jaargang 9 nummer 3 oktober 2009
aandacht voor autisme ‘mijn man heeft pdd-nos’ > ‘het is vaak geen onwil, maar onmacht’ > veiligheid zoeken bij elkaar > ‘dit wens ik niemand toe’ > columns > ‘elke dag ben ik weer dankbaar dat het goed gaat’
Redactioneel
‘Problemen zijn te overbruggen.’
aan het woord... Er wordt geschat dat van iedere 1.000 mensen er zes een aan autisme verwante contactstoornis hebben. Het gaat in Nederland om 0,6 procent van de bevolking, dit zijn vaker mannen dan vrouwen. De manier waarop een autisme-spectrumstoornis zich uit, verschilt. Een belangrijk kenmerk is bijvoorbeeld de moeite met het begrijpen en inschatten van de manier waarop je contact maakt en hebt met andere mensen. Bij een leven met veel regelmaat voelen de meeste mensen met autisme zich het veiligst. Autisme is geen ziekte die bij het ouder wordt ‘slijt’. Het is een levenslange handicap. In deze Eleoscript vertelt Lianne hoe het is om een echtgenoot met PDD-NOS, een autistische stoornis, te hebben en hoe dit ook de gezinssituatie ingrijpend beïnvloedt. In iedere sociale en economische klasse binnen de samenleving komt autisme evenveel voor. Iemand met autisme is
2
ook niet slimmer of dommer dan gemiddeld. Wel kan hij tijdens zijn opleiding aanlopen tegen moeilijkheden en onbegrip. Docent Ria vertelt waarom het volgen van een opleiding op een gewone middelbare school soms voor problemen kan zorgen, maar oud-leerling Annelies bewijst dat die problemen niet onoverbrugbaar zijn. Zij is inmiddels geslaagd! Ook Henno slaagde voor zijn examen. Hij vertelt hoe het is het syndroom van Asperger te hebben. Tip: lees het dossier autisme op www.eleos.nl voor meer informatie.
Ellen Schuit
inhoud 4
10
6
In dit nummer:
Aandacht4 voor autisme
14
4 ‘Mijn man heeft PDD-NOS’ 6 ‘Het is vaak geen onwil, maar onmacht’
10
Veiligheid zoeken bij elkaar
verder... 9 12 13 16 20 22 24
20
Maatjes: een hechte vriendschapsband @Eleos: Rouw verwerken Interview met Annemarie Columns Stage: ‘Ik leer hier super veel’ Eleos actueel Opmerkelijke berichten
14 ‘Dit wens ik niemand toe’ 17 ‘Elke dag ben ik weer
dankbaar dat het goed gaat’ 3
Door Martha Aalbers
‘mijn man heeft pdd-nos’ ‘Ze zien steeds meer dat hij anders is dan andere vaders’
“Gijs is een hele betrouwbare, eerlijke en zachtmoedige man. Daarom ben ik ook met hem getrouwd”, zegt Lianne (47). “Hij is trouw aan zijn gezin en zijn werk, waar hij bijzonder wordt gewaardeerd. Gijs komt opgewekt uit zijn werk, maar thuis kan de stemming binnen tien minuten omslaan. Een krant ligt op de verkeerde plek, de kinderen zijn druk en vragen aandacht. Er wordt een beroep op hem gedaan en dat kan hij niet hanteren. Dat is geen onwil, maar onmacht. Hij is altijd op zoek naar rust, maar dat kan ik niet voor hem creëren in een gezin met zes opgroeiende kinderen. Bovendien hebben wij een kind met PDD-NOS (een autisme-spectrumstoornis – red.) en één met ADHD. Dat maakt de gezinssituatie extra complex.” harmonie Toen Lianne trouwde, had ze voor haar huwelijk het harmoniemodel voor ogen. De eerste jaren ging dat goed: de kinderen waren klein, het gezinsleven overzichtelijk en Lianne beschikte over veel energie. Zolang ze afstemde op de wensen van Gijs bleef de harmonie bewaard. Toch ontstonden toen al de eerste barsten. behangboeken “In onze verkeringstijd dacht ik al eens: ‘Hé, dat is bijzonder’. Zo kon Gijs niet kiezen welk behang er in ons eerste huis moest komen. Met kiezen heeft hij grote moeite. Ik heb wel dertig behangboeken gehaald. Eigenlijk wilde hij het behang dat zijn ouders thuis hadden, maar dat was natuurlijk niet meer te krijgen. Moeite met iets nieuws, dat typeert Gijs ook. Ik ben heel toegeeflijk en zorgzaam geweest om hem te plezieren. Gijs heeft ook een hele zorgzame moeder. Geleidelijk aan begreep ik dat Gijs mij in de rol van moeder wilde. Dan kon hij de kindrol vervullen. Dat voortdurend afstemmen op hem kostte mij tenslotte mijn hele zelf. Zes jaar geleden kreeg ik een burn-out. Ik ging in psychotherapie en begon in te zien dat ik
4
Lianne en Gijs zijn 20 jaar getrouwd. Het gezinsleven wordt steeds moeizamer naarmate hun zes kinderen ouder worden. Gijs kan niet de vader en echtgenoot zijn waaraan het gezin behoefte heeft. Lianne stort in en krijgt een burnout. Gijs blijkt PDD-NOS te hebben. Lianne: “Gijs zit in een enkelspoortreintje.”
Gijs’ vrouw wilde zijn, niet zijn moeder, en dat ik wilde dat hij mijn man was. Dat botste. Daarom heb ik hem gevraagd zich te laten diagnosticeren. Ik had al een vermoeden van ASS. Ik las erover en herkende zoveel. Aanvankelijk weigerde hij. ‘Jíj mankeert iets, ik niet’, zei Gijs. Tenslotte ging hij, enkel om dat te bewijzen. Het bleek dat hij PPD-NOS heeft.” verschillende sporen “Gijs was heel verbaasd, want hij herkende zichzelf totaal niet in de kenmerken van deze aandoening. Maar gebrek aan zelfreflectie is ook een kenmerk. Gijs wil er niet met mij over praten. Hij kan niet bij zijn gevoelens, laat staan deze in woorden uitdrukken. Het liefst praat hij over feiten. Soms heb ik het gevoel dat ik tegenover een nieuwslezer zit. Hij heeft een fenomenale kennis op veel terreinen, vooral van geschiedenis. We zitten op een verschillend spoor. Gijs zit in een enkelspoortreintje dat alleen vooruit kan naar een vastgesteld doel. Ik fiets ernaast. Ik kan stoppen, een zijpad inslaan, omkeren. Dat kan Gijs niet. Hij is zo vasthoudend aan het eenmaal ingenomen standpunt of vastgestelde doel. Ik denk dat het ingegeven is door angst.” vaderrol Omdat Lianne inmiddels veel weet over ASS, mede door een cursus voor partners bij een GGZ-instelling, is zij meer van Gijs gaan begrijpen, al lost het de problemen niet op. “Gijs was een leuke vader voor onze kleintjes, maar pubers opvoeden kan hij niet. Ze zien steeds meer dat hij anders is dan andere vaders. Zij missen een vaderfiguur om zich mee te identificeren. Hij kan de discussies die ze uitlokken niet aan. Als Gijs moe is, geeft hij ze wel eens een klap, maar ziet niet dat dit beschadigend is en de kinderen van zich vervreemd. Hij zit erbij, maar onttrekt zich aan de opvoeding. Het wezenlijke deel laat hij aan mij over en vindt dit ook heel normaal. Er is, nu ze groter zijn, geen
ass en huwelijk Maurits Struik is sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij Eleos. Hij heeft regelmatig te maken met echtparen waarbij één van beide partners kampt met een ASS. “Slechts 1 op de 20 mensen met een ASS slaagt erin zich te handhaven in een duurzame relatie. Door het tekortschieten in relationele vaardigheden ontstaat er ongelijkheid in een relatie.” Ter illustratie vertelt hij: “Een gesprek over het gevoelsleven is voor mensen met autisme ingewikkeld, omdat gevoelens moeilijk te definiëren zijn. Er is soms weinig besef dat eigen gevoelens en die van de ander kunnen verschillen. Ook gezamenlijkheid kan lijden onder een tekort aan emotionele verbondenheid, het gebrek aan inlevingsvermogen en een geringe behoefte om informatie te willen delen. De vertraagde informatieverwerking en schakeltijd kunnen een spontane reactie belemmeren. Dat kan zijn weerslag hebben op de verbondenheid in de relatie.”
positief fysiek contact meer tussen hem en de kinderen, zoals een verjaardagskus of een stoeipartij. Daarom vind ik die klappen zo schrijnend. Gijs vindt het prettig door mij geknuffeld te worden, maar andersom is hij heel snel gericht op het vervullen van zijn seksuele behoeften. Troosten als ik verdrietig ben of pijn heb, een arm om mijn schouder, dat ken ik helemaal niet en is een pijnlijk, eenzaam punt in mijn huwelijk, dat nooit went.” kordaat “Mijn hele huwelijksleven is een bijstellen van verwachtingen geweest. Ik heb ingezien dat mijn eigen behoeften niet door hem vervuld zullen worden. Als ik mijn problemen aan hem vertel, reageert hij slechts met: ‘Ben je nu klaar met vertellen?’ Ik ben uit nood heel kordaat en beslist geworden. Je krijgt haast iets van een kenau voor de buitenwereld, terwijl hij overkomt als een vriendelijke, zachtaardige en bescheiden man. Ik haal nu drie behangetjes en zeg: ‘morgen kiezen’. Ik ken mijzelf en mijn grenzen nu een
Hoe komt het dat steeds meer mensen getrouwd lijken te zijn met iemand met ASS? “De reden is waarschijnlijk dat er steeds meer bekend is over hoe autisme zich op volwassen leeftijd uit bij een normale intelligentie.”
