27,4%
57
19,1%
47
15,8%
14
4,7%
67
26,6%
50
19,7%
34 13,3%
23
9,2%
19
7,5%
7
2,9%
12
10
83,3%
4
33,3%
4
33,3%
2 16,7%
2
16,7%
2
16,7%
389
116
29,9%
90
23,2%
69
17,7%
52 13,3%
43
11,1%
34
8,9%
11
3,0%
1599
236
14,8%
173
10,8%
141
8,8%
7,0%
91
5,7%
69
4,3%
26
1,7%
Dirksland
123
25
20,5%
24
19,2%
22
17,9%
19 15,4%
17
14,1%
11
9,0%
8
6,4%
Goedereede
363
170
46,8%
153
42,3%
130
35,9%
106 29,1%
87
24,1%
66
18,2%
17
4,5%
Hellevoetsluis
34
3,9%
Brielle Capelle a/d IJssel
112
2 16,7%
876
235
26,8%
190
21,6%
162
18,5%
131 14,9%
115
13,1%
101
11,6%
Hoek van Holland
18
12
66,7%
12
66,7%
10
55,6%
10 55,6%
8
44,4%
8
44,4%
Krimpen a/d IJssel
473
164
34,7%
128
27,0%
83
17,6%
65 13,8%
42
8,8%
29
6,1%
13
2,8%
Maassluis
610
155
25,4%
105
17,2%
83
13,6%
75 12,4%
63
10,3%
54
8,8%
22
3,6%
Middelharnis
371
57
15,4%
50
13,4%
47
12,6%
45 12,2%
39
10,6%
35
9,4%
12
3,1%
Oostflakkee
208
110
52,8%
100
48,0%
91
43,9%
71 34,1%
56
26,8%
41
19,5%
14
6,5%
Ridderkerk
1087
428
39,4%
317
29,2%
224
20,6%
154 14,2%
115
10,6%
95
8,7%
24
2,2%
Rotterdam
21722
3244
14,9%
2541
11,7%
2018
9,3%
7,5%
1341
6,2%
1095
5,0%
445
2,0%
Rozenburg
274
123
44,9%
92
33,7%
64
23,5%
43 15,8%
25
9,2%
21
7,7%
8
3,1%
Schiedam
2104
246
11,7%
208
9,9%
178
8,5%
Spijkenisse
1886
379
20,1%
331
17,6%
281
14,9%
Vlaardingen
1967
234
11,9%
211
10,7%
185
9,4%
Westvoorne
382
182
47,7%
159
41,5%
134
35,0%
36473
6723
18,4%
5356
14,7%
4273
11,7%
Totaal
1629
156
2 11,1%
7,4%
134
6,4%
117
5,6%
46
2,2%
233 12,4%
196
10,4%
155
8,2%
48
2,5%
170
8,7%
146
7,4%
124
6,3%
47
2,4%
104 27,3%
93
24,2%
73
19,2%
25
6,5%
2825
7,7%
2305
6,3%
866
2,4%
3451
9,5%
Onderzoek doelmatigheid Naar aanleiding van de beantwoording van Kamervragen door de Minister van VWS is in mei 2005 onderzoek gedaan naar de doelmatigheid van de ambulancezorg in Rotterdam-Rijnmond. Dit onderzoek is gedaan door Van Naem & Partners. De onderzoekers concludeerden, dat er geen sprake is van onvoldoende ambulancecapaciteit, maar dat het gevoel dat de capaciteit niet toereikend zou zijn wordt veroorzaakt door: •
Te veel standplaatsen
Deze constatering is een van de redenen waarom wij een aangepast spreidingsplan hebben opgesteld.
17
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 18
•
Onvoldoende afspraken met de naburige RAV’en voor burenhulp
Door goede afspraken te maken met de naburige RAV’en kan de ambulancezorg efficiënter worden georganiseerd. Definitieve afspraken over burenhulp kunnen pas worden gemaakt op basis van de nieuwe wet. •
Het ontbreken van een eenduidige aansturing van de totale ambulancezorg, met name in de relatie tussen ambulancediensten en meldkamer.
Wij onderkennen dat door een eenduidige aansturing binnen de RAV de aansturing van interne processen zou kunnen verbeteren. In de samenwerking tussen de ambulancediensten en de meldkamer is nog winst te boeken. Het introduceren van een eenduidige aansturing van de totale ambulancezorg blijft echter een lastig punt zolang de beoogde nieuwe wetgeving nog niet van kracht is en er geen sprake is van een ongedeelde RAV. Burenhulp Al jarenlang bestaan er afspraken met de RAV Haaglanden dat het spoedvervoer voor Hoek van Holland en voor Bleiswijk wordt uitgevoerd vanuit Haaglanden, respectievelijk vanuit de standplaats Naaldwijk en de standplaats Zoetermeer. Daarnaast voeren alle naburige RAV’en reeds lange tijd ritten uit in ons gebied in situaties dat dat nodig is. In een gezamenlijk project van de vier RAV’en in de provincie is gesignaleerd dat het principe dat steeds de dichtstbijzijnde ambulance kan worden ingezet, verder geoptimaliseerd kan worden. In de praktijk wordt dit nog niet volledig toegepast.
Ook binnen de huidige wetgeving is het mogelijk om de ambulancezorg voor Hoek van Holland, Maassluis, Bleiswijk, Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek, Krimpen aan den IJssel, Ridderkerk en Oostflakkee te verbeteren door de afspraken over burenhulp nader uit te werken en te implementeren. De RAV’en Zuid-Holland Zuid, Hollands Midden en Haaglanden hebben de bereidheid uitgesproken om burenhulp te verzorgen in de betreffende gebieden. Met de betrokken RAV’en wordt een en ander verder uitgewerkt en geïmplementeerd.
De grootste hindernis is gelegen in de regelgeving. In de huidige wetgeving is geen sprake van enige verantwoordelijkheid voor de dekking van het naburige gebied. De te leveren burenhulp mag dan ook niet ten koste gaan van de prestaties in het eigen gebied. In de nieuwe wet wordt, bij het afgeven van de vergunningen, verplicht gesteld dat er sluitende afspraken gemaakt worden over burenhulp. De nieuwe wet gaat ervan uit, dat tussen RAV’en open grenzen bestaan en dat in alle gevallen de dichtstbijzijnde ambulance wordt ingezet, ook al bevindt die zich in de naburige regio. Er wordt ook van uitgegaan dat de buurregio’s structureel de spoedeisende ambulancezorg leveren voor een aantal gebieden. De regio’s moeten dan ook bij de verdeling van
18
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 19
de capaciteit / het bewaken van de paraatheid rekening houden met de naburige regio’s. Na besluitvorming over de wet wordt het traject verder voortgezet over de mogelijkheden om een dubbele meldkamerdelay te voorkomen en over het eventueel formeel overdragen van verantwoordelijkheden. Maatwerk Maatwerk moet gezien worden in aansluiting op algemene beleidsontwikkelingen zoals het inzetten van first en rapid responders, zorgdifferentiatie en de inzet van de traumahelikopter. Voor een aantal gebieden worden aanvullende maatregelen besproken. Krimpen aan den IJssel De gemeente Krimpen aan den IJssel is vanaf de standplaats Capelle aan den IJssel geheel bereikbaar binnen de norm. Als de Algerabrug open staat (dit is met name in de zomermaanden regelmatig het geval) kan de ambulance vanuit Capelle Krimpen echter niet bereiken. Met de RAV Hollands Midden is afgesproken dat deze organisatie een deel van het A1-vervoer voor Krimpen aan den IJssel voor haar rekening zal nemen, met dien verstande dat steeds de dichtstbijzijnde ambulance zal worden ingezet, in ieder geval als de Algerabrug open staat. Hiertoe zal de RAV Hollands Midden de bestaande standplaats in Bergambacht verplaatsen naar Zuidbroek. Hiervandaan is Krimpen te bereiken zonder dat de brug hierin een obstakel vormt. Krimpen aan den IJssel is dan te bereiken vanaf twee standplaatsen. Dit biedt een aanvullende zekerheid. Goedereede en Westvoorne Overschrijdingen in Goedereede en Westvoorne worden voornamelijk veroorzaakt doordat de huidige standplaatsen in Goedereede en Hellevoetsluis nog niet zijn samengevoegd tot één standplaats aan de noordkant van de Haringvlietdam. Als dit wordt gerealiseerd zal de dekking van het gebied worden verbeterd. In de huidige situatie overlapt het verzorgingsgebied van de beide standplaatsen voor een deel. Het gaat om dunbevolkte gebieden. Dit leidt ertoe dat dit gebied vaker onvoldoende wordt afgedekt. Dit is een van de redenen voor overschrijdingen in dit gebied. Daarnaast worden maatregelen voorbereid om te anticiperen op files op de N57, de verbindingsweg die loopt door Voorne Putten en Goeree Overflakkee. Tevens wordt overwogen om de capaciteit aan de kust in de zomermaanden te versterken. Europoort / Maasvlakte De regio Rotterdam-Rijnmond ondervindt bij uitstek de gevolgen van het feit dat de berekeningen in het Referentiekader voor wat betreft het spreidingsplan voornamelijk zijn gebaseerd op het aantal inwoners en voor wat betreft de capaciteit op het aantal ritten. Dit leidde in het Referentiekader tot het voorstel om de standplaats Brielle op te heffen. Hierdoor zou het industriegebied Europoort / Maasvlakte en ook een deel van de kuststrook niet op tijd bereikbaar zijn. In ons spreidingsplan hebben wij de standplaats Brielle gehandhaafd.
19
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 20
Binnen de Europoort / Maasvlakte is van oudsher een bedrijfsambulance beschikbaar die in ieder geval eerste hulp kan bieden. Met de bedrijven in dit industriegebied wordt gezamenlijk gezocht naar mogelijkheden om verantwoorde ambulancezorg te leveren. Onderzoek naar de noodzakelijke capaciteit AZRR heeft opdracht gegeven aan het onafhankelijke onderzoeksbureau NEA om te onderzoeken of de beschikbare capaciteit voldoende is om verantwoorde ambulancezorg te kunnen leveren. Dit is in feite een second opinion ten opzichte van het Referentiekader en het onderzoek van Van Naem & Partners. De resultaten hiervan worden in 2006 verwacht. Project Tijdsverbetering Naar aanleiding van de constatering, dat het percentage overschrijdingen na de introductie van mensonafhankelijke tijdsregistratie veel hoger lag dan in de jaren daarvoor is onmiddellijk een intensief project tijdsverbetering gestart. Dit project bestaat uit de volgende onderdelen: •
Analyse tijdsoverschrijdingen
•
Technische infrastructuur
•
Reductie MKA-delay
•
Reductie ambulancedelay
•
Reductie effectieve rijtijd
•
Samenwerking met ketenpartners
Resultaten Eind 2005 begint het project resultaten te laten zien. Het percentage overschrijdingen van de 15 minuten norm is in 2005 18,4 % tegenover 22,3% in 2004. Het percentage overschrijdingen van de 13 minuten effectieve tijdtijd is gedaald naar 7,5%. Duidelijk is dat de overschrijdingen voor het grootste deel worden veroorzaakt in de opstart van de rit. De tijd voor melding, opdracht en uitruk bedraagt ongeveer 5,5 minuut, terwijl de norm is gebaseerd op 2 minuten. In AZN-verband wordt de discussie gevoerd over de vraag of de twee minuten voor opstart wel reëel is. Tegelijkertijd worden pogingen om deze opstarttijd binnen onze regio omlaag te brengen versterkt. Verhuizing Nadat uit extern onderzoek bleek dat vermindering van het aantal opkomstlocaties voor de medewerkers vanuit het oogpunt van efficiency en effectiviteit en in samenhang met de inrichting van negen standplaatsen in de regio Rotterdam-Rijnmond de meest optimale situatie zou opleveren, is besloten tot de inrichting van drie opkomstlocaties in de regio. Het gaat daarbij concreet om de opkomstlocatie Vaanplein Barendrecht, de opkomstlocatie Schieplein in Rotterdam en de opkomstlocatie Dirksland. Tevens werd besloten om directie, staf en voorwaardenscheppende
20
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 21
afdelingen van AZRR met ingang van 1 januari 2006 te huisvesten op de opkomstlocatie Vaanplein in Barendrecht. Dat betekende dat de overhead van AZRR / BIOS-groep en AZRR / RHRR moest worden verhuist van de Schiedamsedijk en de Brugwachter in Rotterdam naar Barendrecht. Tevens zijn de opkomstlocaties in Rotterdam-Centrum, Spijkenisse en Schiedam veranderd van opkomstplaats in standplaats. Nadat het besluit tot samenvoeging van opkomstlocaties was genomen, heeft een stuurgroep huisvesting de verhuizing in goede banen geleid. Financiering FLO Het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) heeft in 2003 besloten om de financiering van het functioneel leeftijdsontslag (FLO) per 1 januari 2005 te stoppen. De middelen die hiermee zouden vrijvallen, zouden moeten worden ingezet voor het ouderenbeleid in de sector. De publieke diensten zijn echter op grond van de vigerende CAO-afspraken gehouden aan FLOverplichtingen. Via de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben alle publieke ambulancediensten in Nederland door middel van een kort geding bereikt dat de maatregel vooralsnog beperkt blijft tot 2005. Begin 2006 wordt duidelijk of het CTG zich neerlegt bij intrekking van de beleidsregel of dat het CTG in beroep gaat tegen de uitspraak. Afschaffing FLO In de CAO-Gemeenten 2006-2007 zijn de sociale partners eind 2005 overeengekomen het FLO af te schaffen. Hoewel ambulancemedewerkers voortaan niet meer op 55-jarige leeftijd kunnen stoppen met werken, betekent dat niet dat zij tot het einde van hun loopbaan op de ambulance blijven werken. Afgesproken is dat medewerkers samen met de werkgever moeten werken aan een nieuwe loopbaan na maximaal twintig jaar op de ambulance. Voor de zittende medewerkers is bovendien een overgangsregeling opgesteld. Zo blijft voor de huidige medewerkers met meer dan twintig dienstjaren de mogelijkheid bestaan om op 55-jarige leeftijd te stoppen met werken.
