Autisme & communicatie voor Mediators Vereniging Mediators Noord-Holland
18 november 2015
18 november 2015 1
Wat is autisme? Geen idee wat autisme me nu precies is. Er zijn verschillende verklaringstheorieën en wekelijks wordt er wel een mogelijk nieuwe oorzaak ontdekt.
Het woord ‘autisme’ is afkomstig van het Griekse woord ‘autos’ dat ‘zelf’ betekent. Autos verwijst naar de in zichzelf gekeerde indruk die mensen met autisme soms maken. Vaak wordt ook het begrip: ‘Pervasief’ gebruikt. Met het begrip pervasief wordt aangegeven dat de problematiek diep doordringt in het totale functioneren van mensen met autisme.
Binnen de wetenschap zijn er 3 denkwijze (revoluties) over autisme: De eerste revolutie in 1943 / 1944: De ontdekking van autisme door Leo Kanner en Hans Asperger. De Autisme wordt veroorzaakt door de opvoeding, vooral door de moeder. De tweede revolutie in 1980: Autisme is een defect, zit in de genen en is sterk erfelijk. De derde revolutie in 2006 (Delfos) : Autisme is geen defect, maar een vertraging of versnelling in de informatieverwerking en loopt soms over meerdere schakels.
Bij autisme wordt vaak gesproken over mensen die passen binnen ‘het spectrum’. Hierdoor wordt duidelijk dat elk mens met een vorm van autisme uniek is. ‘De autist’ bestaat niet.
Wij zijn een groot voorstander van het scheiden van de taal van de diagnostiek “autisme spectrum stoornis” en spreektaal “mensen met autisme” waarbij wij uitdrukkelijk pleiten voor het neutralere laatste.
18 november 2015 2
Autisme & overprikkeling 1
Ik voel het weer. Het is er weer. Soms even, dan de hele tijd. Ik wil je niet kwetsen. Ik wil het niet weer zeggen, maar het is er weer. (Gijs Horvers)
Veel mensen met autisme hebben goede intellectuele mogelijkheden. Hierdoor zijn zij in staat om het gemis op het gebied van sociale vaardigheden te compenseren en te camoufleren. Zij leren de regels voor sociaal verkeer uit hun hoofd en handhaven zich door het toepassen van aangeleerde ‘sociale scripts’.
Mensen met autisme kunnen meestal geen beroep doen op hun intuïtie en missen vaak de vaardigheden om onuitgesproken signalen op te vangen. Wanneer je iets onbewust waarneemt dat een bepaalde emotie teweegbrengt, spreken we over een trigger. Een trigger is een onbewuste, zintuiglijke waarneming die automatisch een bepaalde emotie oproept. Door de onbewuste verwarring die ontstaat, kan er snel overprikkeling ontstaan. Als je je van de trigger(s) bewust bent, kun je leren daar controle op te hebben.
Samenhang Mensen met autisme hebben moeite om de samenhang tussen de verschillende gebeurtenissen goed in beeld te krijgen. Het detaildenken veroorzaakt immers dat gebeurtenissen niet in de juiste context geplaatst worden. Het gefragmenteerd verwerken van de waarnemingen zorgt voor een vertraging in de informatieverwerking. Indien er meer informatie binnenkomt dan door het zenuwstelsel verwerkt kan worden, ontstaat er een soort filevorming in het hoofd. Het gevolg is 1
G. Horvers, M. Kuipers, Plan B, een vernieuwende handreiking bij autisme, SWP Amsterdam
18 november 2015 3
overprikkeling en controleverlies. Daarmee ontstaat een sterk gevoel van onveiligheid. Mensen met autisme raken het overzicht kwijt en reageren met gedrag dat door de buitenwereld gezien wordt als ongewenst gedrag. Maar het is enkel en alleen een overlevingsstrategie.