Wat kun je als partner van iemand met ASS doen? “Partners doen er goed aan zelf geen etiket te plakken en bij het vermoeden te overleggen over een diagnostisch traject. Als hun partner niet gemotiveerd is en zijzelf merken overbelast te raken, kunnen ze overwegen om voor zichzelf hulp te vragen. Als de diagnose al wel is gesteld, doen partners er goed aan zich te laten informeren. Bijvoorbeeld via het materiaal van de Nederlandse Vereniging van Autisme.”
stuk beter en handel er ook naar, ongeacht de reactie van Gijs. Ik laat zijn ergernis gewoon gebeuren, dek niet meer toe zoals vroeger. Als ik wil rusten, doe ik dat. Als ik een vriendin of zus wil bellen, iets waaraan hij een hekel heeft, gebeurt het. Ik ben niet meer altijd beschikbaar.” geloofsvertrouwen “Ik probeer van zonnige momenten te genieten als Gijs in een goede stemming is. Ik bezwaar mijzelf niet meer met gepieker over de toekomst. Vooral ondervind ik steun van mijn geloof. Wij hebben een pastoraal ingestelde predikant, die ons niet alleen onderwijst met het oog op het eeuwige leven, maar ook het leven hier en nu vanuit het geloof inzichtelijk maakt. De warmte en veiligheid die ik bij Gijs zoek maar die hij vaak niet kan geven, heeft mij gericht op Gods’ Woord. God is mij ten alle tijd tot Zon en Schild. Ik koester mij in de warmte en bescherming van God. Het blijft een moeizaam leven, maar ik weet dat God mij niet meer geeft dan ik aankan.”
Eleos biedt hulp aan echtparen waarvan één van de partners ASS heeft. > Echtpaarbehandeling ‘Samen speciaal’ in de regio Dordrecht: groepsbehandeling waarbij de nadruk ligt op het leren begrijpen van elkaar en van de problematiek. Ook wordt er aandacht besteed aan het praktische omgaan met elkaar, waarbij onder andere planning en communicatie centraal staan. > Partnergroep autisme: een preventieve cursus voor de partners van mensen met ASS. Zij leren beter om te gaan met de stoornis van hun man of vrouw. De partner met ASS is zelf niet aanwezig bij deze cursus.
5
‘Die klok is erg belangrijk. Als ik afspreek dat een leerling om elf uur achter de computer mag, moet ik echt zorgen dat ik dan klaar ben met mijn verhaal.’ 6
Ria Verwoerd is docent bij de deeltijdbehandeling voor adolescenten in Dordrecht. Zij staat voor een klein klasje autistische jongeren in de leeftijd van dertien tot zeventien jaar, en met een schooltype van vmbo tot vwo. Ieder krijgt les op zijn eigen niveau. Door Ellen Schuit
‘het is vaak geen onwil, maar onmacht’ Op het witte schoolbord staat met stift geschreven hoe laat de activiteiten van die ochtend gepland staan. Achterin het lokaal hangt - boven een rijtje computers - een klok. “Die klok is erg belangrijk. Als ik afspreek dat een leerling om elf uur achter de computer mag, moet ik echt zorgen dat ik dan klaar ben met mijn verhaal. Afspraak is afspraak bij deze jongeren. En als het anders gaat, schept dat onrust en onbegrip. En dat ontaardt in angstig gedrag of zelfs woede. Eventjes een activiteit inlassen, gaat simpelweg niet bij autistische jongeren.” onrustig Veel kinderen en jongeren met autisme lopen vast op school, hoewel ze niet slimmer of dommer zijn dan hun leeftijdsgenootjes. Dat ze het moeilijk hebben, heeft verschillende redenen, die samenhangen met de kenmerken van autisme. “Ze missen vaak de sociale context van gebeurtenissen om hen heen; ze ervaren de wereld ‘in stukjes’. Daardoor begrijpen ze veel dingen gewoon niet. Verder is er in het voortgezet onderwijs ook het steeds wisselen van vak, docent en lokaal, waarbij op veel scholen nogal eens een wijziging in het rooster voorkomt. Zulke veranderingen scheppen onrust en maken een leerling met autisme sneller verward”, weet Ria. Een ander probleem is dat autistische jongeren - vaker dan anderen - gepest worden door medeleerlingen. Of een leerling zich kan handhaven op een normale school hangt van verschillende factoren af. Zowel het gedrag van een docent als dat van de leerling kan hierin een rol spelen. Docent Ria geeft een voorbeeld: “De jongeren hebben vaak een bijzondere manier om aandacht te vragen. Zo heb ik meegemaakt dat een meisje steeds het licht uitdeed. Dat is in een klas natuurlijk niet handig, maar na een paar keer kun je er als docent ook echt wel een beetje boos van worden. Waarom doet ze dat toch steeds? Wanneer je weet dat het een onderdeel van de stoornis is, scheelt dat. Bij autisme moet je iets dergelijks zien als een uiting van verwarring. Een teveel aan prikkels wordt dan geuit in motorische onrust. Met die wetenschap in het achterhoofd zul je ook op een andere, passendere manier reageren. In plaats van een geïrriteerd ‘stop daar eens mee!’ kun je vragen wat er
het verhaal van Annelies Annelies Vuijk (16) heeft PDD-NOS. Binnenkort wil ze starten met een mboopleiding administratie en boekhouding. Door middel van zelfstudie, niet op een gewone school. Annelies legt uit waarom ze daarvoor kiest: “Ik kan niet tegen grote groepen mensen want ik vind het dan erg moeilijk om me te concentreren. Ze leiden me af. Als iemand alleen al een beweging of een geluidje maakt, wordt mijn aandacht daar meteen naartoe getrokken.” Dat maakt dat het voor haar heel lastig is op een gewone school goed te functioneren. Annelies ging daarom na de basisschool naar een zogenoemde ‘trajectgroep’ op haar middelbare school. Die groep bestond uit acht leerlingen die extra begeleiding bij het schoolwerk kregen. Toch ging het in die speciale setting niet goed. Annelies: “Ik kon me slecht concentreren, werd snel boos en had geen goed contact met de andere leerlingen. En van alles wat er op die school gebeurde, raakte ik in de war. Er was gewoon niet genoeg structuur voor mij.” Ze gaat verder bij de deeltijdbehandeling van Eleos. “Het grootste verschil met mijn oude school is dat ik daar ’s middags ook therapie kreeg. Tijdens die behandelingen
heb ik veel geleerd.” Als voorbeeld geeft ze desgevraagd: “Ik word snel boos. Dan zijn er bijvoorbeeld steeds kleine dingetjes die mij irriteren en die stapelen zich dan op. Een heel klein dingetje kan dan de druppel zijn die de emmer doet overlopen. Ik heb geleerd wat ik kan doen als ik boos wordt. Bijvoorbeeld even een rondje lopen, een spelletje doen op de computer of buiten het klaslokaal werken.” “Klasgenootjes op de middelbare school wisten niet goed wat ik had. Als ik het vertelde, zeiden ze wel ‘jaja, we snappen het’, maar ze wisten niet echt wat ze moesten zeggen of wat het betekende. Ik praatte er in die periode ook niet zo vaak over. Nu denk ik vaak: ‘waarom heb ik nou PDD-NOS, waarom ben ik nou anders dan zij?’ Dat vind ik niet leuk. Het gaat bij anderen allemaal zo veel makkelijker.” Voor jongeren die ook een stoornis in het autistisch spectrum hebben, wil Annelies nog zeggen dat ze zich niet uit het veld moeten laten slaan als het tegenzit. “Gewoon doorgaan en niet opgeven, al gaan dingen vaak zoveel moeilijker dan bij anderen.” Ze heeft haar examen, ondanks een afwijzend advies om dat te doen omdat het teveel prikkels zou geven, toch gemaakt. En gehaald! Met prachtige cijfers.
> 7
‘Zo min mogelijk uitzonderingen op de regels maken en geen plotselinge verrassingen inbouwen dus.’ is, of je kunt helpen. Ik merkte bijvoorbeeld dat het spelen met het lichtknopje geen teken van onwil was, maar van onmacht. Voor deze leerling was dit een manier om lucht te geven aan haar onmacht.” duidelijke afspraken Ria benadrukt dat het belangrijk is om naast een leerling te gaan staan. “Als je boos zou worden, maak je het probleem alleen nog maar erger, want jouw boosheid zal niet worden begrepen door een jongere met autisme. Hij doet toch niets verkeerd?” Ze raadt aan om goede en duidelijke afspraken te maken met de leerling en je te houden aan een planning. “Zo min mogelijk uitzonderingen op de regels maken en geen plotselinge verrassingen inbouwen dus”, lacht ze. “Een op het laatste moment ingelaste excursie kan iemand met autisme helemaal uit het evenwicht halen. Dan is het leuke wel van het uitje af.” De docente heeft voorbeelden te over waaruit blijkt dat lesgeven aan jongeren met autisme een voortdurend schakelen is tussen twee werelden. “Stel je voor dat er twee leerlingen te laat binnenkomen in de les. ‘Ik heb al uren op jullie zitten wachten!’ zou je dan kunnen zeggen. Maar die beeldspraak landt bij hen niet en zullen onschuldig antwoorden dat dat niet waar is. Ze vatten die ‘uren’ letterlijk op, terwijl het in werkelijkheid slechts een paar minuten waren. Je moet gewoon die speciale bril opzetten en je in hun denkwijze verplaatsen, dan gaat het goed en reageer je op een juiste manier.” Een leraar moet uit respect voor de leerling dus steeds kiezen voor een passende benadering. “Wat je uiteindelijk graag wilt, is dat jongeren een normaal gedrag vertonen en dat zij
8
zich goed kunnen redden in de maatschappij.” concentratie Autisme heeft op verschillende vlakken consequenties voor het leerproces. Mensen met autisme nemen bijvoorbeeld heel scherp waar. Dat lijkt een voordeel, maar is het niet per definitie. Ze horen de uitleg die de docent geeft en de auto’s die buiten langsrijden bijvoorbeeld even hard. Ria: “Concentratie kan zo een moeilijk punt worden. Het focussen op één geluid tegelijk is namelijk heel moeilijk.” Doordat mensen met autisme geen linken leggen tussen de informatie van verschillende vakken, moeten ze lesstof vaak vanaf nul opnieuw opbouwen. Dat er overeenkomsten zijn tussen Franse en Engelse grammatica is bijvoorbeeld heel onlogisch voor hen, omdat het om twee verschillende talen gaat. Dat het voor docenten op een gewone middelbare school moeilijk is om goede begeleiding te bieden aan leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum, begrijpt Ria wel. “Er zou dan vanuit de overheid meer budget moeten komen. Op de huidige manier is het aanbieden van voldoende begeleiding op maat bijna niet te doen.” Als tip voor docenten stelt ze: “Autisme is een handicap die je je leven lang houdt. Bepaald gedrag van een leerling zou je kunnen opvatten als onwil, maar komt meestal voort uit onmacht, niet weten hoe om te gaan met een bepaalde situatie. Probeer eens met die wetenschap te kijken en te handelen. Dat kan heel veel helpen.”