21
HOOFDSTUK 3
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 22
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 23
3 VERSLAG 2005 RAAD VAN COMMISSARISSEN AZRR / BIOS-GROEP De Raad van Commissarissen bestond in 2005 uit de volgende personen: drs. E.P. Cassee (voorzitter), de heer A.P. van Gelderen en de heer ing. A. Joustra MHA.
Het jaar 2005 heeft voornamelijk in het licht gestaan van de verdere ontwikkeling van de samenwerking binnen AZRR tussen de twee ambulancediensten en de MKA.
Veel aandacht is besteed aan het vinden van een modus voor de juridische vormgeving van de samenwerking tussen AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep. In het voorjaar van 2005 is gebleken dat de oprichting van de Stichting AZRR, waarbinnen de twee organisaties een gezamenlijk beleid zouden volgen en de samenwerking verder zouden versterken, niet tot de gewenste resultaten zou leiden. In de zomer en herfst van 2005 is een alternatief voor de juridische vormgeving van de organisatie en de samenwerking onderzocht, maar hiervan bleek dat deze geen recht zou doen aan de zelfstandige positie van de twee organisaties.
23
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 24
In de komende periode zullen AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep gezamenlijk en onverminderd andere opties onderzoeken voor de inrichting van de juridische organisatie en de versterking van de samenwerking tussen de twee partijen. Nog altijd heeft AZRR / BIOS-groep vertrouwen in het idee, dat met de juridische verankering van de samenwerking tussen de partijen, ook de RAV voor de Regio Rotterdam-Rijnmond kan worden gerealiseerd. Onverminderd zal worden ingezet op de verdere ontwikkeling van het gezamenlijk gevoerde beleid en het samenwerkingsverband.
In december 2005 hebben AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep het nieuwbouw-pand aan de Breslau 2 te Barendrecht betrokken. AZRR heeft daarbij tevens haar intrek genomen in het pand van BIOS-groep aan de Brugwachter te Rotterdam. De ambulancezorg in de Regio RotterdamRijnmond wordt hiermee richting het publiek aangeboden als een gezamenlijk product van de twee ambulancediensten. Deze ontwikkeling in de samenwerking is een duidelijk signaal naar de buitenwereld dat AZRR een succes is.
De jaarrekening 2004 en de resultaten van BIOS-groep over het jaar 2005 zijn wederom positief en laten een stijgende lijn zien ten opzichte van de voorgaande jaren. Daarnaast blijkt uit de managementinformatie en andere bronnen dat de kwaliteit van de door BIOS-groep aangeboden ambulancezorg van hoog niveau is. De Raad van Commissarissen heeft geconcludeerd dat de medewerkers van BIOS-groep bij het aanbieden van onder meer ambulancezorg een uitstekende prestatie hebben geleverd.
De Raad van Commissarissen wil dan ook graag van deze gelegenheid gebruik maken om zijn waardering uit te spreken voor de geleverde inspanningen van de medewerkers van BIOS-groep en hen hartelijk te bedanken voor hun inzet in de afgelopen periode.
24
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 25
25
HOOFDSTUK 4
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 26
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 27
4 VERSLAG BESTUURSCOMMISSIE AZRR / RHRR De Bestuurscommissie AZRR / RHRR bestond ultimo 2005 uit:
•
de heer T.P.J. Bruinsma, burgemeester van Vlaardingen en voorzitter
•
mevrouw M.J.J. van den Anker, wethouder Veiligheid en Volksgezondheid van de Gemeente Rotterdam
•
de heer P.E. de Jong, wethouder Volksgezondheid van de Gemeente Spijkenisse
•
de heer J.F. Scheerstra, wethouder Volksgezondheid van de Gemeente Maassluis
De Bestuurscommissie heeft in het verslagjaar zes maal vergaderd. De formele vergaderingen hebben plaatsgevonden op 24 maart 2005, 21 september 2005 en 9 december 2005 op het gemeentehuis in Vlaardingen. Verder hebben drie bijeenkomsten plaatsgevonden op 25 en 26 mei en 3 november met betrekking tot de RAV-vorming in de regio Rotterdam-Rijnmond. Op de eerste twee bijeenkomsten is in bijzijn van vertegenwoordigers van AZRR / BIOS-groep en de zorgverzekeraars gesproken over de oprichting van een publiek-private bestuurscommissie, nadat de oprichting van een RAV in de vorm van een stichting van de zijde van het openbaar bestuur niet mogelijk bleek. Op 3 november 2005 is met de zorgverzekeraars gesproken over een overname van AZRR / BIOS-groep door AZRR / RHRR nadat een oprichting van een RAV in de
27
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 28
vorm van een publiek-private bestuurscommissie van de zijde van AZRR / BIOS-groep niet mogelijk bleek. De gesprekken krijgen in 2006 een vervolg.
Op de agenda van de reguliere vergaderingen stonden onder meer onderwerpen als de nieuwe Wet Ambulancezorg, begroting, jaarrekening, jaarverslag, regionaal spreidingsplan, registratie aanrijtijden, financiering FLO, RAV-vorming, het project Tijdsverbetering en het managementcontact.
Om de burgemeesters in de regio vanuit de Bestuurscommissie te informeren over de ontwikkelingen van de ambulancezorg, zijn twee informatiebijeenkomsten belegd in het World Port Centre in Rotterdam. De eerste informatiebijeenkomst heeft plaatsgevonden op 25 februari 2005 en de tweede op 18 november 2005. Het centrale thema op deze informatiebijeenkomsten waren de overschrijdingspercentages, de achtergronden daarvan en de mogelijke oplossingen.
28
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 29
29
HOOFDSTUK 5
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 30
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 31
5 PRODUCTIE Productieafspraken 2005 Jaarlijks worden met de zorgverzekeraars productieafspraken gemaakt voor het aantal declarabele ritten en EHBO-ritten.
AZRR / RHRR Declarabele ritten EHTP-ritten Totaal Kilometers
AZRR / BIOS-groep
TOTAAL
39.351
62,3 %
23.782
37,7 %
63.133 100 %
9.326
70,9 %
3.825
29,1 %
13.151 100 %
48.677
63,8 %
27.607
36,2 %
76.284 100 %
1.203.782
57,6 %
885.841
42,4 %
2.089.623 100 %
31
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 32
Productiegegevens 2006 De productie in een bepaald jaar is afhankelijk van de zorgvraag. Uiteindelijk heeft AZRR in het verslagjaar de volgende productie geleverd.
AZRR / RHRR
Declarabele ritten EHTP-ritten Assistentie-rit
AZRR / BIOS-groep
Totaal
38.710
82,9 %
25.524
84,8 %
64.234
83,6 %
7.456
16,0 %
4.285
14,2 %
11.741
15,3 %
1,1 %
305
1,0 %
834
46.695
100 %
30.114
100 %
76.809
100 %
(inclusief EHTP)
15.413
39,8 %
9.875
38,7 %
25.288
39,4 %
A2-vervoer
11.002
28,4 %
7.081
27,7 %
18.083
28,2 %
B-vervoer
12.295
31,8 %
8.568
33,6 %
20.863
32,4 %
Totaal
38.710
100 %
25.524
100 %
64.234
100 %
Opname
26.416
16.956
43.372
Ontslag
1.903
1.695
3.598
Poliklinisch
2.182
1.822
4.004
Overplaatsing
4.791
2.718
7.509
Interklinisch
3.418
2.333
5.751
958.176
2.110.946
Loze ritten Totaal (exclusief
529 1311
959
1,1 %
2270
loze ritten A1-vervoer
Aantal gereden kilometers
1.152.770
Het totaal aantal declarabele ritten is gestegen van 62.105 in 2004 naar 64.234 in het verslagjaar. Het aantal EHTP-ritten is stabiel gebleven. In 2004 werden 12.625 EHTP-ritten uitgevoerd, terwijl dat er in het verslagjaar 12.575 zijn geweest.
32
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 33
33
HOOFDSTUK 6
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 34
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 35
6 MIDDELEN Verhuizing Het jaar 2005 heeft bij zowel AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep in het teken gestaan van de verhuizing en de samenvoeging van standplaatsen. Zo zijn directie, staf en voorwaardenscheppende afdelingen van beide organisaties aan het einde van het verslagjaar verhuisd van de Schiedamsedijk en de Brugwachter in Rotterdam naar de Breslau in Barendrecht. Verder zijn ook de opkomstlocaties in Spijkenisse en Schiedam samengevoegd met de opkomstlocaties aan de Brugwachter in Rotterdam en de Breslau in Barendrecht. Naast de twee laatstgenoemde opkomstlocaties, beschikt AZRR ook over een opkomstlocatie in Dirksland. Wagenpark Bij AZRR / BIOS-groep zijn in het verslagjaar acht ambulances vervangen. De ambulances zijn geleverd door de firma De Vries Ambulances uit Hoogeveen. Vier ambulances zijn van het type Mercedes Emergency Sprinter en vier van het type Chevrolet Chevy Van Ambulance. De laatstgenoemde voertuigen zijn uitgevoerd met een benzinemotor en kunnen worden overgeschakeld op gas.
In afwachting van het onderzoek rondom spreiding en paraatheid en de daaraan gelieerde onzekerheid voor de personeelsformatie en voertuigenaantallen, heeft AZRR / RHRR besloten in 2005 geen nieuwe ambulances aan te schaffen. Hierdoor was het noodzakelijk om de voertuigen met de beste staat van onderhoud een jaar extra te laten doorrijden.
35
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 36
Wel is gestart met een openbare Europese aanbestedingsprocedure voor zes ambulancevoertuigen in 2006. De genoemde aanbestedingsprocedure biedt ruimte voor de organisatie om naast de initiële zes voertuigen een tweede bestelling voor maximaal zes voertuigen te laten volgen zonder hernieuwde noodzaak tot aanbesteding.