Overprikkelingstheorie, een natuurlijk proces Agressie en woede komen altijd voort uit angst! De basisemotie angst en de reacties die hieruit voortvloeien, worden gegenereerd en geregisseerd door de amygdala. De amygdala, ook amandelkern genoemd, maakt deel uit van het oudste deel van de hersenen, het limbisch systeem. Dit systeem is een soort emotionele schildwacht. Het enige dat telt is overleven. Als er gevaar dreigt, dan neemt deze schildwacht de regie over om direct tot actie over te kunnen gaan. De hormonen adrenaline, nor-adrenaline en cortisol worden in het lichaam afgegeven om op de vlucht te kunnen slaan, te vechten of te verstijven.
Tegelijkertijd stopt het denkvermogen, de neo-cortex (ook het rationele brein genoemd), waardoor de rem op de emoties niet meer goed functioneert. Want in dreigende situaties ontbreekt immers de tijd om verstandig te overleggen wat het beste plan van aanpak zal zijn. Een snelle reactie van de amygdala zorgt er dus voor dat het gevaar ontweken kan worden nog voor we beseffen dat we ons in een dergelijke situatie bevinden. Door overprikkeling zijn mensen met autisme niet meer in staat om rationeel om te gaan met de situatie. Angst krijgt de overhand en de amygdala zorgt voor een vecht-, vlucht- of verstijvingsreactie. Een overprikkelingsreactie bij mensen met autisme reguleren door gerust te stellen, te praten, te schreeuwen of vast te pakken, heeft geen zin en zal de angst alleen versterken en dus averechts werken. Beter is om ervoor te zorgen dat er op dat moment zo min mogelijk prikkels binnenkomen. Dus zorg je er in de eerste plaats voor dat de omgeving zo min
18 november 2015 4
mogelijk prikkels genereert. Praat zo min mogelijk en beweeg rustig. Bied veiligheid. Daarnaast is het essentieel om de trigger weg te nemen, want dat heeft uiteindelijk het meeste effect. Fasen Allereerst is het noodzakelijk om de verschillende fasen groen, oranje en rood te herkennen waarin de persoon met autisme zich bevindt. Niet in elke fase is het zinnig om een gesprek te voeren. Pas als de persoon met autisme zich veilig voelt, zal hij informatie kunnen opnemen en dit kunnen verwerken. Binnen ons Signaleringsplan overprikkeling onderscheiden we drie fasen:
Fase 1: groen Het gaat goed, de persoon is rustig en overziet wat hij doet en voelt. In deze fase kan hij functioneren en is goed aanspreekbaar. Deze fase is een prima referentie- en ijkpunt voor het normale gedrag. Zodra het gedrag gaat afwijken, ben je alert op de persoon of na te gaan of hij zich in de volgende fase bevindt.
Fase 2: oranje In deze fase heeft iemand met autisme te veel prikkels en informatie te verwerken gekregen. Dit hoeft niet eens altijd zichtbaar te zijn. Ook als hij een uur lang geconcentreerd aan het werk is geweest kan zijn hoofd ineens vollopen. Eigenlijk zou er bij elk gedrag dat afwijkt van groen bij de omgeving een ‘alarmbel’ moeten gaan rinkelen. Het signaalgedrag kan er als volgt uitzien:
18 november 2015 5
• schelden en vloeken • paniekaanvallen • verdrietig • pesten • schreeuwen • bonken en adderen • opdringerig en claimend gedrag • onrustig gedrag • betweterig gedrag • verandering in spierspanning/vuisten ballen • verandering van huidskleur • vermoeidheid • ongemotiveerd en slordig gedrag • duizelingen • brutaal • niet aan willen kijken • geen antwoorden geven op vragen • flauwvallen • onhandigheid • het maken van ongepaste of harde grappen • agressieve houding • zweten • geluiden maken • stellen van veel vragen • in zichzelf gekeerd zijn • verlies van urine of ontlasting
Voor de buitenwereld is dat schijnbaar ongewenst en vervelend gedrag. Maar voor iemand met autisme betekent dit dat er nauwelijks nog eigen regie is. Deze uitingen komen nooit
18 november 2015 6
voort uit onwil. Het is pure onmacht. Het gedrag ontstaat door de situatie of omstandigheden waar de persoon met autisme op dat moment in verkeert. In een vergevorderde fase oranje is het daarom nauwelijks mogelijk om effectief verbaal te communiceren!