het verhaal van Henno Henno van den Brink (16) heeft het syndroom van Asperger. Dit schooljaar start hij met de opleiding ‘game design’. Hij is een fervent speler van het computerspel Maple Story én dol op domino. “Op het vmbo was ik de meest gepeste leerling van de hele school”, antwoordt Henno op de vraag hoe zijn tijd op de middelbare school was. “Om populair te worden en vrienden te maken, had ik moppen uit mijn hoofd geleerd van moppen.nl. Ik snapte ze zelf niet, maar anderen vonden het wel leuk. Maar al snel gingen ze flauw doen.” En met een hoog stemmetje imiteert hij een pestkop: “Henno, vertel nog eens zo’n mop?” Maar ik wist niet wanneer ze het echt leuk vonden en wanneer ze mij voor schut wilden zetten.” Na twee vervelende jaren op het vmbo doet Henno mee aan een training om sociale vaardigheden te leren. “Ik weet niet wanneer ik moet lachen of wanneer ik moet huilen. Dat is erg onhandig. Als ik erover nadenk, kan ik het uiteindelijk vaak wel bedenken, maar dat duurt soms wel een half uur. Bij Eleos heb ik geleerd hoe ik bij anderen emoties kan herkennen en kan reageren. Als iemand kwaad is, wordt hij een beetje rood en gaan zijn wenkbrauwen bijvoorbeeld anders staan”, hij illustreert met zijn handen welke stand ze dan krijgen, “en als iemand blij is, laat hij vaak zijn tanden zien en gaan zijn mondhoeken omhoog. Een beetje als een smiley.” De laatste twee jaren op de middelbare school gaat het beter. Leuke vakken zijn wiskunde, natuurkunde en scheikunde en minder leuke vakken zijn biologie, Frans en Duits. Hij ziet er het nut niet van in, zegt hij zelf. “Als ik niet was gepest, had ik waarschijnlijk ook beter gepresteerd op school en had ik misschien wel vwo kunnen doen”, zegt Henno. Nu hoopt hij via het mbo naar het hbo door te stromen en uiteindelijk een baan te vinden waar hij kan helpen computerspellen te ontwikkelen. Het eindexamen was makkelijk, vindt Henno. “Ik had gewoon alles uit mijn hoofd geleerd. Ik kan mezelf extreem focussen op dingen, me extreem goed concentreren. Dan sluit ik me helemaal af van de buitenwereld en ben ik voor niemand te bereiken. Als mijn moeder dan roept of ik kom eten, roep ik wel ‘ja’, maar vergeet ik dat direct weer, omdat ik zo bezig ben met iets anders.” “Ik heb eigenlijk geen echte vrienden, maar wel veel mensen die ik ken van het spel Maple Story.” Maple Story is een spel op internet met spelers uit de hele wereld. “Daarvan zijn er ook een aantal die een vorm van autisme hebben. Met hen praat ik bijvoorbeeld ook op MSN. Soms voel ik me een soort buitenaards wezen. Niemand snapt mij, ik denk anders. Door met lotgenoten te praten, leer je dat je niet helemaal de enige bent.” Een andere grote hobby is domino. Als we het erover hebben, rekent hij snel uit hoeveel stenen er zouden passen op de ronde tafel waar we aan zitten tijdens het interview. “Wel 1000 stenen passen erop.” En gebarend: “Dan maak ik hier bijvoorbeeld een lijn en daar de hulplijn, daar een muur...” Binnenkort hoopt hij te kunnen meebouwen aan de figuren van een groot domino-evenement.
foto: corina schipaanboord
een hechte vriendschapsband Door Corina Schipaanboord
Gezellig kletsen, boodschappen voor de ander doen en samen eten. Fia van Eijk (44, rechts) uit woonvorm Toevlucht en Francien Burgers (45, links) uit een dependance zijn de beste maatjes. “We steunen elkaar.” “Toen ik zes jaar geleden naar Kapelle verhuisde, leerde ik Francien kennen. Ik vond haar een hartelijke vrouw en al snel groeide er een natuurlijke vriendschapsband tussen ons. Mijn persoonlijk begeleider vroeg of het maatjesproject iets voor ons was. Zo is het begonnen”, vertelt Fia van Eijk. Ze heeft schizofrenie en straatvrees, waardoor ze niet vaak buiten het gebouw van de woonvorm komt. “Ik voelde een klik met Fia en wilde graag haar maatje worden”, zegt Francien Burgers. Ze is psycho-affectief (psychotische klachten en stemmingsaandoening) en woont in een dependance van Toevlucht. “Om de week komt Fia op zaterdag bij mij eten.” “Ook bezoeken we met de taxi eens in de vier maanden haar moeder in Gouda. Dat is echt een uitje voor ons. Verder haal ik elke week boodschappen. Ze heeft straatvrees en durft zelf niet over straat. Dat vind ik akelig voor haar. Je kunt nauwelijks indenken hoe bang ze is als ze naar buiten gaat.” Ze vervolgt: “Fia zit veel op haar kamer en dat is sneu. Ik vind het leuk om haar wat afleiding te geven en vind het zelf ook erg gezellig. We zijn echte vriendinnen.” Soms hebben de dames samen veel plezier. Francien: “Pas
zaten we samen aan de telefoon en toen zei ik: ‘Fia, ik moet nodig gaan lijnen. Ik weeg wel zo’n 103 kilo.’ Fia antwoordde: ‘Ik weeg ook zoveel. Dan zijn we een duo!’ Toen lachten we samen heel hard.” Ook Fia is blij met haar maatje Francien. “Ik had veel behoefte aan een vaste vriendin om mee te kletsen, leuke dingen te doen en er voor haar te zijn. Ik geniet van onze vriendschap. We hebben hetzelfde geloof en dat vind ik heel fijn. Ik vind het aardig van Francien dat ze het voor me over heeft om elke week boodschappen te doen.” “Dat doe ik met liefde en plezier voor je, Fia”, haast Francien zich te zeggen. De maatjes stimuleren en steunen elkaar in alles. “Soms ben ik heel emotioneel of moe en zie ik het niet zitten om naar Fia te gaan, vertelt Francien. “Dan bel ik haar op en daar heeft ze begrip voor. Dat vind ik fijn.” Onlangs was er een uitje van Toevlucht. Francien ging mee, maar door haar straatvrees bleef Fia thuis. Francien kocht toen een knuffelaapje voor haar. “Dat vond ik geweldig”, zegt Fia lachend. “Het is het liefste aapje dat bestaat.”
maatjes “Een maatje doet een beroep op het gezonde deel van de bewoner”, stelt Plonie Weststrate, locatiemanager van Toevlucht. “De relatie met een begeleider kan goed en gelijkwaardig zijn, maar er zijn grenzen van het beroep. Een maatje biedt meer: samen leuke dingen doen, maar ook het delen van moeilijke dingen en dat alles vanuit een vrijwillige en gelijkwaardige relatie.”
9
veiligheid zoeken bij elkaar Door Ad Ermstrang
Achter ruzies in vastgelopen huwelijken gaan vaak verborgen emoties schuil. “Meestal is er sprake van een angst voor verlies van verbondenheid. ‘Kan ik de ander vertrouwen?’ is de centrale vraag. Als echtparen daar iets aan willen doen, is er altijd hoop.” 10
‘Hij krijgt het gevoel dat hij het nooit goed doet en trekt zich in zwijgen terug.’ Marion Dik en John Robbemond, beiden GZ-psycholoog en systeemtherapeut bij Eleos, zijn enthousiast over de Emotionally Focused Therapy (EFT). Deze emotiegerichte therapie mag zich in Nederland in een groeiende belangstelling verheugen. Beide therapeuten vinden het een verademing na de jarenlange verheerlijking van het individu en het dogma dat mensen in liefde onafhankelijk van elkaar moeten zijn. Ze genieten van de uitgangspunten van EFT: “Een behoefte aan een veilige emotionele binding met onze geliefde, leren verantwoordelijkheid voor elkaar te dragen en beseffen dat we niet perfect zijn.” De twee psychologen passen de therapie al geruime tijd toe op de echtparen die zich na jarenlang geruzie melden bij de vestigingen van Eleos in Goes en Dordrecht. Marion kwam er enkele jaren geleden als een van de eersten mee in aanraking. “Dat was tijdens mijn opleiding in Utrecht. Ik had er direct een klik mee, kreeg een kompas én een landkaart in handen.” Mede door haar toedoen werden ook verschillende andere collega’s enthousiast. Inmiddels is het gebruik van de therapie als een olievlek over de vestigingen van Eleos verspreid geraakt. kwetsbaar durven opstellen EFT is over komen waaien uit Noord-Amerika en ontworpen door de hoogleraar klinische psychologie aan de universiteit van Ottawa, Sue Johnson (zie kader). Ook Marion en John zijn bij haar op training geweest. “Bij kinderen was de hechtingsbehoefte al langer bekend. Dat het echter evenzeer voor volwassenen geldt, wisten we niet. Als je in die behoefte gefrustreerd bent, word je angstig en begin je op de ander te mopperen. Dan krijg je - bijvoorbeeld - vrouwen die klagen over mannen die altijd aan het werk zijn en geen tijd voor hen hebben.” De hechtingsbehoefte van de man staat vervolgens eveneens onder druk. “Hij krijgt het gevoel dat hij het nooit goed doet en trekt zich in zwijgen terug.” Belangrijk is het volgens Marion dat de betrokkenen zich kwetsbaar op durven te stellen en aangeven wat hen werkelijk dwars zit. “Dat is heel spannend en het kan in het begin onveilig aanvoelen, maar op den duur creëer je daar een grotere verbondenheid mee.” niet vaardigheid, maar veiligheid De voorheen gebruikte cognitieve gedragstherapie is niet (meer) leidend tijdens de gesprekken. Robbemond: “De focus ligt niet op de vaardigheid van mensen, maar op de veiligheid.” Bij kibbelende, huilende of zwijgende partners wordt door de psychologen al snel vastgesteld op welke punten het vastzit. Vaak blijkt er sprake van een gebrek aan vertrouwen, doordat een van beiden zich ten diepste in de steek gelaten voelt of daar bang voor is. “We bespreken dan het gedrags patroon dat daaruit ontstaat. Beiden willen ze daar graag wat aan doen. Zo wordt het gedragspatroon de gezamenlijke vijand waartegen ze gaan vechten, in plaats van tegen elkaar.”