De in 2004 door de firma Miessen gestarte bodemprocedure tegen de uitkomst van een reeds in 2002 gelopen aanbestedingstraject is gedurende heel 2005 aangehouden door de rechtbank van Breda. Verwachting is dat in het eerste kwartaal van 2006 een voor onze organisatie positieve uitspraak wordt gedaan in deze langlopende zaak. Bedrijfskleding In het verslagjaar is het besluit genomen om over te gaan tot het installeren van een kledingbeheersysteem op de twee nieuw te betrekken opkomstlocaties. Hiervoor werd de bestaande kledingautomaat van de locatie GGD Rotterdam aangekocht van de wasserij en aan het eind van 2005 verhuisd naar de opkomstlocatie Schieplein. Voor de opkomstlocatie Vaanplein in Barendrecht is een nieuwe kledingautomaat aangeschaft. In verband hiermee is de ambulancekleding in 2005 voorzien een chip. Het lopende wasserijcontract met Clean Lease Randstad werd per 31 december 2005 beëindigd. Een nieuw kortlopend contract werd aan hen gegund na een uitgebreide offerteronde met leveranciersbeoordeling. Besloten is om de aanschaf van een volledig nieuw kledingpakket voor de medewerkers door te schuiven naar het jaar 2006.
36
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 37
Medische apparatuur en Verbruikersmaterialen In het verslagjaar is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om de uitgifte van de voorraad ‘disposable’ producten te automatiseren. Uiteindelijk is gekozen voor het zogenoemde TWIJNsysteem. Dit systeem combineert fysieke distributie en opslag met verbruiksregistratie van medische verbruiksartikelen. De leverancier zorgt ervoor dat de voorraad op peil blijft. Om zo efficiënt mogelijk te werken, is besloten alle opkomstlocaties en drie standplaatsen te voorzien van het TWIJN-systeem.
In 2005 heeft tevens onderzoek plaatsgevonden naar de vervanging van de brancardsystemen. Mede op basis van dit onderzoek is gekozen voor de aanschaf van het type Euroflexx VDP brancardsysteem. De aangeschafte brancards worden in 2006 uitgeleverd. In verband hiermee zullen de brancardtafels in de voertuigen worden aangepast. In het verslagjaar is een eerste inventarisatie uitgevoerd naar de aanschaf van nieuwe (hart)bewakingsapparatuur. Deze zal waarschijnlijk in 2006 definitief moeten worden vervangen.
37
HOOFDSTUK 7
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 38
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 39
7 PRIMAIR PROCES Tijdsverbetering In het verslagjaar is veel tijd en energie gestoken in het terugdringen van de tijdsoverschrijdingen van de 15 minuten-norm. Door de introductie van het mensonafhankelijk registreren van de aanrijtrijden in 2004 is het aantal tijdoverschrijdingen toegenomen, terwijl de ‘performance’ niet is veranderd. Veel inspanning is gepleegd om medewerkers te wijzen op hun verantwoordelijkheid inzake de terugdringing van het ambulancedelay. In het verslagjaar is gestart met de alarmering van medewerkers door middel van pagers, waardoor de uitruk sneller kan plaatsvinden. Analyses van aanrijtijden en tijdoverschrijdingen door middel van registratiesystemen en het navragen bij de ambulancemedewerkers is verder geïntensiveerd. Spreidingsplan Het regionale spreidingsplan dat in het verslagjaar door het Algemeen Bestuur RHRR is vastgesteld, is in de praktijk en proefondervindelijk getoetst op de aanrijtijden naar diverse locaties vanuit de vastgestelde standplaatsen. Daarbij is gebleken dat de landelijke normen geen reëel beeld geven. De uitruktijden zijn in de praktijk langer, terwijl de daadwerkelijke rijtijd korter is dan in het landelijk vastgestelde Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid is opgenomen. Roosters Het rooster is samengesteld op basis van het budgetonderdeel personele kosten, waarbij AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep de rooster op elkaar hebben afgestemd. Door de terugdringing van het ziekteverzuim werd het mogelijk een honderdtal extra diensten te leveren. In de tweede helft van het
39
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 40
40
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 41
41
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 42
verslagjaar is de roostercommissie aan de slag gegaan met het ontwerp van een nieuw rooster in verband met de herschikking van opkomstlocaties met ingang van 1 januari 2006.
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen AZRR levert een belangrijke bijdrage aan de GNK-pool die wordt ingezet bij grootschalige incidenten. De piketfunctionarissen draaien dienst volgens een dienstrooster. De piketfunctionarissen en de GNK vallen onder de verantwoordelijkheid van de RGF bij het uitvoeren van hun GHOR-taak. De bijdrage van de AZRR is vastgelegd in convenanten. Op verzoek van de GHOR kan extra paraatheid geleverd worden bij evenementen, ongevallen en rampen. Tussen AZRR / RHRR, AZRR / BIOS-groep, de MKA en de GHOR vindt op operationeel niveau afstemming plaats. Het streven is om ook op uitvoerend niveau de MKA-centralisten en de GHOR-medewerkers te laten participeren in de werkoverleggen van de ambulancediensten.
42
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 43
43
HOOFDSTUK 8
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 44
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 45
8 MEDISCH MANAGEMENT Protocollen en werkwijzen Binnen AZRR wordt gewerkt volgens de door de Stichting LAMP vastgestelde protocollen (LPA6), aangevuld met een aantal regionale instructies en protocollen zoals het cardiale begeleidingsformulier.
De MKA is in 2005 gestart met de implementatie van de Landelijke Standaard Meldkamer Ambulancezorg (LSMA). In tegenstelling tot LPA6 is LSMA meer een leer- en naslagwerk ten behoeve van de deskundigheidsbevordering van de MKA-centralisten. Het vormt de basis tot betere toetsing, evaluatie en een profcheck voor MKA-centralisten. Door het ontbreken van een landelijk eenduidig leermiddel is tot dusverre nooit een eenduidige ‘profcheck’ voor MKA-centralisten ontwikkeld.
In het verslagjaar zijn diverse regionale richtlijnen, instructies en protocollen ontwikkeld en geïntroduceerd, waaronder aanvullingen op de huidige cardiale begeleidingsformulieren. Daarmee zijn bestaande behandelstrategieën zoals prehospitale trombolyse gestopt. In plaats daarvan is gestart met cardiale interventie door middel van een primaire PCI in de cardiologische interventiecentra. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat deze behandeling superieur is aan trombolytische reperfusie-interventie en minder risico geeft op complicaties.
45
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 46
De kwaliteit van de uitgevoerde zorg De Medisch Manager Ambulancezorg (MMA) is 24 uur per dag laagdrempelig bereikbaar voor de medewerkers van de ambulancediensten en de meldkamer voor consultatie en advies. In 2005 is de MMA 59 maal geconsulteerd. De verhouding tussen de consulten binnen en buiten kantoortijd is ongeveer vijftig procent. De gemiddelde tijdsduur van een consult bedroeg in het verslagjaar 24 minuten, maar varieert van enkele minuten tot enkele uren. De problemen zijn doorgaans vooral van organisatorische aard, zoals het wel of niet vervoeren van een patiënt, gedwongen klinische opnamen op basis van de WGBO (art. 466) en de noodzaak van ambulancezorg voor psychiatrische patiënten. Daarnaast zijn er enkele prikaccidenten aan de orde geweest. Sinds 2004 wordt dit in GMS geregistreerd en ter kennis gebracht van de GNK-functionaris van de MKA. In principe wordt per kwartaal gerapporteerd over de consulten.
Daarnaast toetst de MMA geluidsfragmenten van telefonische triage door de verpleegkundig centralisten. Hoewel het aantal nog beperkt is, lijkt het een goed instrument waarmee de kwaliteit van de centralist kan worden geëvalueerd.
De MMA beoordeelt de (afwijkende) feedbackformulieren die worden ingevuld door ziekenhuizen nadat een patiënt daar naartoe is gebracht en stelt waar nodig vragen via de teamleiders / teammanagers over de handelwijze van het ambulancepersoneel. Deze informatie kan zowel schriftelijk als mondeling worden geëvalueerd. De deskundigheid van de medewerkers De MMA is verantwoordelijk voor het medisch beleid binnen de dienst en bewaakt de deskundigheid van de medewerkers, in samenwerking met de regionaal opleidingscoördinator. Binnen het ROC worden de medewerkers getoetst door erkende instructeurs die bij gebleken tekortkomingen de MMA inschakelen. Er wordt dan in overleg met de opleidingscoördinator een individueel traject gestart, dat moet leiden tot het opvullen van bestaande lacunes in kennis en vaardigheden. Indien dit geen soelaas biedt wordt de bekwaamheidsverklaring ingetrokken en het management geïnformeerd. Aanvankelijk waren de leerprogramma's van de ambulancemedewerkers nogal gericht op ‘bekwamen’ van de voorbehouden handelingen en daaruit voortvloeiende bekwaamheidsverklaringen. Inmiddels is het accent geleidelijk verschoven naar een totaal lespakket waarbij ook de nodige aandacht aan de pathosfysiologische kennis van het ambulancepersoneel wordt geschonken. Het gaat hierbij tenslotte om een goede inschatting van de zorgbehoefte op basis van het stellen van een werkdiagnose binnen de juiste context op grond waarvan bepaalde protocollen van toepassing zijn. Bij de ambulancemedewerkers en MKA-centralisten komt steeds meer het besef van de eigen verantwoordelijkheid voor het op peil houden van de benodigde kennis en vaardigheden voor een adequate beroepsuitoefening.
46
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 47
HOOFDSTUK 9
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 48
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 49
9 REGIONALE OPLEIDINGSCOÖRDINATIE OPLEIDINGEN Inleiding In 2005 heeft het Regionaal OpleidingsPlan (ROP) 2005 als leidraad gediend om alle bij- en nascholingen uit te voeren. Er zijn afzonderlijke rapportages opgesteld ter evaluatie van de verschillende onderdelen van het Regionaal Opleidingsplan. LANDELIJKE SCHOLINGEN Initiële opleiding In onderstaand overzicht wordt aangegeven hoeveel medewerkers in 2005 met de initiële opleiding tot ambulanceverpleegkundige (AVP) en ambulancechauffeur (ACH) zijn begonnen en hoeveel medewerkers in 2005 zijn geslaagd.
Sosa Initieel
Gestart
Geslaagd
AVP
3
3
ACH
2
3
MKA verpleegkundig centralist
3
2
49
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 50
Profcheck diagnostisch In totaal zijn 7 profcheckdagen uitgevoerd. De medewerkers hebben de diagnostische profcheck afgelegd. De instructeurs (inclusief enkele oud-instructeurs) hebben een selectieve profcheck afgelegd. Voor deze groep is de lat iets hoger gelegd omdat zij vanuit hun rol als instructeurs een voorbeeldfunctie hebben. Het ROC heeft tijdens deze dagen gezorgd voor een gastvrouw of gastheer, een assisterende chauffeur of een tentamenleider en een lotus-slachtoffer.
Profcheck
AVP
ACH
AVP
ACH
Diagnostisch
Diagnostisch
Selectief
Selectief
18
28
6
2
Trainingsadvies
3
5
-
-
Uitval
1 herkansing
2 zonder
1 ziek
-
Aantal deelnemers
kennisgeving
Indien een medewerker aandachtspunten meekreeg van de SOSA tentamencommissie, werden deze mensen uitgenodigd voor de profcheck-nazorg trainingen. Dit vervolgtraject wordt onder de kop regionale nascholingen verder uitgewerkt. De achterstand is inmiddels bijna ingelopen. In 2006 zal het ROC met de landelijke profchecks weer helemaal op schema liggen. REGIONALE NASCHOLINGEN Herhalingen ACLS / PALS De nascholing ACLS/PALS werd door in totaal 54 medewerkers gevolgd (7 medewerkers van de BIOS-groep, 47 van RHRR) verdeeld over 7 scholingsdagen. De nascholing D+E werd gevolgd door 3 medewerkers, verdeeld over twee dagen.
Mede door de aandacht voor de methodiek en het draaien van casuïstieken wordt de cursus als zeer positief beoordeeld. Wat betreft de vaardigheden behorende bij de advanced life support geven de meeste medewerkers aan behoefte te hebben aan regelmatige herhalingstrainingen. Eerste Ambulance In 2004 werd een begin gemaakt met de training van eerste ambulance. In 2005 is deze training afgerond. In totaal hebben in 2005 114 medewerkers aan deze training deelgenomen. Opgeteld met 2004 komt dit op een totaal 231 medewerkers verdeeld over 19 nascholingsdagen verdeeld over 2004 en 2005. Ook alle medewerkers van de MKA hebben deelgenomen aan de trainingen.