Door de overprikkeling wordt helder nadenken bemoeilijkt. Praten zorgt voor nog meer prikkels die het overbelaste informatieverwerkingssysteem niet meer kan verwerken. De emoties nemen de overhand en kleuren de gedachten verder in. In deze fase is er op non-verbaal en instructief niveau nog wel communicatie mogelijk. Dat betekent dat je het gesprek stopt en zorgt voor een veilige lichaamstaal door je bijvoorbeeld kleiner te maken.
Vermijd verder zo veel mogelijk prikkels. Prikkels kunnen zijn: aanraken, schouderklopje, praten, geruststellen. Goedbedoelde woorden (‘Doe maar rustig, het komt wel goed’) zijn ook prikkels.
Zodra de persoon terug is in groen kun je bespreken waar het mis ging. Vervolgens maak je afspraken hoe hij om hulp kan vragen als hij merkt dat zijn hoofd volloopt. Wanneer prikkels blijven binnenkomen en de persoon niet tot rust komt, bestaat het risico dat hij doorschiet naar rood.
Fase 3: rood In deze fase is de persoon met autisme niet meer aanspreekbaar. Hij is zo angstig en overprikkeld dat het overlevingsmechanisme het overneemt. In deze fase kan de persoon met autisme in zijn paniek en angst een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving zijn. Het contact met de werkelijkheid is verdwenen. Er treedt een reactie op in de vorm van verstijven, vluchten of vechten. Hij zal reageren op elke prikkel die binnenkomt, alsof er levensgevaar is.
18 november 2015 7
Rust en veiligheid bieden is het enige wat je nog kunt doen totdat de persoon weer tot zichzelf komt.
Wanneer iemand een gevaar is voor zichzelf of zijn omgeving moet je ervoor zorgen dat hij uit de omgeving wordt weggehaald. Nog beter: haal de omgeving weg bij de persoon. In ieder geval is het van belang om alle prikkels te verwijderen zodat hij tot rust kan komen. De meeste mensen vinden het heel bedreigend om vastgehouden te worden en kunnen daardoor niet tot rust komen. Door het vasthouden blijf je prikkels toedienen die ervoor zorgen dat de persoon in deze toestand blijft. Er zijn uitzonderingen. Sommige mensen worden juist rustig wanneer zij vastgehouden willen worden. Zodra de persoon met autisme tot rust is gekomen en zich weer veilig voelt, is er een gesprek mogelijk en kun je samen onderzoeken wat de aanleiding tot de escalatie was.
Mediation Bovenstaand gegeven is erg belangrijk in mediation. Immers wanneer men in een conflict zit zal er altijd sprake zijn van een bepaalde spanning. Door dat het denken “uit” gaat tijdens fase rood zal een constructief gesprek nauwelijks mogelijk zijn en is de mediation gedoemd te mislukken.
18 november 2015 8
Ik
kan het niet goed uitleggen.
Ik kan ook niet liegen. Alles wat ik zeg, is waar Zelfs als ik zwijg. (uit: niets is alles wat hij zei / Nic Balthazar)
Autisme & communicatie in de mediationpraktijk
De reden dat mensen met autisme vaak in conflict raken is gelegen in het feit dat autisme een andere manier van informatie verwerking is. Gefractioneerde interpretatie van waarnemingen zorgt ervoor dat aangeboden informatie niet altijd even adequaat wordt verwerkt. Hierdoor treedt er een vertraging in de informatieverwerking op en worden informatiekoppelingen die voor mensen zonder autisme voor de hand liggend zijn, niet of verkeerd gemaakt. Kortom een groot risico op inschattingsfouten die soms grote gevolgen kunnen hebben.
De communicatie met mensen met autisme in de mediationpraktijk begint bij het maken van de afspraak. Voor veel mensen met autisme zijn alle “eerste keren” lastig. Alleen al het niet weten wat er gaat gebeuren zorgt voor onrust en dus voor prikkelvorming.