De weg naar een verbetering in de relatie is lang niet altijd even eenvoudig. “Vaak zijn er incidenten geweest waarbij het vertrouwen is beschadigd. Of dat terecht was of niet, je moet dat wel kunnen afsluiten”, aldus Marion. Het biedt een mooie kans om aan de therapie bijbelse elementen als vergeving en verzoening toe te voegen. Voor John is het fundament van EFT eveneens in overeenstemming met de christelijke uitgangspunten. “De basis is een mensvisie, die uitgaat van het dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar. Ook op seksueel gebied sluit dit aan bij de bijbelse lijn. Het geeft ten diepste aan dat seksualiteit een vorm van hechtingsgedrag is en tot zijn recht komt in een relatie waarbinnen veiligheid, verbondenheid en trouw aanwezig zijn.” Met de meeste echtparen worden tussen de twaalf en twintig gesprekken gevoerd. “Dat is heel erg intensief”, zegt Marion, “vooral als er complicaties bij komen zoals angststoornissen of depressies.” John deelt haar mening. “Het is een ingewikkeld proces, dat veel concentratie vergt. Het is vaak al snel duidelijk waar de problemen zitten, maar in gesprekken is het een zoektocht naar mogelijkheden om eruit te komen. Als een van de twee ‘ja maar’ zegt, begin je vaak weer van voren af aan. Het is soms echt vermoeiend.” Anderzijds mag het resultaat er zijn. Marion: “In 70 procent van de gevallen is de relatie verbeterd en trad ook geen terugval op. Het proces gaat sneller naarmate je meer goede momenten met elkaar hebt gehad. En natuurlijk speelt de tijdsduur een rol. Hoe langduriger de narigheid, hoe langer de weg terug.” John wil niet weten van successen en cijfers. “Dat brengt ons weer bij de maakbaarheidsidealen. Voor mij draait het om de bereidheid van de mensen om er voor te gáán. Is die er, dan is er voor ieder echtpaar hoop.”
‘Houd me vast’ De beginselen van de door Sue Johnson ontwikkelde Emotionally Focused (couple) Therapy (EFT) zijn vastgelegd in haar boek ‘Houd me vast’ (Uitgeverij Kosmos 2008). Johnson legt aan de hand van wetenschappelijke studies en praktijkvoorbeelden uit waar het in de liefde om draait, hoe hechting werkt en hoe paren uit verkeerde patronen kunnen stappen om elkaar weer te vinden. In Canada werkt zij veel met militairen, oorlogsveteranen en brandweerlieden. Sue Johnson: “Types van wie je zou denken dat ze niks met emoties hebben. EFT slaat juist aan bij zulke mannelijke mannen. Want al spreken we soms een andere taal, onze behoeften zijn uiteindelijk hetzelfde: we willen ons veilig verbonden weten met degene van wie we het meeste houden.”
erkenning vragen De relatie van een echtpaar (twaalf jaar getrouwd, twee kinderen) staat onder druk als zich bij een van de kinderen problemen voordoen. Het kind heeft moeite op school en vraagt thuis steeds meer aandacht. Later blijkt dat het ADHD heeft, in combinatie met een zekere vorm van autisme. Moeder zegt om die reden haar deeltijdbaan op. Zij vraagt steeds aan haar man, die een eigen bedrijf heeft, of hij ook niet wat vaker thuis kan zijn. Zij blijft aan hem trekken, maar hij geeft niet thuis en vindt dat ze zeurt.
Tijdens gesprekken met Eleos blijkt dat zijn ouders ook een eigen bedrijf hebben gehad en met een faillissement zijn geconfronteerd. Dat heeft een grote impact, waarop de zoon zich voorneemt om zijn zaak nooit op te geven, “omwille van het gezin.” Zijn echtgenote is opgegroeid in een bijzonder zorgzame omgeving. Marion Dik: “Ten diepste vroeg zij van haar man erkenning dat ze het goed deed door thuis te blijven. De man mopperde echter wanneer het niet altijd even opgeruimd was. Dat werd door
haar als falen gezien. Door aandacht te schenken aan dit patroon en de gevoelens die daarachter schuil gingen, ontstond er rust, meer begrip en waardering voor elkaar. Hij moest inzien dat het inkomen en het eigen bedrijf voor haar niet zo belangrijk waren dan hij dacht. Dat is gelukt. Ze zijn kleiner gaan wonen, hij is minder gaan werken, ze hebben hulp genomen en zij is een studie begonnen. Ze gingen over een drempel en toen kwam de rest vanzelf.”
11
Eleos
rouw en verlies Van: J.C.C. Koster Verzonden: 14 september 2009, 14.15 uur GMT+1 Aan: Eleos Onderwerp: Rouwperiode L.S. Een jaar terug overleed plotseling mijn vader. Ik ben nog steeds verdrietig en moet er veel aan denken. Soms kan ik me ook moeilijk concentreren. Uit reacties van mijn omgeving merk ik dat ze vinden dat ik de draad van mijn leven nu gewoon weer moet oppakken, maar het lukt me nog niet. Is dat normaal?
Kijk op www.psychische gezondheid.nl/ rouw-verliesverwerking voor meer informatie over rouw en verliesverwerking.
cijfers Jaarlijks overlijden er in Nederland ongeveer 140.000 mensen, waarvan 2.000 jonger dan achttien jaar. Het aantal nabestaanden is een veelvoud hiervan. Ongeveer een op de vijf nabestaanden heeft problemen met de aanpassing aan het verlies.
Met vriendelijke groet, Jaap Koster
Van: Eleos Verzonden: 15 september 2009, 16.45 uur GMT+1 Aan: J.C.C. Koster Onderwerp: Re: Rouwperiode Dag Jaap, Een pasklaar antwoord op je vraag is niet te geven, want het verlies van een dierbare is voor ieder mens een unieke gebeurtenis. Het daarop volgende rouwproces beslaat een bepaalde, niet vastomlijnde, periode. Het is belangrijk de tijd te nemen om het verlies te verwerken. Rouwen is een aanpassingsproces, een reactie op een ingrijpend en betekenisvol verlies en het daaraan aanpassen van het eigen leven. Rouwen wordt wel onderscheiden in fasen of taken, waarvan duur en verloop afhankelijk is van verschillende factoren, zoals: eigen persoonlijkheid en leefomstandigheden, leeftijd, relatie tot en de betekenis van de overledene. Tijdens dit proces ondervinden mensen vaak allerlei psychische en lichamelijke klachten en kan er sprake zijn van veranderend gedrag. De kenmerken die jij beschrijft, passen hierbij. Praten over deze gedachten en gevoelens kan het helings- en acceptatieproces versterken. Wanneer hiervoor in je eigen omgeving weinig mensen zijn, is het goed een professionele hulpverlener te benaderen. Met vriendelijke groet, Eleos
12
Ook een vraag stellen aan een hulpverlener van Eleos? Kijk op www.eleos.nl > preventie en dienstverlening > informatie en advies Voor jongeren: www.mindguide.nl Voor pastoraat: www.eleos.nl > pastoraat > e-mailadvies
foto: niek stam
Naam: Annemarie de Bruin Leeftijd: 27 jaar Woonplaats: Groot-Ammers Eleos: Kliniek de fontein “De creatief therapeute stelde voor te proberen of pastelkrijt iets voor me was, omdat je daar goed je gevoel in kwijt zou kunnen. Deze tekeningen zijn toen eigenlijk ‘als vanzelf’ gegroeid. Ellende, Verlossing en Dankbaarheid heb ik ze genoemd. De rode bal ben jij als persoon, met je zonde, schuld of verdriet; op de achtergrond zie je een gigantisch obstakel wat je probleem, pijn of angst zou kunnen zijn. Erin zit een klein poortje, genaamd ‘vertrouwen’. Het verbeeldt de mogelijkheid om naar God te gaan met je moeiten. Al rollend in je proces word je kleiner: op geloofsen/of psychisch gebied. Uiteindelijk mag je je zo afhankelijk van God voelen, dat je vertrouwend door
het poortje mag gaan op de weg van je leven, hoe zwaar deze ook is. God laat dan je last afbrokkelen of vergeeft je zonden. Het kruis wordt pas zichtbaar op de derde tekening. Terugkijkend zie je puin: vergeven zonden of oude littekens. Maar je kunt niet terug; er ligt een steen voor het poortje. God laat namelijk niet varen wat Zijn Hand begon! Vooruitkijkend mag je je richten op de hoop van het kruis van Golgotha. De drieluik bemoedigt me. Het accent leg ik dan ook graag op de derde tekening: die verbeeldt dat we met God het leven aankunnen. Als je door alles heen maar biddend je weg gaat. Hij is ons levensdoel! Aanbid God met dankzegging!”