50
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 51
De cursus wordt als zeer positief door de medewerkers beoordeeld. Door het praktijkgerichte deel van de dag (buiten oefenen), de actieve rol die alle deelnemers hebben en de duidelijke leermomenten, wordt de bijscholing als leerzaam ervaren. Ook is er waardering voor de presentatie door de leden van de GHOR. Feedback geven - effectief communiceren Deze training is onderdeel van het cultuurtraject. De uitvoering is verzorgd door Smits & Beerends. Over het algemeen is de training positief gewaardeerd. In totaal hebben 228 medewerkers deelgenomen (99% van de RHRR en 94% van de BIOS-groep). C2000 Tijdens de trainingsdagen C2000 kwam de implementatie, werkafspraken en instructie met betrekking tot bijbehorende randapparatuur aan de orde. In totaal zijn 27 trainingsdagen uitgevoerd. Alle medewerkers hebben de training gevolgd. In de eerste opzet zoals deze staat beschreven in het jaarplan zou ook een onderdeel wetgeving behandeld gaan worden. Door de korte tijd waarbinnen de C2000 nascholing gerealiseerd moest worden, is gekozen voor een training van één dagdeel waarin geen plaats was voor wetgeving. De oefening is uitgevoerd in samenwerking met de meldkamer. Rijtraining voor ambulancechauffeurs Voor dit jaar stond wederom de rijtraining voor ambulancechauffeurs op het programma. Gezien de druk die C2000 gaf op de planning van de nascholingen en het steeds verschuiven van de invoerdatum, was het onmogelijk deze trainingsdag nog uit te voeren. In overleg met het management is besloten om deze training naar 2006 te verschuiven. OVERIGE BIJ- EN NASCHOLINGEN
In 2005 zijn 23 medewerkers getoetst op voorbehouden en risicovolle handelingen (bekwaamheidsverklaring, 4 medewerkers BIOS-groep, 19 medewerkers RHRR). Dit werd in 7 cursusdagen gedaan.
De eerste groepen bestonden uit alle werkbegeleiders uit de regio. Naast het feit dat zij hun eigen toetsing kregen, werd er op deze dagen tevens een begin gemaakt aan het verbeteren van de contacten en werkafspraken tussen ROC en de werkbegeleiders.
In totaal zijn 2 kandidaten (voor een onderdeel) gezakt. Deze kandidaten zijn voor een herkansing uitgenodigd en geslaagd. Het programma is aangepast, zodat ook uitleg en oefening van de risicovolle handelingen tijdens de training aan bod komen. De reacties op deze training waren overwegend positief. Met name voor de chauffeurs is er, door aandacht te besteden aan
51
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 52
de risicovolle handelingen, een betere invulling van de dag gekomen. Het afnemen van de bekwaamheden gebeurt in carrouselvorm. Profcheck trainingen Er hebben 32 medewerkers deelgenomen aan de trainingen voor de profcheck: 14 medewerkers van de BIOS-groep, 18 medewerkers van de RHRR. In totaal zijn 10 trainingsdagen uitgevoerd.
Zowel de trainingen voor de chauffeurs als die voor de verpleegkundigen werden als leerzaam ervaren. Omdat de nadruk (en dus de leermomenten) bij beiden net op een ander vlak liggen (bij chauffeurs deelvaardigheden en casuïstiek, bij de verpleegkundigen protocollenkennis, theorie, deelvaardigheden en casuïstiek) maakten wij de keuze deze twee groepen apart te trainen, dit in tegenstelling tot alle andere trainingen. De twee beroepsgroepen worden ook apart getoetst tijdens de profchecks. Profcheck-Nazorg In totaal zijn 8 medewerkers in aanmerking gekomen voor het nazorgtraject naar aanleiding van het trainingsadvies voortkomend uit de diagnostische profcheck. Voor deze trainingen zijn 7 dagen gepland. Eén medewerker heeft 3 extra trainingsdagen gevolgd en twee medewerkers hebben 2 nazorgdagen gevolgd.
Door dit "volgsysteem" is het mogelijk om medewerkers die op vaardigheden en kennis onvoldoende scoren tijdens de profcheck, extra bij te sturen en te trainen. Afspraken hiervoor zijn in overleg met het management gemaakt. Naar aanleiding van dit nazorgtraject komen nog 2 personen voor het afnemen van een protocollen-/ theorietoets. Individuele trainingsdag In het eerste half jaar hebben 3 personen een individuele trainingsdag gevolgd. Individuele trainingstrajecten zijn bedoeld voor medewerkers die een achterstand hebben in hun functioneren, zowel theoretisch als praktisch.
De medewerkers waren tevreden over de trainingsdagen. Het ROC wil door deze dagen medewerkers die extra bijgeschoold moeten worden een goed gefundeerd programma aanbieden waarbij na de trainingen geëvalueerd wordt of de medewerker op het gewenste niveau functioneert. Deze evaluatie wordt met het management teruggekoppeld om waar nodig verdere actie te ondernemen.
52
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 53
Examentraining Tijdens een examentraining worden de cursisten voorbereid op het SOSA-praktijkexamen dat zij moeten afleggen aan het eind van hun initiële opleiding. Er waren dit jaar 3 dagen gepland voor 2 verpleegkundigen (beiden van de BIOS-groep) en er werden 4 chauffeurs getraind (alle vier van de BIOS-groep).
De training werd door de kandidaten als zeer positief ervaren. Niet alleen omdat er flink getraind werd op deelvaardigheden en casuïstiek, maar ook omdat de afwijkende reglementen van de SOSA, de gang van zaken tijdens het examen e.d. werden besproken.
Voor de introductie van de Richtlijn, Introductie Eerste Veiligheidsmaatregelen bij Incidenten, heeft het ROC alle medewerkers via Ambuweb een toets laten afnemen met kennisvragen omtrent deze richtlijn. In de verplichte nascholingen voor Ambulancechauffeurs van de SOSA is deze richtlijn in 2005 ook opgenomen. Uitzendkrachten In totaal nemen 9 uitzendkrachten deel aan onze regionale nascholingen. Toetsing van de bekwaamheden / voorbehouden handelingen is bij alle 9 uitzendkrachten gedaan. Allen hebben
53
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 54
de toetsen met een voldoende afgerond. Alle medewerkers hebben de regionale bijscholingen Feedback geven, C2000 en Eerste Ambulance gevolgd.
De uitzendkrachten zijn zeer tevreden over de uitvoering van de trainingen en het positieve ‘lesklimaat’ bij het ROC. Trainingen worden door de mensen als zeer nuttig ervaren. Niet alleen worden de puntjes op de "i" gezet, zij worden tevens op de hoogte gebracht van de regionale afspraken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de trombolyse / TROICA e.d. Meldkamer De meldkamer levert een bijdrage aan de trainingen Eerste Ambulance. Door roosterproblemen is dit tijdens de twee trainingsdagen in juni niet gebeurd. Alle andere dagen is er sprake geweest van een goede afstemming en samenwerking tijdens de training. LSMA De instructeurs van de meldkamer hebben zich in het eerste halfjaar beziggehouden met de train de trainerscursus LSMA. De planning voor de uitvoeringen van deze nascholingen is verschoven naar het najaar omdat het tijdsbestek tussen de train de trainerscursus en het ontwikkelen van de training te kort was. Uiteindelijk is een start gemaakt met de training eind 2005 en zijn de andere trainingsdagen in 2006 gepland. Het bestaande inwerkschema is geactualiseerd.
Er is een start gemaakt met het uitwerken van een interne profcheck voor centralisten. Eerste Ambulance Alle medewerkers van de MKA hebben deelgenomen aan de training Eerste Ambulance. De evaluatie van deze training is zeer positief gewaardeerd, met name omdat de ambulancemedewerkers en de centralisten samen aan dezelfde training deelnamen. C2000 Alle centralisten hebben vanuit de veiligheidsregio een training gevolgd voor C2000. In september 2006 zal nog een herhalingsdag plaatsvinden. De introductiedag voor C2000 is door beide instructeurs gevolgd.
Tijdens het tweede kwartaal 2005 heeft de MKA regelmatig roosterproblemen gehad waardoor de instructeurs van de geplande ROC-dag ingevuld hebben door te werken binnen de meldkamer. Hierdoor is de ontwikkeling van de interne profcheck gestagneerd. Het bestaande inwerkschema is geactualiseerd. Er is een start gemaakt met het uitwerken van een interne profcheck voor centralisten.
54
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 55
OVERIGE SCHOLINGSACTIVITEITEN Inwerkprogramma’s De inwerkprogramma’s voor de chauffeurs en de verpleegkundigen zijn verder uitgewerkt en kunnen begin 2006 geïntroduceerd worden aan de werkbegeleiders. Werkbegeleiders In 2005 is één werkbegeleider van de AZRR / BIOS-groep en zes werkbegeleiders van de MKA gestart met de nascholing werkbegeleiding. Iedere ploeg binnen de MKA heeft nu een eigen werkbegeleider. Instructeurs De ROC-instructeurs hebben in een nieuwe structuur gewerkt. Zij waren allen voor 0,5 of 0,4 fte voor het ROC inzetbaar. In totaal zijn 9 instructeurs actief voor het ROC. Dit betrof twee ambulancechauffeurs, vijf ambulanceverpleegkundigen, één MKA-centralist en één verpleegkundig centralist. De planning verliep goed omdat zowel het ROC, de instructeurs als de organisatie zich flexibel opstelden. Door de start van een assistent opleidingen per 1 maart 2005 is het achterstallig onderhoud grotendeels ingehaald. Voor de continuïteit en bevordering van de kwaliteit binnen het ROC is de functie van assistent zeer waardevol.
De instructeurs hebben de onderstaande bijscholingen gevolgd: •
Laerdal, Simman instructie (allen)
•
Nascholing SOSA voor tentamenleiders en assisterend chauffeurs
•
Bijeenkomst Nederlandse reanimatie raad ( 1 instructeur)
•
Training kerninstructeurs C 2000 (allen)
•
Training NLP en effectief communiceren (8 instructeurs)
De laatste maand van het jaar stond in het teken van de verhuizing naar Barendrecht. Nog tot de laatste dag hebben binnen het ROC aan de Schiedamsedijk trainingen plaatsgevonden. Middenmanagement Naar aanleiding van het cultuurproject binnen de organisatie heeft Smits en Beerends een coachingstraject voor de leidinggevenden uitgevoerd. Er is door Smits en Beerends ook een informatiebijeenkomst over feedback geven in het kader van effectief communiceren. Deze informatiebijeenkomst sloot aan op de training feedback geven, die aan de ambulancemedwerkers gegeven is. Voor 2005 stond de introductie van projectmanagement op het programma. Gezien alle ontwikkelingen binnen de organisatie en de druk die hierdoor ontstaat is besloten om dit project naar 2006 door te schuiven.
55
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 56
Bedrijfsopvangteam (BOT) Voor 14 medewerkers van AZRR / RHRR is een herhalingstraining BOT uitgevoerd volgens het ROP 2005 door het Nederlands Instituut voor Psychotrauma. De deelnemers waren zeer positief over de deskundigheid en werkwijze van de trainer. Wat betreft de inhoud van de training wil men een volgende keer een meer op maat gemaakt programma. Uitzendkrachten Uitzendkrachten hebben deelgenomen aan de regionale nascholingen van het ROC. In totaal hebben 9 medewerkers (8 ambulanceverpleegkundigen en 1 ambulancechauffeur) vier ingekochte, regionale nascholingsdagen gevolgd. Alle deelnemers waren positief over deze samenwerking en voor 2006 wordt hieraan een vervolg gegeven. Politie Bij de politie Rotterdam-Rijnmond heeft het ROC een bijdrage geleverd aan de teamdag van politie. Twee instructeurs hebben een training gevolgd met een reanimatiecasus.
56
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 57
57
HOOFDSTUK 10
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 58
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 59
10 INFORMATIEVOORZIENING Betrouwbaarheid gegevens De regio Rotterdam-Rijnmond maakt als enige regio in Nederland gebruik van het systeem van automatische, mensonafhankelijke tijdregistratie. Door gebruik te maken van een ander systeem, door op een andere manier de eigen prestaties te meten, zijn deze prestaties op papier verslechterd. In 2005 is verder gewerkt aan het vergroten van de betrouwbaarheid van de gegevens. Dit behelst softwarematige aanpassingen, alsmede technische maatregelen op specifieke ambulanceposten. Het resultaat van deze inspanning is dat in de loop van 2005 het aantal ritten dat bruikbaar is voor analysedoeleinden verhoogd is tot boven de 85 procent, daar waar bij de start in 2004 slechts vijftig procent van de ritten bruikbaar was.