Als de afspraak telefonisch wordt gemaakt dan zal niet alle informatie goed blijven hangen. Het helpt de afspraak per mail te bevestigen. Daarbij is het erg prettig als ook het verloop van de mediation inzichtelijk gemaakt wordt. Hoe is de praktijk te bereiken? Waar kun je parkeren? Hoe laat begint de mediation? Worden de eerste 10 minuten gebruikt voor een praatje en koffie? Zijn er pauzes en wanneer? Hoe laat is het einde? Soms wordt het door deze cliënten als erg prettig ervaren als er een foto van de praktijkruimte wordt meegestuurd.
18 november 2015 9
Het lijkt misschien overdreven maar toch zijn dit zaken die bij onduidelijkheid gaan opspelen. Het komt de mediation ten goede als de cliënt met autisme zijn aandacht kan richten op het proces en zich geen zorgen hoeft te maken om de zaken hier omheen.
Omdat autisme zich onder andere uit in een vertraagde of ook een versnelde werking van de informatie is het zaak het tempo van de mediation aan te passen aan het tempo van de cliënt. Dit geeft hem of haar de tijd om de binnengekomen informatie te verwerken.
Daarnaast nemen de meeste mensen met autisme taal nogal letterlijk. Een paradoxale interventie kan in deze situaties dus beter worden vermeden. Houd zinnen kort en bondig.
18 november 2015 10
Ik kan me beter concentreren als ik niet steeds tegelijkertijd oogcontact moet houden. Ik zeg tegen mensen: “Je hebt de keuze. Wil je met me praten of wil je oogcontact?” Je kunt niet alles hebben tenzij ik me bij jou op mijn gemak voel en me niet meer zo hard hoef te concentreren op oogcontact (Jean Paul Bovee MA, syndroom van Asperger)
Soms maken mensen met autisme nauwelijks oogcontact. Dit is niet onbeleefd bedoeld en het wil ook niet zeggen dat er niet wordt geluisterd. Het is een gegeven dat vaak voorkomt bij autisme. Ook is het prettig als de bijeenkomsten niet te lang duren. Een uur is vaak meer dan genoeg. Een bondige schriftelijke verslaglegging na iedere bijeenkomst wordt erg op prijs gesteld en helpt voor het vormen van overzicht.
In het geval van scheidingsmediation zult u als mediator merken dat er bij de partner met autisme soms een onverwachte of in de context van de scheiding niet altijd (verwacht) passende emotie getoond wordt. Dit wil echter niet zeggen dat er geen emotie is. Mensen met autisme hebben soms moeite om hun gevoelens onder woorden te brengen. Vaak werkt het voor de andere partner verhelderend als er uitleg gegeven wordt over verschillende manieren waarop mensen met hun emotie omgaan. Een goed begrip voor elkaars manier van doen helpt om de mediation succesvol te laten verlopen.
Voor mensen met autisme is het lastig zich een voorstelling te maken van dat wat gaat komen. Soms is de invulling van het ouderschapsplan met betrekking tot de omgangsregeling te abstract. Door het maken van een 2-wekelijks schema of soms een kwartaal- of jaarschema krijgen deze cliënten bijna direct een helder beeld van hoe de regeling er uit gaat zien. Indien het kleurgebruik ook wordt doorgevoerd in de andere stukken geeft dit veel overzicht.