Meer lezen over (dag)klinische zorg in de fontein? www.eleos.nl
Annemarie: ‘Met God kunnen we het leven aan’ 13
Door Marcel Catsburg
dieneke kreeg psychose en depressie na gebruik xtc
‘dit wens ik niemand toe’ ‘Ik ging gas ruiken in huis en was bang dat ik vermoord zou worden...’ 14
“Ik was op zoek naar iets, maar wist eigenlijk niet goed wat. Ik wilde door iedereen lief en aardig gevonden worden en was beïnvloedbaar en impulsief.” Xtc-pillen brachten Dieneke in de ellende van psychose en depressie.” Nu wil ze anderen hiervoor waarschuwen.
“Mijn leven was zoals dat van zoveel jongeren vandaag. Go with the flow en leef voor jezelf. Probeer zoveel mogelijk uit het leven te halen.” Na haar opleiding ontmoet Dieneke - opgegroeid in een niet-christelijk gezin - een christelijke jongen. Van hem krijgt ze een Bijbel. Hun contact groeit na verloop van tijd uit tot een serieuze relatie en het stel trouwt. Dieneke: “In die tijd ben ik tot geloof gekomen. Ik ben gedoopt en we hebben samen belijdenis gedaan.” Dieneke lijkt haar plek in het leven gevonden te hebben. “Ik had zoveel toen. Een lieve man, het geloof.” Ze vat samen: “Het eerste jaar van ons huwelijk was mooi. Maar toen kwam mijn onrust weer boven. Ik ben een energiek en impulsief persoontje. Mijn leven, mijn huwelijk, de dingen om mij heen: ze werden een keurslijf. Ik miste mijn onbezorgde leventje van vroeger en ging allerlei vragen stellen over kerk en geloof. Ook ging ik weer stappen met vriendinnen van vroeger en kwam ik erg veel in de sportschool, om mijn energie kwijt te kunnen.” echt leuk Via sportschool en uitgaansleven ontmoette Dieneke mensen die haar xtc (zie kader) aanboden. “Ik wilde zo’n pilletje eigenlijk niet, maar slikte er uiteindelijk toch een. Xtc versterkt je gevoelens. De stof die er in zit, geeft je een vrij gevoel. Je voelt je geliefd en je ervaart saamhorigheid. Je kunt alles heel goed en je voelt je niet meer onzeker. Xtc is echt een hype onder jongeren. Het maakt niet uit met wie je bent, je hebt gewoon een gezellige tijd en je bent in een fijne atmosfeer.” “Het was ook echt leuk”, benadrukt ze, “Maar ik ben er zo ziek van geworden.” Haar man, die haar aanvankelijk de ruimte had gegeven om dingen voor zichzelf te doen, begon zich zorgen te maken en wilde dit met haar bespreken. Dieneke: “Weet je, door xtc zit je niet meer op een lijn met je omgeving. Je leeft in een andere dimensie. Ik wilde geen serieuze dingen doen of bespreken. ‘Neem het leven niet zo serieus’, zei ik tegen
mijn man. Hij had geen idee van mijn dubbelleven.” drugspsychose Op het eerste pilletje volgden er meer. Dieneke: “Ik besefte eigenlijk wel dat het niet goed was wat ik deed. Ik wist bijvoorbeeld niet meer wat er allemaal gebeurd was op die avonden dat ik xtc geslikt had. Ik begon daar in mijn gedachten over te ‘malen’ en sliep erg slecht.” Thuis werd de situatie ook geladen. “Ik liet het huishouden versloffen, voelde me depressief, was snel uit balans, maakte ruzie met mijn man.” De spanning bouwde zich op. Terugkijkend op deze periode, stelt Dieneke vast dat ze door het gebruik van xtc licht psychotisch werd. “Ik kreeg achtervolgingsgedachten en meende dat andere mensen over mij kletsten. Ook maakte ik me zorgen over anderen. Zo belde ik midden in nacht vriendinnen op om te vragen of het wel goed met ze ging. De psychose werd versterkt door medicijnen tegen depressiviteit. Ik ging gas ruiken in huis, begon zomaar te gillen en was bang dat ik vermoord zou worden.” Op een gegeven moment was de maat voor Dieneke vol, ze hield het niet langer vol. “Ik ben toen van huis weggelopen en heb een overdosis medicijnen geslikt, maar ik ben gevonden en naar het ziekenhuis gebracht… Daar kwamen later ook de vragen. Ik had het eigenlijk zo goed en nu had ik alles verziekt... Hoe had ik dat kunnen doen? En waar was God in dit alles?” leeg omhulsel Na deze ziekenhuisopname komt Dieneke terecht op de gesloten afdeling van een psychiatrische instelling. “Ze dachten daar dat ik schizofreen was en ik kreeg verkeerde medicijnen. Ik ben daar zo bang geweest! Andere patiënten hielden zich met occulte zaken bezig. De hygiëne was er slecht. Ik concludeerde dat ik moest zien er weg te komen.” Door de inzet van haar familie lukte het om overgeplaatst te worden naar de fontein, de (dag)
kliniek van Eleos in Bosch en Duin. “Als mijn familie en mijn man er niet zouden zijn geweest, wat dan? Wat zou er dan met mij gebeurd zijn?”, vraagt ze zich hardop af. Haar overplaatsing betekende het begin van een langzame weg terug. “De fontein is een prettige, rustige en schone omgeving. Het lukte me daar weer om te slapen. En na twee weken was ik niet meer psychotisch, maar wel zwaar depressief. Een psychose is zo heftig en vraagt zoveel energie... ik voelde van binnen niets meer. Ik kon niet meer lachen of huilen. Ik was alleen nog maar een leeg omhulsel.” schuld en roeping De behandeling bij de fontein leidde een periode van herstel in, dat doorzette. Na verloop van tijd werd Dieneke ontslagen uit de kliniek en mocht ze naar huis. Momenteel is ze bezig haar medicatie af te bouwen en haar leven weer vorm te geven. Gevoelens van schuld én van roeping vormen de overblijfsels van de moeilijke periode die achter haar ligt. “Ik heb pijn in mijn hart over alles wat er gebeurd is, over wat mijn man en mijn familie hebben moeten meemaken. Ik heb de kwetsbaarheid van mijn leven diep ervaren; met die ervaring wil ik anderen nu helpen. Ik wil met name jongeren behoeden voor het gebruik en de effecten van xtc. Je verliest jezelf en de mensen in je omgeving erdoor. Door die xtc-pilletjes ben ik psychotisch geworden met alle gevolgen van dien. Dat wens ik niemand toe.” geloofsvertrouwen En waar was God in dit alles? Dieneke, terugblikkend: “Hij was er al die tijd. Hij is bij mij gebleven en heeft mij niet laten vallen. Door mijn ervaringen ben de vrouw geworden die ik nu ben, en ik wil de mensen laten zien dat Jezus goed is. Hij overziet alles.”
Wat is een psychose? Tijdens een psychose raakt iemand het normale contact met de werkelijkheid kwijt is. Hij heeft last van wanen, hallucinaties, verward denken, spreken en/of schrijven en verstoorde emoties. Andere symptomen kunnen zijn: weinig spreken, een gebrek aan initiatief tonen, een verstoord dag-nachtritme, weinig energie en een vlakke gezichtsuitdrukking hebben of zich terugtrekken in zichzelf.
Over xtc Xtc is een drug. In het Engels uitgesproken geven de letters de woordklank ‘ecstasy’, wat extase betekent. xtc is in de vorm van pillen, capsules en poeders te koop. De werkzame stof die in xtc zit, heet MDMA. Deze stof heeft een dubbel effect. Enerzijds is het een stimulerend middel met een oppeppende werking. Anderzijds is er een bewustzijnsveranderend effect: de waarneming wordt intenser en het gevoel van verbondenheid met anderen neemt toe. (Bron: Trimbos Instituut)
Meer informatie: www.trimbos.nl of www.dehoop.org
Vanwege de privacy van de geïnterviewde zijn haar naam en enkele gegevens aangepast.
15
motor Humor in combinatie met een stoornis in het autismespectrum kan lastig zijn. Humor gaat namelijk vaak over onderliggende boodschappen, die op verschillende manieren kunnen worden uitgelegd. Grappen verbinden situaties aan elkaar en dat vraagt verschillende vaardigheden. Snel denken is een vereiste. Daarbij moeten verschillende ideeën en gebeurtenissen aan elkaar worden gekoppeld en dát is precies waar mensen met een stoornis in het autismespectrum moeite mee hebben.
Columns
Marieke heeft Asperger en worstelt hiermee. Ze roept regelmatig uit: “Waarom denken veel mensen zo kronkelig en zeggen ze niet duidelijk wat ze bedoelen?” Ze zou graag mee kunnen doen met het maken van grappen. Op een dag stuurt ze me een mail. Het sturen van een e-mail is niet bijzonder. De meegestuurde foto wel. Ze weet dat ik een trotse motorbezitster ben en iedere dag met de motor naar mijn werk kom en zo werk en hobby combineer. Mariekes nieuwe hobby is fotograferen en ze wordt hierin steeds beter. Natuurlijk leent mijn stoere, knalgele Suzuki SVA 650 zich voor een prachtige foto.