In 2006 zullen wij ons richten op het verder verbeteren van de betrouwbaarheid van de gegevens, waarbij wordt overwogen om nieuwe hardware (boordcomputers) aan te schaffen. Management Informatie Systeem (MIS) In 2005 is verder invulling gegeven aan het besluit dat er behoefte is aan een RAV-breed MIS. Dit heeft er toe geleid dat in het laatste kwartaal van 2005 besloten is om met ingang van 1 januari 2006 te werken vanuit met één gezamenlijke database voor de ritadministraties van de beide ambulancediensten en de MKA. Administratieve verschillen op het gebied van de ritadministratie moeten hierdoor definitief tot het verleden behoren.
59
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 60
Naast het besluit om administratief te werken met één centrale database, is er besloten om over te gaan tot aanschaf van de applicatie Cockpit. Met behulp van deze applicatie is het mogelijk om op RAV-niveau managementinformatie te genereren en om die reden spreken wij van de RAV-Cockpit. De RAV-Cockpit zal in de toekomst uitgroeien naar een systeem dat verschillende functionarissen binnen de RAV voorziet in hun informatiebehoefte. Het implementatietraject van de RAV-Cockpit start in het eerste kwartaal 2006, waarbij in eerste instantie de nadruk gelegd zal worden op het verder verbeteren van de betrouwbaarheid van de gegevens. C2000 Met ingang van 1 oktober 2005 is de regio Rotterdam-Rijnmond operationeel met C2000. De ambulancediensten zijn in eerste instantie voorzien van portofoons, waarbij de ambulances voorzien zijn van carkits. Met de introductie van C2000 is ook het alarmeringsproces veranderd. Daar waar voorheen het ambulancepersoneel gebeld werd, worden zij nu gealarmeerd met behulp van pagers. Het contact tussen de meldkamer en het ambulancepersoneel vindt plaats in de aanrijdende ambulance.
60
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 61
In 2006 zullen er ook mobilofoons ingebouwd worden, inclusief achterhoorn. Hierdoor wordt het mogelijk om vanuit het achtercompartiment van de ambulance rechtstreeks contact te hebben met de MKA. In de toekomst zullen SEH’s van ziekenhuizen voorzien worden van C2000 apparatuur, zodat er rechtstreeks contact kan plaatsvinden tussen de SEH en de aanrijdende ambulance. Hiervoor zullen procedures en werkafspraken gemaakt worden.
61
HOOFDSTUK 11
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 62
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 63
11 SAMENWERKING EN AFSTEMMING AZRR maakt deel uit van diverse zorgketens. Om een goede afstemming met onze ketenpartners te waarborgen wordt structureel overleg gevoerd, waarin evaluaties en feedback een belangrijk gespreksonderdeel vormen. Dit gebeurt zowel op directie- als op operationeel niveau. Dienstverleningsovereenkomsten tussen AZRR en de Meldkamer Ambulancezorg De meldkamer en de beide ambulancediensten werken nauw samen met als doel verantwoorde ambulancezorg te leveren aan hun cliënten. Goed beschouwd worden diensten aan elkaar geleverd waarbij de rol van afnemer en leverancier steeds wisselt. Zo draagt de meldkamer zorg voor de coördinatie en de uitgifte van de ambulances en zorgen beide diensten ervoor dat de uitgegeven ritten op een adequate manier worden uitgevoerd. Met de ondertekening van de dienstverleningsovereenkomst in 2004 werd een nieuwe fase in de onderlinge samenwerking ingeluid en is een belangrijke impuls gegeven aan verbetering van ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond. In het jaar 2005 is veel aandacht geschonken aan de implementatie van de in het jaar 2004 afgesloten overeenkomst. Er is uitvoering gegeven aan het, in de dienstverleningsovereenkomst opgenomen, ontwikkelprogramma 2005. Tevens heeft een eerste evaluatie plaatsgevonden waarin werd ingegaan op de geleverde diensten door de contractpartijen.
63
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 64
Convenant GHOR-MKA Eind 2004 is gestart met het opstellen van een convenant / service level agreement tussen de GHOR en Meldkamer Ambulancezorg. Het document is in 2005 afgerond maar aan het eind van dit verslagjaar nog niet ondertekend. Reden hiervoor is dat de onderlinge relatie tussen MKA en GHOR nog nader uitgekristalliseerd moet worden alvorens tot ondertekening kan worden overgegaan. Traumacentrum Zuid West Nederland In 2005 zijn twee overeenkomsten afgesloten met het Traumacentrum Zuid West Nederland. Als eerste is een samenwerkingsconvenant afgesloten tussen TC ZWN als partij enerzijds en AZRR / RHRR, AZRR / BIOS-groep en de MKA als partijen anderzijds. In dit convenant geven de partners in de keten van de acute zorg aan hoe zij gestalte geven aan hun operationele samenwerking. Naast het samenwerkingsconvenant is in 2005 een nieuwe overeenkomst afgesloten voor de periode 2005 t/m 2007 tussen het traumacentrum en AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep over de detachering van ambulanceverpleegkundigen ten behoeve van het (heli-) Mobiel Medisch Team. In het verslagjaar werden vanuit AZRR vier ambulanceverpleegkundigen ingezet als (heli-)MMT verpleegkundige.
Er is regulier overleg met het traumacentrum en het heliteam. Hier worden casussen besproken en worden de inzet- en cancelcriteria geëvalueerd op een juiste toepassing daarvan. Centrale huisartsenposten Na een lange voorbereiding zijn in november 2005 de samenwerkingsafspraken ondertekend tussen AZRR en huisartsenposten in de avond, nacht en weekend in de regio RotterdamRijnmond. De overeenkomst is gesloten tussen de Centrale Huisartsenposten Rijnmond en Centrale Huisartsenpost Nieuwe Waterweg Noord als partijen enerzijds en AZRR / RHRR, AZRR / BIOSgroep en de MKA als partijen anderzijds. In dit document zijn de wederzijdse posities en rollen beschreven binnen de acute zorgketen en zijn afspraken vastgelegd over de onderlinge samenwerking en communicatie, zowel beleidsmatig als op operationeel niveau. Op deze wijze wordt een groeiproces in gang gezet waarbinnen de onderlinge samenwerking meer gestalte kan krijgen met wederzijds respect voor elkaars visie en uitgangspunten. Samenwerking binnen de keten van acute zorg is immers de bindende factor. Aanvraag besteld ambulancevervoer Aanvragen van besteld vervoer door ziekenhuizen komen bij de MKA voornamelijk via de fax binnen. Teveel faxen zijn onleesbaar, dan wel onvolledig ingevuld. Het terugbellen voor het achterhalen van de juiste informatie blijkt vaak onmogelijk. Daarnaast is het niet ondenkbaar dat faxen niet aankomen of dat aanvragen naar een foutief nummer worden gefaxt. Tevens vindt er
64
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 65
tot dusverre geen terugkoppeling vanuit de MKA plaats naar de aanvrager van besteld vervoer. Naast de wijze waarop, vormt ook het moment dat de aanvragen binnenkomen een groot probleem. Doordat het overgrote deel op het allerlaatste moment wordt aangevraagd, is er nauwelijks sprake van "besteld" vervoer daar planning vooraf nauwelijks mogelijk is.
Tijdens een presentatie in januari 2005 voor een afvaardiging van de Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen (SRZ) en de regionale zorgverzekeraars heeft AZRR, naast bovengenoemde knelpunten, een aantal oplossingen aangedragen. Deze oplossingen hebben geleid tot de formulering van een tweetal deelprojecten te weten: •
indicatiecriteria en planregels,
•
aanvraag besteld vervoer via Internet.
Doel van het eerste deelproject is om bij de toewijzing van besteld vervoer gebruik te maken van vastgestelde indicatiecriteria en bij de planning van zogenoemde planregels. De indicatiecriteria en planregels dienen als basis voor de aanvraag van besteld ambulancevervoer. Een projectgroep heeft na de start van het project planregels en indicatiecriteria opgesteld. Deze regels en criteria zijn getoetst door de Medisch Manager Ambulancezorg en in oktober 2005 besproken en vastgesteld door het managementteam van AZRR.
Doel van het tweede deelproject is alle aanvragen voor besteld vervoer vanuit de regionale ziekenhuizen via internet te laten verlopen. Ten behoeve hiervan is door een softwareleverancier een internetapplicatie ontwikkeld. De applicatie wordt in twee fasen gebouwd. Fase 1 heeft tot doel de aanvraag van besteld vervoer via Internet mogelijk te maken. Fase 2 heeft tot doel online inzicht te verschaffen in het aantal beschikbare ambulances op bepaalde momenten van de dag. De aanvrager krijgt op deze wijze inzicht in de beschikbare capaciteit en kan hierop anticiperen door besteld vervoer zo veel mogelijk op "daluren" te plannen. In oktober 2005 is gestart met de bouw van fase 1 van de Internetapplicatie. De bouw van fase 1 is afgerond in november 2005. In februari 2006 wordt begonnen met de implementatie van fase 1. Aansluitend wordt gestart met de bouw van fase 2. Intensive Care-ambulancezorg Zoals ook in het vorige jaarverslag vermeld, zijn landelijk diverse ontwikkelingen gaande om het transport van IC-patiënten tussen afzonderlijke ziekenhuizen (secundair transport) op een meer verantwoorde wijze te laten plaatsvinden. Er is de afgelopen jaren een toename in de vervoersbehoefte te constateren. Deze trend zal zich de komende jaren doorzetten. Ontwikkelingen als centralisatie van 'high care' zorg in de grotere (vaak academische ziekenhuizen) en fusies van kleinere ziekenhuizen hebben tot deze patiëntenstroom geleid. Secundair transport vindt in het
65
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 66
algemeen plaats met reden dat een patiënt, die is opgenomen in een perifeer ziekenhuis (IC-level 3), voor diagnostische en/of therapeutische interventies wordt overgeplaatst naar een ziekenhuis met een hogere IC-level. Het komt ook voor dat een patiënt wordt overgeplaatst in verband met een gebrek aan (IC-)beddencapaciteit. Het is gebruikelijk dat een patiënt na diagnostiek, behandeling of na oplossing van het capaciteitsprobleem wordt teruggeplaatst naar het oorspronkelijke ziekenhuis.
Met betrekking tot het IC-vervoer van neonaten in de leeftijd tot 28 dagen (NICU) zijn in 2003 landelijke afspraken gemaakt tussen de academische kinderziekenhuizen en perifere ziekenhuizen, MKA en de ambulancezorg. Dit vervoer is vooralsnog een taak van AZRR / RHRR, die op verzoek van kinderartsen / intensivisten gebruik kunnen maken van twee trolleys voor de neonatologie-regio van het Sophia Kinderziekenhuis (SKZ). Dit zijn reguliere ritten in en buiten de regio. Eind 2005 is overleg gestart met de afdeling neonatologie om te komen tot een helder traject voor de terugplaatsing van post IC/HC neonaten naar high-care couveuseafdelingen van grote aanpalende ziekenhuizen.
Voor wat betreft het PICU-vervoer ('pediatric intensive care' in de leeftijd van 4 weken tot 16 jaar) zijn voorlopige afspraken gemaakt tussen de intensivisten van het Sophia Kinderziekenhuis (SKZ), de ambulancediensten en de MKA. Zo wordt voorzien in de benodigde apparatuur en specialistische personele ondersteuning. Het PICU-vervoer is in tegenstelling tot het NICU-vervoer niet formeel geregeld in termen van capaciteit en paraatheid. Dit geldt eveneens voor de financiering van deze nieuwe taken. Wel heeft het Ministerie van VWS in december van het verslagjaar ingestemd met formalisering van het PICU- vervoer. Met de ambulancezorg en MKA wordt de situatie nader geanalyseerd.