18 november 2015 11
Uit de praktijk I Een 17 jarige jongen met autisme stond te kijken bij een vechtpartij. Hij werd hiervoor opgepakt maar kon niet verwoorden wat hij deed bij deze vechtpartij. Hij gaf zelfs aan niet eens door te hebben gehad dat het om een vechtpartij ging. Vanwege zijn gefractioneerde interpretatie van waarnemingen bleek dat hij alleen de details van de vechtscène had gezien, zoals een tatoeage, een achterwiel van een scooter maar niet de vechtpartij als geheel. Voor politie en justitie bijna niet te bevatten dat deze jongen niet meer had gezien dan de details. Een vechtpartij wordt als “vechtpartij” geïnterpreteerd wanneer de beelden worden gekoppeld aan het mentale plaatje van een vechtpartij in het hoofd van de persoon. Iedere jongen van 17, ook deze jongen met autisme, heeft een mentaal plaatje in zijn hoofd van een vechtpartij dat door ervaring is opgebouwd via vechtpartijen waaraan deze jongen zelf heeft deelgenomen, of heeft zien gebeuren op het schoolplein, of heef gezien op de TV of in de bioscoop. Bij jongens zonder autisme wordt deze koppeling altijd automatisch gemaakt, maar deze jongen van 17 had daar meer zijn volle bewustzijn voor nodig en maakte deze keer deze informatiekoppeling niet, omdat hij misschien in gedachten was verzonken over iets anders. Problemen met relaties, werkgevers en ook met justitie zijn veelvoorkomend bij mensen met autisme. En vaak enkel en alleen gelegen in het feit dat zaken verkeerd zijn geïnterpreteerd. Conflicten met mensen met autisme komen zelden voort uit onwil maar eigenlijk altijd uit onvermogen.
Uit de praktijk II Een werknemer (met autisme) deed het verzoek te bemiddelen bij zijn op handen zijnde ontslag als chemisch technoloog op de research afdeling van een bedrijf. De werkgever wilde hier wel medewerking aan verlenen met de insteek het goed beëindigen van het dienstverband. De werknemer functioneerde in de beleving van de werkgever niet goed. Het was voor de werkgever onduidelijk waar de werknemer nu precies mee bezig was en
18 november 2015 12
ook herhaaldelijke gesprekken tussen leidinggevende en werknemer gaven niet het gewenste resultaat. Vrij snel na aanvang van de mediation kwam boven tafel dat de chemisch technoloog zo geniaal was dat hij met zijn onderzoeken veel verder was gevorderd dan het bedrijf zelfs maar kon begrijpen. Mensen met autisme kunnen namelijk enorm focussen en zijn gedreven in hun werkzaamheden. Vaak verliezen ze daarbij de context uit het oog. De leidinggevende zat letterlijk met open mond te luisteren naar de ontwikkelingen die werknemer tot stand had gebracht. Het bedrijf kon echter kon niets met de uitkomsten van veel van de onderzoeken. Het lag ver buiten hun eigen mogelijkheden. Wel veranderde het beeld dat zij hadden over hun werknemer aanmerkelijk. Tijdens het 2e gesprek bleek al dat de werkgever de werknemer alsnog graag in dienst wilde houden. Ook was dit de wens van de werknemer. Samen is er een oplossing gevonden om de werknemer binnen de kaders van de mogelijkheden van het bedrijf te houden. Een van zijn collega’s fungeert nu als een soort buddy en bewaakt de grenzen van de onderzoeken. Dit tot grote tevredenheid van alle partijen. Eens per 3 maanden wordt er een preventieve mediation gehouden. Dit om misverstanden in de toekomst voor te zijn. Ook hebben inmiddels een aantal collega’s en leidinggevenden een training gevolgd om de aspecten van autisme & communicatie te leren.
En geweldige ontwikkeling dat binnen dit bedrijf autisme nu als kwaliteit wordt gezien enkel en alleen door te communiceren op een manier die door beide partijen begrepen wordt. De werkgever formuleerde als volgt: “voor echte innovatie hebben wij als bedrijf mensen met Asperger (een vorm van autisme) zelfs nodig”.
Uit de praktijk III J., een wetenschapper met autisme, woonde namens zijn werkgever in Amerika een symposium bij waar een internationaal bekende professor keynote speaker was. J. kwam een dag later vrij onverwachts met de professor in contact en omdat hij uit eerdere
18 november 2015 13
ervaringen had geleerd dat alleen maar over je zelf en je eigen werk praten niet wenselijk is vroeg hij de professor iets over zijn werk te vertellen. De professor was zwaar beledigd. Hij gaf aan dat hij een autoriteit was op zijn vakgebied en dat hij meer dan duidelijk was geweest. De professor reageerde geprikkeld dat hij geenszins van plan was opnieuw uit leg te geven en over zijn werk te vertellen.