Rome Er zijn vele wegen die naar Rome leiden. Dit gezegde werd mij regelmatig voorgehouden tijdens mijn therapie in de fontein wanneer ik last had van ‘tunnelvisie’. En steeds vaker zie en ervaar ik de waarheid van deze levenswijsheid, al zijn er nog altijd momenten waarop ik twijfel… Onlangs was ik op weg naar een ambulante zorg-vestiging van Eleos. Wegen zijn nooit mijn sterkste punt geweest en ik ben dan ook al heel wat keren verdwaald. Maar door de jaren heen ben ik redelijk wegwijs geworden in het Nederlandse wegennet en klamp ik me minder krampachtig vast aan nauwkeurige routebeschrijvingen. Dit keer had ik mezelf een beetje overschat. Na de route al zo’n vijf keer te hebben gereden, dacht ik deze wel uit het hoofd te kennen… Met als gevolg dat ik niet meer wist welke afslag ik moest nemen en er te laat achterkwam dat ik net voorbij de goede was gereden. Uit ervaring weet ik precies wat je dan het beste kunt doen: de eerstvolgende afslag eraf en de eerstvolgende oprit er weer op. Maar drie verschillende
16
op- en afritten later zat ik nog steeds niet op de goede weg. Integendeel. Ik belandde - tijdens de spits - midden in een stad met ingewikkelde kruispunten en had geen idee hoe ik eruit moest komen. Daarbij kwam dat het zelfverwijt over de ontbrekende routebeschrijving groot was en het meest pijnlijke nog: ik zag mijn maandelijkse, kostbare uurtje therapie aan me voorbij gaan. Uiteindelijk, na ruim een halfuur door de stad te hebben gedwaald, kwam ik op voor mij bekend terrein. Maar therapie, daar was het inmiddels te laat voor. Mijn geloof in het bekende gezegde over de wegen naar Rome was ik inmiddels kwijtgeraakt. Thuisgekomen belde ik naar Eleos. Mijn therapeut bleek later in de week nog net een plekje vrij te hebben op een voor mij passend moment. En toen ik twee dagen later keurig op tijd in de wachtkamer van Eleos zat, moest ik concluderen dat ik, via heel wat omwegen, toch in Rome was beland. Annemarie
Pijnlijk is het feit dat precies de beschadigde kant gefotografeerd is: dat herinnert mij direct aan mijn val. Vandaar dat ik een mail terugstuur met een compliment omtrent haar leuke hobby, die professionele vormen aanneemt. Maar daarnaast ook mijn teleurstelling, dat ze mijn motor van de slechtste kant heeft gefotografeerd. Haar reactie is verrassend. Volledig verbaasd mailt ze: “Ik heb geen enkele beschadiging gezien. En dat terwijl ik Asperger heb!” Hierbij doelend op een kenmerk van Asperger, namelijk de sterke focus op kleine details, waarbij ieder overzicht vaak kwijt is. Later moet ze lachen over het feit dat dit kenmerk van autisme soms dus niet op gaat, wat verrassend is en een beetje grappig! Per e-mail grappen maken is mogelijk net even makkelijker voor iemand met autisme, omdat er dan denktijd blijft… En tja, met de foto moet ik het gewoon doen! Judith Bons
Ik heb geen enkele bescha diging gezien. En dat terwijl ik Asperger heb!
foto: lucas nijenhuis
‘elke dag ben ik weer dankbaar dat het goed gaat’ Door Annemarie van Donselaar
Wonen in een woonvorm wordt vaak als eindstation gezien, zowel door patiënten als hun omgeving. Maar dat is een ongegronde veronderstelling. Een levend bewijs daarvan is Annemarie de Leeuw (36). Na een periode met ernstige psychische problemen en een intensief begeleid wonen-traject, staat ze inmiddels al weer drie jaar op eigen benen.
>
17
‘Mijn negatief zelfbeeld werd door de brandwonden alleen maar verslechterd. Als ik naar mezelf keek, zag ik één groot litteken.’ In het kantoor van beschermende woonvorm Transitus in Gouda, waar ze voor 24 uur in de week werkt als administratief medewerkster, doet Annemarie haar verhaal. Op de achtergrond is haar voormalig begeleidster en locatiemanager, nu collega, Ria van der Leer aanwezig. “Ik had altijd al last van een negatief zelfbeeld”, vertelt Annemarie, “maar rond mijn twintigste kreeg ik serieuze psychische problemen. Ik werd depressief en had last van angsten en paniekaanvallen. Omdat werken niet meer ging en thuis wonen ook niet, ben ik in 1994 opgenomen in een therapeutische instelling.” psychoses Helaas was dit niet het begin van verbetering, maar van een serie opnamen in verschillende instellingen op met name gesloten afdelingen. Het ging eigenlijk alleen maar slechter met Annemarie. Ze kreeg last van psychoses en vormde een gevaar voor zichzelf. In 1997 heeft ze zichzelf tijdens een psychose in brand gestoken. Ze raakte voor dertig procent verbrand. Tijdens het interview draagt Annemarie korte mouwen en de littekens van deze gebeurtenis zijn duidelijk zichtbaar op haar bovenarmen. Ook de psychische schade was groot. Annemarie: “Ik kreeg een PTSS (posttraumatische stress-stoornis) waardoor mijn problematiek alleen maar verergerde en complexer werd. Na drie maanden revalideren in het brandwondencentrum, ben ik naar het CIB (Centrum Intensieve Behandeling – red.) gegaan. Dat is bedoeld voor mensen die nergens anders meer terecht kunnen. Daar werd gekeken hoe ik het beste verder kon worden geholpen. Ik ben daar in zoverre opgeknapt, dat ik na een paar maanden zelfstandig mocht wonen op het terrein. Maar dat ging niet goed, omdat ik last bleef houden van psychoses en dissociaties. Daarom werd ik doorverwezen naar een project voor begeleid wonen.”
18
In september 2001 kwam ze bij woonvorm Transitus terecht. “Ik ging er naartoe met het idee dat ik er niet meer vandaan zou komen. Het voelde als falen, dat ik niet op eigen benen kon staan. Maar toen ik daar eenmaal zat, viel het me erg mee. De begeleiding was fijn. Gedurende mijn opnametijd was ik mezelf gaan zien als ‘het probleem Annemarie’. Hier zagen zij mij als ‘Annemarie met problemen’. Dat deed me goed. Ik voelde me er snel thuis en had goed contact met mijn medebewoners. Ook voelde ik hier weer vrijheid, een gevoel dat ik lange tijd niet had gehad.” gele vla De intensieve begeleiding die ze in Gouda kreeg, had ze hard nodig. “Ik had de neiging om de hele dag op dezelfde plek in de stoel te blijven zitten zodat ik alles kon overzien. Of soms ging ik juist dwalen, ik had nog altijd last van psychoses. En douchen bijvoorbeeld, deed ik niet als ik niet werd gestimuleerd, ik vond het moeilijk mijn littekens onder ogen te zien. Daarnaast was ik altijd voor anderen aan het zorgen. Locatiemanager Ria van der Leer blikt even met Annemarie terug op de extremiteit van deze eigenschap destijds: “Weet je nog dat je een keer een van ons erop aansprak of we niet vergaten een oudere bewoner te helpen met douchen. En je kende ook iedereens agenda uit je hoofd!” Annemarie: “Maar omdat we hier een vaste taakverdeling hadden, werd ik begrensd in deze eigenschap. Door kleine, haalbare doelen te stellen en die te evalueren met de begeleiding ging ik steeds kleine stapjes vooruit. Bijvoorbeeld door een keer op een andere plek te gaan zitten in de woonkamer.” Maar het brandtrauma vormde een groot obstakel in de weg naar verbetering. “Mijn negatief zelfbeeld werd door de brandwonden alleen maar verslechterd. Als ik naar mezelf keek, zag ik één groot litteken. Ook had ik
negatieve associaties rondom geuren, kleuren en voorwerpen die me aan dat moment deden herinneren. Als ik een aansteker zag, raakte ik daardoor helemaal van slag. En ik kon niet gewoon gele vla eten, omdat de kleur me herinnerde aan de zalf in het brandwondencentrum. Daarbij wilde ik niet in de buurt komen. Koken op gas lukte ook niet. Daarnaast voelde ik me erg schuldig over wat ik had gedaan, vooral tegenover God. Mijn lichaam is een tempel van de Heilige Geest en dat had ik beschadigd.” waxinelichtje Na ongeveer anderhalf jaar bij Transitius ben ik daarom therapie gaan volgen bij brandwondenstichting Beverwijk, om mijn trauma te verwerken. Ik moest weer leren omgaan met alles wat me herinnerde aan de brand. Dat begon met een kleine oefening als mijn handen en voeten insmeren met lotion en later een gesprek voeren met een aansteker in het midden en weer later met een waxinelichtje in de buurt. Ik leerde ook anders naar mezelf te kijken en zag niet meer alleen littekens als ik naar mezelf keek. Ook ben ik in het brandwondencentrum in Rotterdam geweest en ben onder andere naar de plek gegaan waar ik in de nacht van de gebeurtenis binnenkwam. Dat was een goede stap, want daardoor kon ik daar later, zonder te veel problemen, mijn hersteloperaties ondergaan. Daarnaast heb ik pastorale hulp gehad om beter om te leren gaan met het beklemmende schuldgevoel dat ik had tegenover God. De dominee gebruikte het voorbeeld van Paulus, dat hij de gemeente van Christus heeft vervolgd en dat hij later belijdt dat hij dat in onwetendheid heeft gedaan. Zo had ik mijzelf ook in onwetendheid in brand gestoken. Dit inzicht, in combinatie met de therapie in het brandwondencentrum, gaven een positieve omslag in mijn situatie.” Hierna gingen de ontwikkelingen in haar leven plotseling snel. “Ik ver-
foto: lucas nijenhuis
werkte niet alleen de brand, maar kreeg ook een algemeen positiever zelfbeeld, kwam uit mijn depressie en kreeg steeds minder last van psychoses. Ook pakte ik mijn hobby’s – fotograferen, tekenen, borduren en lezen – weer op en ging vrijwilligerswerk doen, op een basisschool, wat ik nu nog steeds doe, en in een verpleeghuis. Dat deed me goed. Omdat ik door mijn verbeteringen niet meer in de groep paste en op de plek waar ik was, werd belemmerd in mijn ontwikkelingen, ging ik naar de dependance van de woonvorm, daar had ik een eigen zit- en slaapkamer en minder intensieve begeleiding. Een soort kamertraining. Het ging steeds beter, alleen grenzen stellen in mijn zorg voor anderen, vond ik nog lastig.” ongeloofwaardig Na anderhalf jaar op de nevenlocatie, was het in 2006 tijd voor een volgende stap. “Ik ben samen met een vriendin op een flatje gaan wonen. Het is niet zo dat ik toen niet alleen kon wonen, maar ik vond het gezelliger met iemand samen. In het begin kreeg ik ambulante woonbegeleiding (woonbegeleiding aan huis – red.), maar dat werd langzaam afgebouwd. Op een gegeven moment had ik behoefte aan iets helemaal voor mezelf. Sinds drie maanden woon ik nu alleen in een appartement in Gouda. Het is helemaal naar mijn zin en naar mijn eigen smaak ingericht: in koloniale stijl.”