Om in te kunnen spelen op IC ambulancezorg ten behoeve van volwassenen is in het voorjaar van 2005 een MICU-ambulance (Mobiele Intensive Care Unit) in gebruik genomen. Samen met het MCRZ, dat de coördinatie voor de regio Rotterdam-Rijnmond voor haar rekening neemt en transporten medisch begeleidt, worden IC-behoeftige patiënten primair binnen de regio, maar ook buiten de regio Rijnmond vervoerd met een speciale transporttrolley, die voorzien is van alle noodzakelijke bewakings- en beademingsapparatuur. Naast de regio Amsterdam is RotterdamRijnmond de enige regio in Nederland die een dergelijke vorm van ambulancezorg kan leveren. Sinds eind 2005 neemt AZRR deel aan de door het Ministerie van VWS ingestelde landelijke Task Force MICU met als doel implementatie van MICU ambulancezorg in totaal 6 regio’s. De Task Force heeft eveneens tot doel uniforme materiële, logistieke en financiële uitgangspunten op te stellen.
66
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 67
Klinische afdelingen ziekenhuizen Afstemming tussen AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond enerzijds en de klinische afdelingen in de ziekenhuizen anderzijds, kreeg in dit verslagjaar wederom veel aandacht. Enkele voorbeelden zijn de interventiecentra voor cardiologische patiënten in het Erasmus MC en MCRZ (Primaire PCI), aanpassing van de afspraken rond de stroke-units met de neurologen ten behoeve van CVA patiënten. Geestelijke gezondheidszorg Rondom het ambulancevervoer van psychiatrische patiënten (IBS, RM, weglopers, vrijwillige opnamen) zijn in het licht van gewijzigde wet- en regelgeving nieuwe afspraken gemaakt. Deze werkafspraken zijn ontwikkeld en afgestemd met de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in de regio Rotterdam-Rijnmond, de politie en ambulancezorg. In het komende jaar krijgen deze werkafspraken hun definitieve beslag middels een door de betrokken partijen te onderteken convenant. Provincie Zuid-Holland In de Provincie Zuid-Holland bestaan vier RAV’en, al dan niet in oprichting. De vier RAV’en hebben in 2004 een gezamenlijke subsidieaanvraag ingediend bij de provincie Zuid-Holland voor het jaar 2005. Deze subsidieaanvraag voor het project "Waarborgen van kwaliteit ambulancezorg 2005" (de zogenaamde Impuls-gelden) had voor de regio Rotterdam-Rijnmond betrekking op het vervolgtraject dienstverleningsovereenkomsten met de meldkamer ambulancezorg, de vorming van een Raad van Advies en het opstellen van een convenant tussen de GHOR en de MKA. Dit project is in 2005 uitgevoerd. Zorgverzekeraars Periodiek vindt overleg plaats tussen AZRR en de zorgverzekeraars. Dit overleg heeft betrekking op de voortgang van de RAV-vorming in zijn algemeenheid, het toekennen van de zogenoemde trekkingsgelden en op de besteding van de middelen uit de vrije-margeregeling. Met name zijn de ontwikkelingen besproken rond spreidingsplan, het beschikbaarheidsplan, de huisvesting en het project Tijdsverbetering. Regionale Patiënten en Consumenten Platform (RPCP) Contact hebben met de klanten is belangrijk. Zo hecht AZRR groot belang aan de contacten die zij hebben met de Regionale Patiënten en Consumenten Platform Rotterdam-Rijnmond. Iedere zes maanden heeft AZRR overleg met het Regionale Patiënten en Consumenten Platform (RPCP) Rijnmond.
67
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 68
SORRR Tussen AZRR (inclusief de Meldkamer) en een afvaardiging van de spoedeisende hulp afdelingen (SEH) van de diverse ziekenhuizen wordt periodiek overleg gevoerd. Dit overleg staat bekend als het SORRR en vindt zo'n vier maal per jaar plaats.
68
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 69
69
HOOFDSTUK 12
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 70
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 71
12 KWALITEITSBELEID AZRR Doelstellingen van het kwaliteitsbeleid De aandacht van het kwaliteitsbeleid is in de afgelopen jaren voornamelijk gericht geweest op het behalen en het behouden van het kwaliteitscertificaat voor de hele organisatie. Inmiddels wordt gewerkt aan een omslag van het beleid, die ervoor moet zorgen dat kwaliteit minder een afzonderlijk thema is, maar meer een integraal onderdeel uitmaakt van het totale functioneren van de organisatie. Kwaliteitsbeleid is in feite een vorm van gestructureerde organisatieontwikkeling.
Doelen voor de komende jaren zijn:
•
het behouden van het AZRR-kwaliteitscertificaat.
•
introductie van het INK-model.
•
een verdere ontwikkeling op gebied van professionalisering.
•
in toenemende mate sturen op basis van managementinformatie.
•
periodieke toetsing van de prestaties, onder meer door interne en externe audits.
•
goede communicatie rondom de (externe) klachtenregeling.
•
het vergroten van de inbreng door de klant voor onze producten, onder meer door klanttevredenheidsonderzoeken.
•
zorgvuldig om te gaan met de medewerkers, waarbij ook onderzoek wordt gedaan naar de medewerkerstevredenheid.
71
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 72
•
structureel overleg met ketenpartners.
•
de ontwikkeling van benchmarking volgen op landelijk gebied en dit spiegelen aan AZRR om hiermee mogelijkheden te ontwikkelen ter verbetering van onze processen.
•
uitbouw van de P&C-cyclus.
Kwaliteitsmanagementsysteem Om verantwoorde ambulancezorg te waarborgen maakt AZRR gebruik van het HKZ kwaliteitsmanagementsysteem (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordelingen in de Zorgsector) van de Stichting HKZ met de branchespecifieke normen voor de Ambulancezorg. Dit houdt in dat wij werken volgens vooraf bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in procedures en standaarden. In 2005 is gestart met het traject ‘revisie kwaliteitsmanagementsysteem’. Met deze revisie wordt beoogd: •
beter te kunnen meten door middel van prestatie-indicatoren,
•
het kwaliteitssysteem transparanter te maken,
•
meer draagvlag te creëren bij medewerkers,
•
het als instrument te laten dienen voor verbeterprocessen,
•
ter verbetering van de communicatie over kwaliteit tussen de diensten,
•
meer aandacht te kunnen schenken aan de organisatiecultuur, de betrokkenheid van de managers en teammanagers/leiders bij de vernieuwing en de samenwerking tussen AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep.
Kwaliteitsbeheersing Om er zeker van te zijn dat alle medewerkers beschikken over de laatste versie van procesbeschrijvingen en andere kwaliteitsdocumenten, worden deze documenten op het Ambuweb (Intranet) geplaatst. Op deze wijze wordt gegarandeerd dat ieder beschikt over de meest recente versies. Kwaliteitsbeheersing is de continue aandacht die noodzakelijk is voor het handhaven van de vereiste kwaliteit. Dit betekent dat actuele processen bij alle medewerkers bekend moeten zijn en juist uitgevoerd moeten worden. Om er zeker van te zijn dat die beheersing van het kwaliteitssysteem plaatsvindt volgens de vastgestelde richtlijnen, vinden er periodieke beoordelingen plaats van kwaliteitsdocumenten en elektronische bestanden door interne en externe toetsingen. De uit te voeren toetsingen en het ‘up to date’ houden van het (digitale) kwaliteitshandboek is voor het kwaliteitsmanagementsysteen aan het HKZ-certificatieschema gekoppeld. Prestatie-indicatoren In 2005 is de eerste aanzet gegeven om in het nieuwe handboek resultaatmetingen op te nemen van de kwaliteitsindicatoren over de onderwerpen kwaliteit en personeel.
72
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 73
Meetresultaten Er worden diverse metingen uitgevoerd binnen AZRR. De uitkomsten vormen input voor het bijstellen van het kwaliteitsbeleid. Hieronder volgen de belangrijkste meetinstrumenten. Managementreview Voor het uitvoeren van de managementreview beoordeelt de directie de effectiviteit van het kwaliteitsmanagementsysteem binnen de organisatie. Deze beoordelingen vormen een belangrijke bijdrage aan de verbetercyclus (het continu willen verbeteren) van AZRR. Verbeterrapporten Verbeterrapporten zijn het middel om iedere AZRR-medewerker de gelegenheid te geven voorstellen tot verbetering in te brengen. Maar ook door interne klachten te uiten of te wijzen op tekortkomingen in de organisatie, kunnen verbeteringen worden bewerkstelligd. In een overzicht van verbeterrapporten, die voor iedere AZRR-medewerker zichtbaar is via het zogenoemde Ambuweb is de inhoud van het verbeterrapport te zien (met daarbij ook de mogelijke oorzaak als het een tekortkoming betreft) en de maatregel die getroffen wordt om te verbeteren. Audits Bij AZRR vinden jaarlijks zowel interne als externe audits (toetsingen) plaats. Externe audits voor de gecertificeerde organisatie en interne audits voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Interne audits worden uitgevoerd door gekwalificeerde en onafhankelijke AZRR- en MKA-medewerkers die zijn opgeleid tot interne auditor. Zij stellen vast of het systeem voldoet aan de vastgestelde eisen. Naar aanleiding van gesignaleerde tekortkomingen dienen de auditors verbeterrapporten in. Zowel de resultaten van de interne en externe audit zijn voor iedereen zichtbaar gemaakt via het Ambuweb.
73
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 74
Externe klachten De beleidsmedewerker kwaliteit fungeert als klachtencoördinator. Zij bewaakt de afhandeling van klachten die door of namens patiënten bij AZRR en MKA zijn ingediend. Zij registreert niet alleen de klachten, maar doet ook aanbevelingen en neemt indien nodig maatregelen.
In 2005 zijn 86 klachten geregistreerd. Verreweg de meeste klachten hebben betrekking op Besteld Vervoer. Tabel overzicht externe klachten Aantal 2004
Aantal 2005
Financiële zaken
-
2
Medische zaken
14
15
Bejegening
14
16
Dienstverlening/communicatie
18
20
B-vervoer
2
24
Overigen (materieel)
2
9
Melding Klachtencommissie
2
4
Melding IGZ
-
1
In 2005 zijn tevens vier (één in 2004) positieve reacties binnengekomen door middel van brieven waarin waardering wordt geuit voor de werkzaamheden van (medewerkers van) AZRR. De procedure van de klachtenafhandeling is als volgt. De klacht komt centraal bij het klachtensecretariaat binnen die een registratie van deze klachten bijhoudt. In eerste instantie wordt de klacht in behandeling gegeven bij een klachtenbemiddelaar van de betrokken ambulanceorganisatie. De bemiddelaar gaat bij elke klacht na wat de strekking is, wat de oorzaak van de klacht zou kunnen zijn en welke aanbevelingen en acties hieruit volgen. Ook hiervan wordt een registratie bijgehouden. Over het algemeen gaat het over lange wachttijden bij besteld ambulancevervoer, bejegening en kosten die al dan niet correct in rekening zijn gebracht. Bij klachten over een weinig flexibele dienstverlening, over het functioneren van een AZRR-medewerker of een klacht over bejegening neemt de bemiddelaar direct contact op met betrokken medewerker en klager. Als de bemiddeling niet slaagt, of als de klager daar de voorkeur aan geeft, wordt de klacht naar de klachtencommissie gestuurd. In 2005 zijn 4 klachten in behandeling geweest bij de klachtencommissie. Het zorgvuldig afhandelen van de klacht met betrokkenen, met inachtneming van de aard van de klacht, leidt in bijna alle gevallen tot goede afwikkeling van de klacht. Nadat de werkwijze of indien van toepassing de omstandigheden van de situatie zijn uitgelegd wordt veelal al begrip getoond. Natuurlijk komt het soms ook voor dat het duidelijk is dat AZRR tekort is geschoten in de zorgverlening.
74
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 75
Klanttevredenheidsonderzoek AZRR voert regelmatig klantmetingen uit. Zo is aan het einde van 2004 een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn in het verslagjaar bekend geworden. In zijn algemeenheid werd de kwaliteit gehonoreerd met een ruime 8. Daarbij is wel een aantal aanbevelingen gedaan om de dienstverlening van AZRR op een nog hoger peil te brengen. Deze aanbevelingen hebben onder meer betrekking op de organisatie van besteld vervoer, de attitude van ambulancemedewerkers, de brancards, en de overdracht van de huisarts naar de ambulancemedewerkers. Medewerkerstevredenheidsonderzoek In het verslagjaar is besloten dat AZRR medio 2006 een medewerkerstevredenheidsonderzoek zal uitvoeren. De voorbereidingen daartoe zijn in het verslagjaar in gang gezet.