J. had de informatiekoppeling niet goed gemaakt. In de Amerikaanse wetenschap draait alles om reputatie. De vraag gaf aan dat J. het praatje van de professor niet interessant genoeg vond en de professor eigenlijk niet serieus nam. Terwijl J. voor zijn gevoel niet anders dan oprechte belangstelling had getoond en was op zijn beurt erg verbaasd over de onvoorspelbare reactie van de professor. Dit voorval is op een prestigieuze universiteit een misser van jewelste en heeft J. bijna de rest van zijn carrière gekost. Je kunt dit als je zelf autisme hebt niet meer goed praten. Wel door een gesprek aan te gaan met de leidinggevenden in het bijzijn van een gespecialiseerde mediator.
Uit de praktijk IV Een IT-er krijgt een nieuwe opdracht. Terloops wordt aangegeven dat het de bedoeling is dat hij een aantal handleidingen en codes bestudeert. Met als een soort van grap nog: “en uit je hoofd leren!” Na een kleine maand wordt de werknemer ter verantwoording geroepen. Hij heeft nagenoeg nog niets gepresteerd en werkgever twijfelt aan de kwaliteiten en betrouwbaarheid. Een conflict dreigt te ontstaan. Werknemer is namelijk van mening dat hij zijn werk wel goed doet. Werknemer weet dat hij vanwege zijn autisme soms zaken anders dan gewenst interpreteert en vraagt mij om te bemiddelen. Hij deed immers exact wat er van hem werd gevraagd en begrijpt het misverstand niet. Hij is zoals opgedragen de manuals en codes aan het bestuderen. Dit is echter zo veel omvattend dat hij er, nu bijna 4 weken later, nog niet door heen is. Tijdens de mediation wordt al snel duidelijk dat de instructie door een leidinggevende de werknemer op het verkeerde been
18 november 2015 14
heeft gezet. Bedoeld was: lees de handleidingen en codes zodat je weet waar je zaken kunt vinden als je het nodig hebt. Verder gelijk aan het werk en je ziet wel wat je tegenkomt. Door de term bestuderen en het “grapje” was werknemer in de overtuiging dat hij de manuals en alle codes uit zijn hoofd moest kennen. Een kleine onduidelijkheid in communicatie met ook hier grote gevolgen en veel stress voor de werknemer. Gelukkig is het misverstand door mediation uit de weggeruimd.
Autisme & communicatie Voorbeelden te over. Voor mij als mediator soms onbegrijpelijk dat zaken zoals hierboven vermeld niet eerder gesignaleerd worden. Soms conflicten om “niets”. Om woordspelingen, onduidelijkheden en verschil in interpretatie van waarnemingen. In mijn beleving zit dit sterk in de wijze van communiceren die in contacten met mensen met autisme toch wat specifieke aanpassingen behoeft. Kun je als mediator hier de vinger op leggen en dan heeft dat positieve effecten. Mensen met autisme hebben naast sommige beperkingen doorgaans specifieke kwaliteiten. Voor een werkgever kan dit van grote betekenis zijn. Maar vooral voor mensen met autisme is het belangrijk dat zij ondersteuning krijgen in het oplossen van conflicten. Dit voorkomt veel teleurstellingen en tegenslagen in werkkringen, opleidingen en relaties. De verwachting is dat het aantal mensen met autisme steeds groter wordt. Dit is onder meer gelegen in het feit dat er tegenwoordig betere diagnostiek is maar ook omdat onze maatschappij ontzettend veel en steeds meer sociale vaardigheden verlangt. Als dit zoals bij mensen met autisme niet volledig in je systeem zit heb je er een zware dobber aan je te kunnen aanpassen en handhaven.
Gespecialiseerde mediators Er is een steeds grotere behoefte aan mediators die zich gespecialiseerd hebben of willen specialiseren in autisme & communicatie.
18 november 2015 15
Als mediator kunt u dus op deze wijze een daadwerkelijke bijdrage leveren aan een Autismevriendelijk Nederland.