goed gaat en blijft gaan. Hoewel ik niet alles begrijp, zie ik wel dat niets voor niets is geweest en dat God mij heeft geleid.” Begeleiding heeft Annemarie niet meer, maar als ze zegt dat ze nergens tegenaan loopt in het zelfstandig wonen, lijkt dat bijna ongeloofwaardig. Maar Ria bevestigt het: “Ze heeft haar huishouden beter op orde dan menig ander persoon. Alles is georganiseerd en netjes, maar het is tegelijk ook gezellig.” Ze is nog altijd onder de indruk van de vooruitgang die Annemarie heeft geboekt. “Toen ze hier kwam, was ze erg kwetsbaar en had zo’n complexe problematiek, dat het voor ons spannend was hoe het zou gaan. We hadden toen nooit voorzien dat ze dit zou bereiken, maar we hebben wel altijd in haar geloofd. Zich richtend tot Annemarie: “Je had een enorme innerlijke drive om verder te komen. Afspraken maken, afspraken nakomen, meewerken en dingen onder ogen durven zien, waren jouw motto’s waar je je strikt aan hield.” Annemarie wil met haar verhaal graag anderen bemoedigen. Ze heeft daarvoor geen spetterende afsluitende woorden of een mooi geformuleerde zin, maar na wat ze heeft verteld, zijn haar gunnende woorden “het kan écht” bijna een onnodige toevoeging.
Waar het voor veel mensen een vanzelfsprekendheid is een eigen onderkomen te hebben, raakt Annemarie keer op keer verwonderd. “Als ik thuis ben, denk ik regelmatig: tjonge, dit is van mezelf. Het is een rijk, intens gevoel van dankbaarheid, ik had nooit gedacht dat ik dit zou bereiken. En hoewel het verleden een plek heeft gekregen, denk ik nog elke avond voordat ik naar bed ga: ik heb weer een goede dag gehad. Ik ervaar het steeds weer als bijzonder, dat het zo
19
foto: albert-jan regterschot
‘ik leer hier superveel’ Door Ellen Schuit
Annemieke (24) loopt sinds kort via jobcoachorganisatie AtWork en Eleos stage in een bruidsmodezaak. “Het is geweldig om al die gelukkige bruidjes de deur uit te zien gaan.” Of het werken in de modebranche echt haar droombaan is, hoopt ze tijdens deze stage te ontdekken. 20
‘Wat ik doe is bijvoorbeeld bruidsjurken innaaien. Ik kan goed naaien, maar merk dat dit een vak apart is...’ Annemieke heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis. “Het lastige van borderline is dat je het niet kunt zien”, vertelt ze. “Ik kom positief en opgewekt over. Mensen om mij heen geloven daarom soms ook niet dat ik ziek ben. ‘Annemieke? O, die redt het wel, die heeft haar mondje wel bij zich’, hoor ik dan. En dat terwijl ik me soms eigenlijk maar een heel klein meisje voel, dat ergens graag hulp wil krijgen en bang is alleen te worden gelaten.” Dat mensen niet aan haar zien dat ze een psychisch probleem heeft, vindt Annemieke niet echt een voordeel. Juist omdat mensen in haar omgeving het niet aan haar kunnen zien, denken ze dat het wel meevalt. “Ik heb liever dat ze het weten, dan kunnen ze er rekening mee houden als ze dat willen.” Een aantal jaren geleden is Annemieke een periode opgenomen geweest, om te leren omgaan met haar borderlineproblematiek. “Ik had erg veel last van dwang en sneed mezelf. Ik heb toen een periode therapie gevolgd in de kliniek; daarna heb ik nog negen maanden dagklinische behandeling gehad.” Omdat een dagklinische behandeling maar twee dagen per week beslaat, ging Annemieke vanaf die periode ook regelmatig naar arbeidstrainingscentrum Instrument in Zwolle, voor een nuttige dagbesteding en structuur in haar weekprogramma. “Toen ik bij Instrument binnenkwam, was ik erg opstandig. Ik vond het maar niets om naar een arbeidstrainingscentrum te ‘moeten’. Na een half jaartje hoopte ik er wel weer klaar te zijn. Maar dat bleek onmogelijk. Als je binnenkomt, moet je allereerst doelen opstellen: dingen die jij wilt verbeteren en waar je in het arbeidstrainingscentrum aan wilt gaan werken. Grote, omvangrijke doelen moest ik uitwerken in kleinere stapjes. Mijn doelen bleek ik niet te kunnen halen binnen een half jaar, laat staan dat ik eraan toe was om een echte baan te zoeken.” Gelukkig kreeg Annemieke het gaandeweg ook naar haar zin bij het centrum. “Ik doe hier dingen met textiel, zoals naaien en vilten en ben ook bezig met scrapbooking (Op een creatieve manier foto’s inplakken, red.)”. Bij het arbeidstrainingscentrum ging Annemieke bijvoorbeeld aan de slag met het verminderen van haar impulsiviteit. “Ik was echt superdruk en handelde impulsief. Veel dingen deed of zei ik zonder nadenken”, blikt ze terug. “Samen met mijn begeleider heb ik daaraan gewerkt. Je hebt in het arbeidstrainingscentrum regelmatig een gesprek waarbij je samen kijkt naar je doelen, maar ook wanneer ik gewoon bezig was en erg druk reageerde, tikte Elly mij even op mijn hand. ‘Denk je er aan?’ vroeg ze dan. Zo ben ik gaandeweg rustiger geworden. Als het echt nodig was, hadden we vaker een begeleidingsge-
sprek, maar vooral door gewoon bezig te zijn in het arbeidstrainingscentrum, leer je veel.” Op een gegeven moment was Annemieke zo opgeknapt, dat haar werd geadviseerd een klein baantje te zoeken. “Ik mocht vertellen wat me leuk leek om te doen. Dat was werken in een bruidsmodezaak.” Eleos regelde samen met AtWork jobcoaching een stageplaats in het naaiatelier van een bruidsmodewinkel. “Wat ik doe is bijvoorbeeld bruidsjurken innaaien. Ik kan goed naaien, maar merk dat dit een vak apart is. Het is nog best lastig. Ik moet nog veel vragen en heb regelmatig hulp nodig bij wat ik doe.” Ze leert naar eigen zeggen veel in het atelier. “Ik leer omgaan met collega’s en met momenten van stress en drukte. Mijn collega’s weten wel dat ik er ben voor een stage, maar ze weten niets van mijn achtergrond of wat mijn begeleiding inhoudt. Dat is ergens wel prettig, want zo krijg ik de kans om net als mijn collegaatjes te functioneren. Ik maak er geen geheim van dat ik hier op stage ben vanuit het arbeidstrainingscentrum. Het zou ook wel makkelijk zijn als ze het wisten. Dan snappen ze misschien mijn reacties wat beter, bijvoorbeeld als het erg druk is. Ik ben dat drukke niet gewend en vind dat nog moeilijk.” Annemieke krijgt begeleiding van een jobcoach. “Hij komt geregeld langs, of ik ga bij hem langs. We bespreken dan hoe het gaat, en of ik nog tegen moeilijke dingen aanloop.” Naast haar stage bij de bruidsmodezaak komt Annemieke nog steeds twee dagen per week naar Instrument. “Ik vond het erg spannend om met deze stage te beginnen. Door regelmatig bij het arbeidstrainingscentrum te blijven komen, voel ik me zelfverzekerder. Ik denk dat het de kans op een terugval kleiner maakt. Maar ik vind het ook gewoon erg leuk om hier creatief bezig te zijn!” En de toekomst? “Mode trekt me, maar ik weet nog niet of dit werk nu mijn droombaan is”, vertelt Annemieke. Het allerliefst zou ze iets met dolfijnen doen: “Dolfijnentrainer lijkt me wel wat. Maar ik moet ook blijven kijken wat reëel is”, beseft ze.
Jobcoaching In een arbeidstrainingscentrum biedt Eleos activiteiten aan voor mensen met een psychosociaal of psychiatrisch probleem die op zoek zijn naar arbeidsintegratie, scholing of een zinvolle dagbesteding. De centra hebben daarnaast ook een inloopfunctie voor mensen die een praatje willen maken of een kopje koffie willen drinken. Bij een arbeidstrainingscentrum richt een deelnemer zich op datgene wat past bij zijn wensen en mogelijkheden. Sommige deelnemers zijn op zoek naar een nuttige dagbesteding, anderen willen zich voorbereiden op het vinden van vrijwilligerswerk of een betaalde baan. In samenwerking met re-integratie- en jobcoachingsbedrijf AtWork kan Eleos deelnemers begeleiden bij het (weer) vinden van een plek op de arbeidsmarkt.
Kijk voor meer informatie op www.eleos.nl en www.atworkjobcoaching.nl. Er zijn arbeidstrainings centra in Zwolle, Barneveld, Gouda, Dordrecht, Ouddorp en Kapelle.
Borderline Borderline is een stoornis die zich kenmerkt door instabiliteit en veel en abrupte veranderingen in gevoelens, stemmingen, relaties, zelfbeeld en gedrag. Mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoonis hebben bijvoorbeeld last van impulsiviteit, stemmingswisselingen, zwart-witdenken, extreme angst om verlaten te worden, opzettelijke zelfverwonding of identiteitsproblemen.
21
Eleosactueel eleos start OptiMent
slecht gehecht?