75
HOOFDSTUK 13
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 76
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 77
13 Kwaliteitsbeleid MKA Inleiding Met de verhuizing in september 2005 is de MKA onderdeel geworden van de Gemeenschappelijke Meldkamer. De MKA heeft een zogenoemd Service Level Agreement afgesloten met AZRR. Missie De missie van de meldkamer is in het kwaliteitssysteem als volgt omschreven:
Samenwerken om de eerste schakel in de Veiligheidsketen te optimaliseren.
De MKA vervult een rol aan het begin en aan het eind van de zorgketen, voor zover het een vraag van de burger betreft voor een directe hulpverlening of besteld vervoer met een ambulance. Hierbij spelen de ketenpartners een cruciale rol. DOELSTELLINGEN
•
Door het kwaliteitssysteem is een objectieve waarborg van de dienstverlening zowel voor de medewerkers als voor de ketenpartners duidelijk geregeld.
•
Het beleid en uitvoering zijn transparant voor zowel de interne als de externe partners, er wordt gestuurd op duidelijk omschreven prestatie-indicatoren. Er is permanente aandacht voor het ontwikkelen van betrouwbare managementinformatie.
77
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 78
Kwaliteitsbeleid • De MKA heeft blijvende aandacht voor de kwaliteit van haar dienstverlening: de plan/act/do/evaluate-cyclus is vastgelegd in het kwaliteitssysteem. •
De dienstverlening is beschreven in vraaggestuurde processen waarbij de hulpvraag van de burger of de ketenpartner centraal staat.
•
Transparantie en gelijke uitgangspunten in uitvoering dienen met de ondersteuning van voorwaardenscheppende middelen te worden voorzien zoals procedures, technische middelen, scholing e.d.
•
Nieuwe ontwikkelingen ter verbetering van de dienstverlening worden verantwoord en tijdig in- c.q. uitgevoerd.
Kwaliteitssysteem (KWS) Met de invoering van het programma GMS-cockpit is meer betrouwbare en gedetailleerde managementinformatie beschikbaar gekomen. Dit biedt voor de MKA meer mogelijkheden om gerichter en directer op ‘output’ te sturen.
DE VERBETERING VAN DE KWALITEIT
•
Met de verhuizing naar de nieuwe locatie is een Gemeenschappelijke Meldkamer ontstaan waardoor de beschrijving van de primaire processen aangepast moest worden. Op diverse ondersteunende en sturende processen zijn aanpassingen verricht.
•
De verhuizing naar de nieuwe locatie heeft gevolgen gehad voor de beheersorganisatie ICT, er is een start gemaakt met het gezamenlijk invoeren van een incidentmanagementsysteem.
•
Het samenvoegen van twee beheersorganisaties heeft de nodige gevolgen gehad voor de positionering, taken en mogelijkheden van de ICT-beheersorganisatie.
•
De MKA heeft in 2005 wederom voldaan aan de HKZ-heraudit die door KIWA is uitgevoerd.
Kwaliteitszorg en kwaliteitssysteem Het auditeren is bij uitstek de methode om gegevens te verzamelen over de werking van het systeem en de bedrijfsvoering. Het auditeren is een waardevol instrument als het gaat om het ontwikkelen van werkwijzen. De effectiviteit van de audits zal in de toekomst nog hoger worden door de combinatie van auditoren van de verschillende disciplines (AZRR, MKA, RAC en PMK) in een gemeenschappelijke auditorenpool. De audits in 2006 zullen door de MKA- en AZRR-auditors over en weer plaatsvinden volgens de audit-jaarplanning, bij AZRR en MKA/RAC. Bij afwijkingen of verbeterpunten na een audit zijn deze onder de aandacht van het verantwoordelijk management gebracht en opgepakt en is er op diverse vlakken verbetermanagement toegepast.
78
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 79
Ten aanzien van het kwaliteitssysteem kan de MKA concluderen dat er in 2005 sprake is geweest van een volledig geïmplementeerd HKZ kwaliteitssysteem. Daarnaast is er door de certificerende instelling KIWA geauditeerd waarbij het kwaliteitsmanagementsysteem beoordeeld is. Uit deze heraudit zijn verbeterpunten gekomen en zijn deze in 2005 en 2006 omgezet in acties. Zorgketen en kwaliteit De partners in de zorgketen zijn de klanten: •
AZRR
•
Ziekenhuizen
•
Verzekeraars
•
Huisartsen
•
Centrale huisartsenposten (CHP)
•
GHOR
•
RPCP
•
RIAGG en andere kerndiensten
Het streven naar bereidwilligheid en samenwerking heeft verder gestalte gekregen en wordt daar waar nodig is verder uitgewerkt in de overeenkomst (SLA) met AZRR. Daarnaast zijn de zorgverzekeraars uitdrukkelijk betrokken. KANSEN VOOR 2006
•
Een nog grotere bijdrage leveren aan het beleid van zorgcentrale / veiligheidsregio
•
Informatie en advisering via het RPCP
•
Prestatie-indicatoren opstellen, in samenwerking met AZRR
•
SLA met AZRR, GHOR e.a.
•
Verbeteren informatievoorziening door verbeterde ICT
•
Verdere invoering van kwaliteitstoetsing d.m.v. prof-checks
•
Verder ontwikkelen van het inwerkprogramma, scholing en bijscholing
•
Verdergaande integratie van primaire processen van de MKA, RAC en de Politiemeldkamer
•
Instellen van een gezamenlijke auditorenpool waardoor een wisselwerking ontstaat tussen AZRR, MKA, RAC en Politiemeldkamer op het gebied van Kwaliteitsmanagement
•
Vasthouden aan normen en waarden van de beroepsgroep
•
Consequent sturen op kwaliteitsnormen gedurende de vorming van de RAV en de Veiligheidsregio
•
Informatieuitwisseling op het niveau van de patiëntengegevens is een uitdaging
•
De verdere ontwikkeling van het Geïntegreerd Meldkamer Systeem en C2000 worden door deelname van de stafleden RCVC / MKA zoveel mogelijk met de ambulancediensten afgestemd
79
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 80
•
Verbeteren van de dienstverlening
•
Nog betere afstemming en samenwerking met de Ambulancediesnten betreffende het Q-managementsysteem.
Mensen en materiaal De medewerkers worden meer kwaliteitsbewust en betrokken bij de uitvoering van de kwaliteitszorg. De inzet bij de doorontwikkeling van de kwaliteitsstukken door de betreffende werkgroepen is nog niet verwerkt in de roosterfactor en in de CTG-tarieven. De MKA wordt betaald voor de uitgevoerde ritten en niet voor het ontwikkelen van werkprocessen en procedures. De vergrijzing op de MKA is verdund door verjonging en het feit dat de SOSA-opleiding voor centralisten is stopgezet, hierdoor worden oudere centralisten vervangen door jongere verpleegkundigen. Het budget voor de aanschaf van materiaal en middelen kan als 'onvoldoende' worden beschouwd en zal in 2006 effectief ingezet moeten worden, waarbij efficiency voorop staat. UITKOMSTEN VAN KWALITEITSBELEID
In 2003 zijn de uitkomsten van diverse processen vastgesteld, de beoordeling van het bewaken en meten van de processen heeft te weinig aandacht gekregen. Deze zijn in 2004/2005 beter gestructureerd en met duidelijke prestatie-indicatoren uitgevoerd. De metingen die zijn verricht in 2005 geven voldoende uitkomsten in gegevens die gebruikt kunnen worden om de activiteiten te sturen, besturen en bij te sturen. Het meten, analyseren en verbeteren was een verbeterpunt voor 2004 en is in 2005 gehaald. De medewerkers worden dagelijks geconfronteerd met behaalde successen en knelpunten, die weer worden vertaald in voorstellen en aanbevelingen. De medewerkers binnen de MKA dienen bekwaam te zijn in het uitvoeren van hun taken. Het (meerjaren) regionaal opleidingsplan is een middel dat scholing weergeeft, waaronder een regeling voor werkbegeleiding, een inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers en eventuele noodzakelijke praktijkstages. VERBETERACTIES
•
Met de ketenpartners is structureel overleg gevoerd met als doel afstemming en inzicht in onmogelijkheden.
•
Uitbouwen van elektronisch besteld vervoer systeem.
•
Het systematischer en gestructureerder omgaan met de wijze van afwijkingen.
•
Een constructieve, efficiënte en effectieve klachtenafhandeling conform de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector.
•
De interne audits moeten nog meer procesmatig, systematisch en methodisch worden uitgevoerd. Er zal dan ook een auditprogramma worden ontwikkeld met AZRR.
80
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 81
•
Het ontwikkelen van procedures waaronder: managementreview, corrigerende en preventieve maatregelen en MARAP
•
Deskundigheidsbevorderende maatregelen zoals casuïstiek / evaluaties, prof checks en dergelijke verder bevorderen
•
Het verder optimaliseren van het Meldkamerboek GMS en het invoeren van de Landelijke Standaard Meldkamer als naslagwerk en voor opleidingsdoeleinden
•
Verder ontwikkelen en bijhouden van het handboek Primair Proces Ambulancezorg (PPA) en het waar mogelijk afstemmen van de primaire processen van de meldkamer met politie en brandweer.
DOELSTELLINGEN VOOR HET LOPENDE JAAR
•
Samenwerking in de keten intensiveren door het verduidelijken van verwachtingen (taken/ output), spelers en het maken van afspraken hierover (convenanten).
•
Behoeften van de patiënt meer betrekken in de ontwikkeling van de organisatie door de wensen van RPCP, de uitkomsten van klanttevredenheidsonderzoeken en informatie van de Cliëntenraad mee te nemen.
•
ICT-structuur verbeteren (op ketenniveau) waardoor de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van gegevens zodanig zijn dat de juiste beleidsbeslissingen genomen kunnen worden.
•
Meldingen en/of verzoeken aan de MKA niet resulterend in ambulance-inzet invoeren in GMS ter registratie. Een prestatie-indicator van vijftig procent is haalbaar.
•
Klachtencommissie zorgsector gestalte geven.
•
Bekwaamheid van de medewerkers bevorderen en beoordelen.
81
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 82
Klachten en kwaliteit In het voorjaar van 2004 is een gezamenlijke klachtencommissie geïnstalleerd, met een gezamenlijke klachtenfolder, reglement, procedure, secretariaat en afhandeling. De bewaartermijn van meldingen (zorgsector) in digitale vorm zal worden aangepast naar 15 jaar of meer. Zie ook voor het aantal klachten elders in dit jaarverslag. De externe organisatie Bevorderen van in- en overzicht behandelcapaciteit ziekenhuizen via Internetachtige omgeving, waarin de capaciteit van de ziekenhuizen ook voor huisartsen in een breder verband toegankelijk zal zijn. Daarnaast worden werkafspraken gemaakt met de huisartsenposten met betrekking tot de inzet van ambulances en de competentie tussen aanvragende CHP en MKA-centralisten. Met de GHOR en GGD’en vinden besprekingen plaats om te komen tot een betere afstemming van incidentenbestrijding / alarmering en gewondenspreidingsplannen. Door de Medisch Manager Ambulancezorg en stafmedewerker geneeskundig wordt regelmatig overleg gevoerd met diverse kleinere ziekenhuizen over de SEH behandelcapaciteit in dag-, avond- en nacht-uren. De commissie van advies ambulancezorg wordt vervangen door de Raad van Advies en krijgt tot taak om AZRR te adviseren omtrent het te voeren beleid en over de samenhang tussen de ambulancezorg en de ketenpartners.