18 november 2015 16
Barbara de Leeuw Als autivrouw en autimoeder (2x) ben ik niet alleen deskundig in autisme, maar ervaar ik het ook zelf. Van oorsprong ben ik Pedagoog en de kennis die ik tijdens die opleiding heb gedaan over communicatie en opvoeden, werpt nog steeds dagelijks haar vruchten af. In mijn praktijk begeleid ik (jong)volwassenen met een vorm van autisme (of een vermoeden daarvan) en hun partners. Daarnaast bied ik ouderbegeleiding, jobcoaching en mediation. Alles met als doel meer (zelf)inzicht en zelfredzaamheid. Wat zijn je sterke kanten en waar liggen je beperkingen? Wat heb jij nodig van je omgeving en wat verwachten zij van jou? Wat wil je, wat kan je en hoe krijg je dat zoveel mogelijk in balans?
Oftewel: hoe krijg je het, ondanks en dankzij je autisme, voor elkaar om een zo prettig en uitgebalanceerd mogelijk leven te leiden. Het leven met een vorm van autisme is topsport. Niet altijd even gemakkelijk, soms (vaak) ronduit zwaar, maar de sterke kanten die ik eruit haal overwinnen met gemak de narigheid. Ik gebruik dus bewust niet het woord “lijdensweg”, want ik ben ervan overtuigd dat het leven voor een groot deel is wat je er zelf van maakt; hoe je er zelf tegenaan kijkt.
En ik ben er van overtuigd dat het hele fenomeen autisme ook hele mooie, positieve aspecten heeft. Want juist door mijn autisme ben ik in staat dit werk te doen op een manier, die ik anders niet gekend zou hebben. Zo ben ik in staat om analytisch te denken, snel de knel- en goede punten te zien, met nieuwe inzichten te komen en andere mensen met een vorm van autisme overzicht te bieden. Ik begrijp waar zij tegenaan lopen, voel en zie hun prikkelverwerking en snap bijzonder goed waar de overgevoeligheid hiervoor toe kan leiden.
18 november 2015 17
Daarom schreef ik het boek “Overprikkeling voorkomen”, een werkboek met daarin de methodiek om overprikkeling door externe prikkels zoveel mogelijk te voorkomen.
Juist door je onmogelijkheden en beperkingen een passende plek te leren geven, ervoor te zorgen dat je jezelf goed kent en zelf de controle over je leven zoveel mogelijk in eigen te hand houden, maak je tijd en energie vrij om de sterke kanten naar boven te halen!
18 november 2015 18
Marjon Kuipers Sinds de diagnose ‘autisme’ van mijn zoon in 1998 houd ik mij bezig met autisme met als doel een zo groot mogelijke zelfstandigheid voor hem en een optimale situatie voor ons als gezin te creëren. Vele wegen zijn bewandeld, met vallen en opstaan, lachen en huilen, frustraties en overwinningen, met als resultaat dat ik mij na al die jaren goed kan verplaatsen in de wereld van mensen met autisme, maar evengoed in die van hun omgeving. Om niet afhankelijk te hoeven zijn van hulpverlening heb ik jaren geleden besloten de regie weer in handen te nemen en ben ik op ontdekking gegaan naar mogelijkheden om mijn kind zelf de nodige ondersteuning te bieden. Ik ben destijds begonnen met de opleiding NLP Practitioner, later gevolgd door de opleiding NLP Master Practitioner, NLP Coach-Counselor en Toptrainer Autisme. Om mijn kennis en ervaring op het gebied van autisme & communicatie te kunnen delen, ben ik in 2008 gestart met Auticomm. autisme & communicatie. Inmiddels ver- zorgen wij binnen de Autismeacademie van Auticomm. landelijk trainingen op dit gebied. Samen met Gijs Horvers schreef ik Plan B,
een
vernieuwende handreiking bij Autisme.
18 november 2015 19
Verder ben ik werkzaam als MfN Familie Mediator | Rechtbank Mediator met als specialisatie: autismegerelateerde conflicten. In 2014 ben ik met lof afgestudeerd als Analytic Profiler en medio 2016 hoop ik af te studeren als Master in Mediation.
18 november 2015 20