NIEUWEGEIN – OptiMent is de naam van een nieuw organisatieonderdeel binnen Eleos. Psychologische eerstelijnshulp, preventieve activiteiten en dienstverlening vormen de hoofdmoot van het aanbod van OptiMent.
ZWOLLE – Een goede hechting tussen kind en ouders is voor kinderen belangrijk om vertrouwen te ontwikkelen. Als kinderen slecht gehecht zijn, kan dat later in hun leven voor problemen zorgen in het aangaan en onderhouden van relaties met andere mensen.
Gesprek met een psycholoog De psychologen van OptiMent bieden een kortdurende en praktische behandeling voor mildere psychische klachten. De behandeling bestaat uit acht tot maximaal vijftien gesprekken. De kosten voor de gesprekken worden gedeeltelijk vergoed vanuit de basisverzekering. OptiMent biedt deze laagdrempelige vorm van hulp op dit moment op zes plaatsen aan, maar zij verwacht dat het aantal plaatsen snel toeneemt. Dus ook bij u in de buurt! Voorkomen van klachten OptiMent heeft een uitgebreid aanbod van activiteiten, trainingen en cursussen om psychische klachten te voorkomen. Van cursussen die helpen om een depressie te voorkomen tot cursussen voor familieleden van mensen met psychische problemen. Van bijeenkomsten voor ‘brussen’ tot een ‘Met plezier naar school-cursus’ voor aanstaande brugklassers die gepest zijn op de basisschool.
on d e r d e e l va n e l eo s
Dienstverlening Kerken en scholen kunnen een beroep doen op OptiMent voor training en ondersteuning op het terrein van het omgaan met psychische problemen. Voor scholen en andere instellingen kan OptiMent (IQ-)onderzoeken uitvoeren. Ook bedrijven kunnen de hulp van OptiMent inroepen, bijvoorbeeld in het kader van het voorkomen van werkgerelateerde psychische klachten. Voor lokale overheden kan OptiMent een aantrekkelijke samenwerkingpartner zijn in het kader van activiteiten voor de WMO en GGD.
‘Samen verder’ is een programma voor ouders met kinderen van vijf tot en met twaalf jaar die hechtingsproblemen hebben. Het programma richt zich op het verbeteren van het contact tussen kind en ouder. Het wil de negatieve spiraal waarin de kind/ ouder-relatie zich bevindt doorbreken. Het programma bestaat uit een combinatie van creatieve therapie en ouderbegeleiding. Eleos biedt dit programma aan in Zwolle. Voor meer informatie:
[email protected].
Meer informatie over wat OptiMent u kan bieden, vindt u op www.optiment.eu.
nieuws uit de woonvormen KAMPEN/ZWOLLE/GOUDA – De woonvormen van Eleos zijn volop in beweging. Zo vieren we twee jubilea en zijn twee andere woonvormen verenigd onder één naam. Beschermende woonvormen De Koriander en Lutherhof vieren dit najaar allebei feest. De Koriander in Kampen bestaat 25 jaar. Lutherhof is 20 jaar geleden in Assen van start gegaan, toen nog onder de naam Beunheugte.
Woonvorm Lutherhof
22
Twee locaties, één woonvorm In Gouda verenigt Transitus twee woonvormen onder één naam. Locatie de Veenzoom is gericht op bewoners die zich thuis voelen in een reformatorische woonomgeving. Locatie Lekkenburg is bedoeld voor bewoners met een gereformeerde achtergrond.
Start geloveninhulpverlening.nl NIEUWEGEIN - Stichting Eleos, de Gereformeerde Hogeschool, de Christelijke Hogeschool Ede en DHS lanceerden onlangs de website www.geloveninhulpverlening.nl. Dit digitale platform is bedoeld voor werkers in zorg, hulp verlening en pastoraat. Er wordt een plaats geboden aan kennisontwikkeling en -uitwisseling op het gebied van geloof en hulpverlening. Op de website zijn onder andere fora voor hulpverleners te vinden, maar ook voor het pastoraat. Daarnaast is er een alleen voor voorgangers toegankelijk forum. Geloven in hulpverlening wil bijdragen aan de optimale integratie van geloof in professionaliteit.
advertentie
op de landelijke dag psychische gezondheid (10 oktober) bent u hartelijk
welkom op de eleos-informatiemarkt over stoornissen in het autismespectrum.
informatiemarkt autismespectrum stoornissen vrije toegang aanmelding niet nodig
Plaats: Immanuëlkerk (Plevier 2) in Bunschoten Tijdstip: 10 oktober van 10.00 – 15.00 uur (start 1e workshopronde om 10.30 uur)
workshops
• • • • • • • •
Mijn kind heeft autisme: over ouderbegeleiding Partnergroep: voor partners van mensen met autisme Echtparengroep: samen met je echtgenoot in behandeling Ik ben BRUS: wat als je broer of zus autisme heeft? Ik geloof, maar wel anders: autisme en geloven Wonen en werken met autisme Autisme bij jongeren Autisme bij volwassenen Meer informatie vindt u op www.eleos.nl
Raad van bestuur Gerard Honkoop (voorzitter) Eleoscript is een uitgave van Eleos, stichting voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg.
Redactieraad Jeanine van de Bruinhorst Ad Ermstrang Ellen Schuit (eindredactie) Hermien de Wit
Auteurs Martha Aalbers Judith Bons Marcel Catsburg Annemarie van Donselaar Ad Ermstrang Corina Schipaanboord Ellen Schuit
Fotografie Lucas Nijenhuis Albert-Jan Regterschot Corina Schipaanboord Niek Stam
Opmaak D&DJ communicatie www.dendj.nl Drukkerij De Groot Drukkerij bv Oplage 17.000 exemplaren
Uitgave Eleos Postbus 306 3430 AH Nieuwegein Tel. (030) 600 85 40
[email protected] www.eleos.nl rek. nr. 92.97.17.945
Lezer worden? Wilt u Eleoscript 3x per jaar kosteloos ontvangen? Meld u dan aan op www.eleos.nl.
23
Opmerkelijke berichten Angst kun je ruiken Duitse onderzoekers namen bij vijftig mensen zweetmonsters. Steeds één van na het sporten en één nadat iemand bang was geweest. Het zweet werd vervolgens door andere testpersonen geroken, waarbij tegelijkertijd hun hersenen werden onderzocht.
babyfoto nodigt tot teruggave
Portemonnee verloren? Als er een babyfoto in zit, is de kans dat de vinder hem retourneert, groter. Dit onderzochten Britse wetenschappers. Ze ‘verloren’ in een jaar tijd 240 portefeuilles. In geen van de portemonnees zat geld. Wel bevatten ze bijvoorbeeld lidmaatschaps- en spaarkaarten. In een deel van de beurzen zaten ook babyfoto’s, foto’s van kleine hondjes of foto’s van een jong gezin. 42 procent van de portefeuilles werd teruggebracht. Daarvan scoorden de exemplaren met de babyfoto’s erin veruit het beste, gevolgd door de kleine hondjes en het jonge gezin. De wetenschappers wijten de uitkomst aan de zorgzame gevoelens die de foto’s oproepen. Kinderen zijn belangrijk in onze samenleving, ter bescherming van het nageslacht, concludeerden ze. Bron: The Times
zweet leidde wel tot reactie. Bange mensen blijken een bepaald molecuul toe te voegen aan hun zweet. Die geur registreren anderen en maken dat bij hen een gebied in de hersenen wordt geactiveerd waar de emoties vandaan komen. Emoties worden zo dus chemisch overgedragen.
Na het ruiken van ‘sportzweet’ reageerden de hersens van de proefpersonen niet, maar het angst-
Bron: Gazet van Antwerpen
Mediterraan eten is gezondst
Somber weer positief voor geheugen
Eet veel fruit, groenten, vis, graanproducten, peulvruchten, noten en olijfolie en drink een glaasje wijn per dag. Deze producten kenmerken een mediterraan dieet. En dat is de gezondste manier van eten, stellen voedingsdeskundigen. Mediterraan eten leidt tot een stijging van ‘goed cholesterol’. Vooral olijfolie is verantwoordelijk voor dit gunstige effect. Cholesterol is een belangrijke bouwstof voor ons lichaam. Het helpt cellen en hormonen aan te maken. Een teveel aan cholesterol is echter schadelijk. Het kleeft aan de wanden van de bloedvaten en zorgt daar voor vernauwing. Doordat het bloed minder goed doorstroomt, kunnen bloedpropjes ontstaan die vaten afsluiten. Effect daarvan is weer dat bijvoorbeeld hart of hersenen te weinig zuurstof krijgen. Een teveel aan ‘gezond cholesterol’ wordt afgevoerd via de lever naar de darmen en is dus minder schadelijk.
Bij somber, regenachtig weer kunnen mensen dingen beter onthouden. Onderzoekers toonden aan dat kleine veranderingen in je stemming invloed hebben op de manier waarop je met informatie omgaat. Wie somber gestemd is, heeft een kritischere blik op de wereld om zich heen. Daardoor onthoud je meer.
Onderzoekers legden in een winkel een aantal opvallende speelgoedvoorwerpen op de toonbank. Ze vroegen de mensen die uit de winkel kwamen te benoemen wat ze op de toonbank hadden zien liggen. Bij somber weer bleek men zich gemiddeld drie keer meer voorwerpen te kunnen herinneren. De wetenschappers versterkten het effect van mooi of somber weer door het draaien van vrolijke of juist neerslachtige muziek. Bron: nu.nl
muziek goed voor hart Muziek luisteren is goed voor je hart, mits je het plezierig vindt om er naar te luisteren.
Bron: gezondheidsnet.nl
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat tijdens het muziek luisteren de bloedvaten zich openen en ze meer chemische stof produceren die het hart beschermt. Als bloedvaten zich verwijden, kan het bloed beter doorstromen. Bij muziek die de luisteraar niet prettig vindt, vindt een tegenovergesteld effect plaats. Tijdens het luisteren ernaar, sluiten de bloedvaten zich: een reactie die ook voorkomt bij stress. Bron: CNN Health