Met de ambulancediensten en de MMA vindt er structureel overleg plaats over: •
een scholingsprogramma voor MKA-centralisten
•
evalueren van de indicering (A1, A2, B)
•
kwaliteitsbeleid en certificering
•
competenties MKA-personeel en ambulancebemanningen helder houden of maken
•
beschikbaarheid ambulance en afstemming bedrijfsprocessen
•
klachten en opmerkingen, verbeterpunten
•
profcheck
•
invoering en uitvoering van het LSMA
Conclusies De ketenzorg is in 2005 verder verstevigd (AZRR en MKA) ter verbetering en ontwikkeling van diverse werkprocessen. De ziekenhuizen en de eenvoudige beschikbare 24 uurs behandelcapaciteit zijn niet toegenomen. Het 24 uurs-Medisch Mobiel Team met de kwalificatie van het heli team en de primaire inzetcriteria zijn onderwerp van gesprek met het traumacentrum Zuid West Nederland en gerealiseerd. Over de primaire inzetcriteria heli en de vooraankondigingen door de MKA-centralist naar ziekenhuizen blijven nog kritische geluiden komen. Nadrukkelijke gegevens ter evaluatie kunnen op het ritrapport-aanhangsel voor de MKA worden vermeld.
82
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 83
De aangeboden opmerkingen hebben nog niet geleid tot veel overtredingen van de gemaakte afspraken. De ambulancebemanning is primair aan zet voor het verzoek daartoe. De operationeel managers van AZRR worden voorzien van de noodzakelijke informatie voor wat betreft het inmelden en de delaytijden.
83
HOOFDSTUK 14
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 84
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 85
14 BEDRIJFSBUREAU EN FINANCIËLE ADMINISTRATIE Het bedrijfsbureau van AZRR / RHRR draagt zorg voor de uitvoering van financieel-economische bedrijfsprocessen, de registratie en facturatie van ambulanceritten en het beleid op het gebied van automatisering, administratieve organisatie en facilitaire zaken. In het laatste kwartaal van het verslagjaar is veel aandacht besteed aan de verhuizing naar Barendrecht. Aan de voorbereiding op de nieuwe huisvesting, met name op ICT-gebied, is een substantiële bijdrage geleverd. Financiële administratie AZRR / RHRR 2005 is het tweede jaar geweest waarin de financiële administratie van het bedrijfsbureau volledig operationeel heeft kunnen functioneren. De financiële verslaglegging is tijdig, volgens de p&c-procedures van de RHRR en de gemeente Rotterdam, verlopen. De verslaglegging aan de zorgverzekeraars, de externe financiers, is ruim binnen de daarvoor gestelde tijd afgerond.
In het verslagjaar zijn naast de financiële administratie voor de ambulancedienst separaat twee aparte administraties gevoerd voor het stafbureau en de Regionale Opleidings Centrum. Door de financiële administratie zijn 22.800 facturen verwerkt. Eind 2005 zijn voorbereidingen getroffen voor de installatie van een nieuwe versie van de software voor de financiële administratie.
85
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 86
Veel werk is gemaakt van het verder verbeteren van incassoprocedures, waardoor het risico van dubieuze debiteuren zo beperkt mogelijk wordt gehouden.
De salarisadministratie wordt, op basis van een dienstverleningsovereenkomst, als voorheen gevoerd door de GGD Rotterdam e.o. Voor de financiële administratie zijn in 2005 3,8 fte. ingezet. Rittenadministratie AZRR / RHRR De rittenadministratie legt de basis voor de facturering van declarabele ambulanceritten en vormt een bron van informatie over het primaire proces. In 2005 zijn door de rittenadministratie 46.700 ritformulieren verwerkt. Veel aandacht is besteed aan het verder uitbouwen van digitale facturering. Ultimo 2005 is de voorbereiding voor het realiseren van een centrale database voor de registratie van ritgegevens ten behoeve van de ambulancediensten en de meldkamer afgerond. Voor de rittenadministratie zijn 5,2 fte. ingezet.
86
Jaarverslag AZRR 2005
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 87
87
HOOFDSTUK 15
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 88
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 89
15 PERSONEELSZAKEN De formatie ten behoeve van de ambulancezorg was op 31 december 2005 als volgt:
Stafbureau
Totaal
Pers
Fte
Per
Fte
-
-
-
-
122,92 130
73
-
-
-
-
116,13 121
-
-
14
14
-
-
14
14
-
-
-
5
5
-
-
5
5
2,5
8
3
3
1
1
5,5
6
12
18
Administratie
3
6
13,26
14
1
1
1,0
1
18,26
22
Dagelijkse Lei-
5,5
6
12
12
-
-
1,0
1
18,5
19
21
21
7,5
8
306,81 329
Ambulance-
BIOS-groep
RHRR
MKA
Fte
Pers
Fte
Pers
Fte
47,99
50
74,93
80
46,89
48
69,24
-
-
Pers
Verpleegkundige AmbulanceChauffeur Verpleegkundig Centralist Niet-verpleegkundig Centralist Staffuncties Ambulancezorg
ding en Directie Totaal
105,88 118
172,43 182
89
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 90
In het jaar 2005 heeft de afdeling Personeel en Organisatie van AZRR / RHRR, de ‘gebruikelijke’ beheersmatige en beleidsmatige activiteiten uitgevoerd. De producten die de afdeling P&O zowel beheersmatig als beleidsmatig heeft geleverd, strekken zich uit over de volgende aandachtsgebieden: personeelsvoorziening, rechtspositie, beleids- en instrumentontwikkeling, organisatieontwikkeling, personeelsbeheer, arbeidsvoorwaarden, managementinformatie en salarisadministratie. Evenals vorig verslagjaar is ook in dit jaar veel tijd besteed aan het overbruggen van de bestaande cultuurverschillen. Het stroomlijnen van de salarisadministratie en het uniformeren van de regelgeving binnen AZRR / RHRR heeft veel aandacht gevergd. AZRR / BIOSgroep formuleert de hoofddoelstelling van de eigen personeelsafdeling als volgt: het opzetten en/of onderhouden van een personeelsbeleid (systeem) dat voldoet aan de wettelijke normen en/of hetgeen op bedrijfsniveau wordt afgesproken. Instroom, doorstroom en uitstroom In het verslagjaar hebben dertien ambulancemedewerkers AZRR / RHRR verlaten. Vijf daarvan hebben gebruikgemaakt van het FLO. Budget en formatie zijn per 31 december 2005 volledig in evenwicht. Aan het einde van het verslagjaar is een begin gemaakt met werving en selectie van nieuwe ambulancemedewerkers om de daling in de personeelsformatie op te kunnen vangen. Bij AZRR / BIOS-groep hebben zes medewerkers de organisatie verlaten en zijn zeven nieuwe medewerkers aangenomen. Overigens bestaat uit het BIOS-concern naast AZRR / BIOS-groep ook een zorgvervoer-gedeelte. De chauffeurs van het zorgvervoer krijgen de mogelijkheid om intern door te groeien naar de functie van ambulancechauffeur. Leeftijdsopbouw en man/vrouw verhouding 2005 De formatie bij AZRR / RHRR bestond in het verslagjaar uit 182 medewerkers, van wie 154 mannen en 28 vrouwen. De formatie bij AZRR / BIOS-groep bestond in het verslagjaar uit 125 medewerkers, van wie 101 mannen en 24 vrouwen. De leefttijdsopbouw van de medewerkers was als volgt:
Leeftijdscategorie
AZRR / RHRR
<25
0
0%
2
1,60 %
25 – 34 jaar
24
13,19 %
26
20,80 %
35 – 44 jaar
73
40,11 %
55
44,0 %
45 – 54 jaar
81
44,51 %
36
28,80 %
55 – 59 jaar
3
1,65 %
6
4,80 %
55 – 59 jaar
1
0,54 %
0
0%
182
100 %
125
100 %
Totaal
90
mJaarverslag AZRR 2005
AZRR / BIOS-groep
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 91
Ziekteverzuimbeleid In het verslagjaar heeft binnen AZRR / RHRR het terugdringen van vermijdbaar ziekteverzuim veel aandacht gekregen. In de externe financiering wordt in het budget slechts 5 procent ziekteverzuim gedekt. Elk procent meer kost de organisatie ongeveer € 100.000,- per jaar. De directie en de Arbodienst hebben in samenwerking met de afdeling Personeel en Organiatie dan ook met veel energie gewerkt aan de begeleiding van individuele verzuimsituaties. Ter preventie van verzuimherhalingen wordt daarbij vanzelfsprekend ook gekeken naar mogelijke verzuimoorzaken in de werkomgeving of functie.
Bij de Bios-groep is een verzuimreglement van kracht. Dit reglement beschrijft de rechten en plichten van zowel de medewerker als de werkgever.
Bij AZRR / BIOS-groep zijn zes medewerkers aangemeld bij het bureau Step voor veilig ruggebruik. Een aantal van deze medewerkers was arbeidsongeschikt door klachten aan het bewegingsapparaat, door de inzet van Step is de verzuimduur aanzienlijk verkort. Ook is er één medewerker preventief gestuurd om veilig ruggebruik aan te leren en zodoende ziekteverzuim te voorkomen. Ziekteverzuimcijfers over 2005 Het ziekteverzuimpercentage van AZRR / BIOS-groep is iets boven de begroting van vijf procent van het C.T.G. gekomen te weten 5,47 procent. In dit percentage zijn de medewerkers die recht hadden op een amber-, r.e.a.- of zwangerschapsuitkering volledig meegeteld. Twee medewerkers hebben in 2005 een zwangerschapuitkering ontvangen.
Bij AZRR / RHRR is het ziekteverzuim door de multidisciplinaire aanpak van het management, de Arbodienst en P&O in het verslagjaar gedaald. Het ziekteverzuimpercentage is voor AZRR / RHRR in 2005 uitgekomen op 6,55 % (inclusief zwangerschap en aangepast werk). In 2004 bedroeg dit percentage nog 8,59 %. Dat betekent dat een daling van ruim 2 % is gerealiseerd. Wanneer hiervan het zwangerschapsverlof wordt afgetrokken, resteert een verzuimcijfer van 5,93%. De Arbo-dienst Zoals beschreven, is in het verslagjaar gezamenlijk met de Arbo-dienst gewerkt aan de nieuwe opzet om het ziekteverzuim verder terug te dringen. Door in 2005 een strakkere regie te voeren en betere coördinatie op het ziekteverzuim toe te passen zijn de gestelde targets, zowel als gesteld door de gemeente Rotterdam als door de organisatie zelf, gehaald.
Met ingang van 1 januari 2005 is AZRR / BIOS-groep overgestapt naar een andere Arbodienst. De verzuimbegeleiding word uitgevoerd door Alexander Calder verzuimbegeleiding.
91
AZRR - jaarverslag 2005 14-06-2006 15:37 Pagina 92
Opleidingsbeleid Het uitvoeren van de bedrijfsdoelstellingen van de ambulancedienst vraagt de nodige kwaliteiten van de medewerkers. Een tekort aan kwaliteit dient dan ook gecompenseerd te worden door het activeren van opleidingsactiviteiten. Voor AZRR / RHRR zijn naast de opleidingen van het regionaal opleidingscentrum de activiteiten van de gemeente Rotterdam van belang. Mogelijke herplaatsingen zullen hierin een belangrijke rol gaan spelen. Bij de ambulancedienst wordt het budget voor opleidingen door het Regionaal Opleidings-Centrum beheerd. Het opleidingsbudget van de ambulancedienst heeft vrijwel geen ruimte om andere dan de ROCactiviteiten toe te staan. Bij AZRR / BIOS-groep is in het verslagjaar één chauffeur aan de interne opleiding begonnen en is naast zijn functie in het zorgvervoer, één week per maand minimaal inzetbaar op de ambulance. Ondernemingsraad Zowel bij AZRR / RHRR en AZRR / BIOS-groep is een ondernemingsraad actief. Bij AZRR / BIOSgroep vormen de leden van de ondernemingsraad een vertegenwoordiging van ambulancezorg en zorgvervoer. De keuze voor een ondernemingsraad met leden uit zowel het ambulance- als het zorgvervoer is voortgekomen uit de overweging, dat de ondernemingsraad de voortgang voor de gehele organisatie moet kunnen overzien. Speciale projecten De afdeling P&O van AZRR / RHRR heeft verder in het verslagjaar onder meer de volgende projecten opgestart of verder uitgebouwd: tegemoetkoming bedrijfsfitness, beoordelings- en evaluatietraject, functiebeschrijvings- en waarderingstraject, fietsproject, salarisadministratie en project competentiemanagement. Aan het einde van het verslagjaar heeft AZRR / RHRR de oude kinderopvangregeling vervangen en aangepast aan de nieuwe wetgeving.
92
Jaarverslag AZRR 2005